N9. 10791. Maandag SO April. Ac. 1395, (geze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. Dc laatste dagen van Rlieinsberg. LIIDSCI DA&BLAB. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maanden. i f 1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTTËN: Van 1 6 regels f 1.05. Iodere regel meer f 0.17{. Grooter» letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad. Officieel© Kennisgevingen. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden brenf?&n ter algemeens kcDnis, dat door OORNELIS PL1RUS VAN TEYLINGEN. wonerde alhier, een verzoek- eohrift ia iDgediend om vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein, in het perceel Utreohtsohe Veer No. 28. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 26 April 1895. E. KIST, Secretaris. Leiden, 27 April. Door de vereenigde vergadering van kerke- raadsleden en gemachtigden der Ned. Herv. gemeente alhier is gisteravond uit het vroeger vermelde zestal ter vervulling der vacature, ontstaan door het emeritaat van ds. E. Cósar 'Segers, het volgende drietal predikanten ge formeord: ds. H. H. Barger, te Bloemendaal ds. J. P. Eringa, te Oostwold, en ds. C. Hart- wigsen, te Oud-Beierland. By de betrokken departementen van algemeen bestuur is eene herziening in be werking van de in het koninklijk besluit van 10 November 1892 vervatte bepalingen no pens de keuring en de eventueele vordering van voor den krijgsdienst geschikte paarden. De eerstvolgende keuring zal worden gehou den op de grondslagen der herziene bepalin gen. Met het oog hierop is ingetrokken het koninklijk besluit van 6 December 1894= No. 38. Naar aanleiding van hot verschil van ge voelen over de vraag, of de leden en plaats vervangende leden van de Raden van Beroep voor de vermogensbelasting, ingeval z\j tot die betrekkingen worden herbenoemd, al of niet behooren te worden beëedigd, heeft de minister van financiën medegedeeld, dat in geval van herbenoeming hem eene nieuwe beëediging noodig voorkomt. De civiel-ingenieurs J. P. Textor en J. M, Stoop, beiden te 's-Gravenhage, en de heer F. J. M. Reynders, te Hansweert, zijn be roemd de eerste tot adjunct-ingenieur en de beide anderen tot buitengewoon opzichter by het verrichten van peilingen in de Noordzee en metingen in verband met die peilingen, ten behoeve van het onderzoek betreffende den waterstaatkundigen toestand des lands. Yan de zeven ontwerpen voor de pr(js- vraag, uitgeschreven door de commissie voor den bouw der zevende kerk van de Noder- duitsch Hervormde gemeente te Den Haag, i6 bekroond het ontwerp, ingezonden onder het motto Maart, waarvan na opening van het naambriefje de ontwerper bleek te zy'n de heer J. Verheul Dzn., architect te Rot terdam, die ook de nieuwe kerk te Apel doorn gebouwd heeft. Leden der jury waren de heeren:C. Muys- ken, J. Nieuwenhuis, C. H. Peters, mr. J. C. De Marez Oyens, jhr. O. J. A. Repelaer van Driel en J. E. N. baron Schimmelpenninck van der Oye. Ingevolge de beslissing van den minister van oorlog wordt de artillerie-schuttery, evenals de infanterie-schuttery bewapend met geweren, waartoe aan de gemeentebesturen de noodige geweren. M. 71 uit de wapenmagazynen zullen worden verstrekt. Omtrent de regeling der werkzaam heden van de Tweede Kamer by haar weder- byeenkomst, welke tegen 14 of 21 Mei a. s. wordt tegemoet gezien, verzekert men dat het voornemen zou bestaan tot de openbare be handeling van de zoogenaamde „Veiligheids wet" en de regeling tot invoering van de faillissementswetgeving in verband met het daartoe betrekkeiyk voorstel van het lid mr. Pynappel. Men wil voorts weten dat de Kamer hoog stens tot einde Juni byeen zou biy ven. In het daarop volgend recès zullen verschillende in wendige veranderingen in het gebouw der Kamer worden tot stand gebracht, o. a. de vervanging van de tegenwoordige bouten hoofd trap door een van marmer, waartoe, geiyk bekend is, het besluit is genomen. (D. v. Z.-H.) De Raad der gemeente Helder heeft besloten, een door dr. Frowein ingediend voorstel, om in de bestekken van bouwwerken der geméente bepalingen op te nemen omtrent minimum-loon, maximum arbeidstijd en ver zekering van werklieden tegen invaliditeit en ongelukken, om advies in handen te stellen eener commissie, die vóór 1 Juni rapport zal moeten uitbrengen, aangezien de verhooging van den loonstandaard door de aannomers in de gemeente is bepaald op 1 Juli. Tot leden der bedoelde commissie werden benoemd de raadsleden Verfaille, Frowein, Spruit, Oort- gysen en Hoogenbosch en de heer Leyer, gemeente architect, als deskundige. Aan den heer C. Boon werd, op zyn daar toe gedaan verzoek, togen 1 Juni eervol ont slag verleend als gemeente secretaris. De Staatscourant van 26 dezer bevat de wet van 20 April jl. (Stsbl. 54), houdende nadere bepalingen omtrent de heffing van invoerrecht naar de waarde der goederen. Het wetsontwerp is dus reeds door Hare Majesteit bekrachtigd. Men houdt zich aan het departement van financiën verig bezig mot de maatregelen tot uitvoering dier wet. Onder anderen wordt omgezien naar personen uit den handel, die wegens grondige kennis van éón of meer voornamo artikelen van invoer in aanmerking kunnen komen voor benoeming tot adviseerend ambtenaar. Wy vernemen dat door de „Sociétó nationale d'horticulture de France", die in het laatst van Mei eene groote internationale tuin bouwtentoonstelling te Parys organiseert, als lid van de jury is benoemd de heer W. A. Viruly Verbrugge, oud-voorzitter der Neder- lanüsche Maatschappy voor Tuinbouw en Plant kunde, te Rotterdam. De heer P. F. L. Wal deck, te Loosduinen, ook als zoodanig be noemd, is verhinderd die eervolle taak te vervullen. Uit verschillende gemeenten, behoorende tot het kantongerecht Ridderkerk, komen adressen in, om óf bp het kantongerecht te Dordrecht óf by dat te Rotterdam gevoegd te worden, in plaats van by Ridderkerk te blijven. Over eenige dagen zal naar men aan „De Amst." meldt door den regeerings- president te Dusseldorf het verbod worden uitgevaardigd, melk en vleesch uit de Hol- landsche grensplaatsen in Duitschland in te voeren. Voor de winkeliers vooral de slagers in onze grensplaatsen levert dit verbod groote schade op. De opening van het bijkantoor voor don post- en telegraafdienst op het terrein van de tentoonstelling voor het hotelwezen te Amsterdam is tot nader order uitgesteld. Naar wy vernemen, zal op de aandeelen der Stoomvaart Maatschappy „Nederland" over 1894 een dividend van 10 pet. worden voor gesteld, en op de aandeelen der Hollandsche Sloomboot-Maatschappy een dividend van 3 pet. (N. R. C.) Wijziging Wetboek van Koophandel. Opnieuw is aan de Tweede Kamer der Staten Generaal een wetsontwerp aangeboden tot wijziging van de artikelen 379, 380 en 383 van het Wetboek van Koophandel, welke zaak ten gevolge van de ontbinding der Tweede Kamer onafgedaan bleef. Wat het wezen der zaak betreft, werden in het thans aangeboden ontwerp op een drietal punten van het vorige ontwerp afwijkende bepalingen voorgesteld, en wel lo. aan den schipper in het vreemde land de keuzo te laten tusschen den Nederlandschen consul en het naar inheemsche wet bevoegd gezag; 2o. de in het vorige ontwerp by art. 2 voorgestelde wijziging in de aanwyzing van hen, die met den schipper de scheepsver- klaring moeten afleggen, niet over te nemen, zoodat te dien aanzien de regeling van art. 383 Wetb. van Kooph. behouden blyft, met dien verstande, dat thans in het artikel uitdrukke lijk de bevoegdheid wordt verleend de ver klaring niet door allen gelijktijdig te doen af leggen, en 3o. ook voor de m art. 383 be doelde verklaring evenals die van art. 379 den termyn te 6tellen op driemaal 24 uren. Bovendien is in art. 2 eene bepaling opge nomen, die in het vorig ontwerp niet voor kwam en die gewenscht schijnt tot opheffing van mogelyke rechtsonzekerheid op dit punt en door invoeging van enkele woorden in den aanhef van art. 379 by de berekening van den daar ge6telden termyn, mede de Zondag uit- drukkelpk uitgesloten. Volgens het ontwerp zullen do hiervoren genoemde artikelen aldus luiden: Art. 379. Elke schipper is gehouden uiter- ïyk binnen driemaal 24 uren, den Zondag niet medegerekend, na zyne aankomst in eene haven zyn journaal te vertoonen en eene verklaring van zyne reis af te leggen, inhoudende: lo. de plaats en den tyd van zyn vertrek; 2o. den koers, dien hij genomen heeft; 3o. de gevaren, welke hy geloopen heeft, de ongeregeldheden, welke aan boord hebben plaats gehad, en de andere merkwaardige omstandigheden van zyn reis. Art. 380. De vertooning geschiedt en de verklaringen worden afgelegd: In eene vreemde haven buiten dit land, ten overstaan van den Nederlandschen consul of aan het daartoe bevoegd gezag; in eene haven van het koninkryk der Nederlanden ten overstaan van den kanton rechter of een der kantonrechters in de gemeente, waartoe de haven behoort, en in de koloniën on bezittingen in andere wereld^ deelen ton overstaan van het daartoe bevoegd gezag. Art. 383. De schipper is, ingeval van schip breuk, van het inloopen in eene noodhaven of van schade, gehouden daarvan met alle tegenwoordig zynde officieren en scheepsge zellen, al of niet gezamenlijk, verklaring af te leggen op de eerste plaats hunner aankomst, binnen den in art. 379 bepaalden termyn en ten overstaan van de in art. 380 aangewezen openbare macht. Gemengd Nieuws. Toen gisteren de stoomtram, welke te twaalf uren van Haarlem te Hille- gom arriveert, op de Hillegommerbrug was, had het 8-jarig dochtertje van P. B. het on geluk al spelende voor de tram te vallen, waardoor zy circa 10 meter werd voortge sleept. Aan het krachtig remmen van den machinist is het te danken, dat dit ongeval niet met doodelyken afloop is geëindigd. Een schoolparlement. Op zeer eigenaardige wyze heeft dezer dagen een onderwyzer te 's-Gravenhage de aan zyne zor gen toe vertouwde leerlingen een bevattelijk beeld trachten te geven van de parlementaire werkzaamheden. Hy omwierp voor zyn klasse een reglement en zond dit zyn leerlingen toe, geheel en al in den vorm van een ontwerp van wet. Eerst de boodschap (hier een meesterlijke), dan het uit negen artikelen bestaande ont werp en ten slotte de memorie van toelichting, een en ander in de gebruikoiyke parlementaire termen. En om het beeld te voltooien, liet hy over dit ontwerp in zyn miniatuur-parlement be raadslagingen houden, na een „voorloopig verslag", dat saamgesteld werd uit de schrifte lijke beoordeeling der kinderen van de artikelen, een oordeel, dat zy bijwijze van huiswerk moesten opstellen. Een der knapen fungeerde als voorzitter, de meester als minister, terwijl de overige bevolking der klasse do Kamerleden vormde. De kleine quasi-volksvertegenwoordigers debatteerden er dapper op los. Ook de meis jes want de klasse bestaat uit jongens en meisjes namen aan de „werkzaamheden" deel. Een inwoonster van Baarn is het slachtoffer geworden van een nieuwe soort oplichtery. Zy ontving nl. een pakket, zooge naamd afgezonden door een welbekende Amsterdamsche firma, onder rembours van f 24.50. Niets kwaads vermoedende, betaalde zy, hoewel zy niets besteld had, maar wie schetst haar verbazing, toen het pak niets anders inhield dan een paar turven. Wat men al niet steelt! Te Wilnis is eergisternacht een hoeveelheid mest van een vaalt ontvreemd, ter waarde van ODgeveer f 80, zonder dat het tot nog toe gelukt is den dader op te sporen. Gödrukte aankondigingen van buitenlandsche loterijen zyn in Groot-Britannië niet toegelaten. Indien zy worden opgeme kt, worden zy door de Britsche postadministratie aan de afzenders teruggezonden. De oudste eik van Engeland be vindt zich by Ribstone, in het district West- Riding. 't Is een overblyfsel van het oude Britannië en tegelijk een koning van zyn ge slacht. Aan den voot is zyn omvang 78 voet. Thans is de stam holdo opening is zoo groot, dat een menigte menschen daarin plaats zou kunnen vinden. Eenige jaren geleden ging de predikant van St.-James uit Wetherby met 95 schoolkinderen in den stam van den ouden eik, on de kinderen zongen daar het volkslied. Een oude ondera ardsche weg is te Turijn ontdekt. Een belangrijk deel van de Via Saluzzo stortte in en by de her stellingswerken ontdekte men den weg, die van de Saiuzzostraat naar het Bodmiplein voert, zich dan westwaarts wendt en gaat tot aan het kasteel Valentino. Twintig jaren geleden kwam er op korten afstand van de plek, waar nu de instorting plaats had, een zelfde geval voormaar destyds vergenoegde men zich er mee plaatseiyke voorzieningen aan te brengen. Thans echter zal over de geheele leogte van den weg een onderzoek worden ingesteld. De zelfmoord van een hoogge plaatst Franscb ambtenaar, die te Monte Carlo zyn gebeele vermogen had verspeeld, heefi de Frari8che regeering aanleiding gegeven, aan alle ambtenaren in het departement der Zee- Alpen het bezoeken van de speelzalen aldaar te verbieden Bovendien hoeft de administratie te Monte Carlo, blijkbaar op verzoek der Fran- sche regeering, besloten voortaan den toegang te weigeren aan alle Fransche officieren en ambtenaren. Volgens de „Revue diplomatique" strekt die weigering zich o. a. uit tot de voor zitters en leden der rechterlijke colleges, de burgemeesters en de wethouders, de leden der departementale, arrondissements- en gemeente raden, de advocaten, procureurs, notarissen, ingenieurs, architecten, commissarissen van politie, enz. Het schfint dat mme. Joniaux althans de eerste tien jaren haar straf zal ondergaan in de gevangenis te Antwerpen. In het eerste jaar zal zy worden gehouden „en observation": 's morgens 6 uren opstaan, schoonhouden van haar cel, ontbijt te 7 uren, gebed, werken tot halftwaalf (naaiwerk: */to van het loon krygt zy in handen, de rest komt voor de helft aan den Staat en wordt voor de andere helft op haar naam bewaard); te halftwaalf middagmaal (soep van vleesch of groenten en water)daarna werken tot 5 uren te 5 uren avondmaaltyd (aardappelen met brood en water); daarna kan zy boeken uit de bibliotheek der gevangenis krijgen en een uur, onder toezicht, wandelen in den gevan genistuin; de beddegaanstyd is 8 uren inden winter, 9 uren in den zomer. Is zy dat eerste jaar goed doorgekomen, dan krygt de gevangene in het tweede jaar vergunning, onder toezicht, enkele brieven te schryven. i) In de oostelijke torenkamer van het kasteel Rhein8berg, de toenmalige residentie van kroonprins Friedrich, weerklonk een bel, kort, haastig, als door een ongeduldige hand in beweging gebracht. De toon werd door een oplettend oor vernomen. Bijna nog eer hij weggsstorven was, werd nauw hoorbaar een deur geopend, en een kamerdienaar, de be velen van zijn heer afwachtoode, verscheen onder het gewelf van den ingang. Hier stond h(j, een verdrietig uitziend man, kaarsrecht, het oog onderzoekend gericht op zijn gebieder, die in het midden der kamer bij een kleinen lessenaar met vergulde pooten ijverig zat te schrijven, diep gebogen over het met rood fluweel overtrokken blad. Eerst na een paar seconden richtte hij zich wat op en wendde de blauwe oogen op den kamerdienaar. „Is de koerier goed verzorgd, Fredersdorff?" „Zooals uw koninklijke hoogheid bevolen heeft." „En heb ja er voor gezorgd, dat geen ongeroepene met hem een gesprek kan aan- knoopen?" „Hij ontbijt geheel alleen; de lakei Molberg bewaakt de deur en laat niemaDd binnen." „Eu overste Von Bredow heeft hem bepaald niet gezien „Onmogelijk I De overste is sedert van morgen vijf uren met eenige heeren officieren van het regiment van uwe koninklijke hoog heid, de heeren Von Cha9ot, Von Wylich en Schenkendorff, op het meer, om wilde eenden te schieten." „Goed, dan kan h|j ten minste vandaag niet spionneeren." De laatste woorden waren meer gemurmeld dan gesproken. En de groote blauwe ooger. wendden zich naar een van de in de dikke torenmuren diep aangebrachte vensters en staarden peinzend op de in het morgenlicht bliukende oppervlakte van het meer. Lichte booten en gondels, deels geroeid, voor een deel onder zeil, bewogen zich over den spiegel- helderen vloed. „Ik zie nog andere lieden op het water; wie zijn dat?" „De heer Von Buddenbrock roeit freule Von Wallmoden in de kleine zwanenboot." „Natuurlijk I de schelm weet zyn morgen te gebruiken; en verder?" „De dames mevrouw Von Morrien, mevrouw Von Krannenberg en de gravin Von Kamocke varen in de groote groene boot met de heeren Jordan, Von Bielefeld en Von Rathenow." „Ah, niet kwaad!" glimlachte do jonge slot heer. „En Knobelsdorff, Eeyserlingk heb je hen ook gezien?" „De heer Von Knobelsdorff teekont in het park, dicht by den vriendscharstempelde heer Von Keyserlingk speelt in zyn kamer bas en zingt daarby uit alle macht. Hy heeft my ook minstens vier keer laten vragen, of zyn koninkiyke hoogheid nog niet te spre ken was." Over het geestige gezicht van den prins gleed een zonnige glimlach. „Ga, Fredersdorff, en zeg hem, dat ik te spreken ben, maar alleen voor hem be grepen?" De kamerdienaar verdween, zyn jonge ge bieder stond op, nam van een tafeltje eene fluit uit haar fluweelon étui en zette haar na een zorgvuldige bezichtiging aan de lippen. Eene lieflyke wyze, als van een landelyke schalmei, vervulde met zoete welluidendheid de torenkamer; tegen een boekenkast geleund, blies de prinselyke musicus met ambitie door, totdat haastige voetstappen op de gaug zyn aan dacht van het geliefde instrument afwendden. De deur ging open en baron Keyserlingk, een man van in de veertig, maar niettemin nog levendig, ja, byna onstuimig, trad binnen. „Myn vorst, myn Friedrich, ziel myner ziel, zon van myn leven waarom mocht ik je niet vroeger zien op dezen goddelyk schoonen morgen I Myn hart dorstte naar je aanblik 1 Maar Fredersdorff, dit afschuwelyke monster van een bediende, lag als een roofdier voor je deur en wees my met zyn gewonen wrevel af. De duivel hale hem en eiken afgunstige, die tusschen my en myn zon treedt 1" De prins had zyn instrument voor de on stuimigheid van den vriend in veiligheid ge bracht en stak nu den hartstochteiyken klager barteiyk b.nde handen toe. „Myn Cesarioni beste vriend, wees welkom I En scheld niet op Fredersdorff. Ik had ge wichtige bezigheden en kon zelfs jou niet ontvangen I" Wat was het? wat is het dat ie ie aan my onttrekken moest? Spreek, of ik moet ge- looven, dat „Geloof, wat ik je zeg, onstuimig mensch I Kom, ga by my zitton hier in de vensternis 1 En luister nu. Je weet, dat ik met doctor Eller te Potsdam geheime briefwisseling voer, zóó geheim, dat tot nu toe zelfs de spion van den koning, Bredow, er niets van be merkt heeft." „Ik weet het ik weet hot." „Welnu, van morgen kwam van Eller een koerier, die van morgen vroeg het slot binnen sloop en my de belangrykste belichten bracht." „Hal do oude tiran „Still Niet op dezen toon, Cesarioni Je spreekt van myn vader 1 Wat hy gedaan heeft, geschiedde in de onwrikbare overtuiging, dat het was in myn belang en dat van het land 1 Ik mag daarover geen onkel afkeurend wqord hoeren 1 Het allerminst thans, nu zyn leven ten einde spoedtI" „Eller schryft du» „Eller schryft, dat het slecht, zeer slecht met den koning staat; ik moet my er op voorbereid houden, binnen eenige dagen de beslissende tyding te hooreni „Hal Dus is de zon bezig op te gaan?" „Laten wy eerst van de ondergaande spre ken! Zy zonk ondanks allen en alles roemryk! De koning kan het bed niet meer verlaten, lydt bittere pynen, ziet den dood voor oogen en doet niettemin zyQe koninkiyke plichten met strenge nauwgezetheid! Dwars over zyn bed heeft hy een lago tafel laten aanbrengen, daar liggen zyn papieren voor hem. en niettegenstaande alle biinen, doet hy het een na het ander getrouweiyk af, terwyl zjin ministers en generaals om zyn bed zitten to rookon. Dikwyis zinkt hy uit geput neer, maar telkens hervat hy zyn werk woer, zoowel des nachts als overdag, en klaagt over gedwoogen werkeloosheid." „Heldhaftig - inderdaad 1" „Ja, een onbuigzame, oude held zal in het harnas sterven! Navolgenswaardl" Een kleine pauze. Daarop zeido Keyserlingk met warme deelneming: „Denk je naar Pots dam te gaan?" De prins, wiens peinzend oog zich in don aanblik van het meor verdiept had, wendde langzaam het gezicht naar zyn vnond. „Naar Potsdam gaan? Noen! Nog ni9tl My waarschuwt de onlangs opgedane ouder vinding." „Hoe dat?" „Myn hart, Cesarion, droef my voor eenigen tyd, myn zieken vader te verrassen 1 Ik kwam in het slot, hoorde dat de toestand van den koning redelyik was en dat er weer eens een tabakscollege by hem plaats had. Ik spoed mU naar de vergaderkamer, treed binnen en, verrast door myn plotselinge verscbyning, staat de gansche vergadering op. Schwerin, Derscbau, Qaacke, de hertog van Holstein- Beek, alle commandanten van het Berlynsche garnizoen springen by mt]n aanblik op en buigen, ofschoon elk ceremonióei uit dezen kring streng verbannen is. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1