N°. 10840.
Vrijdag 3® Juni.
AM895.
(Bezs (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
P euilleton.
SDA DE MASRE.
LEIDSCH
DAGBLAD
PHIJS DEZES COtTBAET:
Voor Leiden per 3 maanden. i f 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke j 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTTÊN:
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend
Oiliciëel© Kennisgevingen.
De Bargeireceter der gemeente Leiden betuigt
bjj deze zjjuen dank aan de ingezotenen voor de
goede orde, die gelieenclit heeft, en de stipte op
volging van do door do politie voorgeachreven
maatregelen tot handhaving van de openbare orde,
brj gelegenheid van de feesten, gegeven tor herden
king van bet 820-Jarig bestaan dor Leidacha Hooge*
school.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
36 Juni 1895. F- WAS.
Leiden, 27 Juni.
Onder voorzittorsckap van den heer C. H.
Rouw is eene vergadering gehouden van de
Leidsche afdeeling van het Algemeen Neder-
landsch Werkliedenverbond, uitgeschreven
naar aanleiding van de staking der werklieden
in de afdeeling „weverü" van de Leidsche
Katoenmaatschappü, onder directie van de
hoeren C. en F. Driessen.
Tot die vergadering waren boven en behalve
de belanghebbenden, ook uitgenoodigd ver
tegenwoordigers van den R.-K. Volksbond en
van Patrimonium.
Beide veroenigingen hadden aan de uitnoo-
diging gevolg gegeven; de laatstgenoemde had
tot haren afgevaardigde aangewezen den heer
W. Pera, lid van den gemeenteraad.
Onder de belangstellenden werden vorder
opgemerkt de heeren B. H. Heldt, lid van de
Tweede Kamer, en J. Van Dorst, secretaris
van den algemeenen arbeidsraad te Amsterdam.
Besloten werd eene commissie samen te
Btellen, ten einde to trachten tusschen werk
lieden en patroons eon minnelijke schikking
te treffen.
Tot ledon dier commissio werden benoemd
de heeren mr. F. Was, burgemeester; prof.
mr. H. L. Drucker, lid der Tweede Kamer;
de weleerw. heer ti. A. v. Kessel, geestelijk
adviseur van do afd. LeiJen van den R.-K.
Volksbond; W. Pera, afgevaardigde der Werk
liedenvereniging „Patrimonium"; S-Lo Poole,
fabrikant te dezer stede, en C. II. Kouw,
voorzitter der afd. Leiden van het Alg. Ned.
Werkliedenverbond.
De heeren Drucker, Pera en Kouw, ter
vergadering tegenwoordig, namen hunne be
noeming bereids aan.
De liberale kiesvoreeniging to Nieuwkoop
heeft in hare jongste vergadering tot candi-
daten voor den gemeenteraad gesteld de heeren
G. Vermeij en B. Kemp, beiden aftredende
leden en wethouders van Nieuwkoop.
By do a. s. periodieke aftreding van
gemeenteraadsleden z\jn te Noordwijkerhout
aftredend de heeren P. De Kan en H. Oost-
dam Ez.
De heer H. F. Bultman, te Haarlem
mermeer, is als vertegenwoordiger van onze
Regeering naar Parijs vertrokken, om deel
te nemen aan de conferentie in zake de wette
lijke internationale regeling van de bescher
ming der voor den landbouw nuttige vogels.
In de gisteren gehouden openbare ver
gadering van den Raad var State, afd. voor
do geschillen van bestuur, werd o. a. rapport
uitgebracht door den Staatsraad mr. De Nerée
van Babberich, in zake h9t beroep »an den
Commissaris der Koningin in Zuid-Holland
dd. 16/20 April 11., waarbij aan het bestuur
der bijzondere lagere school in de Brotick-
horststraat te Noordwijk van het kerkbestuur
der parochie van den H. Jeroen een subsidie
over 1894 van 1258.33 is toegekend, terwijl
1379.16 was govraagd. De Commissaris
oordeelde dat nog ruim 16 te veel is toe
gekend, met welke zienswijze Ged. Staten
zich inmiddels vereenigden. De koninklijke
beslissing volgt later.
De Hollandsche IJzeren-SpoorwegMaat-
schappij en de Maatschappij tot Expl. van
Staatsspoorwegen hebben te zamen een offi
ciéél spoorboekje doen samenstellen, dat als
„Het 10-cent8-Nederlandsch-Spoorboekje" in
den handel is.
Door de bij iedere tabel opgegeven aan
sluitingen vindt men in dit boekje bijna alle
denkbare trajecten tusschen Nederlandsche
stations op één bladzijde vermeld, hetgeen
veel zooken uitspaart.
Buitendien kunnen de uitgebreide tarieven
velen van groot gemak zijn.
Het boekje bevat voorts eene zeer duide
lijke en volledige spoorweg en tramkaart van
Nederland en eene spoorwegkaart van een
groot deel van Europa. Hot wordt uitgegeven
door den heer Jacs. G. Robbers, te Amsterdam.
Mon seint uit Igls: Hare Majesteiten
Koningin Wilhelmina en Koningin-Regentes
Emma z(jn gisteren met prinses Elisabeth van
Waldeck en Pyrmont en H. D. gevolg, na een
verblijf van vyf weken in het hotel „Iglerhof
direct van Igls in Tyrol naar het Loo ver
trokken.
Tusschen 15 en 20 Juli worden, in het
„Oranje hotel", te Scheveningen, verwacht de
Erfgroothertog on de Erfgroothertogin van
Baden.
In de heden te Scheveningen te houden
algemeene vergadering van leden der Vrije
Universiteit zal een voorstel worden inge
diend voor het benoemen van oe.ne enquête
commissie, welke een onderzoek in het ge
schil dr. A. Kuyper en jhr. rar. A. F. De
Savornin Lobman zal instellen, opdat aan
de gespannen verhouding der hoogleeraren
een einde worde gemaakt en daardoor de
bloei der Vrfio Universiteit niet worde be
lemmerd.
Door de directie der Nederlandsche Bell
Telephoon-Maatschappü is aan de Kamer van
Koophandel te Amsterdam een schrijven ge
zonden van den volgenden inhoud
„Wü ontvingen uw schrijven, dd. 22 Juni
1895, en hebben de eer u in antwoord daarop
mede te deelen, dat wi) het vertrouwen, jegens
ons in uwe motie uitgesproken, niet zullen
beschamen. De u to.gezonden briefwisseling
met het gemeentebestuur zal u de overtuiging
schenken, dat uteeds het belang eenor onge
stoorde voortzetting van den dienst, totdat
het gemeentenet in zfin geheel zou ger«*»d
zjjn, onzerzijds op den voorgrond is gestelo,
en ook nu nog zal men ons bereid vinden
tot onderhandelingen, waarbij wü met allen
ernst er naar streven zullen, die voortzetting
mogelijk te maken."
In bovenbedoelde motie, welke door de
Kamer van Koophandel in hare Vrijdag-avond
gehouden vergadering bü acclamatie werd
aangenomen, spreekt de Kamer haar ver
trouwen uit, dat: eenerzijds het gemeente
bestuur by zijne onderhandelingen omtrent
eene ttydelyke voorziening van het telephoon-
bedriif doordrongen zal blijken van het groote
belang in deze voor den nandel, anderzüds
ook de Ned. Bell-Telephoon-Maatschappü hare
verplichtingen jegens den handel niet zou uit
het oog verliezen.
Thans is aan de geabonneerden te Amster
dam door de directie der Bell-Telepboon-My. de
circulaire gezonden, die we de vorige week
als aanstaande aankondigden. Daarin wordt
medegedeeld dat do Mij. na 7 September a. s.
op de tot nu toe geldende voorwaarden geeno
nieuwe aansluitingen meer bezorgt en geen
verhuizingen meer zal uitvoeren, terwül zü
met het oog op de onzekerheid, waarin zü
door de handelingen van bet gemeentebestuur
worden gebracht, verplicht is alle verbintenis
sen, ten spoedigste, te doen afloopen, en dus
tü aangetoekend schrüven alle contracten zal
opzeggen; of zü na 7 September a. s. in de
mogelijkheid zal zijn, de exploitatie voort te
zetten, zal afhangen van de maatregelen, door
het gemeentebestuur te nemen, eu van den
afloop van onderhandelingen, die zü hoopt
dat spoedig zullen aanvangen en tot welker
welslagen zij met don meesten ernst wil mede
werken. Op 1 Juli a. s. zal in stede van over
een half jaar abonnement slochts over het
bedrag, verschuldigd over een termijn van 2
maanden en 7 dagen, boschikt worden.
Naar het „Hbl." verneemt, is de histo
rische galerü, die jarenlang de wanden der
kunstzalen van „Axti" te Amsterdam siorde,
en die verleden jaar door het bestuur aan
den kunstkooper Koekoek te Londen voor
ruim 17,000 verkocht werd, thans weder
door bemiddeling van de firma C. F. Roos
voor ongoveer driemaal den kostonden prüs
het eigendom geworden van den heer Tersteeg
c. s., te 's Gravenhage.
De schenker van 100,000 aan de vereeni-
ging „Rembrandt" te Amsterdam tot het
vormen van eene verzameling van moderne
kunst is, naar hetzelfde olad verneemt, de
heer D. Franken, te Vósinet by Parüs.
Worden telken jare van Rykswege de
stoomketels, op de stoombooton in gebruik,
aan een onderzoek onderworpen, naar men
verzekert zal thans aan de Regeering verzocht
worden ook de schepen aan een onderzoek to
onderwerpen. Men acht het gevaar voor een
slecht schip even groot al3 van een slechten
stoomketel.
De Staatscourant van 27 dezer bevat het
programma der lessen, welke gedurende het
jaar 1895 1896 aan de Polytechnische School
zullen gegeven worden.
De cursus vangt aan op Maandag 2 Sept. a. s.
By koninklijk besluit van 24 dezer (mede
opgenomen in de Staatscourant van 27 dezer)
ia. met ingang van 1 Juli a. 8., benoemd tot
hoogleraar aan die school dr. M. W. Beije-
rinck, te Delft.
In de Maandag te Roermond gehouden
vergadering van den Gemeenteraad was o. a.
ingokomen: een schryven van den wethouder
Janssen, aan den Raad, mededeelende dat
door hem, wethouder, persoonlijk een brief ia
gericht aan de Koningin Regentes, waarin hü
aan Hare Majesteit op gepaste en eerbiedige
wfize kennis heeft gegeven van de groote
teleurstelling, die Roermond heeft ondervonden
door het niet-bezoeken dier stad door HH. MM.
tfidens haar verblijf in Limburg, benevens het
antwoord, hierop ontvangen van H M. De
heer De Ranitz schrfift namens de Koningin:
„Het deed Hare Majesteit leed, dat een be
zoek aan de stad Roermond voor ditmaal moest
achterwege blijven.
„Omstandigheden echter, geheel afgescheiden
van de gevoelens, welke Hare Majesteit aan
het bestuur en aan de bevolking van Roer
mond toedraagt, gaven daartoe aanleiding".
Ook werd mede Jeeling gedaan van bet ant
woord van den Commissaris der Koningin in
Limburg.
De heer Michiels deed hierna opmerken,
dat uit dit antwoord van den Commissaris
gebleken is, dat deze zich niet verplicht acht
de reden op te geven, waarom hfi aan Hare
Majesteit het voorgenomen bezoek aan Roer
mond ontried. Er blijft nu dus aan den
Gemeenteraad niets anders over dan zich tot
de Regeering te wenden, want de verdenking,
die thans op Roermond rust, mag niet blijven
bestaan. In de meeste plaatsen is men van
meening, dat Roermond wel wat zeer ernstigs
moet hebben misdreven, dat het op zoo in 't oog
vallende wüze word gestraft: de stad is ge
blameerd en die blaam mag niet op haar blÜveD
rusten. En zoolang niet de juiste oorzaken
bekend zyn, is het ook niet mogolfik zich
van die verdenking te zuiveren. De Commis
saris der Koningin is een regeeringsambtenaar
en als zoodanig is de Regeering verantwoor
delijk voor de daden van haar ambtenaren.
Mitsdien stelde spreker voor, dat de Raad
zich wende tot de Hooge Regeering, ten einde
langs dien wog te mogen vernemen, waarom
Roermond op deze wüze is behandeld. Op
de vraag van den voorzitter wie dit voorstel
ondersteunde, meldden zich de heeren Telders
en Evers aan. Daarna besloot de Raad, dat
het voorstel in de eerstvolgende vergadering
zal worden behandeld.
In de gisteren gehouden vergadering
van den Raad der gemeente Opsterland (Fr.)
begon de voorzitter met de mededeeling, dat
de gemeentekas met 1 Juli niet in staat zal
zün, de traktementen der ambtenaren uit te
betalen. Om stagnatie in die betaling te voor
komen, besloot de Raad eene geldloeuing van
ƒ12,000 te sluiten. Daarna kwam in behan
deling een verzook van het departement
„Gorredük" der Maatschappij tot Nut van het
Algemeen. Dit departement heeft in die plaats
eene bewaarschool gesticht, die zü tot nog
toe in stand houdt met behulp van subsidie
uit de gemeentekas. Deze stichting floreert
echter niet, zoodat het departement thaDS aan
den Raad eene jaarlyksche subsidie van 600
uit ao gemeentekas vraagt. Verschillende
raadsleden oordeelden dat het beter was, de
bewaarschool door de gemeente over te nemen
dan daaraan eene jaarlijksche subsidie van
ƒ500 te verleenen; anderen wenschten onder
zoek. Ten slotte werd het verzoek in handen
gesteld der raadsleden, te Gorredük woon
achtig, ten fine van onderzoek en advies. Een
der leden, de heer De Boer, bracht de solli
citatie van den anarchistischen onderwyzer
Dykstra voor eene tydelyke betrekking ter
sprake. Mr. Van Harioxma thoe Slooten wees
er op, dat D niet in het bozit is van hei
attest van zedelijk gedrag, dat de wet op het
L. O. voor eene sollicitatie eischt. De voor
zitter antwoordde dat het bier eene tüdelüke
betrekking gold, en B. en Ws. geen bezwaar
maakten Dykstra daarvoor te benoemen..,
evenals destüds geschied was m6t den onder-
wüzer Schippers, die ook niet bedoeld attest
kon overleggen.
De gewone audiéntio van den minister
van binnenlandsche zaken za.' op 29 dezer
niet gehouden worden.
Het stoomschip „Bundesrath", van Oost-
Afrika naar Rotterdam en Hamburg, verlak
25 Juni van Napels; de „Prinses Sophie"
vertrok 26 Juni van Batavia naar Amsterdam
de „Prinses Wilhelmina" arriveerde 26 Juni
van Amsterdam te Batavia; do hEdam", van
Nieuw-York naar Amsterdam, passeerde 26
Juni Dover; do „Java"; van Batavia na'-r
Amsterdam, passeerde 26 Juni Perim; «lo
„Lawoe", van Rotterdam naar Java, voltrok
26 Juni van Suez; de „Maasdam" vertrok 26
Juni van Rotterdam naar Nieuw-York; do
„Soenda", van Amsterdam naai Batavia, pas
seerde 26 Juni Gibraltar; de ^Voorwaarts",
van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 27
Juni te Genua.
Bü koninklyk besluit iè benoemd jhr.
C. Röell, met ingang van i Juli a. s. tct
burgemeester van Eemnes.
Met ingang van 1 Juli a. s. aan R. J.
Smyter, op zyn verzoek, eervol ontslag ve
leend als burgemeester van Diepenveen, met
dankbetuiging voor do langdurige diensten, dooi
hem ln die betrekking bewezen.
Mot ingang van 1 Sept. a. e. bonotmd tui
directeur van en leeraar aan de Rdks Hooge: n
burgerschool te Zwolle, C. Honigh, thans
leeraar aan de Ryks landbouwschool te Wage-
ningen, aan wien tevens eervol ontslag is ver
leend uit laatstgenoemde betrekking.
Toestemming verleend aan W. B. Kronen
burg, secretaris der gem. Ambt-Delden, om t?
Stad-Delden te wonen.
Met ingang van 1 Juli 1895, benoemd by de
topograpbische inrichting: tot adj.-commios.
de eerste klerkon A. J. Van Niekerk on C. W J.
Baesjou; tot tweeden klerk, de tydeiyiit
élèves B. C. Van Raamd en M. J. A. Briedt,
allen bü die inrichting.
Benoemd, bü den plaatselyken staf, tot
kapitein, do eerste luit. A. Geel, plaats, adj.
te Amersfoort; bü bet wapen der cav., b(j
den staf van hot wapen, tot majoor, toege
voegd aan den inspecteur der cav., do ritm.
M. R. Hamming, van dien staf, thans adjudant
van genoomden inspecteur; bü het 1ste roj.
huzaren, tot eersten luit., d9 tweede luits.
H. W. K. Vertholen de Salve de Bruneton,
van het corps, en jhr. T. H. Röell, van het
3de reg. huzaren; bü bet 2de reg. huzaren,
tot ritm. de eerste luit. W. H. Peters, van
51)
Toen Ida dien brief gelezen had, was het
haar alsof zü een slag in het aangezicht ont
vangen bad. Was het werkelijk waar, dat
Eduard haar plaats zoo spoedig door een ander
had laten vervangen? Niot, dat zü er een
oogenblik aan gedacht had zelve die plaats
weer te willen herwinnen, maar het was toch
hard, zoo spoedigen zy had hem nog
altyd lief. Daar zat zü aan het venster, dat
uitzicht gaf op het blauwe meer van Genève.
De kabbelende golfjes waren door de stralen
der maan als verzilverd. Een weldadige kalmte
had het geraas van den dag vervangen, doch
het stormde in haar hart.
Niet lang duurde echter die opstand tegen
het noodlot. Zü had immers reeds zoovele
maanden gestreden en de vrucht van dien
strijd bleef nu ook niet uit. Nadat zü in de
eenzaamheid had uitgeweend, werd zü kalmer
en den volgenden dag was zy weer in staat
een tochtje naar het lieflijke Bex te onder
nemen.
Dien dag bracht haar een aardige verras
sing. Wat dat was, zullen wy uit een brief
aan Aline vernemen:
„Lieve Aline!
„Met eenig schuldgevoel bezwaard, zet ik
mi) neder om jo te schrüven. Ik beken dat
het niet hartelijk van my was het niet eerder
te doen, doch er is bier zóóveel afleiding,
dat de dagen en weken letterlijk omvliegen.
Van mama hebt ge zeker het een en ander
uit mijne brieven vernomen. De zuivere, frissche
berglucht heeft my goed versterkt, en ik
maak groote wandelingen en beklim hooge
bergen zond9r vermoeid te worden. Ik behoef
je niet te vertellen dat de natuur hier prachtig
is; ach, als men, op de bergon zynde, door
die eeuwig jonge en schoone schepping om
ringd is; als de helderwitte gletschers door
het zonlicht beschenen worden; dan beschouwt
men zich zoo ver verheven boven al die
nietige aardsche beslommeringen. Onze geest
heft zich op, en het is ons, alsof wy dan
nader zyn by dien God, Die boven lucht en
wolken troont."
„Tot zoover had ik gisteren geschreveD,
toen Christine Smals ge weet uit de brieven
aan mama wel wie dat is mü roepen kwam,
om naar Vevey te gaan. Ik dacht weinig dat
my by myn terugkomst zulk een droevige
tüding wachtte, want, Aline, het spyt my
werkeiyk dat Eduard zich door Constance zoo
heeft laten verblinden, dat bü zyn verder
leven aan haar wijden wil. Hunne karakters
verschillen, dunkt my, te veel; maar mis
schien vergis ik my."
„Vandaag zullen wy met den trein naar
Bex gaan. Dat lieflyk plaatsje ligt in het
Rbónedal, en ik verheug er mü zeer op, de
prachtige omstreken er van te leeren kennen.
De Dationale kleederdracht van de bevolking
beteekent niet veel. De gekleurde photogra-
pbieën zyn de eenige, die ons daarvan op de
hoogte brengen. De mannen zyn byna juist
als by ons te lande gekleed; alleen dragen
zü boeden met breedo randen, om hen tegen
de blakerende zonnestralen te beschutten. Do
vrouwen, die hier in de wijnbergen werken,
hebben vuile wollen kleederen aan en zien
er smerig en vervallen uit. Ik had het my
zoo geheel anders voorgesteld! Zoo ziet ge dat
er ook overal proza aanwezig is, zelfs in een
land, dat, wat natuurschoon betreft, zoo ver
boven andere streken bevoorrecht is."
„Het schynt dat ik verplicht ben dezen
brief in verschillende tempo's te schrüven.
Zooeven werd mü een visitekaartje gebracht,
waarop ik tot myne verbazing den naain van
Willem De Brie las. Natuuilyk sprong ik
dadelyk op, om naar dien vriend myner jeugd
heen te snellen; ik kon mü niet begrijpen,
hoe en waarom by hier is gekomen. O, Aline,
wat was ik biy hem weer te zien I Jo begrüpt
hoeveel wü met elkander over den verleden
tyd gesproken hebben. Als ik tyd heb, schryf
ik hier van avond nog wat by; nu moeten
wy naar den trein."
„Gisteravond is er niets van myn plan ge
komen om mün brief te eindigen, maar nu
wil ik er niet langer mede wachten. O, Aline,
wat is de omgeving van Bex verrukkeiyk
schoon! Wy wandelden naar „leSignal"laDgs
steile slingerpaden, en hadden, daar aange
komen, een prachtig vergezicht Het meer van
Genève, de Wallische Alpen en de laag ge
legen Rhóne vertoonden zich aan odzo blikkeD,
en ik herinner my niet, ooit zoo iets schoons
en verhevens aanschouwd te hebben. Wy
gingen vervolgens naar het „Hótel de Salines,"
in hetwelk honderd zestig slaapkamers zyn.
Aldaar was concert in den tuin; en toen de
avond viel, en de maan, tusschen do bladeren
door, haar zilveren stralen schoot; o, toen
had ik zoo gaarne u allen hier bü mü gehad.
De Avenron baande zich met zulk een geweld
een weg langs hoogten en diepten, dat het
geklater van dien bergstroom dikwyia de
muziek overstemde.
„Ge kunt denken hoe Willem genoot. Hy
deelde my mede dat zyn lust tot reizen hem te
machtig was geworden en dat hy altyd zoo vurig
gewen8cht had Zwitserland to zien. Het treft
dus aardig, dat ik juist hier ben, en wy
hebben nog veel plannen. Waarschijnlijk gaan
wy morgen naar St.-Maurice en de George
de Trient, die beroemde bergkloof. Wy gaan
dan per spoor naar Bex en verder met een
rytujg naar St.-Maurice. Men is veel meer in
de gelegenheid de schoone omgeving op te
merken als men per as gaat, dan dat men
over borgen en dalen, in vliegende vaart in
een spoortrein gezeten, voortholt.
„Alles zal mü later als een droom voor
komen; er zyn oogenblikken, dat ik het ver
leden vergeet, om alleen in het tegenwoordige
te leven; maar die oogenblikken duren slechts
kort, want acb, dan doet de koudo werke
ïykheid mü zoo ruw uit myne droomen ont
waken. Maar nu eindig ik dezen brief. Groet
allen, die naar mü vragen, en geloof ray:
je je harteiyk liefhebb. vriendin Ida."
XXV.
Und hiite doine Zango wohl.
Bald iet ein böaoa Wort geaagt,
O Qott, eo war nicht boa gemokt
Der Andere aber geht und klagt.
O liob', so lang dn lieben kanntt!
O lieb', eo lang du lieben magett
Die Stande kommt, die Stunde komrnt
Wo da an Orabern atehst u-d klagatl
Ferdinand Fbeiliorath.
Hoe helder scheen de zon en hoe betoo-
verend was de aanblik van het gehoele natuur
tafereel, toen Ida in gezelschap van Willom
De Brie, en mevrouw Smals met haro dochter
naar Bex 8toou< om van daar den tocht
naar Saint-Maunce te ondernemen. Do jonge
Rus had zich aangeboden het gezelschap tot
geleide te verstrekken, daar hy reeds meer
malen genoemde plaats bezocht had, en men
had met genoegen van zyn aanbod gebruik
gemaakt. Ida deed haar best alle sombere
gedachten op zyde te zetten, en men had
dan ook wel een pessimist van de ergste
soort moeten zyn, om op dezen dag niets dan
een cynischen glimlach voor al het schoone,
wat er te zien was, over te hebben.
Saint-MauriceWie heeft niet by het
zien der afbeeldingen er van gewenscht, doze
plaats te mogen bezoeken, en tocb, toen Ida
die vesting van rotsen doorreed, en die som
bere gevangenis, uit welker hooge toronramen
hier en daar een afschuweiyk boevengezicht
op de reizigers neerzag, opmerkte, dacht zy
met woomoed aan de contrasten, dio het
leven zoo dikwyis te aanschouwen geeft.
Wordt vervolg