PERSOVERZICHT.
In het weekblad De Nijverheid worden
sedert eenigen tyd de inleidingen opgenomen
van de verschillende vraagpunten, die op het
nationaal congres omtrent het vakonder
wijs en de vakopleiding voor toekom
stige werklieden in Nederland besproken zul
len worden. In enkele van deze inleidingen
komen beschouwingen voor, die in ruimeren
kring verbreiding verdienen. "WD hebben het
oog op het betoog van dr. J. H. Gunning
W7., uit Zwolle, waarbij do heer T. "W.
Westerouen van Meteren zich aansluit.
De heer Gunning bespreekt de vraagIs de
invoering van handonarbeidals opvoedings
middel op de lagere school wenschelyk?
In zijn antwoord laat hy den vollen nadruk
vallen op de woorden „als opvoedingsmiddel".
Ons onderwijs beantwoordt maar al to good
aan het voorschrift van art. 33 der school
wet. Op onze scholen wordpn „kundigheden"
(geen vaardigheden) aangeleerd" en het doel,
dat men er mee tracht te bereiken, is „de
ontwikkeling der verstandelijke vermogens
der kinderen" en de opleiding „tot alle
christelijke en maatschappelijko deugden".
Voor opvoeding in den zin van ontwikkeling
van den geheelen mensch is op onze scholen
dus in het systeem der wet eigenlijk geeri
plaats. Dit systeom is gebaseerd met op do
werkelijkheid, maar op de apnoristische over
geërfde opvatting, die schoolonderwijs vereen
zelvigt met „ontwikkeling der verstandelijke
vermogens".
Onze lagere school in haar tegenwoordig©
inrichting, zoo zij al opvoedt, doet dit niet
voor hot leven, dat den kinderen onzer werk
lieden wacht, maar hoogstens voor de middel
bare scholen. De kinderen onzer werklieden
hebben noodig: een gezond lichaam, een op-
gewokten geest, een rappe hand, een geoefend
oog, kennis van lezen, schrijven, rekenen en
teekeneD, lust in arbeid, eerbied voor hun
eigen werk en het vermogen, om zich te
kunnen bepalen bi) de taak, waarmoo zij
bezig zijn. En deze qualiteiten worden slechts
voor een gering gedeelte aangokwookt door
do by de wet genoemde .gepaste en nuttige
kundigheden". In plaats van te vragen: wat
wordt er op school geloerd? zal men
moeten vragen: wat wordt er op school ge
daan? Het onderwys moot eigenlyk in niets
anders bestaan dan in hot leiden van de aan
geboren behoefte van het kind om iets te doen,
iets uit te voeren.
Is men het er over eens, dat ons lager
onderwys in dien zin hervormd moet worden,
dat de daad, het zslf bezig zyn van hot kind,
basis en uitgangspunt van het onderwys
worde, dan is er geen ander middel dan in
voering van handenarbeid. Maar dan ook als
opvoedingsmiddel, d. i. als methode van onder
wys, niet als leervak.
Tegenwoordig is „leeron" op do lagere school
stilzitten in de bank en luistoren naar wat do
meester debiteert; lator daarentegen op de
ambachtsschool of op het ambacht is „loeren"
hot oefenen van do hand In het gobruik van
't een of ander werktuig. Dio tegenstelling
moet ophouden. Reeds op school moot het
verrichten van lichamoiyken arbeid met zicht
baar resultaat evengoed „loeren" zyn als iets
anders. Velen moenen dat het hier de in
voering van een nieuw leervak betreft, een
uitbreiding van de lyst van art. 2 der schoolwet;
uit het hierboven meegedeelde blykt, dat dit -
niet wenschoiyk zou zyn, en het zou met het
oog op de kosten ook niet mogolyk wezon.
Maar papiervouwen, kartonplakken, model-
loeren in klei, enz. behoeft men niot om de
liooge kosten achtorwege te laten. Do hoer
Gunning heeft de Houtslöji mot opzet in het
geheelo betoog niet genoemd, omdat velen
daaraan veel te uitsluitend denken by het
woord „handenarbeid." De heer G. noemt het
inderdaad een ideaal voor handenarbeid, maar
wil er niet mee beginnen voor den 10- en
12 jarigen looft yd.
Do hoer Wosterouen, dio de vraag be-
sproekt wat de voorkeur verdient, de opleiding
in de werkplaats of dio in de ambachtsschool,
en die hot stelsel, dat voor de toekomst bruik
baar is, vindt in de combinatie van het stolsel
van opleiding in de werkplaats en onderwys
in de school, hoopt op oen hervorming van
bot lager onderwys in den zin als betoogd is
door don heer Gunning.
De ArnliemscKe Courant schryft:
Terecht wordt door de officieren van het
dion9tvak der militaire administratie
geklaagd over een onbiliykheid, welko by de
jongsto bevorderingen, in verband met do
reorganisatie, te botreuron valt.
Zooals men woot, heeft do reorganisatio
geon zyde gesponnen voor de officieren van
administratie, vooral hierom niet, omdat het
aantal hoofdofflciersplaatsen by dat dienstvak
verminderd is.
Nu ligt het toch voor de hand, dat, wil
men de kans om hoofdofficier to wordon niet
hoeltmaal tot nul reducoeren, men dan de
enkele hoofdofficiersplaatsen, die er nog zyn,
niot laat innemen door officieren, buiten hot
dienstvak dor administratie staande.
Echterhet gozond vorstand wikt en
de militaire autoriteit beschikt.
Vreemd genoog zyn onlangs twoe gepas-
8eordo kapitoins van de intendanco tot majoor-
magazynmeoster benoemd.
Om twoo redenen vreemd.
Primo: wyl dio kapiteins voor hoofdofficier
bu hun eigen dienstvak ongeschikt geoor-
deold zyn.
Socundo: omdat de betrekking van majoor-
inagazynmoe8ter geheel toebehoort aan hot
dienstvak dor militaire administratie; een
dienstvak, dat toch al èn door de trage
promotie, èn door de geringe vooruitzichten
niet al te begeerlijk gemaakt wordt on dat
dus van een achterstelling, als door ons be
doeld is, verschoond had behooren to biyven.
Q. vestigde er in een hoofdartikel in Eet
Vaderland de aandacht op, dat de rechts
toestand der kaderreservi8ten
zeer onvoldoende geregeld is.
„De kaderreservist gaat een vrywilligo
dienstverbintenis aan voor 6 jaar, wordt in
de formatie der corpsen opgenomen, terwyl
hem onmiddeliyk de krygsartikelen voorgelezen
worden, waaruit onweerlegbaar volgt, dathy,
evenals elk ander vry williger, ingevolge art. 2
van het Crimineel "Wetboek voor het krijgs
volk hier te lande, gedurende den geheelen
tyd zyner dienstverbintenis, onverschillig of
hy al dan niet met verlof is, aan do militaire
strafwetten onderworpen blyft. Het feit, dat
dit verlof meestal lang zal duren en daarom
groot verlof genoemd wordt, doet niets ter
zake, en evenmin de omstandigheid, dat de
kaderreservist gedurende dat groot verlof, be
houdens byzondere vergunning, do burger-
kleoding draagt. Vrijwilligers met verlof, ja
zelfs officieren op non-activiteit, biyven in alle
opzichten soldaat, en de kleeding van den
militair heeft absoluut geen invloed op zyn
rechtstoestand."
Niettegenstaande dit is Q. er van overtuigd,
dat het niet de bedoeling der Rogeoring is
geweest om den kaderreservist met groot
verlof voor allo strafbare feiten terecht te
doen staan voor de krygsraden, en op hem
al de militaire strafwetten toepasselyk te ver
klaren, daar dit onhoudbare toestanden zou
doen ontstaan.
Do kaderreservist met groot verlof is thans
onderworpen aan de militaire strafwetten in
haar geheelen omvang, en al heeft de regee
ring anders bedoeld, de rechter mag met deze
vermoedolyke bedoelingen, die nergens nauw
keurig zyn uitgedrukt, geen rekening houden.
De 8chry ver is er echter van verzekerd dat de
militare strafwetten niet dieper in de gewone
maatschappelijke verhoudingen van den kader
reservist mogen ingrypen dan strikt nood-
zakelyk is.
IJNUKZONDEN.
Dierenmishandeling.
Mijnheer de Redacteurl
Door een inzender in Uw geacht Blad werd
deze week de aandacht gevestigd op de toe
komst der kraaien in de boomen van 't Rapen
burg enz.
Dit vond by my* barteiyke instemming,
maar schryver dezes zou de aandacht van het
publiek en de Vereeniging tot dierenbescher
ming willen vestigen op het terrein der keuring
aan de Nieuwstraat.
Niet door de ambtenaren met de keuring
belast, maar door de geleiders der dieren
(veelal slagersknechts) worden vele onnoodige
wreedheden geploegd. Vooral maakt men een
studie van „kalveren-dressuur", die den toe
schouwer soms do handen doet jeuken om
op zyn beurt den geleider te dresseeren.
Éón staaltje slechts. Donderdag-middag
moesten twoo kalveren, met do koppen aan
elkaar gebonden, het hek in. Door veel onzinnig
gejaag ging dat niet en toon stak de slagers
knecht zyn vinger in het oog van het dier
en smeet ze zoo samen het hek in. Een
kwartier later kon het beest nog het oog niet
opon doen en liep het water met een grooten
droppel uit het oog.
M. de R. I Een beest moet geslacht worden
ten algemeenen nutte, maar is er niets om
zulke onnoodige wreedheden tegen te gaan?
Ik eindig met den wensch dat de slagers
knechts (die onder bovengenoemde categorie
behooren) zullen begrypen dat het publiek
hunne wreedheden ziet en de bedry vers veracht.
Mot daDk voor de plaatsing,
Uw getrouwe lezer H.
Mynheer de RedacteurI
Naar aanleiding der beschouwing in „Het
Nieuws van den Dag", overgenomen In Uw
Porsovcrzicht van 11 dezer, is het niet on
dienstig eens te wyzen op den ongunstigen
toestand, waarin de Ryksontvangers ten
plattenlando door de nieuwe beuryfsbelasting
zyn gekomen.
Tot toelichting diene, dat zy voor het
moerendeel porcentsgewyze belooning genieten.
Hoe meer ontvangsten des te meer trakte
ment en hoe grooter hun traktement des te
grooter is ook de vergoeding voor hunne
buroaukosten. Ziehier een voorbeeldEen ont
vanger beheert een kantoor der 6de klasse
en genoot in 1893 aan percentsgewyze be
looningf 2200.—
aan bureaukosten 20 pet. 440.—
onzuiver bedragf 2640.—
In 1S94 wordt aan bedryfsbelasting in
vergeiyking mot het afgeschafte patentrecht
eene som van f 2400 minder geïnd, Het
gevolg hiorvan is dat minder wordt genoten
aan percentsgewyze belooning f 24.—
aan bureaukosten 20 petB 4.80
Totaalf 28.80
Als men nu verder weet, dat in 1894 de
beschryving voor de bedry fsbelasting afzonder-
lyk is geschied en niet zooals vroeger tegelyk
met die voor de porsoneele belasting, zoodat
de daaraan verbonden kosten ook afzonderiyk
door do ontvangers moesten worden betaald,
dan kan men gerust aannemen dat b(j deze
f 28.80 nog minstens f 12.20 komt. Dit geeft
oone vermindering aan traktement van f 40.
Gesteld dat dit slachtoffer der nieuwe belasting
het geluk heeft een vermogen van f 15,000
te bezitten, dan is zyn eigen aanslag in de
bedryfsbelasting f 36. Onze ontvanger derft in
1894 dus f 76 of byna 8'/i pet. van zyne
zuivere belooning.
Nu vraag ik: is het niet meer dan erg, dat
de ontvangers de schade moeten dragen, welke
geheel buiten hun eigen toedoen, maar door
eene herziening van ons belastingstelsel wordt
teweeggebracht? Hunne bezoldigingen zyn
even voldoende om overeenkomstig hun stand
in de maatscbappy te leven en nu wordt
geheel willekeurig eon gedeelte ingekort.
Eene schrille tegenstelling hiermede vormt
zeker de laatste verhooging van traktement
aan de inspecteurs (vroeger controleurs) ver
leend.
Onder dankbetuiging voor de toegestane
ruimte heb ik de eer te zyn
Uw dw. Dr.
X.
<jremengd Nieuws.
Een leeuw in 't goud gezet.
De kleur van den gnmmigen, klimmenden
leeuw voor het gymnasium aan de Doezastraat
alhier, scheen niet naar elks smaak te zyn;
althans, „men" heeft hem hedennacht of in
den vroegen morgen e -n andor aanzien willen
geven, wat gedeeltelyk, gepaard gaande met
verontreiniging van zyn voetstuk en het door
hem omklemde schild, gelukt is. Men heeft een
voorraad verguldsel over zyn kop en manen
uitgestort. Het emmertje, waarin die verfstof
klaarblyktlyk geweest vsas alvorens den koning
der dieren er mee te sieren, stond in de
vroegte nog naast den in een Paascbpak ge
stoken leeuw.
Heden herdenkt N. Yan der Kroft
den dag, waarop hy vóór 25 jaren in dienst
kwam by ae firma wed. G. Van der Mark,
metselaar te Wassenaar.
Aan C. Hoogeveen, van Oude-
Wetering, in het voorjaar van 1892 wegens
brandstichting veroordeeld tot eene gevange
nisstraf van 5 jaren, wdke hy onderging in
de strafgevangenis te Arnhem, is thans kwyt-
schelding van zyn verderen straftyc! en reeds
ontslag gegeven.
In den nacht van 23 op 24 Dec. j 1.
ontstond een opstootje op den Goudschen weg
te Rotterdam, doordien een paar personen, die
in beschonken toestand een winkeltje aldaar
waren binnengekomen, zich verzetten tegen
hunne arrestatie, noodig geworden doordien zy
niet wilden voldoen aan de aanmaning der
politie om dat winkeltje te verlaten, waarzy
etenswaren gekocht hadden, welke zy tegen
den wil der winkelierster daar ook wilden
nuttigon. Wegens wedorspannigheid en mis
handeling worden de beide bedoelde personen
(broeders, van beroep spekslager) door de recht
bank te Rotterdam tot 3 weken gevangenisstraf
veroordeeld, en hierover kwamen zy zich voor
het Gerechtshof te 's-GraveDhage beklagen,
bewerendo niet geslagen te hebben, maar zelf
door do politie geslagen te zyn. Dit werd door
eenige getuigen bevestigd, terwyl de politie
agenten verklaarden niet meer gedaan te
hebben dan nocdig was om de besclionkenen
in bewaring te brengen en dat zy daarby een
hevig verzet ondervonden. De eorste bekl.
moest bekennen zóó dronken geweest te zyn,
dat hy zich niets meer van het gebeurde kon
herinneren. Het O. M. achtte niet bewezen
dat de politie heeft geslagen, maar meende
dat, als zy geslagen had, zy er dan wel toe
genoodzaakt was. Het eischte bevestiging van
het vonnis. De verdediger, mr. v. d. Hoeven
uit Rotterdam, vroeg vryspraak of verandering
van de gevangenisstraf in eene geldboete.
Uitspraak over 14 dagen.
Er is Donderdag-middag een
ongoluk gebeurd op hot terrein van de a. s.
tentoonstelling te Amsterdam, gelukkig niet
mot zulke ernstige gevolgen als men eerst
vreesde.
In de Belgische afdeeling zyn twee galeryen
naast do lioofdgalery ingestort. Als men weet
dat het heele geraamte van yzer is en dat
er op 't ©ogenblik der instorting wol een
vyftig arbeiders aan het werk waren op die
plaats, dan is het wonder, dat er slechts vyf
personen gewond zyn. Deze zyn naar het
Buitengasthuis vervoerd, waar er twee werden
opgenomen. De ovongeu kondon weer ver
trekken. Drie van de gewonden zyn Belgen.
De werklieden zyn verzekerd.
Intusschen was de ravage op het terrein
nogal belangryk. IJzeren staven, voor een
deel omgobogon, en houten balken lagen als
een knibbelspel dooreen en 't zal wel eon
paar weken oponthoud geven, alles weer in
den ouden toestand te brengen.
De oorzaak van het ongeval is niet met
zekerheid bekend. De „Tol." vernam er het
volgende van:
De yzeren pylers, die het geheel dragen,
worden niet zoogen. „to lood" gozet en boven
dien van onderen niet met schroeven of bouten
vastgemaakt. Zy staan (lus om zoo te zeggen
los en worden alleen gehouden door de tra
versen, waarmee ze verbonden zyn aan de
poilors van den anderen kant.
Dit geschiedt natuurlyk om vlugger het ge
bouw te kunnen optrekken. "Wanneer nu de
dwarsverbindingen niet volkomen bovenaan
passen, dan worden de pylers, omdat zeniet
vaststaan, eenigszins verwrongen, en zoo kan
het gebeuren dat ze scheef komen te staan.
Wellicht is daardoor het ongeval veroorzaakt.
De galery naast de hoofdgalery begon het
eerst te vallen. Gelukkig geschiedde het zeer
langzaam, zoodat de meeste arbeiders nog
weg konden snellen. Twoe, die op het dak
zaten, werden echter door den val meegesleept.
Toch zyn do vorwondingen niet levens
gevaar! yk.
Hat ongeluk op het terrein heeft nog een
ander gevolg gehad.
Do werklieden aan het hoofdgebouw, aan
do zoogen. halle waarvan de Belgische
galeryen doel uitmaakten hebben het werk
geslaakt. Er zyn 160 timmerlieden, 40 mon
teurs en 100 sjouwerlui.
Donderdag middag in den scbafttyd kwamen
ze in de halle byeen en daar werd de werk
staking geproclameerd.
Reeds lang waren ze ontevreden; het on
geluk, door hen aan onvoorzichtigheid der
Belgen toegeschreven, gaf den doorslag.
Do grievon zynvooreerst dat zy Zaterdags
van 7 uren tot halftien op 't Leidsche Plein
op de uitbetaling van het loon moeten wachten
2o. dat zy altyd te kort komen by de uit
betaling; 3o. dat zy 's Maandags, als zo
reclameeren, zonder succes aan 't werk wor
den gestuurd, en eindelyk dat 3 pet. van 't
loon gekort wordt voor verzekering, die in
de stad voor niets geschiedt.
De eiscben zyn voor de monteurs, die het
gevaarlykste werkje doen en daarvoor 23 a
24 ets. per uur verdienen, een loon van 35 ets.
per uur.
Yan andero zyde verneemt de „Tel." omtrent
de oorzaken van het ongeval, hetwelk Don
derdag plaats vond, dat dit geheel en-al de
schuld der Belgische monteurs is. Het is
waar, dat de yzeren pylers der hallen van
onderen niet zyn vastgeschoefd of geklonken,
maar eenig gevaar schuilt daarin niet. Doch
die pylers wordon, zoolang de traversen het
geheel niet in elkaar houden, loodrecht gehou
den door lange yzeren lynen, die aan piketten
in den bodem bevestigd zyn. Nu had men de
Belgen gewaarschuwd, dat die piketten bier,
met het oog op den drassigen grond, langer
moeten zyn dan in België gewooülyk het
geval is, omdat zy anders aan de sterke
werking van den yzertoestel geen weerstand
kurmm bieden. Do monteurs echter hadden
die waarschuwing in den wind geslagen. En
nu goschiedde het, dat de te korte piketten
uit den grond worden gerukt: dit was de
oorzaak der instorting.
De toestand der beido werkliedeD, die om
hun ernstiger verwondingen in het Wilhel-
mina Gasthuis moesten worden opgenomen,
was naar omstandigheden zeer gunstig.
Nader blykt dat door openslui
ting en binnen braak in den nacht van 7 op
8 April uit het hulp-post- en telegraafkantoor
op het Tulpplein te Amsterdam een bedrag
is ontvreemd van 285.15'/2, bestaande uit
twee bankbiljetten van f 25, een muntbiljet
van f 10 en verder specie.
Voorts werden ontvreemd: een yzeren geld
kistje, 1 zwarte portefeuille van glad leer,
waarin eenige papieren en quitanties, waar
onder een van de firma Kleingeld en Zoon;
3 spaarbankboekjes, te weten (Rotterdam
Kruiskade) No. 1341, bedrag f 6, (Amsterdam
Tulpplein) No. 552, ten name van mej. E.
Molhuizen, bedrag f 125, en (Leeuwarden) No.
5606, ten name K. W. Schonebaum, bedrag
onbekend.
Aan een blikken trommel, welke is open
gebroken, zyn sporen van bloed zichtbaar,
zoodat kan worden aangenomen dat de dader
of daders zich by het openen daarvan hebben
verwond.
Uit de dorde verdieping. L. v.
d. B., een knecht van een expaditour aan de
Wijnhaven te Rotterdam, had by het inhan
gen van een takel aan het Ryks Entrepöt aan
de Stieltjesstraat aldaar het ongeluk het even
wicht te verliezen en uit de derde verdieping
te vallen. Door de politie per brancard naar
het ziekenhuis vervoerd, overleed hy tydens
het transport aan de bekomen verwondingen.
In de Friesche gemeente Opster-
land waren drie kinderen in de nabyheid der
ouderlijke woning aan 't spelen, terwyl de
moeder van uit de voorkamer een wakend
oog op hen hield. Zy was genoodzaakt de
kamer voor eenige oogenblikken te verlaten;
toen zy terugkwam en dadelyk door een der
ramen van de kamer zag, ontdekte zy, dat
een dor kinderen, het kleinste, er niet by was.
Dadelyk snelde zy naar buiten en vroeg aan
de boide andere kinderen waar het kleine
zusje was, maar deze wisten het niet. De
moeder begaf zich nu met den meesten spoed
naar eene nabyzynde diepe sloot en ontstelde
niet weinig, toen zy daarin het hoedje van
haar dochtertje zag dryven. Zonder beraad
sprong zfi in de diepe sloot, om haar
kind te zoeken, maar tevergeefs. Eene
buurvrouw zag de arme moeder, die niet
weer op den wal kon komen, worstelen en
6nelde toe om haar te helpen, maar ook zy
geraakte in de diepe sloot. Beide vrouwen
geraakten nu in groote verlegenheid, doch ge
lukkig werd haar angstig geroep gehoord door
drie mannen, die in de nabyheid aan 'twerk
waren. Dezen yiden toe, begaven zich te water
en 't gelukte hun de beide vrouwen van een
gewissen dood te redden. Toen de drie man
non en de beide vrouwen allen met een nat
pak op den wal stonden, kwam eensklaps de
vermiste aanloopen, niet wetende, wat er to
doen was. Voor de grap had het wichtje zich
achter het huis verscholen, opdat de beide
andere kinderen haar niet zouden kunnen
vinden. De blydschap der moeder laat zich
niet btscbryven. Do vyf personen, die te
water waren geweest, spoedden zich naar huis,
om droge kleederen aan te trekken. Later
bleek, dat het hoedje door den wind in de
sloot was geraakt.
De bekende wielrijder Cordang,
van Maastricht, zal deelnemen aan den weg-
wedstrya BordeauxParys, die in de maand
Mei zal plaats hebben.
De heer Rudeaux, te Parys, de directeur der
Fransche Withworth-branclie, zal voor zyno
gangmaking en voeding langs den geheelen
weg zorg dragen.
Cordang zal 0. a. moeten ryden tegen A.
Chase en Wridgway, de bekende Engelsche
wegryders, dio reeds eonigen tyd te voren zich
zullen gaan oefenen op den af te leggen weg.
Terwyl man en vrouw afwezig
waren, brandde te Cuyk het huis af, bewoond
door J. Gysbers, in het gehucht Yianen. Daar
de schamele woning in een oogwenk in lichter
laaie stond, werden drie kinderen nauwelyks
gered. Eon vierde kind van 2'/, jaar, door
zyn ouderen broeder op den zolder gedrageD,
kon niet meer gered worden en vond in de
vlammen den dood.
De emir Abderrahman van Afgha
nistan werd eens lastig gevallen door een
geestdryver, die hem kwam waarschuwen voor
de Russen, die steeds dichter de grenzen van
Afghanistan naderden. „O, heer der aarde",
riop de man, „ik heb den horizont der staats
kunst met ver ziende oogen doorvorscht en
ik zie de Russen komen. Ziet gy hen niet?"
„Mijn oog ziet ver", zeide de emir, „maar
daar staat ean boom, die my in het uitzicht
belemmert. Ik ben oud, maar gy zyt jong.
Ga daarom, klim op den boom, sla de bewe
gingen van de verwensebte Moskovieten gade
en als zy zeor naby zyn, bericht het my dan."
De arme drommel moest in den boom
klimmen, aan den voet waarvan een schild
wacht geposteerd werd. Er verliepen drie dagen
en de Russen kwamen niet. Den vierden dag
viel de man van uitputting uit den boom en
bleef beneden dood liggen. Sedert moet er in
Kaboel geen ongeluksprofeet meer zyn opge
treden.
De Are de Triomphe, die te Parys
aan het einde van de Champs Elysées verryst,
begon in den laatsten tyd bouwvallig te worden.
Brokstukkon van de versieringen en van het
muurwerk waren sedert eenigen tyd losge
raakt en men vreesde ernstige ongelukken.
Er is nu een nauwkeurig onderzoek ingesteld,
om de noodige herstellingen aan den triomf
boog te kunnen aanbrengen.
Hoe de Konin gin van Engel and
op het vasteland reist, wordt door de „West
minster Gazette" als volgt geschetst: De
KoniDgin bedient zich by hare reizen van een
haar in eigendom toebehoorenden specialen
trein, die in do remises van het Noorder-
Station te Brussel wordt bewaard. Van de
twee groote wagens, die onderling door een
open gang verbonden zyn, is de eeno bestemd
voor het verblyf overdag en vormt een ruim
vertrek, dat dient als eet- en leeszaal en met
veel luxe van alle denkbare geriefelykheden
is voorzien. De vloer is met Indische tapyten
belegd; de wanden zyn met gryze zyde be
kleed, waarin in geel de bloemen-emblemen
van het vereenigde koninkryk: rozen, klaver
en distelen, zyn geborduurd. De slaapwagen
is in verscheidene compartimenten ingedeeld,
waarvan een, grfis en bruin gestoffeerd, twoe
bedden bevat voor de koningin en hare jongste
dochter prinses Beatrice. Dit vertrek wordt
steeds van meubelen voorzien, die uit het
kasteel Windsor komen. De kleed- en de bad
kamer zyn in Japanschen styi versierd, Vooi
de kameniers zfin slaapstoelen voorhanden in
de bagageruimte.
Het reisplan wordt telkens met groote zorg
vastgesteld en aan de koningin, op zyde ge
drukt, overhandigd. Op de uren, voor het
ontbyt en het diner bestemd, blyft de trein
stilstaan, ook van 8 tot 9 uren 's morgens,
wanneer de koningin zich kleedt. Des nachts
mag nooit met sneller vaart dan 40 KM. in
het uur gereden worden.
Wie meent dat men by karne-
melk niet zingen, by karnemelk niet vroolyk
zyn kan, die leze, om van zyno dwaling ge
nezen te worden, hot loflied, dat de Duitsche
vereeniging tegen het misbruik van geestryke
dranken op do karnemelk heeft gedicht. Het
is in 't Platduitsch geschreven, een taal, die
genoeg overeenkomst met het Nederlandsch
heeft, dat Nederlandscho lezers dit loflied
in 't oorspronkeiyke kunnen genieten. Het
luidt aldus:
Blos Bottermelkl
Dat Bier gifc Schlag,
De Wien gift Gichl,
De Branwien Kopper in 't Gesicht
De Porter uns dat Bloot verdickt,
Champagner gor do Been uns knickt,
De Grog makt dumm,
De Kaffee blind,
De Thee makt uns an Kraft to'n Kind,
Dat, wat do Minsch noch drinken kann,
Is Bottermelk, de nahrt don Mann,
Makt friscb dat Hart,
Dat Liev uns reen,
Uns klor den Kopp,
Un flink de Been.
UCITITEAKTB.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek.
WEEK van 1 tot 7 April.
Datam.
Uur
Aantal.
Gem. Eng.
Staudk.
1 April
6.30 8.15
7
16.4 (*j
2
6.30 8.30
8
16.8
3 -
6.80 8.S0
7
16.3
4
6.30 8.15
8
16.6
5
C.30 8.30
7
16.6
6
6.30 8.80
8
1C.8
7
6.30 8.30
8
16.8
Dit beteekent Wannearmen 5 cubic f«et 141.1
liters por uur van zulk gas verbrandt in een Sngg'a
London-Argand-SUndard burner No. 1, mot 24 gaatjes,
wordt een licht verkregen, dat in eterkte gelijk etaat
met 16.4, 16.8 enz. Standaard.aarsan, waarvan elka
kaars 20 graiDa 7.8 grammen Spermaceti por uur
verbrandt.