i N». 10791. Maandag SO April. A°. 1895, feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. De laatste dagen van Rheinsberg. LSIDSCH DA&BLAI) Yoor Leiden per 3 'ranco per post •zonderl\jke Nommors PRIJS DEZER COURANT: maanden. f 1.10. n 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTTEN Yan 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17£. Groofer« letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Dit ïioiuiiicr bestaat uit YIER Bladen. Vierde Blad. Ortluiëele K©uuisirevinsrei1- De hergk ved maten en gewichten zal Toor de gemeente Valkenburg dit jaar plaats hebben te Katwijk aan den Rijn op 28 eu 29 Mei a. i. Leiden, 27 April. Door den heer M. Kooy alhier is de vol gende circulaire verspreid: iyZooals bekend is, zal het 3 October 10 jaar geleden z(jn, dat hier werd opgericht: de 8-October-Vereeniging. Dat het bestuur dezer Vereeniging deze 10 jaar met veel succes werkzaam is geweest, zal niemand ontkennen, die de moeilijkheden aan het geven van een nieuw feestprogramma bij ieder jaarfeest van Leidens Ontzet kent. Toch heeft men meermalen aanmerkingen gemaakt op de Algemeene Yergadtringen der 3-October Vereeniging, over de weinige feeste lijkheid in de stad op dezen dag, en terecht wordt de klacht vernomen, dat 3 October voor de bewoners der feestvierende stad een zeer stille dag is. De vraagwaarom kan Leidens Ontzet niet In hoofdzaak in Leiden gevierd worden, is meermalen gesteld en zoo u bereid is mede te werken, wordt het mogelijk een bevredigend antwoord op die vraag te geven. Want hoe verdienstelijk zich het bestuur onzer 3-October- Vereeniging moge maken tegenover oeleden, eene goede feestviering eischt de medewerking van de leden. Uit den boezem der 2200 leden, die onze 3-October-Vereoniging telt, moeten de feestplannen te voorschijn komen. Allen moeten willen medewerken tot een waardige feestviering, terwijl aan het bestuur de taak blijft aangewezen, uitvoering te geven aan de wenscben der ledon. Laten die leden niets van zich hooren, dan beraamt het bestuur op welke wijze feest ge vierd moet worden en brengt zijne voorstellen in de Meivergadering onder de aandacht der leden. In de Mei vergadering van 1894 heeft onderge- toekende (de heer M. Kooy) er op gewezen, dat op den 3 Oct.-feestdag zoo weinig gemerkt werd dat 't feest was, en deed het voorstel om in hoofdzaak in de kom der gemeente feest te vieren, welk voorstel uitgevoerd kan worden door bot organiseeren van een wedstrijd in hot étaleeren, decoreeren en illumineeren. Het bestuur der 3 October-Yereeniging heeft daarop geantwoord, gaarne te willen mede werken een dergelijk plan te doen slagen, mits medewerking hebbende van de leden, en onder die leden in de eerste plaats van onze flinke winkeliers. Zegt u uwe medewerking toe, dan geniet u de volgende voordeelen: S No. 1Komt uw naam, of de naam uwerfirma in den feestwijzer als mededinger in den wedstrijd van lo. Illuminatie. 2o. Decoratie. 3o. Etalage. (In het bijzonder vestigt de heer Kooy de aandacht op étalage, waaraan iedereen kan mededoen zonder buitengewone kosten. Wil men 1 en 2 daarbij voegen, 't zal de feest- étalage schooner maken, maar noodig is hetniet.) No. 2. Bij bekroning zal het bestuur der 3 October-Vereeniging Uw magazijn's avonds een bezoek brengen, vergezeld van muziek, en wat verder bjj een avondoptocht behoort. Wordt u niet bekroond, de optocht komt toch voorbij uw magazijn en het bestuur, dat zich steeds door welwillendheid kenmerkt, zal niet in gebreke blijven door een kleine ovatie voor uw magazijn u te danken voor uw mede werking. Yoor uwe zaak dus een flinke reclame, die geen finantiëele offers eischt. No. 3. Deze wedstrijd zal Leidens straten een feestelijk aanzien geven, bij flinke mede werking zullen tal van vreemdelingen onze stad bezoeken, die met onze stadgenooten in de eerste plaats hunne aandacht zullen ves tigen op uwe magazijnen, als voorkomende in den feestgids. Dat zulks voordeel voor uwe zaken moet opleveren, behoeft geen betoog. Voor velen zal een druk bezoek direct voor deel, voor anderen later voordeelen opleveren. 4. Door het bestuur der 3 October Vereeni ging zullen prijzen worden uitgeloofd, die u, mededingende, kunt winnen. Die prijzen zullen u 's avonds worden overhandigd door het be stuur, vergezeld van muziekcorpsen, enz., enz. (zie 2). De onkosten, die hieraan verbonden zijn, kunnen hoog opgedreven worden, maar kunnen ook nihil zijn. Zoo u enkel mede wenscht te doen aan den wedstrijd in het étaleeren, dan zult u zelf wel overtuigd zijn, dat daaraan weinig onkosten verbonden zijn. Doet u mede in den wedstrijd in het daarstellen der schoonste decoratie of illuminatie, dan is dat eigen verkiezing, maar juist nu wij dit jaar de herdenking vieren van het 820-jarig bestaan onzer Universiteit, zou 't mogelijk kunnen zijn dat by de maskerade feesten door u gebruikte illuminatietoestellen voor een tweede maal dienst konden doen op den gedenkdag van Leidens Ontzet. Zoodra genoegzame medewerking is toege zegd, wordt het bestuur der 3 October-Ver- eeniging daarmede in kennis gesteld, dat zich dan met de verdere leiding van een en ander zeer gaarne belasten zal. Wy ontvingen ter aankondiging een bro chure, getiteld Heeft de Nederlandsche Her vormde Kerk met den nieuwen vorm van bestuur (organisatie) in het jaar 1816, opge houden de vroegere Gereformeerde Kerk te z\jn?" beantwoord door F. Oberman, Predikant by de Ned.-Herv. Gemeente te Leiden. Over gedrukt uit het „Leidsch Predikbeurtenblad," waarin het in 18 artikelen verscheen. In oen voorwoord wordt de aanleiding ver meld, waaraan het boekje zyn ontstaan heeft te danken, dat bereidvaardig door ds. O. ge schreven ls op verzoek van de leden des kerkeraads. Yerder wordt aangetoond, dat de Ned.-Herv. Kerk in het jaar 1816 niet opgehouden beeft, de vroegere Gereformeerde Kerk te zyn, en tevens de weg aangewezen, welke, volgens den scbryver, allereerst tot verandering, noo dig is. „Is zy, aldus eindigt ds. O. zyn voor woord, by velen in onze dagen de zeer gehate en zeer gesmade geworden, dit worde inzon derheid erkend voor Hem, by Wien vergeving is en veel verlossing. Waar bet Hem behaagt Zich te ontfermen, weet Hy, ondanks veler verwachting of wensch en tegen eiken raad slag van menschen in, op Zynen tyd en op Zyne w(jze het vervallen© weder op to bou wen en het verbrokene weder op te richten on te voorzien van Zyn heil." Na het voorwoord en de inleiding worden door schr. de volgende vragen behandeldlo. Welke was de vorm van bestuur der Kerk véór het jaar 1816? 2o. Wat had in de jaren 1795 1816 ten opzichte van de Her vormde Kerk plaats? 3o. Welken vorm van bestuur ontving de Kerk in het jaar 1816? 4o. Is in het jaar 1816 de leer der Hervormde Kerk ter zyae gesteld? öo. Waar aan is de bestaande toestand toe te schryven, en wat is tot verandering allereerst noodig? Htt boekje is verschenen by de firma E. J. Brill, alhier. De lyst der hoogstaangeslagenen in 's R(jks directe belastingen bevat voor Limburg 170 namen. De laagste aanslag is f 359.67. Zooals bekend, is besloot het ministerie van justitie een proef te nemen met rywielen voor de veldwachters, waarvoor dan ook by het opmaken der begrooting een post werd uit getrokken. Naar wy vernemen, is door den minister de levering van deze rywielen, na eerst geïnformeerd te hebben by verschillende fa brieken, gegund aan de Simplex-Rywielen- fabriek te Utrecht. Hieruit spreekt het verbiydende beginsel tot bevoordeelen der nationale industrie, maar 's ministers besluit levert tevens het bewys, dat die nationale industrie kan wed- yveren met do buitenlandsche. De „Prins Hendrik", van de Maatschappy Nederland, aan boord van welk schip zich generaal Yetter bevond, is, na een reis van 22'/j etmaal van Batavia over Padang, gister nacht te Genua aangekomen. De Staatscourant van 27 April bevat het volgende Op last van H. M. de Koningin-Regentes brengt de directeur van het Kabinet der Koningin ter algemeene kennis, dat gedurende Hoogstderzelvor verbiyf in het buitenland, alle aan het adres van H. M. gerichte brieven moeten bezorgd worden aan het Kabinet der Koningin te 's Gravenhage, alwaar voor eene geregelde opzending dier stukken aan H. M. zal worden zorg gedragen. De „Frankf. Ztg." schryft het volgende De Nederlandsche Staatsspoorwegmaatschappy heeft voor het rechtstreeksch verkeer tusschen Ylissingen en Zuid-Duitschland over Keulen een aantal nieuwe waggons besteld by de fabriek van spoorweg-materiöel van gebroeders Gastell te Mainz. Met den eersten van deze heeft men Dinsdag een proefrit gedaan in sneltreinen tusschen Mainz en Bingen en terug. De waggons rusten op vier assen en hebben een draaibaar onderstel (patent Stous Sloot). Behalve de uitvioder, de heer Stous Sloot, chef van tractie en| materiëel by den Staats spoorweg, en de afgevaardigden van eenige fabrieken van spoorwegmateriëel, maakten vertegenwoordigers van de Nederlandsche Staatsspoorwegmaatschappy, van de London ChathamDover Spoorwegmaatschappy, de Oostenrykscb-Hongaarsche Staatsspoorweg maatschappij, enz. den rit mede. De deel nemers lieten zich even gunstig uit over de voordeelen van het stelsel Stous-Sloot als over de hoedanigheid van het fabrikaat der gebroeders Gastell. De voordeelen bleken ten duidelijkste uit den zachten en zekeren gang by groote snelheid en by het ryden langs bochten. Hevige stooten, zooals ze by de tegenwoordige waggons voorkomen, werden by deze waggon^ niet gevoeld. De directie Le Gras en Haspels, te Rotter dam, heefc een schryven verspreid, waarin zy verklaart tot heden zonder subsidie de z ak der Yereenigde Rotterdamsche Tooneelisten in stand gehouden te hebben, maar dat door voortdurende \erliezen de midaelen uitgeput raken. Als hoofdoorzaken noemt de directie: lo. De exploitatie van een Schouwburg, die onbetwistbaar de schoonste van ons land ge noemd mag worden, maar waarvan de exploi tatie-kosten zoo groot zijn, dat het evenwicht tusschen ontvangst en uitgaaf verbroken wordt; 2o. het toenemen van publieke vermakelyK- heden, café-chantants, enz. te Rotterdam; 3o concurrentie, die haar buitenaf wordt aangedaan, o. a. door de koninklyko vereeni- giDg „Het Nederlandsch Toone9l", die in twee, soms drie plaatsen te gelijk voorstellingen geeft; 4o. het afschaffen en inkrimpen der ker missen in ons land. De koninkiyke vereeniging „Het Nederlandsch Tooneel", aldus voegt de directie er aan toe, „ontvangt jaarlijks een subsidie van f 25,000, heeft in Den Haag de vrye beschikking over den schouwburg, een voordeel, dat zeker ge schat mag worden op f 12,000, on om verdere tekorten waaronder de „Koninklyke Ver eeniging" steeds gebukt gaat te dekken, bestaat er een vry willig bysengebracht garantie fonds, waaruit jaarlyks f 13,000 geput kan worden. Wanneer er nu een parallel getrokken wordt tusschen de koninklyke vereeniging „Het Nederlandsch Tooneel" en de vennootschap „Vereenigde Rotterdamsche Tooneelisten", is het dan te verwonderen, dat wy, die de eer van onze zaak steeds boog hebben gehouden, dit onraogeiyk langer kunnen doen zonder uw hulp? Ten einde raad, roepen wy u toe: Staat ons by, opdat wy niet genoodzaakt worden „Het Rotterdamsch Tooneel" het standpunt te doen verliezen, dat het tot nu toe heeft ingenomen 1 Op eigen wieken kunnen wy niet langer dry ven, daarvoor hebben wy te veel offers gebracht". De directie vraagt een jaariyksch subsidie van f 10,000, bijeen te brengen uit vrijwillige bydragen. Voor elke honderd gulden subsidie verkrygt men het recht, vóór anderen, by elke voorstelling, die door hen in den schouw burg gegeven wordt, vier plaatsen te bespre ken. Daarentegen wordt de belofte gegeven, dat Rotterdam steeds met voldoening zal kun nen wyzen op het bezit van een toonoHge zeischap, de tweede koopstad van ons ryk ten volle waardig. Onder het detachement militairen, inge- scheépt aan boord van het stoomschip „Sa- lak", dat Maandag 29 April te Rotterdam kan verwacht worden, bevinden zich veertien, die aan de krygsverrichtingen op Lombok hebben deelgenomen. Vier dezor &yu ge wor d geweest, als de sergeant der inf. A. De Beer. de fuseliers S. D. Feron en J. F. Van der Veekens, en de ziekenoppasser H. Loverink. Alleen de fuselier Feron verlaat het leger met een gagement van ƒ400 'sjaars. De ziekenoppasser Hermanus Loverink, be kend uit de brieven van den officier van ge zondheid Ujlaki, maakte deel uit van de colonne Lindgreen. Wegens zyn kranig gedrag werd hy benoemd tot ridder der Militaire Willemsorde 4de klasse. Loverink is geboren den 4den November 1868 te Arnhem, trad den 15den Mei 1886 by het Koloniaal Werfdepot in dienst en is naar Nedeiland teruggezonden wegens tydeiyke ongeschiktheid voor den Indischen dienst. Hy is fhans bestemd voor de 1ste reconva lescenten compagnie der Koloniale Reserve te Zutfen. De rybroek en laarzen voor onder officieren en manschappen by het wapen der cavalerie vervallen. In plaats daarvan worden ingevoerd: „een korte rybroek van donker blauw laken, met een bies van rood (blauw) uitmonsteringslaken op do buitennaden en rylaarzen van aan de vleeschzyde zwart ge maakt kalfsleder". Door den gemeenteraad te Zaandam is het voorstel van B. en Ws., om in gemeente- bestekken de bepaling op te nemen, dat het uurloon niet lager mag zyn dan het standaard- loon aldaar aangeeft en de arbeid per etmaal niet langer dan 11 uren mag duren, aan genomen met 7 tegen 6 steramen. De generaal-majoor A. A. F. Lanzing legde gisteren by zyne pensionneering, het bevel over de 3de divisie infanterie, hoofdkwartier Breda, neder. Behalve dat men dien kranigen opper-officier by de geheelo divisie noode het leger ziet verlaten, was een ieder te Breda in 't byzonder in de gelegenheid zyne huma niteit en degeiyko militaire eigenschappen naar waarde te schatten. Dezer dagen werd gemeld, dat mgr. Bottemanne, bisschop van Haarlem, een reis naar Rome zou doen. Den volgenden dag deelde „De Tyd" mede, dat dit bericht onjuist was. Doch nu kan „Het Centrum" mededeelen, dat genoemde prelaat Donderdag-namiddag 4 uren via Rotterdam Yenloo eene buiten landsche reis heeft ondernomen, ongeveer vier weken afwezig zal zyn en ook Italië zal bezoeken. Ook de „Residentiebode" verneemt van ba ren Romeinschen correspondent, dat do bis schop van Haarlem eene reis maakt naar het Noorden van Italië en vermosdelyk naar de oevers van het Como-meer. De geneesheeren scbynen hem een verbiyf in de maand Mei in dit gezonde oord te hebben aangeraden. Slot) Het opgeschrikte gezelschap besloot nu, om zich ongestoord aan zyn vroolyke stem ming te kunnen overgeven, naar den vriend- sebapstempel of naar den nieuwen aanleg aan het meer te gaan, waar men niet be luisterd werd, en voltrok dit besluit met glooiendon yver. „Ik moet den prins naar Potsdam verge zellen, dierbare Juliette," fluisterde de heer Von Buddenbrock onderweg de lieflyke freule Yon "Wallmoden in het kleine met paarlen versierde oor; „zult ge aan my denken, als lk weg ben?" Altijd 1" verzekerde de overmoedige kleine dame nadrukkelijk, terwijl zy de twee voorste vingers van heur rechterband opstak en spot tend de sierlyke wenkbrauwen optrok: „tel- kèns, als ik een rooden neus ziel" „Maar, Juliette!" antwoordde de knappe officier gekrenkt, „myn neus is toch niet rood meer. De byensteek is genezen en myn neus Weer normaal 1" „Wsrkeiyk?" en zy boog haar gloeiend gezicht als ten onderzoek vlak by het gezicht tan den jongen krygsman. „Nu, ik weet toch niet I Op dit oogenblik nam de jonge officier zyn voordeel waar, slingerde bliksemsnel zyn arm om de lieve spotster en kuste haar, beschut "°n dichten jasmijnstruik, op den mond. „Maar Henri 1" schold de jonge dame, „welk een brutaliteit I Ongehoord 1" „Vergeef my! Het was slechts een afscheid, lief meisje," fluisterde de gelukkige officier, „als 't ware een reispenning. Waarvan zou ik anders ver van jou hebben moeten leven, als ik niet .de herinnering aan dit zalige oogenblik met my nam?" „Maar deze reispenning werd gestolen I Gy neemt dus een zeer slecht geweten mee op reisl" merkte de jonge schoone op. „Maak jo niet bezorgd! Wy hebben Jordan onderweg by ons; die kan, zoo noodig, ons helpen." „Doe dat niet!" lachte de jonge dame ver legen. „O, heerlykt Hoe gelukkig gevoel ik my thane 1" Hun zoet gekeuvel stierf weg in de verte. Van den gewonen avonddans zag men in den vroolyken hofkring van Rheinsberg op dien dag, door den nood gedrongen, af. Het ware zelfs in de meest afgelegen kamer niet te wagen geweest, en mevrouw Von Katsch waB zeer waakzaam. Ook moesten drie van de beeren voor de reis pakken. De nacht ging in algemeene onrust voorby. By het eerste morgenkrieken reden de reis wagens voor. Het geheele hofgezelschap was op de trappen verzameld. Nu verscheen de kroonprins, aan zyn arm de lieftallige kroon prinses, beiden zeer bewogen. De prins nam van allen een kort, maar harteiyk afscheid. Toen hy in den wagen zat, wierp hy nog een laatsten blik op het kasteel, en zyn blik viel op eene tafel met bet bekende opschrift: „Friderico tranquillitatem colenti Frederiks rustplaats." Een zonderlinge glimlach gleed over het bleeke gezicht van den prins. „Waarde Knobels- dorff," zeide hy, terwyi hy het hoofd uit het portier stak, „voortaan geldt je opschrift niet langer 1 Met de rust, die ons hier allen ver kwikt heeft, is het, vrees ik, voor altyd uitl Van nu af heet het helaas „Tranquillité passée myne rust is thans voorby 1" Hy groette nog eenmaal het gezelschap en de wagen rolde voort in den zwak scheme renden morgen. Sedert dit oogenblik bleef het in het slot verzamelde gezelschap beheerscht door een ontembare onrust, door een formeele koorts van spanning. Voor hen byna meer nog dan voor den prins waa het voortaan inderdaad uit met de rust. De groote gebeurtenis, waarop men voorbereid moest zyn, zagen allen tege moet met een ongeduld, dat het anders zoo genotlievende gezelschap den lust tot vermaak vergalde. Men wist met den dag, die vroeger nooit lang genoeg geweest was voor de tal- ryke „amusements" en „divertissements," in bet uitvinden en organiseeren waarvan de jonge hoofden der dames en heeren tot nu toe zoo vruchtbaar waren gewee3t, byna niets aan te vangen; hy strekte zich in al zyn vervelende ledigheid voor de blikken van het kleine gezelschap uit, en het anders zoo levendige gesprek kleefde taai en onbeweeglyk op het eene onderwerp, dat alle gemoederen beheerschte. Do weinige personen, die eene gepaste hou ding bewaarden, waren -de kroonprinses zelve en hare opperhofmeeeteres, mevrouw Von Katsch, benevens eenige, tot den intiemsten kring der doorluchtige slotvrouw behoorende dames. In dezen kring was zelfs elk gesprek over de te verwachten gebeurtenissen in Pots dam streng verboden, en de artistieke be langen, die anders don kleinen kring beheerscht hadden, oefenden ook nu onverkort hunne macht uit. Zoo ging de eene dag na den anderen voorby, zonder dat er bericht uit Potsdam kwam; er werd heimeiyk en openlyk veel gezucht, men waande zich al8 door de geheele wereld ver laten, en telken3 als op de landstraat een stofwolk opsteeg of een paard zichtbaar werd, snelden allen als kinderen naar de vensterB, Maar telkens weer werden zy teleurgesteld; overmoedige stemmen lieten zich langzamer hand verdrietig uit over dit vergeefeche wach ten, en de stoutmoedigste cavaliers, zooals de heeren Von Chasot, Von Kleist, Senning en Stille, maakten zich dikwyis byna schuldig aan majesteitsschennis, als zy zich beklaagden over de „ongemanierdheid van den ouden tiran, niet te willen sterven, terwyi iedereen op zyn dood wachtte 1" Eindelyk in den nacht van den lsten Juni - tegen twee uren werd het eensklaps onrustig in het slot; deuren gingen open en dicht; haastige vootstappen weerklonken op de trappen en gangen; stemmen klonken door elkander. Hoe? Was het gebeurd? - Alles ■choot in de kleederen, stormde naar de vesti bule, waar lakeien bozig waren de groote lichtkroon te ontsteken on den vragers opge wonden toeschreeuwden, dat de heer baron Von Wylich zooeven als koerier van Potsdam aangekomen was en zich in de anti-chambre van hare koninklyko hoogheid de prinses bevond. Nu stormden allen daarheen, om het groote nieuws uit Wylichs eigen mond te vernemen. Hier berichtte deze, dat zyne majosteit don vorigen namiddag om drie uren zacht en kalm gestorven was, tot aan zyn dood in het bezit van zyn volle bewustzyn, vol trots op zyn zoon en opvolger, en hefderyk afscheid nemend van alle verwanten, vrienden en dienaren. Toen alles medegedeeld was, werd de vraag opgeworpen, hoe het groote nieuws aan de „jonge koningin", die nog in diepen slaap lag, medegedeeld moest worden. Mevrouw Von Katsch besliste, dat freule Bortefeld daarmede zou worden belast en gaf haar instructies over de hierby te volgen gedragslyn. Dienovereenkomstig begaf zich deze dame naar de slaapkamer der jonge koningin en opende zacht de blinden. Het gedruiech, hoe zwak ook, wekte de slapende. „Ben jy het, Bortefeld?" vroeg zy ver wonderd. „Is het niet nog zeer vroeg?' „Ik vraag verschooning; maar mevrouw Von Katsch heeft my opgedragen, uwe majesteit zoo vroeg te wekken." „Droom je, Bortefold?" antwoordde Elisabeth Christine, die opmerkzaam werd; „noem je my majesteit?" Bortefeld boog diep. „Baron Wylich is zoo even als koerier van Potsdam aangekomen en brengt het bericht, dat zyne majesteit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 11