N°. 10314. Maandag; 27 IVIei. AU895. feze <jCourant wordt dagelijks, met mtzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nonimer bestaat nit DBIE Bladen. Leiden, 25 Mei. Feuilleton. TWEE NICHTJES. LSIDSCH DAGBLAD. EB.IJS DEZER COURANT: Voor Leidon per 3 maanden. 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 1 6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.05 borekend. Eerste Blad. Offieiëole Kenuiw^evinifen. Burgemeester en Wethouders vau de gemeente Woubrugge maken bekend dat bet onderzoek vac alle in die gemeente gevestigde verlofgangers der militie to laid, die vóór 1 April dezes jaare in 't genot van onbepaaie verlof zijn gesteld od niet ir de maand Juni in workeliiken dienst moeten komen, Eal gohouden worden te Won brugge op Vrijdag 7 Juni 1895, des voormiddags te halfelf. Naar ons blijkt uit een reglement, voor komende in 't „Leiisch Predikbeurtenblad" van heden, is hier ter stele eene nieuwe kerkelijke kiesvereeniging opgericht, die zich ten doel stelt invloed uit te oefenen op ae beroepingen van predikanten en de verkiezing van kerkeraads leden, gemachtigden en notabelen. Daar volgens art. 2 alle stemgerechtigde manshdmaten, die met den gro idslag der kies vereeniging onvoor waardelijke erkenning der Heilige Schrift als Gods Woord instemmen, lid dezer Vereeniging kunnen worden, staat de gelegenheid om zich bij kerkelijke verkiezingen te kunnen uitsproken, voor zeer vele leden der gemeente open. Hier door onderscheidt de nieuwe kiesvereeniging zich van de vroeger reeds bestaande vereeni- gingen, die slechts voor leden van het kies college en eenige deputaten van corporation toe gankelijk waren. Het beroep naar de Ned. Herv. gemeente alhier is door ds. C. Hartwigsen, predikant te Oud-Beierland, aangenomen. De-heeren A. F. H. Van der Stok en A. Goekoop, consuls van den „Algemeenen Nelorlandschen Wielrydersbond," verzoeken ons te melden, dat door hen op morgen, Zondag, ter gelegenheid van het (op den straatweg Leiden Utrecht te houden) Kam pioenschap van Zuid-Holland een tocht is uit geschreven, om de andere bondsleden te ge- moet te rijden. De bijeenkomst voor dezen tocht is bepaald op kwart voor tienen aan de voorm. Witte Poort en het vertrek op 10 uren. Er zal gereden worden over den Witten Singel, langs de Heeranstraat buiten de voorm. Koepoort naar Stompwijk, waar de afdee- Jingstocht naar Leiden wordt afgewacht. Hiermede vervallen alle andere berichten, pok die in de sportbladen. Aan den wedstrijd zullen ongeveer 25 rijders deelnemen, terwijl 's middags oen be zoek zal worden gebracht aan de matinée in den tuin der sociëteit „Musis Sacrum." Bovenstaande tocht is open voor alle bonds leden van Leiden en Omstreken. 's Rijks ELhnographisch Museum te Leiden heeft van den heer E. G. De Wijs, officier van adm. 2de kl. b\j de marine, tien stuks fragmenten van Boeddhabeelden uit Siam ten geschenke ontvangen. Geïnventariseerd als Serie 973, Nos. 1 10. Aan den schenker is de dank der Rogeering betuigd. Voor het akte-examen L. O. is toege laten de heer J. Th. Rinkema, te Leiden. Men schryft ons uit Noordwyk Binnen: De bloembollenveilingen zyn eindeiyk afge- loopenslechts weinigen zoo er al zyn waren tevreden, 't Gewas is zeer goed, veelal zelfs best, maar er moest, helaas, byna totale absentie van kooplust geconstateerd worden. Den gezeten kweeker zal dit nu wel niet zoo heel veel deren, maar de kleine lay den op het gebied der bloembollencultuur zyn er zeer door gedupeerd. Er zyn er toch zoovelen, die in hun bollenkraampje een appeltje voor den, tc-lken jare terugkomenden, dorst hadden, en die nu het appeltje missen, terwyi de dorst blijft 1 't Is voor onze goede plaats te hopen dat er weldra een ommekeer komt in de zaken, anders zal het er by velen donker uitzien. In de laatst© jaren heeft de bollenteelt zich verbazend uitgebreid in onze gemeente en veel wordt or gedaan om die teelt aan te moedigen. Zoo heeft de tegenwoordige eige naar van „het Vinkeveld" zyn huurders een practischen dienst bewezen door het zoogen. „Laantje" te bekeion. Was vroeger dat „Laantje" de hoofd weg in 't Vinkeveld veelal slecht berydbaar, thans kan het, ongeacht de weersgesteldheid, goed bereden worden, iets, dat voor de zoo veel mest eiachende bollencultuur van on schatbaar belang is. Den eigenaar, den heer J. F. X. v. d. Bergh, te 's-Gravenhage, komt een woord van waardeering toe, dat hem dan ook gaarne wordt aangeboden. Dat de Noordwykers ingenomen zyn met. de onderscheiding, hun burgemeester jhr. mr. Quarles v. Ufford, ten deel gevallen door zyne verkiezing tot lid van de Prov. Staten, zal u wel niet bevreemden. Ieder toch, die met hem in aanraking kwam, heeft zich kunnen overtuigen van zyne be kwaamheid op velerlei gebied, en weet dat de heer Quarles zyne vele gaven ook gaarne zal aanwenden ten nutte der provincie. By de aanstaande periodieke gemeente raadsverkiezing zyn te Valkenburg aan de beurt om af te treden de heeren J. Varkevisser, H. Binnendyk Dz. en C. Jansen. Te Hillegom heeft de publieke aanbe steding plaats gehad van het restaureeren en portlanden van den westelyken gevel van het post- en telegraafkantoor. De hoogste inschryving bedroeg 223 en de minste, namelyk die van den heer P. P. Menten, aldaar, bedroeg f 220. Aan dezen laatste is het werk gegund. Ter vergadering van stemgerechtigde ingelanden van den Oudendykschen Polder, te Woubrugge, waarop van de 345 in den pol der geldende stemmen er door 10 ingelanden 262 waren vertegenwoordigd, werden vast gesteld a. de rekening over 1894 aan inkomsten op ƒ8464.68, aan uitgaven op 8065.78'^, batig saldo 398.891/*- b. de begrooting voor 1895, aan inkomsten en uitgaven, tot een golyk bedrag van ƒ4824 4173. c. de omslag voor 1895, op 8 per hectare over 358 hectaren, 57 aren, 88 centiaren en de halve omslag over 5 hectaren, 67 aren, 19 centiaren, op 4 per hectare. De vergadering van stemgerechtigde inge landen van den Drooggomaakten Veender- en Lyker-Polder (onder de gemeente Alkemade), waarin van de 536 in den polder uit te bren gen stemmen er door 13 ingelanden 212 waren vertegenwoordigd, stelde unaniem vast de rekening over 1894, aan inkomsten op 3430.24, aan uitgaven op 3042.52, batig saldo 387.72. De begrooting voor 1895 aan inkomsten on uitgaven, op eon geiyk bedrag van ƒ2834 84. Den omslag voor 1895, evenals in 1894 op 2.50 per hectare, over eene uitgestrektheid van 560 hectaren, 84 aren, 94 centiaren. Het grasgewas op de wegen werd in 5 perceelen publiek verpacht voor 88, 42, ƒ59, ƒ65 en ƒ64, te zamop voor ƒ318, en 't vischwater in 4 perceelen voor ƒ5.50, ƒ5,50, 21 en 15, te zamen voor 47. Gisteravond bracht de harmonie-vereeni- ging „Beethoven" aan den sedert enkele dagen te Alfen wonenden burgemeester, den heer P. Yan Outeren, een serenade. Door het schoone weder waren talryke inwoners op de been en werd later, nadat het muziekcorps door Z.E A. was onthaald, in optocht met muziek door het dorp getrokken. Ds. W. Yan Slooten, predikant te Rou- veen (prov. Overysel), heeft een beroep ont vangen naar de Ned.-Hervormde gemeente te Ter-Aar. De Raadsleden, die in dit jaar in de gemeente Ter-Aar aan de beurt van aftreding zyn, zyn de heeren H. Kroft, W. Wiltenburg en C. Yan der Hoorn. De twee eerstgenoemden zyn wethouders van de gemeente. In den ouderdom van 94 jaren is te 's Gravenhage gestorven de gep. generaal- majoor C. J. J. Goffln, een bokende figuur in de residentie. Den 24sten April 1801 werd Clemens Jose- phus Joannes Goffin, te 's-Gravenhage gebo ren en den Ssten Juli 1819 trad hy als soldaat in dienst by da 9de afd. infanterie. Op den 16den Mei 1824 werd hy bevorderd tot 2den luitenant, doorliep de verschillende subalterne officiersrangen en den 25sten Sept. 1852 volgde de bevordering tot hoofdofficier. In dien rang stond hy geruimen tyd aan het hoofd der topographischo inrichting by het departement van oorlog. Den 20sten October 1859 bevorderd tot kolonel by den staf, werd de heer Goffin den 8sten Januari 1860, op zyn verzoek, gepensionneerd. In de jaren 1830 1834 nam de luitenant Goffin deel aan den veldtocht tegen Belgiö en werd den 12den Oct. 1831 wegens zyn moedig gedrag benoemd tot ridder der Militaire Willemsorde 4de kl. De ontslapene was een der oudste metalenkrui6ridders en tevens ridder van den Nederlandschen Leeuw. Den 14den Aug. 1881 viel kolonel Goffin de onderscheiding te beurt, dat hom do rang van generaal-majoor werd verleend. De minister van justitie heeft een circu laire gericht aan de procureurs-generaal by de gerechtshoven betrekkeiyk de Boterwet. Het is den minister gebleken dat niet overal de Boterwet (wet van 23 Juni 1889, Stsbl. No. 82) zóó wordt uitgevoerd, als het behoort. Terwyl door de ambtenaren, in art. 3 dezer wet bedoeld, in sommige maanden van het jaar slechts zeer enkele monsters boter wor den in beslag genomen en ter onderzoek worden opgezonden, is het aantal in-beslag nemingen en opzendingen in andere maanden van het jaar zeer talryk. Het komt den minister voor dat deze tactiek niet geschikt is om de goede werking der Boterwet te bevorderen. Het kan toch niet doeltreffend zyn, wan neer na talryke in-beslag-nemingen by een groot aantal winkeliers eensklaps gedurende eenigen tyd een tydperk van rust intreedt. Wil de Boterwet aan haar dool beantwoor den, dan dient voortdurend op do uitvoering daarvan acht te worden geslagen en dan zullen de in-beslag-nemingen voortdurend en onverwachts moeten geschieden. De minister vestigt er verder de aandacht van de procureurs generaal op, dat het meer malen is voorgekomen dat de ingezonden monsters niet aan een onderzoek konden worden onderworpen, öf wyi de ingezonden hoeveelheid te gering was, öf wyi het vet- artikel by do ontvangst door den deskundige, met het onderzoek belast, reeds in bedorven toestand verkeerde. De in artikel 3 der Boterwet bedoelde amb tenaren behooren derhalve voor het vervolg zorg te dragen, dat de monsters in voldoende hoeveelheid en niet in bedorven toestand wor den ingezonden. Een der Haagsche correspondenten van de „Tel." schryft: In verband met een vroeger bericht, ver neem ik van bevoegde zyde, dat, hoewel de meerderheid voor de benoeming van een staatscommissie zynde, in zake de werklieden- pensionneering; door de Regeering nog geen beslissing dienaangaande is genomen. Ook wat een der verlangens der onder- wyzers betreft, de opneming in het Ryks- fonds, scbynt de Regeering niet stil te zitten en moet aan het departement van binnen- landsche zaken druk worden gearbeid aan hot verzamelen van gegevens, in hoeverre de opneming mogeiyk is. Deze werkzaam heden staan echter niet met eenig plan of voornemen in verband. - De stoomvaart-maatschappy „Zeeland", Koninklyke Nederlandsche postvaart, heeft harbn reisgids voor den zomerdienst 1895 uitgegeven. Exemplaren daarvan zyn steeds by aanvrage gratis verkrygbaar. Naar men mededeelt, zyn thans, ten einde hare renommée als de beste route te blyven handhaven, voor haren dienst in aanbouw drie raderstoomschepen, welke in grootte, snelheid en comfort alle Kanaalbooten zullen overtreffen. Met goed gevolg is reeds van stapel ge- loopen het eerste der drie nieuwe stoom schepen, welke op de Fairfields-Works aan de Clyde worden gebouwd. Dit zeer snelvarende stoomschip, dat den naam van „Koningin Wilhelmina" zal dragen, zou reeds over ruim twee maanden in den dienst tusschen Queensboro en Ylissingen kunnen voorzien. De Mpy. „Zeebad Schevemngen" hee t zich, onder overlegging der met B. en Ws. van 's-Gravenhage gevoerde briefwisseling, tot den Riad gewend, om goedkeuring te vra gen op het plan tot uitbreiding op een ge deelte van het terrein voor 't Kurhaus aan de landzydo, aan de Mpy. in erfpacht uitge geven, welk plan ook na wyziging, waarby tusschen do ontworpen Galeries en het Eótel des Galeries een plein van 20 by 40 M. blyft bestaan, de goedkeuring van B. en Ws. niet kon verkrygen. De Mpij. behoudt zich voor, waar B. en Ws. het gansche terrein zyn karakter als plein wenschen te doen houden, het geschil hierover op grond van het erf pachtscontract eventueel aan de beslissing van scheidsrechters te onderwerpen. Naar men verneemt, worden er plannen voorbereid tot het houden van eene tentoonstel ling van voorwerpen van kunsten nyverheid uit Nederlandsch-Oost- en West-Indié in Mei 1896, in het Kon. Zoölogisch Botanisch Genootschap te 's-Gravenhage. Ook de visschers in de gemeente Het Bildt, die by den storm van 24 Maart jl. aanzien- ïyke schade hebben geleden, hebben van de Koningin en van de Koningin-Regentes een geldeiyke ondersteuning, en wel ten bedrage van 400, ontvangen. B. en Ws. van Amsterdam stellen den gemeenteraad voor, om den heer dr. J. Rit- zema Bos, leeraar aan de Landbouwkundige School te Wageningen en directeur van het Phyto-pathologisch Laboratorium Willie Com- melin Scholten te Amsterdam, te benoemen tot buitengewoon hoogleeraar in de ziekteleor der phnten aan de gemeenteiyke universiteit, buiten bezwaar der gemeentekas. Volgens een particulier schryven van Curasao heerscht op het eiland al sedert go- ruimen tyd een groote droogte. De oogst der maïs, het hoofdvoedsel der inlanders, is zoo goed als mislukt; dientengevolge zyn de pry zen van ryst en andere levensmiddelen zeer ge stegen. Allerwegen is aan drinkwater, inzonderheid voor het vee, groot gebrek; er wordt algemeen zeer naar regen verlangd. Op last van H. M. de Koningin-Regentes brengt de directeur van het Kabinet der Koningin ter algemeene kennis, dat gedu rende Hd. verbiyf in het buitenland, allo aan het adres van H. M. gerichte brieven moeten bezorgd worden aan het Kabinet der Koningin te 's Gravenhage, alwaar voor eene geregelde opzending dier stukken aan E. M. zal worden zorg gedragen. Mr. A. M. D. baron Sweerts de Landas Wyborgh, secretaris van de Nederlandsche legatie te St.-Petersburg, is te 's-Gravenhago aangekomen. Naar wy vernemen, is tot geneesheer directeur van het krankzinnigengesticht in Suriname benoemd de arts dr. F. C. Dobberke, geneesheer van het krankzinnigengesticht „Meerenberg", te Bloemendaal. (N. R. C.) De minister van marine heeft den adel borst der 1ste kl. H. W. Verkerk, dienende aan boord van Hr. Ms. pantserscbip „Guinea," met 1 Juni a. s. op non-activiteit gesteld. 20) Ze ging by zichzelve al de liefdesgeschiede nissen na, die zy reeds gehad had en die er steeds mede geëindigd waren, dat de heeren ten laatste het werkelyk meenden en voor een tydlang ongelukkig waren, terwyl haar hart vry bleef. Hadden zy gevoeld wat zy nu uitstond? Ze dacht aan Tom Miller. Deze had gemeend dat zy hem beminde; hy meende daarvan zeker te zyu, maar zy had hom ge antwoord, dat hy heel dom was geweest om haar zoo verkeerd te begrijpen. En Horace Wright 1 Wat was hy woedend op haar ge weest I Hy beweerde dat ze met zyn hart gespeeld had en hem met opzet zoo in hare netten had verstrikt, om hem voor zyn leven ongelukkig te maken. Sinds dien tyd was hy werkelyk den verkeerden weg opgegaan. Maar dat kon zy toch niet helpen? En dan die arme Charlie Waterman! Hy had haar geen enkel woord van verwyt toegevoegd, maar dat maakte het juist nog ondraaglykor. Zy had nooit vermoed dat hy zoo byzonder veel om haar gaf; by scheen altyd zoo zacht zinnig en kalm; hy was byna te lief voor een man. En ze amuseerde zich een paar maanden met hem. Maar ton laatste verveelde hy haar en ze zeide, dat zy hem vreeselyk aardig vond en dat ze steeds goede vrienden zouden zyn, maar verderzy beminde hem niet. Hy had haar toen aangezien zonder te spreken, maar zy had zeer goed bemerkt, dat ze hem groot, onuitsprekeiyk groot leed had gedaan. Het speet haar werkelyk voor hem en ze stortte later een paar tranen er over. Kort daarna stierf Charlie aan de koorts, niet natuuriyk aan eene teleurgestelde liefde. Daar gaat men niet van dood! Na hem had zy dien grooten idioot Jack Wigborn gehad. Ze wist van het eerste oogenblik af, dat ze nimmer met hem zou willen trouwen, maar ze haalde hem aan, om Mary Poole een beetje te plagen, van wie men zeide, dat ze smoorlyk van Wigborn was. Iedereen beweerde dat zy juist eene geschikte vrouw voor Wigborn zou wezen en dit kon Betsy niet uitstaan, want het meisje had vuurrood haar. Maar zou die Mary met heur rood haar en hare groote ooren hetzelfde gevoeld hebben als Betsy nu? Neen, natuurlijk niet hetzelfde, want die domme Jack was niet te vergeiyken met den graaf. Toch zag Betsy nu in, dat ze Mary groot verdriet moest gedaan hebben. Haar gezichtje werd hoe langer hoe ernstiger, terwyl ze over dit alles nadacht. Iedereen had haar altyd eene kleine coquette genoemd en zy was er rond voor uitgekomen, dat ze dit was. Nooit had ze voorgewend iets anders te zyn. Zy kon toch niet helpen, dat de mannen verliefd op haar werden? Waarom wilden ze ook niet gelooven, dat ze nooit iets meende van hetgeen ze tegen hen zeide? En was dit thans ook met den graaf het geval? O, haar geweten zeide haar dat ze dit verdriet verdiende. Ook Louise was terneergeslagen. Ned ging weg en zy had zyne liefde van de hand ge wezen. Had ze daar wel goed aan gedaan? Ze wist dat nimmer iemand haar inniger en oprechter beminnen zou dan hy. Ze vroeg zichzelve af of zy hem dat antwoord had mogen geven; had zy niet iets weggeworpen, dat later voor haar van onschatbare waarde kon wezen? En gevoelde zy niet meer genegen heid voor hem, dan ze tot nu toe eigeniyk zelve geweten en hem gezegd had? Geen zyner woorden, geene zyner geringste be wegingen ging nu voor haar verloren. Het was niet Yon Lindenfelz, die de boeren kinderen vriendeiyk toesprak, maar Prentiss. Von Lindenfelz had een byzonder mooi klein meisje aangewezen en had haar opmerkzaam gemaakt op de schilderachtige kleeding van een ander, maar het was Prentiss, die hun toeriep, dat zy hunne zware pakken achter aan het rytuig zouden hangen, totdat ze by een kruisweg weer verplicht waren hun last op den rug te nemen. Het was Ned, die, met wien hy ook liep, nooit een oogenblik tante Sarah in den kleinen ezelwagen vergat. Hy zag altyd den steen of den boomwortel, die vermeden moest worden, om de oude dame niet te veel te doen schokken. Eens kwam zy by een boom, die dwars over den weg lag, welken zy te volgen hadden, en de graaf stelde voor om te keeren, omdat er geen kan3 bestond het wagentje er over te krygen. Maar Ned zag daar geen bezwaar in. Hy hielp eerst tante Sarah er voorzichtig uit, sloeg toen met den jongen, die was mee gegaan, de handen aan het lichte karretje en lilde het er overheen. De graaf stond al dien tyd tegen een boom geleund met een lachend gezicht dat aan te kyken. Louise verwonderde zich er over, dat ook hy niet aanbood om te helpen. Hy scheen toch even krachtig als Ned. Ze bereikten eindeiyk de Wildsee. Het is een klein meer, aan alle kanten ingesloten door heuvelen, alsof het zich een rustig plekje uitgekozen had om te gaan slapen. Een vyverl Precies een eendenvyverl riep Prentiss. Hy is zelfs niet groot genoeg om er met eene kleine boot in rond te varen. En dit noemen ze de Wildsee. Wel, heb ik ooit van myn leven I De graaf haalde zyne schouders op en wendde zich tot Louise. Gy zyt niet teleurgesteld, is 't wel, juffrouw Louise? Neen, zeker nietl Ze erkende en gevoelde al het schoone dezer natuur. Het donker blauw-groene -bladerdak boven hunne hoofden, de met varens begroeide oevers, het helder blauwe water van het vreedzame meertje, dat daar kalm en als in een droom lag te slapen. Het is prachtig, zeide ze. Maar natuur iyk vindt niet iedereen behagen in hetzelfde. Wat door den een mooi gevonden wordt, laat den ander koud. Het zou hier op aarde vry vervelend zyn, indien we allen denzelfden smaak hadden. Dat is mogelyk, antwoordde de graaf, maar ik kan niet gelukkig zyn, indien het hart van haar, die ik bemin, niet even vurig voor my klopt, als het myne voo; haar. Al hare genoegens moeten de myne zyn, al hare smarten door my kunnen gevoeld worden. Batsy en Prentiss waren bezig to zien wie een steen het verst over het water kon doen scheren. Tante Sarah zat dicht by hen. De graaf en Louise waren geheel alleen, toen zy hunne wandeling om de Wildsee voort zetten. Louise staarde peinzend naar het meer. Neen, antwoordde ze ten laatste. Ik veronderstel dat u golyk hebt. Er moet ware sympathie tusschen twee menscben bestaan, kan er van ware liefde sprake zyn. Maar nu vraag ik u: wat i3 ware sympathie? Ach, juffrouw, kunt u my dit vragen? Hebt gy dat niet kunnen uitvinden? Daar ben ik niet zeker van, antwoordde ze langzaam. Hoe weet ik, of ik iemand ge vonden heb, die in alle opzichten mot my sympathiseert, indien ik niet kan zeggen wat dat is? Ware sympathie? fluisterde Von Linden felz mot die stem, die voor haar zooveel aantrekkelyks had, ware sympathie? Is dat met wat ik voor u gevoel? Is dat werkelyk zoo? vroeg Louise ernstig. In alle opzichten? In het goede, zoowel als in het schoone? Ja, in alles l Zyne gansche ziel weerspiegelde zich schyn- baar in zijne oogen. Wat las zy daarin nog meer dan by weiim'-htv, dat zy er in lezen zou? Ernstig bleef ze hem aanstaren. Neen, niet in alles, graaf Von Lindenfelz, sprak ze met een droevig glimlachje, waar mede ze hem vergiffenis scheen te vragen, dat ze zoo in hot diepst van zyn hart gelezen had. Niet in alles. Alleen in het schoone. En in het schoone niet tevens het goede? vroeg hy. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1