N°. 10757.
Maandag; 18 Maart.
A°. 1895.
feze (gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
DE TOOVERRSf^C.
LEIDSCH
DAdELAD
PRIJS DEZER COURANT;
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post n 1-40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17|. Grootero
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Derde Blad.
Groote vijf-jaarlijksche bloementen
toonstelling to Haarlem.
In de volgende week zal na een rustpoos
van vyf jaar weder een dier groote tentoon
stellingen van bloeiende bolgewassen worden
gehouden, welke steeds zoovele vreemdelingen,
zoowel vakmannen als liefhebbers, niet alleen
uit ons land, maar ook van over de grenzen
naar de Spaarnestad lokken. En terecht l Want
door de scherpe mededinging, die de meest
bekende firma's op het gebied van den Haar-
lemschen bollenhandel elkander onderling aan
doen, is men vooraf verzekerd dat alleen het
voortreffelijkste door de inzenders waardig
wordt gekeurd om tentoongesteld te wor
den en dat de eischen, die men zichzelf
stelt, zeer hoog zijn, zoodat de kenner zich
vast verheugen mag op een alleszins fraai
geheel, dat ook in zijn kleinste onderdeelen
een nauwkeurig onderzoek kan doorstaan.
Evenals bij vroegere gelegenheden zal deze
bloemententoonstelling gebonden worden in de
groote zaal en verdere lokalen van de sociëteit
„De Vereeniging", te Haarlem, die zich voor
dat doel zoo bij uitstek leent. Het programma
behelst 132 wedstrijden, waarvan 20 voor hya
cinten, 22 voor tulpen, 12 voor narcissen,
terwijl de overige betrekking hebben op die
lange reeks van verschillende bol- en knolge
wassen, welke juist tegenwoordig meer en
meer in den smaak vallen. Ook bouquetten en
versieringen worsen in het programma ge
vraagd, mits uitsluitend samengesteld uit
bloemen, van bol-en knolgewassen afkomstig.
Onder de uitgeloofde prfizen zyn 25 gouden
medailles en eenige hondorden zilver-vergulde,
zilveren en bronzen medailles, benevens ver
scheidene extra-promiën.
Vooraan in de rU der schenkers van me
dailles staat Hare, Majesteit de Koningin-
Regentes, die van Hare Hooge belangstelling
blijk gaf door een gouden medaille met de
Deeltenis van H. M. de Koningin beschikbaar
te stellen. Het hoofdbestuur der Algemeene
Vereeniging voor Bloemtollencultuur, waarvan
gelfjk bekend is deze tentoonstelling uitgaat,
heeft bepaald dat deze medaille zal ten deel
vallen aan den inzender, die het meest tot
het welslagen der tentoonstelling zal hebben
medegewerkt. De gemeente Haarlem schonk
4 gouden medailles, en tal van autoriteiten,
vereenigingen en particulieren gaven op gelyka
wijze van hun belangstelling blijk.
De jury, die uit ervaren vakmannen gekozen
is, zal als proef enkele inzendingen hebben
te beoordeelen naar punten, welke van te
voren in het programma zijn bekend gemaakt.
De uitslag dezer proefneming wordt door
vakmannen met belangstelling tegemoet gezien.
Ieder die zich voor onzen nationalen tuinbouw
en vooral voor de zoo uitgebreide Haarlem-
sche culturen interesseert, verzuime niet deze
tentoonstelling te bezoeken, die opnieuw zal
kunnen bewijzen dat Haarlem en omstreken
terecht een wereldvermaarden naam heeft op
dit gebied, waarvan zij haar monopulie steeds
heeft weten te handhaven.
De tentoonstelling zal Vrijdag 22 Maart te
één uur feestelijk worden geopend en daarna
tot den volgenden Dinsdag te bezichtigen zijn.
Gemengd Nieuws.
De geniewerken in Haarlemmer
meer zijn te Hoofddorp weer in vollen gang.
Nauwelijks was de felle vorst geëindigd, of
het reeds begonnen werk, het graven der
fundeering voor den bouw van een ammunitie-
magazijn, werd met kracht voortgezet, zoo jat
men spoedig tot den bouw kan overgaan.
Mocht na het einde dier werkzaamheden met
het pantseren der aardenforten begonnen
worden, dan is voor den werkman in Haar
lemmermeer weer veel werk in 't verschiet.
Dit is trouwens ook hoog noodig, want de
langdurige winter heeft aldaar veel armoede
veroorzaakt. Het Armbestuur te Haarlemmer
meer heeft dezen winter een moeilijke taak
gehad. De gewone subsidie bleek ontoereikend
te zijn, zoodat ze met f 400 werd overschreden.
Over 1894 bedroeg die subsidie f 10,400.
Eenigen tijd geleden werd mel
ding gemaakt van eene mishandeling, waar
aan jhr. A. E. Barnaart te Vogelenzang heeft
blootgestaan. Deze zaak werd thans voor de
rechtbank te Haarlem behandeld. Volgens den
heer Barnaart heeft zij zich als volgt toe
gedragen: Den llden Februari jl. kwam hij
's avonds om zes uren aan het station Vogelen
zang en wilde naar zijn huis wandelen, toen
hij voor zich uit op den weg 3 personen
Gerhardus Heemskerk, 29 jaar, Ubertus
Schrama, 26 jaar, en Martinus Sprokkelen-
burg, 24 jaar bemerkte, die gearmd liepen,
zongen en den schijn hadden van licht be
schonken te zijn. Hij liep deze personen
voorbij en nauwelijks was hy hen gepasseerd,
of hij kreeg van een van hen een schop in
de lendenen. Hierop keerde hy zich om en
ziende dat de drie personen eeno dreigende
houding aannamen, gaf hy Heemskerk een
stomp tegen het hoofd, waarop Sprokkelen-
burg don heer Barnaart met schaatsen, die
by in de hand had, een slag gaf, waardoor
hij bloedende wonden verkreeg. Hij greep
daarop Sprokkelenburg aan en viel met hem
op den grond. De twee anderen vatten den
heer B. daarop in zijn kraag en zetten hem
weer overeind. Hiermee was de worsteling
afgeloopen. Aldus de heer Barnaart.
De beklaagden hebben echter niet gezien,
dat een hunner begonnen is met den heerB.
een schop te geven. Sprokkelenburg beweert
zelfs dat de heer B. zonder eenig motief hem
heeft aangegrepen en mishandeld. Ooggetuigen
zijn er verder niet geweest. "Wel hebben
Heemskeik en Schrama kort na het gebeurde
aan een paar personen verteld dat Sprokkelen
burg den eersten schop had gegeven.
De officier van justitie, mr. J. P. Van
Outeren, begon met te zeggen dat het feit
door enkele couranten verbazend overdreven
was; men had het laten voorkomen alsof
men hier met eene aanranding te doen had,
terwijl het slechts eene mishandeling was.
Ook was gezegd dat het met de veiligheid
in de omstreken van Haarlem zoo treurig
gesteld was. "Welnu, gedurende het geheele
jaar is 6le.bts óóne aanklacht wegens aan
randing bfi het parket ingekomen, en die
had plaats gehad binnen Haarlem, in de
kermisweek.
Volgens ZEA. waren in deze zaak niet vele
bewijsmiddelen voorhanden, toch meende hij
dat de schuld van den beklaagde Sprokkelen
burg vaststond en eischte tegen dezen éóne
maand gevangenisstraf. Voor de twee andere
beklaagden vroeg hij vrijspraak.
De graanhandelaar P. H. V., te
's-Hertogonbosch, is in voorloopige hechtenis
gesteld, op vermoeden dat door hem bedrieg
lijke bankbreuk is geploegd.
Te Surhuisterveen (Fr.) is een
4-jarig meisje gestorven, ten gevolge van het
drinken van kokend water uit een ketel, die
in de kachel stond.
Te Schoonhoven zijn verscheidene
valsche rijksdaalders in beslag genomen, die
alle van hetzelfde maaksel schijnen te zijn.
Ze wegen merkelijk lichter dan de echte, zijn
van veel minder gehalte en schijnen gegoten
te zijn. Met uitzondering van den rand is de
afwerking vrij nauwkeurig; in den klank zijn
ze van de echte bijna niet te onderscheiden.
De burgemeester van Lowestoft
overhandigde aan de bemanning der „Wild-
flower", die de overlevenden der „Elbe" redde,
85 pd. st., welke hy voor haar ontvangen had.
Voor den kapitein der „Wileflower" was
eene photographic bestemd van de overlevende
officieren der „Elbe", door dezen met een warm
dankschrijven gezonden.
De burgemeester deelde hun verder mee,
dat hy hun later nog eene som van 100 pd. st.
zou overhan ligen, die de „Nordd. Lloyd" voor
hen bestemd had.
Verleden week bracht een man
uit Viernheim een kind in de oogenkliniek te
Heidelberg, dat zonder oogen geboren is. Het
kind is zes weken oud en gezond, maar het
mist elk spoor van een oogappel.
Een buitengewoon hevige storm
heeft te Tanger gewoed. De zee steeg 25
meter hooger dan gewoonlijk, de golven
sposlden over de werven. Meer dan 40 schepen
zyn verbryzeld; enkele van deze waren met
kostbare voorwerpen geladen. De pier is ver
nield. Een groot aantal badkarretjes is weg
gespoeld. Gedurende den storm viel er voor
het eerst sedert vele jaren sneeuw.
Ook aan de Zuidkust van Spanje hoeft de
storm gewoed. Zes groote schepen zijn ver
gaan en tien kleinere zijn te Cadix op de kust
geworpen. Men vreest dat bij deze rampen
een groot aantal personen omgekomen is.
Een ovatie door de telephoon.—
Een Berlijnsch koopman, die zijn öOsten ver
jaardag vierdo, gaf bfi die gelegenheid aan
een aantal gasten een feest in een restaurant.
Omstreeks 9 uren werd do koopman, die
geabonneerd is op de telephoon, uit zyn eigen
woning opgebeld. Nieuwsgierig kwam hy naar
de telephoon en vroeg wat er gaande was.
„Blijf staan en luister!" werd hem toege
roepen, en daarop vernam de jubilaris de
volle tonen van een horenmuziek-quartet, dat
hem een serenade bracht. Vrienden van den
jarige hadden hem in zijne woning een sere
nade willen brengen; toen zy hem niet thuis
vonden, hadden zy de telephoon te baat ge
nomen om aan hun voornemen uitvoering
te geven.
Een vermetele snaak. Het
Noord-Amerikaansche leger heeft in den aan
voerder zyner verspieders, Frank Guard,
iemand, die aan de grenzen in nog hooger
aanzien staat dan Buffalo Bill. Hij is een
zoon van Fransch-Indiaansche ouders, die door
een bende Sioux vermoord werden en door
Sitting Bull, oen beroemd Indianen hoofd, als
zyn eigen zoon opgevoed en aangenomen werd.
Hy nam aan veel strooptochten der Indianen
doel. Toen echter de roodhuiden in opstand
kwamen en Custer en zyne getrouwen in de
pan hakten, zag hy het hopelooze dier bewe
ging in en besloot tot de blanken over te
loopen. Zyne vlucht werd ontdekt en een bende
der beste krygers vervolgde hem. Toen Guard
te paard een rivier overzwom, werd het beest
onder hern doodgeschoten en kreeg hyzelf
vier kogels. Daar de Indianen meenden dat
zy hem gedood hadden, zagen zy van verdere
vervoleing af; maar Guard zwom in weerwil
van zyne wonden over en bereikte het kamp
van Crook. Op weg daarheen kwam hy langs
de brandende hoeven, die de gruweldaden der
Indianen verkondigden. Hy bracht de tyding
van het aangerichte bloedbad aan Crook en
verklaarde zich ondanks zyne wonden in
staat de troepen den weg naar het slag
veld te wyzen, als men hem maar op een
paard zette. De kogels werden uit zyne won
den gehaald, deze verbonden en hem zette
men te paard, waarna de tocht aanving.
Op de strydplaats aangekomen, vond men
Custer en de zynen koud en stram liggen.
Terwyl hy in zyn deken gehuld naar dit
schouwspel keek, kwam een Sioux hem met
vragen lastig vallen. Toen hy zich bekend
maakte, vluchtte de Indiaan, maar op 10 pas
sen afstand strekte Guard hem met een wel-
gerichten kogel dood neer. Sedert was hy een
trouw bondgenoot der blanken. Eens loofde
Sitting Bull een prys van 1000 paarden voor
Guard's scalp uit, en deze wist dat hy aan
de gruwelijkste martelingen zou worden prys-
gegeven, wanneer de roodhuiden hem in ban
den kregen. Zyne vlugheid en behendigheid
redden hem echter altyd, hoewel hy dikwyls
dicht genoeg by de Indianen rondsloop om te
kunnen hooren, welke pynigingen men hem
toedacht als men hem in handen mocht krygen.
Guard was het, die Sitting Bull neerschoot
toen hy weigerde de wapens neer te leggen.
Hy mikte met de revolver op zyn aange
nomen zoon, maar deze was hem voor en
velde hem neer. Zoo er nu in Wyoming een
gevaarlyke taak te vervullen is, dan is Guard
de aangewezen man. Hy is 44 jaar oud, en
van meening, dat hy nog veel bloedigen arbeid
te verrichten zal krygen, Want het uit
breken van een Indianenopstand houdt hy
voor zeker.
Een zich bewegende berg bevindt
zich, volgens do „Revue universelle", in Ame
rika, het land der wonderen, in de nabybeid
van de watervallen van denj Columbia. Van
jaar tot jaar kan men opmerken, dat hy voor
uitgaat. Hy bestaat uit een reusachtige bazalt-
massa van omstreeks 600 meters hoogte en
komt steeds dichter by do rivier, die hy ten
slotte geheel zal afsluiten. Tot verklaring der
beweging van den berg wordt gemeld, dat
oen onder het bazalt liggende, het water door
latende zandlaag voor de bazaltmassa een
slechte basis is.
Te Londen heeft een 62-jarige
vrouw voor den 274sten keer terechtgestaan
wegens openbare dronkenschap. Zy werd tot
40 shillings boete veroordeeld of een maand
gevangenisstraf.
Gedurende de laatste zeven
weken van het vorige jaar zyn in de Ver-
eenigde Staten slechts 113,345 landverhuizers
aangekomen, tegen 189,582 in hetzelfde tyd-
vak van het jaar 1893. Er zyn meer tus-
schendekspassagiers uit Amerika vertrokken
dan er aan land gekomen zijn.
Aan een oud gebruik getrouw,
hebben de katholieken van Venetië aan hun
nieuwen patriarch, kardinaal Sarto, een eere
gondel geschonken, die als een uitnemend
product van kunstny'verheid wordt geroemd.
Van voren en van achteren is de gondel met
ryk snywerk versierd; de bodem is met een
bont Brusselsch tapyt belegd. Aan de tent,
die van buiten zwart en van binnen met ge-
damasceerde zyde gestoffeerd is, zyn uit
mahoniehout gesneden engelenfiguren, een
madonnabeeld en het wapen van den kardinaal
aangebracht.
Een straatroover, die den by-
naam Diavoletto (duiveltje) droeg en sedert
1889 de Romeinsche Campagna onveilig maakte,
is onlangs gevangengenomen. Wanneer by
niet, verkleed, op zyn bandietenwerk uit was,
leefde hy te Rome als een gezeten burger.
Op zyne vangst was een prys van 1000 lire
gesteld.
De telegraphische gemeenschap
van Engeland met het vasteland heeft sedert
jaren niet zoovele storingen ondergaan als
dezen winter. De kabel van Beachy-Head
naar Dieppe is de vorige week gebroken; dat
is de vyfde maal in weinige maanden.
In Zweedsche bladen wordt thans
oen boek aangekondigd, dat tot titel heeft:
„Teekenen, die den ondergang der wereld
verkondigen." Aan het slot leest men: „Deze
advertentie wordt eens per maand in dit blad
opgenomen, totdat de wereld ondergaat."
In het Weimarsche stadje Weida
zyn een vrouwelyke barbier en een vrouwe-
ïyke schoenmaker gevestigd, beiden weduwen,
die het bedryf zoo goed uitoefenen, dat geen
man 't hun verbeteren zou.
Te Dombroveny, in Rumenië, is
in eene fabriek de stoomketel gesprongen.
Twaalf werklieden verloren door dit ongeluk
het leven.
De vorst heeft aan de stad
Birmingham gekost aan dagloonen 50,000
pd. st. en aan extra-bedeeling 10,000 pd. st.
Bovendien 1000 pd. st. per dag door het
barsten van waterpypen en 100 pd. st. daags
wegens het rondbrengen van drinkwater in
wagens.
18)
Gy heet dus Janshah? zei Wilfred, ter
wyl by nog eens naar het kaartje keek, want
het was een moeilyk te onthouden naam.
Tot uw dienst, mynheer, antwoordde
Janshah.
Kent gy dezen ring? vroeg Wilfred ver
der, terwyl hy zyn hand uitstrekte.
Janshah was plotseling weer in zyn Oos-
tersche iol; hy boog haast tot op don grond
voor den ring. Daarop richtte hy zich op en
wa3 weder in zyn Engelsch karakter.
Dit amuseerde Wilfred oenigszins, hoewel
hy de reden van 's mans tweeslachtigheid
niet begreep. Hy verzocht Janshah, een stoel
te nemen, maar de Indiër sloeg dit af.
Het zou my niet betamen, in tegenwoor
digheid van myn heer en meester te gaan
zitten, zeide hy met een nieuwe kniebuiging.
Zeer goed, antwoorddo Wilfred onver
schillig. - Het schynt, dat myn ring een
zekere macht bezit, te oordeelen naar den
eerbied, dien ge hem betuigt.
Gelooft ge niet aan de macht van den
ring, mynheer? vroeg Janshah, met een nauw
merkbaren glimlach.
Op 't oogenblik niet! Maar vertel my
eens, hervatte Wilfred, terwyl hy plaatsnam
op de sofa, waarom noemt ge my nu eens
uw „heer" en dan weor eenvoudig „"mynheer?"
Ik ben een Oosterling, mynheer, en
koester een diepen eerbied voor den ring. Ik
behoorde u steeds met den grootsten eerbied
aan te sprekenmaar als ik dit deed, zou ik
te veel de attentie op u vestigen, en het is dus
beter, my als een Engelschraan uit te drukken.
Ge spreekt zeer goed Engelsch.
Ik spreek byna alle talen van de wereld,
mynheer. Als go hier mocht blyven wonen,
zal ik by u blyven om uw bevelen uit te
voeren; maar indien ge naar Azië gaat, zal
oen ander dienaar van den ring u overal be
geleiden.
O, dus zyt gy de Europeesche slaaf van
den ring?
Jawel, mynheer.
En ge zult my in alles gehoorzamen?
Jawel. Zoolang de ring in uw bezit is,
behoor ik u toe, met ziel en lichaam.
Wilfred wist niet, of de man, die voor hem
stond, schertste of in vollen ernst sprak.
Hy scheen diepen eerbied te koesteren voor
den ring en den persoon, die hem in zyn bezit
had. Behelsde het verhaal van Lascelle dan
werkeiyk meer waarheid dan hy eerst ge
dacht had?
Hy herinnerde zich den grysaard en vroeg
aan Janshah:
Hoe gaat het met mynheer Lascelle?
Hy is dood, mynheer.
Dood? herhaalde Wilfred verwonderd,
hoewel hy deze tyding best had kunnen ver
wachten. Wanneer is hy gestorven?
Gisteravond, mynheer, kort nadat ge
hem verlaten hadt. Ik heb voor alle3 gezorgd;
en hy zal met de noodige eer begraven worden.
Had hy geen bloedverwanten?
Neen, mynheer, voor zoover ik weet.
Dus zyt go nu myn bediende?
Zoolang ge dien ring bezit, ben ik uw
slaaf.
Dit alles kwam Wilfred zoo ongewoon
dwaas voor, dat hy in een hartelyk gelach
uitbarstte. Niettemin zag hy duideiyk, dat
de man het ernstig meende, en nadat hy
weer wat tot bedaren was gekomen, begon
hy tot Janshah eenige vragen te richten om
trent de eigenschappen van den ring. Majoor
Measurby kon elk oogenblik komen, en hy
wilde gaarne alles omtrent de zaak weten,
om zyn verraderiyken vriend te toonen, dat
hy zich niet langer om den tuin zou laten
leiden. Dit was zyn voornaamste dry ven;
maar een by komende reden was, dat by erg
benieuwd was, te weten, wat er toch eigen-
ïyk mot dien ring was; want h(j kon nu
niet meer ontkennen, dat hy werkeiyk aan
de woorden van Lascelle begon te gelooven.
Wat voor letters zyn dit op den steen?
Wat beduiden zy?
Het zyn Sanskrietsche letters, antwoordde
Janshah, terwyl hy nog eens voor den ring
boog, en de vertaling luidt: „Brahma be
veelt het."
Wat heeft deze ring met Brahma te
maken
Het is de ring van don god, zei Janshah,
met grooten eerbied.
Hoe kwam hy dan in het bezit van
meneer Lascelle?
Dat zou ik u kunnen vertellen, maar
het is een lang verhaal. Verlangt gy, dat ik
het u vertel?
Zeker, maar later. Zeg my liever eerst,
waartoe hy dient.
Door hem kunt gy alles krygen, wat
gy begeert.
Waariyk? vroeg Wilfred sceptisch.
Dan begeer ik geld een schat van geld.
Ge hebt het reeds, mynheer. De schatten
van den ring zyn uw eigendom.
Inderdaad! En wie heeft ze in beheer?
Zy zyn nog in Indië.
Nog in Indië. Ze waren daar zeker altyd.
Jawel! Wie dezen ring draagt, bezit
onmetelyke schatten.
Ik begryp u niet, zei Wilfred, geheel
verbluft door deze woorden.
Als ik u alles verhaal, zult ge het be-
grypen, zei de slaaf op zachten toon.
Goed, vertel my alles! Maar wacht een
oogenblik: Wie en wat zyt ge?
Ik ben van het ras van Iran, mynheer,
en de dienaar van den ring.
Een Brahmin?
Dat is myn godsdienst.
Zyt ge in Indië geboren?
Neen, mynheer. Myn geboorteplaats is
Nishapoor, waar Omar Khayyam onder de
rozen slaapt. Maar hoewel ik in Perzië ge
boren ben, ben ik een Brahmin van zuiveren
bloede, evenals myn vader. Hy was eveneens
een dienaar van den ring en was slaaf van
den eigenaar te dien tyde, die te Nishapoor
woonde, waar ik geboren werd. Toen hy stierf,
had ik den manlyken leoftyd boreikt en werd
ik dienaar van den ring in zyn plaats.
Degenen, die den schat beheeren, maakten
my tot dienaar in Europa en zonden my op
jeugdigen leeftyd daarheen, om de Europeesche
talen te leeren. Toen myn vader stierf, volgde
ik hem op, en dit is de reden, mynheer,
waarom ik gereed ben u te dienen, zoolang
ge in het bezit van den ring zyt.
Deze laatste woorden ontgingen Wilfred
niet, en daar hy langzamerhand overtuigd
begon te worden, vatte hy het besluit op,
den ring nimmer aan den majoor af te staan.
Dat was dus de reden, waarom Measurby
beloofd had, hem een vermogen te zullen
geven als by hem den zoogenaamden familie-
ring terugbezorgde! Geen wonder, dat de
majoor zulk een aanbod kon doen, als het
bezit van don ring den eigenaar van een
niet te berekenen schat voorzag. Daar hy
zyn nieuwsgierigheid niet langer kon bedwin
gen en hy brandde van verlangen de volle
waarheid omtrent den ring te hooren, zei hy
zonder verderen omslag tot Janshah:
Vertel my alles!
Janshah, die nog steeds voor hem stond,
kruiste de armen op Oostersche wyze over
de borst, en begon op zachten toon te sproken,
op oen wyze, waaruit het Wilfred duidelyk
werd, dat deze Indiër de Engelsche taal vol
komen machtig was. Terwyl hy sprak, verviel
by byna onmerkbaar in de houding van den
Aziatischen slaaf.
Wordt vervolgd.)