i
N». 10791.
Maandag SO April.
A°. 1895,
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
De laatste dagen van Rheinsberg.
LSIDSCH
DA&BLAI)
Yoor Leiden per 3
'ranco per post
•zonderl\jke Nommors
PRIJS DEZER COURANT:
maanden.
f 1.10.
n 1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTTEN
Yan 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17£. Groofer«
letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Dit ïioiuiiicr bestaat uit YIER
Bladen.
Vierde Blad.
Ortluiëele K©uuisirevinsrei1-
De hergk ved maten en gewichten zal Toor de
gemeente Valkenburg dit jaar plaats hebben te
Katwijk aan den Rijn op 28 eu 29 Mei a. i.
Leiden, 27 April.
Door den heer M. Kooy alhier is de vol
gende circulaire verspreid:
iyZooals bekend is, zal het 3 October 10 jaar
geleden z(jn, dat hier werd opgericht: de
8-October-Vereeniging.
Dat het bestuur dezer Vereeniging deze 10
jaar met veel succes werkzaam is geweest,
zal niemand ontkennen, die de moeilijkheden
aan het geven van een nieuw feestprogramma
bij ieder jaarfeest van Leidens Ontzet kent.
Toch heeft men meermalen aanmerkingen
gemaakt op de Algemeene Yergadtringen der
3-October Vereeniging, over de weinige feeste
lijkheid in de stad op dezen dag, en terecht
wordt de klacht vernomen, dat 3 October
voor de bewoners der feestvierende stad een
zeer stille dag is.
De vraagwaarom kan Leidens Ontzet niet
In hoofdzaak in Leiden gevierd worden, is
meermalen gesteld en zoo u bereid is mede
te werken, wordt het mogelijk een bevredigend
antwoord op die vraag te geven. Want hoe
verdienstelijk zich het bestuur onzer 3-October-
Vereeniging moge maken tegenover oeleden,
eene goede feestviering eischt de medewerking
van de leden. Uit den boezem der 2200 leden,
die onze 3-October-Vereoniging telt, moeten
de feestplannen te voorschijn komen. Allen
moeten willen medewerken tot een waardige
feestviering, terwijl aan het bestuur de taak
blijft aangewezen, uitvoering te geven aan de
wenscben der ledon.
Laten die leden niets van zich hooren, dan
beraamt het bestuur op welke wijze feest ge
vierd moet worden en brengt zijne voorstellen
in de Meivergadering onder de aandacht der
leden.
In de Mei vergadering van 1894 heeft onderge-
toekende (de heer M. Kooy) er op gewezen, dat op
den 3 Oct.-feestdag zoo weinig gemerkt werd
dat 't feest was, en deed het voorstel om in
hoofdzaak in de kom der gemeente feest te
vieren, welk voorstel uitgevoerd kan worden
door bot organiseeren van een wedstrijd in
hot étaleeren, decoreeren en illumineeren.
Het bestuur der 3 October-Yereeniging heeft
daarop geantwoord, gaarne te willen mede
werken een dergelijk plan te doen slagen,
mits medewerking hebbende van de leden, en
onder die leden in de eerste plaats van onze
flinke winkeliers.
Zegt u uwe medewerking toe, dan geniet
u de volgende voordeelen:
S No. 1Komt uw naam, of de naam uwerfirma
in den feestwijzer als mededinger in den wedstrijd
van lo. Illuminatie. 2o. Decoratie. 3o.
Etalage. (In het bijzonder vestigt de heer Kooy
de aandacht op étalage, waaraan iedereen kan
mededoen zonder buitengewone kosten. Wil
men 1 en 2 daarbij voegen, 't zal de feest-
étalage schooner maken, maar noodig is hetniet.)
No. 2. Bij bekroning zal het bestuur der
3 October-Vereeniging Uw magazijn's avonds
een bezoek brengen, vergezeld van muziek, en
wat verder bjj een avondoptocht behoort.
Wordt u niet bekroond, de optocht komt
toch voorbij uw magazijn en het bestuur, dat
zich steeds door welwillendheid kenmerkt, zal
niet in gebreke blijven door een kleine ovatie
voor uw magazijn u te danken voor uw mede
werking. Yoor uwe zaak dus een flinke reclame,
die geen finantiëele offers eischt.
No. 3. Deze wedstrijd zal Leidens straten
een feestelijk aanzien geven, bij flinke mede
werking zullen tal van vreemdelingen onze
stad bezoeken, die met onze stadgenooten in
de eerste plaats hunne aandacht zullen ves
tigen op uwe magazijnen, als voorkomende in
den feestgids. Dat zulks voordeel voor uwe
zaken moet opleveren, behoeft geen betoog.
Voor velen zal een druk bezoek direct voor
deel, voor anderen later voordeelen opleveren.
4. Door het bestuur der 3 October Vereeni
ging zullen prijzen worden uitgeloofd, die u,
mededingende, kunt winnen. Die prijzen zullen
u 's avonds worden overhandigd door het be
stuur, vergezeld van muziekcorpsen, enz., enz.
(zie 2).
De onkosten, die hieraan verbonden zijn,
kunnen hoog opgedreven worden, maar kunnen
ook nihil zijn.
Zoo u enkel mede wenscht te doen aan
den wedstrijd in het étaleeren, dan zult u zelf
wel overtuigd zijn, dat daaraan weinig onkosten
verbonden zijn. Doet u mede in den wedstrijd
in het daarstellen der schoonste decoratie of
illuminatie, dan is dat eigen verkiezing, maar
juist nu wij dit jaar de herdenking vieren van
het 820-jarig bestaan onzer Universiteit, zou 't
mogelijk kunnen zijn dat by de maskerade
feesten door u gebruikte illuminatietoestellen
voor een tweede maal dienst konden doen
op den gedenkdag van Leidens Ontzet.
Zoodra genoegzame medewerking is toege
zegd, wordt het bestuur der 3 October-Ver-
eeniging daarmede in kennis gesteld, dat zich
dan met de verdere leiding van een en ander
zeer gaarne belasten zal.
Wy ontvingen ter aankondiging een bro
chure, getiteld Heeft de Nederlandsche Her
vormde Kerk met den nieuwen vorm van
bestuur (organisatie) in het jaar 1816, opge
houden de vroegere Gereformeerde Kerk te
z\jn?" beantwoord door F. Oberman, Predikant
by de Ned.-Herv. Gemeente te Leiden. Over
gedrukt uit het „Leidsch Predikbeurtenblad,"
waarin het in 18 artikelen verscheen.
In oen voorwoord wordt de aanleiding ver
meld, waaraan het boekje zyn ontstaan heeft
te danken, dat bereidvaardig door ds. O. ge
schreven ls op verzoek van de leden des
kerkeraads.
Yerder wordt aangetoond, dat de Ned.-Herv.
Kerk in het jaar 1816 niet opgehouden beeft,
de vroegere Gereformeerde Kerk te zyn, en
tevens de weg aangewezen, welke, volgens
den scbryver, allereerst tot verandering, noo
dig is. „Is zy, aldus eindigt ds. O. zyn voor
woord, by velen in onze dagen de zeer gehate
en zeer gesmade geworden, dit worde inzon
derheid erkend voor Hem, by Wien vergeving
is en veel verlossing. Waar bet Hem behaagt
Zich te ontfermen, weet Hy, ondanks veler
verwachting of wensch en tegen eiken raad
slag van menschen in, op Zynen tyd en op
Zyne w(jze het vervallen© weder op to bou
wen en het verbrokene weder op te richten
on te voorzien van Zyn heil."
Na het voorwoord en de inleiding worden
door schr. de volgende vragen behandeldlo.
Welke was de vorm van bestuur der Kerk
véór het jaar 1816? 2o. Wat had in de
jaren 1795 1816 ten opzichte van de Her
vormde Kerk plaats? 3o. Welken vorm
van bestuur ontving de Kerk in het jaar
1816? 4o. Is in het jaar 1816 de leer der
Hervormde Kerk ter zyae gesteld? öo. Waar
aan is de bestaande toestand toe te schryven,
en wat is tot verandering allereerst noodig?
Htt boekje is verschenen by de firma
E. J. Brill, alhier.
De lyst der hoogstaangeslagenen in 's R(jks
directe belastingen bevat voor Limburg 170
namen. De laagste aanslag is f 359.67.
Zooals bekend, is besloot het ministerie
van justitie een proef te nemen met rywielen
voor de veldwachters, waarvoor dan ook by het
opmaken der begrooting een post werd uit
getrokken.
Naar wy vernemen, is door den minister
de levering van deze rywielen, na eerst
geïnformeerd te hebben by verschillende fa
brieken, gegund aan de Simplex-Rywielen-
fabriek te Utrecht.
Hieruit spreekt het verbiydende beginsel
tot bevoordeelen der nationale industrie,
maar 's ministers besluit levert tevens het
bewys, dat die nationale industrie kan wed-
yveren met do buitenlandsche.
De „Prins Hendrik", van de Maatschappy
Nederland, aan boord van welk schip zich
generaal Yetter bevond, is, na een reis van
22'/j etmaal van Batavia over Padang, gister
nacht te Genua aangekomen.
De Staatscourant van 27 April bevat het
volgende
Op last van H. M. de Koningin-Regentes
brengt de directeur van het Kabinet der
Koningin ter algemeene kennis, dat gedurende
Hoogstderzelvor verbiyf in het buitenland, alle
aan het adres van H. M. gerichte brieven
moeten bezorgd worden aan het Kabinet der
Koningin te 's Gravenhage, alwaar voor eene
geregelde opzending dier stukken aan H. M.
zal worden zorg gedragen.
De „Frankf. Ztg." schryft het volgende
De Nederlandsche Staatsspoorwegmaatschappy
heeft voor het rechtstreeksch verkeer tusschen
Ylissingen en Zuid-Duitschland over Keulen
een aantal nieuwe waggons besteld by de
fabriek van spoorweg-materiöel van gebroeders
Gastell te Mainz. Met den eersten van deze
heeft men Dinsdag een proefrit gedaan in
sneltreinen tusschen Mainz en Bingen en terug.
De waggons rusten op vier assen en hebben
een draaibaar onderstel (patent Stous Sloot).
Behalve de uitvioder, de heer Stous Sloot,
chef van tractie en| materiëel by den Staats
spoorweg, en de afgevaardigden van eenige
fabrieken van spoorwegmateriëel, maakten
vertegenwoordigers van de Nederlandsche
Staatsspoorwegmaatschappy, van de London
ChathamDover Spoorwegmaatschappy, de
Oostenrykscb-Hongaarsche Staatsspoorweg
maatschappij, enz. den rit mede. De deel
nemers lieten zich even gunstig uit over de
voordeelen van het stelsel Stous-Sloot als
over de hoedanigheid van het fabrikaat der
gebroeders Gastell. De voordeelen bleken ten
duidelijkste uit den zachten en zekeren gang
by groote snelheid en by het ryden langs
bochten. Hevige stooten, zooals ze by de
tegenwoordige waggons voorkomen, werden
by deze waggon^ niet gevoeld.
De directie Le Gras en Haspels, te Rotter
dam, heefc een schryven verspreid, waarin zy
verklaart tot heden zonder subsidie de z ak
der Yereenigde Rotterdamsche Tooneelisten
in stand gehouden te hebben, maar dat door
voortdurende \erliezen de midaelen uitgeput
raken. Als hoofdoorzaken noemt de directie:
lo. De exploitatie van een Schouwburg, die
onbetwistbaar de schoonste van ons land ge
noemd mag worden, maar waarvan de exploi
tatie-kosten zoo groot zijn, dat het evenwicht
tusschen ontvangst en uitgaaf verbroken wordt;
2o. het toenemen van publieke vermakelyK-
heden, café-chantants, enz. te Rotterdam;
3o concurrentie, die haar buitenaf wordt
aangedaan, o. a. door de koninklyko vereeni-
giDg „Het Nederlandsch Toone9l", die in twee,
soms drie plaatsen te gelijk voorstellingen
geeft;
4o. het afschaffen en inkrimpen der ker
missen in ons land.
De koninkiyke vereeniging „Het Nederlandsch
Tooneel", aldus voegt de directie er aan toe,
„ontvangt jaarlijks een subsidie van f 25,000,
heeft in Den Haag de vrye beschikking over
den schouwburg, een voordeel, dat zeker ge
schat mag worden op f 12,000, on om verdere
tekorten waaronder de „Koninklyke Ver
eeniging" steeds gebukt gaat te dekken,
bestaat er een vry willig bysengebracht garantie
fonds, waaruit jaarlyks f 13,000 geput kan
worden.
Wanneer er nu een parallel getrokken wordt
tusschen de koninklyke vereeniging „Het
Nederlandsch Tooneel" en de vennootschap
„Vereenigde Rotterdamsche Tooneelisten", is
het dan te verwonderen, dat wy, die de eer
van onze zaak steeds boog hebben gehouden,
dit onraogeiyk langer kunnen doen zonder
uw hulp?
Ten einde raad, roepen wy u toe: Staat
ons by, opdat wy niet genoodzaakt worden
„Het Rotterdamsch Tooneel" het standpunt
te doen verliezen, dat het tot nu toe heeft
ingenomen 1 Op eigen wieken kunnen wy niet
langer dry ven, daarvoor hebben wy te veel
offers gebracht".
De directie vraagt een jaariyksch subsidie
van f 10,000, bijeen te brengen uit vrijwillige
bydragen. Voor elke honderd gulden subsidie
verkrygt men het recht, vóór anderen, by
elke voorstelling, die door hen in den schouw
burg gegeven wordt, vier plaatsen te bespre
ken. Daarentegen wordt de belofte gegeven,
dat Rotterdam steeds met voldoening zal kun
nen wyzen op het bezit van een toonoHge
zeischap, de tweede koopstad van ons ryk
ten volle waardig.
Onder het detachement militairen, inge-
scheépt aan boord van het stoomschip „Sa-
lak", dat Maandag 29 April te Rotterdam
kan verwacht worden, bevinden zich veertien,
die aan de krygsverrichtingen op Lombok
hebben deelgenomen. Vier dezor &yu ge wor d
geweest, als de sergeant der inf. A. De Beer.
de fuseliers S. D. Feron en J. F. Van der
Veekens, en de ziekenoppasser H. Loverink.
Alleen de fuselier Feron verlaat het leger met
een gagement van ƒ400 'sjaars.
De ziekenoppasser Hermanus Loverink, be
kend uit de brieven van den officier van ge
zondheid Ujlaki, maakte deel uit van de
colonne Lindgreen. Wegens zyn kranig gedrag
werd hy benoemd tot ridder der Militaire
Willemsorde 4de klasse.
Loverink is geboren den 4den November
1868 te Arnhem, trad den 15den Mei 1886 by
het Koloniaal Werfdepot in dienst en is naar
Nedeiland teruggezonden wegens tydeiyke
ongeschiktheid voor den Indischen dienst.
Hy is fhans bestemd voor de 1ste reconva
lescenten compagnie der Koloniale Reserve te
Zutfen.
De rybroek en laarzen voor onder
officieren en manschappen by het wapen der
cavalerie vervallen. In plaats daarvan worden
ingevoerd: „een korte rybroek van donker
blauw laken, met een bies van rood (blauw)
uitmonsteringslaken op do buitennaden en
rylaarzen van aan de vleeschzyde zwart ge
maakt kalfsleder".
Door den gemeenteraad te Zaandam is
het voorstel van B. en Ws., om in gemeente-
bestekken de bepaling op te nemen, dat het
uurloon niet lager mag zyn dan het standaard-
loon aldaar aangeeft en de arbeid per etmaal
niet langer dan 11 uren mag duren, aan
genomen met 7 tegen 6 steramen.
De generaal-majoor A. A. F. Lanzing legde
gisteren by zyne pensionneering, het bevel
over de 3de divisie infanterie, hoofdkwartier
Breda, neder. Behalve dat men dien kranigen
opper-officier by de geheelo divisie noode het
leger ziet verlaten, was een ieder te Breda
in 't byzonder in de gelegenheid zyne huma
niteit en degeiyko militaire eigenschappen
naar waarde te schatten.
Dezer dagen werd gemeld, dat mgr.
Bottemanne, bisschop van Haarlem, een reis
naar Rome zou doen. Den volgenden dag
deelde „De Tyd" mede, dat dit bericht onjuist
was. Doch nu kan „Het Centrum" mededeelen,
dat genoemde prelaat Donderdag-namiddag
4 uren via Rotterdam Yenloo eene buiten
landsche reis heeft ondernomen, ongeveer
vier weken afwezig zal zyn en ook Italië zal
bezoeken.
Ook de „Residentiebode" verneemt van ba
ren Romeinschen correspondent, dat do bis
schop van Haarlem eene reis maakt naar het
Noorden van Italië en vermosdelyk naar de
oevers van het Como-meer. De geneesheeren
scbynen hem een verbiyf in de maand Mei in
dit gezonde oord te hebben aangeraden.
Slot)
Het opgeschrikte gezelschap besloot nu,
om zich ongestoord aan zyn vroolyke stem
ming te kunnen overgeven, naar den vriend-
sebapstempel of naar den nieuwen aanleg
aan het meer te gaan, waar men niet be
luisterd werd, en voltrok dit besluit met
glooiendon yver.
„Ik moet den prins naar Potsdam verge
zellen, dierbare Juliette," fluisterde de heer
Von Buddenbrock onderweg de lieflyke freule
Yon "Wallmoden in het kleine met paarlen
versierde oor; „zult ge aan my denken, als
lk weg ben?"
Altijd 1" verzekerde de overmoedige kleine
dame nadrukkelijk, terwijl zy de twee voorste
vingers van heur rechterband opstak en spot
tend de sierlyke wenkbrauwen optrok: „tel-
kèns, als ik een rooden neus ziel"
„Maar, Juliette!" antwoordde de knappe
officier gekrenkt, „myn neus is toch niet rood
meer. De byensteek is genezen en myn neus
Weer normaal 1"
„Wsrkeiyk?" en zy boog haar gloeiend
gezicht als ten onderzoek vlak by het gezicht
tan den jongen krygsman. „Nu, ik weet
toch niet
I Op dit oogenblik nam de jonge officier zyn
voordeel waar, slingerde bliksemsnel zyn arm
om de lieve spotster en kuste haar, beschut
"°n dichten jasmijnstruik, op den mond.
„Maar Henri 1" schold de jonge dame, „welk
een brutaliteit I Ongehoord 1"
„Vergeef my! Het was slechts een afscheid,
lief meisje," fluisterde de gelukkige officier,
„als 't ware een reispenning. Waarvan zou
ik anders ver van jou hebben moeten leven,
als ik niet .de herinnering aan dit zalige
oogenblik met my nam?"
„Maar deze reispenning werd gestolen I
Gy neemt dus een zeer slecht geweten mee
op reisl" merkte de jonge schoone op.
„Maak jo niet bezorgd! Wy hebben Jordan
onderweg by ons; die kan, zoo noodig, ons
helpen."
„Doe dat niet!" lachte de jonge dame ver
legen.
„O, heerlykt Hoe gelukkig gevoel ik my
thane 1"
Hun zoet gekeuvel stierf weg in de verte.
Van den gewonen avonddans zag men in
den vroolyken hofkring van Rheinsberg op
dien dag, door den nood gedrongen, af. Het
ware zelfs in de meest afgelegen kamer niet
te wagen geweest, en mevrouw Von Katsch
waB zeer waakzaam. Ook moesten drie van
de beeren voor de reis pakken.
De nacht ging in algemeene onrust voorby.
By het eerste morgenkrieken reden de reis
wagens voor. Het geheele hofgezelschap was
op de trappen verzameld. Nu verscheen de
kroonprins, aan zyn arm de lieftallige kroon
prinses, beiden zeer bewogen. De prins nam
van allen een kort, maar harteiyk afscheid.
Toen hy in den wagen zat, wierp hy nog
een laatsten blik op het kasteel, en zyn blik
viel op eene tafel met bet bekende opschrift:
„Friderico tranquillitatem colenti Frederiks
rustplaats."
Een zonderlinge glimlach gleed over het
bleeke gezicht van den prins. „Waarde Knobels-
dorff," zeide hy, terwyi hy het hoofd uit het
portier stak, „voortaan geldt je opschrift niet
langer 1 Met de rust, die ons hier allen ver
kwikt heeft, is het, vrees ik, voor altyd uitl
Van nu af heet het helaas „Tranquillité
passée myne rust is thans voorby 1"
Hy groette nog eenmaal het gezelschap en
de wagen rolde voort in den zwak scheme
renden morgen.
Sedert dit oogenblik bleef het in het slot
verzamelde gezelschap beheerscht door een
ontembare onrust, door een formeele koorts
van spanning. Voor hen byna meer nog dan
voor den prins waa het voortaan inderdaad
uit met de rust. De groote gebeurtenis, waarop
men voorbereid moest zyn, zagen allen tege
moet met een ongeduld, dat het anders zoo
genotlievende gezelschap den lust tot vermaak
vergalde. Men wist met den dag, die vroeger
nooit lang genoeg geweest was voor de tal-
ryke „amusements" en „divertissements," in
bet uitvinden en organiseeren waarvan de
jonge hoofden der dames en heeren tot nu
toe zoo vruchtbaar waren gewee3t, byna niets
aan te vangen; hy strekte zich in al zyn
vervelende ledigheid voor de blikken van het
kleine gezelschap uit, en het anders zoo
levendige gesprek kleefde taai en onbeweeglyk
op het eene onderwerp, dat alle gemoederen
beheerschte.
Do weinige personen, die eene gepaste hou
ding bewaarden, waren -de kroonprinses zelve
en hare opperhofmeeeteres, mevrouw Von
Katsch, benevens eenige, tot den intiemsten
kring der doorluchtige slotvrouw behoorende
dames. In dezen kring was zelfs elk gesprek
over de te verwachten gebeurtenissen in Pots
dam streng verboden, en de artistieke be
langen, die anders don kleinen kring beheerscht
hadden, oefenden ook nu onverkort hunne
macht uit.
Zoo ging de eene dag na den anderen voorby,
zonder dat er bericht uit Potsdam kwam; er
werd heimeiyk en openlyk veel gezucht, men
waande zich al8 door de geheele wereld ver
laten, en telken3 als op de landstraat een
stofwolk opsteeg of een paard zichtbaar werd,
snelden allen als kinderen naar de vensterB,
Maar telkens weer werden zy teleurgesteld;
overmoedige stemmen lieten zich langzamer
hand verdrietig uit over dit vergeefeche wach
ten, en de stoutmoedigste cavaliers, zooals
de heeren Von Chasot, Von Kleist, Senning
en Stille, maakten zich dikwyis byna schuldig
aan majesteitsschennis, als zy zich beklaagden
over de „ongemanierdheid van den ouden
tiran, niet te willen sterven, terwyi iedereen
op zyn dood wachtte 1"
Eindelyk in den nacht van den lsten
Juni - tegen twee uren werd het eensklaps
onrustig in het slot; deuren gingen open en
dicht; haastige vootstappen weerklonken op
de trappen en gangen; stemmen klonken door
elkander. Hoe? Was het gebeurd? - Alles
■choot in de kleederen, stormde naar de vesti
bule, waar lakeien bozig waren de groote
lichtkroon te ontsteken on den vragers opge
wonden toeschreeuwden, dat de heer baron
Von Wylich zooeven als koerier van Potsdam
aangekomen was en zich in de anti-chambre
van hare koninklyko hoogheid de prinses
bevond.
Nu stormden allen daarheen, om het groote
nieuws uit Wylichs eigen mond te vernemen.
Hier berichtte deze, dat zyne majosteit don
vorigen namiddag om drie uren zacht en kalm
gestorven was, tot aan zyn dood in het
bezit van zyn volle bewustzyn, vol trots op
zyn zoon en opvolger, en hefderyk afscheid
nemend van alle verwanten, vrienden en
dienaren.
Toen alles medegedeeld was, werd de vraag
opgeworpen, hoe het groote nieuws aan de
„jonge koningin", die nog in diepen slaap lag,
medegedeeld moest worden. Mevrouw Von
Katsch besliste, dat freule Bortefeld daarmede
zou worden belast en gaf haar instructies
over de hierby te volgen gedragslyn.
Dienovereenkomstig begaf zich deze dame
naar de slaapkamer der jonge koningin en
opende zacht de blinden. Het gedruiech, hoe
zwak ook, wekte de slapende.
„Ben jy het, Bortefeld?" vroeg zy ver
wonderd. „Is het niet nog zeer vroeg?'
„Ik vraag verschooning; maar mevrouw Von
Katsch heeft my opgedragen, uwe majesteit
zoo vroeg te wekken."
„Droom je, Bortefold?" antwoordde Elisabeth
Christine, die opmerkzaam werd; „noem je
my majesteit?"
Bortefeld boog diep. „Baron Wylich is zoo
even als koerier van Potsdam aangekomen
en brengt het bericht, dat zyne majesteit