N°. 10759.
Woensdaa SO Maart.
A#. 1895.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
DE TOOVERRING.
LEIBSCH
DAG-BIAB.
PEIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
Franco per post 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTTËN
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt 0.05 berekend.
Officiëele Kennisgevingen.
Do Burgemeeater van Leiden herinnert aan hen,
iie zich voor hot aanstaande eeizoen 1895/96 in het
bezit wensohen te zien van Jacht en viBch-
akten of wel van eene koatelooze vergunning tot
uitoefening der vissoherij, dat de blanco verzoek-
Bcbriften ter bekoming daarvan gratis verkrijg
baar zijn ter Gemeente-Secretarie, alwaar zg, behoorlijk
ingevuld en onderteekend, vóór den 15den April
a. b. moeten terugbezorgd zijn, ten einde aan den
Commissaris der Koningin in deze provincie te
worden ingezonden.
Tevens wordt aan belanghebbenden herinnerd,
dat blanco verzoekschriften tot het bekomen van
buitengewone maohtiging tot het verdrijven van
schadelijk gevogelte met pistoolschoten, het schieten
van konijnen on ander eohadolijk gedierte en het
vissollen als het water met ijs bedekt is, mode
gratis ter Gemeente-Socretarie ter invulling ver-
kiijgbaar zijn gosteld.
Leiden, De Burgemeeater voornoemd,
18 Maart IMS. F. WAS.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden;
Gelet op art. 201 der Algemeene politieverordening
van don 6den November 1879, waarbij wordt bepaald,
dat ten minste tweemaal in het jaar, en wel eens
in het voor- en eons in bet najaar, op kennisgeving
van Burgemeester en Wethouders, schoorsteenen en
stookplaatsen gereinigd moeten worden, noodigen
do ingezetenen uit aan de bedoelde remiging van
schoorsteenen en stookplaatsen gevolg te geven.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
18 Maait 1895. E. KIBT, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien het adres van doö directeur van het
physiolog ech laboratorium, houdende verzoek om
vergunning tot plaatsing van een gasmotor van 6l/4
paardekraoht i het gebouw van genoemd labora
torium aan de ZoDneveldeteeg, hoek Langobrug;
Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875
(Staatsblad No. 95);
Geven bij deze kennis aan het publiek dat ge
noemd verzoek met de bplagen op de Secretarie
dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmode dat op
Maandag 1 April a. s., 'e voormiddags te elf uren,
op het .Raadhuis, gelegenheid zal worden gegoven
om bezwaren tegen dat verzoek in to brengen.
Burgemeester on Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
18 Maart 1895. E. KIST, Secretaris.
Leiden, 19 Maart.
Het Leidsch Studenten-tooneel zal a. e.
Donderdag-avond in den foyer der Stadszaal
eene voorstelling gevenr waarop wg de aan
dacht vestigen. Zg zal bestaan uit een cau
serie van mr. G. S. Brantsma, eerelid van
het L. S.-T., over verschillende tooneelzaken,
eene causerie, die in verschillende plaatsen
reeds gehouden is en zeer gunstig gecritiseerd.
Verder bestaat de uitvoering uit eenige voor
drachten van mr. Brantsma en tot slot zal
door eenige leden eeu klein blijspel worden
uitgevoerd.
De Vereeniging voor Christelijk Onderwijs
ten behoeve van On- en Minvermogenden
alhier staat aan het einde van haar boekjaar
1894 voor eon tekort van 1660.
Benoemd is tot hoofd der op te richten
bewaarschool te Krommenie, mej. M. IJpes,
onderwijzeres te Leiden.
Voor het examen in d« nuttige hand
werken is geslaagd mej. H. Landzaat, alhier.
Er bestaat gelegenheid tot verzending
der correspondentie naar Nieuw York, door
middel van het stoomschip „Obdam", van
Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore al
hier moeten de brieven, enz. uiterlijk heden
avond om 10.40 bezorgd zijn.
Men schrijft ons uit Oegstgeest; Heden
ontvingen wjj het treurig bericht, dat onze
hooggeachte ambachtsvrouw mevrouw de
douairière Gevers van Endegeest, geboren
Deutz van Assendelft, in den ouderdom van
ruim 87 jaar te 's-Gravenbage is overleden.
Voor de gemeente, voor velen barer ingezetenen
en voor de Ned.-Herv. gemeente en vele andere
instellingen is dit zeker een zware slag. "Werd
hulp of bijstand voor eene of andere liefdadige
instelling of voor een behoeftig gezin of per
soon bij haar gevraagd, men klopte nooit
tevergeefs aan, ofschoon het vragen dikwijls
veelvuldig voorkwam. Ook om haar innemend
karakter droeg zg de sympathie van velen en
toen in 1887, bg gelegenheid van haar 80sten
geboortedag, feest werd gevierd, was de feest
vreugde algemeen; rgk en arm, jong en oud
deelden in de vreugde. Geen wonder dus, dat
Oegstgeest treurt.
Aan het verslag van den directeur der
Rotterdamsche Tramweg-Maatschappij, te Rot
terdam, over het jaar 1894, uit te brengen in
de algemeene vergadering van aandeelhouders
op den 29sten dezer, is het volgende ont
leend:
Het personeel telde op ulto. Dec. 1894 428
personen, tegen 421 een jaar te voren Het
kapitaal bleef onveranderd. Voor uitbreidingen
werd 23,668.17 uitgegeven, waarvan
ƒ11,671.68 voor weg en werken en bjjbe-
hoorend magazijn; ƒ6,216.12 voorgebouwen
en erven; 4,852.20 voor tramwagens, omni
bussen en voertuigen, en 1,928.27 voor
werktuigen, meubelen, stalbehoeften, tuigen,
enz. Afgeschreven werd in 1894 ƒ81,938.99
(tegen 79,302.58% in 1893) en sedert den
aanvang der exploitatie in 1879 ƒ954.560.43.
Het reservefonds is in 1894 toegenomen
met ƒ8,181.80, tot 59,988.Ol1/,, waarvan
51,047.40 belegd is.
Voor 291 beambten bedroog de storting in
het pensioen-, zieken- en ondersteuningsfonds
van do Muatschappy in 1894. 3800.81 (togon
3174.31 voor 269 beambten in 1893), en
door de beambten 3429.99 (tegen 3212.10).
Voor 77 beambten, niot-leden van het pensioen
fonds, is over het tijdvak 1818 tot en met
1893 6363.23 op do spaarbank geplaatst,
waarvan de helft door de Maatschappij is bij
gedragen. Over 1894 wordt dit bedrag vermeer
derd met 1400 88.
Het reizigersvorvoer heeft opgebrachtop do
paardentramlijnen te Rotterdam 352,175.10;
op den stoomtramweg Rotterdam Schiedam
ƒ97,756.2674; op den paardentram weg te
Leiden 30,534,7972; Rotterdam Ouwerschie
10,032.6874; Dordrecht ƒ11,638.73 en Hoorn-
Enkhuizen ƒ19,794.2271, totaal ƒ521,931.80.
Aan abonnementen, vervoer van stedelijke
ambtenaren, enz. werd 2549.70 ontvangen,
vormende een totaal van 524,481.50, tegen
ƒ516,748.0674 in 1893. Voor alle diensten
te zamen bedroeg het aantal vervoerde rei
zigers 6,585,491.
Terwijl uit het vervoer van reizigers, goe
deren en bagage op alle lijnen te zamen
ƒ527,616.60 ontvangen is, werd uit de
camionage 226,042.677> verkregen; uit
verkoop van mest ƒ6231.30; en uit adver-
tentiën 3448.20, zoodat, met mederekening
van het saldo ad ƒ668.4971 uit. 1893, de
totale ontvangst 764,007.27 bedraagt. Daar
staat aan uitgaven 546,124.72 tegenover,
zoodat er als saldo winst ƒ217,882,55 blijft.
Hieruit wordt betaald een dividend van 97s
pCt. (ƒ95,000); voor afschrijving gebruikt
ƒ81,938.99; in het reserve-fonds gestort
ƒ8181.80, en aan tantièmes uitbetaald
ƒ28,636.35, zoodat er een onverdeeld saldo
van 4125.41 overblijft op nieuwe rekening.
Naar wg uit Antwerpen vernemen, zijn
de volgende Nederlanders naar aanleiding van
de tentoonstelling aldaar benoemd tot ridder
in de Leopoldsorde: C. N. J. Moltzer J. Ezn.,
mr. Tb. Stuart, mr. J. H. L. Bergsma, Allred
Daniels, mr. A. J. E. A. Bik, H. F. Bultman,
J. H. Krelage, dr. D. De Loos (te Leiden),
C. T. J. Louis Rieber, Willem Prins, J. E.
Scholten, J. C. Van Marken, A. F. Insinger,
vice consul van België te Amsterdam, en J. De
Kuyper, onze consul te Antwerpen.
Ook de beer Rudolf Lohmann te Amsterdam,
consul-generaal van Griekenland, is benoemd
tot ridder in de Leopolds orde. {Hbl.)
De heer W. P. Groeneveldt, vice presi
dent van den Raad van Ned. Indiü, wordt
weldra met zijn gezin hier te lande terug
verwacht.
De commissie van rapporteurs uit de
Tweede Kamer over de „Veiligheidswet" zal
hedenavond in het gebouw der Kamer een
conferentie houden met don betrokken minister.
Als toekomstig pauselgk nuntius te
Brussel opvolger van mgr. Nava di Bontifé,
die zijn benoeming tot aartsbisschop van
Catania, op Sicilië, heeft ontvangen, worden
o. a. genoemd mgr. Rinaldini, substituut van
den kardinaal staatssecretaris, vroeger audi
teur aan de nuntiatuur te Brussel en daarna
internuntius te 's-Gravenhage, en ook do
tegenwoordige internuntius b(j ons Hof, mgr.
Lorenzelli.
Namona Hart» Majesteit de Koningin Is,
op last van Hare Majesteit de Koningin-
Regentes, aan de Maatschappij van Weldadig
heid eene som groot ƒ500 geschonken.
Tot deskundigen b(j de voorjaarsonder
wijzersexamens in Zuid-Holland zgn benoemd
de heeren F. Van Werkum, leeraar b\j het
M. O. te Dordrecht, en M. Mulders, hoofd der
school te Zwgndrecht.
H. M. de Koningin-Regentes heeft zich
belangstellend doen inlichten omtrent den
gezondheidstoestand van jhr. F. De Casembroot.
Scheveningen heeft een zijner moest ge
achte ingezetenen door den dood verloren,
nl. den reeder W. Groen, die tevens een
uitgebreide zaak bezat op het gebied van
zeilmakerij, smedery en taandery.
In tegenwoordigheid van vele belang
stellenden annvaardde dr. M. Straub, de nieuw
benoemde hoogleeraar in de oogheelkunde,
te Amsterdam, gistermiddag om 3!/4 uur in
de Aula der Universiteit zyn ambt met het
uitspreken eener rede over „de vorming der
geneeskundigen."
De plechtigheid werd bijgewoond door vry
veel dames, den burgemeester, de wethouders
Van Lennep, Treub en Schölvinck, den curator
dr. Zeeman, vele professoren, doctoren en
talryke studenten, o. a. de bestuursleden van
Corps en Bond.
Met 9 tegen 6 stemmen heeft de ge
meenteraad van Weststellingwerf de voor
stellen van B. en Ws. over de wyziging der
gemeentebegrooting voor 1895 aangenomen
en besloten in geen hooger beroep te komen.
Het lid Eisma verwyderde zich vóór de
stemming.
Tusschen het burgeriyk Armbestuur en
den gemeenteraad van Opsterland (Fr.) is
een conflict ontstaan over 't bedrag der
subsidie. Naar aanleiding eener resolutie van
Gedeputeerde Staten besloot de gemeenteraad,
om de begrooting over 1895 sluitend te
krygen o. a. tot verlaging van de subsidie
aan 't Armbestuur, en wel in die mate, dat
de subsidie van 44,500 werd verlaagd tot
42,000.
Zaterdag jl. vergaderden de armbestuurders
en vertegenwoordigden 14 afdeelingen, daar
allen tegenwoordig waren.
De voorzitter deed modedeeling van 't raads
besluit, houdende bericht dat de subsidie met
2500 was verminderd. Dit verwekte alge
meene afkeurig, omdat de armvoogdgbegroo-
ting over 1895 door de armvoogden zoo
zuinig mogelgk en met de meeste nauw
keurigheid was opgemaakt. Met eenparige
stemmen werd dan ook besloten aan den
Raad te berichten:
„Dat het armbestuur met leedwezen kennis
had genomen van 't raadsbesluit, dat er van
verlaging der subsidie geen sprake kan zyn,
tenzy de werkverschaffing, op touw gezet
door de afdeeling Opsterland der vereeniging
„Door arbeid tot verbetering," ten gevolge
mocht hebben, dat er 2500 minder behoeft
besteed te worden aan bedeeling."
In de eerstvolgende vergadering van den
Raad zal het antwoord van het armbestuur ter
tafel komen.
Bg het gemeentebestuur van 's Hertogen
bosch bestaat het plan, aan de Koninginnen
als blyk van hulde een geschenk aan te bieden
in den vorm van de Kathedraal van St.-Jan
in zilver.
Verder is besloten eene som van ƒ30,000
uit te trekken voor de aanstaande feesteiyk-
heden.
Uit Nymegen wordt in verband met het
bezoek, dat HH. MM. de Koninginnen wel
dra aan het Zuiden van ons land zullen
brengen, gemeld, dat door jhr. De Ranitz,
den particulieren secretaris van H. M. de
Koningin-Regentes, een 40-tal appartementen
in het hotel „Keizer Karei" aldaar gereser
veerd zgn. HH. MM. zullen verblyven in
do zes naast elkander liggende salons op de
eerste étage van het hotel, frontzyde, met
uitzicht over het schoone Keizer-Karelsplein.
To Groningen is de groote St.-Martinus-
kerk der R.-K. gemeente in gebruik genomen.
Dit trotsche gebouw is geplaatst tegenover
de Universiteit en vorderde een kapitaal van
132,000. De leden dezer gemeente schonken
door hunne bijdragen acht prachtig beschil
derde ramen, ieder van meer dan 1000, een
kruisbalk voor 1000 en een tapijt voor het
priesterkoor, waarvan alleen de teekening
700 bedraagt en dat door een dames-comité
vervaardigd wordt.
De nieuwgebouwde synagoge der Neder!.
Israël, gemeente in de Lange Houtstraat te
Haarlem zal 5 April a. s. worden ingewyd.
Blykens by het departement van marine
ontvangen bericht, heeft Hr. Ms. korvet
„Alkmaar", onder bevel van den benoemden
kapitein ter zee J. J. De Bruyne, den 16den
dezer Sint-Thomas verlaten, ter voortzetting
van de terugreis naar Nederland. (Sts. Ct.)
Voor den nieuwen cursus aan de Rgks
kweekscholen hebben zich aangegeven to
Groningen 123, Haarlem 112, Deventer 103,
Nymegen 92, Maastricht 75, Middelburg 72,
te zamen 577. Er zijn niet meer dan 125
plaatsen beschikbaar.
Voor de kweekschool te Amsterdam hebben
zich 106 candidaten aangegeven.
De luit. tei zee 1ste kl. J« Cardinaal,
behoorende tot de rol van Hr. Ms. wachtschip
te Hellevoetsluis en belast met het bevel over
Hr. Ms. riviervaartuig „Rhenus," wordt met
4 April a. 8. eervol van dat bevel ontheven,
op non-activiteit gesteld en vervangen door
den luit. ter zee 1ste kl. P. F. Van der Velden
Erdbrink, thans lste offic. aan boord van Hr.
Hs. artillerieinstuctie-schip „Bellona."
Met gelyken datum worden de luit. ter zee
lste kl. W. Van Voss en J. J. "W. H. Van der
Toorn geplaatst als lste offic. respect, aan boord
van gemeld instructieschip en aan boord van
Hr. Ms schoener „Zeehond."
De luit. ter zee lste kl. "W. H. Souman, de
off. van admin, lste kl. M. 0. De Jong en de
offl. machinist 2de kl. J. Smit, allen uitOost-
Indiê in Nederland teruggekeerd, zyn op non-
activiteit gesteld.
Het stoomschip „Amsterdam" vertrok
16 Maart van Nieuw-York naar Rotterdam;
de „Gede", van Batavia naar Rotterdam, ver
trok 17 Maart van Suez; de „Juno' vertrok
16 Maart van Cadix naar Amsterdam: de
„Merapi", van Rotterdam naar Batavia, arri
veerde 17 Maart te Southampton.
De gewone audiëntiën van de ministers
van financiën en van oorlog op 21, en van
den minister van marine op 22 dezer, sullen
niet worden gehouden.
Bg koninklyk besluit it? verleend aar
P. D. Wijkhuizen, gewezen bewaarder lste kl.
in het huis van bewaring te Haarlem, een
pensioen van ƒ163 'sjaars.
Aan den baas der smeden bg 's Rgks werf
te Willemsoord, M. Hopmans, ter zake van
meer dan 65-jarigen leeftyd, met ingang van
1 April a. s., eervol ontslag uit's Ryks dienst
verleend.
Twee Wapens.
Dat Dirk Haspels, evengoed ais andere,
minder begaafde natuurgenooten, een stel
beenen en voeten heeft, is niet meer dan
biliyk, maar als het goed was, moest dat stel
dan ook verheven zgn boven rheumatiek,
influenza en andere onartistieke aandoeningen
Nu is hot, tot schade van de kunst, eeno
gehrakki^e inrichting in de natuur. Neem byv.
22)
- Aladdins lamp is hier niets by, dacht
hy by zichzelven. Het benieuwt me, wat
lord Kenny er Tan zou zeggen, als ik hem
alles vertelde. Maar hy mag er niets van
hooren. Ik zal het geheim van myn rykdom
aan niemand openbaren. Nu kan ik met Hilda
trouwen. Zou ik het haar vertellen? Neen!
Ik geloof, dat dit minder wys zou zyn. Vrouwen
kunnen geen geheim bewaren. Hilda mocht
het eens aan haar vader vertellen; dit zou
hetzelfde zyn, of het reeds in alle kranten
stond. Ik zal het een of ander verhaaltje
moeten opdisschen, als men my vragen mocht,
hoe ik aan dat geld gekomen ben, en waarom
Janshah my als myn schaduw volgt.
VIII.
Trouwe liefde.
Tot zoover was alles volkomen naar wensch
gegaan, en Wilfred zag volstrekt niet in,
waarom hy nu niet met Hilda zou kunnen
trouwen. Hy had zich voorgenomen lord
Kenny een bezoek te brengen, om hom mee
te deelen, dat hy nu een ryk man was. Dit
was zeker zeer gemakkelyk; maar niet zoo
gemakkeiyk zou het hem vallen, uit te leggen,
hoe hy aan dat geld gekomen was. Hy wenschte
zyn avontuur geheim te houden voor lord
Kenny en Hilda, omdat hy er sterk aan twy-
lelde, of zy zoo'n fantastisch verhaal wel ooit
zouden gelooven. Hilda, die hem haar geheels
vertrouwen geschonken had, zou het nog
kunnen doen, maar lord Kenny was te zeer
man van de wereld, om geloof te hechten aan
zulke fabels. En Wilfred wenschte tevens bet
geheim van den ring te bewaren, omdat hy
liever geen leger van vyanden tegen zich in
't harnaB wilde jagen, die, mocht het blyken
dat zyn verhaal op waarheid gegrond was,
geen middel onbeproefd zouden laten, om hem
den talisman te ontrukken. Behalve hyzelvon
was majoor Measurby de eenige man, die
zyn geheim kende, en Wilfred vreesde geens
zins, dat de majoor niet het diepsle stil
zwegen zou bewaren omtrent deze zaak, en
wel om twee redenen. Ten eerste zou hy
niet gaarne erkennen, dat hy het onderspit
had gedolven, en ten tweede zou hy er wel
op passen, dat niet door zyn eigen toedoen
het geheim van den ring aan nög meer lieden
bekend werd. Als Wilfred de dwaasheid mocht
begaan, de waarheid openbaar te maken,
voorzag hy, dat zulk een wonderverhaal
oogenblikkelyk In alle couranten zou worden
opgenomen, en dat de gevolgen daarvan nog
niet te overzien zouden zyn. Iedereen zou
den ring willen zien, en als ds regeering
eenmaal wist, dat er ergens in Indië zulk een
schat verborgen moest zyn, zou ze dien zeker
opeiscben.
Daar Wilfred zeer goed begreep, dat lord
Kenny hem de noodige vragen zou doen,
verzon hy een verhaaltje, dat, naar hy dacht,
dien achterdochtigen ouden heer tevreden
zou stellen. De held van dit verhaal was esn
oom, 't idee was niet oorspronkeiyk,
die jaren geleden naar Indië wa3 gegaan, en
het zóó druk bad gehad met het maken van
zyn fortuin, dat hy zyne bloedverwanten in
Engeland glad vergeten had. Daarop was by
gestorven en had by zyn geld nagelaten aan
zyn neef; hoe deze denkbeeldige oom te
weten gekomen was, dat by een neef ryk
wa3, trachtte Wilfred niet eens uit te leggen.
Hy hoopte dat lord Kenny Diet al te veel
critiek mocht uitoefenen en de historie voor
goede munt aannemen zou, daar by hem
terstond zou kunnen overtuigen van het feit,
dat het geld er was. In geval vader en dochter
echter aan zyn woorden mochten twyfelen,
dan kon hy voldoende bewyzen overleggen in
klinkende munt, en tegen zulke bewysgronden
is niemand opgewassen. Zy konden nimmer
de ware toedracht der zaak raden, omdat
deze zoo fantastisch was, dat niemand, behalve
een opiumschuiver, zoo iets zou kunnen
droomen.
Toen hy het huis van lord Kenny naderde,
maakte zich plotseling een groote onrust van
hem meesterHilda kon haar jawoord reeds
aan Denham geschonken hebben. Hy had haar
gesmeekt, de zaak nog eenigen tyd uit te
stelleD, iu den brief, waarin hy tevens ge
zinspeeld had op de mogelykheid, dat de zaken
nog een gunstige wending konden nemen;
maar hy had geen antwoord van haar ont
vangen. Hy wist dus niet, hoe zy gehandeld
had: of zy het aanzoek van sir Richard
had doen uitstellen, of dat zy, onder den
invloed van haars vaders sterken wil, haar
hand gegeven had aan een man, dien zy niet
beminde. Wilfred versnelde den pas, om zoo
spoeuig xnugwvjtw uil uuze onzekerheid verlost
te worden. Lord Kenny en Hilda waren beiden
thuis, en daar hy het beter oordeelde, eerst
den vader op alle punten tevreden te stellen,
zond Wilfred liern zyn kaartje, met verzoek
of hy hem even over een dringende zaak
zou mogen spreken. Daar lord Kenny er in
de verste verte niet aan dacht, dat Dacre
trachten zou de quaestie, die zy den dag te
voren hadden afgehandeld, te hervatten, gaf
hy een bevestigend antwoord, en liet hy
Wilfred niet lang op hem wachten in het
salon, waar de joDge man zich bevond. Lord
Kenny heette hem, wel wat styf, maar vol
strekt niet onvriendeiyk, welkom, omdat hy
werkeiyk medeiyden gevoelde met het jonge
paartje. Als Wilfreds armoede hem niet een
onoverkomelyken hinderpaal had toegeschenen,
zou hy hem oneindig liever als schoonzoon
hebben aangenomen dan sir Richard Denham.
De vader van laatstgenoemde was ryk ge
worden in den handel en Wilfred was van
veel hooger afkomst; alleen omdat hy zyn
dochter een ryk huweiyk wilde doeD sluiten,
had hy Wilfred afgewezen. Zooals de zaak
echter op het oogenblik stond, gaf hy de
voorkeur aan Denham, en geraakte daarom
een weinig uit zyu humeur, toen bet hem
duidelyk werd, dat Wilfred alle hoop nog
niet verloren gaf.
Wilfred groette den ouden heer vriendeiyk,
alsof hy niets van dienB styve houding op
merkte, en zeide daarop:
Zooals u ziet, geef ik den moed nog
niet op.
Verkeert ge niet in een kleine dwaling,
meneer Dacre? vroeg lord KeDny, minzaam.
Ik verbeeldde my, dat de zaak afgehandeld was,
Zeker. Maar, ge ziet, mynheer, er ia
iets gebeurd, dat my weer in staat stelt,
my nog eens tot u te wenden.
Hoe nul Hebt ge Aladdins lamp nu reeds
gevonden
Terwyi hy dit vroeg, lag er zulk een spot
tende glimlach op zyn gelaat, dat Willred
niets liever had willeD doen dan hem de vollo
waarheid te vertellen. Dit zou echter minder
verstandig geweest zyn; hy verzweeg dus
de ware toedracht der zaak, die op 't oogen
blik toch byzonder veel op een fabel zou
geleken hebben, en begon zyne met zorg ge
prepareerde leugens op te disschen.
Neen, mylord 1 De eeuw van wonderen
is voorby, maar ik heb iets gevonden, dat
beter is dan een wonderlamp- een vermogen.
Ik feliciteer je, zei lord Eenny, een
bloedverwant gestorven?
Jawel, een oom van my, die in Indië
was en van wien ik nooit iets gehoord had,
is een poosje geleden gestorven; gisteravond
vernam ik eerst, dat hy my zyn geheels
vermogen heeft vermaakt.
Het verhaal begon lord Kenny belang in
te boezemen. Ooms zyn spreekwoordelijk
ryk, en het vermogon van een Indischea
nabob is over 't algemeen fabelachtig. Hy ken
nauweiyks rustig blyven zitten, omdat hij
gaarne wilde weten hoe groot het vermogen
was, maar het niet op den man af durfde
vragen, Wilfred bemerkte, wat er in hem
omgiDg, en hervatte het gesprek.
(Wordt vervolgd.)