Wedstrijd, (I lliiRli (lulden. T af elSsier. Indiener-, Dorfltmunöer-, t. j. REGEUR, Tel* 102. l Bin Algemeen Adresboek van Nederland. CHR. ZANDBERGEN, Studenten-Roeibond. ZONDAG 26 li KI 1865, lOIfcWM tS Hll. Firma J. HQEFFTCKE&Zn~ LAGERBIER, enJMUlllia MENGELWERK. Vervolg der Adverteiilicn. II. J. GAKKETSEN, Extra-fijne CITROERBITTER. HOOGE WOERD 117, elk lot met een prijs getrokken wordt. sas Iedere maand UNIVERSITEITS- Voorhanden KORSETTEN van af 1.75. Ook fraaie Fransche Korsetten. Zuid-Hollandsch Hoofdagent voor Leiden en Omstreken. HA.SSEZjMA.DI E ANDER, Aaltje, de jolige keukenmeid. Reeds als kind stond Aaltje bekend als de vroolykste meid uit de heele buurt. Geen pretje was er in huis of op straat, of Aaltje was er bjjmeestal was zij er de hoofdper soon van. Hare geliefkoosde speelgenooten waren de jongens. Dit dreef z(j zelfs wel een weinig te ver, ton gevolge waarvan zy den bijnaam van „de halve jongen" verwierf. En de jongens waren zóó gewoon haar ge heel als een der hunnen te boschouwen, dat zy alle galanterie, die knapen anders tegen over hot zwakko geslacht meostal eigen is, uit bet oog verloren. Goen knaap kwam het ooit in de gedachte om Aaltje bijvoorbeeld '8 avonds van de:i naaiwinkel to gaan halen of naar de catechisatio te brongon. En om haar een kus to ontstelen.wel, oer zouden zy hunne eigen zu-jes omhelsd hebben! Haar vad9r, die scheepitimmerman was, boweerde altijd, dat zijn dochter als meisje op stapel gezet, doch or als jongen afgeloo pen- was. Al vroeg openbaarde zich bil haar eene neiging naar den „militairen kant". Dikwijls kon men haar door de straat zien marcheeren aan het hoofd van een troep jongons, over wie zij het commando voerde, en dio, met stokken gewapend, gewillig de orders opvolg den, die Aaltje met krachtige stem door de lucht deed klinken. Zy voerde hen aan by de gevechten mot do jongens van do vijandige, naburige straat, en als zy met het voorste gedeelte der rokken dom* de beenen getrokken en van achteren vastgespeld, zoodat zy er uitzag alsof ze een zouavenbroek aanhad, zonder den steenenregon to ontzien of de als hagel neervallando riem on stokslagen te vreezen, midden tu3schen d9n vijand invloog, dan klonk eon hoera uit aller knapen mond en do niet zeer hoogo moed steeg plotseling boven A. P. en weldra stoof de vijand naar allo richtingen uiteen. Toen zij van deze strategische bekwaam- hoden oen paar raaien blijk gegeven had, ver loor zy don bijnaam van „balvo jongen" en kreeg zy don eeretitel van „Napoleon". Als het in don Spaanschen tijd geweest was, zou uit dat meisj) bopaald een Trijn Van den Leemput of een Kenau gegroeid zijn. Nu. in onze ijzig-kalme dagen, nu de harts tochten slapen en de Muzen een dutje doen, nu is er van Aaltje een prozaïsche keuken meid geworden, een „jolige" wel is waar, maar oen keukenmeid. Dat koukenmeid-worden ging intusschen nog niet zoo heel vlot. Natuurlijk moe3t zy daar voor eerst alle stadion dier kwaal doorloopen kindermeid, werkmeid, tweodo meid, linnen meid, meid-alléén on toen eindelijk kouken meid. Onder al die voorbereidende oefoi ingen had zy zich het rampziligst gevoeld als meid- alléén. Neen, het was iets verschrikkelijks voor haar, daar 's avonds moederziel alleen In zoo'n keukon te zitten „apegapen" met geen andere aanspraak dan de kat en geen andere opwekking tot vroolijkhoid dan een hoogst ernstig boek en oen kop koffie! Neen, zij moest vroolfikheid om zich been hebben; zij moest hooren lachen,'hooron lachen om hare snaakschheden, en haar mond kon niot tegen dit „stilstaan"; praton moest ze. Daarom moest zo een dienst hebben, waar meer boden waren, en legde zy zich met ijver op een „specialen tak van dienst" de kou ken toe, zoodat zy zich weldra als bekwame keukenmeid kon verhuren. Toen zij den kindermeidschoenen bijna ont wassen was, had or eeno merkwaardige vor- andering in het gemoodsleven van Aaltje plaats gegrepen. Op een goeden avond, terwijl zy aan bet bedje van oen aan hare zorgen toevertrouwd wicht, dat niet slapan wou, zacht zat to neuriön, poinsde zy over de ver vlogen prettige dagen barer kindsheid, toen zij met de jongens stoeide en vocht en over drn grond rolde, en zie, plotseling keek zy schuw over haren schoudor, alsof zy moonde dat iemaud haar bospiodde. Zy was verlegen mot zichzelve, bloosde 011 drentolde met ter neergeslagen oogen door de kamer. Het on- noozele kindje in het bedjo sluimerde nu zacht- kens, en als Aaltj 3 er aan dacht, of dat meisje ook eens de rokken tusschen de boenen zou trekken on soldaatje spelen mot de jongens, dan begon haar hartje sneller te kloppen, zy verlangde naar frissche lucht en vroeg of zy even een boodschap mocht gaan doen. Zy mocht een boodschap gaan doen en op dio kl.ine avondwandeling openbaarde zich weer de neiging naar „don militairen kant". Een korporaal van do infanterie deed deze in hare borst herleven. Zy sloeg wel spoedig de grooto bruine kijkers neer, waarin hij zoo guitig zyne blikken wierp, maar ondanks haar blos, ontplooiden zich hare kersroode lippen en lieten den krijgsman zoo'n paar ryon engel reine tanden zien, dat, al ware hy te laat op 'c appèl gekomen maar 't was nog vroeg genoeg hy 't niet zou gelaten hebbon haar ts Volgen. Zy versnelde haren pas; maar ook do waarborg onzer onafhankelijkheid „zjtte do sokken er in", zooals hy dat later in do kazerne noemde. Maar zy bloof hom steeds vóór, on eindelijk, juist toen by haar op zyde kwam, snelde zy do stoop van „Mevrouws" huls op, opende do deur, deed deze snel, maar zacht dicht en sprong in het zijkamertje voor het venster. Do korporaal, zoeals korporaals en andere aorgeiyke teleur gestelde menschen doen, liep oen eindje door, maar keerde torn op zyne schreden terug en b koek nauwkeurig het huis. Zy ging een weinig achteruit, maar toch niet zóó ver of de korporaal zag genoeg van haar, om, dank- baar voor dezi attentie, zeer beleefd de toppen der viogers aan de politiemuts te brongon. Dien nacht sli jp Aaltje niet spoedig in. Zy woelde lang met kloppend hait op hare leger stede, totdat zij eindeiyk in de figuren van h lar lodikantbehang een grooien koperen knoop meende te ontdekken en daar zóo lang naar tuurde, dat zy in een soort van hypnotischen slaap viel. Nu droomde zy weer van hare kindshïid, zy voerde de jongens weer aan in dtn stryd, en met een blijden glimlach op het onschuldig gelaat, marcheerde zy triom fantelijk aan het hoofd van haren troep weer naar de straat harer inwoning. Maar toen zy 's morgens wakker werd, zuchtte zy. Zy miste iets, zy voelde dat zij een gansch ander mensch was geworden. Zy koek in den spiegel en meende zelfs, dat haar gelaat veranderd was. Met meer zorg dan gewooniyk werd het haar opgemaakt; het mutsje word eenige malen verschoven opliet mooie bruine kopje, om to zien of het zóó beter stond dan zóó; voor hot eerst van haar leven vond zy haar japonnetje niet mooi; en toen de korporail des avonds op hetzelfde uur als don vorigon dag toevallig voorbijkwam, toon stond zy toevallig voor het venster van het zijkamertje. Nu, met de geschiedenis dor eerste liefde van Aaltje zal ik u niet bezig houden. Haar lot was beslist, zy ging „in t militaire". De korporaal dor infanterie maakte het niet lang. Hy ruimde zUne plaats in voor een ondorofficHr van de mineurs, die op een goeden avond, tot zijn niet geringe verbazing, maar overigens mot een, vooral by krijgslieden te waardeeren, kalmte haar lachend aan den arm van een gewonen „stukkerijer" zag voorbij wandelen. Aallj 3 koek meer naar lange wapens dan naar rang of stand, zoodat zij ten slotte nog woer do voorkeur gaf aan een korporaal vari de huziron; en al3 de lansiers nog bestaan hadden, dan zou zy gewis dezen met liare liefde bevoorrecht hebben. Onder al deza verwisselingen van garnizoen en regiment was Aaltje inmiddels tot keuken meid gestegen, en nu kon zij zoo grappig verhalen van al hare avonturen, die ze in haar leven gohad had, dat hare mededienst baren het uitproestten van lachen en zy al spoedig den naam had van „Aaltje, dejjlige keukenmeid." Vooral als zy rumpudding of maden-saus had klaargemaakt, dan was zy 0 zoo spraakzaam, veel spraakzamer dan mevrouw zou geweest zyn, al baade zij go heel alleen de gansche madera-saus uitgedron ken. Dan kwam altyd de „lange stukkeryer" op do proppsn, die zóó lang w^s, dat zyn hoofd reikte tot aan do bovenste plank van do pottenkast, en wion eens, toen zy hom daarin, onraad bemorkendo, vorborgen had, een grooten koekenpot op het hoofd was ge vallen, waarmode hy liet half uur, dat movrouw in de keuken bleef, heldhaftig bleof gedekt. By al haro joligheid nam haar levensloop toch een tragischen keer. Zy ontdekte tot hare grievende teleurstelling, dat ons leger met zeer zelfzuchtige bedoelingen is behept. Niet haar hart was het, dat hunne wen- schen kon bevredigen neen, het waren hare karbonaden^ haro worsten, of liover de worsten en do karbonaden van mevrouw, waarnaar de snoodaards voornamelyk baaktan. Het waren hare rummetjesl Als zy één dag oversloeg, dan kwamen zy den volgenden keer eon half uur „over tyd!" Toen zy dat „in de gaten" kreeg, voeldo zy zich zeer ongelukkig, 't Was meer dan haar liefhebbend hart verdragen kon, en do madera saus en de rumpudding werden hoe langer hoe minder pikant. Eens, op oen Zon dag-avond, toen mevrouw des middags zolfs verklaard had, dat saus noch pudding te eten waren, zóó flauw waron beide, joeg zy baren laatston huzaar op de meest smadelijke wyze van de deur en zwoer don krijgsmansstand plechtig af. En toen onverklaarbare tegenstrydigheid van het vrouwelyk hart! toen werd ze tono hartstochtolyku bewonderaarster van do kleine burgory. Aanbidders had z\j nog in overvloed, zoodra hot maar bekend werd, dat zy vacant was. En zy gaf do voorkeur aan het kleinste kereltje een kleermakertje, dat haro kameraads beweerden ooit in haar loven ge zien te hebben. Het ventjj was juist zoo groot, dat by onder haren arm kon door- loopon, als zy dien rechthoekig uitstrekte; maar by stond bekend als een boosaardig manneke, mot eon wraakzuchtig hart. Dat trok Aalijs zich niot aan; als hy haar maar liefhad, dan zou zy dio boosaardigheid er wel uit krygen! Het word oen oorlyke verkoering tusschen die twee, on loan een der dienstboden bu de gelukwensching voegde; „Nu moog j9 wel vast voor oranjebloesem gaan zorgen," merkte een ander boosaardig op, dat die laatste huzaar misschien nog wel een takja voor haar had. Biymoedig ging het kleermakerijs in ondortrouw. Het was prachtig weer dien dag en dat wokte een voorgevoel van toekomstig geluk in Aalt jas gemoed. Maar, helaas! al den tyd, dien zy onder do geboden stond, rogonde het al harder en harder en hare droefgeestigheid hield gelyken tred met hot aantal millimeters gevallen water, dat de officiééls regenmeter aanwees. Eindeiyk, op den laatsten avond vóór het huwelyk, zuchtte zy: ,Och, als er morgen maar genoeg blauw aan den hemel is voor een nieuwen baaien rok, dan ben ik tevreden." Maar er was geen blauw genoeg aan den hemel voor een baaien rok. Yan grauw, dronkergrau v - b(j zwart af had ze wel een gansciion u izet, mot begrafenis- en rouw- pakkan voor de talrijkste familie, kunnen laten maken, maar van blauw geen spoor. Met. een somber voorgevoel stapte zy voor hem uit in de bruidskoets; zy trouwde met „militaire eer," want van ieder wapen stonden er eenige afgevaardigden voor hare deur naar dat instappen te kyken. Vóórdat zy op het stadhuis kwamen, was er al een wiel af geloopen, en toen zij van daar naar do kerk reden, gingen de paarden op hol en reden er voorby, alsof zy ni9t wilden, dat op zulk oen verbintenis oen zegen werd afgesmeekt. Nu, de beesten hadden geiyk! Maar toch werden zy tot staan gebracht en werd de zegon wel afgesmeekt, nu juist met met bet gevolg, maar het gebeurde toch, dat Aalijo veertien dagen later al herhaaldeiyk do oplegging der handen van haar boosaardig eebtgenootja ge voeld had. Dat was te veel! En toon zy nog uitge lachen werd bovendien door hare vroegere kameraden en haro klaploopende bewonderaars, brak haar het hart, en daar de kloermak9r geen madera-saus en rumpudding by zijn diner gebruikte, encanailleerde zy zich mot andero dranken en stierf na een kortstondigen echt den proz-üschen dood, die meer algem9on be kend i3 onder den naam van „stikken in de jenever." De klaermeker adverteerde, dat tot zyn diope droefrieiJ Aaltje overlolen was, dat zyn zaak op donzelfden voet zou worden voortgezet en dat er een leerjongen gevraagd werd. De moraal van de geschiedenis is, dat het niet veel baat of men al „jolig" is. Ik heb Aalijd verladen week zien begraven. Aan het graf stond de kle3rmaker met een fijn zwart pak aan en een gelegenheids- gezicht voor. Geen bloam, geen krans! Op eon kleinen afstand stond oen huzaar met oen lange sloepsabel op zyde en keek nu eens naar don koelen kleermaker, dan weer naar dien akeligen kuil. En des krygsmans onderlip trilde een weinig. Misschien dacht de man aan do grooto vvorston on karbonaden en aan de rummetjes. Het kerkhof heet De L'efde," waar „Aaltje, de jolige keukenmeid," begraven werd. Ecne liulric qaq de n Ou<l-(Iurgemec$tcr BI. IB. TEItWEE. Nog voor twee jiren wa3 de gemeente Oagstgeest op den 10 ion Mei in vollen feest dos; kinderen en vogels zongen en danktin den Hear dat Hy den liter II. li Terw'eé tot hot welzyn van Orgs!geest zoolang had ge spaard; en thans, hojwcl nóch kinderstem noch vogelenkooi? treurt, maar zingt en kwin keleert in do frissche natuur, ga.it hy, zyne krachten tot heil Wfn réien uitgeput hebbende, eeno wtfrerchoride rust smaken. Veel, zoer veel. go ids heeft hy, na zijn opt roden als Burgemeestor in de gemeente Oegstgeost, gewrocht, waarom hom dan ook moi igvuldige onderscheiding in den tyd dat hy dit ambt te O-gstgoest c n te Voorhout bekleedde, uit dankbaarheid, zoowel van boo- gjro autoiiteiten als van do ingez.tonen, ten deel viel De zo waren dan ook aan hunnen Burgemcoster verknocht als het volk aan den Vader des Volles", zoodat zy hom op zyn vijf en twintijja> i(j jubileum als Burgemeester van Ojgstgoest den eeretitel van Burger- vader" sc lonken, waarop hy thans nog met eer en fijihoid wyst. Doch niot alleen hec-ft hy zich in al dien tyd verdienstelyk gemaakt door zyn bestuur, maar bovendien hoeft hy zich boyverd om van zyne leerlingen nuttige leden der maat- schappy te vormen, op wolk work hynuook met trots mag neerzien, daar üy door zyne voorbeeldige leiding ni.t alleen hooft govormd „Burgemeesters van dorpen", maar ook „Bur gemeesters van steden" en léden van Provin ciale Staton, bovendien secretarissen van dorpen en een secretaris-examinator voor de commissi3 van het examen voor gemeente secretaris of ambtenaar; waai on alzoo door ons met een zekeren trots wordt gezegd, dat wy zijne leerlingen waren; en juist daarom heelt het my als oud-volontair ton zeerste gegriefd hetgeen hem, die zich opofferde voor zyne gemeenten on leerlingen, door een ondank baredie meer verplichting aan hom heeft dan menigeen weet, sinds eenige jaron in zyn be stuur word aangedaan, zonder dat hijrtegen, hoe onverklaarbaar ook, door dat bestuur protest werd aangoteokend. Geniet daarom dan ook thans, waardige grysaard, nog tal van jiren na uw verdienste lyk lovpn eeno welverdiende rust, dio ik, zoo ik hiervoor ooit in do gelegenheid mocht zyn, hoop te veraangenamen. X., 19 Mei 1895. Een dankbaar leerling. Oud-Holland op dc Anijttcrdamsclie Tentoonstelling. Oodt-HollantWêghicy-ser met printocrbesl- dinghen is verschenen. Zooala blykt uit het „Extract uyt do Privilegie" op de eerste blad- zyde, hebben de „Staten-Generael van Oudt- Hollant Martinum Kalff, History-schryver ordinaris van donselven Lande", verlof ge- goven en privilegie dezen wegwyzer uit te geven en is by deze „Privilegie" tevens iederen Amsterdammer en Nederlander geboden dit boskje te koopen en te lezen „by poene van verbeurte van veelderley Vermaecks ende daarenboven van de summa van drie hondert Wilhelmi Guldons", onz. De schryver heeft in het boekje, waarvan de vier hoofdstukken elk op een andere wyze gedrukt zyn over de geheele bladzyde met vignetten tusschen den tekst, in twee kolom men met toekeningeljas uit Oud Holland, op dezelfde wyze met Elzevier-initialen, en over driekwart kolom met aanteekeningen, opmer kingen en citaten in een smalle kolom rechts van de bladzyde, eerst eene inleiding ge geven. Daarna in Binnen de Vestevolgt, naar aanleiding van wat hier te zien is, een beschrijving van onze steden in den ouden tyd, van de bouwstijlen, d e gevolgd worden, de versieringen, de verlichti g, de burgerwachten, enz. Straatnamen heet het volgende hoofdstuk, waarboven een bonte rij van koddige figuren, die de namen der straten in een optocht zullen vertegenwoordigen. Over de afkomst der straatnamen, die zoo dikwijls verdraaid en verkeerd verklaard zyn, weet de schryver aardigo bijzonderheden mee te deelen. Eindelijk De Feestelijkhedenwaarin wy een woordje vinden over do feesten, die men dezen zomer in Oad-IIolland denkt te geven en de aanleiding daartoe. Ook een paar liedjes uit den ouden tijd, van Brodero, van Starter en anderen, een mot het wysj3 waarop het werd gezongen, een oude „Marsch van Zyn Zaarsche Majesteit Peter de Grooto" ontbreken niet on helpen moe om ons 111 Oud Hollaadsche stemming te brengen. Men zal meonon dat de kleeding van Jong- Holland zal stryden met dio omgeving. Do schrijver van do „Weghwyser" weet daarop echter raad. Hy zegt: „En ineen nu nijt, dat wy toeschouwers in onzahedendaagscha pakjes naast al die ouderwetsche prachtgewaden en plunjes (bij een optocht als die van Maria de Medicis bijv.), eigenlyk misplaatst zyn. Vol strekt niet. Natuurlyk had Maria do Modicis, te midden van die losse, schilderachtige kleody, ons in onze styvo, sraakelooz9 jassen, broeken en hoeden ook al opgemerkt en een harer hooge geleiders gevraagd wat dat eigenlyk voor volkja was, en daarop hoeft de Pensionaris Willem Boreel, heer van Durnbeke, haar ingelicht: „Desolven zyn trefTelycke borghers van Amsteldam ende roem-waerde opghesetenen deser landen, dewelcke sich tot vorlustrngho uwor ooghen in momma-packxkens toeghe maeckt hebben. „Fy fy, wat ou-bolligho, nieu-suchtighe snaeckonDen swierighen hoedt hebben zy mis valligh stramno laeten parss:n, gelyckenda een aerden pot! De overlangbe hosen inder maniero van stelten, de rechtveerdighe rock naeder aert van een dwanckbeys maecken haer tot stockvi8schon, nochtans de leovende couleur van desulcke missende! „Uwe Majesteit verwaerdighe sich goedtjon- 8tigb haor minnelyck wegheus haore dolhoyt te bogenaedighen." UITLOTING EN. Bnmelscho Loton van 183o. Trok king van lö Mui IS!)}. 71 soriofin: 244 1 '318 30.77 f.4 113483 22512 31703 f.5 784 <4JOJ 23MO 337 6631*2 61451 21453 3b7G) f6 61 65 4 5 2 67 7 41330 f72 .1 60271 i5315 4 623 58 UO 60079 27050 443.7 58 6 19203 '.7024937-1 Cl'JO'J 6021-7 1.07 1648 89-8 üSOO Hll 9-35 16746 1773 70045 89132 98581 702'4 fOim 1003.3 2673 SOOOO 10167 7 73176 $1312 101062 73-22 91600 04521 7c933 91070 11 l.G '.8049 9}!Oul II 497 II 9440 1 111576 301 6 5043J 62461 6087O SDI 9 978 4 Al do nummers, in bovenstaande soricün verv.it, waar op niot do re-oils in oon vorig iiiumuor vermelde [iroruiOn z()n govallon, x\}o aflosbaar mol 110 Ir. De ondergeteokonde beveelt zich minzaam aan tot het leveren van alle soorten Wijnen, Likeuren en Gedistilleerd. Op prima dualiteiten en nette en prompte bodiening kan worden gerekend. Hoogachtend, UEd. Dw. Dienaar, 3132 17 voorbeen N. v. WINGEN, Hoogewoerd 11V. NB. Gelievo vooral op het adres te letten. VRAAGT STEEDS HET Onmiddellijke winst! Slechts 12 op elkander volgende, en nu beginnende grooto trekkingen, in welke bepaald ecne trekking, ra Elke deelnemer kan bierdoor van de te verloten ca. 3529 25 pry zen van fl. ISÖ,Ol>'>, 110,000, 100,000, enz., enz., tot ca. IJ. G200, 3 70O, 1 25O0, enz. In geüd winnen, terwyi hjj in het ongelukkigste geval meer dan van het inleggeld terugontvangen mo-t 43775 loten, j 43775 prjjzen. Prospectus franco. 410 OOOfr. als waarborgfonds gedeponeerd. Bijdrage slechts 3 Gulden per trekking. Opname dage- j lyks, alleen door het Bankhuis ALOIS BERXHAKD, Damrak 83, Amsterdam. Die iets te vorderen lu b ben van of verschuldigd zyn aan de nalatenschap ,.n c'en Heer A. 1AW ASSUM, in leven Brood bakker te Leiden en aldaar op 7 April 1895 overleden, worden verzocht daarvan opgave of betaling te doen ten kantore van Mr. J. A. F. COEBERGH, Notaris te Leiden, voor of op den lsten Juni a. s. 3450 9 gewezen Bouwman te Rynsburg, is 1 KR HUISD naar den 3623 6 IVIaresi ngel IVo. 23, gemeente Leiderdorp. NEDERLANDSCHE te één uur, op het EntreeprijzenTribune en Tribune-terrein fl- Bepalingen voor vaartuigen, die den wed- stryd bezoeken: a. geweerd worden alle stoombooten en vaartuigen, die ontrée heffjn. b. geene vaartuigen worden t09gelaten tot liet terrein van den wedstrijd dan die voorzien zyn van eene karrt, afgegeven door den secretaris der N. S. R. Kaarten zijn verkrijgbaar by den Heer F. PUTMAN CRAMER, Oude Delft 25, to Dellr, tot Donderdag 23 Mei, des nachts 12 uren. c. eene pacht van f2b.— wordt gehevon van elke stoomboot boven de 20 ton, beneden de 20 ton f 10. die met een gezelschap den wedstryd bezojkt (kaarten eveneens by den secretaris aan te vragen). d. te 12^ uur is de scheepvaart op het wed- strydterrein afgesloten; vaartuigen, die na dien tyd komen, worden nist toegelaten. e de vaartuigen, welke den wedstrij 1 be zoeken, inogen alleen aan den weste lijken kant van het Spaarne vas(ge meerd liggen. 3629 40 Breestraat 94, Leiden. Instrumentmakers van het Zieken huis der Rijks-Universiteit. Rcenhengels, Breukbanden, Buikgordels, Elastieke Kousen, Kniekappcn, Korsetten op maat, die borst en maag vrijlaten en geen» onaangename druk king veroorz ken,en rochthoudende Korsetten (nok voor Kinderen), di» do verkromming tegenhouden. 308 25 het vsnouds gerenommeerde 3211 30 3 op fust en gebotteld, verkrijgbaar by dagelijks verkrijgbaar. Ijeiden. Hoogewoerd 113. GROOT MAGAZIJN van Tapijtgoederen, Gordijnstoffen, Vloerzeilen, Karpetten, Tafelkleedea, enz. Uitverkoop van alle Goederen contant wegens a. s. verbouwing cn vergrooting der Magazijnen. 3625 14 3031 10 Ongeveer 200,000 Adressen van Handelaars. ƒ10.Uitgave van NIJGH VAN DITMAR. Rotterdam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 6