MENGELWERK. Feuilleton. DE TOOVERRING. Prinsesje. Uit het EngeUch van mrs. E. Holland. Hy was kassier in een groot manufactuur- magazyn en als de ballen eens een oogenblik niet rolden, gebruikte hy dat steeds om eens een blik naar beneden te werpen. Vanafzyn hooge zitplaats kon hy dan op zyn gemak de woelige bedryvigheid omlaag gadeslaan. Hy ontdekte te midden der andere bedien den (allen oude bekenden) een tenger meisje, dat de uniforme zwarte japon met zooveel gratie droog en het blonde hoofdje zoo rechtop hield alsof zy een prinsesje was, verdwaald in een wereld, waarin zy niet thuis hoorde. Als zyn handen moede waren van het open en dicht maken der ballen en zyn hoofd van het onophoudeiyk rekenen, vond hy bet een verademing haar schoon, blond haar met den gulden weerschyn te zoeken. Er waren onge- twyfeld mooier meisjes in den winkel, maar liever en eleganter was er in zyn oog geen. Langzamerhand was hy haar gaan liefheb ben. De laatste twee maanden zag hy steeds verlangend uit naar haar bal; dan streek hy zacht en behoedzaam het papiortje, waarop het bedrag stond, glad en met angstvallige nauw gezetheid doed hy er dan het geld in wat te veel was. Dan een vluggen stoot om daarna net zoo lang te turen tot prinsesje den inhoud ledigde op de toonbank. Hy had haar hoogstens zes- maal gesproken: tweemaal had hy mogen opmerken dat het rogonachtig was, eens had hy een zakdoek voor haar opgeraapt en de andere keeren waren het even belangryke onderwerpen, waarover zy van gedachten wisselden. Een paar dagen geleden had hy haar op nieuw gesproken en toen had by meteen de gelegenheid aangegrepen om haar zyn liefde te betuigen. Een verwonderde blik uit de koele, gryze oogen was het eenig antwoord geweest. Toen had hy haar gekust en zy had hem afgeweerd met een haastig „neen! neenl" kort en beslist. En met de wanhoop in het hart had hy toen zyn hooge zitplaats maar weer bestegen, al maar denkend waarom zy zyn aanzoek toch zou hebben geweigerd. Het was druk geweest dien morgen en hy had nauwelyks den tyd gebad van zyn werk op te zien. Den eenigen keer dat hy naar be neden keek, zag hy baar juist staan met een meisje met even mooi blond haar als zyzelve, aan wie zy verschillende kleuren van zyde- stoffen liet zien. Dat was omstreeks tien uren geweest en om twaalf uren kreeg hy haar bal met een strookje papier, waarop de opgave van het bestede geld der koopster, benevens een briefje waarop: „John "Walters, in handen." Zyn hart sprong op van vreugde. Beneden kondon bediondon en koopers geduldig wachten tot hy hen zou helpenhy was het toch niet van plan eer hy nauwkeurig hot briefje zou gelezen hebben. Nu, dit was niet lang en luidde: „Wilt gy als u belieft omstreeks koffie- tyd even op het strand komen. Als gy eenigs- zins kunt, doe het dan; ik ben in groote mooielykheid en gy hebt gozegd dat gy my lief nebt." Hy begon nu één voor één de ballon open te maken on weer terug te zenden. Prinsesje zag hy staan op haar gewone plaatshy zag duidelyk dat zy bleeker was dan gewoonlyk en dat haar lippen beefden. Op het bestemde uur toog hy naar het strand; zy liep er reeds op en neer, telkens zenuwachtig rondkykond. „Laten wy wat in het Park gaan, daar is het rustiger," zeide hy „God zegen je, Nellie, dat je aan my gedacht hebt." Zy liet zich op een bank neervallen on begon hartbrekend te snikken; eindeiyk ge lukte het haar zich verstaanbaar te maken. En waarlyk, het was een ernstige zaak, die zy hem daar mededeelde. Zy en haar zuster haddon al zoo lang ver langd naar een gemaskerd bal te gaan, maar daarvoor wareu een paar nieuwe japonnetjes 47) Komt die Engelscho dame heden vroeg Nicolaas. Ja, ik verwacht haar maar niet alleon, antwoordde de motropolitaan ironisch. Ik begryp u niet. Die mevrouw Dacre, zei Gregorius lang zaam, heeft verlof gevraagd een gezelschaps juffrouw mee te brengen U denkt? Ik denk niets, maar ik bon zeker, dat die gezelschapsjuffrouw prinses Julia is. Op dit oogenblik verkondigde een electrisch 8 belletje, dat de bezoekers waren gekomen. Ga, Nicolaas, en vraag de Engelscho dame en hare gezellin, hier te komen. Toen Hilda binnentrad, stond Gregorius op en ging haar plechtig tegemoet. Schynbaar enkel mevrouw Dacre aanziende, was een zyde- lingscho blik hem voldoende, om te zien wie haar volgde. Hy wist reeds dat zyn vermoe- don niet ongogrond was. Al was de prinses vermomd, hy kende te goed hare houding, oai misleid te worden door een kunstmatige tint of donkor haar. Ik ben verheugd u te zleD, mevrouw, zeido hy in 't Fransch tot Hilda, haar de hand reikende. Excuseer, dat ik u hier ontvang, maar myn leeftyd maakt 't my moeilyk myn studeercel to verlaten. Meneer uw e htg*noot kon hgde my uw bezoek aan, noodig. Zy hadden zich al voorgesteld hoe keurig hun een kleedje van Liberty-zyde zou staan, zooals zy dageiyks voor de rykere koopsters afmat. Hun beurs was echter leeg en nu had zy een plannetje bedacht, heel slim, maar ook heel oneerlyk. De zuster kocht 30 ellen zyde en betaalde 15 shilling in plaats van 3 pd. st. 15 sh. „Ik deed toch niet anders dan op krediet koopen, evenals zoovelen doen," zeide het meisje hooghartig. „Zaterdag had ik een denk beeldige koopster de ontbrekende 3 pd. st. willen laten betalen. Je ziet dus wel dat ik de firma nog voor geen halven cent heb willen benadeelen." „O, neen, daar denk ik ook niet aan," riep de jonge man afwerend. „En dat is nog niet alles," ging Prinsesje voort op jammerenden toon. „Ik had evenmin geld om de japonnen te laten maken; daarom hield ik 2 pd. st. af van de volgende kcopster en zond je alleen het bedrag van 10 shilling. En ik had heusch geen plan te stelen!" „Natuuriyk niet!" suste de kassier, die in stilte de zaak hoe langer hoe bedenkelyker begon te vinden. „En daarby komt nog dat de heer Greaves toevallig myn boek gevraagd heeft en nu zJyn op de eerste bladzyden de opgaven heel anders dan in de notities van den kassier. Vanavond worden de boeken vergeleken en, o, o, ik ben zoo ongelukkig!" snikte Prinsesje. „Ik zal alles in orde brengen, maak je maar niet ongerust, zeide hy. De klok van tweeën maakte plotseling een einde aan hun onderhoud. Dien avond deed hy iets, waartoe hy zich- zelven nooit in staat had geacht. Hy maakte heel netjes, onzichtbaar byna, enkele kleine veranderingen in zyn boek, zoodat de 5 pd. st. in quaestie niet gemist werd. Morgen zou hy de 5 pd. st. van zichzelven meebrengen, dan zou de firma geen schade ïyden en Prinsesjes naam was gered. Maar helaas, morgen zou het to laat zyn. Nog nauwelyks had hy zyn verheven zit plaats ingenomen (hy had zich even verlaat om het ruikertje viooltjes op Nellies japon te hechten), of iemand tikte hom op den schouder om hem vervolgens mede te deelon dat hy gearresteord werd om vervalschingen in zyn boeken. Niemand dan hy kon dus de schuldige zyn. De jonge man verbleekte; in een oogenblik begreep hy dat do zaak verloren was. Ge lukkig dat Prinsosje er tenminste niet in betrokken was. „Gistoren nam ik 5 pd. st. die ik vandaag teruggaf; op myn woord van eer, ik heb nooit een cent achtergehouden, mynheer." „Waarom deedt ge het?" „Uit nood gedrongen. Ik smeek u, maak my hierom niet voor goed ongelukkig." „En waarom hadt ge het gisteren juist noodig?" „Dat kan ik u niet zeggen." John werd weggeleid, den langen winkei door, naar hot bureel van politie. Toen hy voorby Prinsesje kwam, zag zy bleek en in haar oogen lag iets smeekends, alsof zy hem vroeg haar niet te verraden. Zyn leven lang zou hy zich het zacht glinste rende rose satyn nog herinneren, dat zy juist bezig was uit te meten. Ieder vond des rechters uitspraak„twee jaar gevangenisstraf," veel te zacht. Prinsesje monterde weer geheel en al op, toen zy uit de couranten zag dat haar naam in de geheele zaak niet genoemd was. Den laatsten tyd had zy er ongewoon bleek uitgezien. Hy schreef haar een echt jongensachtigen brief, vol uitingen van zyn oprechte liefde voor haar. Hy hoopte dat zy hem trouw zou biyvon die twee jaar; dan konden zy trouwen zoodra hy uit de gevangenis kwam. Waarom zouden zy niet naar Amerika gaan? Zy voelde heel goed dat het geon kleine zaak was, die hy voor haar had overgehad. Prinsesje had een paar tranen gestort by het lezen van den brief en was werkelyk maar hy zeide niets van het bezoek dier doorluchtige dame, die ik by u zie. Myn gezelschapsjuffrouw, zei Hilda, blo zend, terwyl Julia op den achtergrond bleef, twyfelend of de priester haar herkend had. Vergeef my, mevrouw, hernam hy met een glimlachje het kan de koningin be hagen, zich te vermommen, maar geeu oog kan zich bedriegen, waar het eene Lusignan geldt. Jk ben ontdekt, dat zie ik, zei Julia, vooruittredende. Ik maak u myn compli ment, monseigneur, over uwe scherpziunigheid. Die heb ik noodig in de tegenwoordige crisis, antwoordde hy, toen de prinses hem de hand kuste. Ik verheug my, Uwe Majesteit terug te zien in uwe getrouwe stad Varzo. Myn getrouwe stadl herhaalde Julia, plaats nemende in den aangeboden zetel, dat is een uitdrukking, waar veel op zou vallen af te dingen. Er zyn weinigen, die my trouw bleven, maar daaronder rekon ik u en ook deze dame. Mevrouw is my welkom,'zei de priester met eon hoffelyke buiging, - te meer, daar ze my een koningin brengt. Ik speel een party schaak met Methodios, en om hem mat te zetten, had ik een koningin noodig, die ik niet bezat. Ik denk dat ik nu 't spel wel zal winnen. Dat wil zeggen: als Methodios niet een nieuwe combinatie bedenkt. Hy zal eindelyk uitgeput rakenDe vos heeft vele streken, maar eindelyk loopt hy in do val. Maar, voegde hy er haastig by, Uwe Majesteit moet uit zyn gezicht eenige dagen zoo stil geweest dat men alge meen dacht dat haar iets scheelde. Twee jaar later stond Nellie achter dezelfde tconbank zyde te meten, toen haar een briefje werd gebracht. Zy scheurde haastig het couvert open en zag een handschrift, dat zy zich maar al te goed herinnerde. „Ik ben vandaag vrygekomen, Nellie. Kom omstreeks koffietyd in het Park." Zy aarzelde nog even. Zou zy gaan? Ja, want hy mocht eens aan den winkel komen als zy het niet deed; dan was het immers toch maar verstandiger even te gaan. Zy was nog precies dezelfde gebleven, van haar zwarte kleeding tot het mooie blonde haar toe. Hy wachtte haar reeds op dezelfde bank, waar zy twee jaar geleden samen gezeten hadden. Langzaam kwam hy haar te gemoet sprakeloos zagen zy elkander eenige oogen- bllkken aan. Hy was ontzettend veranderd. Zyn haar was kort afgeknipt en zyn handen waren ruw van het harde werken. Ook zyn kleeren waren onoogiyk en zijn linnen was vuil. „Prinsesje," zeide hy, schuw zyn hand uit stekend. „Ik ben biy voor u, dat gy er weer uit zyt," was al wat zy zeide en daarby keek zy den anderen kant op. „Ja, en nu moeten wy gauw trouwen, Nellie. Dat is het eenige, wat my die twee jaren moed heeft gegeven." Zy gaf geen antwoord. „Zou je my geen zoen willen geven, Nellie?" „Och, ik heb het je niet willen zeggen omdat ik het de moeite niet waard vond, maar er kon immers mets van ons huwelyk komen. Wy kunnen toch niet van den wind leven? Eu ik ben je ook niet waardig." „Kom, Prinsesje, wat een dwaze praatjes I" Teeder zag hy haar aan. Een donkere blos verfde haar wangen, over moedig keek zy hem in de oogen. „Vier maanden geleden ben ik met den nieuwen kassier getrouwd." Kiesrecht voor Trouwen. De Belgische Kamer van Afgevaardigden heeft gisteren langdurig beraadslaagd over een van socialistische zyde ingediend amendement op de gemeente-kieswet, waarvan de strek king was ook aan vrouwen het kiesrecht te verleenen. Het amendement werd warm verdedigd door prof. Hector Denis, hoogleeraar aan de univer- sn it te Brussel. In zyne betrekking had Denis de overtuiging opgedaan, dat üe vrouw gelyke capaciteiten bezit als de manwaar het nauwkeurigheid en vlyt betreft, staan de vruuwolyke studenten zells hooger dan de manntU.ke. De vrouw bekleedt in de econo miscbe beweging des lanos een groote plaats; volgens de statistiek zyn in Belgió 7(39,271 vrouwen, die een beroep uitoefenen; 42,000 staan aan het hoofd van industriöele zaken; 200,000 vrouwen verrichten handenarbeid, 111,000 diyven handel en meer dan 100,000 houd- n zich met landbouw bezig. Daar de gemeenteraden meer te maken hebben met administratie dan met politiek, zouden de vrouwen goede kiezers daarvoor zyn; de hui selyke bezigheden der vrouw zouden er in 't minst niet o der ïyden. De socialist Demblon zeide dat hy en zyn mede-voorstellers van het araendement zich baseeron op het grondwettelyk beginsel, dat alle Belgen gelyk zyn voor de wet, hoewel de wet niet gilyk is voor alle Belgen. De socialisten willen de gelykheid van man en vrouw. De grootheid van een volk, zeide hy, hangt af van de mate van vryheid, die aan de vrouw wordt gegeven. Deze en andere uitdrukkingen wokten de hilariteit der rechterzyde. De heer Nyssens kwam tegen enkele beschuldigingen van Dera tion op; zyne party, wel verre van de vrouw als eene slavin te beschouwen, zooals Demblon beweerde, plaatst baar onmiddeliyk na God. Maar voor het kiesrecht voor vrouwen is de blyven; zoo'n Griek is zeer achterdochtig. Het wa9 niet wys van u, hierheen te komen. Hare Majesteit wenschte u te zien. Dan had Hare Majesteit my kunnen doen vragen naar de villa „Tvartko" te komen. Ik was te nieuwsgierig, viel Julia nu driftig in de rede, om te weten, welke houding u zou aannemen, om uw bezoek te kunnen afwachten. Welke andere houding zou ik kunnen aannemen dan die van een vriend? Uwe Majesteit vergeet dat onze bolangen dezelfde zyn. En bovenal zou ik ondankbaar handelen, door de dochter van een vorst, aan wien ik zooveel verplicht ben, te verlaten. Ik zal u zelf kronen in de hoofdkerk te Varzo. Maar de kroon van Busk? Is die in het bezit van Methodios? Neen, in het gewelf van de hoofdkerk, dat tot schatkamer dient, waar hy altyd ge weest is. Ik heb de pogingen van Methodios, om ze machtig te worden, weten te vorydelen. En wat denkt u van myn plannen, mon seigneur? vroeg Julia. Die vind ik uitstekend. Wy zyn uw echtgenoot zeer veel verplicht, mevrouw, zei hy met een buiging voor Hilda. Myn man zal alles doen wat hy kan, om de koningin op haren troon te horstellen. Maar denkt u, dat in geval van oorlog de zaak goed gesteund zal worden? De metropolitaan glimlachte en haalde uit zyii lessenaar de papieren betreffende de samenzwering. Uwe Majesteit kan zien, dat ik niet lui geweest ben. tyd nog niet aangebroken; als zy het wel hadden, zouden de socialisten nog driemaal meer verslagen worden dan thans. De socialist Van der Velde was van mee ning, dat, als de vrouwen morgen mochten stemmen, zy tydeiyk de meerderheid aan de conservatieven zouden geven, maar deze meer derheid zou slechts kort duren; evenals zy vroeger de christeiyke revolutie hebben ge maakt, zeide hy, zullen zy met ons de sociale revolutie tot stand brengen. Het amendement werd ten slotte met 107 tegen 37 stemmen verworpen. De Kamer zette daarna de beraadslagin gen over de amendementen op het wetsont werp betreffende de gemeenteraadsverkiezingen voort en verwierp met 78 tegen 53 stemmen het amendement van den „onafhankelyken" Brusselschen afgevaardigde Theodor. Deze stelde voor, voor de gemeenteraadsverkiezingen hetzelfde kiezerscorps aan te nemen als voor de Kamer, doch met de verplichting dat de kiezers drie jaren in de gemeente gevestigd moesten zyn om recht te hebben op een stem. De Kamer heeft achtereenvolgens alle arti kelen van het kieswetsontwerp aangenomen, zooals zy door de regeering waren voorge steld. De eenige wyziging, die er in gebracht is, is het den vorigen dag aangenomen amen- dement-Helleputte, waarmede de regeering zich vereenigd had. Dit amendement bepaalt dat in do groote fabriekscentra, behalve de gewone raadsleden, eenige raadsleden worden gekozen door de nyverheids- en arbeidsraden. Het „Handelsbl. van Antw." geeft het volgend verslag van een discussie in de Kamer zitting. Helleputto was in zyne redevoering onder broken geworden met het woord: Tartuffe. Wie heeft daar het woord Tartuffe ge zegd? vroeg hy. Ik, antwoordde Alfred Defuisseaux. O, zyt gy het maar! hernam Helleputte (evenals Berryor eens in de Fransche Kamer). Aan u antwoord ik niet! En hy zette zyne redevoering voort. Kort daarna zag men in de socialistische linkerzy zich kleine groepen vormen, waar tusschen de gebroeders Defuisseaux met veel beslag over en weer liepen, en men was wel haast overtuigd, dat daar iets broeide. Gedurenoe de laatste stemming stonden de beide Defuisseaux, reeds met den overfrak aan en den hoed op, in de wandelgangen der Kamer. Kunne prooi mocht hun niet ont snappen. Zy kwamen nog even binnen, en Lóón Defuisseaux, die zyn gekend kalotteken waarschyrilyk in den zak had, vertoonde voor de eerste maal in de Kamer zyn blinkenden schedel. Nog eenige korte bevelen werden in stilte rondgedeeld. De zitting werd geheven en de leden ver lieten do vorgaderzaal. Schollaert en Heuvel mans gingen aan weerszyaen van Helleputte. Aan de deur der vergaderzaal stonden de Siameesche broeders, maar door het gedrang mislukte de aanval. Aan den uitgang der kleer- kamer stonden ze weder, maar nogmaals konden zy den wakkeren afgevaardigde van Maaseyck niet te lyf gaan. Met zyne twee vrienden daalde deze de groote trap af, op de hielen gevolgd door Alfred Defuisseaux. Ein delyk, in de breede vestibulo beneden, riep dt.ze laatste: M. Helleputto, ik heb u iets te zeggen! en kwam dreigend met opgeheven hand toe- geloopen. Maar daar opeens stond hy voor MM. Schollaert en Heuvelmans, die hem den weg versperden. En toen ging het spel aan den gang: Gy hebt ray beleedigd! bulderde de oud- veroordeelde. Dat hebt gy zelf gedaan met Tartuffe te roepen! En nu zet gy een barreel tusschen u en my, maar aanzie u maar als hebbende van my oen kaakslag gekregen, en dien zal ik u toch geven, waar of wanneer ik u nog ontmoet. Middelerwyl hadden de vrienden van Alfred Terwyl Julia de papieren inzag, vervolgde hy tot Hilda: Meneer Dacre moet inderdaad een prins zyn, als hy een millioen pond sterling kan beschikbaar stellen voor de zaak van een gevallen koningschap. 't Is het beste gebruik, dat hy van 't geld maken kan, antwoordde zy beleefd; Wil fred myn man, is bly, dat hy een doel heeft. O! zei Gregorius op veelbeteekenenden toonhy begrypt dus, dat het leven bestemd is voor ernstige zaken. Dat gevoelen wy allen, antwoordde zy eenvoudig. Hoe lang denkt u op de villa „Tvartko" te blyven? Als 't ons vergund is, den goheelen winter. Het zal u zeker niet vergund worden, Varzo te verlaten, zei Julia, met een van vreugde stralend gelaat. Wy zullen slagen, en dan moet gy blyven, om myne kroning by te wonen. En uw huwelyk zeker ook? zei Gregorius. Julia zuchtte. Helaas! wanneer d&t plaats zal hebben, weet ik niet. Als ik trouw, zal het om poli tieke redenen zyn. Als u den troon hvrwint, moet ge dien versterken door alle middelen we'ke in uw macht staan. Dan zal er geen liefde in 't spel zyn, merkte Hilda op, een weinig spytig, daar ze aan haar neef dacht. Julia begreep haar. en vreezende dat Defuisseaux zich by hem geschaard, waar- tusschen Tartarin Roger en de losgelatene Brenez St.-Job kent zyn volk. Dreigend stonden zy tegenover M. Helleputte en zyne twee vrienden, die geen stap achteruit gingen. Talryker nog worden de groepenmeer dan vyftig Kamerleden waren op het rumoer in allerhaast komen toegeloopen, en overlaadden de socialisten met welverdiende afkeuringen. Huissiers en schildwachten wisten niet, waar hun het hoofd stond. Nog nooit hadden zy een reessel gemeene scheldwoorden gehoord als die, welke de socialisten daar, in eenige seconden, uitgespuwd hadden. De hinderlaag was dus ontdekt geworden, en de aanval mislukt. Gemengd Nieuws. In Japan bestaat het voornemen om het horloge de plaats van medailles to laten vervullen. Naar althans de Zwitsersche bladen melden, is door den Japanschen minister, van oorlog aan verschillendeNoord-Zwitsersche horlogefabrieken opgedragen een goedkoop horloge te leveren. Dit zal een horloge zyn, hetwelk na don oorlog tusschen China en Japan aan de uit den stryd terugkeerende soldaten als een blyvend aandenken in de plaats van een medaille uitgedeeld zal worden en daartoe van een inscriptie zal worden voorzien. Onlangs heeft te Nieuw-York eene rechtbank uitgemaakt dat een muntstuk, op den vloer van een tram-rytuig gevallen, zelfs wanneer het gerold is tusschen de houten latten en daardoor volkomen verborgen wordt, als wettige betaling voor de verschuldigde vracht geldt, welke de conducteur niet alleen moet aannemen, maar waarvan hy wisselgeld terug moet geven. Een heorlyke toestand Voor de Nieuw- Yorksche conducteurs, indien het mode wordt op die manier te betalen 1Nijv Sedert drie maanden braken er voortdurend vernielende branden uit in de kleine gemeente Villesiscle (departement Aude). De laatste, die eenige dagen geleden voorviel, verwekte onder de bewoners des te grooter opzien, omdat het vuur op drie plaatsen te- gelyk in hetzelfde huis uitbrak. Nadat het onderzoek naar de oorzaak lang vruchteloos gebleven was, slaagde men er eindelyk door een toeval in, de 14-jarige Joséphine Cabanel te ontdekken. Zy legde een volledige be kentenis af en verklaarde, dat zy de branden slechts had gesticht om zich in het gezicht van de „mooie vlammen" te verlustigen. De overleden graaf van Moray heeft een bedrag van 280,000 pd. st. vermaakt voor doeleinden van openbaar nut. Het rykst is het Ziekenhuis „Roy'al Infirmary" te Edinburg bedacht, dat 83,000 pd. st. heeft ontvangen. Een gelyk bedrag is bestemd voor de armen der gemeente Edinburg, 66,000 pd. rL voor de armen van de graafschappen, waarin zyne goederen lagen, 25,000 pd. st. voor het genootschap tot redding van schipbreukelingen, de Royal national Lifeboat institution. Maximum-loon en minimum- arbeid. De Parysche liedjeszangeres Yvette Guilbert heeft eene overeenkomst aangegaan voor een „kunstreis" door Amerika en krygt buiten en behalve vrye reis voor haar en drie bedienden f 7200 per week. De Londensche politie heeft Maandag morgen vroeg een Duitscbe club overvallen, waar, naar zy vermoedt, gedobbeld wordt. Zes en vyftig personen, waaronder een vrouw, werden in hechtenis genomen, maar tegen borgstelling op vrye voeten gelaten. Liefde overwint alles, zelfs hoog water. Een flink landmeisje, dat naar Pima wilde om haren verloofde van den trein te halen, vond tot hare teleurstelling den weg door de watoren der Elbe, die buiten hare oevers getreden was, overstroomd. In weerwil van de waarschuwingen, die zy ontving, waagde zy den stryd met de elementen en kwam ook gelukkig, hoewel natuuriyk doornat, aan het station te Pirna aan. Hilda iets aan haar neef zou zeggen, dat hem de waarheid kon verraden, verborg zy hare ware gevoelens. Met een gemaakt glim lachje zei ze: Daar ben ik niet zoo zeker van. Wie weet 1 misschien trouw ik toch uit liefde. Om uw koninkryk te verliezen? zei de metropolitaan. Och, laten wy die quaestie tot later uit stellen Op 't oogenblik gaat het voornaamste voorKan u vertrouwen op de edellieden, die in deze lysten voorkomen? Tot den dood. Zy zyn allen Uwe Majes teit toegedaan. Hun toewyding behoedde my niet voor ballingschap, merkte zy droogjes op. In- tusschen, beter laat dan nooit. Zullen zy opstaan, als u het teeken geeft? Ja! En als Uwer Majosteits tegenwoor digheid bekend wordt, zullen zy zonder dralen naar de villa „Tvartko" snellen. Neen, neen! Dat wensch ik niet! zei Julia haastig. Dat zou een burgeroorlog kunnen geven. Waarin wy hoogstwaarschynlyk zouden overwinnen. Maar ik deel de meening van Uwe Majesteit. Een oorlog moet tot eiken prys vermeden worden; behalve andere ver liezen, zou het Rusland een voorwendsel geven tot interventie. Busk ligt op den weg naar Constantinopel Maar als wy zeker zyn van Upravado en het leger, zal niets zich meer verzetten tegen uw intocht te Varzo. Upravado beheerscht den toestand. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 6