N°. 10775 A°. 1895. (Deze (Courant wordt dfigelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. DE TOOVERRiNC. Maandag 8 ^pril. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1-10. Franco per post1'40' Afzonderlijke Nommers0-05' PRIJS DER ADVERTENTIEN Yan 1 6 regels f 1.05. Iedere regel moer f 0.17£. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Derde Blad. Leiden, G April. Zooals uit achterstaande advertentie blijkt, tal de tooneel- en muziekclub A.ö.v.e.n.d.o." op Zaterdag 20 April een huishoudelijke uit voering geven. Alsdan zal door genoemde club de eerste opvoering hier ter stede plaats hebben van het historisch-anachronistisch blijspel in 3 bedrijven „Frans Huls van F. Van Eeden. Prof. dr. Tiele, te Leiden, is door den Senaat der Universiteit te Edinbur? voor de jaren 1896-98 benoemd tot „Gifford Lecturer". Deze Lectures zijn voorlezingen over de wetenschap van den godsdienst, door wijlen lord Gifford ingesteld aan 4 Schotsche univer siteiten, aan elke waarvan hy een gruote som vermaakte. Prof. Tiele moest de aanbieding, om in de jaren 1892 - 94 die lezingen te houden, wegens ambtsbezigheden afslaan. Voor de akte nuttige handwerken is geslaagd mej. W. G. Dee, van Leiden. Deze examens in Den Haag zyn afgeloopen. In het geheel slaagden 271 candidaten en werden er 131 afgewezen. Zooals onze lezers weten, is het wetsvoor stel Hartogh, houdende wijzigingen van het "Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, gisteren door de Tweede Kamer aangenomen. Uit Deü Haag wordt nu nog gemeld, dat de commissie van voorbereiding in den nacht van Donderdag op Vrijdag in het gebouw der Tweede Kamer tot halféén met den voorsteller bezig is geweest aan het na de eerste lezing wijzigen van bet wetsvoorstel, en de daaraan toegevoegde commies griffier, jhr. mr. Von Weyler in het lokaal daar mede tot halfdrie werkzaam was. Te 's-Gravenhage is in den hoogen ouderdom van 85 jaren overleden mr. A. De Wit, oud-hypotheekbewaarder. Gedurende ruim 54 jaren was de ontslapene werkzaam het hypotheekwezen; eerst in 1836 als surnumerair, later op verschillende stand plaatsen als ontvanger, en daarna als hypo theek-bewaarder. Van dezen langdurigen diensttijd stond de heer De Wit ongeveer zeventim jaren als hypotheek-bewaarder te 's-Gravenhage. Het beste bewijs van waardeering van zijn arbeid was de sympathie, die den overledene te beurt viel in 1886 by zijn gouden ambtsfeest. In 1890 werd den ontslapene eervol ontslag verleend, onder dankbetuiging voor de lang durige diensteD, den lande bewezen. Ridder De Struve, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van Rusland by ons Hof, is Van zyne buitenlandsche reis op zijn post te 's-Gravenhage teruggekeerd. ra Eene organisatie van het wapen der Koninklijke Marechaussee bepaalt dat de 2de divisie, de 3de divisie en de 4de divisie elk verdeeld zullen zyn over drie districten. De standplaatsen van de districtscomman danten divisie Leeuwarden zynLeeuwarden, Groningen en Assen. Het gevolg der Koninginnen tijdens H <ar verblyf te Amsterdam i3 aldus saamgesteld: Baronesse Van Hardenbroak, grootmees- teresse; freule Van de Poll, sur intendante; barones Van Ittersum; barones Rangers, bof dames; miss Saxton Winter, gouvernante; baron Van Hardenbro^k, opperkamerheer; luit.-generaal graaf Dumonceau, chef van het Militaire Huis; baron Clifford, hofmaarschalk; baron Van Hogendorp,k ipr. ter zee en adjudant; jhr. Van Pabst van Bingeraen, kamerheer; baron Bentinck, 1ste stalmeester; kapitein jhr. Van den Bosch, adjudant; 1steluitenants jhr. Van Suchttlen en graaf Dumonceau, ordonnance officieren; jhr. De Rauitz, kamer heer en particulier secretaris. Ook do directeur van het Kabinet der Koningin zal gedurende het koninklijk verblijf te Amsterdam in de hoofdstad zyn. By koninklijk besluit is met 15 April a. s. aan den heer M. W. De Kat, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als burgemees ter van Hillegom. Naar het „Vad." verneemt, is het over zicht, door de „N. Rott. Ct." gegeven van het wetsontwerp tot wijziging der personeele belasting, niet alleen onvolledig, maar ook op hoofdpunten onjuist. Ten vervolge van hetgeen wy gisteren mededeelden omtrent mgr. P. M. Snickers, in leven aartsbisschop van Utrecht, wordt aan gaande de begrafenis nog het volgende gemeld Precies te twaalf uren vertrok de lijkstoet van de Cathedrale kerk. De lijkwagen werd voorafgegaan door de misdienaars, vervolgens kwamen de kleine zangers en daarna de heeren leden van het zangkoor. Als slippendragers fungeerden twee leden van den byzonderen raad der Vincentius-vereeniging en twee leden van het bestuur der Martinus-vereeniging. Als dragers fungeerden de kerk- en armenmeesters. Achter den ljjkstoet volgden de bisschoppen van Haarlem, 's Hertogenbosch, Roermond, Breda en Gaza (i p. i.), daarna mgr. v. d. Burgt, proost; H. B. Kok, deken der stad Utrecht, en verder de eerw. heeren kanunniken Egdren, Jansen, Esink, Mulder, Westerman, Terwindt, Coker, mgr. Poppen. Hierna de secretarissen van het aartsbisdom dr. A. C. M. Schaepman en J. A. S. Yan Schaik. Daarna prof. Snickers en drie familie leden. De paters provincialen v. d. Eisen, Albader, Jelgersma, Archangelus en YanEerdt; de eerw. paters Carmelieten Kroor.en, Yan den Boogaart, Cronenburg, mgr. v. Heukelom, mgr. De Bruy n, prof. dr. Brouwer, president Schmeitz, de professoren De Groot en De Bruyn. Verder volgden de eerw. heeren pastoors en kapelaans van de verschillende parochieën van Utrecht en van elders; dr. H. J. A. M. Schaepman, superieur van St.-Gregorius, en een broeder van St Joan de Deo, Franciscanen, Carmelieten, Dominikanen, enz. Yoorts de bijzondere raad der St.-Vincentius-vereeniging, deputation uit de St.-Gregorius- en St.-Martinus-vereeniging, de voorzitter en de secretaris van den R.-K. Volksbond in het aartsbisdom, het bestuur der R ~K. werkliedenvereeniging „St.-Joseph" en van de Leo vereeniging. Nadat de stoet, bestaande uit 30 rijtuigen, waarvan het meerendeel met koetsiers en palfreniers in ryke livrei en mot lakeien naast het portier, gevurmd was, beeaf men zich naar do begraafplaats aan de Biltstraat. De goode orde werd onderweg geen oogon blik verstoord, daar de toeschouwers, hoewel langs den geheelen wet; opeengedrongen, toch aan weerszyden daarvan geschaard stonden, waardoor men zich in orde kon voortbewegen. Aan het kerkhof waren door de poli'ie, onder toezicht van een commissaris en inspecteurs, reeds voorzorgsmaatregelen genomen en was van het spoor tot aan het kerkhof de weg geheel afgezet, zoodat de stoet zich ook daar goed kon bewegen. Behalve aan den grooten stoet van geeste lijken en genoodigden, werd op het kerkhof aan slechts enkelen toegang verleend, waaronder den leden van het dagelijksch bestuur, den burgemeester en den secretaris van Utrecht. Nadat de kist met het lykklied, waarop de bisschopsstaf, de myter en de overige eeretee- kenen van den overledene waren neergelegd, was neergezet, begaf men zich wederom in volgorde, achter het lyk geschaard, onder bet zingen van de „Miserere", naar de kapel, alwaar alles in gereedheid was gebracht. Aldaar werd de „absoute" gedaan door mgr. E. P. v. d. Burgt, vicaris-generaal en president van het seminarie te Rysenburg, waarby net zangkoor ook wederom zyn hulp verleende. Nadat by den grafkelder nog eenige plechtig heden hadden plaats gehad, werden de teekenen der bisschoppelijke waardigheid en het lyk- kleed van de kist afgenomen en deze vervol gens in den kelder neergelaten, waar mgr. P. M. Snickers thans rust naast zyn voorganger mgr. A I. Schaepman. De kist is van fijn eikenhout. Op de koperen plaat op het deksel is het volgende opschrift geplaatst: OsSA - ET - CiKERES PETRI -MATHIAE SNICKERS PER - AN - Xll - ARCHIPIESCOPI - VLTRAIECTENSIS. OBllT - POSTRID - CAL - APR - AN - M - DCCC - LXXXXV - AETATIS - SVAE - LXXVTIlI - [Dat is: Het gebeente en de assche van Petrus Mathias Snickers, gedurende elf jaren aartsbisschop van Utrecht. Hy ontsliep den 2den April van het jaar 1895.] En hiermede was de plechtigheid afge loopen, waarby, daok zy wederom de goede zorgen der politie zoowel by de kerk als by het kerkhof, op uitstekende wyze de goede orde is gehandhaafd. Men meldt dat de inschrijving op de 200,000 certificaten, bevattende elk een premie- obligatie a f 5 en 25 toegangsbewyzen, welke uitgegeven worden door de Vereeniging „Hotelwezen-Tentoonstelling," zoodanig in den smaak valt van het publiek, dat aan de goede reussite niet getwyfeld kan worden. Gisteren werden zy ter beurze van Amsterdam ver handeld tegen zeven a acht gulden zonder tickets, uitmakende dus f 14.50 a f 15.50 met tickets. De vereenigde vergadering van het Hoog heemraadschap Delfland heeft besloten, het plan tot verdediging van de zeewering by de Keizerstraat te Scheveningen te wyzignn en de steenglooiing 10 M. naar voren te brengen, in welk werk door do gemeente 's-Graven- hage eene subsidie van f 20,000 is verleend. Willem Van Zuylen zal in de maanden April, Mei en Juni met de meeste artisten van het Rotterdamsch Tivoli-gezelschap een rondreis door het land maken. Volgens het „Vad." zal het orkest van het Concertgebouw in Mei a. s. een tweede concert te Brussel geven, onder leiding van Siegfried Wagner. Door den architect ing. Jacob F. Klink hamer is namens den heer B. Van Marwijk Kooy, te Amsterdam, aanbesteed de herbouw van de stoommeel- en broodfabriek „Holland", aan de Zoutkeetsgracht. Laagste inschryvers waren de heeren D. Cerlyn Zn. en A. J. De Haan, voor f 125,980. Op de voordracht van directeur der „Ned. Indische Gasmaatschappij" zyn geplaatst de heeren O. S. Kuottnerus, directeur der gasfabriek to Almeloo, en N. W. Van Doesburgh, adjunct-directeur der gasfabriek te 's Graven- hage. 8 April heeft de benoeming plaats. De gemeente Opsterland heeft alweer gebrek aan geld om de huishouding gaande te houden. De gemeenteraad heeft daarom aan Gedeputeerde Staten machtiging gevraagd tot het aangaan eener leening ad ƒ10,000, over den dienst 1895. Bevorderd zyn tot doctor in de genees heel en verloskunde aan de hoogeschool te Gent, de heeren J. Th. A. Weitjens, arts te te Eemnes, en I). N. Janssen, arts te Schiedam. Op de byzondere school voor M. U. L. O., direc euren de heeren Van Gemert en Van der Meulon, aan het Buitenhof, te 's Graven- hage, een der eerste scholen in den lande, die handenarbeid als integreerend deel van onderwys heeft opgenomen, werden de Koning innen gisteren ontvangen door den directeur, den heer P. F. Van der Meulon, en door dezen rondgeleid. In de 1ste klasse, waar een deel der kinde ren rekenonderwijs ontving, hadden do Ko ninginnen ook gelegenheid de bearbeiding van klei door 6 jarige kleuters gade te slaan. De 3de klasse toonde haar vaardigheid in den karton arbeid. De jonge Koningin onder hield zich daar met velen der jongens on ont ving een door dezen vervaardigd postzegel doosje en een cache pot. Na een bezoek aan de overige klassen, waar de Nederlandsche en Franscho talen onderwe zen werden, bezichtigden do Koninginnen de in den loop dezes jaars vervaardigde voor werpen. Van hier begaf men zich wederom naar het werklokaal, waar inmiddels de 4de, 5de en 6de klassen zich onledig hielden met hout- slöjd. Hier werden aan de jeugdige Koningin wederom oen drietal aardige souvenirs aan geboden. Ten slotte werden in het gymnastieklokaal, onder piano-begeleiding, liedjes gezongen. De Regentes betuigde den directeur her haaldelijk haar ingenomenheid met bet slöjd- ondtrwys. Op haar verzoek kregen de leer lingen voor het verdere gedeelte van den dag vryaf. Met den 17den dezer worden de-officieren van administratie 2de kl J. Bennebroek Evertsz en J. P. Zur Muhlen gedetacheerd resp by de hoofdadmin. van bet corps mariniers te Amsterdam en by de mariiieme ziekenin- richting te Hellevoetsluis. De officier van admin. 2de kl. C. Valkenburg wordt met denzelfden datum geplaatst aan boord van Hr. Ms. monitor „Matador". Den 4den Mei zal per „Prinses Marie" naar Padang vertrekken een afdeeling aan vul lingstroepen, ter sterkte van 3 onderofficieren, 45 korporaals en manschappen. Het bevel over dat transport zal worden opgedragen aan den met verlof h. 1.1. aanwezigen kapitein der infanterie van het Indische leger G. J. Albertz, terwyl tot medegeleider is bestemd de onlangs by dat leger overgeplaatste 2de luitenant van dat wapen W. Van der Vlerk. De minister van binnenlandscbo zaken brengt ter algemeene kennis, dat de examens der Polytechnische School, vermeld onder B en C in artt. 6065 van de wet op het mid delbaar onderwys, in de laatste week der maand Mei en in de maand Juni a. s. te Delft zullen worden afgenomen. Wie een of meer dezer examens wenscht at te leggen, moet zich daartoe vóór 1 Mei e. k., schrifteiyk by het departement van bin- nenlandsche zaken aanmelden. Alphonse. Het is de moeite waard met een enkel woord de opvoering van „Alphonse", a. s. Maandag, aan te bevelen. Om twee rede nen: lo. omdat wy in langen tyd geen goed stuk van Dumas zagen, en het toch inderdaad jammer zou zijn als die beproefde geestes kinderen van den kranigen Franschman by voortduring door nieuw en licht goed verdrongen werden, stukken, die na een kort lachsuccès voorgoed verdwynen, om plaats te maken voor geiyksoortige opvolgers. Een goed stuk, al is het niet nieuw, moet door een beschaafd publiek gehandhaafd en gewaardeerd worden, en dat onder de stukken, die recht op voort bestaan hebben, Mr. Alphonse behoort, behoef ik nu niet meer te komen verkondigen. Maar de tweede reden is, myns inziens, nog gewichtiger. Zoowel in het vorige, als in dit seizoen, hebben droevige omstandigheden er toe geleid, dat wy uiterst weinig van mevrouw Beersmans te genieten kregen. Ze is nu ge lukkig weer de oude en treedt Maandag a. s. in een van haar allerbeste rollen, als juffrouw Guichard, op. Deze is, naast do bepaald tra gische, haar mooiste rol; wie haar hierin niet gezien heeft, kan niet zeggen Catharina Beers mans goed te kennen. Juffr. Guichard is een van haar triumfen geweest. Dirk Haspels staat haar op zyne bekende manier ter zyde. Het is dus een niet alledaagsch genot, dat ons Maandag wacht. Mochten zeer velen de behoefte voelen dat genot te smaken en on danks het gevorderde seizoen de Schouwburg weer eens vol zyn I v. B. 19) Upravado was een dóór en dóór zelfzuchtig manbot lot van zijn vaderland liet hem Yolkomon koud, wanneer hijzelf geen gevaar liep. Hij begon bjj zichzelven te overwegen, of het niet beter zou zjjn, te trachten de monarchie te heratellen, om zoodoende zyn eigen poBitie te verzekeren. Juist op dit tyd- •tip ontving hy een brief van Gregorius, waarin ;deze verzocht, hem over particuliere zaken te spreken. De spionnen van den president lazen dezen brief, maar Methodios zag er niets in. I Upravado vermoedde echter, dat Gregorius heimeiyk voor de monarchie was, en begaf zich naar het paleis, in de hoop, dat hem dit bezoek een vingerwyzing mocht zyn, met het oog op den weg, dien hy in de toekomst zou moeten bewandelen. Daar hy Gregorius een particulier bezoek bracht, kon hy alleen gaan en behoefde dus voor het oogenbiik niet te vreezen, dat den president iets van het onderhoud ter ooren zou komen. Toen hy zich had laten aandienen, werd hp in het oratorium van den geestelyke bin nengeleid, waar hy Gregorius alleen vond. Behendig bracht deze het gesprek op de politiek. Upravado erkende dat hy de repu bliek niet zoozeer was toegedaan, als men meende, en dat hy gedurende den laatsten tyd in grooten tweestryd was geweest. Hy was zeer hebzuchtig en egoïstisch; er was dus geen twyfel aan, of hy zou de zaak der monarchie steunen, als men hem genoeg geld, benevens een hoogen rang onder de nieuwe regeeriog, aanbood. Uw positie aan de regeering schynt u veel bekommering te baren, zei Gregorius. Zeker, monseigneur, antwoordde de generaal zuchtend. Ik weet niet, wat het beste zou zyn voor Busk. Voor uzelfdacht de ander. De president vertrouwt my niet. Zou de president u niet vertrouwen? vroeg Gregorius, schynbaar ten hoogste ver baasd. Waariyk, ge moet u hierin sterk ver gissen gy alleen houdt de republiek in stand. Ge weet zeer wel, generaal, dat het volk niet voor de republiek is. Alleen Varzo is op de hand der regeering, en als het leger den president niet steunde, zou hy reeds lang gevallen zyn. En van wien hangt het af, of het leger hem trouw blyft? riep Upravado op luiden toon. Van myi Ik alleen heb eenigen in- vloed op de soldaten. Als ik wilde, zou ik morgen reeds president kunnen zyn. WeeB voorzichtig, zei Gregorius, met geveinsden achrik; - gy maakt u schuldig aan hoogverraad. Waariyk? Welnu, ik hoop, dat gy my niet zult verraden, zei Upravado, hem door dringend aanziende. Als het gerucht waar- heid bevat, zyt ge de monarchie beter gezind dan de republiek. Ik heb altyd de belangen van ons land trachten te bevorderen. Welnu, Busk is op het oogenbiik een republiek; ge moet dus trachten, de party van Methodios te steunen. Methodios is de republiek niet. Hy schynt het toch zoo op te vatten. Ik ben niet in zyn vertrouwen, niettegen staande, zooals ge zegt, het leger geheel op myn hand is. Methodios schenkt alle hooge posten aan anderen. Toen ik my voor de republiek verklaarde, dacht ik, dat dit tot het heil van ons land zou zyn, maar ik weet nu, dat het beter zou zyn, als de Lusignans weder op den troon waren. Zyt ge daarvan overtuigd? vroeg Gre gorius kalmpjes. Jawel. De LuBignans zyn niet zoo ge wetenloos als Methodios. De LusignanB, zegt ge? antwoordde Gregorius, op droevigen toon. Ge weet, dat er slechts óén lid van dat koningshuis leeft, en dat is eeD vrouw. Dat is zoo. Zy kan Busk nimmer regoeren. Nu vergist ge u, zei Gregorius, die voor de eerste maal van zyne ware gevoelens deed blyken. Julia De Lusignan zou Busk met een yzeren roede regeeren. Zy is een tweede Catharina van Rusland. Als ik daarvan overtuigd was, zou ik wellicht de monarchie trachten te herstellen, zei Upravado, nadenkend. Ik weet zeer goed, dat ik my, door zoo te spreken, in groot gevaar breng, maar ik ben de tirannie van Methodios moede. Gy kunt my verraden, maar gy zult dit niet doen, want ge zyt heimeiyk ook voor de herstelling van de Lusignans. Ge hebt gelpk; ik ben royalist, ant woordde Gregorius. Ik heb alles aan de Lusignans en niets aan Methodios te danken. Gy zyt in Busk geboren, generaal; Metho dios is een vreemdeling, die ons vaderland aan Rusland zou willen verkoopen. Verdryf dus dezen man uit Busk en herstel Julia De Lusignan op den troon. Waarom zou ik dien zelf niet bestygen? vroeg Upravado, met gefronste wenbrauwen. Het leger zal my steunen; ik kan Varzo ver dedigen Niet tegen de Russen, viel Gregorius hem in de rede. Als ge u als koning liet uitroepen, zou dit een uitstekend voorwendsel voor Rusland zyn om tusschenbeide te treden, en dan zou Busk weldra een Russische pro vincie wezen. Neen, dit zou dwaasheid zyn. Het eenige wat wy kunnen doen, is Julia op den troon te herstellen. Wat zou ik daarby winnen? Haar dankbaarheid, een hoogen rang, geld en eerl Zeker, die zal men my wel beloven, zei Upravado, maar als zy eenmaal op den troon is, kan ik zien hoe ik er aan kom. Neon, als ik haar help, moet ik een goeden waarborg hebben. Hoezoo? Nu, laat ons zeggeneen som geld een groote som natuurlyk. Ais zy dan on- dankbaar mocht blyken te zyn, kan ik Busk verlaten en gaan leven van hetgeen ik ver- diend heb. Als ik my blindelings overgeef, kon ik wel eens bedrogen uitkomen. Indien u dus een zekere som geld werd gegeveD, zoudt ge willen medewerken om de monarchie te herstellen? Jawel. Ik weet Dog niet, hoe Julia De Lusignan een groote som by elkaar zou kunnen krygen zy is arm en hare aanhangers ook. Als geheel Busk, behalve Varzo, op haar hand is, kan zy gemakkeiyk hot geld, dat ik verlang, krygen. Welnu, stel dat het geld er is en aan u betaald wordt, wat dan? Wat dan? vroeg Upravado, op hoogen toon. Dan zend ik terstond bericht aan Paradiso, die by haar in Engeland is, Dan laat ik hem met de prinses naar Busl; komen, neem ik Varzo in, werp Methodios in de gevangenis, en vóór de Russen tusschenbeide kunnen treden, roep ik de prinses als koniogin uit. Als zy eenmaal den troon bestegen heeft, zullen de mogendheden er wel voor zorgen, dat Rusland haar ongemoeid laat. Hoeveel geld wilt ge er voor hebben? vroeg Gregorius, zonder op deze schitterende profetie acht te slaan. Tweehonderdduizend francs, antwoordde Upravado, zonder zich te bedenken. Ahai zei Gregorius Barcastisch, ge schynt het met uzelf reeds volkomen eens te zyn, wat dit zaakje betreft. Upravado lachte; hy schaamde zich niet over de schandelyke wyze, waarop hy de regeeriog, waaraan hy trouw had gezworen, verried. Wordt vermlgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 9