N°. 10796.
Zaterdag 4 Mei.
A0.1895,
I§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 3 Mei.
F" euilleton.
KATHI.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.f 110.
Franco per post1-40-
Afzonderlijke Nommers°05.
PRIJS DER ADVERTENTEËN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
- Le anti revolutionnaire kiesvereeniging
„Nederland en Oranje", alhier, heeft in hare
vergadering van Dinsdag besloten, b(j de aan
jitaande verkiezing voor de Provinciale Staten
niet publiek op te treden.
I De politieke malaise toch, waarin gansch
Nederland verkeert, zal blijven duren totdat
de kiesrechtquaestie van de baan is. Zij is
van oordeel, dat die politieke malaise in het
belang van het Vaderland en een goede partij
verhouding niet lang duren mag, en vindt het
in de gegeven omstandigheden nutteloos ver
spillen van krachten, om thans met eigen
[l candidaten in het kryt te treden.
De „Vrijzinnige Kiesvereeniging" heeft gis-
lieren tot candidaten gesteld de hoeren dr.
|E. F. Van Dissel, prof. mr. P. A. Van der
Ijjith en mr. H. A. Neeb, allen aftredende
lieden.
De heer W. M. Van der Schans, can
didaat tot den H. Dienst te Leiden, is be-
woepen bjj de Ned.-Herv. gem. te Gaast en
Ferwoude.
I d0 Fransche mail met berichten uit
Ned.-Indië wordt hedenavond alhier verwacht.
Men schrijft uit Wassenaar: Nadat in
de vergadering van den gemeenteraad de 1ste
wethouder, de heer C. J. Van der Oudermeulen,
het koninklijk besluit gelezen had, waarbij
R baron Van Zuylen van Nyevelt benoemd
is tot burgemeester der gemeente Wassenaar,
sprak hy een kort woord van welkom tot
den nieuwbenoemden burgemeester, die voor
het eerst de vergadering leidde, den wensch
tiitend, dat hij zijn leven in vreugde slyten
moge in deze gemeente.
m Daarna nam de voorzitter het woord. In
de eerste plaats sprak hjj een woord van
dank aan H. M de Koningin-Regentes, die
hem tot burgemeester van Wassenaar be
noemde, en in de tweede plaats dankte hy
den heer Van der Oudermeulen voor diens
harteiyke woorden.
I Zal het onder zyn bestuur goed gaan, dan
heeft 8pr. steun noodig. Hy vroeg daarom
den steun van de beide wethouders en van
de leden van den Raad. Vervolgens richtte
zich tot de aanwezige ingezetenen. Hy
dankte hen voor de belangstelling, die zy
hem toonden 'door het uitsteken der vlaggen.
Hy hoopte dat hun medewerking en orde
lievendheid hem het besturen gemakkelijk
zullen maken.
Ik verzeker U plechtig, zei spr. verder, dat
ik de belangen der gemeente steeds zal voor
staan, dat ik haar zal besturen met krachtige
hand en dat ik trachten zal de gemeente in
bloei te doen toenemen. Ieder, die myn hulp
inroept voor gemeente- of particuliere belan
gen, kan steeds verzekerd zyn een open oor
te vinden. De eeden, die spr. afgelegd heeft,
zyn voor hem geen ydele formaliteiten. Hy
is overtuigd niets te vermogen zonder de hulp
van den Almachtige, en vertrouwende op
Diens bystand, verklaarde hy het ambt van
Burgemeester te aanvaarden.
De voorzitter deelde mede, dat B. en Ws.
tot waarnemend secretaris hebben benoemd
den heer J. Eggink. Deze legde de voorge
schreven eeden af en aanvaardde terstond
daarna zyn betrekking.
In de vorige raadsvergadering werd den
afgetreden secretaris ontslag verleend tegen
2 Mei en nu woonde de waarnemende secretaris
de vergadering reeds by.
Men schryft ons uit VoorschotenGister
avond had alhier in de zaal van het Ambachts
huis eene uitvoering plaats van de zangver-
eeniging „Oefening en Vriendschap", met
welwillende medewerking van mejuffrouw
E. B. (piano) en de heeren Willem Van Iperen
(viool) en J. Henri Berkeljon (piano) uit Leiden.
De uitvoering, welke door een talryk publiek
werd bygewoond, begon te kwartier over
achten en werd geleid door den heer L. Den
Ouden, directeur van het gezelschap.
Door het koor werden verschillende num
mers ten beste gegeven, welke, het een in
meerdere, het andere in mindere mate, tóch
alle biyk gaven van ernstige studie. Vooral
de nummers „Onze dooden", van Beneken,
„Fabel", naar een volkswyze, en „Vaderlandsch
lied", van Nicolaï, voldeden ons byzonder.
Jammer, dat de mannenstemmen in sommige
stukken wat zwak klonken, iets wat in meer
gemengde zanggezelschappen het geval is.
Den verdienstelyken leider van het gezel
schap, den heer Den Ouden, komt alle lof
toe voor do moeite en zorgen, door hem aan
het gezelschap „Oefening en Vriendschap"
besteed, waardoor dezen avond weder zulk
een schoon geheel werd vorkregen.
Mejuffrouw E. B. gaf met den heer Berkeljon
eenige quatre-mains, die uitstekend werden
voorgedragen en ook zeer in den smaak van
hot publiek vielen. De jeugdige dilettante
ontving na een der nummers een keurigen
bouquet.
De heer Willem Van Iperen vergastte de
aanwezigen op eenige viool-solo's. Vooral het
bekende, maar daarom niet minder gewaar
deerde „Feuilles d'Album" en de Mazurka
van Wieniawski verwierven veel succes, in
welk laatste stuk men de groote technische
vaardigheid van den executant, aan eene schoone
voordracht gepaard, bewonderde.
Als tenor-solist trad een der leden van het
gezelschap, de heer B. v. D., op. Hy zong
het „Lied der liefde" van Henri Oooymans en
„Gevallen" van W. Berger, het laatste geiyk
men weet het bekende gedicht van den in
Lombok gesneuvelden officier Alting van
Geusau. De kracht van den solist ligt o. i.
meer in het lyrische en daarom voldeed het
eerstgenoemde nummer dan ook in byzondere
mate. Hier vooral kwam het weeke, sym
pathieke geluid van den tenor volkomen uit.
Ook deze heer oogstte veel succes.
De heer Overdiep, hoofd der school, was
ten slotte de tolk van alle aanwezigen en
bedankte voor den genotvollen avond.
Tot candidaten voor de Prov. Staten zyn
van anti-rev. zyde in het district Zoetermeer
gesteld de heeren H. M. Dercksen, te Gouda,
en A. Van Leeuwen, te Leiderdorp.
Men schryft uit Nootdorp: Zondag 5
dezer zal des morgens te 10 uren door dr. A.
J. Van 't Hooft, predikant alhier, het nieuwe
kerkgebouw der Ned.-Herv. gemeente plechtig
worden ingewyd. Het gebouw ziet er keurig
uit, zoo van binnen als van buiten. De ramen
zgn van kathedraalglas, in looi gez t, v n
Gotbisch model. De banken en de preekstoel
hebben een donkere antieke kieur. Ook het
plafond is keurig en mag gezien worden. Het
orgel is geheel vernieuwd en verbeter J. Het
zal voor het eerst bespeeld worden door den
heer A. N. Koopman, organist in de groote
kerk te 's Gravenhage. De oude toren is nu
gerestaureerd, zoodat hy thans flink en fat
soenlyk voor den dag komt. De harmonie
tusschen toren en kerk is heelwat beter dan
voorheen. Men kan gerust zeggen, dat het
gebouw een sieraad van het dorp is. De archi
tect, de heer Mondt, uit 's-Gravenhage, de
hoofdaannemer, de heer C. Van Tilburg, en de
beide andere aannemers, de heeren Pb. Romeyn
en Joh. Prins, allen te Nootdorp, hebben alle
eer van hun werk.
Voor een paar dagen meldde de „Tel.",
dat door de departementen van marine en
koloniën geen jongelieden meer worden aan
genomen ter opleiding van officier van ge
zondheid by de zeemacht of by het leger in
Oost-Indië.
Naar het BVad." verneemt, is deswege nog
g^-en beslissing genomen en zyn de op dit
stuk bestaande koninklijke besluiten nog niet
herroepen. Het moge waar zyn, dat men by
het departement van koloniën aan artsen de
voorkeur geeft en niet dan by uitzondering
jongelieden tot officier van gezondheid laat
opleiden, by het ministerie van marine is voor
het oogenblik van een verandering in de be
staande regeling zelfs geen sprake.
Nu het oogenblik nadert, waarop de
gemeenteraad van Amsterdam zal hebben te
beslissen, of de gaslevering wel na 1 Augustus
1897 van gemeentewege zal geschieden dan
wel of de concessie, aan de „Imperial Gaz-
association" verleend, zal worden verlengd,
hebben Burg. en Woihs. by den Raad een
voordracht ingediend, waarby zy voorstellen,
den eerstbedoelden weg te volgen, de concessie
te doen eindigen en de beide gasfabrieken in
eigen beheer te nemen.
Burg. en Weths. achten het wenscheiyk, op
1 Aug. 1897 de concessie in te trekken, om
tegenover den concessionaris op een geheel
vry standpunt te kunnen staan, in het midden
latende op welke wyze de exploitatie der
gasfabrieken dan later zou bohooren te worden
geregeld.
Tot leden van den gemeenteraad van
Schiedam zyn gekozen de heeren mr. W. H.
Jansen met 473 en H. Dienske met 452 stem
men; de heeren J. M. Van der Schalk en
"W. F. Tak verkregen 410 en 415 stemmen.
Door de Regeering is by de Tweede
Kamer een wetsontwerp ingediend tot goed
keuring van de koloniale verordening betref
fende het aangaan ten laste van Suriname van
eene geldleening van l'/i millioen gulden, ten
behoeve van het immigratie fonds aldaar.
Het zilver voor de tafel, vanwege den
Raad van 's Hertogenbosch ter eere van
HH. MM. aan te richten, zoomede dat, benoo-
digd voor het gastmaal der Koninginnen,
vanwege de Prov. Staten van Noord Brabant
aan te bieden, zal worden geleverd door de
firma "Wed. Heuvelmans, te 's Hertogenbosch,
firmanten Jan en Janus Heuvelmans. Het zal
de stoutste verwachtingen overtreffen en uit
munten door rykuoin en veelheid van stukkon.
Uit vry willige bydragen van leden der
Ned. Herv. gemeente te Goes zal op het graf
van den aldaar overleden predikant D. P. M.
Huet een grafzerk met opschrift worden
geplaatst. Een niet onbelangryke som is voor
dit doel reeds ingekomen.
Volgens „De Maasbode" bestaat het plan
tot oprichting van een R.-K. Boerenbond.
Door het centraal bestuur van den
„Nederl. R.-K. Volksbond" is besloten voortaan
een Meifeest te vieren, waarvoor een dag is
aangewezen, die voor de katholieken historische
beteekenis heeft.
„De Volksbanier," orgaan voor de leden van
den „Ned. R. K. Volksbond", schryft dien
aangaande
„Wat de werkelyke beteekenis van een feest
voor den arbeid aangaat, ook wy zouden gaarne
zien, dat er een dag per jaar kon gevonden
worden, die als feestdag voor de arbeiders
kon worden beschouwd; maar dan een ware
feestdag, een dag waarop de arbeiders in
vreugde de eene of andere grootsche gebeur
tenis konden herdenken, die hun stand ge
baat bad.
„Zulk een dag hebben wy, katholieke
arbeiders in den 17den Mei, den dag, waarop
nu 4 jaren geleden de roemryke encycliek
Rerum novarum, door Z. H. den Paus der
werklieden werd uitgegeven. Die dag is waar
dig, om door ons feestelyk herdacht te worden,
als een erkenning van de schoone instellingen
en wenken, die daarin voor de arbeiders
gelegen zyn.
„Zie, laten wy dien dag tot onzen feestdag
maken, dan ten minste weten wy, waarom
we feestvieren; en laten we dan op dien dag
ons bezighouden met die schoone Encycliek,
wier voorschriften, wanneer ze eenmaal zullen
worden opgevolgd door patroons en gezellen,
voor de menschheid in 't geheel en .voor de
arbeiders in 't byzonder een zegen zullen zyn."
Het Centraal Bestuur van den „Ned. R. K.
Volksbond" heeft dan ook besloten, reeds dit
jaar die gebeurtenis op feesteiyke wyze te
gedenken, door het beleggen van buitenge
wone vergaderingen der verschillende afdee-
lingen van den Bond, op Zondag 19 Mei a. s.
Met verwyzing naar het in do Staats
courant van 12 Januari 11., No. 10, opgeno
men bericht omtrent het verbod van invoer
van melk en mest uit Nederland in het Prui
sische Regeerings-„Bezirk" Aurich, brengt de
minister van buitenlandsche zaken ter kennis
van belanghebbenden, dat, blykens mededoe
ling van het Duitsche gezantschap, aan den
directeur van het district Weener de bevoegd
heid is verleend, om, zoolang er in de nabyheid
der grens geen mond- en klauwzeer he6rscht,
op aanvrage van belanghebbenden, in byzon
dere gevallen den invoer toe te staan van melk
en zuivelproducten en mest, herkomstig van
naby de Pruisische grens gelegen Nederland-
sche hoeven. Sts.-Ct
Naar het „Utr. Dagbl." verneemt, wordt
de uitgave van („De anti-rev.) Nederlander,"
het bekende orgaan van den heer De Savornin
Lohman, eerstdaags gestaakt.
Het stoomschip „Bromo", van Batavia naar
Rotterdam, vertrok 2 Mei van Colombo; de
„Kanzler", van Oost Afrika naar Rotterdam
en Hamburg, arriveerde 1 Mei te Marseille;
de „Penelope", van de Middellandsche Zee naar
Amsterdam, passeerde 1 Mei Ouessant; de
„Prins Hendrik", van Batavia naar Amster
dam, passeerde 2 Mei Ouessant; de Prins
Willem I" vertrok 2 Mei van Amsterdam
naar Suriname; de „Utrecht", van Rotterdam
naar Batavia, arriveerde 1 Mei to Port Said.
By koninkiyk besluit is aan mr. G.
Wicherlink, op zyn verzoek, met ingang van
1 Juni a. s., eervol ontslag verleend als notaris
te Zwolle.
Met ingang van 1 Juni a. s. benoemd tot
commies der telegraphie 4de kl., A. Ilsen, thar.s
telegrafist.
De Koninginnen In Engeland.
Men seint uit Londen, dd. 2 Mei:
Hedenmorgen bezochten de Koninginnen
het parlementsgebouw en Westminster Hall,
onder geleide van den koninklyken stal
meester kolonel Carrington en van den sergeant
at arms. Daarna bezochten HH. MM. de West-
minster Abdy.
Heden déjeuneerden de hertogin van Albany
en hare kinderen met de Nederlandsche
Koninginnen in Browns Hotel. Vervolgens
ginnen HH. MM. met de hertogin per rytuig
naar de Engelsche Bank, waarna de hertogin
met de Koninginnen dineerde.
In den namiddag gingen HH. MM. naar
een particuliere receptie in een Engelsch salon.
Op den weg, waarlangs de Koninginnen naar
het hotel terugkeerden, stond een aanzienlyke
menigte, om HH. MM. te zien voorbyryden.
Do hertog en de hertogin van York, do
hertog van Connaught, lord Dufferin, de Per
zische gezant en het Parlementslid A. J. Bal
four kwamen in den loop van den dag aan
het hotel, om hun naam in het register in te
schryven.
Het bezoek op Windsor Castle is bepaald
op morgen. De Koninginnen zullen dan het
déjeuner gebruiken by koningin Victoria.
De volgende week zal door HH. MM. een
groot feestmaal worden gegeven, dat door
verscheidene vorsteiyke personen zal worden
bygewoond.
Verccnlglnff ter bevordering van de
Nederlandeche Flsschery.
4)
Om zyn woede op iemand te koelen, trad
hy op Kathi toe, die juist de glazen van de
tafels nam, en snauwde haar toe, dat zy on
middellijk haar biezen kon pakken en heen
gaan. Meisjes, die zoo'n schandaal veroor
zaakten en hem de politie op het ïyf haalden,
kon hy in zyn huis niet gebruiken,
ft Anton, die nog gebleven was, vond het
meisje daarop in een hoek der gelagkamer,
toornig weenend. Zy klaagde, dat zy nu niet
wist waar zy heen moest.
Toen kwam eensklaps het vurig verlangen
by hem op, haar te onttrekken aan het leven,
dat zy leidde, de redder van het schoone
schepsel te worden.
„Myn vader heeft een groote zaak," zeide
hy, „zou het niet beter zyn, als je wat leerdet
werken, Katbi? In 't eerst zou je niet veel
verdienen, maar het is toch verkeerd, altijd
kellnerin te biyven. Denk er eens over na."
Het voorstel scheen een opbeurende wer
king op haar uit te oefenen. Zy hield niet
alleen op met schreien, zy barstte zelfs in
een schaterlach uit.
„Wat valt u in! Ik zou gaan zitten naaien
of paardenhaar vlechten 1 Neen! Daar heb ik
geen geduld voor! Dat behoef ik ook niet!
Ik ga naar huis - vandaag nog! Myn ouders
zullen biy zyn, als zy nu in den zomer een
kellnerin hebben, die met de stadsmenschen
kan omgaan. De waard moet maar zien, of
hy weer een tweede krygt zooals ik, en of
hy zooveel bezoek krygt, als ik er niet meer
ben. Ik pak direct myn kofforAdieuAdieu I
Mynheer Schwertmüller! Buiten op het land
zoek ik my een jongen een knappen! Ga
maar gauw naar uw bruid."
Zy maakte een buiging, lachte over de
booze, jaloersche oogen, waarmede hy haar
nakeek en trippelde de trap op naar hare kamer.
Des avonds zat Anton zóó mismoedig by
het avondeten, dat zyn moeder hem bezorgd
aankeek.
„De jongen bevalt my niet. Ik vrees, ik
vrees, dat Toni een domheid in het hoofd
heeft 1" zeide de vader hoofdschuddend, toen
hy zich met zyn vrouw in de slaapkamer
teruggetrokken had. Zy knikte treurig met
het gerimpelde gezicht, hetwelk nu de witte
nachtmuts omiystte. Zy wist, dat zy den
volwassen zoon niet kon behoeden.
De wakkere oudjes vreesden de gevaren
der groote stad, waarvan zy alleen v^n hooren
zeggen wisten, en hadden er dus niets tegen,
ja, herademden verlicht, toen Toni zyn vader
in Augustus verlof vroeg, ook eens een uit
stapje naar buiten te mogen maken.
Als zy hadden kunnen vermoeden, dat niet
de zuivere lucht der bergen, niet de aanblik
van veld en akker, maar geheel iets anders
hem naar buiten trokl
Anton had eerst het vaste voornemen ge-
bad, Kathi te vergeten; ook was hy weer
eens naar de voorstad gegaan, om op Wally
te wachten. Hy was bereid geweest, het
eerste vriendelyke woord te spreken, en alles
ware weer terechtgekomen, als het meisje
hartelijk en vriendeiyk geweest was. Eenige
warme tranen zouden hem in zyn tegen
woordige stemming wel ontroerd hebben. Maar
het ongeluk wilde, dat juffrouw Schmidtlein
er ook was, om hare dochter af to halen, en
bem zeer uit de hoogte en ongenadig behan
delde. In tegenwoordigheid der moeder waagde
Wally niet de geringste tegemoetkoming.
Treurig liet zy het hoofd hangen, en alle
mooie besluiten en verstandige neigingen
vroren by deze pyniyko ontmoeting, waarby
hy het bewustzyn had, een domme rol te
spelen, weer geheel in. Juist omdat hy zich
niet op zyn gemak gevoelde, verlangde hy
naar een bedwelming, naar een roes, als waarin
hy vroeger by een dans met de roode heks
gedompeld was.
Met dit verlangen reed hy naar Parten-
kirchen. Het waren schoone, heete dagen,
niet geschikt, om in een jong verhit gemoed
de begeerte naar vrooiyk levensgenot te
temperen.
Van het station liep hy yiings Daar de
tameiyk ver afgelegen herberg, die Kathi hem
als haar thuis aangeduid had. Hij bestelde
een glas bier by een kleinen vuilen jongen,
die in den tameiyk verwaarloosden tuin zat
te luieren; de hand beefde hem van opge
wondenheid, by de gedachte, dat zy nu den
drempel overschrijden en hem met een uit
roep van verrassing begroeten zou.
Maar in plaats van de verwachte kwam
een on vriendelyke, bejaarde vrouw, die hem,
zonder een woord te zeggen, het bier toe
schoof. dat er niet zeer aanlokkeiyk uitzag.
en op zyn vraag, of de huisdochter, een zekere
Kathi, hier geen kellnerin was, brommig ant
woordde
„Neen, zy is er niet! Vandaag is alles by
het schyfschieten. Zy moet meehelpen. Natuur-
lyk, omdat zy jong is, ofschoon zy rood haar
heeft, dat men er bang voor moet worden,
en het niet tevergeefs heetrood haar God
bewaar! Maar ons neemt men niet, als er
een paar fooien te verdienen zyn."
Anton glimlachte. Deze slecht gehumeurde
vrouw was jaloersch op Kathi! Zy had dus
ook hier weer onvrede gesticht, het drommel-
scbe meisje!
Maar deze gedachte schrikte hem evenmin
af als de bygeloovige waarschuwing voor het
roode haar. Dorstig dronk hy het slechte bier,
liet zich den weg beschryven en liep daarop
in de middaghitte naar dat hoog gelegen
logement, van waar hem van verre het ge
knetter der buksen en luid alarm tegenklonken.
Onder lommerryke boomen waren hier vele
tafels gezeteen dichte menschenmassa krioelde
door elkaar. Vlaggen wapperden, de muziek
speelde. Evenals by een kermis waren koop
lieden gekomen, die hunne waren in kramen
te koop aanboden. De scbietplaats was voort
durend belegerd; men zag een wirwar van
groene jager- en breedgerande boerenhoeden,
waarop het schuttersteeken prykte. Onop-
houdeiyk knalden de geweren.
Het had iets opwekkends, dat voortdurend
inslaan der kogels te hooren, den scherpen
knal, die zich in een minuut ongeveer drie
maal herhaalde. De drie schyven waren boven
een weide aan den zoom van het woud aan-
In het „American Hötel" te Amsterdam
werd gisteren onder voorzitterschap van den
heer T. A. O. De Ridder de 9de jaarlyksche
algemeene vergadering gehouden van boven
genoemde Vereeniging.
By de op de openingsrede volgende bestuurs
verkiezing werden herkozen de heeren mr.
D. P. H. Aberson, te Beverwyk, dr. Th. W.
Van Lidtb de Jeude, te Leiden, mr. F. J. A.
Reekers, te Amsterdam, A. Hoogenraad, te
Scheveningen, en F. Lieftinck, te Haarlem,
gebracht, daarnaast twee kleine muren van
een manshoogte, waarachter de aanwyzera
zich onder het schieten verborgen. Zy droegen
bonte, harlekynachtige pakkende eene zydon
rose, de andere wit. Zoodra er geschoten
was, werd er gebeld, en de aanwyzer moest
te voorschyn komen en aangeven, waar de
kogel ingeslagen was. Als de schutter de
zwarte roos trof, feliciteerde de aanwyzer hem
met een juichkreet.
Anton had zich warm goloopen en dronk
nu met gretige teugen. Hy was dus nier vol
maakt nuchter meer, toen het hem eindeiyk
gelukte, met Kathi, die hy tot nu toe slechts
in de haast met kruiken en glazen had zien
voorbysnellen, een paar woorden te wisselen.
Zy droog een soort boerenkostuum, niet het
echte, dat in het dorp nog af on toe op
feestdagen te zien is, maar een door de Tiroler
zangerosson ingevoerd carnavalskostuum, dat
nu voor kellnerinnen by feesteiyke gelegen
heden in de mode gekomen is: een witte
blouse, een rooden rok en een zwart fluweelen
iy f je. Den groenen spitsen hoed, die daarbij
behoort, had zy afgenomen en de vlechten in
een krans om het hoofd gelegd.
„Nu, Kathi", riep hy, „wat zeg je nu? Nu
zal ik toch wel een vriendeiyk woord krygon,
als ik je opzetteiyk nareis, als ik je opzoek?'*
Zy trok de schouders op. Zy scheen in
hare oude omgeving weer geheel landmeisje
geworden te zyn en al het steedsche afgelegd
te hebben.
Wordt vervolgd.)