N°. 10304.
(Eleze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van §on- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 13 Mei.
Feuilleton.
TWEE NICHTJES.
Dinsdag 14 Mei. A°.1895,
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post 1-40-
Aüonderlyke Nommers B 0.05.
PRIJS DER AD VERTEN TJÜN
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 J. Grooter»
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Ollioleel© Kennisgeviiigen,
Inenting.
Bargemeeater en W'-thoudera dor gemeente Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat het Park Vacci-
nogène in het Elizabethabof aan de Onde Yeat
Ho. 25 tot nadere aankondiging ia ge
floten.
Burgemeester en Wethouders Tan Leiden,
Leiden, F. WA8, Burgemeeeter.
Mei 1895. E. KI8T, Secretaris.
SCHUTTERIJ.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
ter algemeene kenDis, dat, ter voldoening aan de
Wet van den llden April 1827 (Staatsblad No. 17),
een aanvang zal worden gemaakt met de inschrijving
▼oor den Schutterlijken dienst, van degenen, die
daartoe dit jaar in de verplichting vallen.
Dat deze inechrijving zal geschieden in tien af
zonderlijke registers, met dien verstande, dat de
personen, geboren in 1861 tot 1869 ingesloten, welke
zich hier ter stede, sedert de vorige inschrijving, uit
andere plaatsen motterwoon hebben nedergezet,
waaronder ook zijn begrepen do militairen, die sedert
de laatste inschrijving hun paspoort verkregen en
zich alhier hebben gevestigd, alsmede de zich in
dit Rjjk en Linnen deze gemeente sinds de laatste
inschrijving gevestigd hebbende vreemdelingen, zullen
worden ingeschreven achter-in de registers, waartoe
*g volgens hunnen ouderdom behooren; terwgl de
geborenen in het jaar 1870 zullen worden geplaatst
in een nieuw register, te weten het eersto van den
jare 1895 en het tiende, of dat dor geborenen in
I860, van het vorige Jaar, zal komen te vervallen.
Dat do registers van inschrijving, ingevolge art. 5
van het Koninklijk besluit van den 2 leten Maart 1828
(Staatsblad No. 6), zullen worden geopend op
Woensdag den 15den Mei aanstaande, en op Zaterdag
den laten Juni daaraanvolgende zullen worden ge
floten.
Dat, ton c-indo deze inschrijving geregeld afloope,
oen ieder, daartoe ia de termen vallende, bg deze
wordt opgeroepen, om zioh te vervoegen in een der
Vertrekken van het RaadhuiB, en wel:
Op Woensdag den 15den Mei 1895, de bewoners
▼an wijk I, II on III;
Op Donderdag den 16den Mei 1895, de bewoners
tan wgk IV en V;
Op Vrijdag den I7den Mei 1895, de bewoners
Tan wgk VI, benevens de bewoners van do buitenwijk
Op Zaterdag den 18den Mei 1895, do bewoners
van wijk VII en VIII;
Telken dage van des voormiddage lo tot des
namiddags 2 uren; zullende wgdc-ra het tijdstip,
dat de registers lor inzage znllen liggen, en de dagen
der lotiDg, welko volge s de Wet, vóór 1 «uli a. e.
geheel zal moeten zge afgeloopen, nader worden
bekend gemaakt.
Door de Commissie van de Bewaarschool
aan de Garenmarkt is, bfi vroeger vermeld
adres, aan den gemeenteraad medegedeeld dat
sty heeft besloten de school met 1 Juli a. s.
op te heffen en de school met speelplaats aan
öe gemeente te koop aangeboden voor de som
van ƒ6500, omtrent welk aanbod het advies
van de Commissie der Bewaarscholen alhier
floor B. en "Ws. is ingewonnen.
Het gunstig advies dier Commissie is in de
Leeskamer nedorgelegd met eene nota van
den voorzitter dier Commissie, waaruit blijkt
dat dese zich met het gunstig advies der
Oommissie niet kan vereenigen, maar de over
neming van de school ontraadt, omdat volgens
bekomen inlichtingen door particuliere krach
ten in dit gedeelte der gemeente in de be
hoefte aan bewaarschool-onderwtfs zal kunnen
worden voorzien.
Tevens wordt overgelegd het door het be
stuur van het Nutsdepartement ingediend
adres, waarbfi wordt verzocht afw^iend te
beschikken op het verzoek der Commissie voor
de Bewaarschool aan de Garenmarkt en wel
in het belang van de Bewaarschool van het
Nutsdepartement.
Na r(jpe overweging kan ook het college
van B. en "Ws. geen vrijheid vinden tot aan
koop van het gebouw en tot overneming van
de school te adviseeren.
De Commissie voor de Bewaarscholen acht
de oprichting van eene vierde bewaarschool en
wel in het hierbedoeld gedeelte der gemeente
wenschelijk op grond dat meermalen wegens
gebrek aan beschikbare ruimte een grooter of
kleiner aantal kinderen moet worden afgewezen
en is van oordeel dat, nu de gemeente onver
plicht gedurende meer dan veertig jaren de
opvoeding van jonge kinderen tot een voorwerp
van gemeentezorg heeft gemaakt, niet kan
worden aangenomen dat die zorg niet tot alle
deelen der gemeente zoude worden uitgestrekt.
Wij ontkennen niet, dat de oprichting van
eene vierde bewaarschool van gemeentewege
in zeer ernstige overweging zou moeten ge
nomen worden, zoodra het vaststond dat een
beduidend aantal kinderen op de openbare en
bijzondere bewaarscholen door gebrek aan
plaatsruimte geen plaatsing konde vinden.
De gemeente, die, hoewel geheel onverplicht,
gedurende meer dan 40 jaren, hare zorg ook
tot het bewaarschoolonder wijs uitstrekte, zal
zonder twijfel niet halverwege op dezen weg
blijven stilstaan, ala eenmaal dringende be
hoefte aan uitbreiding van het gemeentelijk
bewaarschoolonderwijs bleek.
Doch vooral hier, waar het geldt een tak
van onderwjjs, waarvan de zorg niet door de
wet aan de gemeente wordt opgelegd, mag
tot uitbreiding eerst dün worden overgegaan,
wanneer onomstootel\jk vastststaat, dat niet
op andere wijze in die behoefte wordt voorzien.
Dit nu is tot dusver niet gebleken. In
tegendeel; zooals de voorzitter van de Com
missie dor Bewaarscholen in zijne nota mede
deelt, is het volgens bekomen inlichtingen
gebleken, dat particuliere krachten hot be
waarschoolonderwijs voor on- en minvermo
genden zullen ter hand nemen of aan reeds
bestaande particuliere inrichtingen uitbreiding
zullen geven.
Die pogingen moeten worden afgewacht,
voordat de gemeente tot oprichting van eene
vierde bewaarschool besluit.
Geheel onverplicht heeft de gemeente thans
reeds drie uitnemend ingerichte bewaarscholen,
waardoor in het bewaarschoolonderwijs van
een 1000-tal kinderen kan worden voorzien
en waarvan de jaarlijksche uitgaven ongeveer
16,000 bedragen, behalve de kapitaal-waarde
der daarvoor bestemde gebouwen.
Met het oog op de financiën der gemeente
is het dringend noodzakelijk, slechts in den
uitersten nood tot vermeerdering van die
onverplichte uitgaven te besluiten.
B. en Ws. juichen het daarom zeer toe,
dat particuliere krachten zich aan dezelfde
taak wijden, en houden zich overtuigd, dat de
Commissie van de Bowaarschool aan de Garen
markt die poging van particulieren zeer zou
kunnen bevorderen, wanneer zfi, na afwijzing
van het onderhavige verzoek, hare vrijvallende
lokaliteit voor dat doel wilde beschikbaar
stellen ten bate van eene particuliere ver-
eeniging.
Mocht onverhoopt de Commissie oir de
Bewaarschool der Garenmarkt aan de op te
heffen school eene andere bestemming geven,
dan nog zouden B. en Ws. meenon, dat het
niet op den weg ligt van het Gemeentebestuur
onmiddellijk tot uitbreiding van het gemeente
lijk bewaarschoolonderwijs over te gaan.
Immers, al zoude daardoor de oprichting van
eene particuliere bewaarschool worden ver
traagd door gebrek aan een geschikt terrein,
de pogingen van particulieren om eene localiteit
te vindon zouden zonder twijfel niet worden
opgegeven en het finantiëel belang der ge
meente vordert dringend den uitslag dier
pogingen af te wachten.
B. en Ws. geven dus in overweging aan
de Commissie voor de Bewaarschool aan de
Garenmarkt te kennen te geven, dat haar
aanbod tot overneming van de school door
de gemeente niet wordt aangenomen.
Aan den gemeenteraad deelen B. en Ws.
mede dat er na oen ingesteld onderzoek geen
bezwaar bestaat tegen de inwilliging van het
verzoek van de wed. P. W. Maandag, om twee
stoeptreden te doen makon voor den ingang
in de Bolwerkstraat van het perceel Hooge-
woerd 139, zoodat zfi in overweging geven
de gevraagde vergunning te verleenen onder
voorwaarde, dat de treden niet meer dan 50
centimeters vooruitspringen, en tegen betaling
van de verschuldigde recognitie.
Naar aanleiding van een desbetreffend ver
zoek van mej. C. J. Yan 't Hooft deolen B.
en Ws. mede dat de pupil van adressante,
Henri Casper Harmsen, den 28sten Februari jl.
voor het laatst de lessen aan het Gymnasium
heeft bijgewoond en sedert deze inrichting
voorgoed heeft verlaten.
Vermits er alzoo termen bestaan om gunstig
op het verzoek te beschikken, geven z(j in
overweging aan adressanto v ^stelling of terug
betaling te verleenen van schoolgeld voor haar
pupil H. C. Harmsen, vroeger leerling van het
Gymnasium, over de laatste twee kwartalen van
den cursus 1894/95.
B. en Ws. deelen mede dat in het open
baar ter verhuring zfin aangeboden de twee
perceelen tuin- of teelland, gelegen aan het
Raamland aan den Singel, onder de gemeente
Leiderdorp, ieder afzonderlijk als:
a. groot 11 aren, 10 centiaren, by het kadaster
bekend onder Sectie A. No. 2621,
b. groot 17 aren, 40 centiaren, by het kadaster
bekend onder Sectie A. No. 2760, tot dusverre
verhuurd voor 40 'sjaars elk perceel, te
zamen ƒ80.
De eerste verhuring heeft plaats gehad op
31 December 1894, waarby werd geboden
voor het 1ste perceel 24, en voor het 2de
perceel 29.
By de openbare herverhuring op 7 Januari jl.
werd het 1ste perceel afgemijnd op 25 en
het 2de perceel op 26.
Vermits de geboden sommen B. en Ws.
niet voldoende voorkwamen, hebben zy be
sloten de huur niet te gunnen, maar nadere
aanbiedingen ter zake af te wachten.
Thans is een aanbod ingekomen van W. J.
Zwetsloot, landbouwer onder Leiderdorp, om
de beide perceelen te huren te zamen voor
52 per jaar, welk aanbod, ongeveer ƒ190
per hectare, B. en Ws., na bekomen inlichting
van hoogst bevoegde zyde, voor den tegen-
woordigen tyd voldoende voorkomt.
Zy geven mitsdien in overweging de beide
perceelen tuin- of teelland bovenbedoeld te
verhuren aan W. J. Zwetsloot voornoemd
voor een buurprys van 52 per jaar voor
den tyd van vyf jaren, gerekend te zyn inge
gaan met 1 Januari 1895, en mitsdien zul
lende tindigen uit. December 1898, onder de
bestaande voorwaarden.
De volgende voordracht is opgemaakt
ter benoeming van een tweeden onderwyzer
aan de Jongensschool 1ste klasse, als: lo. C.
Huge, thans derde onderwyzer aan dezelfde
school; 2o. A. L. Van den Berge, en J. P.
Bouma, beiden onderwyzer aan de Jongens
school der 2de klasse alhier.
Heden ontvingen wy het verslag van de
vereeniging Armenzorg" te Leiden, over het
jaar 1 April 1894 tot 31 Maart 1895.
Yyf jaren bestaat nu deze vereeniging.
In April 1894 begon zij met een saldo van
546.95s. Aan jaarlyksche bydragen mocht
zy ontvangen 775.50 en aan giften 415.25.
In April werd het bestuur met algemeene
stemmen herkozen en was bereid die opdracht
opnieuw te aanvaarden. Hot was samengesteld
als volgt: mevrouw Yan de Sande Bakhuyzen,
presidente; mejuffrouw C. Van Manen, secreta
resse, en mejuffrouw C. Bosman, penning-
moesteresse.
In de Mei-vergadering werd op verzoek van
mevrouw Van de Sande Bakhuyzen eene vice-
presidente benoemd. Mevrouw Yreede werd
met algemeene stemmen tot doze betrekking
verkozen.
Onder de dames werkende leden kwam dit
jaar weer veel verandering. De dames Faber
en Van der Vlugt konden wegens buiseiyke
omstandigheden niet langer de zorg voor de
haar toevertrouwde gezinnen op zich nemen.
Ook mevrouw Van Kouten zag zich genood
zaakt om voor eenigen tyd haar ontslag te
nemen. Bestuurderessen hopen dat dit echter
niet van langen duur zal zynnoode missen
ze deze dames. Gelukkig werden weldra hare
plaatsen weder vervuld, daar zes dames in haren
kring traden als werkende leden, in October
mevrouw Oppenheim en mejuffrouw Meyer,
in November mejuffrouw E. Pleyte, in Decem
ber mevrouw Holleman en mejuffrouw Schoe-
maker en in Februari 11. mejuffrouw R.
Driessen.
De werkcommissie was dit jaar samenge
steld als volgt:
Mevrouw Greven en mejuffrouw Van Beek,
daarin bygestaan door mevrouw Nykamp,
zorgden voor het uitgeven van hot naai- of
breiwerk, het uitbetalen der loonen en het
beheer van het depot by mejuffrouw Bree-
baart, Pieterskerkplein No. 2.
De dames A. Kaiser en C. Van Manen zorg
den voor den aankoop van het te verwerken
goed, het knippen der kleedingstukken, enz.
Zy werden daarin bygestaan door eenige dames
der vereeniging, die zich daartoe wekelyks
bevonden in het lokaal Lokhorststraat N°. 16.
Het aantal vrouwen, die om werk verzochten,
was dit jaar weer zeer toegenomen, zoodat de
voorraad der vervaardigde kleedingstukken ook
een groote uitbreiding kreeg. Bestuurderessen
besloten dus de jaarlyksche verkooping op
grooter schaal te houden en daar het lokaal
in de Lokhorststraat reeds een vorigen keer
te klein was gebleken, huurden zy do kleine
Nutszaal en hielden na bekomen toestemming
van het Stadsbestuur den verkoop op 21 en
22 Nov., zoowel des middags als des avonds.
Een 40 tal jongedames waren zoo vriende-
ïyk zich met den verkoop te belasten, de zorg
voor de theetafel op zich te nemen en de loten
voor de tombola te verkoopen. Men mocht
zich ditmaal verheugen in een druk bezoek
en in een niet minder groot debiet, daar ver
scheidene artikelen geheel werden uitverkocht
en er zelfs nog vele bestellingen werden gedaan.
Het depot was echter spoedig weder ge
vuld door het werk der vrouwen van de ge
zinnen, die zich by de vereeniging om werk
hadden aangemeld, doch de kas der werk
commissie was daardoor uitgeput en bestuur
deressen zouden het uitgeven van werk hebben
moeten staken, indien niet eenigen onzer stad*
genooten, door een advertentie"in het „Leidsch
Dagblad" op dezön toestand opmerkzaam ge
maakt, haar in staat hadden gesteld met het
werkgeven voort te gaan. Gelukkig kunnen
bestuurderessen constateeren dat, niettegen
staande de welgeslaagde verkooping, toch hot
debiet in hun depot elke maand vrij bevre
digend was.
Het aantal der gezinnen, die bestuurderessen
geregeld bezoeken, is nu geklommen tot 80.
De financiën in aanmerking nemende, kunnen
ze voorloopig niet verder gaan. Dikwyis krygon
wy van stadgenooten, zeggen bestuurderessen
verder, het verzoek om een of ander gezin, by
hen bekend, onder de onzen op te nemenwe
hebben daarvoor een candldateniyst, waaruit
we dadelyk elke ledige plaats aanvullen.
Het steunen van armen, die, hetzy uit zich
zelf of op voorspraak van anderen by ons om
onderstand komen vragen, hebben we moeten
staken. Onze middelen en ook de aard van
onze werkzaamheden lieten dat niet toe. Onze
vereeniging heeft niet het karakter van eene
gewone bedeelingscommissie, maar van arm
bezoek. Zy, die door ons, hetzy met raad, hetzy
met directe hulp of door onze voorspraak door
anderen gesteund worden, zyn by ons bekend
en worden door een onzer dames bezocht;
zooveel mogeiyk trachten wy ook de armen
op te wekken door eigen kracht staande te
biyven; wy helpen ze door advertenties dik
wyis aan betrekkingen, waarvoor byna alttfd
eenige uitrusting van kleederen noodig is.
Velen zyn op onze voorspraak op fabrieken
gepleatst of hebben we in diensten of als
werksters kunnen plaatsen. Voor enkele go-
zinnen, die om hun handel te dry ven eenigen
steun behoeven, zyn we borg gebleven by de
Hulpbank hier ter stede, tot heden gelukkig
met gunstig gevolg.
Er waren veel zieken, die op aanvraag van
hoeren doctoren van eieren en melk werden
voorzien, gedurende 4 of 8 weken, al naar de
L
Dezen kant op, damesBluft vlak by den
man, die den boel uitlegt biyft altijd vlak
by de mannen I
En de gezette, gryze Duitsche koerier, die
zulk een verbazend rood opgeblazen gezicht
had en zoo ontzettend deftig en fatsoeniyk
Was, schoot op do laatste van zUne drie be
schermelingen toe en sleepte baar letteriyk
naar da voorste rU van een aantal vreemde
lingen, die allen een ouden monnik door den
Keulschen Dom volgden.
Wat heb ik in vredesnaam daaraan?
Ik versta geen woord van alles, wat die man
opdreunt, zeide de jonge dame knorrig. Hy
spreekt zulk een raar Duitsch. Kom, laten
we hier vandaan gaanl
Maar, myne lieve Betsy. Kreuzner zegt,
dat wU het altaar nog zien moeten.
Ik kan haast Diet meer op myne beenen
staan, tante. Gaat u or maar heen, ik zal
hier wel blyven zitten totdat u terugkomt.
Kan dat, Kreuzner? Ze is zoo moe, en
we zyn er reeds zoo lang in geweest, zeide
tante Sarah, zich tot deD koerier wendend.
Ja, ja, we gaan zoo, antwoordde de
verdiensteiyke oude man haastig. De boel is
hier afgekeken. Er zyn alleen nog maar wat
ramen. Dat is overal hetzelfde. Dezen kant,
dames, dezen kant uitl
En een zilverstuk stoppend in de band van
den monDik, snelde Kreuzner naar eene andere
deur, betaalde weer iets aan een anderen
monnik en duwde tante Sarah naar binnen.
Nu, gauw een beetje, dames 1 Tien minuten
voor de doodshoofden, twintig minuten voor
de St.-Ursula, een half uur voor de stad en
om zes uren iB het diner in het Hotel besteld.
Wat. maakt hy zich vordienstelyk, welk
een onwaardeerbare schat is die man voor
ons! prevelde tante Sarab, terwyi ze hare
mantille, die door den koerier, in zyn yver
om baar vóór een ander troepje vreemdelingen
te schuiven, eenigszins van hare plaats ge
trokken had, terechtechikte. Wat zouden we
beginnen zonder hem? Van wie zeide je ook
weer, dat deze beenderen wareD, Louise?
Van de drie wyze mannen, die in eene
kom de zee ingingen, kwam Betsy ongeduldig
tuaschenbeide. Vieze dingen. Laten we liever
doorloopen.
Maar, myn lieve kind, zeido de oude
dame, waarom gaat ge mee op reis, als ge
zoo weinig tegen vermoeienis kunt? We zyn
immers bier gekomen om alles te zien Wat
my betreft, ik heb evenveel lust als gy om
te gaan zitten en de rest voor gezien te
houden, maar Kreuzner zeide dat het iets
heel, heel byzonders ie en dat geloof ik
zeker ook wel. Ik bad alleen gedacht, dat
de hoofden van zulke vreeseiyk wyze mannen
veel grooter zouden zyn, want er moest toch
voor zulk eene hoeveelheid hersens meer
plaats wezen 1
Komt, damee, komt 1 klonk da waarschu
wende stem van Kreuzner weer. We hebben
geene minuut te verliezen. Het eten wordt
anders koud.
O, welk een man altyd even oplettend,
altyd denkend aan alles! zuchtte de oude
dame en volgde den snel voortstappenden
dienaar, terwyl hare nichtjes eon groot eind
achter bleven.
Als ik myn zin had, dan zagen we geene
enkele kerk, geene enkele schilderyen-verza
meling, ja, in 't geheel niets, niets meer, zeide
Betsy, in het wachtende rytuig springend. Ik
smeek je, Louise, zeg dan toch, dat je er ten
laatste meer dan genoeg van hebt 1 Hoe is bet
mogeiyk, dat je tegen zoo iets bestand beDt,
onverzadigbaar schepsel I
Zum Teufel, brulde Kreuzner tegen een
kleinen jongen met één been, die waB komen
aanstrompelen, om het portier van het rytuig
dicht te doen. Niemand zal m|j de eer en het
genoegen ontnemen myne dames te bedienen.
Die bedelaara zyn alleen zoo beleefd ter wille
van de centen, die ze bopen te krygeu. Maar
ik verkies niet, dat zy, die zich onder myn
geleide gesteld hebben, afgezet worden. Neen,
nooit. Ik heb te veel In de wereld gezien. Voor
uit, damee, naar de SL-Ursula. Vorw&rtsl
Met een harden slag wierp hy het portier
dicht. Op tante Sarah's hoog voorhoofd kwam
een diepe rimpel, toen ze zich tevergeefs
trachtte te herinneren wie die St. Ursula ook
weer was. Louise keek uit het raampje, om
nog een laateten blik te kunnen werpen op
de Kathedraal, en Betsy sloot hare mooie
oogen met een bijna hoorbaren smak.
Ik zou de elf duizend maagden en heel
Europa op den koop toe willen geven voor
een enkelen nacht met heldere maan op onze
piazza thuis en een jongmensch met een goed
voorkomen, om een praatje mede te houden.
Kind, bedenk toch wat je zegt! riep tante
Sarab doodelyk verschrikt uit.
Stil maar, Betsy, zeide Louise lachende.
Als we maar eens in het Zwarte Woud zyn 1
Daar zullen we Btellig wel een ridder voor
je vinden.
Haiti riep Kreuzner. Hy sprong van den
bok, stormde een winkel binnen, kwam een
paar seconden later terugrennen en wierp eene
groote doos in het rytuig. Eau-de Cologne,
dames, de echte, een dozyn flesschen. Ik weet
wol waar de damee van houden, en ik zorg
dat zy altyd het beste krygen. Vorwartsl
anders wordt het diner koud.
II.
Welken weg? Hoe ver is het? Waar is
myne parapluis? Wie heeft myn tascbje?
Tante Sarah was in de hoogste mate zenuw
achtig en gejaagd.
Dezen kant uit, dames 1 Bemoei u maar
nooit met de bagage. Ik zorg voor alles. Er gaat
by my nooit iets verloren. Ik heb alle tascbjee.
En de koerier, die in het geheel niets droeg,
wuifde den witkiel, die gebukt ging onder zyn
laBt, op deftige, gezaghebbende wyze vooruit
te loopen.
Ik heb alles, herhaalde hy.
Waar moeten we er uit? Waar moeten
we overstappen? Hoe ver gaan we nog van
daag? hygde de arme dame, die achteraan
kwam draven, in doodelykon angst, dat ze te
laat aan den tr6in zouden komon.
Laat allee maar gerust aan my over. Ik
verzeker u dat u komen zult, waar u wezen
moet. Ik vergis my nooit. Ik zal u komen
halen, wanneer de trein ophoudt. De conducteur
zal zorgen, dat u alleen blyft zitten. Niemand
zal u in deze coupé komen hinderen.
Kletsging het portier dicht, de kruk werd
omgedraaid, de conducteur stak de fooi, waar
mede by omgekocht was, in zyn zak, tikte
even aan zyne pet en verdween. Juist op dat
oogenblik kwamen twee heeren aan, die de
hand aan het portier sloegen. Maar de con
ducteur nam hen mede.
Betsy sprong naar het raampje om hen na
te zien.
O, Louise, ie dat nu niet om helsch te
worden I Wat zou het aardig zyn geweest, als
die twee hierin gekomon waren. Ik wou dat
die ellendige Kreuzner op het kerkhof lag. Ik
heb sedert het oogenblik, dat we Amerika
verlieten, nog niet zulke nette jODgelui ge
zien. Kyk dan toch eens naar hem, noen,
naar dien anderen, die aan den buitenkant
loopt. Wat zit die jas hem keurig I
De locomotief floot en voort ging de trein.
Betsy trok haar lief gezichtje met een zucht
naar binnen.
Die Kreuzner is toch een gek. Ik vind
goed, dat hy de oude damee er buiten sluit,
maar hy moest begrypen dat hy de jonge
heeren er in kan laten, vooral die, welke er
zoo goed uitzien. Ja, ja, Louise, ik zie we)
dat het hier heel mooi ie. Wanneer je me nu
nog langer van alles aanwyst, dan word ik
krankzinnig.
Wordt vervolgd.)
DAGBLAD.