N°. 10787.
feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
feuilleton.
DE TOOVERRINC.
Leiden, 23 April.
TV
ISIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post1-^0.
Afzonderlijke Nommers °-05-
PRIJS DER ADVERTENTIE!?
Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
"wordt ƒ0.05 berekend.
Officieel© Keunisffevingen.
Burgemeester en Wethouder» van Leiden;
Gezien het adres van het Collegium Civitatis
Aoademicae Lugduno Bataiae Supremum, hondende
verzoek om vergunning lot het doen plaitsen en in
vrerkiog hrengou vaii een gasmotor voor de eleclri-
■ohe verlichting van het feestterrein op het Park
gedurende de Lustrumf eaten in de maand Juni a. s.,
in een gobouw te plaatsen aan de zijde van de
Baao steeg, nabij het Gymnasium.
Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875
(Staatsblad No. 95);
Geven bjj deze konnis aan het publiek dat ge
noemd verzoek mot de bijlagen op de Secretarie
dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op
Maandag 6 Mei a. s., 's voormiddags to olf uren,
op hot Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
22 April 1895. E. KIST, Secrotaria.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien het adres van C. VAN DIJK, houdende
verzoek om vergunning tot het houden en mesten
van varkens in hot perceel Groenesteog 22;
Gelet op art. 152 der Algemeene Politieverordening
Van 6 November 1879;
BroDgen ter kennis van belanghebbenden dat op
Donderdag 26 April a. s., des voormiddags te elf
uren, op het Raadhuis gelegenheid zal worden ge
geven tot het inbreDgen van bezwaren tegen dat
verzoek.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
22 April 1895. E. KI8T, Secretaris.
De „Schipbreuk" te Leiden.
Zooals onze lezers reeds uit eene voorloo-
pige aankondiging hebben kunnen bemerken,
begint de tyd te naderen, waarop wij bier te
Leiden van „de Schipbreuk" zullen kun
nen genieten. Deze uitvoering is eene te
bijzondere, eene te op zichzelf staande, om
niet meer dan gewoonlijk bierop de aandacht
te vestigen. Het is geen alledaagsche kost,
dien wjj op het concert van den heer Wage
naar te .hooren zullen krijgen, want behalve
de meer serieuze koortjes, zang en instru
mentaal soli, wordt het tweede gedeelte van
den avond in beslag genomen door „de Schip
breuk", het werk, dat in de muzikale wereld
in Holland reeds zooveel besproken is
en nog zal worden.
En terecht! In de geheele muziekliteratuur
zal, voor zoover ons bekend is, geen werk
worden aangetroffen van dergelijk karakter.
Het is een cantate voor soli en koor (met
begeleiding van piano, slag- en storm-instru-
inenten), op den meer dan dwazen tekst van
het gedicht van „de(n) Schoolmeester", waarin
door de muziek geheel wordt geïllustreerd de
nonsens, welken dit gedicht van den eersten
tot den laatsten regel bevat, zoowel door het
koor, hetwelk op zeer geestige wijze de ver
schillende handelingen en toestanden weet te
schetsen, als niet minder door de solisten,
die meer dan te over gelegenheid hebben,
door het vervullen van de rol van „kapitein,
passagiers en zuigelingen" het publiek te
doen schudden van het lachen.
Te meer draagt dit werk een bijzonder
karakter, omdat aldus dit humoristische ge-
Slot.)
Het was nu bijna donker; de maan scheen
reeds aan den oosteljjken hemel. Measurby
zag het jacht op ongeveer een halve mijl
afstands en geraakte weder in ziedenden toom
by de gedachte, hoe gunstig de omstandig
heden voor het ontsnappen van zijn vroegeren
vriend waren.
Wacht maar, mompelde hy; ik ga tege-
lyk met den koerier aan boord, en als ik daar
ben, zal ik don ring wel krygen.
De majoor werd uit zyn gepeins opgeschrikt
door de komst van een olficier, begeleid door
eenige soldaten. Hy herkende den officier;
het was een jong man, dien hy wel eens een
dienst had bewezen.
Moatar, zei hy, terwyl hy op hem toe
trad, - moet ge op het jacht zyn?
Jawel, meneer, antwoordde de officier
in het Franschgaat gy er ook heen Ik heb
een bericht aan meneer Dacre te brengen.
Ja, ik moet er zynlaat my met u mee
gaan. Ik moet alleen afscheid gaan nemen.
Met pleizier, meneer, zei de officier
voorkomend. Eenige oogenblikken later roeiden
zy naar het voor anker liggende jacht.
Ge behoeft niet aan meneer Dacre te
zeggen, dat ik my aan boord bevind, zei
Measurby: ik wil hem verrassen.
Goed. Ik zal er voor zorgen.
Wacht maar niet op my. Ik biyf nog
eenigen tyd aan boord en zal wel aan meneer
Dacre vragen, my, vóór het schip vertrekt,
aan wal te laten zetten.
Ge kunt er op rekenen, meneer....
bonden blyft in den vorm eener cantate,
dus geheel geschoeid op grooter leest, geheel
afwykend van den vorm, waarin gewooniyk
humoristische voordrachten te genieten worden
gegeven, nl. voor éón, hoogstens twee per
sonen.
Daarenboven is de muziek van veel beter
gehalte dan men gewoon is by dwaze onder
werpen aan te treffen. Immer toch is de tekst
de hoofdzaak, waarby de muziek alleen tot
opvroolyking dient; hier evenwel is de
muziek hoofdzaak en wedyvert zy met de
woorden, wie van beiden den meest komischen
indruk zou kunnen teweegbrengen. Het is den
heer Wagenaar gelukt met een ongekende
geestigheid en humor de gedachte van den
dichter te illustreeren, maar hoe los en on be
duidend deze compositie ook oppervlakkig moge
scbynen, overal erkent men den muzikaal
hoogst begaafden auteur. Ordinair is de muziek
zeker niet, evenmin als zy aanspraak maakt
op eene rangschikking onder „geleerde" muziek.
Zy is geschikt om door iedereen, kenner of
geen kenner, met gullen lach te worden
genoten.
Dadeiyk na den aanhef, waarin het koor
zegt dat „Oost, West thuis 't best" is,
begint voor piano een inleiding, die, heel pittig,
heel moeilyk, (om dit laatste heeft het publiek
zich nu juist niet erg te bekommeren), u al
dadelyk laat hooren, op welke wyze de com
ponist de zaak heeft aangepakt. Forsch, breed,
evenals de woelende Oceaan zelfdoch
het bespreken van het muzikale gedeelte zou
ditmaal te veel van onze ruimte in beslag
nemen, en daarom hopen wy in ons blad van
morgenavond meer uitvoerig daaromtrent een
en ander te kunnen mededeelen.
Ten slotte evenwel dit: Leiden is, als wy
ons niet vergissen, de derde stad in Holland,
waar dit werk wordt opgevoerd. Tot nu toe
was deze cantate uitsluitend door het koor
van den Utrechtschen Muzikalen Kring inge
studeerd, en hiermede werd het werk her
haalde malen, voor steeds" opgepropter zalen,
te Utrecht en te Amsterdam opgevoerd.
Op de pogingen, hier ter stede in het werk
gesteld, om ook door dit koor eene uitvoering
te Leiden te geven, kon geen gunstig besluit
verkregen worden, omdat de koorleden een
herhaald reizen en trekken voorloopig moede
waren. Hierop heeft men getracht in onze
stad een klein koor samen te stellen en hebben
verscheidene repetitiën, onder leiding van den
componist, tot het resultaat geleid, dat nu
Yrydag 3 Mei de uitvoering in de Gehoorzaal
kan plaats hebben.
De „Leidsche Dilettantenclub" gaf gisteravond
in de concertzaal „Ephraïm" hare laatste uit
voering met introductie in dit seizoen.
Het samenzyn werd ditmaal geopend door
den secretaris, den heer J. B. M. A. Huver,
aangezien de voorzitter, de heer F. J. De
Jong, met het oog op zyne zaken, eerst later
Dank u; ik ben u zeer verplicht, zei de
majoor, op vrooiyken toon.
Het doet my genoegen, u eenigszins van
dienst te kunnen zyn, zei de officier.
Eenige minuten later waren zy aan boord.
De officier was het eerst boven. Measurby
wachtte een korten tyd vóór hy hem volgde,
want hy vreesde, door Janshah, die zich on-
getwyfeld aan boord moest bevinden, gezien
te worden. Zoodra hy niemand meer hoorde,
ging hy langzaam de trap af en zag, tot zyn
groote vreugde, dat het dek geheel verlaten
was. Daarop steeg hy voorzichtig de trap naar
de kajuit af en verborg zich in een hok, dat
door den hofmeester voor bewaarplaats van
allerlei gereedschappen gebruikt werd.
Vandaar uit kon hy de stemmen van Hilda,
Wilfred en den officier duideiyk hooren. Het
scheen wel, of de koningin het een of ander
geschenk aan Wilfred had gezonden, want
deze droeg den officier op, haar zyn dank te
betuigen. Een korten tyd daarna hoorde hy
het drietal voorby zyn schuilplaats gaan. Eenige
minuten later voelde hy de schroef werken.
Het scbip was reeds op weg, en alle kans
om aan wal te komen was dus voor hem
verloren. Maar dit maakte niet veel voor hem
uit. Hy begreep, dat hy te Varzo verre van
veilig was, en wenschte zich alleen nog maar
op Wilfred te wreken.
Wilfred noch Hilda scheen voorloopig be
neden te zullen komende majoor vermoedde,
dat zy op dek wilden biyven, om Varzo in
de verte te zien verdwynen, en hy besloot
eveneens naar boven te gaan. Vóór hy boven
was, kwam hy den hofmeester tegen, die
eenigszins ontsteld scheen op 't gezicht van
een officier.
Ik behoor tot het gezelschap, zei de
majoor, op kalmen toon. Ik ben tot nu toe in
ter feestvergadering zou komen. De heer Huver
wees o. a. op het feit, dat by deze uitvoering
de opkomst niet zoo talryk was als gewooniyk
en vond de reden daarvoor in het vergevor
derde seizoen, nu ieder het met zyne werk
zaamheden drukker heeft. Met den heer Huver
zyn wy van dezelfde meening: het wordt te
laat in den tyd voor zulke uitvoeringen, en
vereenigingen, die met alle geweld nog van
zich willen laten hooren, zullen wèl doen zich
te haasten!
Tevens riep de waarnemende voorzitter
de toegevendheid in jegens de werkende leden,
die dezen avond de planken zouden betreden.
Dit verzoek, tot allen gericht, gold dus ook
ons en we hebben het in de ooren geknoopt.
Opgevoerd werd allereerst het kluchtspel
in vier bedryven „De verliefde chirurgy'n" en
daarna het blyspel in één bedryf, naar Fritz
Reuter, „Jochem Pezel, wat ben je voor
een ezel."
In beide stukken, die, geheel volgens het
beoogde doel, den lachlust telkens opwekten,
waren de optredende mannelyke dilettanten
gelukkiger dan de vrouwelyke. Naar ons werd
medegedeeld, was een der dames een pas-
beginnende en had de ander in lang niet ge
speeld; nu, als dit zoo is, kan het tot ver
ontschuldiging strekken; hare rollen hadden
ze echter in allen geval beter kunnen kennen;
daarin óók waren de heeren haar de baas.
Die ingeroepen „toegevendheid" zullen we
evenwel huldigen door verder noch in by zon
derheden te pryzen noch te laken by de
eerste uitvoering in 't volgend seizoen, als
er geen toegevendheid wordt gevraagd, kunnen
we stellig welverdiende pluimpjes uitreiken,
want het staat als een paal boven water,
dat de „Leidsche Dilettantenclub" leden bezit,
die telkens als ze optreden voor eervolle
vermeldingen in aanmerking komen; dan
komen misschien, als 't niet anders kan, ook
de afkeuringen gespecificeerd in de courant;
dan moet elk maar hebben wat er by staat:
dus, „Leidsche Dilettantenclub", dan opgepast
Na de vermelding, dat in het blyspel een
der werkende leden zyn knevel er aan gaf
ter verhoogjng der realiteit (welk een op
offering voor een heer der schepping, al is
het in den groeitydl), dat het geheel met
een bal besloten werd en de musici aldoor
vol yver waren, weDschen we de Club eene
welverdiende rust, opdat ze zich daarna
kunne toerusten voor de nieuwe campagne.
Tegelykertyd gaf ook de Leidsche dans- en
tooneelclub „Entre nous" eene uitvoering met
introductie in den Foyer der Stadszaal, onder
leiding van den heer Th. S. W. Van Leeuwen.
Nadat eenige vrooiyke muzieknummers
waren gespeeld, opende de president den feest
avond met een welkomstwoord.
Daarna volgde de opvoering van de volgende
stukjes: „De gevolgen van een kus", „Myn
lieve trompetter" en „Een vryery met hinder
nissen", alle blyspelen met zang in één be
dryf. Ze werden aardig gespeeld.
Tusschen deze tooneelstukjes door liet de
muziek zich by afwisseling niet onbetuigd, en
na de pauze volgden nog twee komische voor
drachten: „Antiek en Modern" en „Kort van
Memorie", die algemeene hilariteit opwekten.
Na de welgeslaagde uitvoering volgde eeó
zeer geanimeerd bal, waarby de leden en
genoodigden zich kostelyk amuseerden.
Tot tegenschatters voor de personeele
belasting, voor het met Mei a. s. aan te
vangen dienstjaar 1895/96, om van de zyde
der belastingschuldigen te dienen, zyn door
burgemeester en wethouders van Woubrugge
opnieuw benoemd de heeren "Wm. Boot, ge
meente-opzichter, en D. Van Essen, mr. met
selaar aldaar.
Te Aalsmeer heeft de liberale kies-
vereeniging „Aalsmeer" tot candidaat voor
de Prov. Staten gesteld het aftredend lid, den
heer P. Lodeboer, notaris aldaar.
Naar men verneemt, zal de naaml. ven
nootschap „De Deli Courant" over het eerste
boekjaar (Juli Dec. 1894) een dividend van
4 pet. aan de aandeelhouders uitkeeren.
In den ouderdom van ruim 80 jaar is
te 's-Gravenhage overleden dr. J. C. Horch,
oud-bibliothecaris van de Prinsen van Oranje,
ridder in de orde van den Ned. Leeuw.
By de door regenten van het gasthuis
te Delft gehouden aanbesteding van de ver
bouwing van het gasthuis, was laagste in-
schrytster de firma Van Ditmars Zn., te
Middelburg, voor f 31,998.
Naar „De Stand." verneemt, heeft de
minister van justitie te Leeuwarden een per-
sooniyk onderzoek ingesteld naar aanleiding
van de door jhr. mr. De Savornin Lohman
in de Tweede Kamer meegedeelde feiten, met
betrekking tot de middernachtzendelingen. Niet
alleen de justitie ambtenaren, maar ook de
middernachtzendelingen worden gehoord.
Men bericht ons dat de inschry vingen
op de Fransch-Nederlaudsch West-Indische
Compagnie ten volle zyn toegewezen.
Te Amsterdam kwamen 20 groothande
laren samen in het gebouw „Eensgezindheid".
Het waren vertegenwoordigers van verschil
lende vakken, zooals: luxe-artikelen, parfu
merieën, galanterieën, hujshoudelyke artikelen,
krameryen, glas, aardewerk, porselein, horlo
gerieën, kantoorbehoeften, lampen, enz. De
byeenkomst werd geleid door den heer H. C.
Heybroek Wzn. en had tot doel het oprichten
van eene vereeniging om krachtig en vereend
op te treden in alle faillissementen, waarby
genoemde vakken zyn betrokken, en tevens
daardoor den soliden detailhandel te bescher
men. Alle aanwezigen traden toe, zoodat de
vereeniging „Mercator" staande de vergade
ring werd geconstitueerd. Het bestuur van 7
leden werd gekozen en zal direct de noodige
maatregelen nemen, om aansluiting aan de ver
eeniging te bevorderen. Ook hierby zal het
blykon, dat eendracht macht is. Rechtsgeleerde
adviseurs van „Mercator" zyn mrs. Goseling
en Clausing.
myn hut geweest. Is meneer Dacre op dek?
Jawel, meneer; gy zult meneer en
mevrouw by den stuurman vinden, zei de
hofmeester, die er geen oogenblik aan twy-
felde, of do majoor behoorde tot het gezel
schap. Zal ik meneer even waarschuwen?
Neen, dank je; ik ga zelf naar boven.
Hy keek om zich heen; Janshah was ge
lukkig niet op 't dek. Wilfred en Hilda had
den op stoelen plaats genomen en waren met
den rug naar hem gekeerd. Measurby trok
zyn sabel en sloop op de teenen naar Wilfred.
Hy zag, dat Wilfreds rechterhand, waaraan
hy den ring droeg, op de verschansing rustte.
Een oogenblik te voren was hy opgestaan
en keek nu aandachtig naar de kust, die
steeds meer in de duisternis verdween. Zyn
pols was geheel ontbloot en stak helder wit
af tegen het hout der verschansing. Measurby
wist, wat hem te doen stond. Hy hief zyn.
sabel op en sloeg uit alle macht: Wilfreds
hand was van zyn arm gescheiden.
Met een kreet van pyn viel Wilfred neer;
het bloed spoot in dikke stralen uit den stomp
van zyn arm. De majoor sprong op do hand
toe, die nog op de verschansing lag, maar
juist voor hy haar kon grypen, werd hot
schip op zyde geslingerd en viel de hand
van de verschansing in zee
De ring was weg en alles tevergeefs 1
Waanzinnig van schrik over zyn verlies,
sprong Measurby de hand na. Op den kreet
van Wilfred en het hulpgeroep van zyn vrouw
kwam Janshah met eenige bedienden toe
snellen. Wilfred lag bezwymd op het dek.
Wat Measurby betreft, deze zonk terstond in
de diepte door het gewicht van zyn uniform
hy verscheen niet meer aan de oppervlakte.
Zyn waanzinnige begeerte naar den ring kostte
hem het leven, en onder de blauwe golven
van de Zwarte Zee ligt de ring van Brahma.
Wilfred was eenigen tyd zwaar ziek. Ge
lukkig dat Janshah eenigszins met de heel
kunde bekend was en hem daarom, vóór zy
Stamboel bereikten, kon behandelen. Kort na
bun aankomst daar ter stede, maakte Hilda
kennis met een jongen dokter, die zich aan
boord van het jacht van een zyner vrienden
bevond. Deze laatste wilde naar den Krim
doorzeilen, maar de doktor wenschte naar
Engeland terug te keeren. Hy nam Hilda's
invitatie, om met de „Zoo" mee te gaan, aan.
Het gelukte den dokter, Wilfred in zeer
korten tyd te genezen, hetgeen hem des te
gemakkeiyker viel, daar de sabelhouw recht
door vleesch en boen was heengegaan en
zijn patiënt byzonder gezond bloed had. Zyne
zenuwen echter hadden veel geleden.
Op zekeren namiddag lag hy op het dek,
en naast hem stond Janshah.
Wat zyt ge nu van plan met den schat?
vroeg hy nieuwsgierig. De ring is weg;
niemand kan dus eigenaar van den schat
worden.
Hy moet nu weder uitsluitend ten dienste
van den god gebruikt worden, antwoordde
Janshah eerbiedig. Brahma heeft den ring
voor zekeren tyd gegeven en nu heeft hy
hem weer teruggenomen. Hy zal zelf gebruik
maken van zyn schat.
En wat wilt ge met het jacht doen?
Het jacht behoort u toe, mynheer.
My? riep Wilfred verbaasd uit.
Gy waart eigenaar van den ring, toen
ge dit jacht door my liet koopen, mynheer,
en ge hebt den ring niet door eigen schuld
verloren. Ik geef u daarom het jacht ten
geschenke en ben er van overtuigd, dat de
bewakers van den schat dit zullen goedkeuren.
Er is nog een som van twintig duizend
De Koningin-Regentes heeft door be
middeling van dr. E. C. Oggel uit de Ver-
eenigde Staten, die tydeiyk de Gereformeerde
gemeente te Breda bedient, in den vorm eener
geldelyke bydrage, een Oranje steen toegezon
den aan het „Holland Home", te Grand-Rapids,
Michigan.
Het „Home" is een tehuis voor ouden van
dagen, zoowel mannen als vrouwen, uit Neder
land afkomstig. In de stad Grand-Rapids,
welke eene bevolking telt van ongeveer 90,000
inwoners, vindt men daaronder 20,000 Hol
landers. Sedert de stichting van het „Holland
Home", in 1892, hebben de Amerikaansche
Hollanders reeds 15,000 dollars of f 37,500
voor deze philanthropische inrichting opge
bracht voor het aankoopen van gebouwen
en hetgeen verder voor de goede zaak be-
rioodigd is.
De beide cursussen, door het Lactologisch
Laboratorium uitgeschreven, zyn met goeden
uitslag bekroond.
Aan den ééndaagschen cursus te Zwolle
werd door 17 personen uit alle oorden des
lands deelgenomen, terwyl de 14-daagscho
cursus in alle vakken der zuivelbereiding
met belangstelling door de leerlingen werd
gevolgd.
Het onderwys is geheel aanschouwelijk
en door proeven opgehelderd, waartoe in het
Lactologisch Laboratorium van alle toestellen
en machines exemplaren in het klein voor
handen zyn.
Vooral op het, voor de zuivelbereiding zoo
gewichtige vak, de bacteriologie, werd in den
14-daagschen cursus een byzonder gewicht
gelegd.
Tegen den lsten Mei is weer te Utrecht
een cursus uitgeschreven, die éón dag duurt
en waarin theoretisch en practisch het onder
zoeken van melk wordt onderwezen.
Het uitgebreid programma wordt op aan
vrage door het Lactologisch Laboratorium to
Kampen toegezonden.
De leden van de Staatscommissie, inge
steld tot een onderzoek naar den administra
tieven toestand by het beheer der marine en
van 's Ryks werven en casu quo tot hot
beramen van voorstellen desbetrekkeiyk,
houden zich steeds bezig met het bestudceren
deromvangryke bescheiden, ten hunnen dienste
gesteld. Dit onderzoek zai nog geruimen tyd
vorderen, daar het noodig ls geoordeeld stuk
ken, op het onderwerp betrekkelyk, uitlndiö
te doen ontbieden, die nog niet zyn inge
komen. (H. D.)
Door de besturen van de afdeeling Utrecht
van het Ned. Werkliedenverbond „Patrimo
nium" en de R.-K. Werklieden vereeniging
„St.-Joseph" te Utrecht was het initiatiof
genomen tot het beleggen eener groote byeen
komst van werklieden aldaar, die zich teleur
gesteld zien door het besluit van den Utrecht
schen gemeenteraad in zake de quaestie van
maximum-werktyd en minimum-loon.
Deze vergadering werd gisteravond gehouden.
pond aan boord, die u eveneens toebehoort.
Dan ben ik toch niet arm, zei Wilfred
met een zucht van verlichting.
Wel, zeker niet, zei Hilda, die by hem
was komen zittenik heb immers vyf dui
zend per jaar en gy het jacht en twintig
duizend.
Wat wilt gy gaan doen, Janshah?
Ik ga naar Engeland, mynheer. Nu de
ring weg is, is myn taak ten einde.
Wy hebben zonderlinge avonturen be
leefd, zei Wilfred tot zyn vrouw.
Gelukkig, dat alles voorby is, zei Hilda.
Ik ben biy, dat wy in dat afscbuweiyke Busk
het leven er niet by ingeschoten hebben,
't Leven niet, maar een hand toch wel
Arme Wilfred, zei Hilda, terwyl zy hem
kuste, wat hebt ge geleden 1 Maar de man,
die het je heeft aangedaan, is ten minste go-
straft voor zyn slechtheid. Stil nu, Wilfred
ge hebt reeds veel te veel gepraat.
Welnu, - den ring heb ik verloren, maar
myn lieve vrouwtje heb ik nog, zei Wilfred
teeder. Van al de schatten acht ik dien toch
het hoogst.
Toen zy weder te Londen waren, vertelden
zy alles aan lord Kenny, en spoedig was het
verhaal in geheel de stad bekend. Wilfred
werd de held van het seizoen, maar aangezion
hy niet op deze blyken van belangstelling
gesteld was, trok hy zich terug op zyn land
goed in Herefordshire, en hy is veel gelukkiger
dan ooit te voren.
Janshah ging naar Indië en Wilfred heeft
hem niet weergezien. Men beweert dat do
Hindoes samenzweren tegen bet Britoche
gouvernement. De schat schynt dus nog steede
kwaad te brouwen.
oensdag Ü4 April. A°. 189b,
daPt~rt.au