Finale Uitverkoop. I. Henri Berkeljon, 'S D. J. C. SPEET, Instraal 34. liutmlii (Elite). Finale Uitverkoop, BURGERS Rijwielen, In de Koffiebaal N°. 10760. Donderdag 21 Maart. A0.1895. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. PERSOVERZICHT. Vervolg der Ad verten tiën. HEKTOR, 221. Haarlemmerstraat 221. H. KEEREWEER, Nieuw Malthusianisme. Slechts eenige weken Prachtige antieke Kasten, Kabinetten, Buffetten, 1 Mah. Bonlieur dn Jour, Noten Buffetten, Eiken Rngstoelen, Fanteuils, Noten- en Mahonie Tète-a-Tète, Kasten, Stoelen, eenige Linnen-Kasten, Tafels, Spiegels, enz., alles a Contant, beneden fabrieksprijs. Chavannes Rollandet, Zee-Assurantiën. 1490 9 PIANOCURSUS N. VAN BOSSEN, Haarlemmerstraat 145. Te koop aangeboden: Reclame-W ol, S. H. C. SMITS, met Goud bekroond! A. VAN DER LINDEN, Hoofdagent voor Leiden en Omstreken. zuivere Preanger-Koffie, HOEST eri VERKOUDHEID. KRAEPELIEK HOLM, LEIDSCH BAGrBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post1-40. Afzonderlijke Nommors0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootera letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Ook De Standaard heeft een woordje ge sproken naar aanleiding van het aannemen der Gewerenwet. Het blad zegt Nu de Geweren-wet is aangenomen, hopen we van harte, dat onze vrees beschaamd zal worden. Die vreeze was, gelijk men zich herinnert, dat we, nu we de geweren hebben, noch een afdoende legerorganisatie, noch den persoon leken dienstplicht zullen verkrijgen. Dat de Roomsche Kamerleden vóór deze wet stemden, was dan ook ten volle begrype- lyk. In kun stelsel paste dit. Immers, geen beter waarborg togen den door hen zoozeer gevreesden dienstplicht dan juist deze wet. De heer Heemskerk heeft het ook door ons ingenomen standpunt dan ook kort en duide lijk uiteengezet. We waren tegen deze wet, niet als anti- militairi8ten, en veel min omdat we aan ons leger een deugdelijk wapen wilden onthouden, maar overmits juist de onafwijsbare behoefte aan een beter wapen het afdoende middel echeen, om de heeren militairen tot een definitieve regeling van onze defensie te noodzaken. Defensie van het land is ons hoofdzaak, en de treurige ervaring leert, dat, mee door schuld van de inschikkelijkheid der Staten- Generaal, Marine en Oorlog ten onzent schatten verslonden en nog verslinden, en dat we per slot van rekening èn te land èn ter zee nog even weerloos staan, ja, zelfs te Kiel ons schamen moeten over onze schamele representatie. Oostenryk, dat geen hooger Marine-budget heeft dan van twaalf millioen florijnen, bezit voor dat geld ten minste een kleine vloot van deugdelijke schepen. Bfl ons daarentegen is en blijft het aldoor sukkelen. Geeft men nu, bij zulk een stand van zaken, ook toe, als Marine of Oorlog een enkele maal, gelijk nu, in de k n e 1 z i t, dan komt er nooit beterschap. En zoo nu was het hier. En uit dien hoofde scheen ons het toe geven op dit punt, met het oog op onze nationale veiligheid, op zijn zachtst uitge drukt: onraadzaam. Aan de Eaagsche Courant wordt over ons leger het volgende geschreven Bij de bespreking van de Gewerenwet werd o. a. gezegd, dat 't beter ware, eerst het leger zelf te verbeteren en daarna naar de doode weermiddelen om te zien. Dit was zeer juist, daar werkelijk het personeel zeer achter staat en wordt gehouden by het mate- riëel. Niemand toch zal willen beweren, dat er evenveel zorg aan het personeel wordt besteed als aan het materieel; de laatste verbetering van beteekenis dagteekent van 1870, toen de nieuwe Pensioenwet een ver ademing in het leger bracht. Na dien tyd werd met onverdroten Ijvor gewerkt aan ver zakkende en wegdrijvende „sterkten," aan maak van nieuw geschut, enz., enz., maar elke poging tot verbetering van het lot van den soldaat afgeweerd, niettegenstaande dit toch zoo hoog noodig is. Wie dit betwijfelt, ga eens een der kazer nes (vooral in de Residentie) bezoeken en zich overtuigen van de armelijke inrichting der soldatonkamers. Niot alleen dat overal reglementen, voorschriften en verbodsbepa lingen van allerlei aard u tegengrynzen, maar vooral valt de meubileering in het oog, be staande in den regel uit vervelooze tafels, waggelende banken, klepperende ramen, be stoven ruiten, tochtige deuren, wegzakkende vloeren, enz., alles even aanlokkend voor den soldaat, om zich in zijn kwartier zoo recht „thuis" te gevoelen. Het logies dus laat zoowat alles te wenschen over, uitge nomen eenige nieuwe kazernes, die er vry net uitzie*. Nu zyn wel de militaire „Te huizen" daar, om den soldaat een onder komen te bezorgen; doch dit heeft wel iets weg van de positie van het schoolkind, dat op 't etensuur naar een Volksgaarkeuken wordt gezonden, omdat vader en moeder „niets hebben;" en zóó erg is 't toch waar lijk niet met de groote beurs gesteld; waar zouden anders de millioenen vandaan komen voor manoeuvres, waarvan 't nut bestaat in 't geheim houden van het doel voor hen, die er aan deelnemen, oefeningen te Sche- veningen, Oldebroek, enz., en voor nog zoovele andere nuttige doeleinden? Zou het niet werkelijk beter zijn, eerst het lot van den man, en daarna van zijne wapens te verbeteren? Beschouwen wij bflv. eens de bezoldiging van den infanterist, die nóg minder geniet dan een ander soldaat. Zijn zakgeld ge durende de eerste paar jaren wisselt af tusschen 33, 34 en 35centen in de vyf, zegge vijf dagen; want „vol" traktement is uitzondering, althans voor den milicien, die bijna altijd met een saldo schuld naar huis teruggaat, dus altijd aan „gewone korting" onderworpen is. Dat het Ryk goed voorziet in zijn kleeding, enz., blijkt dus duidelijk; het is zelfs zoo edelmoedig om dat „saldo" zelf aan te zuiveren als de man weggaat. Dat van zulk een bezoldiging niet veel kromme sprongen te maken zijn, is even duidelijk, daar de man van dat „zakgeld" nog allorlei poets- en ander gerei moet aanschaffen en als zijn tijd om is, nog voor eigen rekening naar huis „mag", gezwegen nog van allerlei kleine kortingen voor het schillen van zijne aardappelen, enz., enz., waarvoor in sommige garnizoenen geen tijd schijnt te zijn, dat de man dit zelf doe. Dit zakgeld is nog als gunstig te beschou wen, daar er velen zyn, waarvan de helft gekort wordt, om op hun zakboekje te wor den gestort. Dit heeft plaats als de man zich overgeeft aan sterken drank of aan het scheefloopen van zijne schoenen, hetgeen by een rechtgeaard soldaat niet mag voorkomen, natuurlijk. Het eten is over 't algemeen erg schraal; de gekeurde Dekhengst, staat weder be schikbaar alle werkdagen bfl Jl. JÜFFER- MAX8, Slaag-woning, te Oegstgeest, tegen dekgeld van f7.60, by den eersten 6prong te voldoen. 1877 7 GOEDKOOPST ADRES voor het aan leggen van Electrlschc Bellen, Telephoons, Spreekbuizen. 1730 10 Aanbovetend, A. VAN RIGTEREN. Aalmarkt 16. LEIDEN. Meubelmaker en Stoffeerder, beveelt zich, by het naderen van den Schoon* maakt yd, beleefd aan voor het restau reer en van allerhande Meubelen, alsmede voor het stoffeeren van Stoelen en Canapó's, welke reparaties prompt en billyk worden uitgevoerd. Alle houders van biljarten worden attent gemaakt op de goede inrichting voor het repareeren en stoffeeren daarvan. Verhuizingen worden aangenomen tegen billijke condities. 1438 15 (Leer Ier voorkoming van groote gezinnen). Het meest doeltreffende voorbehoed- mlddel wordt beschreven in het werk van Prof. Dr. J. SCHOONDERMARK Jr. 9de duizend, met 6 Afbeeldingen. Pry's f 1- frc. onder couvert na ontv. Postw. A. VAN KLAVEREN, Uitg., Burmanstr. 15, Amsterdam. 1682 12 uit de Meubelfabriek van HUIS en ZAAK uit de hand te koop of te hnur. 1581 22 vleesch ziet de man alleen 's morgens, en dan in zeer vage omtrekken; alleen als hy dit '8 morgens niet krygt, is het voor 's mid dags bestemd, terwijl het woord „boter", als zynde een luxe-artikel, in zyn woordenboek ontbreekt. Alleen zy, die vanwege een oppas sersbaantje bij een officier een dubbeltje daags extra genieten, kunnen zich af en toe de weelde van een portie cantine-margarine veroorlooven, indien althans de periodieke betaling plaats heeft. Ziedaar in korte trekken de finantièele toestand van den soldaat geschetst. Voor sommige wapens alleen is deze iets gun stiger. Dat dus een Hollandsche jongen, al gloeit zyn hart nog zoo voor Land en Koningin, zich nog eens bedenkt, alvorens zich hieraan te vergasten, heeft geen nadere verklaring noodig. Vandaar dus de schaarschte aan vry- willigor8. En dit, terwyl millioenen worden besteed aan wegdryvende batteryen, bom-, doch niet watervrye kazernes, enz. Men mocht dus wel eens aan de mannen denkeu, aan den toestand van den soldaat en van het mindere kader. Daar valt heel wat te doen. En de belastingschuldige behoeft er waarlijk niet voor te bloeden; men kan de oplossing gemakkelijk vinden in het be perken van de geldverslindende oefeningen te land en te water, het bouwen en herbouwen van „zwakten", enz. Men geve den man een behoorlyk zakgeld, naar evenredigheid op klimmende, het behoeft niet, zooals by officieren, met honderden tegelyk, en een flinken pot, behandel© hem met de voorge schreven zachtheid, billykheid, recht vaardigheid en andere „heden", zoo mild gezaaid in de voorschriften, doch zoo slecht gehandhaafd, zelfs in de Residentie, waar toch alle „h00gen" wonen; en men zal ondervinden, dat dit meer uithaalt dan nieuwe proppenschieters; want de nu pa pieren „sterkte" aan kader en vry willige manschappen zou dan spoedig in worke ïykheid bestaan, en men zou den soldaat toch waariyk nog niet verwend hebben, waar misschien die „hoogon" bang voor zyn. Wy lezen in de Haarlernsche Courant: Onze stadgenoot, de heer J. W. Enschedé, heeft eene even merkwaardige als uitvoerige geschiedenis gegeven van „De melodie van het "Wilhelmu s", in twee achter eenvolgende afleveriugen van den 12den jaar gang van het tydschrift „Oud-Holland". Iets meer nog geeft by; want ook de geschiedenis der woorden van het „Wilhelmus van Nas- souwe" laat by niet onaangeroerd, maar toch is die der melodie voor den schry ver de hoofd zaak. De heer Enschedé deelt mede, welke lezingen of noteeringen der melodie hem be kend geworden zyn van 1603 af tot het laatst der vorige eeuw, toen zy gaandeweg vervormd was in het moderne Wilhelmus, geiyk men de melodie in de eerste 70 jaren onzer eeuw alom hoorde zingen of spelen. Hoe die ver vorming plaats vond, is aan de hand des schry vers wel de moeite waard na te gaan en duideiyk genoeg by aandachtige lezing van de verschillende noteeringen der melodie, die de heer Enschedé ten gerieve van den lezer in hedendaagschen vorm en alle in één en denzelfden toonaard heeft overgebracht. Hoe belangwekkend dat gedeelte van des schryvers omvangryken arbeid ook zy, het treedt toch op den achtergrond voor de vraag, die ook hy als de voornaamste beschouwt: Welke is de origineele en oorspronkelyke Wilhelmus-melodie geweest? Die vraag is vooralsnog niet met zekerheid te beantwoor den. Zeker komt het den heer Enschedé alleen voor en wy stemmen daarby met hem in dat de melodie, gelyk zy ln de laatste twintig jaren hier te lande als „het oude Wilhelmus" in zwang is geraakt, de oorspronkelyko melodie niet is. Dat is de zetting uit don „Gedenck-clanck" van Valerius (1626), toon het vervormingsproces reeds in gang was. Hoogstwaarschyniyk acht de schry- ver het, dat eene eveneens door hem mede gedeelde noteering uit het jaar 1607 niet ver afwykt van de oorspronkelyke Wilhelmus- melodie, die vermoedelyk afkomstig is uit het begin der 16de eeuw en na 1568 door krygers, die in Frankryk gestreden hadden toen Condé de stad Chartres belegerde, als het „Chanson de Chartres" in de Nederlanden bekend ge maakt zal zyn. Dat lied kan aan Mamix van St.-Aldegonde aanleiding gegeven hebben om, op de melodie daarvan, zyn „Wilhelmus" te dichten. Die melodie van 1568 (vermoedelyk gelyk aan die van 1607) past naar de heer Eoschedó aantoont zoo volkomen by den aard van Aldegondes woorden, dat de dichter vol komen den lof verdient, dien zyne tydgenooten hem brachten, en eene andere lezing der wys moeilijk denkbaar is. Wy bevelen deze studio van den heer J. W. Enschedé, ook om de vele daarin voorkomende opmerkingen en mededeelingen van muzikaal en algemeen historisch belang, aan allen ter lezing aan, die het Wilhelmus als het lied van het Huis van Oranje en ons Volkslied by uitnemendheid op prys stellen. De Telegraaf ontving het volgende rapport betreffende de audiëntie der heeren Prinsen, Vlasveld en Van Loenen, secretarissen der gemeenten Wormerveer, Enkhuizen en Beverwyk, by den Minister van Binnenland- sche Zaken, tot aanbeveling van het adres der gemeentesecretarissen omverbetering van hunne positie. De heer Prinsen: Excellentie, wy vol doen aan een opdracht van 355 gemeente secretarissen in ons Ryk, om het aan H. M. de Koningin-Regentes gericht request in zake verbetering van de positie van den gemeente-secretaris by Uwe Excellente aan te bevelen. De Minister: Zyn in dat request de argu menten genoemd? De heer P.: Ja, Excellentie 1 De Minister: Ik heb er met belangstelling kennis van genomen, maar dan mogen wy nog wel eens een Vermogens- en Bedryfs- belasting invoeren. De heer P.: Ons verzoek is drieledig: lo. wenschen wy eene betere regeliDg onzer be zoldiging; 2o. pensioen ook voor weduwen en weezen; 3o. geen ontslag dan met goed keuring van hooger gezag. De Minister: Mon beklaagt zich over het vele werk, dat ten behoeve van het Ryk moet worden verricht, maar den gemeente secretaris wordt dat niet opgedragen, wel den gemeentebesturen. De heer P.: Ongetwyfeld worden ter ge meente-secretarie de meeste werkzaamheden ten behoeve van het Ryk verricht, en zeer zeker worden die werkzaamheden aan de gemeentebesturen opgedragen, maar de ge meente secretaris doet het werk. De Minister: Dan moet de secretaris zich daarover by het gemeentebestuur beklagen, niet hier. De heer P.: Wat kan het gemeentebestuur dan doen? De Minister: Dat moet dan maar klerken aanstellen. De heer Vlasveld: Dat kunnen de gemeente besturen niet; daarvoor ontbroken de financiën. Op het platteland zyn de gemeenten nood- lydend. In Enkhuizen byv De Minister: Ik heb hier de audiöntielflet voor my liggen, 't Zyn meest allen volontairs, die snakken om een baan je, en als ze wat hebben, gaan zy zich beklagen. Ge kunt se voor niets krygen. Den gemeentebesturen be hoeft het werk niets meer te kosten. De heer PrinsenExcellentie, ik weet niet wat ik U daarop moet antwoorden, doch de beweging in 't Ryk onder de gemeente secretarissen is groot. De Minister: Ik wou, dat ik een grooten buil met gold naast me had en daaruit maar kon geven, geven, geven(Z.Exc. trekt aan de bel). De heer P.: Wy biyvon onze zaak by Uwe Excellentie beleefd aanbevelen. De Minister: Er zyn nog zoo'n hoop Ryks- ambtenaren, wier positie is te verbeteren, en daarmee heb ik in de eerste plaats te doen. De koning der Nederlanden op geroepen. Onder den titel „Juristenschnack" deelt dr. Friedmann in het „Kleine Journal" van Beriyn eenige historische aardigheden uit de gerechtszaal mede, 0. a. de volgende: Zooals men weet, zegt de schry ver, heeft het koninkiyk huis der Nederlanden vele be zittingen in het buitenland. Zoo behoorde den laatsten koning eon klein landgoed in de omstreken van Bromberg toe. Onder de keuter boeren van het landgoed was ook een zekere Kaczmarck, die zyn pacht zoo ongeregeld be taalde, dat de rentmeester van hot landgoed zich ten slotte genoodzaakt zag, een go- rechteiyk vonnis tegon hem te eischen. Op den dag, dat de zaak zou voorkomen, roept de deurwaarder met luider stem op de corridor de namen der partyen op: „De koning der Nederlanden contra den pachter Kaczmarck." Een oud, in lompen gekleed mannetje treedt de gerechtszaal binnen. De rechter vraagt hem „zyt gy de koning der Nederlanden of de pachter Kaczmarck?" NIEUWE RIJN 3, Agenten derStoomvaartmaatschappij „Nederland." Zoowel voor passage-bespreking als verzending van goederen. Hoogcwocrd 130. Hartesteeg 2 A. Tdephoonnummer 178. 1907 5 Van 's ochtends 8 tot 's avonds 9 uren. VAN Lange IVIare 40. Prima referentiën. 5349 8 WEGENS OPHEFFING DER ZAAK, van solide Meubelen, enz., a contant, in de Meubelfabriek van Halzen en Pakhuizen te huur of te koop. 1861 11 40,000 pond best gewonnen HOOI (zon der stof) by J. VERHAAR, Poelmo len, Lis se, naby de Sassenheimer Pont. 1908 5 GOEDKOOP en STERK, 95 Cents per knot. Alleen in 't zwart. Uitsluitend te bekomen by 217 9 Haarlemmerstraat, hoek Paardensteeg. Koopers, die zich een Rl| wiel aan wülen schaffen, kunnen eene goede en ver trouwbare Machine bekomen bj) Langebrug hoek Ketelbooterssteeg No. 7. brandt men dagelijks op Duitsche wijze: 389 12 uitmuntende door geur en smaak. Prijs per ons HO Cent?. VERKOUW STOKHÜYZEN, NIEUWE RIJN 47. kjui in itiiY'i uounoëi Algemeen erkend als het beste middel by Het is een slfl «oplossend en ver zachtend middel by uitnemendheid. Verkrygbaar by de meeste Apothekers en Drogisten. Prijs per lleschje 20 Cents. Alleen echt in flescbjes, voor zien van étiquette, waarop de Handteekening van 7645 22 Hofleveranciers te Zeist.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 5