N°. 10317.
AU895.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Pit nommcr bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 29 Mei.
Fenilleton.
IDA DE MAIRE.
I*
D01ldei-da<z SO 31ei.
i
LEIDSCH
BAG-BLAD.
Yoor Leiden per 3
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
PRIJS DEZER COURAITT:
maanden.
f 1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÜN":
Yan 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17|. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Eerste Blad.
Officieel© Kenuisgevingen.
Inschrijving Schuilcry.
Bargetneeatc-r eo Wethouders van Leiden herinnerea
bij deze nogniaala den be'aughebbendon (de ge bot enen
in 1 8 7 0 en voor zoover zij zich tuaschentijde iD
de gemeente hebben gevestigd en alhier nog niet
voor do achutterij mochten zijn in^eecbreven, ook
de geborenen in 18 6 1 tot 1 8 6 9) hunne verplich
ting om zich voor don schutterlijken
dienst to doen inachrijveD.
Do gelegenheid bestaat daartoe dagelijks (Zon- en
ÏSfeoatdsgen uilgezonderd) ton Kaadhuize, tusschen
J 1012 tn 24 uren, terwijl op den laten Juni
a a u a t. de registers van inschrijving worden ge
sloten en zij, die zich niet vóór da', ujdetip hebben
doen inschrijven, bij ontdekking, ambtshalve
ingeacb.cven en door den Schuttersraad tot eene
geldboete verwezen zuilen worden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
21 Mei 1895. E. KIST, Secretaria.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Qezien de adn sson vau de Wid. F. N. TAVERNE
en J. J. TAVEBNE, houdende verzoek om vergunning
jjg tot het houdc-n van varkens, respectievelijk in het
fig perceel Narraetraat 14 en Donkersteeg 17;
Gelet op art. 152 der Algemeene Politieverordening
5? van G November 1879;
Broagon ter kennis van belanghebbenden dat op
r Donderdag, den 30ste Mei a. 8-, des voormiddag»
te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zul worden
£77,, gegeven om bezwaren tegen die verzotken in te
brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leidon, F. WAS, Burgemeester.
28 Mei 1895. E. KIST, Secretaris.
's Rijks Ethnographisch Museum ontving
van prof. dr. J. Woest te Berlijn do navolgende
voorwerpen ten geschenke. Geïnventariseerd
als serie 980 No. 1 3: Een ijzeren en twee
koperen geluidgevende kogels uit China.
Aan den schenker is de dank der Regeering
betuigd.
Omtrent de plechtige officiëelo ontvangst
van generaal Vetter in de residentie kan het
vo'gende worden medegedeeld.
Te 1 uur 23 min. komt de generaal aan
het Holl. Spoorstation aldaar aan uit Brussel,
op het gewone perron, waarvan een gedeelte
afgesloten zal zijn, terwijl eenige wachtkamers
voor de ontvangst worden gtreserveerd.
In een der wachtkamers zal de generaal
in de allereerste plaats worden verwelkomd
namens do Regeering, die öf door allo ministers
öf door eene commissie van ministers zal
vertegenwoordigd zijn, en zal hem tevreden
heid worden betuigd over den luisterrijken
afloop van de onder zijne leiding volbrachte
expeditie.
Daarna zal de held van Lombok worden
verwelkomd en gecomplimenteerd door een
commissie uit de Natie, by monde van een
der hooggeplaatste personen die deel uitmaakt
van deze Commissie, gevormd uit de groot
officieren van Hr. Ms. Huis, den vice president
van den Raad van State, de voorzitters van
hooge Staats- en rechterlijke colleges, de
inspecteurs van leger en vloot, alle in Den
Haag aanwezige oud-gouverneurs generaal van
Nederlandsch-Indië, oud-vice presidenten van
den Raad van Indiö en oud-legercommandanten
in Indië, de ministers van Staat, den Com
missaris der Koningin in deze provincie, den
burgemeester der residentie en den militairen
gouverneur van de Hofstad.
Hierop zal generaal Vetter do eere-wijn
worden aangeboden.
De Koninklijke Militaire Kapel zal de plech
tigheid door het spelen van Volksliederen
opluisteren.
Wanneer de ontvangst in de wachtsalons
is afgeloopen, wordt de generaal naar een
gereedstaand openrijtuig geleid, dat hem naar
hat „Hotel den Ouden Doelen" zal voeren.
Ongetwijfeld zullen c)e bewoners van de
nabfi het station gelegen straten ter eere van
den generaal de nationale driekleur ontplooien,
terwfil het te verwachten is dat een groote
volksmenigte bfi de aankomst zal tegenwoor
dig zfin.
De Tweede Kamer heeft gistermiddag
ora halfdrie de werkzaamheden hervat. Mede-
deeling werd gedaan van de ingekomen wets
ontwerpen en daarna werden de afdeelingen
samengesteld.
Door de afdeelingen zfin gekozen tot voor
zitters de heeren A. Mackay, Van Delden,
Veegens, Tak van Poortvliet en Mees en tot
ondervoorzitters de heeren Mutsaers, Guyot,
Kerdyk, Rutgers en Goekoop.
Tegen heden werden aan de orde ter be
handeling in de afdeelingen gesteld de vroeger
gemelde wetsontwerpen, terwijl tegen Vrijdag
11 uren voor openbare behandeling is aan
gewezen de motie Tydeman over de telephoon
en de verdere zaken die bereids zfin aan
gekondigd, o. a. de pensioenwetten, kanton
gerecht te Rotterdam, de militaire pensioen
wetten, het voorstel-Lohman, enz.
De heer Smidt vroeg verlof een paar vragen
tot den minister van buitenlandsche zaken
te richten naar aanleiding van de entering
op 2S April van het koopvaardijschip „Anna"
aan de Noordkust van Afrika door onderdanen
van den sultan van Marokko. Het verlof
daartoe werd verleend; de interpellatie zal
gehouden worden op een nader te bepalen dag.
De zitting werd verdaagd tot Vrfidag te
elf uren.
- In de gisteren te Rotterdam gehouden
algemeene vergadering der Remonstrantsche
Broederschap deelde de voorzitter, ds. K. F.
L. Horst, van Lochem, mede, dat de Broe
derschap thans geen enkele vacature meer
heeft. In Den Haag zal men weldra gereed
zjjn met de nieuwe kerk. Rotterdam vordert
al met zijne plannen van kerkbouw, Delft
gaat bouwen, Amersfoort uitbreiden.
De Amsterdamscho gemeente deelde mede
dat zij twee legaten had ontvangen: één van
f 1000 afkomstig niet van een lid, maar van
een vriend der gemeente, en een tweede groot
f 200,000. In hoofdzaak zal deze som worden
besteed voor het bouwen van een hofje voor
Protestantsche vrouwen, waarvan het bestuur
aan den Remonstrantschen kerkeraad zal zjjn
opgedragen.
De Rotterdamsche gemeente stelde een
fraai portret van wfilen dr. Hcoykaas ten toon,
door eenige vereerders geschonken.
Gekozen werd tot voorzitter voor de alge
mene vergadering van het volgend jaar dr.
H. Y. Groenewegen, tot lid van de sociéteits-
commissie prof. dr. C. P. Tiele, tot curator dr.
J. A. Beyerman, tot vice-voorzitter dr. P. H.
Ritter en tot secretarissen ds. v. Oord en ds.
Terwogt.
Na behandeling van een reeks huishoudelijke
en finantiëele aangelegenheden werd een kre
diet aangenomen tot het ordenen van het
archief der Broederschap, dat bij de gemeente
van Amsterdam berust.
Besloten werd de bioaraphische naamlijst
van professoren en predikanten der Broeder
schap, in handschrift van wijlen prof. Tideman
aanwezig en sedert bijgewerkt, te plaatsen
in de Universiteitsbibliotheek te Leiden.
De heer Lotsy, betaalmeester te Am
sterdam, zal, volgens de „Haagsche CrL,"
worden benoemd tot betaalmeester te 's-Gra-
venhage, en de heer Paehlig, thans te
Leeuwarden, tot betaalmeester te Amsterdam.
Do „Nieuwe Koerier" laat zich door de
tegenspraak van den Haagschen correspondent
van het „N. v. d. D." van het bericht der
naamsverandering van den Commissaris der
Koningin in Limburg niet uit het veld slaan.
Eerstgenoemd blad zegt met zekerheid te
kunnen melden, „dat door jhr. Ruys van
Beerenbroek verzocht is, om zfin naam te
mogen schrijven Ruys de Beerenbrouck, en
dat dit verzoek werd toegestaan.
„Wel is tot heden nog niet geschied, wat
men bij gelegenheid van het bezoek der
Koninginnen verwachtte en door ons inder
tijd onder voorbehoud werd meegedeeld, dat
jhr. Ruys de Beerenbrouck tot baron zou
verheven worden."
Bfi de gisteren te 's-Gravenbage gehouden
herstemming voor de verkiezing van nog
tweo leden der Provinciale Staten werden
ingeleverd 3458 biljetten, zijnde 674 meer
dan op 14 dezer, toen er 2784 van de 8805
kiezers opkwameD.
Door den Commissaris der Koningin in
Limburg is do volgende aanschrijving gericht
tot de gemeentebesturen in Limburg:
Het heeft HH. MM. der Koningin en der
Koningin Regentes behaagd bij herhaling
Hoogstderzelver groote ingenomenheid te be
tuigen met de buitengewoon hartelijke en
schitterende wijze, waarop Hare Majesteiten
overal door de Limburgsche bevolking zjjn
ontvangen gedurende Hoogstderzelver bezoek
aan deze provincie.
HH. MM. waren diep getroffen door de
menigvuldige en ondubbelzinnige bewfizen van
liefde en trouw, waarmede Boogstdezelven
overal werden begroet en waardoor de aan
hankelijkheid van de Limburgsche bevolking
aan het Huis van Oranje ten duidelijkste aan
het licht kwam.
HH. MM. verklaarden dat de dagen, in
Liraburg doorgebracht, steeds de aangenaamste
herinnering bij Hoogstdezelven zullen achter
laten, en verzochten mij aan allen, zoowel
autoriteiten als vereenigingen en ingezetenen,
Hoogstderzelver innigen dank over te brengen.
My volgaarne van die taak kwijtende, beb
ik de eer u te verzoeken aan deze aanschrij
ving door aanplakking in uwe gemeente de
meest mogelijke openbaarheid te verzekeren.
Te 's-Hertogenbosch is op 59-jarigen
leeftijd overleden de heer F. A. R. Woltering,
sedert de oprichting der burgeravondschool
aldaar hoofd dier instelling. Ook was de heer
Woltering leeraar aan de rijkskweekschool te
's-Hertogenbosch totdat die school naar Nij
megen werd overgeplaatst. Als schrijver van
werken op rekenkundig gebied had de heer
Woltering naam verworven.
De minister van binnenlandsche zaken,
gezien het kon. besluit van 17 Mei, tot be
noeming der commissie, in 1895 belast met
het afnemen van het staatsexamen, bedoeld
in art. 12 der wet van 28 April 1876 (Stsbl.
102), heeft goedgevonden te bepalen dat dit
examen zal worden afgenomen te 's-Graven-
hage op 15, 16, 17, 18, 19, 20, 22, 23, 24,
25, 26, 27, 29, 30, 31 Juli, 1, 2, 3, 5, 6, 7,
8, 9, 10, 12, 13, 14 en 15 Augustus a. s.
Het stoomschip „Admiral", van Hamburg
en Amsterdam naar Oost-Afrika, passeerde
26 Mei Dover; de Ardjoeno", van Batavia naar
Rotterdam, arriveerde 28 Mei te Suez; de
„Gelderland", van Rotterdam naar Java, pas
seerde 28 Mei Ouessant; de „Prinses Wilhel-
mina", van Amsterdam naar Batavia, arri
veerde 28 Mei te Genua; de „Spaarndam",
van Nieuw York naar Rotterdam, passeerde
28 Mei Prawlepoint; de „Zaandam", van
Nieuw-York naar Amsterdam, is 28 Mei Lizard
gepasseerd.
Roermond en de Commissaris der
Koningin in Limburg.
De Raad der gemeente Roermond heeft in
zijne Maandag gehouden openbare vergade
ring met algemeene stemmen besloten, het
navolgend sehrfiven te richten aan den Com
missaris der Koningin in Limburg:
„Was het voor de gemeente Roermond
eene groote teleurstelling, dat Hare Majes
teiten de Koningin en de Koningin-Regentes,
by Hoogstderzelver bezoek aan Limburg,
aan de bevolking der gemeente de gelegenheid
niet schonken, om door eene luisterrijke,
feestelijke ontvangst biyk to geven van de
gevoelens van gehechtheid en liefde, welke
die bevolking voor het Huis van Oranje en,
in de hoogste mate, voor Hare Majesteiten,
onze geliefde en geëerbiedigde Koüinginxen,
koestert, grievend was voor Roermond de
gedachte, dat Hare Majesteit de Koningin-
Regentes, zwichtende voor ernstige adviezen
en overwegingen yan U HoogEdelGestrenge,
had moeten besluiten, aan Roermond de eer
van een bezoek te onthouden.
Roermond toch, de hoofdplaats van het
arrondissement, de zetel van den bisschop en
van het kathedraal kapittel, alzoo in kerke
lyken zin de hoofdplaats der provincie; Roer
mond, de plaats, waar de Maria Munster-kerk,
stichting van een hertog van Nassau, door
de mildheid van ons vorstenhuis, van land
en van provincie prykt, als een monument
van bouwkunst, eenig in zfin soort; Roer
mond, waar in 1842 onze geëerbiedigde en
geliefde heldenkoning Willem II met den
meesten luister werd ingehaald, waarbfi, als
bewfis van onderdanige gehechtheid, de bur
gera hun koning in diens koets door de ge
meente in triomf voorttrokken; Roermond,
aan wiens gemeenteraad U nog by het offi
ciéél bezoek in April 1894 mededeelde, dat
Hare Majesteiten wellicht binnenkort in Lim
burg zouden komen, en Roermond de eer zóu
kunnen hebben, Hare Majesteiten te mogen
ontvangen; Roermond meende, met dit alles
voor oogen, zich niet fidel te vleien met de
hoop dat aan zfine vurige verwachting zou
worden voldaan, toen de mare werd verspreid,
dat in de maand Mei van dit jaar de reis
naar Limburg door Hare Majesteiten zou
worden ondernomen.
Hoe verpletterend de tfiding, dat Roermond
in het Koninklfik reisplan niet was opge
nomen, ook voor ons nationaal gevoel was,
toch besloot de gemeenteraad, zich eerbiedig
en onderdanig neer te leggen bfi de beslissing,
door Hare Majesteit de Koningin-Regentes
genomen.
De Raad deed dit, dewfil, naast de oorzaak
van het voorbygaan van onze stad, tevens
de verzekering werd gedaan, dat aan die
beslissing van Hare Majesteit overigens geene
andere beteekenis kon worden gegeven.
Het zal U niet bevreemden, dat onze ge
meente en de geheele bevolking van Roermond
er hoogen prys op zouden stellen, te mogen
vernemen, welke overwegingen U aanleiding
kunnen gegeven hebben, om onze gemeente
eene zoo zware beproeving te berokkenen en
daardoor tegelykertyd aan een groot gedeelte
van de bevolking dor provincie de gelegenheid
te ontnemen, om door het aanschouwen en
leeren kennen van onze beminde Vorstinnen,
zoo mogelyk, de liefde tot en de gehechtheid
aan de telgen van het Huis van Oranje nog
te vermeerderen.
Onbewust, dat Roermonds ingezetenen, zelfs
in de geringste mate, aanleiding konden geven
tot Uwe bovenbedoelde adviezen en overwe
gingen, en vertrouwende, dat die adviezen en
overwegingen in geene handelingen noch van
Roermonds burgers, noch van onzen Raad
grond kunnen vinden, acht önze gemeenteraad,
betreurende de droevige gevolgen, welke Roer
monds bevolking door de adviezen, door U
uitgebracht, moest ondervinden, zich ge
drongen, U HoogEdelgestrenge beleefdelijk te
verzoeken, den Raad wel te willen mededeelen,
welke de motieven waren, die U deden be
sluiten, om aan Hare Majesteit de Koningin-
Regentes oen bezoek aan Roermond te ont
raden."
Gemengd Nieuws.
Dezer dagen doet zich in het
Oudemannen- en Vrouwenhuis alhier het
zeldzame geval voor, dat een paar oudjes in ge
noemd gesticht zestig jaren met elkander door
den echt zfin verbonden. Te dier gelegenheid
is een der mannenzalen toepasselijk versierd,
waarvan de kosten worden gedragen door
heeren regenten. Ook een extra maal zal den
oudjes Ier eere van den bruid en de bruidegom
worden toegediend, terwfil men dien avond
tevens bruiloft; zal vieren I Wfi wenschen allen
een smakelfik eten en een vroolfiken avond toe.
„Spot maar, Hugo; ik zal te midden van
die prozaïsche handelsartikelen mfine liefde
liederen uitgalmen."
„Arme jongen, wat zullen de andere be
dienden je uitlachen," zeide Blunt op min
achtenden toon; „maar," vervolgde hy, „heeft
zfi geld?"
„Denk je dan, dat ik daaraan donk?" zeide
Udon verontwaardigd.
„Ha, heb je daar niet aan gedacht? Nu,
beste vriend, ik ben zeer benieuwd het meisje
te ontmoeten, dat je opeens betooverd heeft.
Maar, pas op; als zfi wezenlyk zoo bekoorlijk
is als jo haar schfint te vinden, dan kon ik
wel eens onder je duiven schieten, en je weet,
Hugo Blunt is bekend voor zfin succes by de
dames."
„Maak me niet boos, Hugo," zeide Udon;
„denk je dat je zóó onweerstaanbaar bent,
om het „veni, vidi, vici" bfi iedereen in toe
passing te brengen? Je kondt wel eens leelfik
hot hoofd stooten."
„Nous verrons," mompelde Blunt, „wfi zul
len eens zien. Coquette meisjes laten zich
gaarne het hof makeD, en als Ida De Maire
zoo mooi is als gy zegt, dan zal zfi zeker
coquet zfin. Maar kom, ik ga verder, ga je
raoo, of wilt ge liever naar huis gaan, om
op ja kamor te droomen van de Venus, die
je hart schfint gestolen te hebben?"
Eduard antwoordde niet; bfi was ontstemd
door Hugo's woorden. Hfi reikte Blunt zwij
gend de hand en begaf zich huiswaarts.
Hugo zag hem hoofdschuddend na. Hfi was
door de bekentenis van Udon zeer onaan
genaam getroffen. Een fraai gesmeed plan
viel in duigen.
Hy had zich voorgesteld Eduards Mentor
te worden. Wel is waar zou deze nog eon
jaar te Frankfort moeten blfiven, doch dan
zou hfi zeker voorgoed thuiskomen, eD daar
de familie Udon zeer gefortuneerd was, kwam
Blunt zulk een rfike vriend uitmuntend te
pas. Nu Eduard echter op juffrouw De Maire
gecharmeerd was en zich misschien spoedig
engageeren zou, wilde hfi van zfin kant alle
pogingen in het werk stellen om dit plan te
verhinderen. Op welke wfize dit zou geschie
den, was hem nog Diet recht duidelfik, doch
hfi zou er wel iets op weten to vinden.
De dag, waarop het bal ten huize van de
familie Udon plaats zou hebben, brak aan.
Ida verheugde zich zeer in het vooruitzicht
er van.
Zy had Eduard Udon verscheidene malen
zien passeeren en verwonderde zich dan tel
kens over het luide kloppen van haar hart.
Toen zfi de balzaal betrad, kwam Eduard
haar te gemoet. Hfi vulde haar balkaartje
voor het souper en nog een paar andere
dansen in.
Daar Udon als gastheer verplicht was de
andere dames naar binnen te geleiden, was
het hem onmogelfik zich lang met Ida te
onderhouden.
Hugo Blunt liet zich voorstellen, doch daar
zfi bfi zfine komst geen enkelen dans meer
open had, moest hfi zich met een extra ver
genoegen. Hfi vroeg echter permissie een
toertje met haar to mogen doen.
Hoewel hfi zfin beat deed, zich zoo aan
genaam mogelfik voor te doen, maakte hfi
op Ida een onaangenamen indruk.
Het is wonderlfik dat sympathie en anti
pathie meestentijds bfi den eersten aanblik
gevoeld worden. Hoe menigmaal kwam het
in later dagen Ida in de gedachte, welk eene
onaangename gewaarwording zij ondervond,
toen zfi voor de eerste maal den blik van
Hugo Blunt op zich gevestigd zag.
Nu dacht zfi echter niet lang daarover na;
toen de polonaise een aanvang nam en zfi
aan den arm van Eduard voortstapte, was
zfi alles vergeten, om alleen aan het genot
van het oogenblik to denken.
Toen Ida en Udon, na afloop der polonaise,
met elkander de zaal doorwandelden, zeide
de laatste:
„Hebt go uw balkaartje reeds gevuld?"
„Ja, wilt ge het eens inzien?" vroeg Ida.
„Gaarne," was het antwoord, terwfil zfi
het boekje overreikte.
Nadat hfi even naar de verschillende namen,
er in opgeteekend, gezien had, zeide hfi
„Mfin vriend Blunt komt er treurig af. Een
vierde extra!.... Hoe vindt ge hem?"
„Och, ik kan er nog niet over oordeelen,
want ik ken hem zoo weinig," zeide Ida op
onverschilligen toon.
Eduard wilde gaame dat Hugo een aan ge-
namen indruk van zfine uitverkorene ontvangen
zou. Hij zoido daarom een w.inig onhandig:
„Hfi schfint niet erg in uw smaak gevallen
te zfin, en het zou mfi spfiten, als u soms
eene ongunstige opinie over hem zoudt hebben.
Het is wezenlijk een beste vent."
Ida beet zich op de lippen, terwfil zy er
aan dacht, welk een contrast er bestond tus
schen het open, frisch gelaat van Udon en
die valsche, gluiperige oogen van Hugo; die
oogen, welke steeds iets trachtten te ver
bergen en waaruit zulk een onaangenaam
licht straalde.
De moeite om te antwoorden werd haar
bespaard, daar zfi door een jongmensch voor
den volgenden dans word afgehaald.
Eduard spoedde zich naar Blunt, die, tegen
den muur geleund, het paartje geen oogen
blik uit het oog verloren had.
„Wel, beste vriend, hoe vindt ge haar?"
zeide hy vroolfik. „Is het geen snoesje?"
Hugo bleef somber voor zich uitstaren en
zeide
„Gfi zfit een geluksvogel, dat ge zonder
moeite dit mooie kopje veroverd hebt; doch
ze lfikt mfi wel wat coquet."
„Coquet! hoe komt ge daartoe?.... En
ge hebt het ook mis met de veronderstelling,
dat ik haar reeds veroverd heb, want zoo
ver is het nog niet; ik hoop het echter vóór
mfin vertrek nog in orde met haar te brengen
doch dan komt dat ellendige jaar in Frank
fort; hoe komt het om?"
„O, juffrouw De Mairè zal zich wel troosten,
en wat jou betreft, je weet er alles van;
een jongmensch met den zak vol geld behoeft
zich nooit te vervelen."
„Ge zfit hedenavond niet erg beleefd;
waarom ga je niet dansen?" zeide Udon;
„je staat te kfiken als een doodgraver; ga
maar spoedig een aardig meisje ten <h\ne
vragen; ik moet ook naar de dame, die ik
voor do wals geëngageerd heb; tot straks duel"
Hfi ging daarop heen en Blunt staarde
hem korzelig na; in plaats van aan Eduards
verzoek te voldoen en een der meisjes, die
nog geen cavalier voor de wals had, te gaau
vragen, bleef hfi met ontevreden blikken voor
zich uit staren.
Toen de wals een poosje geduurd had,
ging hjj naar Ida en vroeg haar en haren
cavalier verlof een toertje met hom te willen
doen. Zij durfde niet weigeren, hoewel zfi dit
gaarne gedaan zou hebbendoch toon zfi
slechts even met hem rondgowal&t had, voelde
zfi zich opeen3 wat duizelig en stelde daarom
aan Blunt voor, liever in de frissche luch!-
wat roDd te wandelen.
Achter het huis van de familie Udon was
een fraaie tuin, die ter eere van 't feest ;i giorno
verlicht was.
Daarheen richtten zy hunne schreden; het
was een prachtige zomeravond, een zacht
koeltje streek langs Ida's verhitte slapen en
herstelde haar geheel van bare duizeligheid.
„Ik denk dat Udon hier ook wel wilde
wandelen," zeide hfi, „doch zfine dame schfint
liever te dansen,"
Toen Ida hierop niets antwoordde, ver
volgde hfi:
Wordt vervolgd.)