do ingenieur 1ste kl. b/d. waterstaat, de hoer Gassend yk, en de inspecteur der registratie en domeinen en enktla andere autoriteiten. De wacht aan het hotel wordt om beurten betrokken door infanterie en koloniale reserve. Het „Handelsblad van Antwerpen" deelt omtrent de andiëntie van den gouverneur van Antwerpen, baron Osy van Zegwaart, door H. M. de Regentes tydens haar bezoek aan 's llortogenbosch verloend, nog het volgende mede: „Voor de receptie der provinciale overheden ontving H. M. do Regentos baron Osy van Zegwaart, zaakgelastigde van Z. M. den Koning der Belgen, en den hoor Do Laet, grifüer der Provinciale Staten van Antwerpen. „Baron Osy van Zegwaart heeft aan H. M. de gevoelens van achting en genegenheid over gebracht, welke den koning der Belgen en gansch het Belgische volk bezielen jegens het Nederlandsche volk en zyne beide Koninginnen. Hy drukte vooral op de nauwe betrekkingen, welke er tusschen de provinciën Antwerpen on Noord-Brabant bestaan. „Do Regentes bedankte hartelijk den gou verneur voor de zending, hem door Z. M. den koning der Belgen toevertrouwd, en sprak goruimen tyd mot hem, alsmede met den grif fier der Staten, den hoer De Laet. „Over verschillende aangelegenheden, België betreffende, deed H. M. zich inlichten, luisterde met blykbare belangstelling naar de verschil lende byzonderhoden en sprak o.a. over het gobruik der talen op administratief gebied." liet uaoolc Keetje. Eon uit do „Camera Obscura" bekende figuur, het „Noord-Brabantsch meisje", is gisteren overleden. Keetje Van der Maade, de vroegere eigenares van het bekende hotel Van Gend en Loos, te Oosterhout, ontving in 1886 nog een bezoek van Hildebranddit was kort na zyn 70sten verjaardag, by welke gelegenheid zy liem een kaartje had gezonden. Keetje was toen reeds 80 jaar By die gelegenheid schonk de schryver haar een exemplaar van zyn beroemd boek en schroef op het titelblad de volgende opdracht: „Aau Keetje Van der Maade, tot een aan denken aan myn bezoek aan het hotel Hilde brand, en hare tegenwoordige woning te Oosterhout, don Oden Juli 1886. HlLDEBllAKJJ. De handteekening echt verklaard door my Nicolaas Beets." Brieven uit de Hol'stad. VII. s-Qravenhage17 Mei '95. Do kermisweek. 't Dagblad gedaan gekregen. Twee Haagscho typen. Becker's nalatenschap. De kermisweck is weder haast achter don rug, voor velen zeker een week vol vroolyke herinneringen. Wy zien daar in den geest Voorhout, Buitenhof en Plein ingenomen door Mack en consorten, door C.irró en Blanus, lustige kermis-muziek laat zich hooren, schorre clowns en kermisschroeuwers lokkon door hun potsen burgers en boeren naar binnoD, „Pakt do leuning" maakt goede zaken en „'t Hoofd van Jut" heeft al menigen slag moeten voelen. Hierom heen en tusschendoor boweegt zich een woelige menigte; op den middag vaders en moeders mot vroolyke kleinen, dwarrelend tusschen de kramen, en het geschreeuw van kooplieden en kramers overstemt het zingen van jongens en meisjes; des avond6 hotsende meiden en huzaron, joe lende en schreeuwende zich een weg banende door de diebt opeengepakte, langzaam voort schrydende menigte, en wanneer straks do drank allor hoofden beneveld heeft, besluiten verwoede vochtpartyen in kramen en draai molens een vrooiyken dag. Zoo ongeveer ging het toe van den tweeden tot den derden Maandag in Mei, onze kermisweek. De hofkermis had oen zoker beroomd ver leden, kon op hare geschiedenis bogen. In 1406 door Willem VI van Beyeren ingesteld, was zy door alle tyden een aantiokkingspunt van vermaak. Johan De Wilt, de koningin van Bohemo en Johan George, de keurvorst van Saksen, bewogen zich te midden der vroo- lyko kermismenigte. Zoo had onze kormis haar geschiedenis, was zy een vorstelyke stichting on zoo werd door liaro afschaffing heilig schennis gepleegd aan oen instelling, welke de traditie een wottig voortbestaan had toe gekend, 't Is waar, de jaariykscho kermisweek deed veleo heelwat glaasjes te veel arinkon, aan de politie werd meer werk dan gewooniyk gegeven, maar ik vraag u, zou het drankge bruik verminderd wezen, zou het doel, met de afschaffing beoogd, bereikt geworden zyn? Ik mag or niet heel veel van gelooven. Bestaat er geen kermis om eens uit te gaan, dan wordt er een andere gelegenheid gezocht. Velo gelegenheden om zich eens kosteiyk te amu- seeren, worden hier hoegenaamd niet gevon den, dus waar zal men lioon? Neon, met het verdwenen der kermis is een uitspannings- gelegenheid weggenomen voor alle standen en mocht weder eens oen bewoging ten gunste van het weder invoeren op touw worden gezet ik zou my er harteiyk in verheugen. Voorshands doen wy het maar met een miniatuur kermis in hot „Casino," waar de „halve wereld" talryker gebruik van maakt dan de „heelo wereld." Op sommige plaatsen dry ven in de grachten poffertjes- en wafel kramen, terwyi Carré denkeiyk binnen een niet te lang tydstip het gemis van het verdere gedeelte met zyn komst zal vergoeden. „Ker mis wonschen" doet mon hier in letterlyken sin niet meer; zoo langzamerhand is er een „genoeglyke zomer" of zooals een exemplaar aan myn deur deed hooren „een verdeelug veurjaor" voor in do plaats gekomen. In deze wensch-dagen wordt men begrypeiykcrwyze coor al wat maar dienend-personeel is, vrien- deiyk aangekeken en n:ot beleefdheden over laden. Maar ook hier speelt la monnaie weder de groote rol; en ik vraag u in gemoede: wie zou daar nu niet vriendelijk voorkyken? Zooals wel eonigszins te voorzien was, hebbon de Staten-vernieuwingen een herstem ming noodig gemaakt. Wie zou nog dat weinigje drukte voor do Staten-verkiezing hebben verwacht? De heer Schuurbeque Boeye was door zyn terugtrekken hiervan de schuldige en had by zich weder herkiesbaar gesteld de gemoederen waren zeker in ru6te gebleven. Toch heelt deze verkiezing voor ons een zeker gewichtig cachet gekregen Door de drukke opkomst? Men kan wel raden van neen, nog geen derde der kiezers kwam ter stembus. Neen, de katholieken hebben de oud-conservatieven eindelyk heen laten loopen en zyn op eigen beenen gaan staan, en met slechts twee candidaten te stellen heeft deze truc hun een aardig succes bezorgd, met een byna zekere verkiezing van één en eene waar- schynlyke verkiezing van beide candidaten. Aardig i3 het eens te zien welke beteekenis het Dagblad-clubje hier nog heeft. Zoo heel eventjes kon het nog den heer Borret aan bevelen, maar den heer Michiels, neen, dat niet, in geen geval. Dat was wel zoo te begrypen, dat het Dagblad haar jonge, doch krachtige concurrent niet in den president-commissaris dier vennootschap zou volgen. Aangenomen nu dat er nog geweest zyn, die zich aan dien raad gestoord hebben, dan kan het Dagblad nog altyd op 51 katholieken rekenen. Dat is wat anders in vergelyking, met vroeger dagen! Sic transit gloria mwjcfr'/Intusschen, de atmos feer is gezuiverd en aan dien boginselloozen personen-stryd in 't Hooge "Westeinde een einde gemaakt, 't Liep dan ook wel wat de spuigaten uit en het heeft lang genoeg ge duurd eer die frissche stormwind opstak om die muffe dampen te verdryven. Wat ook de richting zy, wees eerlyk en maak slechts de beginselen tot onderwerp van dien stryd en laat personen er buiten! Do Hofstad heoft weder twee bekende figuren verloren. Vooreerst „dokter Stein". Nog juist was hy aan het einde van den officiëelen termyn gekomen, om door de Regoering ge lauwerd te worden. De Regeering heeft wel weder oen droevig figuur gemaakt met haar blyk van waardeering. Moest dat blyk eerst thans komon? Wellicht heeft de goede, waar dige man het niet eens meer gezien, 't Is treurig, dat or geen verbetering in dat systeem kan komen. Do Regeering begaat toch al geen verkwisting aan deze dienaren der lydende menschhoid. Dr. Stein had die officieele erken ning niet noodig. Zfin verdiensten waren alge meen bekend, en behalve do weldadigheid, ver liest ook de kunst in hem een giooten steun, een warm vereerder. Zyn keurige verzameling getuigde van veel smaak en behoeftige artisten klopten by hom nooit tevergeefs aan, evenals dit ook het geval was by den bekenden uy ver- heidsman Hoek. De hoer Hoek was oen getrouw bezoeker by alles wat op kunstgebied te zien en te hooren werd gegeven. Het is geen geheim, dat de affichesop don muur zyner woning aan de Gravenstraat aangeplakt, hem daartoe ruimschoots in de gelegenheid stelden, maar, de heer Hoek liet het hier niet by. Menig kunstenaar ontving van hem een blyk van waardeering en het is my bekend dat, wanneer den waardigen man behoeftige omstandigheden ter ooren kwamen, hy de eerste was om ruimen steun to verleenen, en wel op zulk een wyze, dat noch de gever bekend, noch de daad publiek domein werd. De heer Hoek is op dit punt wel eens verkeerd beoordeeld, wel uit den aard der zaak, doch nu de dood in hem weder een bekende Haagsche persoonlijkheid heeft weg genomen, acht ik het wel plicht, op deze plaats zyn weldaden recht te doen weder varen. In „Pulchri" is een fraaie collectie schil- deryen en aquarellen byeengebracht ten be- boevo der nagelaten betrekkingen van Fridolin Becker, den bekenden schilder. Johan Gram schreef een waardeerend voorwoord voor den catalogus, waarin ik vermeld vond dat, hoe do zorgzame huisvader ook de tering naar de nering mocht zetten, het hem niet gelukt is zyn nagelaten betrekkingen verzorgd achter te laten. De kunstbroederen hebben zich nu dezen toestand aangetrokken en brachten het puikste byeen, aldus een blyk van sympathie willende geven aan Becker, die onder de broe ders van St. Lucas zeer in aanzien stond. MaarBecker was ook leeraar aan de school van „'t Nut." En nu verneem ik dezer dagen by geruchte, maar uit een bron, die het weten kan, dat „'t Nut" zich tegenover Becker's betrekkingen niet zeer waardeerend heeft godrageu. Van steun was geen sprake on het aanbod van een collega om tot het einde van het schooljaar belangloos in de lesuren van Becker te voorzien, werd afgeslagen. Aldus zegt „men" en wat er nu ook van waar moge wezen, ik vind dat het toch wel op den weg van „'t Nut" lag, om zich hier nuttig te maken. Waar de financiën het toelieten een statig spaarbank-gobouw op te richten, daar zullen de financiën toch ook wel eenigen steun toe laten voor de betrekkingen van een man, die het „Nut" met zyn besto krachten heeft gediend. Dinges. IPs GEZONDEN. Tentoonstelling lakenhal Leiden. Het staat u, waarde heer Verslaggever van het „Leilsch Dagblad", zeker vry de Dekker- tentoonstelling niet naar uw smaak te vinden en af te keuren. Cbacun son goüt, doch te beweren dat het geen eigen werk zou zyn, is zulk een grove onwaarheid, dat het haast belachelijk is. Zoo iemand, is Dekker een selfmade man en wat hy laat zien, ia de vrucht van jaren studie en opoffering, die hy zich ter liefde voor de kunst heoft getroost. De groote verscheidenheid in zyn werk getuigt van zyn zoeken en streven om het schoone te bereiken, wat hem, volgens zyn eigen opinie, nog niet voldoende is gelukt. Wat de aardigheii aan het slot van uw artikel betreft, deze is wat on'oegryptiyk en schynt ray wat laag by den grond. De vrouwen op de scbildery „De Zieke" behooren juist zoo in dat intérieur. Er kan geen sprake zyn van speculeeren op het gevoel, als men do natuur waar en getrouw teruggeeft. Die vrouwen zyn geen aardige aangekleede modelletjes, maar menschen, die hebben geleefd en gestreden en die alléén den ernst van het leven hebben leeren kennen. [Van bovenstaand schryven hebben wy den kunst-verslaggever in kennis gesteld, die daarop het volgende antwoord zond: Red.] Waarde onbekende! Lees myn schryven nog eens bedaard over en ge zult er misschien niet meer in viDden dat hot werk van den heer Dekker „geen eigen werk zou zyn". Is dit werk de vrucht van jaren studie en op offering, dan schryve men er boven „lasciate ogni speranza". Myn opmerking omtrent de zieke is geen aardigheid. Ook Israels byv. speculeert op het gevoel. Maar te meenen dat deze vrouwen verbeelden „menschen, die hebben geleefd en gestreden, enz.", is meer dan „haast" belachelyk. Echter, zooalsU terecht scbryft: „chacun son goüt". Uw Dienstw. A. v. D. Gemengd Nieuws. Ook te Hillegom zjjn de bloem bollenveilingen afgeloopen; over het algemeen werden geen hooge prfizen besteed. Stormberichten. Het gansche eiland Marken stond Donderdag blank; het plotseling hooge water (iets wat in dezen tyd van het jaar nooit voorkomt) heeft groote schade aan weiden tn tuinen gedaan. De koeien konden slechts met moeite gered worden Ook to Monnikendam leed menigeen groote schade, vooral tuiniers. Op de Lauwerzee komt met den vloed veel stroo aandryven, waarschyniyk af komstig vau eon tjalkschip, dat Donderdag ter hoogte van Paesens op het Wad is omgeslagen, doch waarvan het volk gered moet zyn. Zes jongelieden uit Workum, die zich Don derdagmiddag zee bevonden, ten einde buit te vermeesteren, hadden het ongeluk met hunne boot om te slaan. Niettegenstaande de branding vreeselyk kookto, wisten allen zich aan de omgekantelde boot vast te klom men, en bleef men zoodoende boven water. Na ruim een half uur kwam redding opdagen en worden de zes mannen allen ongedeerd aan wal gebracht. Uit Perms wordt gemeld dat de polder Madroelen onder wator is gezet, waardoor voel weiland en aardvruchten zyn bedorven. Volgens uit Katwyk ontvangen bericht maakt men zich nog ongerust over de bom „Katwyk i5," schipper Zwaan, tb Katwyk Ihuisoeboorende. Het is ongeveer dertig jaar geleden, dat een zelfde ongeluk, als nu met do bomschuit „Concordia" is voorgevallou, in het gezicht van het dorp plaats had. Verder scbryft men ons heden uit Katwyk aan Zee: Hedennacht is hier aaDgekomen de bomschuit „KW 74" van do Naamlooze Ven nootschap, schipper P. Guit, welke gedurende den storm voor do Maasvlakte lag en waarvan alles insgelyks van dek is geslagen en waarbij ook, een jongmensch van 14 jaren, W. v. Beelen, is verdronken. De schipper hoeft aldaar de ankers moeten kappon om stranding te voorkomen. Van een schipper van den reeder Haasnoot is bericht ontvangen dat hy op de Maasvlakte zit; nadere tyzonderhoden ontbreken. Van 4 schuiten is van na den slorra nog geen bericht. Van aanspoelen van lyken is hier nog niets bokond. Ook te Noordwyk heeft de eerst onlangs voorziene duinrand het weer hard te verant woorden gehad. Men was in groote onge rustheid over de thuis verwachte schepen. De bemanning der visschersschuit van A. Den Roon had een moeilyke taak. Door den hoogen golfslag werd de schuit als het ware heen en weer geslingerd en zóó op zyde gestuwd, dat het zeil plat op het water lag. Gelukkig was echter de terugslag der branding zóó sterk, dat deze de schuit weer overeind plaatste, welke toen eenige oogenblikken later be houden is aaDgekomen. Te Egmond is aangespoeld een stuk voor- onderdek, geheel geverfd, vermoedeiyk afkom stig van een schokker of botter; de mastklink is gemerkt A N 1861 NO. Benoorden Egmond is gestrand de Duitsche schoener „Etta M. Jacobs", kapt. Aswegen, van Londen naar Dantzig. De equipage, be staande uit 4 man, is gered. Schip en lading zyn verloren. Uit Lemmer wordt van 16 dezer gemeld: Door den krachtigen noord- en noordwesten wind, welke gisteren en heden waaide, be reikte het zeewater hier eene hoogte van ruim 16 dM. -f- A. P., een stand, welke slechts hoogst zelden in dezen tyd van het jaar be r ikt wordt. Al de buitenoyks gelegen landen, waaronder ook het uitgestrekte Friescho Buitendyksveld, zyn overstroomd, wat zeer te betreuren is, daar het achterblyvende slib, z'o laat in het voorjaar, op het grasgewas een nadeeligen ir.vloed oefen Men schryft uit Elburg: Ten gevolge van den N.N W.-wind van gisteren werd hot Zuiderzeewater tot 2.20 M. boven A. P. opge stuwd en zyn de buitenwaarden en de Water landspolder gebeel ondergeloopen, waardoor groote schade aan het gras is toegebracht. Veel vee heeft men moeten opstallen, dat gelukkig nog bytyds kon geschieden. De Drontherbedyking looft p. m. 30 cM. over, zoodat veel water binnenkomt. Ook de vrucht- boomen worJen zwaar geteisterd. Gistermorgen, ongeveer halfelf, bedroeg de wind Hak volgens de zelfregistroerende peilschaal, 90 KG. op den M*. Do dag van 16 Mei is voor Genemuiden een zeer schadelyke dag geweest. Door den feilen Noordwestenwind opgezweept, steeg het zee water tot 2 M. -f- A P. en overstroomde alle buitenlanden. Tal van wei- en hooilanden zyn hierdoor of voorgoed óf voor geruimen tyd on bruikbaar geworden. Zeer veel vee moest op stal gebracht worden. Men meldt uit Tessel: De storm van Dinsdag belette de visschersvloot om zee te kiezen. Gelukkig zyn aan ons strand geene onheilen te betreuren, doch de zee was woest en steeg tot 8 dM. boven A.P. De „Ada van Holland" volbracht geregeld hare tochten naar Den Helder v. v. Onder de vele vruchtboomen op dit eiland is groote verwoesting aangericht. Duizenden bloesems werden afgerukt en van vele boomen woeien de meeste bladeren geheel zwart. Gisteravond was de sneltrein van Amsterdam naar Parys, Haarlem gepas seerd, toen op eenmaal door alle reizigers van het achterste gedeelte van den trein een hevige schok werd gevoeld. De oorzaak hiervan was het breken van de koppelstang van den Franschen bagagewagen, waardoor de locomo tief met den voorsten wagen vooruitstoof en het achterste gedeelte bleef staan. De bagage wagen werd er uitgenomen. De trein had inmiddels een oponthoud van 10 minuten. De directie van het Sportter- rein te Utrecht maakt bekend dat, zoo het ongunstige weer aanhoudt, de races morgen niet doorgaan. Het kind van den heer H., te Kollum, dat onlangs by het handwerksonder- wys eene speld heeft doorgeslikt, welke men in het oerst niet heeft kunnen vorwyderen, is nu toch daarvan bevryd geworden. Merk waardig is het, dat de speld haar slechts één dag pyn veroorzaakt heeft. Op raad van den geneesheer heeft het meisje in dien tyd niets dan droge aardappelen gegeten. Men schryft uit Loosdrecht: De drie strenge hoeren zyn dit jaar wel een beetje later gekomen dan gewooniyk, maar toch zy zyn gekomen, en hun optreden is vry streng. Jammer genoeg, zouden wy menschen, die meer met zonneschyn en zacht weer dan met regen en wind ophebben, vooral in de Meimaand, zoo oppervlakkig zeggen. By nader inzien echter gelooven wy, dat zoo'n groote schoonmaak in de natuur ook hare nuttige zijde heeft. Evenmin als wy, houden rupsen en spinnen van stortbuien en stormvlagen. En als een zeer nuttig gevolg van dat ruwe weer kan beschouwd worden een totale opruiming in boomen en planten van allerlei ontuig, dat bloem, blad en vrucht met vernietiging bedreigt. Uit dat oogpunt beschouwd, danken, wy „de strenge heeren" voor hun komst. In het Friesche dorp Oudwoude hoerschen de mazelen zóó erg onder de kinderen, dat van de 54 scholieren 40 afwezig zyn. Gelukkig is do ziekte tot nog toe niet kwaadaaroig. Op een der Parysche boulevards is een heer onverhoeds aangevallen door een soldaat onder den uitroep: „Wat hadt jy me daareven schuin aan te kyken?" De hoer ver zekerde dat hy den soldaat niet kende en ook niet naar hem gezien had, waarop deze antwoordde: „Dan zal je nu eens kennis met me maken 1" De woesteling trok nu een mes en stak den heer dood. De soldaat vluchtte, de politie meent hem evenwel te kennen. Uit de govangenis te Graudenz zyn twee vluchtelingen ontsnapt. Eén hunner werd op de straat opnieuw gegrepen, de andere had zich echter verborgen. Na lang zoeken vond men hem ineengedoken zitten in een houten schuur. Een man der patrouille ge lastte hem te voorschyn te komen. Hy bleef onbeweeglyk. De soldaat schoot den vluchte ling door den linkerarm. Nog verroerde hy zich niet. Men ging nu naar hem toe en bemerkte dat hy dood was. Een ernstige ramp in Rusland.— Blykens te St.-Petersburg ontvangen berichten is den 16den Mei brand ontstaan in de stad Brestlitowski. De brand brak des avonds uit en werd aangewakkerd door een feilen wind. De geheele stad werd grootendeels ver nield, met uitzondering van slechts eenige steenen huizen. Dertig personen verloren door deze ramp het leven. Brestlikowski ligt in het gouvernement Grodno, aan de Boeg. Deze stad, waar nog al handel wordt gedreven, vooral in graan, hennep en vlas, telt ruim 20,000 inwoners. Het Poolsche dorp Gorznowice is geheel afgebrand. Een groot aantal personen wordt vermist. Daar niets gered kon worden, kam- peoron de inwoners, van alles ontbloot, inde open lucht. Een geweldige brand brak gister ochtend uit in het centrum van de leemy verheid in Zuid-Londen, Berraondsy. Ett-.-iyke fabrieken en pakhuizen brandden af. De douw vallen nemen een oppervlakte van anderhalve acre in. De s:hade bedraagt 200,000 pond sterling. Het ongelukkige Laibach heeft geen rust. Volgens een telegram van Donderdag duren de lichte aardbevingen voort. Eiken nacht twee a drie. De bewoners letten er niet meer op. Woensdag wosi de siro.-co, 's Nachts draaide de wind en kwam een Noordooster- storm met onweer en slagregens. Daarna sneeuw. En dat alles in barakken te moeten doorstaan fled Fransche pantserschip „Amir-al -Duperré" is aan de Middellandsche- Zee-kust langs rotsachtigen bodem geschuurd en kreeg eene scheur, welke veel water door-- liet. Men kon het lek echter nog stoppon en het schip te Hyères binnenbrengen. De Engelsche stoomboot „Shor- borns," met erts van Garrucha naar Rotterdam, is gisteravond by Vlaardingen aan den grond geraakt en werd hedennacht omstreeks 1.45 door de van Rotterdam komende stoomboot „City of Belfast" aan stuurboordzyde aange varen. De „City of Belfast" bekwam giringe schade en keerde naar Rotterdam terug, ter- wyl de „Sherborne" een gat in den boag bekwam van vyf meter lang en een meter diep. Gelukkig is het gat boven water, zoodat geen gevaar voor zinken bestaat. Twee man van de „Sherborne" werden gewond, waarvan één ernstig. De „Sherborne" zal vermoedelyk met hoog water zonder assistentie vlot komen en daarna opstoomen naar Rotterdam. Uit de nadere b\)zonderhedeij over het verongelukken van de Franscha torpedoboot in de nabyheid van Rocbefort blykt dat de boot, oen klein vaartuig van 2? meter lengte en ruim 3 meter breedte, ten gevolge van den storm is omgeslagen. Het aantal slachtoffera wordt verschillend opge geven; het eene bericht spreekt van drie, het andere van zeven. Het oproer in den omtrek van Marokko duurt voort, het gerucht gaat, dat de opstandelingen de stad binnengedrongen zyn. De troepen, die de Sultan ter versterking van het garnizoen heeft gezonden, maken met de rebellen gemeene zaak. BUITENLAND. Frankrfik. Cornelius Herz is, zooals men weet, by verstek veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf 'en 3000 fr. boete wegens oplichting. Donder dag is dezo zaak in appèl voorgekomen en mr. Clunet, mede namens zyn collega, mr, Robert, wilde conclusies voorlezen namens zyn cliënt Cornélius Herz, o. a. dat deze alleen door het hof van appèl, eerste kamer, als grootofficier van hot legioen van eer, kan geoordeeld worden. Het O. M. verzette zi"h daartegen; hot hof stond echter de lezing der conclusies toe, hoewel het den verdediger de overlegging van het dossier weigerde. Mr, Clunet pleitte nu de onbevoegdheid van de correctionneele rechtbank om Cornélius Herz te oordeelen. Duitsohland. Wy hebben reeds gemeld, dat de „Schles. Ztg.* tot een coup d'état in Duitschland aanspoort, naineiyk tot het decreteeren door de regeering van eene nieuwe kieswet, waardoor deRyksdag zou kunnen beantwoorden aan het ideaal van den minister Von Köller, die als zyn eenige taak beschouwt wetsvoorstellen goed te keuren en gold te verschaffen. Het schynt dat werkelyk in Duitschland de vrees is ontstaan, dat die raad ingang zou kunnen vinden, vooral nu het blad een soort programma van gouvernementeels revolutie meedeelt. Het Duitsche rfik zou nameiyk moeten worden ontbonden om dadeiyk weer op nieuwe grondslagen te worden georganiseerd met uitsluiting van het algemeen kiesrecht. Dit heeft eene merkwaardige gelykenis met onzin of met een artikel van den lsten April; maar het ljjkt wel, alsof velen in Duitschland in den laatsten tyd in eene gemoedsstemming zyn gebracht, die hen niets voor onmogeiyk doet houden. Het „Kleine Journal" schildert reeds de verschrikkelyke gevolgen, die zulk een revolutionnair handelen der regeering zou ten gevolge hebben: herziening van het trac- taat van Frankfort, verlies van Elzas-Lotha- ringeD, enz. De leiders der conservatieve party in het Pruisische Heerenhuis hielden gisteren eene byeenkomst, ten einde te spreken ovei een voorstel, door de conservatieven in tt dienen, waarby tot de regeering het verzoel wordt gericht, om de geheime stemming vooi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 2