N°. 10822. Donderdag O Juni. A". 1895. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. ƒ1.10. Franco per post. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTTÉN: Van 1-6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17£. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor liet incasseoren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Dit nomnier bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. OlUciöolo vinden. I Vergadering Tan den Gemeenteraad Tan Leiden, op Donderdag 6 Juni, dee namiddags ta twee uren. Punten ter behandeling: 1°. Verzoek van Dr. P. L. Rijke, om ontslag als Curator van bet Gymnasium. (145) 2°. BeDoeming van een Curator van het Gymna sium. (145) 8°. Idem van eene tweede onderwijzeres aan de Meiojesechool 2de klasse. (129) 4®. Verzoek van de Koninkl. Ned. Grofsmederij, ter bekomiDg m eigendom van grond aan den Zuidsingel. (125) 5°. Voorstel tot wijziging van de htffiDg van markt- geld wat d« veemarkten betreft. (126) 6*. Verzoek van de Wed H. J. HulshofTSiddrè, om ontslag als lid van het college van Vrouwen- Kraammoeders. (128) 7®. Staat van af ei overschrijving op do begrooting dienst 1895, ad 210. Herstellingen huis Aal markt. (131) 8°. Verzoek van H. W. Hoogeboom, om terugbetaling van hondenbelasting. (132) 9°. Idem van O. Hemmee, om terugbetaling van schoolgeld, lager onderwijs. (133) 10°. Idem als voren van de Wed. C. W, Zeverijn. (134) 11°. Idem van E. J. Do Bruyo, tor bekoming in eigendom van water en grond aan den Rijn bij do Borstolbrug. (136) 12°. Voorstel tot regeling van de Jaarwedde der brugwachters. (136) 13'. Idem tot het verleenen van coae toelage aan den Secretaris van het Collego van Zetters. (137) 14°. Verzoek van het Bestuur der Zondagsschool „Jesaia", om het gebruik van het schoollokaal in de Gortestraat. (138) 15°. Idem van C. M. JurgOLS, om een stoep to leggon voor perceel Rijnstraat N°. 7. (139) 16°. Staat van af- en overschrijving op de bogrooting dienst 1894, van doStedelijko Werkinrichting. (140) 17°. Verzoek van A. Thora, om vrijstelling van schoolgeld, EI. Burgerschool voor Jongens. (141) 18*. Idem van W. Th. L. Schmidt, om terugbetaling van schoolgeld, Kwoekachool voor ondorwyzers en vrijstelling van schoolgeld Hoogere Burger school voor Jongens. (142) 19°. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, diocst 1894, ad 9479. (113) 20°. Rekeniog van de Bank-van-Leouing, over 189 4. (144) 21°. Staat Model A op de bogrooting dienst 1894, ad 422.19°. Tekort op do rakon ng der Bank- van Leeniug. (130) 22®. CoDcept-VerordeniDg op hot bouwen en eloopen. (127) lloogcre Burgerschool voor Meisjes. Burgemeester en Wethouders der gemoonte Leiden brengen ter algomeene kennis cLt de gelegenheid tot inschrijving van loerlingen voor de Hoogere Burgerschool voor Meisjes wordt open gesteld gedurende de maand Juni op eiken Maan dag en V r ij d a g ran 2 tot 4 uren in den namid dag, in het schoolgebouw aan de Garenmarkt, be halve in de week van 17 tot 22 Juni. Burgemeester en Wothoudere voornoemd, Leidon, F. WAS, Bnrgomeestor. 81 Mei 1895. E. KIST, Secretaris. j Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 23 der Verordening van den 14don Ociober 1880 (Gemo-.-nteblad No 10); Brengen ter algemeeDe kennis dat tot hot inechryvon van leerlingen voor do Kweekschool voor Onderwijzers eu Onderwijzeressen alhier, gelegenheid zal wordon gegeven van don 4den tot en met den 15don Jnni e. k, dagelijks (den Zondag uitgezonderd) dos voor middags van halfuegon lot negen nron en op Maan dag, Dinsdag, Donderdag on Vrijdag bovendien van halftwee tot tweo uren des namiddags in het school gebouw van do Kweekschool aan de Oude Vest. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 81 Mei 1895. E. KIST, Secretaris. Leiden, 5 Juni. Door den heer E. J. De Bruyn, wonende Kort-Rapenburg No. 4, is, in verband met de voorgenomen verbouwing van het door hem aangekocht perceel Kort-Rapenburg No. 2, de eigendom aangevraagd van een gedeelte water van den R(Jn langs laatstbedoeld perceel, groot 26 centiaren, en van een strook grond achter perceel No. 4, groot 10 centiaren, thans by hem in gebruik en waarvoor een jaarlyksche recognitie van 2 wordt betaald. Na onderzoek door de Commissie van Fabricage is gebleken dat togen de inwilliging van het verzoek geenerlei bezwaar bestaat en dat eene verandering van den bestaanden toestand in het belang van den welstand te dezer plaatse zeer gewenscht kan worden geacht. Door het Hoogheemraadschap Rynland is bereids vergunning verleend voor het innemen van een gedeelte van den Ryn by de Bor- stelbrug. Er bestaat geen bezwaar tegen de in williging van het verzoek van de wed. H. J. HulshofF, geb. Siddré, om ont.lag uit de be trekking van lid van het college van Vrouwen- Kraammoeders. Op de ranglyst der jongelieden, die in verband met het laatst gehouden examen voor machinist leerling voor eene plaatsing b(j de opleiding (Hellevoetsluis) in aanmerking komen, komt met No. 3 voor: Jan Smit, leerling der openbare jongensschool 2de klasse, alhier. 's Rijks Ethnographisch Museum heeft van den heer De Jong, directeur van de Bank- van-Leening te Leidon, de twee onderstaande voorwerpen ten geschenke ontvangen. Geïn ventariseerd als serie 995 nos. 1 en 2. 1 sirihmandje en een vruchtenmandje, beide uit Nederlandsclilndiö. Aan den schenker is de dank dor Regoering betuigd. SisCl.) Aan den Raad dor gemeente Waddings veen zyn vier adressen aangeboden, ten einde de kermis, die aldaar in Juli wordt gehouden, af te schaffen. Yrydag a. s. zal de gemeenteraad vermoedelyk dienaangaande een beslissing nemen. Eene wyziging is voorgesteld in het reglement voor de Bank-van-Loening te 's Hage, hierop neerkomende, dat in het vervolg ook voorschotten van minder dan 1 zullen kun nen worden verleend en dat met 't oog op de groote waardevermindering der beleenbaro panden. In verband hiermede zou de periodieke herziening der tarieven voortaan om de 5 jaren plaats hebben. De pastoor dor Heilige Laurentius-kerk der Roomsch-Katholieke parochie in den Hout tuin to Rotterdam herdacht Maandag aldaar zyn 25 jarige loopbaan. De pastoor aldaar, de zeereerw. heer J. N. Taverne, ontving op dien dag harteiyko blyken van sympathie. Van verschillende woonhuizen van de leden zijner parochie wapperde ter zyner eere de driekleur. Do jubilaris deed aan de armen zyner parochie eene extra uitdeeling. In de plaats van den heer Frans Coenen is benoemd tot directeur van het Conservato rium en de Muziekschool te Amsterdam de heer Daniël De Lange. De minister van binn. zaken brengt ter algemeene kennis, dat de koninklyke biblio theek te 's-Gravonhage van 10 tot en met 22 dezer voor het publiek zal gesloten zyn. De heeren dr. P. Schuringa, directeur der gemeentelyke H. B.-S. met vyfjarigen cursus te Veendam, dr. R. Sinia, directeur van dergelyko inrichting met driejarigen cursus te Brielle, en R. K. Kuipers, leeraar aan de gemeentelyke H. B.-S. met vyfjarigen cursus en aan 't Gymnasium te Gorkum, als gemach tigden van „de Vereeniging van leeraren aan inrichtingen van middelbaar onderwys", zoo mede dr. H. A. J. Valkema Blouw en dr. C. H. Kindermann, beiden leeraren, eerstge noemde aan 't Gymnasium te Haarlem, laatst genoemde aan dat te Gorkum, als vertegen woordigers van „het Genootschap van leeraren aan Noderlandsche Gymnasia", heb ben zich tot den minister van binnenlandsche zaken gewend met een adres, waarin zy ver- zooken maatregelen te willen beramen, opdat aan de rectoren en leeraren aan do onver plichte gymnasia en aan de directeuren en leeraren aan de gemeentelyke hoogere burger scholen, benevens aan hunne na te laten betrekkingen, en, zoo mogelijk, ook aan de directrices en leeraressen aan de gemeentelyke hoogere burgerscholen voor meisjes, vooruit zicht op pensioen vanwege den Staat verze- zekerd worde, hetzy door een herziening van art. 32 der wet van 2 Mei 1863 en van art. 20 der wet van 28 April 1876, hetzy door aanvulling in de wet van 9 Mei 1890. De minister van marine brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de commissie, welke in dit jaar is belast met het afnemen van het vergelijkend examen tot toelating van jongelingen als adspirant-administrateur by do zeemacht, is samengesteld als volgt: voor zitter de hoofdinspecteur van administratie by de zeemacht W. H. F. Vogel, gedetacheerd by het departement van marine; leden: de heeren F. Duiker, J. M. Keen, K. E. Van Rysinge, J. Schmal, C. Van Swieten en P. J. Teobaal, allen hoofden van gemeentescholen te 's Gravonhage. Op hare reis van Aken naar Innsbruck hebben, zooals reeds werd bericht, HH. MM. de Koninginnen van Zaterdagavond 25 Mei tot Maandag voormiddag d. a. v. te Würzburg vertoefd. De „Würzb. Anzeiger" bericht dat HH. MM. in den loop van den Zondag met belangstelling de bezienswaardigheden van de stad in oogonschouw genomen hebben. Inzon derheid brachten zy een lang bezoek aan het prachtige residentieslot met zyne architecto nische kunstschatten. Dit slot, een van de grootste en schoonste van Europa, boeide zeer hare aandacht, en den 6choonen hoftuin en het uitgestrekte glacis kozen zy mot voorliefde tot wandelplaats. Generaal Vetter gaf Maandagmiddag te 's-Gravenhage een receptie, waarop versche nen verscheidene Indische families en officie ren van het Ind. Leger, aldaar woonachtig. Generaal Vetter had gisteren aan het depar IDA DE RMIRE. in „Nu, kind, ik zou deze vermoedens maar niet vorder vertellen. Ge weet, men zegt zoo P spoedig iets; een ander werkt het verder uit en eindelyk wordt er van een molshoop een berg gemaakt." „Nu, mevrouw," zeide Constance, terwyl I zy opstond, „als u my niot gelooven wilt, I my wèlmaar nu moet ik u verlaten." En nadat zy met een hartelyken handdruk af scheid genomen had, verliet zij het huis. Mevrouw De Brie bleef peinzend voor zich uit staren. Zy had altyd veel van Ida ge houden, en zelfs had zy wel eens er aan Igedacht hoe gelukkig het zou zyn, als Willem «haar, na zyn terugkomst, Ida als haar schoon dochter te gemoet zou voeren, en nu ach, men denkt wel geen geloof te zullen slaan aan de praatjes, ten nadeele van deze of gene uitgestrooid, doch een zaadje van U achterdocht ontkiemt ook in niet vruchtbaren bodem zoo spoedig tot een welige plant. K Zoo ging het ook met mevrouw De Brie. Zy besloot, na lang nadenken, in de brieven aan haar zoon wat minder over Ida te schry ven. VI. O, Menecbenberz, was iet dein Glück Ein ratbselhaft geboruor ünd kaam gegraaat verlorner Unwiederholter Augenblick. LENAU. De zaal ten huize van de familie Van Lee was helder verlicht. Op de tafel in het midden van de kamer stond een blinkend theeservies. Eenige fraai gewerkte en andere fantasie- stoelen stonden om de tafel gerangschikt; het water raasde gezellig in den nieuwzilveren bouilloir, in één woord: aan alios kon men zien dat er bezoek verwacht werd. Constance was voor het theeblad gezeten. Haar gezichtje glom van genoegen by de gedachte hare vriendinnen by zich te ont vangen. Daar klonk de bel; Constance wierp nog even een blik in den spiegel en ging ver volgens naar de deur om de aangekomene te begroeten. Het was Mary Poole en kort daarop trad Aline Spil binnen. „Wel, meisjes," zeide Constance, nadat alle drie zich nedergezet hadden: „het is my een waar genoegen, jelui hedenavond hier te zien. De afstanden hier in de stad zyn zóó groot, dat men elkander soms maanden achtereen misloopt." „Ja," zeide Mary Poole, „ik geloof heuscb, dat ik je niet gezien heb sinds de buitenparty van mevrouw Pato." „Nu, dat is nog niet zoo laDg in verge- lyking met my," zeide Aline Spil; „toen had ik niet eens gelegenheid je te spreken; ik sprak je het laatst op de party by de Udons. Heb je je daar goed geamuseerd?" „Myn hemel, kind!" riep Constance: „dat is al een eeuw geleden; ik weet niet eens meer wie myn soupour was op dat bal." „Nu, dan ben je kort van memorie," zeide Mary Poole; „wie was jouw soupeiir, Aline?" „Ik had er geen," antwoordde het meisje, „maar ik heb my toch best geamuseerd. Ik had het overzicht van de geheele zaal en kon dus alles bedaard opnemen." „Zat je ook in de buurt van Ida De Maire en den jongen Udon?" vroeg Constance. „Ja, waarom vraagt ge dit?" „Wel, omdat ge dan zeker wel hebt opge merkt, dat Ida zoo bespotteiyk met Udon coquetteerde. Ik geloof waariyk, dat zy hand aan hand zaten." „Ik heb alleen gezien, dat Ida er allerliefst uitzag," antwoordde Aline eenvoudig, „en dat Eduard Udon haar het hof maakte." „Och ja, Aline, als gy iets niet zien wilt, dan knypt ge de oogen maar dicht, hè?" zeide Constance scherp. Aline trok de schouders op. De deur werd geopend om Bertha Udon binnen te laten. „Wel, dames, ik bemork dat ik wat laat kom; doch ik zie, dat ik nog niet de laatste ben," zeide Bertha, terwijl zy allen de hand toestak. „Er staan nog twee stoelen onbezet." „Ida De Maire moet nog komen," antwoord de Constance, „maar ga zitten en trek je handschoenen uit." „Dat vind ik prettig; ik wilde gaarne myn kennismaking met juffrouw De Maire voort zetten. Het is zulk een lief meisje." „Ja, Ida heeft byzonder slag om zich aan genaam voor te doen," zeide Constance een weinig spytig. „Ten minste, Eduard was zeer van haar gecharmeerd; maar ik mag niet uit de school klappen," voegde zy er by. „Jammer, dat zy zoo coquet is," zeide Con. tement van koloniën een langdurig onderhoud mot den minister, by wien de generaal zyn opwachting maakte. Blykens by het departement van marine ontvangen berichten, is Hr. Ms. fregat „Joban Willom Friso", onder bevel van den kapitein ter zee H. Quispel, den 2ien deztr van Kaapstad vertrokken, en Hr. Ms. fregat „Van Speyk", onder bevel van den kapitein ter zee L. Backer Overboek, aldaar den volgenden dag aangekomen. Aan boord van beide bodems was alles wel. Ingevolge per telegraaf verstrekte order zal eerstgenoemd fregat de rois voortzetten met bestemming naar Cadix (Spanje). De minister van marine heeft: lo. den luit. ter zee 2de kl. K. Lofvers, uit Oost-Indiö in Nederland teruggekeerd, op non activiteit gesteld; 2o. den adjunct-adm. A. A. Peereboom Voller, dienende aan boord van Hr. Ms. wacht schip to Willemsoord, met 15 dezer op non activiteit gesteld. Het stoomschip „Amsterdam" vertrok 31 Mei van Nieuw-York naar Rotterdamde „Buluwayo", van Amsterdam en Londen naar Kaapstad, vertrok 1 Juni van Dartmouth; de „Admiral", van Hamburg en Amsterdam naar O.-Afrika, vertrok 31 Mei van Lissabonde „Bundesrath", van O. Afrika naar Rotterdam en Hamburg, vertrok 31 Mei van Mozambique; de „Prinses Wilhelmina", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 1 Juni Kaap del Armijde „Prins Alexander", van Batavia naar Amster dam, vertrok 1 Juni vau Aden; de „Conrad", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 1 Juni kaap Roca; de „Gedó" arriveerde 2 Juni van Rotterdam te Batavia; 24 dagen rei8 van Marseille; de „Java" vertrok 3 Juni van Batavia naar Amsterdam; de „Koningin-Regentes" arriveerde 3 Juni van Batavia te Amsterdam de „Maasdam" arriveerde 31 Mei van Rotter dam te Nieuw-York; de „Prins Hendrik", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 2 Juni te Southampton; de „Soembing", van Rotter dam naar Java, vertrok 3 Juni van Perim; de „Sumatra", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 3 Juni te Padang; de „Veendam", van Nieuw-York naar Amsterdam, passeerde 3 Juni Lizard; de „Ardioeno", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 3 Juni van Marseille; de „Prins Maurits" vertrok 1 Juni van Nieuw- York naar West-Indië. By koninkiyk besluit is de heerServaas De Bruin, letterkundige te 's-Gravenhage, bo noemd tot broedor in de orde van den Neder- landschen Leeuw. Met ingang van 1 Sept. a. s. aan H. M. Leopold, op zyn verzoek, eervol ontslag ver leend als leeraar aan de Rijks hoogere burger school te Groningen. Met ingang van 1 Juli a. s. bij den Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten benoemd tot opzichter IJ. P. Loots, te Nymegen. Narklgcldcn op de veemarkten. - By de behandeling van de vraag of en, zoo ja, welko wijzigingen in de inrichting van de veemarkt zouden moeten worden aangebracht, waarby onderschei iene deskun digen en belanghebbenden by de veemarkt door B. en Ws. zyn gehoord, is het hun gebleken dat aan het plaatsgebrek kan wor den tegemoet gekomen door eene betere verdeeling van de veesoorten op de ver schillende plaatsen, voor de veemarkten aan gewezen. Ten gevolge van deze overwegingen is eene wyziging ontworpen van de bestaande be palingen, houdende aanwyzing van de plaatsen, dagen en uren van de verschillende markten en is eene gewyzigde Verordening in de Raadsvergadering van 9 Mei jl. vastgesteld. In de tweede plaats zyn B. en Ws. by de behandeling van deze aangelegenheid meer en meer tot de overtuiging gekomen, dat de belasting voor plaatsen op de veemarkten alhier inderdaad zeer gering is en dat de opbrengst niet in verhouding staat tot de uitgaven, welke ten laste van de gemeente komen en benoodigd zyn in het belang van eene behoorlyke inrichting der markt, welke uitgaven in den regel eer vermeerderen dan verminderen. Het marktgeld bedraagt thans: a. voor 69Q paard of runderbeest ƒ0.10; b. voor een kalf, gemest varken, veulen of ezel ƒ0.05; c. voor een schaap, lam, bok, geit, bigge, ongemest varken of hond ƒ0.026; terwyl in andere gemeenten deze belasting belangryk hooger is. Zoo bedraagt o. a. do belasting voor een rund te Rotterdam 0.30, te Leeuwarden f 0.20 en to Zwolle 0.15. By de verschillende conferentiën, door het college van B. en Ws. met onderscheidene belanghebbenden by de veemarkt en markt- bezoekers gehouden, hebben dezen dan ook eenparig verzekerd dat tegen verhooging van het marktgeld geenerlei bezwaar zoude bestaan en dat eene verhooging van het marktgeld in geenen deele vermindering van den aanvoer van vee op onzo markten ten gevolge zal hebben. Van eene verhooging zullen evenwel in allen gevalle moeten worden uitgesloten de schapen en lammeren en wel op grond, dat krachtens het contract van verpachting van het reinhouden der gemeente, de pachters voor de hokken der schapen 0.40 en voor die der lammeron 0.30 voor elk hok rekening mogen brengen. Naar het B. en Ws. voorkomt, zoude hu tarief als volgt moeten wordon gewyzigd: voor eon paard of runderbeest 0.20. voor een gemest of vet varken f 0.15. voor een vet kalf, veulen of ezel 0.10. voor een nuchter kalf of ongemest var ken ƒ0.05. en voor een schaap, lam, bok, geit, bigge of hond 0.025. By vaststelling van zoodanig tarief kan op eeno verhooging van de opbrengst met ge middeld 3000 per jaar worden gerekend. In de laatste verloopen tien jaren was de opbrengst van de veemarkt als volgt: 1885 ƒ5796.95, 1886 ƒ6388.95, 1887 6329.50, 1888 ƒ6371.05, 1889 ƒ5775, 1890 5817.15, 1891 6150.90, 1892 ƒ5743.70, 1893 6364.65, 1894 ƒ5888.45, te zamen 60626.30; gemid deld per jaar 6062.63. stance. „Ge hadt haar op de buitenparty bij de familie Pato moeten zien!" De deur werd weder geopend en Ida Do Maire trad binnen. Constance ging dadelyk naar haar toe en begroette de nieuwaangekomene recht vrien- deiyk. „Wel, lieve, ik dacht dat ge niet komen zoudt, maar: „les grands seigneurs se font attendre;" ga maar spoedig zitten, dan zal ik je eens een lekker kopje thee inschenken." „Ik moot myne excuses maken," zeide Ida, „dat ik zoo laat kom, doch het is geheel bui ten myn schuld. Juist toen ik hierheen wilde gaan, kwam een arm meisje, wier moeder ik dikwyis bezoek, my halen. De arme vrouw was van de trappen gevallen. Ik ging natuur- ïyk mede en aanschouwde een jammerlyk tooneel. Er was gelukkig al een dokter by do gekwetste, doch er was vry wat te do9n. De arme vrouw moest op bed gebracht wor den en met behulp van een paar buurvrou wen ging het redeiyk goed. Ik heb haar echter beloofd, hedenavond nog eens aaa te komen. Henri zal my dus wat vroeger komen halen." Aline Spil had Constance veelbeteeker.end aangezien, en deze sloeg hare oogen blozend neder. „Nu, Ida," zeide Aline, „ik moet zeggen dat ik je werkeiyk bewonder. Menigeen zou er tegen opzien, om de hutjes der armen te bezoeken." „Och, ik ben het als kind reeds gowoon geweest. Mama heeft my altyd medegenomen als zy armen bezocht, en wy waren reeds zeer jong op Sint-Nicolaas en Oudejaarsavond ge wond, onze gaven zelf te brengen. Ge weet niet welk een genot het is tranen te drogen; alleen het medeiyden, dat men hun betoont, doet reeds goed." „Als ik de philanthropie beoefenen wil," zeide Constance, „dan loopt het altyd zoo ongelukkig af. Verleden jaar, toen het zoo streng koud was, wilde ik ook gaarne een steentje bydragen tot leniging der armoede. Op een morgen kwamen er twee haveloos gekleedo kinderen aan de deur. Ik deed toe vallig zelve open en had diep medelyden met de arme sturaperds, die stonden te rillen en te beven van de koude. Mama gaf my een kwartje en ik voegde er een ryksdaaldor by. Ik vroeg de kinderen naar hun naam en woonplaats. Zy vertelden my dat hun vader altyd ziek was en dat zy nog vier kleine zusjes haddon. De moeder liep met koopwaar by do straat en hun goed stond in do bank van leening. „Hot weonen stond my nader dan het lachen. Nu was de weg my aangewezen om op philanthropisch terrein werkzaam te zyn. Ik verhaalde aan papa wat ik gedaan had; doch in plaats dat hy my prees, zeide by: „Maar, kind, hoe kunt ge nu aan die vreemde monschen zooveel geld geven? Als go nu eerst eens onderzocht hadt wat zy met het kwartje gedaan hadden, dan hadt ge later meer kunnen geven." „Ik was zeer teleurgesteld en zeide dat ik zeker wist, dat zy hun goed zouden in lossen, en pa sprak er niet verder over. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1