N°. 10337. Dinsdas; 25 JTuni. AM895. feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 24 Juni. De Lustrumfeesten. Peuilleton. IDA DE MAIRE. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. I f 1.10. Franco per post1A0. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTXËN: Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer/" 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Olliciëele Kennisgevingen. De Burgemeester der gemeente Leiden, ge zien art. 52 der Algemeene Politieverordening, dd. 6 November 1879, BEPAALT: dat bi) gelegenheid van bet feest, door de 'Burgerij hot Studentencorps aan te bieden in het gebouw op het park, Dinsdag don 25sten Juni e. k., het aanbrengen per rijtuig van bezoekers aan de GARENMARKT niet anders mag geschieden dan uit do richting van het BTEENSCHUUR, langs de zijde van de Loge, terwijl die rijtuigen zich moeten verwijderen in de richting naar de RAAMSTEGEN, en dat bij het afhalen van bezoekers aan de RAAM- STEEG moet worden gereden uit de richting der DOEZ ASTRA AT naar de GARENMARKT; dat gedurende dien avond, van 7 uren tot na afloop der feestviering, het rijden langs het STEENSCHÜUR tusschen de NIEUW- STEEG en de BREESTRAAT is verboden. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 21 Juni 1895. F. WAS. Door het bestuur van de „Leidsche Zwem- club" werd Zaterdag 11. aan de zweminrichting „Rhynzigt" de gelegenheid gegeven tot het verkrijgen van een diploma als geoefend zwemmer. Hiervoor wordt gevorderd: het gekleed zwemmen van een afstand van 120 M., nl. 90 M. op de borst en 30 M. op den rug. Vijf adspiranten: W. J. Buick, R. J. Leendertz, F. Muller, J. M. OBreen en D. G. Draayer, verwierven het diploma. Het be stuur hoopt dezen zomer nog aan vele zwem mers het diploma te mogen uitreiken. Tot het afleggen van het examen kan men zich aanmelden bij een der leden van het bestuur. Op die wijze meent het-bestuur der „L. Z" het zwemmen niet alleen als sport aan te moedigen, doch tevens het practische nut er van in 't oog te houden. In Leiden begrijpen zelfs vele gegoede ouders nog te weinig, dat zwommen de gezondste en nuttigste sport is, anders zou „Rhynzigt" zeker het dubbele aantal leden van thans tellen. Het bestuur der „L. Z." zal bij eventueele aanvraag ook gaarne aan de Heerenpoort do gelegenheid geven tot het verkrijgen van bovengenoemd diploma. Half Juli hoopt de „Leidsche Zwemclub" een zwemwedstrijd te houden, mits de kas het toelaat, wat tot nog toe niet het geval is. Mochten velen spoedig nog als lid toe treden, om haar in de gelegenheid te stellen de taak, die ze met toewijding op zich ge nomen heeft, te kunnen vervullen. Het lid maatschap bedraagt 1; donateurs z|jn zij, die minstens 2.50 'sjaars bijdragen. Secre taris der „L. Z." is de heer W. Draayer, aan den Zoeterwoudscben Singel. De heer H. Witte hoopt den lsten Oct. a. s. den dag te herdenken, waarop hij voor 40 jaren als hortulanus aan 's Rijks academie- tuin alhier werd aangesteld. Er hebben zich reeds commissies gevormd, om dezen dag niet onopgomerkt te laten voorbijgaan. De groepen van de „Vrijzinnige Kies- vereeniging" zullen a. s. Woensdag-avond ver gaderen ter bespreking van candidaten voor den gemeenteraad, ten gevolge der periodieke aftreding van de heeren L. G. Le Poole, H. C. Juta, dr. W. N. Du Rieu, J. J. Hasseloach, J. A. Van Hamel, P. Zillesen, A. L. De Sturler, P. J. Van Hoeken en dr. E. F. Van Dissel. Lang voordat prins Maurits en de graaf van Mansfeldt Leiden binnentrokken of het Bergen-op-Zoom was, speelde de klokkenist van Leiden het Ontzet van Bergen op 't carillon. Dat heeft dr. Jan Ten Brink bet oude liede- boek van Valerius doen ter hand nemen, en „Merck toch hoe sterck" nog eens overlezen. Plotseling zoo vertelt hij in de Juni-afleve- ring van Elsevier was het hem toen, of hy de stem van Starter hoorde. Is deze dan de dichter van „Merck toch hoe sterck"? De professor gelooft het en geeft deze opinie als een noviteit, di9 bij de lustrum feesten kon dienst doen. Hy beroept zich ten bewijze: lo. op de taal en de eigenaardige wijze van zeggen des dichters, 2o. op het metrum, 3o. op de melodie en 4o. op een levensomstandigheid van Starter; op do volgens den heer Ten Brink wel niet afdoend bewijs bare, maar evidente omstandigheid, dat Starter bi) het ontzet is tegenwoordig geweest. NR. C.) De collecte voor het fonds tot aanmoe diging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden heeft in de ge meente Alkemade de som van ƒ16.15 op gebracht en te Oegstgeest ƒ15.28. Benoemd is tot directeur der Utrecbtsche Waterleiding-Maatschappij de heer P. E. Rijk, thans als ingenieur bij de Maatschappij werk zaam, in plaats van wijlen den heer Meteler- kamp. Van een oud-zeeman is aan de Prins- Hendrik-Stichting te Egraond aan Zee een gift van ƒ2000 ter hand gesteld, ten behoeve zijner minder gelukkige confraters. Men seint aan het „Hbl." uit Berlijn van 23 Juni: Chrisp\jn8 gezelschap heeft heden met groot succes gedebuteerd. De zaal was goed bezet met de élite van het publiek, waaronder autoriteiten op kunstgebied. De Nederlandsche gezant, de hoer Van Tets van Goudriaan, woonde de goheele voorstelling by. Op het tweede noordeiyk Christelyk zangersfeest dat dit jaar den 7den Aug. a. s. op het buitengoed van Baron Van Lynden, te Beetsterzwaag, zal worden gehouden en waar voor zich meer dan 400 zangers hebben aan gemeld, zullen als sprekers optreden: Graaf Van Hogendorp, te 's-Hage, prof. Valeton, to Utrecht, dr. Laan, te Rotterdam, ds. Rooze, te Rotterdam, ds. HeinekeD, te Smilde, ds. Van Paschen, te Meppel, en ds. Slotemaker de Bruine, te Haulerwyk. Door een 160 tal van de notabelste inge zetenen van Harlingen is, in aansluiting aan het onlangs op de R. K. bondsvergadering te Sneek geteekend request, aan H. M. de Koningin-Regentes een verzoekschrift inge diend, waarby de Regeering verzocht wordt met alle haar ten dienste staande middelen de heropening der buitenlandsche grenzen voor het Friesche vee te willen bewerken en in afwachting daarvan maatregelen te nemen, dat geene nieuwe ziektekiemen uit het buitenland worden binnengevoerd. Ook uit Franeker is een geiyk verzoek schrift verzonden. Door de commissie voor het eindexamen van den voorbereidenden cursus tot opleiding van technische ambtenaren by het boschwezen in N.-I., onder voorzitterschap van den inspec teur van het middelbaar onderwas, prof. dr. W. B. J. Van Eyk, is het diploma uitgereikt aan de leerlingen van dien cursus, de heeren H. A. J. M. Beekman, van 's-Gravenbage; C. L. M. Brants, van Raalte; J. J. Duyfjes, van Haarlem; H. J. Van Hasselt, van Zutfen; L. A. G. Hissink, van Kampen; J. C. Van Schouwenburg, van Meester-CornelisF. G. Uhl, van Oranjewoud (gem. Schoterland), en L. B. Van der Hegge Zynen, van 's Gra- venhage. Eenigen hunner zullen worden aangewezen, om van Rykswege in opleiding te worden genomen voor den dienst van het boschwezen op Java en Madura. Do directeur-administrateur en de gérant van het Keizer Karei-Hotel te Nymegen, de heeren Jansen en Jorritsma, ontvingen Zater dag ieder met een zeer waardeerend schry ven van den particulieren secretaris van H. M. de Koningin-Regentes, namens de Koninginnen, een kostbare juweelen dasspeld, als blyk van tevredenheid over haar verolyf in genoemd hotel van 14 tot 20 Mei jl. Genoemde spelden bestaan uit een Gothieken gouden W., met een twintig juweelen ver sierd, gedekt door een koninklijke kroon in mat goud, en zyn vervat in keurige rood lederen étui, waarop het monogram van H. M. de Koningin. Als herinnering aan het bezoek van HH. MM. zullen in het „Keizer Karei Hotel" ter weerszoden van de vestibule de busten der Koninginnen in nissen worden geplaatst, ter- wyi daarboven zullen worden aangebracht marmeren platen met het opschrift: „Ter herinnering aan het verbiyf van H. M. Koningin Wilhelmina en van H. M. de Koningin- Regentes der Nederlanden in dit Hotel van 14 tot 20 Mei 1895." In het ontwerp besluit tot heffing eener provinciale belasting op rywielen in Limburg worden van die belasting vrygesteld1. mili tairen als zoodanig naar de militaire voor schriften tot gebruik van rywielen aange wezen; 2. ambtenaren krachtens hunne instructie; 3. kinderen beneden den leeftyd van 12 jaren, en 4. niet ingezetenen van dit gewest, mits zy daarvan op behoorlyke wyze doen blyken en niet langer dan 14 achter eenvolgende dagen in het gewest verbiyven. De te Assen gehouden inzameling voor de versieringen, illuminaties en feestelykheden ter gelegenheid van het bezoek van HH. MM. de Koninginnen aan die gemeente, heeft opge bracht eene som van ruim 5000. Een dames-comité heeft zich gevormd met het doel, HH. MM. een huldebiyk van Drent- sche vrouwen aan te bieden. Zooals werd medegedeeld, ontving zekere Joh. Vlug, te Loosdrecht, onlangs vanwege H. M. de Koningin eene som van 20 als tegemoetkoming in de kosten van het bouwen eener woning. Door deze hulp en die van de ingezetenen is het doel volkomen bereikt. En dat er te Loosdrecht goedkoop kan ge bouwd worden, is tevens bewezen. Op een stukje gemeentegrond is een huis verrezen, dat er netjes uitziet en kant en klaar zeventig gulden kost. Bouwmeester was de smid Klinkenberg. De zeven kerken der Ned.-Herv. gem op het eiland Tessel zullen voortaan bediend worden door drie predikanten en twee gods dienstonderwijzers. De betrekking van adjunct inspecteur voor het Geneeskundig Staatstoezicht voor Gelder land en Utrecht zal, met ingang van 1 Juli 1895, worden opgeheven; mitsdien zullen alle werkzaamheden, aan dat Staatstoezicht in die provinciën verbonden, met ingang van dien dag zyn opgedragen aan den inspecteur voor het Geneeskundig Staatstoezicht, dr. A. E. Post, ter standplaats Arnhem. Naar het „H. Dagbl." verneemt, zal de tot leger commandant en chef van het Departe ment van Oorlog in Nederl.-Indié benoemde luitenant generaal Vetter zich in Augustus a. s. naar Batavia terugbegeven tot aanvaar ding van zyn ambt. Vóór dien tyd moet bet in het plan van den generaal liggen om bezoeken te brengen aan het Koloniaal Werfdepot te Harderwijk, aan do Koloniale Reserve te Zutfen en te Nymegen en aan het Koninklijk Koloniaal Militair Invalidenhuis te Bronbeek. Het stoomschip „Burgemeester Den Tex", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 22 Juni te Suez; de „Kaiser" vertrok 20 Juni van Durban naar Rotterdam en Hamburg; de „Oengaran", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 21 Juni van Aden; de „Jason" ver trok 20 Juni van Batavia naar Amsterdam. XIV. Op Minerva". (Slot.) Aan onze korte beschryving van de Matinée op „Minerva" hebben wy zoo goed als niets toe te voegen Zyne Hoogheid verscheen even over halfvier in zyn bekend fantasiekostuum, om enkele oogenblikken in dit rustig en ge zellig intérieur te vertoeven. By zyn verscby- nen zoowel als by zyn verdwynen werd hot gewone ceremonieel in acht genomen. Voor den Prins zeiven moet, dunkt ons, een derge- lyk kort, rustig vertoeven eene verademing geweest zyn na al de drukke en drukkende bezigheden, die Hem in deze week op de schouders gelegd worden. Vóór halfvyf ver trok Z. Excellentie weder om krachten te verzamelen voor het groote feest van den avond. Even later was het concert afgeloopen en verspreidde zich uit Minerva's deuren eene schare van gaston, bekooriyker en beziens waardiger dan de sociëteit gewoonlyk pleegt los te laten. XV. Te gast bij Sempreen Pro Palria". Het was warm geweest, drukkend zelfs en de vooruitzichten op een zoelen, heerlyken avond stonden goed. En zoo werd het ver vuld, een prachtige, uitgezochte avond bracht een talryk publiek op hot feestterrein te zamen. Een talryk publiek, ongetwyfeld, maar toch lang zóó talryk niet als Donderdag-avond en godeelteiyk zelfs heel anders. Voor een opmerkzaam beschouwer toch, en uit den aard der zaak is een verslaggever dat, was het duidelyk zichtbaar, dat hier nu eens vele nieuwe bezoekers, of beter gezegd bezoeksters waren, m a. w. er waren vele dames van elders overgekomen, om dit vanouds gerenom meerde bal by te wonen. Daarentegen misten wy velen, die andere middag- of avondpartyeD hadden bygowoond; summa summarum: er was een uitgelezen publiek byeen. Het was een heeriyke avond, een voor- treffelyk slot van een prachtige week. Vele paren en kleine groepjes wandelden langzaam en gezellig pratende het park rond, terwyl de muziek van Bouman het ensemble op luisterde. Die gesprekken der wandelende feestgangers I Wat zou een verslaggever er niet voor over hebben, zoo hier en daar eens te kunnen luisteren, welk een schat van op merkingen, van détails zou hem ter ooren komen, die nu aan zyne aandacht ontsnappen. Gekostumeerden en dames, die alle partyen, en liefst tot het sluitingsuur toe, hebben bygewoond, zien zoo heel anders, zoo veel prettiger, geanimeerder, vrooiyker dan iemand, die, ter wille van het droge baantje van verslag schryven, noodzakeiyk een droog, dor mon8ch moet zyn en blyven. Doch, helaas, zonder verregaande onbescheidenheid is het niet mogeiyk iets op te vangen, een vonk mee te krygen van die warmte, die gloed volle stemming, die alom heerscht, en dus zullen wy maar weer koud en kil vertellen wat onze onverschillige oogen hebben waar genomen, het aan anderen overlatendo er hun genoegen in terug te zien. Het aantal gekostumeerden was zeer groot, nieuwe fantaisie-kostume6 waren er echter niet onder. De tafel, ter receptie van de gasten, was op dezelfde wyze als tot nu toe, op het bordes, opgesteld; dezelfde staatsiefauteuil wachtte op den persoon van Maurits. Gelyk te voorzien was: de verwachting was zeer gespannen om den Prins te zien komen, daar het reeds lang van te voren bekend was geworden dat Z. Exc. ditmaal in zyn tweede fantaisie kostuum zou verschijnen. Verhalen en vragen daaromtrent deden de ronde by de vleet. Lang werd het geduld niet op de proef gesteld, want te tien uren reeds reed de siorlyke karos het terrein op. De Prins werd ditmaal op zeer plechtige wyze ontvangen en nam plaats in den gala zetel. Algemeen was de bewondering en de goedkeuring over het fraaie gewaad. Inder daad, het was vorsteiyk l Een gedoft wambuis van zeer lichtblauw, zwaar satyn, de mouwen en buis overdekt met losse strooken zilver- brocaat. Da zeer korte broek van dezelfde *7) De dochter Tan mevrouw Smale aldus Was haar naam was van haar leeftyd, en daar mevrouw eene zwakke gezondheid had, gingen Ida en Christine Smals veel met elkander uit. De opgewekte lucht en het gebruik van de beroemde Alpenmelk tooverden in weinig tyd de rozen op hare wangen. Zy gevoelde lich flink en sterk en deed, zonder vermoeid te worden, de grootste wandelingen. Haar geliefkoosde uitgaDg was, zich met een boek naar de .Gorge de Chaudrou" te begeven, en daar onder het ruischende bladerendak en bp het klaterend geweld van den snel voortrollenden bergstroom zich in hare studies te verdiepen. Het lieflyke .Clarens" trok haar niet minder aan. Het fraaie kerkhof met de ontelbare monumenten en den heerlyken bloemenschat, die op de graven bloeide, stemde tot weemoed, maar ook tot verheffing van den geest. Als men den blik van die fraaie berg plaatsen onzer ontzielde lichamen naar boven •laat en de oogen naar de reine lucht en bet schitterend sneeuwkleed op de toppen der Alpen wendtals de zonnestralen spelend en dartelend de sneeuw met een zacht rose tint overgieten: ol dan verheft zich onze ziel, •n de woorden van Julius Sturm: Aafwarlsl Flügel gogeben SiDd j. dir .ach, meia Gtist, SchwiDg dich ia heilige Böhen Die aooh kein Adler darchkreiet, komen ons in de gedachte. Onder de logeergasten, die in het „Maison Vago" verbiyf hielden, was een Russische dame, die met haar zoon veel by Ida en hare nicht vertoefde. Hen maakte dikwyis uitstapjes te zamen naar omliggende plaatsen. Eens, toen zy het slot Chillon voorby- stoomden, liet de jonge Rus zich eenige woorden ontvallen, die Ida eenigszins op de hoogte brachten van den socialen toestand in Rusland. Toen Ida hem vroeg of het leven hem beter beviel in den vreemde dan in zyn vaderland, antwoordde hy weemoedig: „Mademoiselle, le Chateau de Chillon fut pour 8es prisonniers, ce que la Ruseie est pour nous." Hp verhaalde daarop, dat hy zeker wist, dat al de door hem geschreven brieven aan de grenzen geopend en gelezen werden; en dat in onze eeuw 1 „Hoe kan een volk zich vry ontwikkelen," vervolgde hy, „als het eeuw in eeuw uit ODder zulk eene despotische regeenng gebukt gaat? Geen wonder, dat wy den naam van barbaren hebben, en dien zullen wy behouden, totdat er eene geheele verandering in het Staatsbestuur zal zyn gekomen." Dit alles werd op somberen toon gezegd en de ernstige oogen van den Rus staarden dreigend voor zich uit. „Dus is u nihilist?" waagde Ida te vragen. ,In geenen deels," was het antwoord, „maar ik ben alleen zeer geavanceerd in myne ideet:nen my dunkt dat ieder, die denkt en voelt, het op dit punt met my eens zal zyn. Tolstoi hoeft het reeds voor de minder met aardsche goederen bedeelden opgenomen, maar zyne stem is tot nu toe als een roepende in de woeetyn beschouwd; en als men berekent dat er ongeveer vyfhonderd personen aan het hof dienst doen, waaronder twee- a driehon derd hofdames en honderd twee en zeventig kamerheeren terwyl het land millioenen schuld heeft, dan kan men zich wel voor stellen dat er van Staatswege niet veel over- biyft om de arme te dekken en te spyzigen. Wie zal eens doortastend optreden? Zal het nihilisme eenmaal als wreker van het onder- drukte volk zyn bloedigen schepter zwaaien Wie zal het zeggen? Doch zoolang er geen verandering in de bestaande toestanden komt, is het waarlyk eene twyfelachtige eer, tot het Russische volk te behooren." Men reed op dat oogenblik het station binnen en het gesprek werd dus afgebroken. De volgende dagen werden er weder allerlei plannen uitgevoerd; de tyd vloog omiedereen amuseerde zich en zelfs de sombere Rus scheen voor bet oogenblik den treurigen toe stand van zyn land ts vergeten. XXIII. And tho burden laid upon me Becmed greater than I conld bear. But now it baa fallen from me, It ie buried in the sea, And only the aorrow of others Throws ite ahadow over me. Lonofellow. „Hiep! hiepl hoezee! daar bea ik nu, myn lief moedertje I" Met deze woorden snelde "Willem De Brie in de armen van zyne moeder. Wat waren deze beide menschen gelukkig! De drie jaren waren om en de dag, waarop zoo lang was gestaard, was aangebroken. Het gelaat van mevrouw De Brie glansde van geluk. Zy kon niet nalaten haar fiinken, door de zon gebruinden zoon telkens aan te zien en te bewonderen. Wat was hy knap geworden; wat stond die donkere snor hem goed! Vol moedertrots vertoonde zy haar zoon aan hare kennissen, en als hare krachten het hadden toegelaten, dan zou zy met hem de geheele stad te voet doorkruist hebbeD, om den geliefden zoon aan bekenden en on bekenden te laten zien. Er kwam veel bezoek en zy waren niet voordat het avond was in de gelegenheid elkander, zonder de aanwezigheid van een derde getuige, te spreken. „Mama," zeide Willem, terwyl hy, behaag- ïyk in een easy chair zittende, een geurig kopje thee dronk, „het verwondert my, dat er van de De Maire's nog niemand hier ge weest is. Telkens als er van middag iemand binnentrad, hoopte ik bet lieve gezichtje van Ida te zien verschynen. „Maar, jongen, ik heb je immers geschreven, dat Ida naar Zwitserland is?" zeide mevrouw De Brie. „Ida naar Zwitserland? Wat moet zy daar uitvoeren?" riep Willem teleurgesteld. „Zy studeert voor haar examen in de Fran- sche taal en hoopt door haar verbiyf in den vreemde zich spoediger er voor te bekwamen." „Ik heb nooit geweten dat Ida zooveel van studeeren hield." „Ja, jongen, er kunnen omstandigheden komen, die maken dat iemand zich een levens doel voor oogen gaat stellen, waaraan men vroeger nooit gedacht heeft." „Maar, moes, ik begryp u nietl Hoe is Ida zoo opeens veranderd? Zy blyft toch niet voorgoed in Zwitserland?" „Weineen, het is slechts tydeiyk, ten minsto dat denk Ik wel. Om je de waarheid te zeg gen, geloof ik dat de praatjes, die men om trent haar uitstrooide, haar danig verveelden. Ik geef haar groot gelyk, want als men het voorwerp van liefdelooze opmerkingen is on men niets kan doen om zich te verdedigen, dan is het wel bet beste, tydeiyk van het tooneel te verdwynen Vindt je ook niet?" „U vergeet dat men door weg te gaan, den laster vry spel laat!" zeide Willem ernstig. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1