N°. 10759. Woensdaa SO Maart. A#. 1895. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. DE TOOVERRING. LEIBSCH DAG-BIAB. PEIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTTËN Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt 0.05 berekend. Officiëele Kennisgevingen. Do Burgemeeater van Leiden herinnert aan hen, iie zich voor hot aanstaande eeizoen 1895/96 in het bezit wensohen te zien van Jacht en viBch- akten of wel van eene koatelooze vergunning tot uitoefening der vissoherij, dat de blanco verzoek- Bcbriften ter bekoming daarvan gratis verkrijg baar zijn ter Gemeente-Secretarie, alwaar zg, behoorlijk ingevuld en onderteekend, vóór den 15den April a. b. moeten terugbezorgd zijn, ten einde aan den Commissaris der Koningin in deze provincie te worden ingezonden. Tevens wordt aan belanghebbenden herinnerd, dat blanco verzoekschriften tot het bekomen van buitengewone maohtiging tot het verdrijven van schadelijk gevogelte met pistoolschoten, het schieten van konijnen on ander eohadolijk gedierte en het vissollen als het water met ijs bedekt is, mode gratis ter Gemeente-Socretarie ter invulling ver- kiijgbaar zijn gosteld. Leiden, De Burgemeeater voornoemd, 18 Maart IMS. F. WAS. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden; Gelet op art. 201 der Algemeene politieverordening van don 6den November 1879, waarbij wordt bepaald, dat ten minste tweemaal in het jaar, en wel eens in het voor- en eons in bet najaar, op kennisgeving van Burgemeester en Wethouders, schoorsteenen en stookplaatsen gereinigd moeten worden, noodigen do ingezetenen uit aan de bedoelde remiging van schoorsteenen en stookplaatsen gevolg te geven. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 18 Maait 1895. E. KIBT, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien het adres van doö directeur van het physiolog ech laboratorium, houdende verzoek om vergunning tot plaatsing van een gasmotor van 6l/4 paardekraoht i het gebouw van genoemd labora torium aan de ZoDneveldeteeg, hoek Langobrug; Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95); Geven bij deze kennis aan het publiek dat ge noemd verzoek met de bplagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmode dat op Maandag 1 April a. s., 'e voormiddags te elf uren, op het .Raadhuis, gelegenheid zal worden gegoven om bezwaren tegen dat verzoek in to brengen. Burgemeester on Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 18 Maart 1895. E. KIST, Secretaris. Leiden, 19 Maart. Het Leidsch Studenten-tooneel zal a. e. Donderdag-avond in den foyer der Stadszaal eene voorstelling gevenr waarop wg de aan dacht vestigen. Zg zal bestaan uit een cau serie van mr. G. S. Brantsma, eerelid van het L. S.-T., over verschillende tooneelzaken, eene causerie, die in verschillende plaatsen reeds gehouden is en zeer gunstig gecritiseerd. Verder bestaat de uitvoering uit eenige voor drachten van mr. Brantsma en tot slot zal door eenige leden eeu klein blijspel worden uitgevoerd. De Vereeniging voor Christelijk Onderwijs ten behoeve van On- en Minvermogenden alhier staat aan het einde van haar boekjaar 1894 voor eon tekort van 1660. Benoemd is tot hoofd der op te richten bewaarschool te Krommenie, mej. M. IJpes, onderwijzeres te Leiden. Voor het examen in d« nuttige hand werken is geslaagd mej. H. Landzaat, alhier. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Nieuw York, door middel van het stoomschip „Obdam", van Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore al hier moeten de brieven, enz. uiterlijk heden avond om 10.40 bezorgd zijn. Men schrijft ons uit Oegstgeest; Heden ontvingen wjj het treurig bericht, dat onze hooggeachte ambachtsvrouw mevrouw de douairière Gevers van Endegeest, geboren Deutz van Assendelft, in den ouderdom van ruim 87 jaar te 's-Gravenbage is overleden. Voor de gemeente, voor velen barer ingezetenen en voor de Ned.-Herv. gemeente en vele andere instellingen is dit zeker een zware slag. "Werd hulp of bijstand voor eene of andere liefdadige instelling of voor een behoeftig gezin of per soon bij haar gevraagd, men klopte nooit tevergeefs aan, ofschoon het vragen dikwijls veelvuldig voorkwam. Ook om haar innemend karakter droeg zg de sympathie van velen en toen in 1887, bg gelegenheid van haar 80sten geboortedag, feest werd gevierd, was de feest vreugde algemeen; rgk en arm, jong en oud deelden in de vreugde. Geen wonder dus, dat Oegstgeest treurt. Aan het verslag van den directeur der Rotterdamsche Tramweg-Maatschappij, te Rot terdam, over het jaar 1894, uit te brengen in de algemeene vergadering van aandeelhouders op den 29sten dezer, is het volgende ont leend: Het personeel telde op ulto. Dec. 1894 428 personen, tegen 421 een jaar te voren Het kapitaal bleef onveranderd. Voor uitbreidingen werd 23,668.17 uitgegeven, waarvan ƒ11,671.68 voor weg en werken en bjjbe- hoorend magazijn; ƒ6,216.12 voorgebouwen en erven; 4,852.20 voor tramwagens, omni bussen en voertuigen, en 1,928.27 voor werktuigen, meubelen, stalbehoeften, tuigen, enz. Afgeschreven werd in 1894 ƒ81,938.99 (tegen 79,302.58% in 1893) en sedert den aanvang der exploitatie in 1879 ƒ954.560.43. Het reservefonds is in 1894 toegenomen met ƒ8,181.80, tot 59,988.Ol1/,, waarvan 51,047.40 belegd is. Voor 291 beambten bedroog de storting in het pensioen-, zieken- en ondersteuningsfonds van do Muatschappy in 1894. 3800.81 (togon 3174.31 voor 269 beambten in 1893), en door de beambten 3429.99 (tegen 3212.10). Voor 77 beambten, niot-leden van het pensioen fonds, is over het tijdvak 1818 tot en met 1893 6363.23 op do spaarbank geplaatst, waarvan de helft door de Maatschappij is bij gedragen. Over 1894 wordt dit bedrag vermeer derd met 1400 88. Het reizigersvorvoer heeft opgebrachtop do paardentramlijnen te Rotterdam 352,175.10; op den stoomtramweg Rotterdam Schiedam ƒ97,756.2674; op den paardentram weg te Leiden 30,534,7972; Rotterdam Ouwerschie 10,032.6874; Dordrecht ƒ11,638.73 en Hoorn- Enkhuizen ƒ19,794.2271, totaal ƒ521,931.80. Aan abonnementen, vervoer van stedelijke ambtenaren, enz. werd 2549.70 ontvangen, vormende een totaal van 524,481.50, tegen ƒ516,748.0674 in 1893. Voor alle diensten te zamen bedroeg het aantal vervoerde rei zigers 6,585,491. Terwijl uit het vervoer van reizigers, goe deren en bagage op alle lijnen te zamen ƒ527,616.60 ontvangen is, werd uit de camionage 226,042.677> verkregen; uit verkoop van mest ƒ6231.30; en uit adver- tentiën 3448.20, zoodat, met mederekening van het saldo ad ƒ668.4971 uit. 1893, de totale ontvangst 764,007.27 bedraagt. Daar staat aan uitgaven 546,124.72 tegenover, zoodat er als saldo winst ƒ217,882,55 blijft. Hieruit wordt betaald een dividend van 97s pCt. (ƒ95,000); voor afschrijving gebruikt ƒ81,938.99; in het reserve-fonds gestort ƒ8181.80, en aan tantièmes uitbetaald ƒ28,636.35, zoodat er een onverdeeld saldo van 4125.41 overblijft op nieuwe rekening. Naar wg uit Antwerpen vernemen, zijn de volgende Nederlanders naar aanleiding van de tentoonstelling aldaar benoemd tot ridder in de Leopoldsorde: C. N. J. Moltzer J. Ezn., mr. Tb. Stuart, mr. J. H. L. Bergsma, Allred Daniels, mr. A. J. E. A. Bik, H. F. Bultman, J. H. Krelage, dr. D. De Loos (te Leiden), C. T. J. Louis Rieber, Willem Prins, J. E. Scholten, J. C. Van Marken, A. F. Insinger, vice consul van België te Amsterdam, en J. De Kuyper, onze consul te Antwerpen. Ook de beer Rudolf Lohmann te Amsterdam, consul-generaal van Griekenland, is benoemd tot ridder in de Leopolds orde. {Hbl.) De heer W. P. Groeneveldt, vice presi dent van den Raad van Ned. Indiü, wordt weldra met zijn gezin hier te lande terug verwacht. De commissie van rapporteurs uit de Tweede Kamer over de „Veiligheidswet" zal hedenavond in het gebouw der Kamer een conferentie houden met don betrokken minister. Als toekomstig pauselgk nuntius te Brussel opvolger van mgr. Nava di Bontifé, die zijn benoeming tot aartsbisschop van Catania, op Sicilië, heeft ontvangen, worden o. a. genoemd mgr. Rinaldini, substituut van den kardinaal staatssecretaris, vroeger audi teur aan de nuntiatuur te Brussel en daarna internuntius te 's-Gravenhage, en ook do tegenwoordige internuntius b(j ons Hof, mgr. Lorenzelli. Namona Hart» Majesteit de Koningin Is, op last van Hare Majesteit de Koningin- Regentes, aan de Maatschappij van Weldadig heid eene som groot ƒ500 geschonken. Tot deskundigen b(j de voorjaarsonder wijzersexamens in Zuid-Holland zgn benoemd de heeren F. Van Werkum, leeraar b\j het M. O. te Dordrecht, en M. Mulders, hoofd der school te Zwgndrecht. H. M. de Koningin-Regentes heeft zich belangstellend doen inlichten omtrent den gezondheidstoestand van jhr. F. De Casembroot. Scheveningen heeft een zijner moest ge achte ingezetenen door den dood verloren, nl. den reeder W. Groen, die tevens een uitgebreide zaak bezat op het gebied van zeilmakerij, smedery en taandery. In tegenwoordigheid van vele belang stellenden annvaardde dr. M. Straub, de nieuw benoemde hoogleeraar in de oogheelkunde, te Amsterdam, gistermiddag om 3!/4 uur in de Aula der Universiteit zyn ambt met het uitspreken eener rede over „de vorming der geneeskundigen." De plechtigheid werd bijgewoond door vry veel dames, den burgemeester, de wethouders Van Lennep, Treub en Schölvinck, den curator dr. Zeeman, vele professoren, doctoren en talryke studenten, o. a. de bestuursleden van Corps en Bond. Met 9 tegen 6 stemmen heeft de ge meenteraad van Weststellingwerf de voor stellen van B. en Ws. over de wyziging der gemeentebegrooting voor 1895 aangenomen en besloten in geen hooger beroep te komen. Het lid Eisma verwyderde zich vóór de stemming. Tusschen het burgeriyk Armbestuur en den gemeenteraad van Opsterland (Fr.) is een conflict ontstaan over 't bedrag der subsidie. Naar aanleiding eener resolutie van Gedeputeerde Staten besloot de gemeenteraad, om de begrooting over 1895 sluitend te krygen o. a. tot verlaging van de subsidie aan 't Armbestuur, en wel in die mate, dat de subsidie van 44,500 werd verlaagd tot 42,000. Zaterdag jl. vergaderden de armbestuurders en vertegenwoordigden 14 afdeelingen, daar allen tegenwoordig waren. De voorzitter deed modedeeling van 't raads besluit, houdende bericht dat de subsidie met 2500 was verminderd. Dit verwekte alge meene afkeurig, omdat de armvoogdgbegroo- ting over 1895 door de armvoogden zoo zuinig mogelgk en met de meeste nauw keurigheid was opgemaakt. Met eenparige stemmen werd dan ook besloten aan den Raad te berichten: „Dat het armbestuur met leedwezen kennis had genomen van 't raadsbesluit, dat er van verlaging der subsidie geen sprake kan zyn, tenzy de werkverschaffing, op touw gezet door de afdeeling Opsterland der vereeniging „Door arbeid tot verbetering," ten gevolge mocht hebben, dat er 2500 minder behoeft besteed te worden aan bedeeling." In de eerstvolgende vergadering van den Raad zal het antwoord van het armbestuur ter tafel komen. Bg het gemeentebestuur van 's Hertogen bosch bestaat het plan, aan de Koninginnen als blyk van hulde een geschenk aan te bieden in den vorm van de Kathedraal van St.-Jan in zilver. Verder is besloten eene som van ƒ30,000 uit te trekken voor de aanstaande feesteiyk- heden. Uit Nymegen wordt in verband met het bezoek, dat HH. MM. de Koninginnen wel dra aan het Zuiden van ons land zullen brengen, gemeld, dat door jhr. De Ranitz, den particulieren secretaris van H. M. de Koningin-Regentes, een 40-tal appartementen in het hotel „Keizer Karei" aldaar gereser veerd zgn. HH. MM. zullen verblyven in do zes naast elkander liggende salons op de eerste étage van het hotel, frontzyde, met uitzicht over het schoone Keizer-Karelsplein. To Groningen is de groote St.-Martinus- kerk der R.-K. gemeente in gebruik genomen. Dit trotsche gebouw is geplaatst tegenover de Universiteit en vorderde een kapitaal van 132,000. De leden dezer gemeente schonken door hunne bijdragen acht prachtig beschil derde ramen, ieder van meer dan 1000, een kruisbalk voor 1000 en een tapijt voor het priesterkoor, waarvan alleen de teekening 700 bedraagt en dat door een dames-comité vervaardigd wordt. De nieuwgebouwde synagoge der Neder!. Israël, gemeente in de Lange Houtstraat te Haarlem zal 5 April a. s. worden ingewyd. Blykens by het departement van marine ontvangen bericht, heeft Hr. Ms. korvet „Alkmaar", onder bevel van den benoemden kapitein ter zee J. J. De Bruyne, den 16den dezer Sint-Thomas verlaten, ter voortzetting van de terugreis naar Nederland. (Sts. Ct.) Voor den nieuwen cursus aan de Rgks kweekscholen hebben zich aangegeven to Groningen 123, Haarlem 112, Deventer 103, Nymegen 92, Maastricht 75, Middelburg 72, te zamen 577. Er zijn niet meer dan 125 plaatsen beschikbaar. Voor de kweekschool te Amsterdam hebben zich 106 candidaten aangegeven. De luit. tei zee 1ste kl. J« Cardinaal, behoorende tot de rol van Hr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis en belast met het bevel over Hr. Ms. riviervaartuig „Rhenus," wordt met 4 April a. 8. eervol van dat bevel ontheven, op non-activiteit gesteld en vervangen door den luit. ter zee 1ste kl. P. F. Van der Velden Erdbrink, thans lste offic. aan boord van Hr. Hs. artillerieinstuctie-schip „Bellona." Met gelyken datum worden de luit. ter zee lste kl. W. Van Voss en J. J. "W. H. Van der Toorn geplaatst als lste offic. respect, aan boord van gemeld instructieschip en aan boord van Hr. Ms schoener „Zeehond." De luit. ter zee lste kl. "W. H. Souman, de off. van admin, lste kl. M. 0. De Jong en de offl. machinist 2de kl. J. Smit, allen uitOost- Indiê in Nederland teruggekeerd, zyn op non- activiteit gesteld. Het stoomschip „Amsterdam" vertrok 16 Maart van Nieuw-York naar Rotterdam; de „Gede", van Batavia naar Rotterdam, ver trok 17 Maart van Suez; de „Juno' vertrok 16 Maart van Cadix naar Amsterdam: de „Merapi", van Rotterdam naar Batavia, arri veerde 17 Maart te Southampton. De gewone audiëntiën van de ministers van financiën en van oorlog op 21, en van den minister van marine op 22 dezer, sullen niet worden gehouden. Bg koninklyk besluit it? verleend aar P. D. Wijkhuizen, gewezen bewaarder lste kl. in het huis van bewaring te Haarlem, een pensioen van ƒ163 'sjaars. Aan den baas der smeden bg 's Rgks werf te Willemsoord, M. Hopmans, ter zake van meer dan 65-jarigen leeftyd, met ingang van 1 April a. s., eervol ontslag uit's Ryks dienst verleend. Twee Wapens. Dat Dirk Haspels, evengoed ais andere, minder begaafde natuurgenooten, een stel beenen en voeten heeft, is niet meer dan biliyk, maar als het goed was, moest dat stel dan ook verheven zgn boven rheumatiek, influenza en andere onartistieke aandoeningen Nu is hot, tot schade van de kunst, eeno gehrakki^e inrichting in de natuur. Neem byv. 22) - Aladdins lamp is hier niets by, dacht hy by zichzelven. Het benieuwt me, wat lord Kenny er Tan zou zeggen, als ik hem alles vertelde. Maar hy mag er niets van hooren. Ik zal het geheim van myn rykdom aan niemand openbaren. Nu kan ik met Hilda trouwen. Zou ik het haar vertellen? Neen! Ik geloof, dat dit minder wys zou zyn. Vrouwen kunnen geen geheim bewaren. Hilda mocht het eens aan haar vader vertellen; dit zou hetzelfde zyn, of het reeds in alle kranten stond. Ik zal het een of ander verhaaltje moeten opdisschen, als men my vragen mocht, hoe ik aan dat geld gekomen ben, en waarom Janshah my als myn schaduw volgt. VIII. Trouwe liefde. Tot zoover was alles volkomen naar wensch gegaan, en Wilfred zag volstrekt niet in, waarom hy nu niet met Hilda zou kunnen trouwen. Hy had zich voorgenomen lord Kenny een bezoek te brengen, om hom mee te deelen, dat hy nu een ryk man was. Dit was zeker zeer gemakkelyk; maar niet zoo gemakkeiyk zou het hem vallen, uit te leggen, hoe hy aan dat geld gekomen was. Hy wenschte zyn avontuur geheim te houden voor lord Kenny en Hilda, omdat hy er sterk aan twy- lelde, of zy zoo'n fantastisch verhaal wel ooit zouden gelooven. Hilda, die hem haar geheels vertrouwen geschonken had, zou het nog kunnen doen, maar lord Kenny was te zeer man van de wereld, om geloof te hechten aan zulke fabels. En Wilfred wenschte tevens bet geheim van den ring te bewaren, omdat hy liever geen leger van vyanden tegen zich in 't harnaB wilde jagen, die, mocht het blyken dat zyn verhaal op waarheid gegrond was, geen middel onbeproefd zouden laten, om hem den talisman te ontrukken. Behalve hyzelvon was majoor Measurby de eenige man, die zyn geheim kende, en Wilfred vreesde geens zins, dat de majoor niet het diepsle stil zwegen zou bewaren omtrent deze zaak, en wel om twee redenen. Ten eerste zou hy niet gaarne erkennen, dat hy het onderspit had gedolven, en ten tweede zou hy er wel op passen, dat niet door zyn eigen toedoen het geheim van den ring aan nög meer lieden bekend werd. Als Wilfred de dwaasheid mocht begaan, de waarheid openbaar te maken, voorzag hy, dat zulk een wonderverhaal oogenblikkelyk In alle couranten zou worden opgenomen, en dat de gevolgen daarvan nog niet te overzien zouden zyn. Iedereen zou den ring willen zien, en als ds regeering eenmaal wist, dat er ergens in Indië zulk een schat verborgen moest zyn, zou ze dien zeker opeiscben. Daar Wilfred zeer goed begreep, dat lord Kenny hem de noodige vragen zou doen, verzon hy een verhaaltje, dat, naar hy dacht, dien achterdochtigen ouden heer tevreden zou stellen. De held van dit verhaal was esn oom, 't idee was niet oorspronkeiyk, die jaren geleden naar Indië wa3 gegaan, en het zóó druk bad gehad met het maken van zyn fortuin, dat hy zyne bloedverwanten in Engeland glad vergeten had. Daarop was by gestorven en had by zyn geld nagelaten aan zyn neef; hoe deze denkbeeldige oom te weten gekomen was, dat by een neef ryk wa3, trachtte Wilfred niet eens uit te leggen. Hy hoopte dat lord Kenny Diet al te veel critiek mocht uitoefenen en de historie voor goede munt aannemen zou, daar by hem terstond zou kunnen overtuigen van het feit, dat het geld er was. In geval vader en dochter echter aan zyn woorden mochten twyfelen, dan kon hy voldoende bewyzen overleggen in klinkende munt, en tegen zulke bewysgronden is niemand opgewassen. Zy konden nimmer de ware toedracht der zaak raden, omdat deze zoo fantastisch was, dat niemand, behalve een opiumschuiver, zoo iets zou kunnen droomen. Toen hy het huis van lord Kenny naderde, maakte zich plotseling een groote onrust van hem meesterHilda kon haar jawoord reeds aan Denham geschonken hebben. Hy had haar gesmeekt, de zaak nog eenigen tyd uit te stelleD, iu den brief, waarin hy tevens ge zinspeeld had op de mogelykheid, dat de zaken nog een gunstige wending konden nemen; maar hy had geen antwoord van haar ont vangen. Hy wist dus niet, hoe zy gehandeld had: of zy het aanzoek van sir Richard had doen uitstellen, of dat zy, onder den invloed van haars vaders sterken wil, haar hand gegeven had aan een man, dien zy niet beminde. Wilfred versnelde den pas, om zoo spoeuig xnugwvjtw uil uuze onzekerheid verlost te worden. Lord Kenny en Hilda waren beiden thuis, en daar hy het beter oordeelde, eerst den vader op alle punten tevreden te stellen, zond Wilfred liern zyn kaartje, met verzoek of hy hem even over een dringende zaak zou mogen spreken. Daar lord Kenny er in de verste verte niet aan dacht, dat Dacre trachten zou de quaestie, die zy den dag te voren hadden afgehandeld, te hervatten, gaf hy een bevestigend antwoord, en liet hy Wilfred niet lang op hem wachten in het salon, waar de joDge man zich bevond. Lord Kenny heette hem, wel wat styf, maar vol strekt niet onvriendeiyk, welkom, omdat hy werkeiyk medeiyden gevoelde met het jonge paartje. Als Wilfreds armoede hem niet een onoverkomelyken hinderpaal had toegeschenen, zou hy hem oneindig liever als schoonzoon hebben aangenomen dan sir Richard Denham. De vader van laatstgenoemde was ryk ge worden in den handel en Wilfred was van veel hooger afkomst; alleen omdat hy zyn dochter een ryk huweiyk wilde doeD sluiten, had hy Wilfred afgewezen. Zooals de zaak echter op het oogenblik stond, gaf hy de voorkeur aan Denham, en geraakte daarom een weinig uit zyu humeur, toen bet hem duidelyk werd, dat Wilfred alle hoop nog niet verloren gaf. Wilfred groette den ouden heer vriendeiyk, alsof hy niets van dienB styve houding op merkte, en zeide daarop: Zooals u ziet, geef ik den moed nog niet op. Verkeert ge niet in een kleine dwaling, meneer Dacre? vroeg lord KeDny, minzaam. Ik verbeeldde my, dat de zaak afgehandeld was, Zeker. Maar, ge ziet, mynheer, er ia iets gebeurd, dat my weer in staat stelt, my nog eens tot u te wenden. Hoe nul Hebt ge Aladdins lamp nu reeds gevonden Terwyi hy dit vroeg, lag er zulk een spot tende glimlach op zyn gelaat, dat Willred niets liever had willeD doen dan hem de vollo waarheid te vertellen. Dit zou echter minder verstandig geweest zyn; hy verzweeg dus de ware toedracht der zaak, die op 't oogen blik toch byzonder veel op een fabel zou geleken hebben, en begon zyne met zorg ge prepareerde leugens op te disschen. Neen, mylord 1 De eeuw van wonderen is voorby, maar ik heb iets gevonden, dat beter is dan een wonderlamp- een vermogen. Ik feliciteer je, zei lord Eenny, een bloedverwant gestorven? Jawel, een oom van my, die in Indië was en van wien ik nooit iets gehoord had, is een poosje geleden gestorven; gisteravond vernam ik eerst, dat hy my zyn geheels vermogen heeft vermaakt. Het verhaal begon lord Kenny belang in te boezemen. Ooms zyn spreekwoordelijk ryk, en het vermogon van een Indischea nabob is over 't algemeen fabelachtig. Hy ken nauweiyks rustig blyven zitten, omdat hij gaarne wilde weten hoe groot het vermogen was, maar het niet op den man af durfde vragen, Wilfred bemerkte, wat er in hem omgiDg, en hervatte het gesprek. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1