N°. 10317. AU895. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Pit nommcr bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 29 Mei. Fenilleton. IDA DE MAIRE. I* D01ldei-da<z SO 31ei. i LEIDSCH BAG-BLAD. Yoor Leiden per 3 Franco per post Afzonderlijke Nommers PRIJS DEZER COURAITT: maanden. f 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIÜN": Yan 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17|. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad. Officieel© Kenuisgevingen. Inschrijving Schuilcry. Bargetneeatc-r eo Wethouders van Leiden herinnerea bij deze nogniaala den be'aughebbendon (de ge bot enen in 1 8 7 0 en voor zoover zij zich tuaschentijde iD de gemeente hebben gevestigd en alhier nog niet voor do achutterij mochten zijn in^eecbreven, ook de geborenen in 18 6 1 tot 1 8 6 9) hunne verplich ting om zich voor don schutterlijken dienst to doen inachrijveD. Do gelegenheid bestaat daartoe dagelijks (Zon- en ÏSfeoatdsgen uilgezonderd) ton Kaadhuize, tusschen J 1012 tn 24 uren, terwijl op den laten Juni a a u a t. de registers van inschrijving worden ge sloten en zij, die zich niet vóór da', ujdetip hebben doen inschrijven, bij ontdekking, ambtshalve ingeacb.cven en door den Schuttersraad tot eene geldboete verwezen zuilen worden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 21 Mei 1895. E. KIST, Secretaria. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Qezien de adn sson vau de Wid. F. N. TAVERNE en J. J. TAVEBNE, houdende verzoek om vergunning jjg tot het houdc-n van varkens, respectievelijk in het fig perceel Narraetraat 14 en Donkersteeg 17; Gelet op art. 152 der Algemeene Politieverordening 5? van G November 1879; Broagon ter kennis van belanghebbenden dat op r Donderdag, den 30ste Mei a. 8-, des voormiddag» te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zul worden £77,, gegeven om bezwaren tegen die verzotken in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leidon, F. WAS, Burgemeester. 28 Mei 1895. E. KIST, Secretaris. 's Rijks Ethnographisch Museum ontving van prof. dr. J. Woest te Berlijn do navolgende voorwerpen ten geschenke. Geïnventariseerd als serie 980 No. 1 3: Een ijzeren en twee koperen geluidgevende kogels uit China. Aan den schenker is de dank der Regeering betuigd. Omtrent de plechtige officiëelo ontvangst van generaal Vetter in de residentie kan het vo'gende worden medegedeeld. Te 1 uur 23 min. komt de generaal aan het Holl. Spoorstation aldaar aan uit Brussel, op het gewone perron, waarvan een gedeelte afgesloten zal zijn, terwijl eenige wachtkamers voor de ontvangst worden gtreserveerd. In een der wachtkamers zal de generaal in de allereerste plaats worden verwelkomd namens do Regeering, die öf door allo ministers öf door eene commissie van ministers zal vertegenwoordigd zijn, en zal hem tevreden heid worden betuigd over den luisterrijken afloop van de onder zijne leiding volbrachte expeditie. Daarna zal de held van Lombok worden verwelkomd en gecomplimenteerd door een commissie uit de Natie, by monde van een der hooggeplaatste personen die deel uitmaakt van deze Commissie, gevormd uit de groot officieren van Hr. Ms. Huis, den vice president van den Raad van State, de voorzitters van hooge Staats- en rechterlijke colleges, de inspecteurs van leger en vloot, alle in Den Haag aanwezige oud-gouverneurs generaal van Nederlandsch-Indië, oud-vice presidenten van den Raad van Indiö en oud-legercommandanten in Indië, de ministers van Staat, den Com missaris der Koningin in deze provincie, den burgemeester der residentie en den militairen gouverneur van de Hofstad. Hierop zal generaal Vetter do eere-wijn worden aangeboden. De Koninklijke Militaire Kapel zal de plech tigheid door het spelen van Volksliederen opluisteren. Wanneer de ontvangst in de wachtsalons is afgeloopen, wordt de generaal naar een gereedstaand openrijtuig geleid, dat hem naar hat „Hotel den Ouden Doelen" zal voeren. Ongetwijfeld zullen c)e bewoners van de nabfi het station gelegen straten ter eere van den generaal de nationale driekleur ontplooien, terwfil het te verwachten is dat een groote volksmenigte bfi de aankomst zal tegenwoor dig zfin. De Tweede Kamer heeft gistermiddag ora halfdrie de werkzaamheden hervat. Mede- deeling werd gedaan van de ingekomen wets ontwerpen en daarna werden de afdeelingen samengesteld. Door de afdeelingen zfin gekozen tot voor zitters de heeren A. Mackay, Van Delden, Veegens, Tak van Poortvliet en Mees en tot ondervoorzitters de heeren Mutsaers, Guyot, Kerdyk, Rutgers en Goekoop. Tegen heden werden aan de orde ter be handeling in de afdeelingen gesteld de vroeger gemelde wetsontwerpen, terwijl tegen Vrijdag 11 uren voor openbare behandeling is aan gewezen de motie Tydeman over de telephoon en de verdere zaken die bereids zfin aan gekondigd, o. a. de pensioenwetten, kanton gerecht te Rotterdam, de militaire pensioen wetten, het voorstel-Lohman, enz. De heer Smidt vroeg verlof een paar vragen tot den minister van buitenlandsche zaken te richten naar aanleiding van de entering op 2S April van het koopvaardijschip „Anna" aan de Noordkust van Afrika door onderdanen van den sultan van Marokko. Het verlof daartoe werd verleend; de interpellatie zal gehouden worden op een nader te bepalen dag. De zitting werd verdaagd tot Vrfidag te elf uren. - In de gisteren te Rotterdam gehouden algemeene vergadering der Remonstrantsche Broederschap deelde de voorzitter, ds. K. F. L. Horst, van Lochem, mede, dat de Broe derschap thans geen enkele vacature meer heeft. In Den Haag zal men weldra gereed zjjn met de nieuwe kerk. Rotterdam vordert al met zijne plannen van kerkbouw, Delft gaat bouwen, Amersfoort uitbreiden. De Amsterdamscho gemeente deelde mede dat zij twee legaten had ontvangen: één van f 1000 afkomstig niet van een lid, maar van een vriend der gemeente, en een tweede groot f 200,000. In hoofdzaak zal deze som worden besteed voor het bouwen van een hofje voor Protestantsche vrouwen, waarvan het bestuur aan den Remonstrantschen kerkeraad zal zjjn opgedragen. De Rotterdamsche gemeente stelde een fraai portret van wfilen dr. Hcoykaas ten toon, door eenige vereerders geschonken. Gekozen werd tot voorzitter voor de alge mene vergadering van het volgend jaar dr. H. Y. Groenewegen, tot lid van de sociéteits- commissie prof. dr. C. P. Tiele, tot curator dr. J. A. Beyerman, tot vice-voorzitter dr. P. H. Ritter en tot secretarissen ds. v. Oord en ds. Terwogt. Na behandeling van een reeks huishoudelijke en finantiëele aangelegenheden werd een kre diet aangenomen tot het ordenen van het archief der Broederschap, dat bij de gemeente van Amsterdam berust. Besloten werd de bioaraphische naamlijst van professoren en predikanten der Broeder schap, in handschrift van wijlen prof. Tideman aanwezig en sedert bijgewerkt, te plaatsen in de Universiteitsbibliotheek te Leiden. De heer Lotsy, betaalmeester te Am sterdam, zal, volgens de „Haagsche CrL," worden benoemd tot betaalmeester te 's-Gra- venhage, en de heer Paehlig, thans te Leeuwarden, tot betaalmeester te Amsterdam. Do „Nieuwe Koerier" laat zich door de tegenspraak van den Haagschen correspondent van het „N. v. d. D." van het bericht der naamsverandering van den Commissaris der Koningin in Limburg niet uit het veld slaan. Eerstgenoemd blad zegt met zekerheid te kunnen melden, „dat door jhr. Ruys van Beerenbroek verzocht is, om zfin naam te mogen schrijven Ruys de Beerenbrouck, en dat dit verzoek werd toegestaan. „Wel is tot heden nog niet geschied, wat men bij gelegenheid van het bezoek der Koninginnen verwachtte en door ons inder tijd onder voorbehoud werd meegedeeld, dat jhr. Ruys de Beerenbrouck tot baron zou verheven worden." Bfi de gisteren te 's-Gravenbage gehouden herstemming voor de verkiezing van nog tweo leden der Provinciale Staten werden ingeleverd 3458 biljetten, zijnde 674 meer dan op 14 dezer, toen er 2784 van de 8805 kiezers opkwameD. Door den Commissaris der Koningin in Limburg is do volgende aanschrijving gericht tot de gemeentebesturen in Limburg: Het heeft HH. MM. der Koningin en der Koningin Regentes behaagd bij herhaling Hoogstderzelver groote ingenomenheid te be tuigen met de buitengewoon hartelijke en schitterende wijze, waarop Hare Majesteiten overal door de Limburgsche bevolking zjjn ontvangen gedurende Hoogstderzelver bezoek aan deze provincie. HH. MM. waren diep getroffen door de menigvuldige en ondubbelzinnige bewfizen van liefde en trouw, waarmede Boogstdezelven overal werden begroet en waardoor de aan hankelijkheid van de Limburgsche bevolking aan het Huis van Oranje ten duidelijkste aan het licht kwam. HH. MM. verklaarden dat de dagen, in Liraburg doorgebracht, steeds de aangenaamste herinnering bij Hoogstdezelven zullen achter laten, en verzochten mij aan allen, zoowel autoriteiten als vereenigingen en ingezetenen, Hoogstderzelver innigen dank over te brengen. My volgaarne van die taak kwijtende, beb ik de eer u te verzoeken aan deze aanschrij ving door aanplakking in uwe gemeente de meest mogelijke openbaarheid te verzekeren. Te 's-Hertogenbosch is op 59-jarigen leeftijd overleden de heer F. A. R. Woltering, sedert de oprichting der burgeravondschool aldaar hoofd dier instelling. Ook was de heer Woltering leeraar aan de rijkskweekschool te 's-Hertogenbosch totdat die school naar Nij megen werd overgeplaatst. Als schrijver van werken op rekenkundig gebied had de heer Woltering naam verworven. De minister van binnenlandsche zaken, gezien het kon. besluit van 17 Mei, tot be noeming der commissie, in 1895 belast met het afnemen van het staatsexamen, bedoeld in art. 12 der wet van 28 April 1876 (Stsbl. 102), heeft goedgevonden te bepalen dat dit examen zal worden afgenomen te 's-Graven- hage op 15, 16, 17, 18, 19, 20, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 29, 30, 31 Juli, 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12, 13, 14 en 15 Augustus a. s. Het stoomschip „Admiral", van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, passeerde 26 Mei Dover; de Ardjoeno", van Batavia naar Rotterdam, arriveerde 28 Mei te Suez; de „Gelderland", van Rotterdam naar Java, pas seerde 28 Mei Ouessant; de „Prinses Wilhel- mina", van Amsterdam naar Batavia, arri veerde 28 Mei te Genua; de „Spaarndam", van Nieuw York naar Rotterdam, passeerde 28 Mei Prawlepoint; de „Zaandam", van Nieuw-York naar Amsterdam, is 28 Mei Lizard gepasseerd. Roermond en de Commissaris der Koningin in Limburg. De Raad der gemeente Roermond heeft in zijne Maandag gehouden openbare vergade ring met algemeene stemmen besloten, het navolgend sehrfiven te richten aan den Com missaris der Koningin in Limburg: „Was het voor de gemeente Roermond eene groote teleurstelling, dat Hare Majes teiten de Koningin en de Koningin-Regentes, by Hoogstderzelver bezoek aan Limburg, aan de bevolking der gemeente de gelegenheid niet schonken, om door eene luisterrijke, feestelijke ontvangst biyk to geven van de gevoelens van gehechtheid en liefde, welke die bevolking voor het Huis van Oranje en, in de hoogste mate, voor Hare Majesteiten, onze geliefde en geëerbiedigde Koüinginxen, koestert, grievend was voor Roermond de gedachte, dat Hare Majesteit de Koningin- Regentes, zwichtende voor ernstige adviezen en overwegingen yan U HoogEdelGestrenge, had moeten besluiten, aan Roermond de eer van een bezoek te onthouden. Roermond toch, de hoofdplaats van het arrondissement, de zetel van den bisschop en van het kathedraal kapittel, alzoo in kerke lyken zin de hoofdplaats der provincie; Roer mond, de plaats, waar de Maria Munster-kerk, stichting van een hertog van Nassau, door de mildheid van ons vorstenhuis, van land en van provincie prykt, als een monument van bouwkunst, eenig in zfin soort; Roer mond, waar in 1842 onze geëerbiedigde en geliefde heldenkoning Willem II met den meesten luister werd ingehaald, waarbfi, als bewfis van onderdanige gehechtheid, de bur gera hun koning in diens koets door de ge meente in triomf voorttrokken; Roermond, aan wiens gemeenteraad U nog by het offi ciéél bezoek in April 1894 mededeelde, dat Hare Majesteiten wellicht binnenkort in Lim burg zouden komen, en Roermond de eer zóu kunnen hebben, Hare Majesteiten te mogen ontvangen; Roermond meende, met dit alles voor oogen, zich niet fidel te vleien met de hoop dat aan zfine vurige verwachting zou worden voldaan, toen de mare werd verspreid, dat in de maand Mei van dit jaar de reis naar Limburg door Hare Majesteiten zou worden ondernomen. Hoe verpletterend de tfiding, dat Roermond in het Koninklfik reisplan niet was opge nomen, ook voor ons nationaal gevoel was, toch besloot de gemeenteraad, zich eerbiedig en onderdanig neer te leggen bfi de beslissing, door Hare Majesteit de Koningin-Regentes genomen. De Raad deed dit, dewfil, naast de oorzaak van het voorbygaan van onze stad, tevens de verzekering werd gedaan, dat aan die beslissing van Hare Majesteit overigens geene andere beteekenis kon worden gegeven. Het zal U niet bevreemden, dat onze ge meente en de geheele bevolking van Roermond er hoogen prys op zouden stellen, te mogen vernemen, welke overwegingen U aanleiding kunnen gegeven hebben, om onze gemeente eene zoo zware beproeving te berokkenen en daardoor tegelykertyd aan een groot gedeelte van de bevolking dor provincie de gelegenheid te ontnemen, om door het aanschouwen en leeren kennen van onze beminde Vorstinnen, zoo mogelyk, de liefde tot en de gehechtheid aan de telgen van het Huis van Oranje nog te vermeerderen. Onbewust, dat Roermonds ingezetenen, zelfs in de geringste mate, aanleiding konden geven tot Uwe bovenbedoelde adviezen en overwe gingen, en vertrouwende, dat die adviezen en overwegingen in geene handelingen noch van Roermonds burgers, noch van onzen Raad grond kunnen vinden, acht önze gemeenteraad, betreurende de droevige gevolgen, welke Roer monds bevolking door de adviezen, door U uitgebracht, moest ondervinden, zich ge drongen, U HoogEdelgestrenge beleefdelijk te verzoeken, den Raad wel te willen mededeelen, welke de motieven waren, die U deden be sluiten, om aan Hare Majesteit de Koningin- Regentes oen bezoek aan Roermond te ont raden." Gemengd Nieuws. Dezer dagen doet zich in het Oudemannen- en Vrouwenhuis alhier het zeldzame geval voor, dat een paar oudjes in ge noemd gesticht zestig jaren met elkander door den echt zfin verbonden. Te dier gelegenheid is een der mannenzalen toepasselijk versierd, waarvan de kosten worden gedragen door heeren regenten. Ook een extra maal zal den oudjes Ier eere van den bruid en de bruidegom worden toegediend, terwfil men dien avond tevens bruiloft; zal vieren I Wfi wenschen allen een smakelfik eten en een vroolfiken avond toe. „Spot maar, Hugo; ik zal te midden van die prozaïsche handelsartikelen mfine liefde liederen uitgalmen." „Arme jongen, wat zullen de andere be dienden je uitlachen," zeide Blunt op min achtenden toon; „maar," vervolgde hy, „heeft zfi geld?" „Denk je dan, dat ik daaraan donk?" zeide Udon verontwaardigd. „Ha, heb je daar niet aan gedacht? Nu, beste vriend, ik ben zeer benieuwd het meisje te ontmoeten, dat je opeens betooverd heeft. Maar, pas op; als zfi wezenlyk zoo bekoorlijk is als jo haar schfint te vinden, dan kon ik wel eens onder je duiven schieten, en je weet, Hugo Blunt is bekend voor zfin succes by de dames." „Maak me niet boos, Hugo," zeide Udon; „denk je dat je zóó onweerstaanbaar bent, om het „veni, vidi, vici" bfi iedereen in toe passing te brengen? Je kondt wel eens leelfik hot hoofd stooten." „Nous verrons," mompelde Blunt, „wfi zul len eens zien. Coquette meisjes laten zich gaarne het hof makeD, en als Ida De Maire zoo mooi is als gy zegt, dan zal zfi zeker coquet zfin. Maar kom, ik ga verder, ga je raoo, of wilt ge liever naar huis gaan, om op ja kamor te droomen van de Venus, die je hart schfint gestolen te hebben?" Eduard antwoordde niet; bfi was ontstemd door Hugo's woorden. Hfi reikte Blunt zwij gend de hand en begaf zich huiswaarts. Hugo zag hem hoofdschuddend na. Hfi was door de bekentenis van Udon zeer onaan genaam getroffen. Een fraai gesmeed plan viel in duigen. Hy had zich voorgesteld Eduards Mentor te worden. Wel is waar zou deze nog eon jaar te Frankfort moeten blfiven, doch dan zou hfi zeker voorgoed thuiskomen, eD daar de familie Udon zeer gefortuneerd was, kwam Blunt zulk een rfike vriend uitmuntend te pas. Nu Eduard echter op juffrouw De Maire gecharmeerd was en zich misschien spoedig engageeren zou, wilde hfi van zfin kant alle pogingen in het werk stellen om dit plan te verhinderen. Op welke wfize dit zou geschie den, was hem nog Diet recht duidelfik, doch hfi zou er wel iets op weten to vinden. De dag, waarop het bal ten huize van de familie Udon plaats zou hebben, brak aan. Ida verheugde zich zeer in het vooruitzicht er van. Zy had Eduard Udon verscheidene malen zien passeeren en verwonderde zich dan tel kens over het luide kloppen van haar hart. Toen zfi de balzaal betrad, kwam Eduard haar te gemoet. Hfi vulde haar balkaartje voor het souper en nog een paar andere dansen in. Daar Udon als gastheer verplicht was de andere dames naar binnen te geleiden, was het hem onmogelfik zich lang met Ida te onderhouden. Hugo Blunt liet zich voorstellen, doch daar zfi bfi zfine komst geen enkelen dans meer open had, moest hfi zich met een extra ver genoegen. Hfi vroeg echter permissie een toertje met haar to mogen doen. Hoewel hfi zfin beat deed, zich zoo aan genaam mogelfik voor te doen, maakte hfi op Ida een onaangenamen indruk. Het is wonderlfik dat sympathie en anti pathie meestentijds bfi den eersten aanblik gevoeld worden. Hoe menigmaal kwam het in later dagen Ida in de gedachte, welk eene onaangename gewaarwording zij ondervond, toen zfi voor de eerste maal den blik van Hugo Blunt op zich gevestigd zag. Nu dacht zfi echter niet lang daarover na; toen de polonaise een aanvang nam en zfi aan den arm van Eduard voortstapte, was zfi alles vergeten, om alleen aan het genot van het oogenblik to denken. Toen Ida en Udon, na afloop der polonaise, met elkander de zaal doorwandelden, zeide de laatste: „Hebt go uw balkaartje reeds gevuld?" „Ja, wilt ge het eens inzien?" vroeg Ida. „Gaarne," was het antwoord, terwfil zfi het boekje overreikte. Nadat hfi even naar de verschillende namen, er in opgeteekend, gezien had, zeide hfi „Mfin vriend Blunt komt er treurig af. Een vierde extra!.... Hoe vindt ge hem?" „Och, ik kan er nog niet over oordeelen, want ik ken hem zoo weinig," zeide Ida op onverschilligen toon. Eduard wilde gaame dat Hugo een aan ge- namen indruk van zfine uitverkorene ontvangen zou. Hij zoido daarom een w.inig onhandig: „Hfi schfint niet erg in uw smaak gevallen te zfin, en het zou mfi spfiten, als u soms eene ongunstige opinie over hem zoudt hebben. Het is wezenlijk een beste vent." Ida beet zich op de lippen, terwfil zy er aan dacht, welk een contrast er bestond tus schen het open, frisch gelaat van Udon en die valsche, gluiperige oogen van Hugo; die oogen, welke steeds iets trachtten te ver bergen en waaruit zulk een onaangenaam licht straalde. De moeite om te antwoorden werd haar bespaard, daar zfi door een jongmensch voor den volgenden dans word afgehaald. Eduard spoedde zich naar Blunt, die, tegen den muur geleund, het paartje geen oogen blik uit het oog verloren had. „Wel, beste vriend, hoe vindt ge haar?" zeide hy vroolfik. „Is het geen snoesje?" Hugo bleef somber voor zich uitstaren en zeide „Gfi zfit een geluksvogel, dat ge zonder moeite dit mooie kopje veroverd hebt; doch ze lfikt mfi wel wat coquet." „Coquet! hoe komt ge daartoe?.... En ge hebt het ook mis met de veronderstelling, dat ik haar reeds veroverd heb, want zoo ver is het nog niet; ik hoop het echter vóór mfin vertrek nog in orde met haar te brengen doch dan komt dat ellendige jaar in Frank fort; hoe komt het om?" „O, juffrouw De Mairè zal zich wel troosten, en wat jou betreft, je weet er alles van; een jongmensch met den zak vol geld behoeft zich nooit te vervelen." „Ge zfit hedenavond niet erg beleefd; waarom ga je niet dansen?" zeide Udon; „je staat te kfiken als een doodgraver; ga maar spoedig een aardig meisje ten <h\ne vragen; ik moet ook naar de dame, die ik voor do wals geëngageerd heb; tot straks duel" Hfi ging daarop heen en Blunt staarde hem korzelig na; in plaats van aan Eduards verzoek te voldoen en een der meisjes, die nog geen cavalier voor de wals had, te gaau vragen, bleef hfi met ontevreden blikken voor zich uit staren. Toen de wals een poosje geduurd had, ging hjj naar Ida en vroeg haar en haren cavalier verlof een toertje met hom te willen doen. Zij durfde niet weigeren, hoewel zfi dit gaarne gedaan zou hebbendoch toon zfi slechts even met hem rondgowal&t had, voelde zfi zich opeen3 wat duizelig en stelde daarom aan Blunt voor, liever in de frissche luch!- wat roDd te wandelen. Achter het huis van de familie Udon was een fraaie tuin, die ter eere van 't feest ;i giorno verlicht was. Daarheen richtten zy hunne schreden; het was een prachtige zomeravond, een zacht koeltje streek langs Ida's verhitte slapen en herstelde haar geheel van bare duizeligheid. „Ik denk dat Udon hier ook wel wilde wandelen," zeide hfi, „doch zfine dame schfint liever te dansen," Toen Ida hierop niets antwoordde, ver volgde hfi: Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1