MENGELWERK.
Feuilleton.
DE TOOVERRING.
Prinsesje.
Uit het EngeUch van mrs. E. Holland.
Hy was kassier in een groot manufactuur-
magazyn en als de ballen eens een oogenblik
niet rolden, gebruikte hy dat steeds om eens
een blik naar beneden te werpen. Vanafzyn
hooge zitplaats kon hy dan op zyn gemak
de woelige bedryvigheid omlaag gadeslaan.
Hy ontdekte te midden der andere bedien
den (allen oude bekenden) een tenger meisje,
dat de uniforme zwarte japon met zooveel
gratie droog en het blonde hoofdje zoo rechtop
hield alsof zy een prinsesje was, verdwaald
in een wereld, waarin zy niet thuis hoorde.
Als zyn handen moede waren van het open
en dicht maken der ballen en zyn hoofd van
het onophoudeiyk rekenen, vond hy bet een
verademing haar schoon, blond haar met den
gulden weerschyn te zoeken. Er waren onge-
twyfeld mooier meisjes in den winkel, maar
liever en eleganter was er in zyn oog geen.
Langzamerhand was hy haar gaan liefheb
ben. De laatste twee maanden zag hy steeds
verlangend uit naar haar bal; dan streek hy
zacht en behoedzaam het papiortje, waarop het
bedrag stond, glad en met angstvallige nauw
gezetheid doed hy er dan het geld in wat te veel
was. Dan een vluggen stoot om daarna net zoo
lang te turen tot prinsesje den inhoud ledigde
op de toonbank. Hy had haar hoogstens zes-
maal gesproken: tweemaal had hy mogen
opmerken dat het rogonachtig was, eens had
hy een zakdoek voor haar opgeraapt en de
andere keeren waren het even belangryke
onderwerpen, waarover zy van gedachten
wisselden.
Een paar dagen geleden had hy haar op
nieuw gesproken en toen had by meteen de
gelegenheid aangegrepen om haar zyn liefde
te betuigen. Een verwonderde blik uit de koele,
gryze oogen was het eenig antwoord geweest.
Toen had hy haar gekust en zy had hem
afgeweerd met een haastig „neen! neenl"
kort en beslist. En met de wanhoop in het
hart had hy toen zyn hooge zitplaats maar
weer bestegen, al maar denkend waarom zy
zyn aanzoek toch zou hebben geweigerd.
Het was druk geweest dien morgen en hy
had nauwelyks den tyd gebad van zyn werk
op te zien. Den eenigen keer dat hy naar be
neden keek, zag hy baar juist staan met een
meisje met even mooi blond haar als zyzelve,
aan wie zy verschillende kleuren van zyde-
stoffen liet zien. Dat was omstreeks tien uren
geweest en om twaalf uren kreeg hy haar
bal met een strookje papier, waarop de opgave
van het bestede geld der koopster, benevens
een briefje waarop: „John "Walters, in handen."
Zyn hart sprong op van vreugde. Beneden
kondon bediondon en koopers geduldig wachten
tot hy hen zou helpenhy was het toch niet
van plan eer hy nauwkeurig hot briefje zou
gelezen hebben. Nu, dit was niet lang en
luidde: „Wilt gy als u belieft omstreeks koffie-
tyd even op het strand komen. Als gy eenigs-
zins kunt, doe het dan; ik ben in groote
mooielykheid en gy hebt gozegd dat gy my
lief nebt."
Hy begon nu één voor één de ballon open
te maken on weer terug te zenden. Prinsesje
zag hy staan op haar gewone plaatshy zag
duidelyk dat zy bleeker was dan gewoonlyk
en dat haar lippen beefden.
Op het bestemde uur toog hy naar het
strand; zy liep er reeds op en neer, telkens
zenuwachtig rondkykond.
„Laten wy wat in het Park gaan, daar is
het rustiger," zeide hy „God zegen je, Nellie,
dat je aan my gedacht hebt."
Zy liet zich op een bank neervallen on
begon hartbrekend te snikken; eindeiyk ge
lukte het haar zich verstaanbaar te maken.
En waarlyk, het was een ernstige zaak, die
zy hem daar mededeelde.
Zy en haar zuster haddon al zoo lang ver
langd naar een gemaskerd bal te gaan, maar
daarvoor wareu een paar nieuwe japonnetjes
47)
Komt die Engelscho dame heden vroeg
Nicolaas.
Ja, ik verwacht haar maar niet alleon,
antwoordde de motropolitaan ironisch.
Ik begryp u niet.
Die mevrouw Dacre, zei Gregorius lang
zaam, heeft verlof gevraagd een gezelschaps
juffrouw mee te brengen
U denkt?
Ik denk niets, maar ik bon zeker, dat
die gezelschapsjuffrouw prinses Julia is.
Op dit oogenblik verkondigde een electrisch
8 belletje, dat de bezoekers waren gekomen.
Ga, Nicolaas, en vraag de Engelscho
dame en hare gezellin, hier te komen.
Toen Hilda binnentrad, stond Gregorius op
en ging haar plechtig tegemoet. Schynbaar
enkel mevrouw Dacre aanziende, was een zyde-
lingscho blik hem voldoende, om te zien wie
haar volgde. Hy wist reeds dat zyn vermoe-
don niet ongogrond was. Al was de prinses
vermomd, hy kende te goed hare houding,
oai misleid te worden door een kunstmatige
tint of donkor haar.
Ik ben verheugd u te zleD, mevrouw,
zeido hy in 't Fransch tot Hilda, haar de
hand reikende. Excuseer, dat ik u hier
ontvang, maar myn leeftyd maakt 't my
moeilyk myn studeercel to verlaten. Meneer
uw e htg*noot kon hgde my uw bezoek aan,
noodig. Zy hadden zich al voorgesteld hoe
keurig hun een kleedje van Liberty-zyde zou
staan, zooals zy dageiyks voor de rykere
koopsters afmat. Hun beurs was echter leeg
en nu had zy een plannetje bedacht, heel
slim, maar ook heel oneerlyk. De zuster kocht
30 ellen zyde en betaalde 15 shilling in plaats
van 3 pd. st. 15 sh.
„Ik deed toch niet anders dan op krediet
koopen, evenals zoovelen doen," zeide het
meisje hooghartig. „Zaterdag had ik een denk
beeldige koopster de ontbrekende 3 pd. st.
willen laten betalen. Je ziet dus wel dat ik
de firma nog voor geen halven cent heb willen
benadeelen."
„O, neen, daar denk ik ook niet aan," riep
de jonge man afwerend.
„En dat is nog niet alles," ging Prinsesje
voort op jammerenden toon. „Ik had evenmin
geld om de japonnen te laten maken; daarom
hield ik 2 pd. st. af van de volgende kcopster
en zond je alleen het bedrag van 10 shilling.
En ik had heusch geen plan te stelen!"
„Natuuriyk niet!" suste de kassier, die in
stilte de zaak hoe langer hoe bedenkelyker
begon te vinden.
„En daarby komt nog dat de heer Greaves
toevallig myn boek gevraagd heeft en nu zJyn
op de eerste bladzyden de opgaven heel anders
dan in de notities van den kassier. Vanavond
worden de boeken vergeleken en, o, o, ik
ben zoo ongelukkig!" snikte Prinsesje.
„Ik zal alles in orde brengen, maak je
maar niet ongerust, zeide hy.
De klok van tweeën maakte plotseling een
einde aan hun onderhoud.
Dien avond deed hy iets, waartoe hy zich-
zelven nooit in staat had geacht. Hy maakte
heel netjes, onzichtbaar byna, enkele kleine
veranderingen in zyn boek, zoodat de 5 pd. st.
in quaestie niet gemist werd. Morgen zou hy
de 5 pd. st. van zichzelven meebrengen, dan
zou de firma geen schade ïyden en Prinsesjes
naam was gered. Maar helaas, morgen zou
het to laat zyn.
Nog nauwelyks had hy zyn verheven zit
plaats ingenomen (hy had zich even verlaat
om het ruikertje viooltjes op Nellies japon
te hechten), of iemand tikte hom op den
schouder om hem vervolgens mede te deelon
dat hy gearresteord werd om vervalschingen
in zyn boeken. Niemand dan hy kon dus de
schuldige zyn.
De jonge man verbleekte; in een oogenblik
begreep hy dat do zaak verloren was. Ge
lukkig dat Prinsosje er tenminste niet in
betrokken was.
„Gistoren nam ik 5 pd. st. die ik vandaag
teruggaf; op myn woord van eer, ik heb nooit
een cent achtergehouden, mynheer."
„Waarom deedt ge het?"
„Uit nood gedrongen. Ik smeek u, maak
my hierom niet voor goed ongelukkig."
„En waarom hadt ge het gisteren juist
noodig?"
„Dat kan ik u niet zeggen."
John werd weggeleid, den langen winkei
door, naar hot bureel van politie.
Toen hy voorby Prinsesje kwam, zag zy
bleek en in haar oogen lag iets smeekends,
alsof zy hem vroeg haar niet te verraden.
Zyn leven lang zou hy zich het zacht glinste
rende rose satyn nog herinneren, dat zy juist
bezig was uit te meten.
Ieder vond des rechters uitspraak„twee jaar
gevangenisstraf," veel te zacht. Prinsesje
monterde weer geheel en al op, toen zy uit
de couranten zag dat haar naam in de geheele
zaak niet genoemd was. Den laatsten tyd
had zy er ongewoon bleek uitgezien.
Hy schreef haar een echt jongensachtigen
brief, vol uitingen van zyn oprechte liefde
voor haar. Hy hoopte dat zy hem trouw zou
biyvon die twee jaar; dan konden zy trouwen
zoodra hy uit de gevangenis kwam. Waarom
zouden zy niet naar Amerika gaan?
Zy voelde heel goed dat het geon kleine
zaak was, die hy voor haar had overgehad.
Prinsesje had een paar tranen gestort by
het lezen van den brief en was werkelyk
maar hy zeide niets van het bezoek dier
doorluchtige dame, die ik by u zie.
Myn gezelschapsjuffrouw, zei Hilda, blo
zend, terwyl Julia op den achtergrond bleef,
twyfelend of de priester haar herkend had.
Vergeef my, mevrouw, hernam hy met
een glimlachje het kan de koningin be
hagen, zich te vermommen, maar geeu oog
kan zich bedriegen, waar het eene Lusignan
geldt.
Jk ben ontdekt, dat zie ik, zei Julia,
vooruittredende. Ik maak u myn compli
ment, monseigneur, over uwe scherpziunigheid.
Die heb ik noodig in de tegenwoordige
crisis, antwoordde hy, toen de prinses hem de
hand kuste. Ik verheug my, Uwe Majesteit
terug te zien in uwe getrouwe stad Varzo.
Myn getrouwe stadl herhaalde Julia,
plaats nemende in den aangeboden zetel,
dat is een uitdrukking, waar veel op zou
vallen af te dingen. Er zyn weinigen, die my
trouw bleven, maar daaronder rekon ik u
en ook deze dame.
Mevrouw is my welkom,'zei de priester
met eon hoffelyke buiging, - te meer, daar
ze my een koningin brengt. Ik speel een
party schaak met Methodios, en om hem
mat te zetten, had ik een koningin noodig,
die ik niet bezat. Ik denk dat ik nu 't spel
wel zal winnen.
Dat wil zeggen: als Methodios niet een
nieuwe combinatie bedenkt.
Hy zal eindelyk uitgeput rakenDe vos
heeft vele streken, maar eindelyk loopt hy
in do val. Maar, voegde hy er haastig
by, Uwe Majesteit moet uit zyn gezicht
eenige dagen zoo stil geweest dat men alge
meen dacht dat haar iets scheelde.
Twee jaar later stond Nellie achter dezelfde
tconbank zyde te meten, toen haar een briefje
werd gebracht. Zy scheurde haastig het
couvert open en zag een handschrift, dat zy
zich maar al te goed herinnerde.
„Ik ben vandaag vrygekomen, Nellie. Kom
omstreeks koffietyd in het Park."
Zy aarzelde nog even. Zou zy gaan? Ja,
want hy mocht eens aan den winkel komen
als zy het niet deed; dan was het immers
toch maar verstandiger even te gaan.
Zy was nog precies dezelfde gebleven, van
haar zwarte kleeding tot het mooie blonde
haar toe.
Hy wachtte haar reeds op dezelfde bank,
waar zy twee jaar geleden samen gezeten
hadden. Langzaam kwam hy haar te gemoet
sprakeloos zagen zy elkander eenige oogen-
bllkken aan.
Hy was ontzettend veranderd. Zyn haar
was kort afgeknipt en zyn handen waren
ruw van het harde werken. Ook zyn kleeren
waren onoogiyk en zijn linnen was vuil.
„Prinsesje," zeide hy, schuw zyn hand uit
stekend.
„Ik ben biy voor u, dat gy er weer uit
zyt," was al wat zy zeide en daarby keek zy
den anderen kant op.
„Ja, en nu moeten wy gauw trouwen, Nellie.
Dat is het eenige, wat my die twee jaren
moed heeft gegeven."
Zy gaf geen antwoord.
„Zou je my geen zoen willen geven, Nellie?"
„Och, ik heb het je niet willen zeggen
omdat ik het de moeite niet waard vond,
maar er kon immers mets van ons huwelyk
komen. Wy kunnen toch niet van den wind
leven? Eu ik ben je ook niet waardig."
„Kom, Prinsesje, wat een dwaze praatjes I"
Teeder zag hy haar aan.
Een donkere blos verfde haar wangen, over
moedig keek zy hem in de oogen.
„Vier maanden geleden ben ik met den
nieuwen kassier getrouwd."
Kiesrecht voor Trouwen.
De Belgische Kamer van Afgevaardigden
heeft gisteren langdurig beraadslaagd over een
van socialistische zyde ingediend amendement
op de gemeente-kieswet, waarvan de strek
king was ook aan vrouwen het kiesrecht te
verleenen.
Het amendement werd warm verdedigd door
prof. Hector Denis, hoogleeraar aan de univer-
sn it te Brussel. In zyne betrekking had
Denis de overtuiging opgedaan, dat üe vrouw
gelyke capaciteiten bezit als de manwaar
het nauwkeurigheid en vlyt betreft, staan de
vruuwolyke studenten zells hooger dan de
manntU.ke. De vrouw bekleedt in de econo
miscbe beweging des lanos een groote plaats;
volgens de statistiek zyn in Belgió 7(39,271
vrouwen, die een beroep uitoefenen; 42,000
staan aan het hoofd van industriöele zaken;
200,000 vrouwen verrichten handenarbeid,
111,000 diyven handel en meer dan 100,000
houd- n zich met landbouw bezig. Daar de
gemeenteraden meer te maken hebben met
administratie dan met politiek, zouden de
vrouwen goede kiezers daarvoor zyn; de hui
selyke bezigheden der vrouw zouden er in
't minst niet o der ïyden.
De socialist Demblon zeide dat hy en zyn
mede-voorstellers van het araendement zich
baseeron op het grondwettelyk beginsel, dat alle
Belgen gelyk zyn voor de wet, hoewel de wet
niet gilyk is voor alle Belgen. De socialisten
willen de gelykheid van man en vrouw. De
grootheid van een volk, zeide hy, hangt af
van de mate van vryheid, die aan de vrouw
wordt gegeven.
Deze en andere uitdrukkingen wokten de
hilariteit der rechterzyde. De heer Nyssens
kwam tegen enkele beschuldigingen van Dera
tion op; zyne party, wel verre van de vrouw
als eene slavin te beschouwen, zooals Demblon
beweerde, plaatst baar onmiddeliyk na God.
Maar voor het kiesrecht voor vrouwen is de
blyven; zoo'n Griek is zeer achterdochtig.
Het wa9 niet wys van u, hierheen te komen.
Hare Majesteit wenschte u te zien.
Dan had Hare Majesteit my kunnen doen
vragen naar de villa „Tvartko" te komen.
Ik was te nieuwsgierig, viel Julia nu
driftig in de rede, om te weten, welke
houding u zou aannemen, om uw bezoek te
kunnen afwachten.
Welke andere houding zou ik kunnen
aannemen dan die van een vriend? Uwe
Majesteit vergeet dat onze bolangen dezelfde
zyn. En bovenal zou ik ondankbaar handelen,
door de dochter van een vorst, aan wien ik
zooveel verplicht ben, te verlaten. Ik zal u
zelf kronen in de hoofdkerk te Varzo.
Maar de kroon van Busk? Is die in het
bezit van Methodios?
Neen, in het gewelf van de hoofdkerk,
dat tot schatkamer dient, waar hy altyd ge
weest is. Ik heb de pogingen van Methodios,
om ze machtig te worden, weten te vorydelen.
En wat denkt u van myn plannen, mon
seigneur? vroeg Julia.
Die vind ik uitstekend. Wy zyn uw
echtgenoot zeer veel verplicht, mevrouw, zei
hy met een buiging voor Hilda.
Myn man zal alles doen wat hy kan,
om de koningin op haren troon te horstellen.
Maar denkt u, dat in geval van oorlog de
zaak goed gesteund zal worden?
De metropolitaan glimlachte en haalde uit
zyii lessenaar de papieren betreffende de
samenzwering.
Uwe Majesteit kan zien, dat ik niet lui
geweest ben.
tyd nog niet aangebroken; als zy het wel
hadden, zouden de socialisten nog driemaal
meer verslagen worden dan thans.
De socialist Van der Velde was van mee
ning, dat, als de vrouwen morgen mochten
stemmen, zy tydeiyk de meerderheid aan de
conservatieven zouden geven, maar deze meer
derheid zou slechts kort duren; evenals zy
vroeger de christeiyke revolutie hebben ge
maakt, zeide hy, zullen zy met ons de sociale
revolutie tot stand brengen.
Het amendement werd ten slotte met 107
tegen 37 stemmen verworpen.
De Kamer zette daarna de beraadslagin
gen over de amendementen op het wetsont
werp betreffende de gemeenteraadsverkiezingen
voort en verwierp met 78 tegen 53 stemmen
het amendement van den „onafhankelyken"
Brusselschen afgevaardigde Theodor. Deze
stelde voor, voor de gemeenteraadsverkiezingen
hetzelfde kiezerscorps aan te nemen als voor
de Kamer, doch met de verplichting dat de
kiezers drie jaren in de gemeente gevestigd
moesten zyn om recht te hebben op een stem.
De Kamer heeft achtereenvolgens alle arti
kelen van het kieswetsontwerp aangenomen,
zooals zy door de regeering waren voorge
steld. De eenige wyziging, die er in gebracht
is, is het den vorigen dag aangenomen amen-
dement-Helleputte, waarmede de regeering
zich vereenigd had. Dit amendement bepaalt
dat in do groote fabriekscentra, behalve de
gewone raadsleden, eenige raadsleden worden
gekozen door de nyverheids- en arbeidsraden.
Het „Handelsbl. van Antw." geeft het
volgend verslag van een discussie in de Kamer
zitting.
Helleputto was in zyne redevoering onder
broken geworden met het woord: Tartuffe.
Wie heeft daar het woord Tartuffe ge
zegd? vroeg hy.
Ik, antwoordde Alfred Defuisseaux.
O, zyt gy het maar! hernam Helleputte
(evenals Berryor eens in de Fransche Kamer).
Aan u antwoord ik niet! En hy zette zyne
redevoering voort.
Kort daarna zag men in de socialistische
linkerzy zich kleine groepen vormen, waar
tusschen de gebroeders Defuisseaux met veel
beslag over en weer liepen, en men was wel
haast overtuigd, dat daar iets broeide.
Gedurenoe de laatste stemming stonden de
beide Defuisseaux, reeds met den overfrak aan
en den hoed op, in de wandelgangen der
Kamer. Kunne prooi mocht hun niet ont
snappen. Zy kwamen nog even binnen, en
Lóón Defuisseaux, die zyn gekend kalotteken
waarschyrilyk in den zak had, vertoonde voor
de eerste maal in de Kamer zyn blinkenden
schedel. Nog eenige korte bevelen werden in
stilte rondgedeeld.
De zitting werd geheven en de leden ver
lieten do vorgaderzaal. Schollaert en Heuvel
mans gingen aan weerszyaen van Helleputte.
Aan de deur der vergaderzaal stonden de
Siameesche broeders, maar door het gedrang
mislukte de aanval. Aan den uitgang der kleer-
kamer stonden ze weder, maar nogmaals
konden zy den wakkeren afgevaardigde van
Maaseyck niet te lyf gaan. Met zyne twee
vrienden daalde deze de groote trap af, op de
hielen gevolgd door Alfred Defuisseaux. Ein
delyk, in de breede vestibulo beneden, riep
dt.ze laatste:
M. Helleputto, ik heb u iets te zeggen!
en kwam dreigend met opgeheven hand toe-
geloopen. Maar daar opeens stond hy voor
MM. Schollaert en Heuvelmans, die hem den
weg versperden. En toen ging het spel aan
den gang:
Gy hebt ray beleedigd! bulderde de oud-
veroordeelde.
Dat hebt gy zelf gedaan met Tartuffe
te roepen!
En nu zet gy een barreel tusschen u en
my, maar aanzie u maar als hebbende van
my oen kaakslag gekregen, en dien zal ik u
toch geven, waar of wanneer ik u nog ontmoet.
Middelerwyl hadden de vrienden van Alfred
Terwyl Julia de papieren inzag, vervolgde
hy tot Hilda:
Meneer Dacre moet inderdaad een prins
zyn, als hy een millioen pond sterling kan
beschikbaar stellen voor de zaak van een
gevallen koningschap.
't Is het beste gebruik, dat hy van 't geld
maken kan, antwoordde zy beleefd; Wil
fred myn man, is bly, dat hy een doel
heeft.
O! zei Gregorius op veelbeteekenenden
toonhy begrypt dus, dat het leven bestemd
is voor ernstige zaken.
Dat gevoelen wy allen, antwoordde zy
eenvoudig.
Hoe lang denkt u op de villa „Tvartko"
te blyven?
Als 't ons vergund is, den goheelen
winter.
Het zal u zeker niet vergund worden,
Varzo te verlaten, zei Julia, met een van
vreugde stralend gelaat. Wy zullen slagen,
en dan moet gy blyven, om myne kroning
by te wonen.
En uw huwelyk zeker ook? zei Gregorius.
Julia zuchtte.
Helaas! wanneer d&t plaats zal hebben,
weet ik niet. Als ik trouw, zal het om poli
tieke redenen zyn.
Als u den troon hvrwint, moet ge dien
versterken door alle middelen we'ke in uw
macht staan.
Dan zal er geen liefde in 't spel zyn,
merkte Hilda op, een weinig spytig, daar ze
aan haar neef dacht.
Julia begreep haar. en vreezende dat
Defuisseaux zich by hem geschaard, waar-
tusschen Tartarin Roger en de losgelatene
Brenez St.-Job kent zyn volk. Dreigend
stonden zy tegenover M. Helleputte en zyne
twee vrienden, die geen stap achteruit gingen.
Talryker nog worden de groepenmeer dan
vyftig Kamerleden waren op het rumoer in
allerhaast komen toegeloopen, en overlaadden
de socialisten met welverdiende afkeuringen.
Huissiers en schildwachten wisten niet, waar
hun het hoofd stond. Nog nooit hadden zy
een reessel gemeene scheldwoorden gehoord
als die, welke de socialisten daar, in eenige
seconden, uitgespuwd hadden.
De hinderlaag was dus ontdekt geworden,
en de aanval mislukt.
Gemengd Nieuws.
In Japan bestaat het voornemen
om het horloge de plaats van medailles to
laten vervullen. Naar althans de Zwitsersche
bladen melden, is door den Japanschen minister,
van oorlog aan verschillendeNoord-Zwitsersche
horlogefabrieken opgedragen een goedkoop
horloge te leveren. Dit zal een horloge zyn,
hetwelk na don oorlog tusschen China en Japan
aan de uit den stryd terugkeerende soldaten
als een blyvend aandenken in de plaats van
een medaille uitgedeeld zal worden en daartoe
van een inscriptie zal worden voorzien.
Onlangs heeft te Nieuw-York eene
rechtbank uitgemaakt dat een muntstuk, op
den vloer van een tram-rytuig gevallen, zelfs
wanneer het gerold is tusschen de houten
latten en daardoor volkomen verborgen wordt,
als wettige betaling voor de verschuldigde
vracht geldt, welke de conducteur niet alleen
moet aannemen, maar waarvan hy wisselgeld
terug moet geven.
Een heorlyke toestand Voor de Nieuw-
Yorksche conducteurs, indien het mode wordt
op die manier te betalen 1Nijv
Sedert drie maanden braken er
voortdurend vernielende branden uit in de
kleine gemeente Villesiscle (departement Aude).
De laatste, die eenige dagen geleden voorviel,
verwekte onder de bewoners des te grooter
opzien, omdat het vuur op drie plaatsen te-
gelyk in hetzelfde huis uitbrak. Nadat het
onderzoek naar de oorzaak lang vruchteloos
gebleven was, slaagde men er eindelyk door
een toeval in, de 14-jarige Joséphine Cabanel
te ontdekken. Zy legde een volledige be
kentenis af en verklaarde, dat zy de branden
slechts had gesticht om zich in het gezicht
van de „mooie vlammen" te verlustigen.
De overleden graaf van Moray
heeft een bedrag van 280,000 pd. st. vermaakt
voor doeleinden van openbaar nut. Het rykst
is het Ziekenhuis „Roy'al Infirmary" te
Edinburg bedacht, dat 83,000 pd. st. heeft
ontvangen. Een gelyk bedrag is bestemd voor
de armen der gemeente Edinburg, 66,000 pd. rL
voor de armen van de graafschappen, waarin
zyne goederen lagen, 25,000 pd. st. voor het
genootschap tot redding van schipbreukelingen,
de Royal national Lifeboat institution.
Maximum-loon en minimum-
arbeid. De Parysche liedjeszangeres Yvette
Guilbert heeft eene overeenkomst aangegaan
voor een „kunstreis" door Amerika en krygt
buiten en behalve vrye reis voor haar en drie
bedienden f 7200 per week.
De Londensche politie heeft
Maandag morgen vroeg een Duitscbe club
overvallen, waar, naar zy vermoedt, gedobbeld
wordt. Zes en vyftig personen, waaronder een
vrouw, werden in hechtenis genomen, maar
tegen borgstelling op vrye voeten gelaten.
Liefde overwint alles, zelfs
hoog water. Een flink landmeisje, dat naar
Pima wilde om haren verloofde van den trein
te halen, vond tot hare teleurstelling den weg
door de watoren der Elbe, die buiten hare
oevers getreden was, overstroomd. In weerwil
van de waarschuwingen, die zy ontving, waagde
zy den stryd met de elementen en kwam ook
gelukkig, hoewel natuuriyk doornat, aan het
station te Pirna aan.
Hilda iets aan haar neef zou zeggen, dat
hem de waarheid kon verraden, verborg zy
hare ware gevoelens. Met een gemaakt glim
lachje zei ze:
Daar ben ik niet zoo zeker van. Wie
weet 1 misschien trouw ik toch uit liefde.
Om uw koninkryk te verliezen? zei de
metropolitaan.
Och, laten wy die quaestie tot later uit
stellen Op 't oogenblik gaat het voornaamste
voorKan u vertrouwen op de edellieden,
die in deze lysten voorkomen?
Tot den dood. Zy zyn allen Uwe Majes
teit toegedaan.
Hun toewyding behoedde my niet voor
ballingschap, merkte zy droogjes op. In-
tusschen, beter laat dan nooit. Zullen zy
opstaan, als u het teeken geeft?
Ja! En als Uwer Majosteits tegenwoor
digheid bekend wordt, zullen zy zonder dralen
naar de villa „Tvartko" snellen.
Neen, neen! Dat wensch ik niet! zei
Julia haastig. Dat zou een burgeroorlog
kunnen geven.
Waarin wy hoogstwaarschynlyk zouden
overwinnen. Maar ik deel de meening van
Uwe Majesteit. Een oorlog moet tot eiken
prys vermeden worden; behalve andere ver
liezen, zou het Rusland een voorwendsel
geven tot interventie. Busk ligt op den weg
naar Constantinopel
Maar als wy zeker zyn van Upravado en
het leger, zal niets zich meer verzetten tegen
uw intocht te Varzo. Upravado beheerscht den
toestand.
Wordt vervolgd.)