N°. 10787. feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. feuilleton. DE TOOVERRINC. Leiden, 23 April. TV ISIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post1-^0. Afzonderlijke Nommers °-05- PRIJS DER ADVERTENTIE!? Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad "wordt ƒ0.05 berekend. Officieel© Keunisffevingen. Burgemeester en Wethouder» van Leiden; Gezien het adres van het Collegium Civitatis Aoademicae Lugduno Bataiae Supremum, hondende verzoek om vergunning lot het doen plaitsen en in vrerkiog hrengou vaii een gasmotor voor de eleclri- ■ohe verlichting van het feestterrein op het Park gedurende de Lustrumf eaten in de maand Juni a. s., in een gobouw te plaatsen aan de zijde van de Baao steeg, nabij het Gymnasium. Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95); Geven bjj deze konnis aan het publiek dat ge noemd verzoek mot de bijlagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Maandag 6 Mei a. s., 's voormiddags to olf uren, op hot Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 22 April 1895. E. KIST, Secrotaria. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien het adres van C. VAN DIJK, houdende verzoek om vergunning tot het houden en mesten van varkens in hot perceel Groenesteog 22; Gelet op art. 152 der Algemeene Politieverordening Van 6 November 1879; BroDgen ter kennis van belanghebbenden dat op Donderdag 26 April a. s., des voormiddags te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal worden ge geven tot het inbreDgen van bezwaren tegen dat verzoek. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 22 April 1895. E. KI8T, Secretaris. De „Schipbreuk" te Leiden. Zooals onze lezers reeds uit eene voorloo- pige aankondiging hebben kunnen bemerken, begint de tyd te naderen, waarop wij bier te Leiden van „de Schipbreuk" zullen kun nen genieten. Deze uitvoering is eene te bijzondere, eene te op zichzelf staande, om niet meer dan gewoonlijk bierop de aandacht te vestigen. Het is geen alledaagsche kost, dien wjj op het concert van den heer Wage naar te .hooren zullen krijgen, want behalve de meer serieuze koortjes, zang en instru mentaal soli, wordt het tweede gedeelte van den avond in beslag genomen door „de Schip breuk", het werk, dat in de muzikale wereld in Holland reeds zooveel besproken is en nog zal worden. En terecht! In de geheele muziekliteratuur zal, voor zoover ons bekend is, geen werk worden aangetroffen van dergelijk karakter. Het is een cantate voor soli en koor (met begeleiding van piano, slag- en storm-instru- inenten), op den meer dan dwazen tekst van het gedicht van „de(n) Schoolmeester", waarin door de muziek geheel wordt geïllustreerd de nonsens, welken dit gedicht van den eersten tot den laatsten regel bevat, zoowel door het koor, hetwelk op zeer geestige wijze de ver schillende handelingen en toestanden weet te schetsen, als niet minder door de solisten, die meer dan te over gelegenheid hebben, door het vervullen van de rol van „kapitein, passagiers en zuigelingen" het publiek te doen schudden van het lachen. Te meer draagt dit werk een bijzonder karakter, omdat aldus dit humoristische ge- Slot.) Het was nu bijna donker; de maan scheen reeds aan den oosteljjken hemel. Measurby zag het jacht op ongeveer een halve mijl afstands en geraakte weder in ziedenden toom by de gedachte, hoe gunstig de omstandig heden voor het ontsnappen van zijn vroegeren vriend waren. Wacht maar, mompelde hy; ik ga tege- lyk met den koerier aan boord, en als ik daar ben, zal ik don ring wel krygen. De majoor werd uit zyn gepeins opgeschrikt door de komst van een olficier, begeleid door eenige soldaten. Hy herkende den officier; het was een jong man, dien hy wel eens een dienst had bewezen. Moatar, zei hy, terwyl hy op hem toe trad, - moet ge op het jacht zyn? Jawel, meneer, antwoordde de officier in het Franschgaat gy er ook heen Ik heb een bericht aan meneer Dacre te brengen. Ja, ik moet er zynlaat my met u mee gaan. Ik moet alleen afscheid gaan nemen. Met pleizier, meneer, zei de officier voorkomend. Eenige oogenblikken later roeiden zy naar het voor anker liggende jacht. Ge behoeft niet aan meneer Dacre te zeggen, dat ik my aan boord bevind, zei Measurby: ik wil hem verrassen. Goed. Ik zal er voor zorgen. Wacht maar niet op my. Ik biyf nog eenigen tyd aan boord en zal wel aan meneer Dacre vragen, my, vóór het schip vertrekt, aan wal te laten zetten. Ge kunt er op rekenen, meneer.... bonden blyft in den vorm eener cantate, dus geheel geschoeid op grooter leest, geheel afwykend van den vorm, waarin gewooniyk humoristische voordrachten te genieten worden gegeven, nl. voor éón, hoogstens twee per sonen. Daarenboven is de muziek van veel beter gehalte dan men gewoon is by dwaze onder werpen aan te treffen. Immer toch is de tekst de hoofdzaak, waarby de muziek alleen tot opvroolyking dient; hier evenwel is de muziek hoofdzaak en wedyvert zy met de woorden, wie van beiden den meest komischen indruk zou kunnen teweegbrengen. Het is den heer Wagenaar gelukt met een ongekende geestigheid en humor de gedachte van den dichter te illustreeren, maar hoe los en on be duidend deze compositie ook oppervlakkig moge scbynen, overal erkent men den muzikaal hoogst begaafden auteur. Ordinair is de muziek zeker niet, evenmin als zy aanspraak maakt op eene rangschikking onder „geleerde" muziek. Zy is geschikt om door iedereen, kenner of geen kenner, met gullen lach te worden genoten. Dadeiyk na den aanhef, waarin het koor zegt dat „Oost, West thuis 't best" is, begint voor piano een inleiding, die, heel pittig, heel moeilyk, (om dit laatste heeft het publiek zich nu juist niet erg te bekommeren), u al dadelyk laat hooren, op welke wyze de com ponist de zaak heeft aangepakt. Forsch, breed, evenals de woelende Oceaan zelfdoch het bespreken van het muzikale gedeelte zou ditmaal te veel van onze ruimte in beslag nemen, en daarom hopen wy in ons blad van morgenavond meer uitvoerig daaromtrent een en ander te kunnen mededeelen. Ten slotte evenwel dit: Leiden is, als wy ons niet vergissen, de derde stad in Holland, waar dit werk wordt opgevoerd. Tot nu toe was deze cantate uitsluitend door het koor van den Utrechtschen Muzikalen Kring inge studeerd, en hiermede werd het werk her haalde malen, voor steeds" opgepropter zalen, te Utrecht en te Amsterdam opgevoerd. Op de pogingen, hier ter stede in het werk gesteld, om ook door dit koor eene uitvoering te Leiden te geven, kon geen gunstig besluit verkregen worden, omdat de koorleden een herhaald reizen en trekken voorloopig moede waren. Hierop heeft men getracht in onze stad een klein koor samen te stellen en hebben verscheidene repetitiën, onder leiding van den componist, tot het resultaat geleid, dat nu Yrydag 3 Mei de uitvoering in de Gehoorzaal kan plaats hebben. De „Leidsche Dilettantenclub" gaf gisteravond in de concertzaal „Ephraïm" hare laatste uit voering met introductie in dit seizoen. Het samenzyn werd ditmaal geopend door den secretaris, den heer J. B. M. A. Huver, aangezien de voorzitter, de heer F. J. De Jong, met het oog op zyne zaken, eerst later Dank u; ik ben u zeer verplicht, zei de majoor, op vrooiyken toon. Het doet my genoegen, u eenigszins van dienst te kunnen zyn, zei de officier. Eenige minuten later waren zy aan boord. De officier was het eerst boven. Measurby wachtte een korten tyd vóór hy hem volgde, want hy vreesde, door Janshah, die zich on- getwyfeld aan boord moest bevinden, gezien te worden. Zoodra hy niemand meer hoorde, ging hy langzaam de trap af en zag, tot zyn groote vreugde, dat het dek geheel verlaten was. Daarop steeg hy voorzichtig de trap naar de kajuit af en verborg zich in een hok, dat door den hofmeester voor bewaarplaats van allerlei gereedschappen gebruikt werd. Vandaar uit kon hy de stemmen van Hilda, Wilfred en den officier duideiyk hooren. Het scheen wel, of de koningin het een of ander geschenk aan Wilfred had gezonden, want deze droeg den officier op, haar zyn dank te betuigen. Een korten tyd daarna hoorde hy het drietal voorby zyn schuilplaats gaan. Eenige minuten later voelde hy de schroef werken. Het scbip was reeds op weg, en alle kans om aan wal te komen was dus voor hem verloren. Maar dit maakte niet veel voor hem uit. Hy begreep, dat hy te Varzo verre van veilig was, en wenschte zich alleen nog maar op Wilfred te wreken. Wilfred noch Hilda scheen voorloopig be neden te zullen komende majoor vermoedde, dat zy op dek wilden biyven, om Varzo in de verte te zien verdwynen, en hy besloot eveneens naar boven te gaan. Vóór hy boven was, kwam hy den hofmeester tegen, die eenigszins ontsteld scheen op 't gezicht van een officier. Ik behoor tot het gezelschap, zei de majoor, op kalmen toon. Ik ben tot nu toe in ter feestvergadering zou komen. De heer Huver wees o. a. op het feit, dat by deze uitvoering de opkomst niet zoo talryk was als gewooniyk en vond de reden daarvoor in het vergevor derde seizoen, nu ieder het met zyne werk zaamheden drukker heeft. Met den heer Huver zyn wy van dezelfde meening: het wordt te laat in den tyd voor zulke uitvoeringen, en vereenigingen, die met alle geweld nog van zich willen laten hooren, zullen wèl doen zich te haasten! Tevens riep de waarnemende voorzitter de toegevendheid in jegens de werkende leden, die dezen avond de planken zouden betreden. Dit verzoek, tot allen gericht, gold dus ook ons en we hebben het in de ooren geknoopt. Opgevoerd werd allereerst het kluchtspel in vier bedryven „De verliefde chirurgy'n" en daarna het blyspel in één bedryf, naar Fritz Reuter, „Jochem Pezel, wat ben je voor een ezel." In beide stukken, die, geheel volgens het beoogde doel, den lachlust telkens opwekten, waren de optredende mannelyke dilettanten gelukkiger dan de vrouwelyke. Naar ons werd medegedeeld, was een der dames een pas- beginnende en had de ander in lang niet ge speeld; nu, als dit zoo is, kan het tot ver ontschuldiging strekken; hare rollen hadden ze echter in allen geval beter kunnen kennen; daarin óók waren de heeren haar de baas. Die ingeroepen „toegevendheid" zullen we evenwel huldigen door verder noch in by zon derheden te pryzen noch te laken by de eerste uitvoering in 't volgend seizoen, als er geen toegevendheid wordt gevraagd, kunnen we stellig welverdiende pluimpjes uitreiken, want het staat als een paal boven water, dat de „Leidsche Dilettantenclub" leden bezit, die telkens als ze optreden voor eervolle vermeldingen in aanmerking komen; dan komen misschien, als 't niet anders kan, ook de afkeuringen gespecificeerd in de courant; dan moet elk maar hebben wat er by staat: dus, „Leidsche Dilettantenclub", dan opgepast Na de vermelding, dat in het blyspel een der werkende leden zyn knevel er aan gaf ter verhoogjng der realiteit (welk een op offering voor een heer der schepping, al is het in den groeitydl), dat het geheel met een bal besloten werd en de musici aldoor vol yver waren, weDschen we de Club eene welverdiende rust, opdat ze zich daarna kunne toerusten voor de nieuwe campagne. Tegelykertyd gaf ook de Leidsche dans- en tooneelclub „Entre nous" eene uitvoering met introductie in den Foyer der Stadszaal, onder leiding van den heer Th. S. W. Van Leeuwen. Nadat eenige vrooiyke muzieknummers waren gespeeld, opende de president den feest avond met een welkomstwoord. Daarna volgde de opvoering van de volgende stukjes: „De gevolgen van een kus", „Myn lieve trompetter" en „Een vryery met hinder nissen", alle blyspelen met zang in één be dryf. Ze werden aardig gespeeld. Tusschen deze tooneelstukjes door liet de muziek zich by afwisseling niet onbetuigd, en na de pauze volgden nog twee komische voor drachten: „Antiek en Modern" en „Kort van Memorie", die algemeene hilariteit opwekten. Na de welgeslaagde uitvoering volgde eeó zeer geanimeerd bal, waarby de leden en genoodigden zich kostelyk amuseerden. Tot tegenschatters voor de personeele belasting, voor het met Mei a. s. aan te vangen dienstjaar 1895/96, om van de zyde der belastingschuldigen te dienen, zyn door burgemeester en wethouders van Woubrugge opnieuw benoemd de heeren "Wm. Boot, ge meente-opzichter, en D. Van Essen, mr. met selaar aldaar. Te Aalsmeer heeft de liberale kies- vereeniging „Aalsmeer" tot candidaat voor de Prov. Staten gesteld het aftredend lid, den heer P. Lodeboer, notaris aldaar. Naar men verneemt, zal de naaml. ven nootschap „De Deli Courant" over het eerste boekjaar (Juli Dec. 1894) een dividend van 4 pet. aan de aandeelhouders uitkeeren. In den ouderdom van ruim 80 jaar is te 's-Gravenhage overleden dr. J. C. Horch, oud-bibliothecaris van de Prinsen van Oranje, ridder in de orde van den Ned. Leeuw. By de door regenten van het gasthuis te Delft gehouden aanbesteding van de ver bouwing van het gasthuis, was laagste in- schrytster de firma Van Ditmars Zn., te Middelburg, voor f 31,998. Naar „De Stand." verneemt, heeft de minister van justitie te Leeuwarden een per- sooniyk onderzoek ingesteld naar aanleiding van de door jhr. mr. De Savornin Lohman in de Tweede Kamer meegedeelde feiten, met betrekking tot de middernachtzendelingen. Niet alleen de justitie ambtenaren, maar ook de middernachtzendelingen worden gehoord. Men bericht ons dat de inschry vingen op de Fransch-Nederlaudsch West-Indische Compagnie ten volle zyn toegewezen. Te Amsterdam kwamen 20 groothande laren samen in het gebouw „Eensgezindheid". Het waren vertegenwoordigers van verschil lende vakken, zooals: luxe-artikelen, parfu merieën, galanterieën, hujshoudelyke artikelen, krameryen, glas, aardewerk, porselein, horlo gerieën, kantoorbehoeften, lampen, enz. De byeenkomst werd geleid door den heer H. C. Heybroek Wzn. en had tot doel het oprichten van eene vereeniging om krachtig en vereend op te treden in alle faillissementen, waarby genoemde vakken zyn betrokken, en tevens daardoor den soliden detailhandel te bescher men. Alle aanwezigen traden toe, zoodat de vereeniging „Mercator" staande de vergade ring werd geconstitueerd. Het bestuur van 7 leden werd gekozen en zal direct de noodige maatregelen nemen, om aansluiting aan de ver eeniging te bevorderen. Ook hierby zal het blykon, dat eendracht macht is. Rechtsgeleerde adviseurs van „Mercator" zyn mrs. Goseling en Clausing. myn hut geweest. Is meneer Dacre op dek? Jawel, meneer; gy zult meneer en mevrouw by den stuurman vinden, zei de hofmeester, die er geen oogenblik aan twy- felde, of do majoor behoorde tot het gezel schap. Zal ik meneer even waarschuwen? Neen, dank je; ik ga zelf naar boven. Hy keek om zich heen; Janshah was ge lukkig niet op 't dek. Wilfred en Hilda had den op stoelen plaats genomen en waren met den rug naar hem gekeerd. Measurby trok zyn sabel en sloop op de teenen naar Wilfred. Hy zag, dat Wilfreds rechterhand, waaraan hy den ring droeg, op de verschansing rustte. Een oogenblik te voren was hy opgestaan en keek nu aandachtig naar de kust, die steeds meer in de duisternis verdween. Zyn pols was geheel ontbloot en stak helder wit af tegen het hout der verschansing. Measurby wist, wat hem te doen stond. Hy hief zyn. sabel op en sloeg uit alle macht: Wilfreds hand was van zyn arm gescheiden. Met een kreet van pyn viel Wilfred neer; het bloed spoot in dikke stralen uit den stomp van zyn arm. De majoor sprong op do hand toe, die nog op de verschansing lag, maar juist voor hy haar kon grypen, werd hot schip op zyde geslingerd en viel de hand van de verschansing in zee De ring was weg en alles tevergeefs 1 Waanzinnig van schrik over zyn verlies, sprong Measurby de hand na. Op den kreet van Wilfred en het hulpgeroep van zyn vrouw kwam Janshah met eenige bedienden toe snellen. Wilfred lag bezwymd op het dek. Wat Measurby betreft, deze zonk terstond in de diepte door het gewicht van zyn uniform hy verscheen niet meer aan de oppervlakte. Zyn waanzinnige begeerte naar den ring kostte hem het leven, en onder de blauwe golven van de Zwarte Zee ligt de ring van Brahma. Wilfred was eenigen tyd zwaar ziek. Ge lukkig dat Janshah eenigszins met de heel kunde bekend was en hem daarom, vóór zy Stamboel bereikten, kon behandelen. Kort na bun aankomst daar ter stede, maakte Hilda kennis met een jongen dokter, die zich aan boord van het jacht van een zyner vrienden bevond. Deze laatste wilde naar den Krim doorzeilen, maar de doktor wenschte naar Engeland terug te keeren. Hy nam Hilda's invitatie, om met de „Zoo" mee te gaan, aan. Het gelukte den dokter, Wilfred in zeer korten tyd te genezen, hetgeen hem des te gemakkeiyker viel, daar de sabelhouw recht door vleesch en boen was heengegaan en zijn patiënt byzonder gezond bloed had. Zyne zenuwen echter hadden veel geleden. Op zekeren namiddag lag hy op het dek, en naast hem stond Janshah. Wat zyt ge nu van plan met den schat? vroeg hy nieuwsgierig. De ring is weg; niemand kan dus eigenaar van den schat worden. Hy moet nu weder uitsluitend ten dienste van den god gebruikt worden, antwoordde Janshah eerbiedig. Brahma heeft den ring voor zekeren tyd gegeven en nu heeft hy hem weer teruggenomen. Hy zal zelf gebruik maken van zyn schat. En wat wilt ge met het jacht doen? Het jacht behoort u toe, mynheer. My? riep Wilfred verbaasd uit. Gy waart eigenaar van den ring, toen ge dit jacht door my liet koopen, mynheer, en ge hebt den ring niet door eigen schuld verloren. Ik geef u daarom het jacht ten geschenke en ben er van overtuigd, dat de bewakers van den schat dit zullen goedkeuren. Er is nog een som van twintig duizend De Koningin-Regentes heeft door be middeling van dr. E. C. Oggel uit de Ver- eenigde Staten, die tydeiyk de Gereformeerde gemeente te Breda bedient, in den vorm eener geldelyke bydrage, een Oranje steen toegezon den aan het „Holland Home", te Grand-Rapids, Michigan. Het „Home" is een tehuis voor ouden van dagen, zoowel mannen als vrouwen, uit Neder land afkomstig. In de stad Grand-Rapids, welke eene bevolking telt van ongeveer 90,000 inwoners, vindt men daaronder 20,000 Hol landers. Sedert de stichting van het „Holland Home", in 1892, hebben de Amerikaansche Hollanders reeds 15,000 dollars of f 37,500 voor deze philanthropische inrichting opge bracht voor het aankoopen van gebouwen en hetgeen verder voor de goede zaak be- rioodigd is. De beide cursussen, door het Lactologisch Laboratorium uitgeschreven, zyn met goeden uitslag bekroond. Aan den ééndaagschen cursus te Zwolle werd door 17 personen uit alle oorden des lands deelgenomen, terwyl de 14-daagscho cursus in alle vakken der zuivelbereiding met belangstelling door de leerlingen werd gevolgd. Het onderwys is geheel aanschouwelijk en door proeven opgehelderd, waartoe in het Lactologisch Laboratorium van alle toestellen en machines exemplaren in het klein voor handen zyn. Vooral op het, voor de zuivelbereiding zoo gewichtige vak, de bacteriologie, werd in den 14-daagschen cursus een byzonder gewicht gelegd. Tegen den lsten Mei is weer te Utrecht een cursus uitgeschreven, die éón dag duurt en waarin theoretisch en practisch het onder zoeken van melk wordt onderwezen. Het uitgebreid programma wordt op aan vrage door het Lactologisch Laboratorium to Kampen toegezonden. De leden van de Staatscommissie, inge steld tot een onderzoek naar den administra tieven toestand by het beheer der marine en van 's Ryks werven en casu quo tot hot beramen van voorstellen desbetrekkeiyk, houden zich steeds bezig met het bestudceren deromvangryke bescheiden, ten hunnen dienste gesteld. Dit onderzoek zai nog geruimen tyd vorderen, daar het noodig ls geoordeeld stuk ken, op het onderwerp betrekkelyk, uitlndiö te doen ontbieden, die nog niet zyn inge komen. (H. D.) Door de besturen van de afdeeling Utrecht van het Ned. Werkliedenverbond „Patrimo nium" en de R.-K. Werklieden vereeniging „St.-Joseph" te Utrecht was het initiatiof genomen tot het beleggen eener groote byeen komst van werklieden aldaar, die zich teleur gesteld zien door het besluit van den Utrecht schen gemeenteraad in zake de quaestie van maximum-werktyd en minimum-loon. Deze vergadering werd gisteravond gehouden. pond aan boord, die u eveneens toebehoort. Dan ben ik toch niet arm, zei Wilfred met een zucht van verlichting. Wel, zeker niet, zei Hilda, die by hem was komen zittenik heb immers vyf dui zend per jaar en gy het jacht en twintig duizend. Wat wilt gy gaan doen, Janshah? Ik ga naar Engeland, mynheer. Nu de ring weg is, is myn taak ten einde. Wy hebben zonderlinge avonturen be leefd, zei Wilfred tot zyn vrouw. Gelukkig, dat alles voorby is, zei Hilda. Ik ben biy, dat wy in dat afscbuweiyke Busk het leven er niet by ingeschoten hebben, 't Leven niet, maar een hand toch wel Arme Wilfred, zei Hilda, terwyl zy hem kuste, wat hebt ge geleden 1 Maar de man, die het je heeft aangedaan, is ten minste go- straft voor zyn slechtheid. Stil nu, Wilfred ge hebt reeds veel te veel gepraat. Welnu, - den ring heb ik verloren, maar myn lieve vrouwtje heb ik nog, zei Wilfred teeder. Van al de schatten acht ik dien toch het hoogst. Toen zy weder te Londen waren, vertelden zy alles aan lord Kenny, en spoedig was het verhaal in geheel de stad bekend. Wilfred werd de held van het seizoen, maar aangezion hy niet op deze blyken van belangstelling gesteld was, trok hy zich terug op zyn land goed in Herefordshire, en hy is veel gelukkiger dan ooit te voren. Janshah ging naar Indië en Wilfred heeft hem niet weergezien. Men beweert dat do Hindoes samenzweren tegen bet Britoche gouvernement. De schat schynt dus nog steede kwaad te brouwen. oensdag Ü4 April. A°. 189b, daPt~rt.au

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1