PERSOVERZICHT. In het weekblad De Nijverheid worden sedert eenigen tyd de inleidingen opgenomen van de verschillende vraagpunten, die op het nationaal congres omtrent het vakonder wijs en de vakopleiding voor toekom stige werklieden in Nederland besproken zul len worden. In enkele van deze inleidingen komen beschouwingen voor, die in ruimeren kring verbreiding verdienen. "WD hebben het oog op het betoog van dr. J. H. Gunning W7., uit Zwolle, waarbij do heer T. "W. Westerouen van Meteren zich aansluit. De heer Gunning bespreekt de vraagIs de invoering van handonarbeidals opvoedings middel op de lagere school wenschelyk? In zijn antwoord laat hy den vollen nadruk vallen op de woorden „als opvoedingsmiddel". Ons onderwijs beantwoordt maar al to good aan het voorschrift van art. 33 der school wet. Op onze scholen wordpn „kundigheden" (geen vaardigheden) aangeleerd" en het doel, dat men er mee tracht te bereiken, is „de ontwikkeling der verstandelijke vermogens der kinderen" en de opleiding „tot alle christelijke en maatschappelijko deugden". Voor opvoeding in den zin van ontwikkeling van den geheelen mensch is op onze scholen dus in het systeem der wet eigenlijk geeri plaats. Dit systeom is gebaseerd met op do werkelijkheid, maar op de apnoristische over geërfde opvatting, die schoolonderwijs vereen zelvigt met „ontwikkeling der verstandelijke vermogens". Onze lagere school in haar tegenwoordig© inrichting, zoo zij al opvoedt, doet dit niet voor hot leven, dat den kinderen onzer werk lieden wacht, maar hoogstens voor de middel bare scholen. De kinderen onzer werklieden hebben noodig: een gezond lichaam, een op- gewokten geest, een rappe hand, een geoefend oog, kennis van lezen, schrijven, rekenen en teekeneD, lust in arbeid, eerbied voor hun eigen werk en het vermogen, om zich te kunnen bepalen bi) de taak, waarmoo zij bezig zijn. En deze qualiteiten worden slechts voor een gering gedeelte aangokwookt door do by de wet genoemde .gepaste en nuttige kundigheden". In plaats van te vragen: wat wordt er op school geloerd? zal men moeten vragen: wat wordt er op school ge daan? Het onderwys moot eigenlyk in niets anders bestaan dan in hot leiden van de aan geboren behoefte van het kind om iets te doen, iets uit te voeren. Is men het er over eens, dat ons lager onderwys in dien zin hervormd moet worden, dat de daad, het zslf bezig zyn van hot kind, basis en uitgangspunt van het onderwys worde, dan is er geen ander middel dan in voering van handenarbeid. Maar dan ook als opvoedingsmiddel, d. i. als methode van onder wys, niet als leervak. Tegenwoordig is „leeron" op do lagere school stilzitten in de bank en luistoren naar wat do meester debiteert; lator daarentegen op de ambachtsschool of op het ambacht is „loeren" hot oefenen van do hand In het gobruik van 't een of ander werktuig. Dio tegenstelling moet ophouden. Reeds op school moot het verrichten van lichamoiyken arbeid met zicht baar resultaat evengoed „loeren" zyn als iets anders. Velen moenen dat het hier de in voering van een nieuw leervak betreft, een uitbreiding van de lyst van art. 2 der schoolwet; uit het hierboven meegedeelde blykt, dat dit - niet wenschoiyk zou zyn, en het zou met het oog op de kosten ook niet mogolyk wezon. Maar papiervouwen, kartonplakken, model- loeren in klei, enz. behoeft men niot om de liooge kosten achtorwege te laten. Do hoer Gunning heeft de Houtslöji mot opzet in het geheelo betoog niet genoemd, omdat velen daaraan veel te uitsluitend denken by het woord „handenarbeid." De heer G. noemt het inderdaad een ideaal voor handenarbeid, maar wil er niet mee beginnen voor den 10- en 12 jarigen looft yd. Do hoer Wosterouen, dio de vraag be- sproekt wat de voorkeur verdient, de opleiding in de werkplaats of dio in de ambachtsschool, en die hot stelsel, dat voor de toekomst bruik baar is, vindt in de combinatie van het stolsel van opleiding in de werkplaats en onderwys in de school, hoopt op oen hervorming van bot lager onderwys in den zin als betoogd is door don heer Gunning. De ArnliemscKe Courant schryft: Terecht wordt door de officieren van het dion9tvak der militaire administratie geklaagd over een onbiliykheid, welko by de jongsto bevorderingen, in verband met do reorganisatie, te botreuron valt. Zooals men woot, heeft do reorganisatio geon zyde gesponnen voor de officieren van administratie, vooral hierom niet, omdat het aantal hoofdofflciersplaatsen by dat dienstvak verminderd is. Nu ligt het toch voor de hand, dat, wil men de kans om hoofdofficier to wordon niet hoeltmaal tot nul reducoeren, men dan de enkele hoofdofficiersplaatsen, die er nog zyn, niot laat innemen door officieren, buiten hot dienstvak dor administratie staande. Echterhet gozond vorstand wikt en de militaire autoriteit beschikt. Vreemd genoog zyn onlangs twoe gepas- 8eordo kapitoins van de intendanco tot majoor- magazynmeoster benoemd. Om twoo redenen vreemd. Primo: wyl dio kapiteins voor hoofdofficier bu hun eigen dienstvak ongeschikt geoor- deold zyn. Socundo: omdat de betrekking van majoor- inagazynmoe8ter geheel toebehoort aan hot dienstvak dor militaire administratie; een dienstvak, dat toch al èn door de trage promotie, èn door de geringe vooruitzichten niet al te begeerlijk gemaakt wordt on dat dus van een achterstelling, als door ons be doeld is, verschoond had behooren to biyven. Q. vestigde er in een hoofdartikel in Eet Vaderland de aandacht op, dat de rechts toestand der kaderreservi8ten zeer onvoldoende geregeld is. „De kaderreservist gaat een vrywilligo dienstverbintenis aan voor 6 jaar, wordt in de formatie der corpsen opgenomen, terwyl hem onmiddeliyk de krygsartikelen voorgelezen worden, waaruit onweerlegbaar volgt, dathy, evenals elk ander vry williger, ingevolge art. 2 van het Crimineel "Wetboek voor het krijgs volk hier te lande, gedurende den geheelen tyd zyner dienstverbintenis, onverschillig of hy al dan niet met verlof is, aan do militaire strafwetten onderworpen blyft. Het feit, dat dit verlof meestal lang zal duren en daarom groot verlof genoemd wordt, doet niets ter zake, en evenmin de omstandigheid, dat de kaderreservist gedurende dat groot verlof, be houdens byzondere vergunning, do burger- kleoding draagt. Vrijwilligers met verlof, ja zelfs officieren op non-activiteit, biyven in alle opzichten soldaat, en de kleeding van den militair heeft absoluut geen invloed op zyn rechtstoestand." Niettegenstaande dit is Q. er van overtuigd, dat het niet de bedoeling der Rogeoring is geweest om den kaderreservist met groot verlof voor allo strafbare feiten terecht te doen staan voor de krygsraden, en op hem al de militaire strafwetten toepasselyk te ver klaren, daar dit onhoudbare toestanden zou doen ontstaan. Do kaderreservist met groot verlof is thans onderworpen aan de militaire strafwetten in haar geheelen omvang, en al heeft de regee ring anders bedoeld, de rechter mag met deze vermoedolyke bedoelingen, die nergens nauw keurig zyn uitgedrukt, geen rekening houden. De 8chry ver is er echter van verzekerd dat de militare strafwetten niet dieper in de gewone maatschappelijke verhoudingen van den kader reservist mogen ingrypen dan strikt nood- zakelyk is. IJNUKZONDEN. Dierenmishandeling. Mijnheer de Redacteurl Door een inzender in Uw geacht Blad werd deze week de aandacht gevestigd op de toe komst der kraaien in de boomen van 't Rapen burg enz. Dit vond by my* barteiyke instemming, maar schryver dezes zou de aandacht van het publiek en de Vereeniging tot dierenbescher ming willen vestigen op het terrein der keuring aan de Nieuwstraat. Niet door de ambtenaren met de keuring belast, maar door de geleiders der dieren (veelal slagersknechts) worden vele onnoodige wreedheden geploegd. Vooral maakt men een studie van „kalveren-dressuur", die den toe schouwer soms do handen doet jeuken om op zyn beurt den geleider te dresseeren. Éón staaltje slechts. Donderdag-middag moesten twoo kalveren, met do koppen aan elkaar gebonden, het hek in. Door veel onzinnig gejaag ging dat niet en toon stak de slagers knecht zyn vinger in het oog van het dier en smeet ze zoo samen het hek in. Een kwartier later kon het beest nog het oog niet opon doen en liep het water met een grooten droppel uit het oog. M. de R. I Een beest moet geslacht worden ten algemeenen nutte, maar is er niets om zulke onnoodige wreedheden tegen te gaan? Ik eindig met den wensch dat de slagers knechts (die onder bovengenoemde categorie behooren) zullen begrypen dat het publiek hunne wreedheden ziet en de bedry vers veracht. Mot daDk voor de plaatsing, Uw getrouwe lezer H. Mynheer de RedacteurI Naar aanleiding der beschouwing in „Het Nieuws van den Dag", overgenomen In Uw Porsovcrzicht van 11 dezer, is het niet on dienstig eens te wyzen op den ongunstigen toestand, waarin de Ryksontvangers ten plattenlando door de nieuwe beuryfsbelasting zyn gekomen. Tot toelichting diene, dat zy voor het moerendeel porcentsgewyze belooning genieten. Hoe meer ontvangsten des te meer trakte ment en hoe grooter hun traktement des te grooter is ook de vergoeding voor hunne buroaukosten. Ziehier een voorbeeldEen ont vanger beheert een kantoor der 6de klasse en genoot in 1893 aan percentsgewyze be looningf 2200.— aan bureaukosten 20 pet. 440.— onzuiver bedragf 2640.— In 1S94 wordt aan bedryfsbelasting in vergeiyking mot het afgeschafte patentrecht eene som van f 2400 minder geïnd, Het gevolg hiorvan is dat minder wordt genoten aan percentsgewyze belooning f 24.— aan bureaukosten 20 petB 4.80 Totaalf 28.80 Als men nu verder weet, dat in 1894 de beschryving voor de bedry fsbelasting afzonder- lyk is geschied en niet zooals vroeger tegelyk met die voor de porsoneele belasting, zoodat de daaraan verbonden kosten ook afzonderiyk door do ontvangers moesten worden betaald, dan kan men gerust aannemen dat b(j deze f 28.80 nog minstens f 12.20 komt. Dit geeft oone vermindering aan traktement van f 40. Gesteld dat dit slachtoffer der nieuwe belasting het geluk heeft een vermogen van f 15,000 te bezitten, dan is zyn eigen aanslag in de bedryfsbelasting f 36. Onze ontvanger derft in 1894 dus f 76 of byna 8'/i pet. van zyne zuivere belooning. Nu vraag ik: is het niet meer dan erg, dat de ontvangers de schade moeten dragen, welke geheel buiten hun eigen toedoen, maar door eene herziening van ons belastingstelsel wordt teweeggebracht? Hunne bezoldigingen zyn even voldoende om overeenkomstig hun stand in de maatscbappy te leven en nu wordt geheel willekeurig eon gedeelte ingekort. Eene schrille tegenstelling hiermede vormt zeker de laatste verhooging van traktement aan de inspecteurs (vroeger controleurs) ver leend. Onder dankbetuiging voor de toegestane ruimte heb ik de eer te zyn Uw dw. Dr. X. <jremengd Nieuws. Een leeuw in 't goud gezet. De kleur van den gnmmigen, klimmenden leeuw voor het gymnasium aan de Doezastraat alhier, scheen niet naar elks smaak te zyn; althans, „men" heeft hem hedennacht of in den vroegen morgen e -n andor aanzien willen geven, wat gedeeltelyk, gepaard gaande met verontreiniging van zyn voetstuk en het door hem omklemde schild, gelukt is. Men heeft een voorraad verguldsel over zyn kop en manen uitgestort. Het emmertje, waarin die verfstof klaarblyktlyk geweest vsas alvorens den koning der dieren er mee te sieren, stond in de vroegte nog naast den in een Paascbpak ge stoken leeuw. Heden herdenkt N. Yan der Kroft den dag, waarop hy vóór 25 jaren in dienst kwam by ae firma wed. G. Van der Mark, metselaar te Wassenaar. Aan C. Hoogeveen, van Oude- Wetering, in het voorjaar van 1892 wegens brandstichting veroordeeld tot eene gevange nisstraf van 5 jaren, wdke hy onderging in de strafgevangenis te Arnhem, is thans kwyt- schelding van zyn verderen straftyc! en reeds ontslag gegeven. In den nacht van 23 op 24 Dec. j 1. ontstond een opstootje op den Goudschen weg te Rotterdam, doordien een paar personen, die in beschonken toestand een winkeltje aldaar waren binnengekomen, zich verzetten tegen hunne arrestatie, noodig geworden doordien zy niet wilden voldoen aan de aanmaning der politie om dat winkeltje te verlaten, waarzy etenswaren gekocht hadden, welke zy tegen den wil der winkelierster daar ook wilden nuttigon. Wegens wedorspannigheid en mis handeling worden de beide bedoelde personen (broeders, van beroep spekslager) door de recht bank te Rotterdam tot 3 weken gevangenisstraf veroordeeld, en hierover kwamen zy zich voor het Gerechtshof te 's-GraveDhage beklagen, bewerendo niet geslagen te hebben, maar zelf door do politie geslagen te zyn. Dit werd door eenige getuigen bevestigd, terwyl de politie agenten verklaarden niet meer gedaan te hebben dan nocdig was om de besclionkenen in bewaring te brengen en dat zy daarby een hevig verzet ondervonden. De eorste bekl. moest bekennen zóó dronken geweest te zyn, dat hy zich niets meer van het gebeurde kon herinneren. Het O. M. achtte niet bewezen dat de politie heeft geslagen, maar meende dat, als zy geslagen had, zy er dan wel toe genoodzaakt was. Het eischte bevestiging van het vonnis. De verdediger, mr. v. d. Hoeven uit Rotterdam, vroeg vryspraak of verandering van de gevangenisstraf in eene geldboete. Uitspraak over 14 dagen. Er is Donderdag-middag een ongoluk gebeurd op hot terrein van de a. s. tentoonstelling te Amsterdam, gelukkig niet mot zulke ernstige gevolgen als men eerst vreesde. In de Belgische afdeeling zyn twee galeryen naast do lioofdgalery ingestort. Als men weet dat het heele geraamte van yzer is en dat er op 't ©ogenblik der instorting wol een vyftig arbeiders aan het werk waren op die plaats, dan is het wonder, dat er slechts vyf personen gewond zyn. Deze zyn naar het Buitengasthuis vervoerd, waar er twee werden opgenomen. De ovongeu kondon weer ver trekken. Drie van de gewonden zyn Belgen. De werklieden zyn verzekerd. Intusschen was de ravage op het terrein nogal belangryk. IJzeren staven, voor een deel omgobogon, en houten balken lagen als een knibbelspel dooreen en 't zal wel eon paar weken oponthoud geven, alles weer in den ouden toestand te brengen. De oorzaak van het ongeval is niet met zekerheid bekend. De „Tol." vernam er het volgende van: De yzeren pylers, die het geheel dragen, worden niet zoogen. „to lood" gozet en boven dien van onderen niet met schroeven of bouten vastgemaakt. Zy staan (lus om zoo te zeggen los en worden alleen gehouden door de tra versen, waarmee ze verbonden zyn aan de poilors van den anderen kant. Dit geschiedt natuurlyk om vlugger het ge bouw te kunnen optrekken. "Wanneer nu de dwarsverbindingen niet volkomen bovenaan passen, dan worden de pylers, omdat zeniet vaststaan, eenigszins verwrongen, en zoo kan het gebeuren dat ze scheef komen te staan. Wellicht is daardoor het ongeval veroorzaakt. De galery naast de hoofdgalery begon het eerst te vallen. Gelukkig geschiedde het zeer langzaam, zoodat de meeste arbeiders nog weg konden snellen. Twoe, die op het dak zaten, werden echter door den val meegesleept. Toch zyn do vorwondingen niet levens gevaar! yk. Hat ongeluk op het terrein heeft nog een ander gevolg gehad. Do werklieden aan het hoofdgebouw, aan do zoogen. halle waarvan de Belgische galeryen doel uitmaakten hebben het werk geslaakt. Er zyn 160 timmerlieden, 40 mon teurs en 100 sjouwerlui. Donderdag middag in den scbafttyd kwamen ze in de halle byeen en daar werd de werk staking geproclameerd. Reeds lang waren ze ontevreden; het on geluk, door hen aan onvoorzichtigheid der Belgen toegeschreven, gaf den doorslag. Do grievon zynvooreerst dat zy Zaterdags van 7 uren tot halftien op 't Leidsche Plein op de uitbetaling van het loon moeten wachten 2o. dat zy altyd te kort komen by de uit betaling; 3o. dat zy 's Maandags, als zo reclameeren, zonder succes aan 't werk wor den gestuurd, en eindelyk dat 3 pet. van 't loon gekort wordt voor verzekering, die in de stad voor niets geschiedt. De eiscben zyn voor de monteurs, die het gevaarlykste werkje doen en daarvoor 23 a 24 ets. per uur verdienen, een loon van 35 ets. per uur. Yan andero zyde verneemt de „Tel." omtrent de oorzaken van het ongeval, hetwelk Don derdag plaats vond, dat dit geheel en-al de schuld der Belgische monteurs is. Het is waar, dat de yzeren pylers der hallen van onderen niet zyn vastgeschoefd of geklonken, maar eenig gevaar schuilt daarin niet. Doch die pylers wordon, zoolang de traversen het geheel niet in elkaar houden, loodrecht gehou den door lange yzeren lynen, die aan piketten in den bodem bevestigd zyn. Nu had men de Belgen gewaarschuwd, dat die piketten bier, met het oog op den drassigen grond, langer moeten zyn dan in België gewooülyk het geval is, omdat zy anders aan de sterke werking van den yzertoestel geen weerstand kurmm bieden. Do monteurs echter hadden die waarschuwing in den wind geslagen. En nu goschiedde het, dat de te korte piketten uit den grond worden gerukt: dit was de oorzaak der instorting. De toestand der beido werkliedeD, die om hun ernstiger verwondingen in het Wilhel- mina Gasthuis moesten worden opgenomen, was naar omstandigheden zeer gunstig. Nader blykt dat door openslui ting en binnen braak in den nacht van 7 op 8 April uit het hulp-post- en telegraafkantoor op het Tulpplein te Amsterdam een bedrag is ontvreemd van 285.15'/2, bestaande uit twee bankbiljetten van f 25, een muntbiljet van f 10 en verder specie. Voorts werden ontvreemd: een yzeren geld kistje, 1 zwarte portefeuille van glad leer, waarin eenige papieren en quitanties, waar onder een van de firma Kleingeld en Zoon; 3 spaarbankboekjes, te weten (Rotterdam Kruiskade) No. 1341, bedrag f 6, (Amsterdam Tulpplein) No. 552, ten name van mej. E. Molhuizen, bedrag f 125, en (Leeuwarden) No. 5606, ten name K. W. Schonebaum, bedrag onbekend. Aan een blikken trommel, welke is open gebroken, zyn sporen van bloed zichtbaar, zoodat kan worden aangenomen dat de dader of daders zich by het openen daarvan hebben verwond. Uit de dorde verdieping. L. v. d. B., een knecht van een expaditour aan de Wijnhaven te Rotterdam, had by het inhan gen van een takel aan het Ryks Entrepöt aan de Stieltjesstraat aldaar het ongeluk het even wicht te verliezen en uit de derde verdieping te vallen. Door de politie per brancard naar het ziekenhuis vervoerd, overleed hy tydens het transport aan de bekomen verwondingen. In de Friesche gemeente Opster- land waren drie kinderen in de nabyheid der ouderlijke woning aan 't spelen, terwyl de moeder van uit de voorkamer een wakend oog op hen hield. Zy was genoodzaakt de kamer voor eenige oogenblikken te verlaten; toen zy terugkwam en dadelyk door een der ramen van de kamer zag, ontdekte zy, dat een dor kinderen, het kleinste, er niet by was. Dadelyk snelde zy naar buiten en vroeg aan de boide andere kinderen waar het kleine zusje was, maar deze wisten het niet. De moeder begaf zich nu met den meesten spoed naar eene nabyzynde diepe sloot en ontstelde niet weinig, toen zy daarin het hoedje van haar dochtertje zag dryven. Zonder beraad sprong zfi in de diepe sloot, om haar kind te zoeken, maar tevergeefs. Eene buurvrouw zag de arme moeder, die niet weer op den wal kon komen, worstelen en 6nelde toe om haar te helpen, maar ook zy geraakte in de diepe sloot. Beide vrouwen geraakten nu in groote verlegenheid, doch ge lukkig werd haar angstig geroep gehoord door drie mannen, die in de nabyheid aan 'twerk waren. Dezen yiden toe, begaven zich te water en 't gelukte hun de beide vrouwen van een gewissen dood te redden. Toen de drie man non en de beide vrouwen allen met een nat pak op den wal stonden, kwam eensklaps de vermiste aanloopen, niet wetende, wat er to doen was. Voor de grap had het wichtje zich achter het huis verscholen, opdat de beide andere kinderen haar niet zouden kunnen vinden. De blydschap der moeder laat zich niet btscbryven. Do vyf personen, die te water waren geweest, spoedden zich naar huis, om droge kleederen aan te trekken. Later bleek, dat het hoedje door den wind in de sloot was geraakt. De bekende wielrijder Cordang, van Maastricht, zal deelnemen aan den weg- wedstrya BordeauxParys, die in de maand Mei zal plaats hebben. De heer Rudeaux, te Parys, de directeur der Fransche Withworth-branclie, zal voor zyno gangmaking en voeding langs den geheelen weg zorg dragen. Cordang zal 0. a. moeten ryden tegen A. Chase en Wridgway, de bekende Engelsche wegryders, dio reeds eonigen tyd te voren zich zullen gaan oefenen op den af te leggen weg. Terwyl man en vrouw afwezig waren, brandde te Cuyk het huis af, bewoond door J. Gysbers, in het gehucht Yianen. Daar de schamele woning in een oogwenk in lichter laaie stond, werden drie kinderen nauwelyks gered. Eon vierde kind van 2'/, jaar, door zyn ouderen broeder op den zolder gedrageD, kon niet meer gered worden en vond in de vlammen den dood. De emir Abderrahman van Afgha nistan werd eens lastig gevallen door een geestdryver, die hem kwam waarschuwen voor de Russen, die steeds dichter de grenzen van Afghanistan naderden. „O, heer der aarde", riop de man, „ik heb den horizont der staats kunst met ver ziende oogen doorvorscht en ik zie de Russen komen. Ziet gy hen niet?" „Mijn oog ziet ver", zeide de emir, „maar daar staat ean boom, die my in het uitzicht belemmert. Ik ben oud, maar gy zyt jong. Ga daarom, klim op den boom, sla de bewe gingen van de verwensebte Moskovieten gade en als zy zeor naby zyn, bericht het my dan." De arme drommel moest in den boom klimmen, aan den voet waarvan een schild wacht geposteerd werd. Er verliepen drie dagen en de Russen kwamen niet. Den vierden dag viel de man van uitputting uit den boom en bleef beneden dood liggen. Sedert moet er in Kaboel geen ongeluksprofeet meer zyn opge treden. De Are de Triomphe, die te Parys aan het einde van de Champs Elysées verryst, begon in den laatsten tyd bouwvallig te worden. Brokstukkon van de versieringen en van het muurwerk waren sedert eenigen tyd losge raakt en men vreesde ernstige ongelukken. Er is nu een nauwkeurig onderzoek ingesteld, om de noodige herstellingen aan den triomf boog te kunnen aanbrengen. Hoe de Konin gin van Engel and op het vasteland reist, wordt door de „West minster Gazette" als volgt geschetst: De KoniDgin bedient zich by hare reizen van een haar in eigendom toebehoorenden specialen trein, die in do remises van het Noorder- Station te Brussel wordt bewaard. Van de twee groote wagens, die onderling door een open gang verbonden zyn, is de eeno bestemd voor het verblyf overdag en vormt een ruim vertrek, dat dient als eet- en leeszaal en met veel luxe van alle denkbare geriefelykheden is voorzien. De vloer is met Indische tapyten belegd; de wanden zyn met gryze zyde be kleed, waarin in geel de bloemen-emblemen van het vereenigde koninkryk: rozen, klaver en distelen, zyn geborduurd. De slaapwagen is in verscheidene compartimenten ingedeeld, waarvan een, grfis en bruin gestoffeerd, twoe bedden bevat voor de koningin en hare jongste dochter prinses Beatrice. Dit vertrek wordt steeds van meubelen voorzien, die uit het kasteel Windsor komen. De kleed- en de bad kamer zyn in Japanschen styi versierd, Vooi de kameniers zfin slaapstoelen voorhanden in de bagageruimte. Het reisplan wordt telkens met groote zorg vastgesteld en aan de koningin, op zyde ge drukt, overhandigd. Op de uren, voor het ontbyt en het diner bestemd, blyft de trein stilstaan, ook van 8 tot 9 uren 's morgens, wanneer de koningin zich kleedt. Des nachts mag nooit met sneller vaart dan 40 KM. in het uur gereden worden. Wie meent dat men by karne- melk niet zingen, by karnemelk niet vroolyk zyn kan, die leze, om van zyno dwaling ge nezen te worden, hot loflied, dat de Duitsche vereeniging tegen het misbruik van geestryke dranken op do karnemelk heeft gedicht. Het is in 't Platduitsch geschreven, een taal, die genoeg overeenkomst met het Nederlandsch heeft, dat Nederlandscho lezers dit loflied in 't oorspronkeiyke kunnen genieten. Het luidt aldus: Blos Bottermelkl Dat Bier gifc Schlag, De Wien gift Gichl, De Branwien Kopper in 't Gesicht De Porter uns dat Bloot verdickt, Champagner gor do Been uns knickt, De Grog makt dumm, De Kaffee blind, De Thee makt uns an Kraft to'n Kind, Dat, wat do Minsch noch drinken kann, Is Bottermelk, de nahrt don Mann, Makt friscb dat Hart, Dat Liev uns reen, Uns klor den Kopp, Un flink de Been. UCITITEAKTB. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek. WEEK van 1 tot 7 April. Datam. Uur Aantal. Gem. Eng. Staudk. 1 April 6.30 8.15 7 16.4 (*j 2 6.30 8.30 8 16.8 3 - 6.80 8.S0 7 16.3 4 6.30 8.15 8 16.6 5 C.30 8.30 7 16.6 6 6.30 8.80 8 1C.8 7 6.30 8.30 8 16.8 Dit beteekent Wannearmen 5 cubic f«et 141.1 liters por uur van zulk gas verbrandt in een Sngg'a London-Argand-SUndard burner No. 1, mot 24 gaatjes, wordt een licht verkregen, dat in eterkte gelijk etaat met 16.4, 16.8 enz. Standaard.aarsan, waarvan elka kaars 20 graiDa 7.8 grammen Spermaceti por uur verbrandt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 2