N°. 10314.
Maandag; 27 IVIei.
AU895.
feze <jCourant wordt dagelijks, met mtzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nonimer bestaat nit DBIE
Bladen.
Leiden, 25 Mei.
Feuilleton.
TWEE NICHTJES.
LSIDSCH
DAGBLAD.
EB.IJS DEZER COURANT:
Voor Leidon per 3 maanden. 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 1 6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt ƒ0.05 borekend.
Eerste Blad.
Offieiëole Kenuiw^evinifen.
Burgemeester en Wethouders vau de gemeente
Woubrugge maken bekend dat bet onderzoek vac
alle in die gemeente gevestigde verlofgangers der
militie to laid, die vóór 1 April dezes jaare in 't
genot van onbepaaie verlof zijn gesteld od niet ir
de maand Juni in workeliiken dienst moeten komen,
Eal gohouden worden te Won brugge op Vrijdag 7
Juni 1895, des voormiddags te halfelf.
Naar ons blijkt uit een reglement, voor
komende in 't „Leiisch Predikbeurtenblad" van
heden, is hier ter stele eene nieuwe kerkelijke
kiesvereeniging opgericht, die zich ten doel stelt
invloed uit te oefenen op ae beroepingen van
predikanten en de verkiezing van kerkeraads
leden, gemachtigden en notabelen. Daar volgens
art. 2 alle stemgerechtigde manshdmaten, die
met den gro idslag der kies vereeniging onvoor
waardelijke erkenning der Heilige Schrift als
Gods Woord instemmen, lid dezer Vereeniging
kunnen worden, staat de gelegenheid om zich bij
kerkelijke verkiezingen te kunnen uitsproken,
voor zeer vele leden der gemeente open. Hier
door onderscheidt de nieuwe kiesvereeniging
zich van de vroeger reeds bestaande vereeni-
gingen, die slechts voor leden van het kies
college en eenige deputaten van corporation toe
gankelijk waren.
Het beroep naar de Ned. Herv. gemeente
alhier is door ds. C. Hartwigsen, predikant
te Oud-Beierland, aangenomen.
De-heeren A. F. H. Van der Stok en
A. Goekoop, consuls van den „Algemeenen
Nelorlandschen Wielrydersbond," verzoeken
ons te melden, dat door hen op morgen,
Zondag, ter gelegenheid van het (op den
straatweg Leiden Utrecht te houden) Kam
pioenschap van Zuid-Holland een tocht is uit
geschreven, om de andere bondsleden te ge-
moet te rijden. De bijeenkomst voor dezen
tocht is bepaald op kwart voor tienen aan
de voorm. Witte Poort en het vertrek op 10
uren. Er zal gereden worden over den Witten
Singel, langs de Heeranstraat buiten de voorm.
Koepoort naar Stompwijk, waar de afdee-
Jingstocht naar Leiden wordt afgewacht.
Hiermede vervallen alle andere berichten,
pok die in de sportbladen.
Aan den wedstrijd zullen ongeveer 25
rijders deelnemen, terwijl 's middags oen be
zoek zal worden gebracht aan de matinée in
den tuin der sociëteit „Musis Sacrum."
Bovenstaande tocht is open voor alle bonds
leden van Leiden en Omstreken.
's Rijks ELhnographisch Museum te Leiden
heeft van den heer E. G. De Wijs, officier
van adm. 2de kl. b\j de marine, tien stuks
fragmenten van Boeddhabeelden uit Siam ten
geschenke ontvangen. Geïnventariseerd als
Serie 973, Nos. 1 10.
Aan den schenker is de dank der Rogeering
betuigd.
Voor het akte-examen L. O. is toege
laten de heer J. Th. Rinkema, te Leiden.
Men schryft ons uit Noordwyk Binnen:
De bloembollenveilingen zyn eindeiyk afge-
loopenslechts weinigen zoo er al zyn
waren tevreden, 't Gewas is zeer goed, veelal
zelfs best, maar er moest, helaas, byna totale
absentie van kooplust geconstateerd worden.
Den gezeten kweeker zal dit nu wel niet
zoo heel veel deren, maar de kleine lay den
op het gebied der bloembollencultuur zyn er
zeer door gedupeerd. Er zyn er toch zoovelen,
die in hun bollenkraampje een appeltje voor
den, tc-lken jare terugkomenden, dorst hadden,
en die nu het appeltje missen, terwyi de dorst
blijft 1 't Is voor onze goede plaats te hopen
dat er weldra een ommekeer komt in de zaken,
anders zal het er by velen donker uitzien.
In de laatst© jaren heeft de bollenteelt zich
verbazend uitgebreid in onze gemeente en
veel wordt or gedaan om die teelt aan te
moedigen. Zoo heeft de tegenwoordige eige
naar van „het Vinkeveld" zyn huurders een
practischen dienst bewezen door het zoogen.
„Laantje" te bekeion.
Was vroeger dat „Laantje" de hoofd
weg in 't Vinkeveld veelal slecht berydbaar,
thans kan het, ongeacht de weersgesteldheid,
goed bereden worden, iets, dat voor de zoo
veel mest eiachende bollencultuur van on
schatbaar belang is. Den eigenaar, den
heer J. F. X. v. d. Bergh, te 's-Gravenhage,
komt een woord van waardeering toe, dat
hem dan ook gaarne wordt aangeboden.
Dat de Noordwykers ingenomen zyn met.
de onderscheiding, hun burgemeester jhr. mr.
Quarles v. Ufford, ten deel gevallen door zyne
verkiezing tot lid van de Prov. Staten, zal
u wel niet bevreemden.
Ieder toch, die met hem in aanraking kwam,
heeft zich kunnen overtuigen van zyne be
kwaamheid op velerlei gebied, en weet dat
de heer Quarles zyne vele gaven ook gaarne
zal aanwenden ten nutte der provincie.
By de aanstaande periodieke gemeente
raadsverkiezing zyn te Valkenburg aan de
beurt om af te treden de heeren J. Varkevisser,
H. Binnendyk Dz. en C. Jansen.
Te Hillegom heeft de publieke aanbe
steding plaats gehad van het restaureeren en
portlanden van den westelyken gevel van het
post- en telegraafkantoor.
De hoogste inschryving bedroeg 223 en
de minste, namelyk die van den heer P. P.
Menten, aldaar, bedroeg f 220. Aan dezen
laatste is het werk gegund.
Ter vergadering van stemgerechtigde
ingelanden van den Oudendykschen Polder, te
Woubrugge, waarop van de 345 in den pol
der geldende stemmen er door 10 ingelanden
262 waren vertegenwoordigd, werden vast
gesteld
a. de rekening over 1894 aan inkomsten
op ƒ8464.68, aan uitgaven op 8065.78'^,
batig saldo 398.891/*-
b. de begrooting voor 1895, aan inkomsten
en uitgaven, tot een golyk bedrag van
ƒ4824 4173.
c. de omslag voor 1895, op 8 per hectare
over 358 hectaren, 57 aren, 88 centiaren en
de halve omslag over 5 hectaren, 67 aren,
19 centiaren, op 4 per hectare.
De vergadering van stemgerechtigde inge
landen van den Drooggomaakten Veender- en
Lyker-Polder (onder de gemeente Alkemade),
waarin van de 536 in den polder uit te bren
gen stemmen er door 13 ingelanden 212
waren vertegenwoordigd, stelde unaniem vast
de rekening over 1894, aan inkomsten op
3430.24, aan uitgaven op 3042.52, batig
saldo 387.72.
De begrooting voor 1895 aan inkomsten
on uitgaven, op eon geiyk bedrag van
ƒ2834 84.
Den omslag voor 1895, evenals in 1894 op
2.50 per hectare, over eene uitgestrektheid
van 560 hectaren, 84 aren, 94 centiaren.
Het grasgewas op de wegen werd in 5
perceelen publiek verpacht voor 88, 42,
ƒ59, ƒ65 en ƒ64, te zamop voor ƒ318, en
't vischwater in 4 perceelen voor ƒ5.50, ƒ5,50,
21 en 15, te zamen voor 47.
Gisteravond bracht de harmonie-vereeni-
ging „Beethoven" aan den sedert enkele dagen
te Alfen wonenden burgemeester, den heer
P. Yan Outeren, een serenade. Door het
schoone weder waren talryke inwoners op de
been en werd later, nadat het muziekcorps
door Z.E A. was onthaald, in optocht met
muziek door het dorp getrokken.
Ds. W. Yan Slooten, predikant te Rou-
veen (prov. Overysel), heeft een beroep ont
vangen naar de Ned.-Hervormde gemeente
te Ter-Aar.
De Raadsleden, die in dit jaar in de
gemeente Ter-Aar aan de beurt van aftreding
zyn, zyn de heeren H. Kroft, W. Wiltenburg
en C. Yan der Hoorn. De twee eerstgenoemden
zyn wethouders van de gemeente.
In den ouderdom van 94 jaren is te
's Gravenhage gestorven de gep. generaal-
majoor C. J. J. Goffln, een bokende figuur in
de residentie.
Den 24sten April 1801 werd Clemens Jose-
phus Joannes Goffin, te 's-Gravenhage gebo
ren en den Ssten Juli 1819 trad hy als soldaat
in dienst by da 9de afd. infanterie. Op den
16den Mei 1824 werd hy bevorderd tot 2den
luitenant, doorliep de verschillende subalterne
officiersrangen en den 25sten Sept. 1852
volgde de bevordering tot hoofdofficier. In
dien rang stond hy geruimen tyd aan het
hoofd der topographischo inrichting by het
departement van oorlog. Den 20sten October
1859 bevorderd tot kolonel by den staf, werd
de heer Goffin den 8sten Januari 1860, op zyn
verzoek, gepensionneerd.
In de jaren 1830 1834 nam de luitenant
Goffin deel aan den veldtocht tegen Belgiö
en werd den 12den Oct. 1831 wegens zyn
moedig gedrag benoemd tot ridder der Militaire
Willemsorde 4de kl. De ontslapene was een
der oudste metalenkrui6ridders en tevens ridder
van den Nederlandschen Leeuw.
Den 14den Aug. 1881 viel kolonel Goffin de
onderscheiding te beurt, dat hom do rang van
generaal-majoor werd verleend.
De minister van justitie heeft een circu
laire gericht aan de procureurs-generaal by de
gerechtshoven betrekkeiyk de Boterwet.
Het is den minister gebleken dat niet overal
de Boterwet (wet van 23 Juni 1889, Stsbl.
No. 82) zóó wordt uitgevoerd, als het behoort.
Terwyl door de ambtenaren, in art. 3 dezer
wet bedoeld, in sommige maanden van het
jaar slechts zeer enkele monsters boter wor
den in beslag genomen en ter onderzoek
worden opgezonden, is het aantal in-beslag
nemingen en opzendingen in andere maanden
van het jaar zeer talryk.
Het komt den minister voor dat deze tactiek
niet geschikt is om de goede werking der
Boterwet te bevorderen.
Het kan toch niet doeltreffend zyn, wan
neer na talryke in-beslag-nemingen by een
groot aantal winkeliers eensklaps gedurende
eenigen tyd een tydperk van rust intreedt.
Wil de Boterwet aan haar dool beantwoor
den, dan dient voortdurend op do uitvoering
daarvan acht te worden geslagen en dan
zullen de in-beslag-nemingen voortdurend en
onverwachts moeten geschieden.
De minister vestigt er verder de aandacht
van de procureurs generaal op, dat het meer
malen is voorgekomen dat de ingezonden
monsters niet aan een onderzoek konden
worden onderworpen, öf wyi de ingezonden
hoeveelheid te gering was, öf wyi het vet-
artikel by do ontvangst door den deskundige,
met het onderzoek belast, reeds in bedorven
toestand verkeerde.
De in artikel 3 der Boterwet bedoelde amb
tenaren behooren derhalve voor het vervolg
zorg te dragen, dat de monsters in voldoende
hoeveelheid en niet in bedorven toestand wor
den ingezonden.
Een der Haagsche correspondenten van
de „Tel." schryft:
In verband met een vroeger bericht, ver
neem ik van bevoegde zyde, dat, hoewel de
meerderheid voor de benoeming van een
staatscommissie zynde, in zake de werklieden-
pensionneering; door de Regeering nog geen
beslissing dienaangaande is genomen.
Ook wat een der verlangens der onder-
wyzers betreft, de opneming in het Ryks-
fonds, scbynt de Regeering niet stil te zitten
en moet aan het departement van binnen-
landsche zaken druk worden gearbeid aan
hot verzamelen van gegevens, in hoeverre
de opneming mogeiyk is. Deze werkzaam
heden staan echter niet met eenig plan of
voornemen in verband.
- De stoomvaart-maatschappy „Zeeland",
Koninklyke Nederlandsche postvaart, heeft
harbn reisgids voor den zomerdienst 1895
uitgegeven. Exemplaren daarvan zyn steeds
by aanvrage gratis verkrygbaar.
Naar men mededeelt, zyn thans, ten einde
hare renommée als de beste route te blyven
handhaven, voor haren dienst in aanbouw drie
raderstoomschepen, welke in grootte, snelheid
en comfort alle Kanaalbooten zullen overtreffen.
Met goed gevolg is reeds van stapel ge-
loopen het eerste der drie nieuwe stoom
schepen, welke op de Fairfields-Works aan de
Clyde worden gebouwd.
Dit zeer snelvarende stoomschip, dat den
naam van „Koningin Wilhelmina" zal dragen,
zou reeds over ruim twee maanden in den
dienst tusschen Queensboro en Ylissingen
kunnen voorzien.
De Mpy. „Zeebad Schevemngen" hee t
zich, onder overlegging der met B. en Ws.
van 's-Gravenhage gevoerde briefwisseling,
tot den Riad gewend, om goedkeuring te vra
gen op het plan tot uitbreiding op een ge
deelte van het terrein voor 't Kurhaus aan
de landzydo, aan de Mpy. in erfpacht uitge
geven, welk plan ook na wyziging, waarby
tusschen do ontworpen Galeries en het Eótel
des Galeries een plein van 20 by 40 M. blyft
bestaan, de goedkeuring van B. en Ws. niet
kon verkrygen. De Mpij. behoudt zich voor,
waar B. en Ws. het gansche terrein zyn
karakter als plein wenschen te doen houden,
het geschil hierover op grond van het erf
pachtscontract eventueel aan de beslissing van
scheidsrechters te onderwerpen.
Naar men verneemt, worden er plannen
voorbereid tot het houden van eene tentoonstel
ling van voorwerpen van kunsten nyverheid uit
Nederlandsch-Oost- en West-Indié in Mei 1896,
in het Kon. Zoölogisch Botanisch Genootschap
te 's-Gravenhage.
Ook de visschers in de gemeente Het Bildt,
die by den storm van 24 Maart jl. aanzien-
ïyke schade hebben geleden, hebben van de
Koningin en van de Koningin-Regentes een
geldeiyke ondersteuning, en wel ten bedrage
van 400, ontvangen.
B. en Ws. van Amsterdam stellen den
gemeenteraad voor, om den heer dr. J. Rit-
zema Bos, leeraar aan de Landbouwkundige
School te Wageningen en directeur van het
Phyto-pathologisch Laboratorium Willie Com-
melin Scholten te Amsterdam, te benoemen
tot buitengewoon hoogleeraar in de ziekteleor
der phnten aan de gemeenteiyke universiteit,
buiten bezwaar der gemeentekas.
Volgens een particulier schryven van
Curasao heerscht op het eiland al sedert go-
ruimen tyd een groote droogte. De oogst der
maïs, het hoofdvoedsel der inlanders, is zoo
goed als mislukt; dientengevolge zyn de pry zen
van ryst en andere levensmiddelen zeer ge
stegen.
Allerwegen is aan drinkwater, inzonderheid
voor het vee, groot gebrek; er wordt algemeen
zeer naar regen verlangd.
Op last van H. M. de Koningin-Regentes
brengt de directeur van het Kabinet der
Koningin ter algemeene kennis, dat gedu
rende Hd. verbiyf in het buitenland, allo
aan het adres van H. M. gerichte brieven
moeten bezorgd worden aan het Kabinet der
Koningin te 's Gravenhage, alwaar voor eene
geregelde opzending dier stukken aan E. M.
zal worden zorg gedragen.
Mr. A. M. D. baron Sweerts de Landas
Wyborgh, secretaris van de Nederlandsche
legatie te St.-Petersburg, is te 's-Gravenhago
aangekomen.
Naar wy vernemen, is tot geneesheer
directeur van het krankzinnigengesticht in
Suriname benoemd de arts dr. F. C. Dobberke,
geneesheer van het krankzinnigengesticht
„Meerenberg", te Bloemendaal. (N. R. C.)
De minister van marine heeft den adel
borst der 1ste kl. H. W. Verkerk, dienende
aan boord van Hr. Ms. pantserscbip „Guinea,"
met 1 Juni a. s. op non-activiteit gesteld.
20)
Ze ging by zichzelve al de liefdesgeschiede
nissen na, die zy reeds gehad had en die er
steeds mede geëindigd waren, dat de heeren
ten laatste het werkelyk meenden en voor
een tydlang ongelukkig waren, terwyl haar
hart vry bleef. Hadden zy gevoeld wat zy
nu uitstond? Ze dacht aan Tom Miller. Deze
had gemeend dat zy hem beminde; hy meende
daarvan zeker te zyu, maar zy had hom ge
antwoord, dat hy heel dom was geweest om
haar zoo verkeerd te begrijpen. En Horace
Wright 1 Wat was hy woedend op haar ge
weest I Hy beweerde dat ze met zyn hart
gespeeld had en hem met opzet zoo in hare
netten had verstrikt, om hem voor zyn leven
ongelukkig te maken. Sinds dien tyd was
hy werkelyk den verkeerden weg opgegaan.
Maar dat kon zy toch niet helpen? En dan
die arme Charlie Waterman! Hy had haar
geen enkel woord van verwyt toegevoegd,
maar dat maakte het juist nog ondraaglykor.
Zy had nooit vermoed dat hy zoo byzonder
veel om haar gaf; by scheen altyd zoo zacht
zinnig en kalm; hy was byna te lief voor
een man. En ze amuseerde zich een paar
maanden met hem. Maar ton laatste verveelde
hy haar en ze zeide, dat zy hem vreeselyk
aardig vond en dat ze steeds goede vrienden
zouden zyn, maar verderzy beminde
hem niet. Hy had haar toen aangezien zonder
te spreken, maar zy had zeer goed bemerkt,
dat ze hem groot, onuitsprekeiyk groot leed
had gedaan. Het speet haar werkelyk voor
hem en ze stortte later een paar tranen er
over. Kort daarna stierf Charlie aan de koorts,
niet natuuriyk aan eene teleurgestelde liefde.
Daar gaat men niet van dood! Na hem had
zy dien grooten idioot Jack Wigborn gehad.
Ze wist van het eerste oogenblik af, dat ze
nimmer met hem zou willen trouwen, maar ze
haalde hem aan, om Mary Poole een beetje
te plagen, van wie men zeide, dat ze smoorlyk
van Wigborn was. Iedereen beweerde dat zy
juist eene geschikte vrouw voor Wigborn zou
wezen en dit kon Betsy niet uitstaan, want
het meisje had vuurrood haar. Maar zou die
Mary met heur rood haar en hare groote
ooren hetzelfde gevoeld hebben als Betsy
nu? Neen, natuurlijk niet hetzelfde, want
die domme Jack was niet te vergeiyken met
den graaf. Toch zag Betsy nu in, dat ze
Mary groot verdriet moest gedaan hebben.
Haar gezichtje werd hoe langer hoe ernstiger,
terwyl ze over dit alles nadacht. Iedereen
had haar altyd eene kleine coquette genoemd
en zy was er rond voor uitgekomen, dat ze
dit was. Nooit had ze voorgewend iets anders
te zyn. Zy kon toch niet helpen, dat de
mannen verliefd op haar werden? Waarom
wilden ze ook niet gelooven, dat ze nooit
iets meende van hetgeen ze tegen hen zeide?
En was dit thans ook met den graaf het
geval? O, haar geweten zeide haar dat ze
dit verdriet verdiende.
Ook Louise was terneergeslagen. Ned ging
weg en zy had zyne liefde van de hand ge
wezen. Had ze daar wel goed aan gedaan?
Ze wist dat nimmer iemand haar inniger en
oprechter beminnen zou dan hy. Ze vroeg
zichzelve af of zy hem dat antwoord had mogen
geven; had zy niet iets weggeworpen, dat
later voor haar van onschatbare waarde kon
wezen? En gevoelde zy niet meer genegen
heid voor hem, dan ze tot nu toe eigeniyk
zelve geweten en hem gezegd had? Geen
zyner woorden, geene zyner geringste be
wegingen ging nu voor haar verloren. Het
was niet Yon Lindenfelz, die de boeren
kinderen vriendeiyk toesprak, maar Prentiss.
Von Lindenfelz had een byzonder mooi klein
meisje aangewezen en had haar opmerkzaam
gemaakt op de schilderachtige kleeding van
een ander, maar het was Prentiss, die hun
toeriep, dat zy hunne zware pakken achter
aan het rytuig zouden hangen, totdat ze by
een kruisweg weer verplicht waren hun last
op den rug te nemen. Het was Ned, die,
met wien hy ook liep, nooit een oogenblik
tante Sarah in den kleinen ezelwagen vergat.
Hy zag altyd den steen of den boomwortel,
die vermeden moest worden, om de oude
dame niet te veel te doen schokken. Eens
kwam zy by een boom, die dwars over den
weg lag, welken zy te volgen hadden, en de
graaf stelde voor om te keeren, omdat er
geen kan3 bestond het wagentje er over te
krygen. Maar Ned zag daar geen bezwaar in.
Hy hielp eerst tante Sarah er voorzichtig
uit, sloeg toen met den jongen, die was mee
gegaan, de handen aan het lichte karretje
en lilde het er overheen. De graaf stond al
dien tyd tegen een boom geleund met een
lachend gezicht dat aan te kyken.
Louise verwonderde zich er over, dat ook
hy niet aanbood om te helpen. Hy scheen
toch even krachtig als Ned.
Ze bereikten eindeiyk de Wildsee. Het is
een klein meer, aan alle kanten ingesloten
door heuvelen, alsof het zich een rustig plekje
uitgekozen had om te gaan slapen.
Een vyverl Precies een eendenvyverl
riep Prentiss. Hy is zelfs niet groot genoeg
om er met eene kleine boot in rond te varen.
En dit noemen ze de Wildsee. Wel, heb ik
ooit van myn leven I
De graaf haalde zyne schouders op en
wendde zich tot Louise.
Gy zyt niet teleurgesteld, is 't wel,
juffrouw Louise?
Neen, zeker nietl Ze erkende en gevoelde
al het schoone dezer natuur. Het donker
blauw-groene -bladerdak boven hunne hoofden,
de met varens begroeide oevers, het helder
blauwe water van het vreedzame meertje, dat
daar kalm en als in een droom lag te slapen.
Het is prachtig, zeide ze. Maar natuur
iyk vindt niet iedereen behagen in hetzelfde.
Wat door den een mooi gevonden wordt, laat
den ander koud. Het zou hier op aarde vry
vervelend zyn, indien we allen denzelfden
smaak hadden.
Dat is mogelyk, antwoordde de graaf,
maar ik kan niet gelukkig zyn, indien het
hart van haar, die ik bemin, niet even vurig
voor my klopt, als het myne voo; haar. Al
hare genoegens moeten de myne zyn, al hare
smarten door my kunnen gevoeld worden.
Batsy en Prentiss waren bezig to zien wie
een steen het verst over het water kon doen
scheren. Tante Sarah zat dicht by hen. De
graaf en Louise waren geheel alleen, toen
zy hunne wandeling om de Wildsee voort
zetten. Louise staarde peinzend naar het meer.
Neen, antwoordde ze ten laatste. Ik
veronderstel dat u golyk hebt. Er moet ware
sympathie tusschen twee menscben bestaan,
kan er van ware liefde sprake zyn. Maar nu
vraag ik u: wat i3 ware sympathie?
Ach, juffrouw, kunt u my dit vragen?
Hebt gy dat niet kunnen uitvinden?
Daar ben ik niet zeker van, antwoordde
ze langzaam. Hoe weet ik, of ik iemand ge
vonden heb, die in alle opzichten mot my
sympathiseert, indien ik niet kan zeggen wat
dat is?
Ware sympathie? fluisterde Von Linden
felz mot die stem, die voor haar zooveel
aantrekkelyks had, ware sympathie? Is
dat met wat ik voor u gevoel?
Is dat werkelyk zoo? vroeg Louise ernstig.
In alle opzichten? In het goede, zoowel als
in het schoone?
Ja, in alles l
Zyne gansche ziel weerspiegelde zich schyn-
baar in zijne oogen. Wat las zy daarin nog
meer dan by weiim'-htv, dat zy er in lezen
zou? Ernstig bleef ze hem aanstaren.
Neen, niet in alles, graaf Von Lindenfelz,
sprak ze met een droevig glimlachje, waar
mede ze hem vergiffenis scheen te vragen,
dat ze zoo in hot diepst van zyn hart gelezen
had. Niet in alles. Alleen in het schoone.
En in het schoone niet tevens het goede?
vroeg hy.
(Wordt vervolgd.)