N°. 10803.
Maandag 13 Mei,
A0.1895.
geze Gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Dit nommer bestaat uit DRIE
Bladen.
Eerste Blad.
OXllciëele Kennissevlneeii,
Inenting.
«Hfgemeeeter en Wabuudere der gemeente Leiden
brengen tor algemeene kennis, dat het F»**
n o g e n e in het Elizabethahof aan de Oude Vest
No. 25 tot nadere aankondiging ib ge
sloten.
Borgemeester en Wethouders van LoideDi
Leiden, F. WA8. Burgemeester.
Mei 1895. E. KIST. Secretaris.
Burgemeester en Wethouders Tan Sassenheim
maken bekend, dat ter Secretarie ter inznge li;t
een verzoek met bijlagen van Jan De Ridder, wonende
aldaar, om vergunning tot het oprichton van een
bergplaats voor petroleum op het perceel, kadastraa
bekend sectie A no. 1598.
Op Vrijdag den 24sten Mei a. e., des voormiddags
te elf uren, zal ter Siorotarie gelegenheid bestaan
om bezwaren tegen dit verzoek in te brengen on
deze mondeling en schriftelijk toe te liohten.
Burgomecster on Wethouders van Sassenheim
brengen belanghebbenden in herinnering, dat alle
vorderi gen ten laste der gemeente, over het jaar
1894, vóór den laatsten Juni a. e. moeten zijn inge
diend; terwijl alle op dien termijn niet ingediende
vorderingen voor verjaard en vernietigd zullen
worden gehouden.
„Mathesis Scicntiarnm Gcnilrix."
Dit Leidscb Genootschap hield gisteravond
te acht uren in de kleine hoven-achterzaal der
Stadszaal zijne 110de algemeene vergadering,
welke werd bijgewoond, behalve door de leden
van het bestuur, den directeur, de leeraren en
eenige belangstellenden (w. o. enkele dames),
ook door den burgemeester mr. F. Was, en
den heer H. C. Juta, wethouder, als vertegen
woordigers van het Dagelykseh Bestuur.
Toen de voorzitter, dr. M. C. Dekhuyzen,
de vergadering geopend had verklaard, deed
de heer P. J. Groen als secretaris voorlezing
van de notulen der vorige vergadering, welke
werden goedgekeurd, onder dankbetuiging aan
den secretaris, die daarna ook voorlas het
rapport der commissie tot het nazien van do
rekening en verantwoording, waaruit bleek
dat de ontvangsten in het afgeloopen Genoot-
echapsjaar bedroegen f 11,205.5972 en de uit
gaven f 10,972.76I/a, zoodat het batig saldo
is f 232.83. De commissie adviseerde tot goed
keuring der rekening onder dankzegging aan
den penningmeester voor het gevoerde nauw
keurig beheer, waartoe werd besloten.
Daarna werd overgegaan tot de verkiezing
van bestuursleden. De uitslag daarvan is als
volgt. I. Vacature dr. E. F. Van Dissel, die
moest aftreden en verzocht had niet meer in
aanmerking te komen.
Op het door het bestuur voorgestelde dub
beltal stonden de heer W. Kok, die gekozen
werd met 32 stemmen, en de heer P. Zil-
lesen, die 6 stemmen verkreeg.
N. Vacature J. Korevaer. Herkozen de heer
J. Korevaer met 30 stemmen. De heer P. G.
Lancel bad er 7.
III. Vacature-J. Van Dam. Herkozen de
heer J. Van Dam met 26 stemmen. Op den
heer G. J. Bos waren er 5 uitgebracht.
IV. Vacature prof. dr. J. M. Van Bemmelen,
die permanent penningmeester was, doch als
zoodanig had bedankt.
Hy werd nu als gewoon bestuurslid ge
kozen met 34 stemmen. Dr. P. J. Kaiser
verkreeg als tweede der voordracht 7 stemmen.
Het bestuur had als penningmeester voor-
loopig reeds benoemd dr. L. H. Siertsema, op
wolke benoemiDg nu de bekrachtiging der
vergadering werd gevraagd en verkregen.
Hiermede waren de huishoudelijke werk
zaamheden afgeloopen, waarna ook de leer
lingen der school de zaal werden binnengelaten.
Toen beklom de voorzitter het spreek
gestoelte tot het houden zijner rede, welke
wegens de aan sommige cijfers en feiten
vastgeknoopte beschouwingen in hooge mate
belangrijk mag genoemd worden.
Na allen een woord van welkom te hebben
toegeroepen, deelde hy mede dat in het nu
ten einde spoedende 110de Genootschapsjaar
het ledental een weinig achteruitging, het
bedraagt thans 225 sprekers voorganger kon
op 234 wyzen. Waar Leiden in de laatste
jaren zoo in bevolking vooruitgaat, waar do
plaats onzer inwoning zich zoo uitbouwt
zouden we verwachten dat ook het ledental
Btocds toenam. Spr. bedoelde nu natuuriyk
niet do Qcmccnte Leiden, dat is dat stuk
hetwolk door verouderde grenzen is ingesloten,
grenzen, die zelfs op de kaart een zonder
lingen indruk maken, dat stuk, dat niet anders
is dan de toekomstige kom van de toekomstige
gemeente Leiden, maar hy bedoelde Leiden,
Leiden zelf, wat wy allen zoo onder dien naam
samenvatten. Voor de school bestaan die ver
ouderde grenzen niet, ze kent ze niet, ze wil
ze niet kennen. Bestuurderen vei trouwen cat
de pogingen van hun penningmeester het
ledental dermate zullen versterken, dat de
financiën gelyken tred houden met de toe
nemende behoeften der school, met de toe
nemende bevolking van Leiden, met de klim
mende eischen van den tyd.
Eenige veranderingen hebben in het bestuur
plaats gehad.
De heer Paul, onze gemeente-architect, nam
wegens ambtsbezigheden zyn ontslag. Zyn
besluit betreurende, waardeeren bestuurderen
de redenen, die hem daartoe leidden, ten volle.
Het bestuur had dr. Siertsema, sedert eenige
jaren als leeraar aan het Genootschap ver
bonden, uitgenoodigd voorloopig de open
plaats in te nemen. Goiyk hierboven gemeld,
werd deze daad van bet bestuur aan de be
oordeeling der leden onderworpen.
Ook herinnerde spr. er aan dat prol Van
Bemmelen ontheven wenschte te worden van
het beheer der geldmiddelen, alzoo als per
manent lid van het bestuur af te treden. Dit
besluit werd eveneens geëerbiedigd. Prof. Van
Bemmelen heeft bestuurderen, toen zy in
moeilykheden verkeerden, geholpen, maar
onder de uitdrukkeiyke voorwaarde, dat hy
slechts gedurende korten tyd het beheer der
penningen zou hebben te voeren. Zy zyn hem
grooten dank verschuldigd voor de trouwe
hulp en voor de nauwgezette vervulling van
zyne taak. Intusschen verbiydt het hun, dat
by weder als gewoon lid verkozen is en zich
bereid verklaard beeft verder tot den bloei
van het onderwys, dat aan de school gegeven
wordt, mede te werken.
Prof. Bieren8 de Haan, sedert zoovele jaren
bestuurder van het Genootschap, trad om
gezondheidsredenen af. Noode zagen bestuur
ders hem vertrekken, wiens naam in dubbelen
zin onafscheideiyk verbonden is aan „Mathesis."
Deo leeraren van de^êcuóoj Wêrau*(lan'ic"*gev-"-
bracht voor hun toewyding, hun inspanning.
Ook gold dit den heer P. Dikshoorn, die nog
lang de tactvolle, yverige directeur biyvel
Ter vervanging van den heer J. Van Loghem,
leeraar in de wiskunde, aan wien eervol ont
slag was gegeven, werd de heer Verwey de
Winter, die als leeraar in de geschiedenis en
cyferkunde zich reeds zoo gunstig had onder
scheiden en groote voorliefde voor de wiskunde
toonde, op voorstel van de Schoolcommissie
door het bestuur voor een jaar als plaatsver
vanger benoemd en in zyne plaats voor de
geschiedenis tydoiyk aangesteld de heer H. T.
Van Urk. De heer Spyker vroeg in bet begin
van 1895 wegens drukke werkzaamheden op
het bureau der Gemeentewerken eenigen tyd
verlof, welk verzoek hem toegestaan werd.
Hy liet zich, onder goedkeuring van het bestuur,
vervangen door den heer W. C. Lafeber, onder-
wyzer aan de Practiscbe Ambachtsschool.
Door de vermeerdering van het aantal leer
lingen, die aan het machineteekenen deel
namen, kon de heer De Vries niet meer aan
3llen de noodige hulp verschaffen, waarom
besloten werd diens lesuren met 2 uit te
breiden, zoodat deze leeraar thans Maandag,
Dinsdag en Vrydag telkens 2 uren les geeft.
De groote hitte in het lage vertrek, dat voor
het machineteekenen gebruikt wordt, gaf aan
leiding tot bet nemen eener proef met gas
gloeilicht. Tot heden voldoet dit uitstekend.
De hitte was zooveel verminderd, dat men
moest overgaan tot het plaatsen van een kleine
kachel, toen de strenge wintervorst aanbrak.
Een in alle opzichten gezondere toestand
werd daarmede in het leven geroepen.
Een woord van erkentelykheid werd gebracht
aan de heeren dr. J. J. Neurdenburg, directeur
der stedelyke gasfabriek, en M. H. Van
Waveren, eigenaar der bierbrouwery „De Post
hoorn", die de leerlingen der 5do klasse in de
gelegenheid stelden hunne inrichtingen en
laboratoriën te bezichtingen. Mogen deze be
zoeken by de jongens den lust tot de natuur
kunde, scheikunde en technologie hebben aan
gewakkerd I
Moge toch meer en meer het begrip ingang
vinden, dat een flink werkman er oen groot
belang by kan hebben, zich de grondbeginselen
van deze eigenschappen te hebben eigen ge
maakt. Hy kan er zyn voordeel mee doen,
hy kan misschien hier en daar zelfs gevaar
voor zichzelf en voor anderen door zyn
kennis afwenden.
De industrie, aldus vervolgöo spr., ontwikkelt
zien meer en meer, de werktuigen en de be
werkingen worden samengesteluer; moge de
werkman meer en meer begrepen wat hy uoet,
en wat er om hem heen gebeurt. Niet slechts
een werktuigiyk weten dat dit en dat dan en
dan behoort te ge3cbiedeD, dat die en die
verschynselen hem waarschuwen dat iets niet
in don baak is! Hy moet begrypen, hy moet
medeleven met zyn machine, met zyn fabriek.
Het bestuur heeft een poging gedaan, iets
voor de jongens in die richting tot stand te
brengen. De toepassingen der electriciteit wor
den steeds talryker en omvangryker, electri-
sche installaties verryzen in onze laboratoriën
en fabrieken. Er ryst behoefte aan werklieden,
die met dynamo's en booglampen en accumu
latoren weten om te gaan, die weten wat ze
op den voltmeter en den ampèremeter aflezen.
Op voorstel der sectie voor Wis- en Natuur
kunde heeft het bestuur besloten een proef
te nemen met lessen in de Electrotechniek aan
die leerlingen der school, die 't onderwys in
de 5de klasse met vrucht genoten hebben, of
voor jongens, die met dezen in kennis gelyk
staan. Het heeft aan den heer M. C. T. J.
Cosyn, civiel ingenieur, adjunct-verificateur van
's Ryks Zeeïnstrumenten, dit onderwys voor
één wintercursus opgedragen. Jongelieden, die
in het machinevak hun toekomst zoeken of
die meenen van deze lessen te kunnen profi-
teeren, moeten deze gelegenheid niet onge
bruikt laten voorbygaan!
De wintercursus werd met 213 leerlingen
begonnen, dit getal is geklommen tot 215.
Slechts eenmaal werd het overtroffen, in 1885,
toen er 218 waren. Vermoedelyk heeft het
eeuwfeest, dat toen in het naaste verschiet lag,
menigeen tot langer biyven aan de school
gelokt, maar het valt niet te betwisten dat
men in die dagen langer op de school placht
te biy ven dan thans. Met leedwezen zien tegen
woordig de leeraren in de bouwkunde hunne
leerlingen vertrekken, wanneer dezen nog veel
zouden kunnen profiteeren van hun leiding by
het maken van ontwerpen. Jonge mannen
zoo riep spr. den leerlingen toe voor wie
het nog tyd is u te bedenken, laat u niet te
spoedig verlokken door die groote maatscbappy,
die reeds bereid is uw kennis en uw kunde
te beloonen, ruim voor uw tegenwoordige
behoeften, maar die eerst d&n bereid zal zyn
"üv%e diensten °P boogeren prys te stellen,
wanneer door8^aande bewyzen zult heb
6 -s«r «rob C7f>hnai»*
ben geleverd van te vers'ci<...
Eenmaal in den stryd van het practische leven
geraakt, zult ge, moeilyker dan thans, tyd
vinden voor uw eigen oefening. Sedert 1889
is door niemand, van onze leerlingen examen
gedaan voor het diploma voor de Bouwkunde.
Voorwaar een treurig verschynsel! Blyft u
zoo lang mogeiyk bekwamen, blyft uwe avond
uren op „Mathesis" besteden, gy, die reeds
des daags de practyk beoefent. Menigeen uwer
voorgangers, menig oud-leerling van ons Ge
nootschap beeft zich door zyn bekwaamheden
een eervolle plaats veroverd I Moge de uitslag
van den welhaast te houden pryskamp voor
oud-leerlingen toonen, dat het peil niet ge
daald is!
Er hadden meer dan 216 leerlingen inden
wintercursus kunnen zyn. Voor de toelatings
examens hadden zich 46 jongens aangemeld.
Slechts 33 konden worden toegelaten, 1 is
niet opgekomen, 12, d. i. meer dan 26 pet.,
moesten worden afgewezen. En dit is te be-
droevender, daar de eischen niet waren ver
zwaard. Wanneer men nu bedenkt dat van de
33 toegelatenen er 12 in de 2de klasse en in
de 3de en 5de klasse elk 2 jongelieden werden
geplaatst, aan springt het geringe aantal, dat
voor de laagste klasse geschikt bleek, des te
meer in het oog. De hoofdoorzaak moet gezocht
worden in het feit, dat velen niet onmi-Jdeliyk
van de lagere school óf naar de herhalings
school óf naar „Mathesis" gaan, maar eenigen
tyd noodig schynen te hebben om to beden
ken, waarheen zy hunne schreden zullen
richten. Veel van hetgeen zy geleerd hebben,
gaat in het 13de of 14de levensjaar in zoo
verre verloren, dat het voldoen aan de ver-
eischten van een zeer eenvoudig examen voor
hen onmogtlyk wordt.
De j -sultaten van het toelatingsexamen voor
den zomer-cursu8 van 1896 zyn weinig gun
stiger geweest: er moesten nog 11 van de 47
opgekomenen, d. i. byna 24 pet., afgewezen
worden.
Ziehier in korto trekken de geschiedeuis
van het kalme schooljaar, dat thans voorby
is. Vele wenschen zyn nog onvervuld gebleven,
aan sommige behoeften is nog slechts op zeer
bescheiden schaal voldaan. De leermiddelen
vereischen dringend aanvulling. De leerstof
misschien eveneens. Waar toch langzamerhand
het aantal van hen, die aan het machinevak
zich gaan wyden, méér toeneemt dan dat van
de aanstaande bouwkundigen van allerlei rang
en soort, wordt het wenscheiyk den leergang
en de leerstof te wyzigen naar de nieuwe
behoeften. Een stap in die richtingde proef
van onderwys in de Electrotechniok, is reeds
vermeld. Mon hoort de school wel eens door
het volk met den naam van „de teekenschool"
bestempelen. Of het zoo blyven zal? Zonder
in het minst het groote belang van vaardig
heid in het teekenen te willen betwyfelen
voor de beoefenaars van tal van vakken, komt
het spr. toch voor dat er kundigheden zyn,
even nuttig voor velen der leerlingen als het
handteekeneD, doch aan welke tot nu toe minder
gewicht gehecht is. Over natuurkunde, schei
kunde en technologie heeft srr. re-ds gesproken.
Maar er is nog iets anders; het onderwys in
Engelsch en Duitsch, de wereldtalen, die den
werkman het meest te pas komen en het
gemakkelykst te leeren zyn. We leven, zeide
spr., in ons kleine, goede Vaderland zoo afge
zonderd. Al die versnelde middelen van ver
keer, al die vermeerderde wisseling van ge
dachten tusschen de volken onderling, die
vooruitgang, waarop onze ten einde spoedende
eeuw zoo trotsch is, wat zouden ze meer
hebben kunnen tot stand brengen voor ons
Nederlandsche volk! Men behoeft niet eens
zoo'n warm vaderlander te zyn, om met smart
op te merken hoe achteriyk we in vele op
zichten zyn in ons geïsoleerd landje. Hoe
hebben we verschillende takken van onze
vaderlandsche nyverheid zien overvleugelen
door het buitenland! Hoe traag zyn nieuwe
industrieën opgekomen, hoe langzaam heeft
de Nederlandsche ondernemer ingezien, wat
sommigen van zyn buitenlandsche concurrenten
al zoo lang wisten: dat ze voorlichting be
hoefden van de wetenschap. Hoevele buiten
landsche werklieden hebben niet de leermees
ters moeten zyn van onze jongens. Hoe
weinigen van de onzen zyn zelf naar het
buitenland getogen om te leeren en af te zien?
De gas-fabricage hebben we uit Engeland, de
zuivelbereiding uit Denemarken, de papier
fabricage uit Engeland, de nieuwere bier
brouwery, die van zuivere gist uitgaat, ook
al uit Denemarken, de chemische industrie
hebben we nergens vandaan, niet omdat ze
in Holland geboren is, maar omdat ze er zoo
ongeveer in het geheel niet is.
We moeten er uit, uit die verslappende
achteriykheid, uit die afzondering! De grenzen,
die ons door de geringe verspreiding onzer
moedertaal gesteld worden, moeten worden
Overschreden, overschreden niet alleen door de
en
otwikkelden, maar ook door den werk
man. Onze jongens moei
- ->«-on er 0p ujt. „Wie wat
Mil", zongen de
jarigen
Daverende toejuichingen volgden op zyne
met gloed en overtuiging uitgesproken en met
de meeste aandacht aangehoorde rede.
De voorzitter ging vervolgens over tot het
uitdeelen der diploma's, richtte eenige woorden
van geluk wensch tot de opgeroepen en en gaf
het woord aan den secretaris tot het aflezen
der namen van hen, wien een eervolle ver
melding waardig gekeurd is. Daarna ging hy
over tot het uitreiken van een tiental medailles,
een boekgeschenk en een getuigschrift: de
belooningen, die het bestuur heeft kunnen
toekennen aan hen, die medegedongen hebben
naar de beantwoording der prysvragenrichtte
enkele woorden tot de bekroonden, dankte
de aanwezigen voor hunne tegenwoordigheid
en noodigde den burgemeester en hen uit de
tentoonstelling te gaan bezichtigen.
De opgaaf der toegekende bekroningen, enz.
komt voor in ons derde blad.
De tentoonstelling wordt gehouden in de
groote zaal beneden, welke langs de wanden,
in het midden en op het platform byna geheel is
ingenomen door teekeningen en werkstukken,
welke eene aandachtige beschouwing alleszins
kunnen waardig gek urd worden. Do rang
schikking is zoodanig, dat men een duideiyk
overzicht van het aan de leerlingen gegeven
onderwys erlangt, en, is de quintiteit groot,
de qualiteit is dit ontegenzeglijk niet minder.
Met ware belangstelling dan ook werd dcor
de genoodigden een en ander in oogenschouw
genomen, waarby het tevens niet aan wel
willend verstrekte inlichtingen ontbrak, waarna
ook de leerlingen werden toegelaten en do
tentoonstelling verder kosteloos werd open
gesteld voor het publiek, dat reeds van deze
gelegenheid een gretig gebruik maakte en
o. a. langen tyd stil bleef staan vooi het
sprekend geiykend gebootsoerd portret van
wyien den hier algemeen bekenden Willemin.
Hedennamiddag van 12 tot 4 uren werd ze
eveneens goed bezocht en zeer zeker zal er
ook hedenavond van 6 tot 10 en morgen,
Zondag, van 12 tot 4 uren, een talryke op
komst aan ten deel vallen. Zy is het wederom
ten volle waard.
worden wil, wel, die zit nieW*
Hollanders in de dagen van den tachtig
oorlog. En niet alleen het zeegat uit, raaaP
ook over land. Er op uitl Als de Duitsche
Wanderburschen, als de Engelschen, die drie
werelddeelen trachten te bevolken.
Enkelen onzer werklieden, en niet de min
sten van hun slag, hebben 't reeds gedaan,
hebben in Engeland, in Duitschland gearbeid,
geleerd, zich er door heen geslagen. En het
is hun goed bekomen. De flinksten hebben
geen aansporing noodig, voor hen behoeven
we geen taalonderwijs in te richten, ze zullen
zich toch wel redden. Maar menigeen zou er
toe gekomen zyn, buitenslands te trekken,
wanneer hy maar iets geleerd had van de
talen, die om ods been gesproken worden.
Of „Mathesis Scientiarum Genitrix" vooreerst
op zyn leerplan een plaatsje zal inruimen
aan onderwys in vreemde talen, volgens de
directe methode, durft spr. niet zeggen.
Er zyn tal van bezwaren van flnantiëelen
aard en van organi6atorischen. Maar dat het
er eenmaal toe komen moet, dat onze werk
lieden ten minste in de gelegenheid moeten
gesteld worden, althans iets van Engelsch en
Duiisch te leeren, is zyn persoonlijke over
tuiging. Een onderwys, niet gericht op taal
regels, geen „geleerd" onderwys, maar een,
dat gericht is op de practische behoeftenop
het verstaan en spreken van de talendat is
't, wat we behoeven I En dat beoogt de zoo
genaamde directe methode, waarvan ook hier
ter stede reeds uitkomsten zyn gezien, die
tot voortgaan op den ingeslagen weg aan
sporen.
Er zyn wel eens stemmem opgegaan uit
do ryen van de leerlingen, die het verlangen
te kennen gaven iets van talen te leeren; en
werkgevers hebben spr. wel eens gezegd, dat
ze er zeer op gesteld waren, dat de besten
van hunne leerjongens eenig onderwys hierin
zouden genieten. Mogen deze stemmen zoo
hoopte spr. talryker en krachtiger worden 1
velen zouden er de voordeelen van onder
vindon. Moge men nog eenmaal van de Neder
landers der twintigste eeuw kunnen getuigen,
wat onze voorvaderen in den glorietyd van
zicbzelven konden zingen:
„Waor dat men zich al keert of wendt,
End' waer men loopt of staet,
Waer dat men rey'st of rost of rent,
End' waer men henen gaot,
Daer vindt men, 't sy ook op wat ree,
d' Hollander en de Zeeuw."
Spr. eindigde met den wensch, dat dan
„Mathesis" het zyne er toe bygedragen moge
hebben dr. tot waarheid te maken.
Leiden, li Mei.
a Gisteravond had, na d« uitvoering van
_weder de eerste repetitie van de
met cn iwu
onlangs,
liedertafel „Arion"~pFaats. nd_ (por bc0^
De leden, die gevoelden den directeur, uen
beer E.-nri Völlmar, meer dan lofspraak en
dank scbul lig te zijn, hadden hem daarom
eene verrassing bereid. Hem werd namelijk
in de pauze door den voorzitter, als tolk van
alle aanwezigen, onder eene hartelijke toe
spraak, een prachtig beeld op voetstuk aan
geboden, voorstellende „Le Retour des Hiron-
delles", hetwelk door den zoo geachten leidor
dezer vereenigibg, blijkbaar gotroffen, onder
woorden, die van liefde en lust voor „Arion"
getuigden, dankbaar werd aanvaard.
Op initiatief van eenigeLeidsche studenten,
die in 1891 als leden der voreeniging „Pro
Patria" by het regiment infanterie aan de
manoeuvres deelnamen, zullen dit jaar, zoo
de militaire overheid haar toestemming niet
onthoudt, wederom een aantal leden dier ver-
eeniging aan de manoeuvres meedoen.
- Het 40 Jarig bestaan der Kweekschool
voor Zeevaart alhier zal 22 dezer worden
herdacht met een diner, te geven door d„
commissie van oppertoezicht cn beheer dier
inrichting, waaraan o. a. zullen aanzitten de
minister van marine, de schout- bij-nacht C.
Tod Bosch, directeur en commandant dor ma
rine te Amsterdam, de heer L. A. Dittlof
Tjassens, secretaris-generaal en de kapitein
t/zee A. G. Ellis, chef der afdeeling „Personeel"
bU hel departement van marine.
- Beroepen is bi) de Ned.-Herv. gem. te
KattendiJke de heer W. M. Van der Schans,
candidaat te Leiden.
- De Engelsche mail, met berichten uit
Batavia tot 11 April, wordt morgenmiddag
alhier verwacht.
De Koninklijke Academie van Weten
schappen, afdeeling taal-, letter-, geschiedkun
dige en wUsgeerige wetenschappen, vergadert
MaaDdag 13 dezer.
De onderwerpen van behandeling zijnOver
Saxo Grammaticus. Bijdrage van prof. P. D.
Cbantepie de la Saussaye, te Amsterdam.
Over den ouderdom van het Avesta. Bijdrage
van prof. C. P. Tiele, te Leiden.
Het onderzoek der verlofgangers van de
militie te land zal voor de gemeenten Nieuw-
veen, Zevenhoven, Ter-Aar, Leimuiden, RlJn-
satcrwoude, Alkemade en Woubrugge plaats
hebben in laatstgemelde gemeente, als hoofd
plaats van bet 14de militie-kanton dezer pro
vincie, op Vrijdag 7 Juni a. s., 'e voormiddags
te halfelf.