PERSOVERZICHT. Het Nieuwsblad van het kanton Oosterhout gaf dezer dagen hot volgende te lezen: Ons Land is het beloofde land van de ambtenaren, en wij gelooven dat men er, in verhouding van de bevolking, nergena zooveel aantreft als hier. Ambtenaar zijn is een gemakkelijk, en goed baantje, en als men een kruiwagen heeft want zonder kruiwagen komt men er tegenwoordig niet— kan men het een heel eind ver brengen. Om met onze Ministeries te beginnen, zit alles overpropt met ambtenaren, die voor een klein beetje werk een zwaar traktement op strijken. "Wil men om maar iets te noemen (Ans weten hoeveel ambteuaren aan de pro- vincialo grrffie van Noord-Brabant werk vinden, beter gezegd: geömployeerd zyn? Niet minder dan 24 zegge vier en twintig ambte naren werken daar dag aan dag, om te zorgen, dat de bestunrswagen in liet goede spoor blijft. Maar zieh doodwerkeli behoeven die heeren niet, want de bureau uren zyni van negen tot twaalf en van twee tot vier, aange nomen dat ze op tijd komen. Die 24 ambte naren zijn, als wil on® niot vergissen, hiërarchisch onderscheiden als volgt: 1 griffier, 7 commiezen, Q adjunct-commiezen, 4 eerste klerken, 3 tweede klerken en 3 buitengewone' beambten. Hoeveel traktement dio heeren samen genieten kannon wi) niet precies zeggen, maar een f 20',Q0& is het al lichü. En dat voor zoo korte werkdagen en 200*11 werk tuiglijken arbeid, als copiëeren, classi- ficceren, enz. Zuoals het in dit gewest ia, zal het wel overal eldere zijn, en niet alleen op de provinciale griffies, maar op stadhuizen, be lastingkantoren, enz. Overal vinden wy een lioirleger ambtenaren met vaak groote pre tenties en baast ongenaakbaar voor het publiek. De minister, die hier eens verandering in kon brengen en een flinken. bezem durfde ter hand nemen, om dezen Augiasstal schoon te vegen, zou den dank der natie verdienen. De Arrant iëele» toestand fs niet zóó- roos kleurig, dat wij ons de weelde van een over- talrijk ambtenarencorps kunnen veroorloven, hetwelk een aanzienlijk gedeelte van's Lands inkomsten aan traktementen verslindt. Nu wy het toch over financiën hebben, moet ons nog een opmerking van 't halt. Vroeger hebben wij al op het onbillijke ge wezen van de buiten verhouding zware pen sioenen, die oud-ministère, opperofficieren en andere hooge ambtenaren genieten. Iemand, die byv. een jaar of drie het eeno of andere departement beeft beheerd, krijgt een pensioen van een drie duizend gulden, dat hy misschien nog een twintig, dertrg jaar kan genieten, zoodat zulk een hoer het Land op een halve of heele ton to staan komt. Wat heeft hy daar nu eigeniyk voor gedaan? Dezelfde vraag kan men stellen ten opzichte van generaals en andeTe hoofd- en opper- officieren. Geuarende hun activiteit hebben zy het niet te kwaad gehad en bun traktement gemakkeiyk verdiend, on daarna worden ze vaak op betrekkeiyk jeugdigen leeftyd go- ponsionueerd. Wy zien dit nu woer aan generaal Vetter, die, nog geen 58jaar oud, tegen den loden Maart gepensionneerd is met den titel van luitenant-generaal. Vetter h toch waarachtig geen invalide om na op 'sLands kosten eon dolde far nlente te gaan smaken. Maar, natuurlijk, het pension- neeren van Vetter goeft weer promotie en kost het Land weer fdom zooveol. Wanneer zal men nu toch van (fat roefce loos goldverspillon eens terugkomen en gaan begrypen dat, waar alles kwynt en overal ellende nypt, hot afkeurenswaardig is zoo veel geld aan één categorie van personen uit te geven? Duizenden zouden kunnen wor den bespaard, waarmee men onzen vador- Iandschen landbouw zou kunnen te hulp komen, als men ernstig wilde. Waarom blflft toch dio ornstigo wil ontbreken? Meermalen werd in dit weekblad, zoo schryfi X. in bet Sociaal Weekblad, het euvel ge gispt, aan het nemen van lang crediet, met name door vermogenden, verbondon. Vergun my het volgende geneesmiddel aan te bevolen. Do winkeliers, aaneengesloten, zouden hunne vordaringeu by een kantoor betaalbaar stellen, hetwelk zorgen moet dat do bedragon der rekeningen binnen twee maanden z|jn geïnd. Dit zal voor den particulier op den duur aangonamor z|1n, want hy hoeft geen schul den en moet vanzelf de tering naar de nering zetten, en voor den winkelier een groot voordeel, daar alsdan hem niet meer kan worden toegevoegd: de rekeningen moeten maar biy?en liggen, totdat wjj over drie of vier maanden van ons zomorreisje terugkomen. Diontongevolgo kan lif) biliyker prjjzen be rekenen, door syn kapitaal meermalen om te zetten. Misschien zou dit denkbeeld eenig nut kun nen stichten I Ouder het opschrift Een belachelijke aristocratie schryft de Haagschc Courant: Aan boord van de oorlogsschepen is tegen woordig de commandant der machinekamer oen btfna even gewichtig persoon als de com mandant van het schip bovenop, en zeker niot minder gewichtig dan een 1ste of 2de luitenant. Het examen voor adspirant-machinist is dan ook niot veel minder zwaar dan dat, het welk do adspirant-adelborst moet afleggen, en do opleiding is niet minder degelyk. Het gehalto der jongelui, die er zich voor aanmelden, werd dientengevolge in de latere jaren eveneens vrywel aan dat der adspi- rant-adelboreten en adspirant-admmistrateure gelyk. Niettemin hoeft de machinist nog altyd in de marine-hiërarchie den graad van onder officier: een 2de klasse is sergeant-majoor, een 1ste klasse adjudant-onderofficier. Wanneer zal men eens breken met die belachelyke aristocratische opvatting en den machinisten een plaats inruimen in het officiers corps, waarop zy niet rarader recht hebben dan de administrateurs? De parlementaire Haagsche correspondent van de Zutfensche Courant schreef dezer dagen naar aanleiding van de verwerping der m 01 i e-G e rri t a e n (loon en arbeidsduur) „Maar al werd' dus de slag ditmaal nog verloren, de heer Gerritsen kan toch vry tevreden zyn over het nu reeds verkregen resultaat.. Dat zelfs mannen als mrs.. J2.. Mackay, De Savornin Lohman, Van Gennep en Borret vóór de motie hebben gestemd, is zeker een opmerkelyk, toeken des tyds.. Ook de heer Pynappel, wiens keurige rede zeer de aandacht trok, is> een warm voor stander van het beginsel, maar hy stemde tegen, omdat hy zich. met de redactie der motie niot kon vereenigen en omdat hy veel liever zou zien, dat de Staat er terstond toe overging, tot wering van misbruiken overal m het goheela land bepalingen omtrent loon en. arbQidstyd in de bestekken te doen op nemen. Men ziet het:, „les idéés marchent'V Mannen als Van. Karnebeek en Hintzen blijven straks met hunne doctrinaire economische stellingen geheel alleen, staan. Hoe is het toch mogeiyk,. dat zóó ontwikkelde en humane mannen blind biy.ven voor de feiten om zich heen en zich krampachtig vastklemmen, aan een verouderde theorie L" De besluiten ten bate van het platteland, in den laatsten tyd in de Tweede Kamer genomen; vallen niet in den smaak van de Haagsche bladen,, terwijl ook de Amsterdamscho zich er boos over maken. Het Vaderland beschouwt de beslissing,, in zake Ridderkerk ga-vallen, aJa een tweede overwinning van de „plattelandsclub" en noemt die zegepraal hoogst bodenkelyk. Het spreekt vanzelf, dat elke plattelandsgemeente, dia een kantongerecht heefc, er gaarne een houden wil, maar als men alleen op dien grond voor het behoud pleit, is dit een vol komen verwaarloozing van de eischen van het algemeen belang. Gaat men op dien voet voort,, dan zal men nimmer tot vereenvoudiging van organisatie komen, ja, zal men ter wille van plattelands- oischen nog tot uitbreiding moeten komen. En dan veegt men weder by de begrooting van justitie den. minister den mantel uit, omdat hy niet bezuinigt 1 „De Kamer kan en mag alles, „aldus be sluit het Haagsche blad," maar z|jr dio aan zulk een spelletje meedoen, mogen toch wel eens bedenken-, dat ook zy eenmaal geroopen kunnen worden verantwoorde!yker betrekking to bekleeden en- dat zulke antecedenten dan zwaar kannen drukken. Zy, die uit camaraderie of op hoop van zegen voor eigen plannen aan zalke ongerechtvaardigde oiachen van „het platteland" gehoor gevon, bewegen zich op oen heïlend vlak, waarlangs men 0 zoo geleidelyk kan afdalen en o zoo ver komen kan, tot groote schade voor 'slauds schatkist, waaraan voor hooger algemeene belangen steeds dringender eiseben wordon gesteld." Het Haagsche Dagblad is het ditmaal mot z|jn liberalen collega eens. Het blad is vooral boos op den beer Schepel, al wil het erkennen dat zyn wensch om op den eersten zittings dag der weok later te beginnen, gerecht vaardigd is. Maar tegen zyn verdere rede neeringen komt het in de volgende woorden op „Niettegenstaande de opmerking des Voor zitters, dat do zaak van het uur van byeen- komst thans niet aan de orde was, ging de heer Schepel maar voort op hetzelfde aanbeeld te slaan en ging hij zoo-ver van te beweren, dat het 't doel der beide Hollanden zou zjjn het platteland er onder te houden; ja zelfs wilde hy de vergaderingen der Staten-Generaal op een andere plaats dan in Den Haag ge houden hebben. Daargelaten nu bet zeer onpraciiscbe van dit laatste verlangen, gaat het toch inderdaad niet aan, by zulk een ondergeschikt onder werp als het uur van by eenkomst der Kamer, een stryd te willen doen ontbranden tusschen bet platteland en de steden. Waar de belangen van het platteland moe ten verdedigd worden, bevinden wy ons gaarne in de eerste ryon, maar niet het platteland tegenover de steden, maar het platteland èn de steden, dat moet het devies zyn van den volksvertegenwoordiger, die als zoodanig het geheele Nederlandsche volk vertegenwoordigt. „Was hot nu by de behandeling van hot genoemd wetsontwerp ook al weder het platte land, dat het tegen de steden opnam? Wy woten bet niet en willen gaarne aannemen dat het by oen groot deel der leden de be doeling niet was. Doch het debat gaf wel oenige aanleiding om er aan te denken en de uits'ag dor stemming kan er wel toe bydragen om het eenigazins als feit aan te nemen." De Telegraaf schryft: „'t Woord „platte land" begint tegenwoordig oen parool te wor den, waar men alles mee doen kan. Wanneer men de belangen van een bepaald deel der bevolking of van een bepaald deel dos lands lang verwaarloosd of achtergesteld heeft by dio van een ander deel, zcoals misschien met het platteland weL wat veel geschied is, dan ré dat een mes, waarmee men zich van twee kanten verwondt; aan den eonen kant heeft men het nadeel van de- verwaarloozing zelf en aan den anderen kant is het een min of meer onvermydelyk gevolg van de achter stelling^ dat men, die later eenigermate willende vergoedëD, allerlei dolligheden moet gaan doen." By dio „dollfghedan" past de wijze, waarop het Handelsblad zich. over deze zaak uitlaat. Het blad schryft: „By sommige leden scbynt de stryd voor het platteland, tegen Holland of vooral tegen Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, een soort van manie te worden. Wy zeiden r»edb< hoe de heer Schepel het niet aanwezig zyn van ean voldoend aantal leden, om gister ochtend vergadering te houden rechtvaardigde door de z. i. groote onbillykheid, dat ook de9 Dinsdags de vergaderingen reeds om. ellfi uren geopend worden. Nadat eerst de vergadering op Zaterdag is afgeschaft,heeft men in 1888 den Maandag laten vallen; hoofdzakelyk ter wille van de leden, die buiten Den Haag wonen- Nu vraagt men weder des Dinsdags op een later uur te beginnen, een plan, wellicht spoedig gevolgd door den wensch. om dee Vrydaga vroagtydig te eindigen. Op die w.yze biyft er van de week niet veel over. Ook had de heer Schepel bezwaar do vergaderingen steeds „in een uithoek van het land" als Den Haag te houden'. Wil' die afgevaardigde wel licht binnenkort voorstellen don zetel der Regee ring eens te verplaatsen naar een anderen uithoek, by,v. naar Delfzijl? Hat is zeker dat de beslissing der vorige» week m zake den Noordr0o8ter-Locaalspoorweg oen opgewonden heid in do gemoederen van velen heeft teweeg gebracht, die kwalyk te verklaren is, dóch die nog tot meerdere even weinig gerechtvaardigde beslissiogen als die in zake Ridderkerk aan leiding zal kunnen geven." De Nieuwe Rotterdamnsche Courant bepaalt zich in haar overzicht tot de opmerking, dat er een wind van belangstelling voor hot platte land in de Kamer waait- 't Is alleszins verstandig te waarschuwen tegen een mogeiyk esprit de clocher, maar een toon, gelyk in '6 bovenstaande wordt aangeslagen', is 0. i-. in geen enkel' opzicht gerechtvaardigd. Hetgeen de heer De Eanter 0. a. aanvoerde deed zien dat er by de quaestie- Ridderkerk zeer krachtige gronden tegen- het voorstel van den minister van justitie konden worden aangevoerd. Het verlangen van den heer Schepel is zeker alleszins te billyken, terwfll niet mag worden vergeten dat de waar neming van het Kamerlidmaatschap voor hen, (lie buiten Den ilaag en omgeving wonen, zeer wordt bemoeilijkt, als men hen dwingt zich ge heel aan hunne gewone bezigheden te ont trekken. En wat don NooFd-Oost er -Locaal betreft, de daaromtrent gevallen beslissing is eenvoudig erkenning van vr eger begaan onrecht. Het herstel moet nog volgen, voegt de Zicolschc Courant aan deze beschouwingen toe. Uit het oordeel der pers over het door de Tweede Kamer aannemen der Geweren- wet (52,000 nieuwe vuurwapenen voor infan terie en karabyndragers) vinde het volgende hier eene plaats: Als olie op- de watoren, zoo viel het woord van den Minister van Oorlog op het debat, dat daarna uitging als een nachtkaars, schryft de Nieuwe Rotterdavnsche Courant. De Minister heeft zich inderdaad van zyne taak tot ver dediging van zyn voorstel uitnemend gekweten. Het Handelsblad doet uitkomen, dat, toon het voorstel m stemming werd gebracht, er eigeniyk slechts ééne bedenking was over gebleven: ré het verantwoord thans geld uit te geven voor eeno betere bewapening, die onze weerbaarheid niet afdoende verbetert, zoolang de getalsterkte en de oefening onzer troepen zooveel te wenschen overlaten? Dezo bodenking, waarin ten slotte de gansche oppositie zich concentreerde, werd nog eens nader toegelicht door de heeren Heemskerk, Lieftinck en Kerdyk. Over die redeneering, is door den heer Cremor naar behooren recht gedaan. Het was voor hom eene quaeatie als de vraag: wat is er eerder geweest, de kip of het ei? Men kan met de verbetering van het gehalte en het aantal manschappen beginnen of met een betere bewapening; wy moeten beide hebben. Beurtelings het eene tegenhouden, omdat het andere nog niet verkregen ia, leidt tot niets anders dan obstructionism©. Het Dagblad van Zuid-Holland schryft: "Wanneer ooit kan worden aangenomen, dat een rede van den Minister gewerkt heeft op de overtuiging der leden van de Kamer, dan zal dit zeker wel bet geval zyn geweest met de rede, waarmede de Minister van Oorlog zyne gowerenwet heeft verdedigd. Aan hot beider, uitnemend gemotiveerd be toog ontbrak geen enkol argument. Één voor één werden de gronden van bestryding door den Minister nagegaan en op afdoende wyze weerlegd, zoo afdoende zelfs, dat de heer Van Viymen, die, hoewel zieh den vorigen dag geenszins tegen de voordracht verklarende, toch vele bedenkingen had ontwikkeld, ronduit uitsprak door de weerlegging des Ministers overtuigd te zyn geworden van de wenscheiyk- heid om zich niet tegen hrt ontwerp te ver klaren De Telegraaf geeft ook den Minister de eer, dat de overwinning geheel door zyn toedoen is behaald. Hoewel met geen redenaarstalent begiftigd, ia het den Minister niettemin moge- lyk, wat in de uitwerking op hetzelfde neer komt, door zekeren tact van spreken een vergadering te Brengen, waar hy haar hebben wil. Nog doet De Tel. uitkomen,, dat. door 's Ministers rede de oppositie dhr katholieken, die zich den vorigen dag verwachteni liet, gebroken was; en zy waren het, dia in deze don doorslag gaven.. Het Vaderland doet uitkomen, dat de uit stekende verdediging door den Minister veel er toe heeft bygedragen, dat het nog boven verwachting spoedig met de geweren wet is afgeloopen. Twee nevenquaestiës wareh handig geëcarteerd: die der schutterybewapèniiig en die van den aanmaak in binnen- of buiten land. Bleven over: het kalieer en de kosten. Wat het kaliber aangaat,, heeft de Minister zeer zeker zyn wapen, zegevierend uit dèrr stryd gehaald. En de kosten: ja, zoo exorbi tant zyn die niet, of een ieder moest het meir den lieer Cremer eens zyn, dat ze moesten gedragen wordeD, als zy onvermydelyk waren. Zoo waren de kansen zeer aanmerkelyk ge stegen. Wonderiyk genoeg, werd geen. woord gesproken over do overbrenging der militaire' inrichtingen uit Delft naar de. stelling van Amsterdam, een dure onderneming en gansch onnoodig met de gewerenvraag samengekop peld. Maar de twee afgevaardigden, het eerst ter behandeling dezer vraag geroepen, de heer Seret, deskundig bewoner van, en de» heer Beelaerts, vertegenwoordiger van Delft, waren beiden ziek. Er waren er meer ziek, althans afwezig. De stemming werd ton slotte byna uitslui tend beheeracht door de politieke quaestie. Ook te dien opzichte werd het juiste woord door den heer Cremer gesproken. Men moet niet om geweren vragen, als er een organi satie der lévende strydkrachten aan de orde is, en om zulk een organisatie, als een ge weren-aanvraag voor de Kamer ligt. Wat voorgaat, is botrekkelyk onverschillig, en zy, die nu zoo vragen om een legerorganisatie, zouden misschien de eersten zyn het de Regeering kwalyk te nemen, als zy deze vraag aan de orde had gesteld in deze omstandig heden. Het standpunt van hen, die goede geweren willen geven, als eerst de persoon- lyko dienstplicht is ingevoerd', maar niet zoolang er plaatsvervangers dienen, heeft, dit moet men den heor Cremer toegeven, zyn onbarmhartige zijde. Met den heer Cremer stemden 9 progressisten voor de wet, den kring der progressisten zoo ruim mogetyk gerekend. Het waren de heeren Drucker, Veegens, Lely, Hordyk, Hesselink, Van Deinee, Tydeman, Bouman en Van Kerkwyk. En van de katholieken gingen allen mee, behalve de heeren De Ras, Lambrechts en De Ram. Van de anti-revolutionnairon, schaars vertegenwoordigd (de heeren Kuyper en Lohman ontbraken beiden) stemde de linkerzyde tegen, de rechterzyde voor. De mimsteriëele liberalen waren allen voor, zoodat de wet met 54 tegen 31 stemmen werd aan genomen. Het Utrechtsch Dagblad zegt: De Minister van Oorlog heeft zyne ge weren althans van de Twe9de Kamer, en wel met eene aanzienfyke meerderheid van 23 stemmen; ook z|j bleek van oordeel, dat het niet aangaat maar voortdurend teblyven uitkyken naar bet ideale geweer. Wy wenschen Zyne Excellentie geluk; ook met de uitnemende verdediging van zyne Wet, naast zyne tegemoetkomende houding ongetwyfeld van grooten invloed geweest op de aanneming. Ofschoon de beslissende wyze, waarop de Minister zich uitliet over kaliber-verkleining, die voor een goed oorlogswapen de uiterste grens biykt te hebben bereikt, en over het aanbevolen vuurwapen van den Maastricht- schen werkman, dat na beproeving niet beter dan het Mannlicher-geweer bleek te zyn, voor een groot deel het verzet gebroken heeft; eene belangryke concessie deed de Minister aan de binnenlandsche nyverhaicL Stellig zich. verklarende tegen uitstel van de wet, was hy bereid om, wanneer hem vóór Augustus a. s. nog eene aanbieding uit het binnenland mocht worden gedaan, m alle op zichten overeenkomende met hetgeen de buitenlandsche industrie kan prestoeren, die aanbieding niet af te wyzen alléén op grond dat de aflevering dan 6 maanden later zou plaats hebben. Nu zoude ook nog kunnen werden voldaan aan den door ons uitgedrukten wensch, als nog zich er van te vergewissen dat het nieuwe geweer onder alle omstandigheden voldoet; ook by eene minder zorgvuldige be handeling te velde. Eventueele verbetering ware later heelwat minder gemakkeiyk aan te brengen! En de Minister van Koloniën, denke aan ons Indisch leger, dat wy wezen er her- haaldeiyk op onvoldoend geschut bezit en tegenover zich had een. vyand met een beter vuurwapen dan onzen soldaat wordt verstrekt. Wy wenschen aan het slot er nog even op te wijzen dat het wetsontwerp aldus aan genomen werd met 54 tegen 31 stemmen: Vóór stemden de heeren: Truyen, Everts, Mutsaers, Van Viymon, Van den Berch, Van der Schrieck, Bast art, Van Borsele, Van Berckel, Van Bylandt (Apeldoorn), Pynappel, Mees, HintzeD, Dobbelmann, Van Deinse, Van Bylandt (Gouda), Travaglino, Drucker, Van Basten Batenburg, Miehiels. Goekoop> De Beaufort (Amsterdam), df Ansembourgy Van der Kun, Schimmelpenninck, Lely, Van Kerk wyk, Cremer, Conrad, Pynacker Hordijk, Bouman, Van Gennep, Harte, Van Gyn, Smits Van Oyen, Hesselink, Tydeman, Royaards, HafTmans, Rutgers, Van Delden, Guyot, De Beaufbrt (Wyk), Kolkman, Van Stirum, M. Mackay, Van Karnebeek, Plate, Vos de Wael, SchaepmaD, Van Dedem, T. Mackay, Veegens en de Voorzitter.. Tegen de heeren: Hartogh, Van Alphen," E. Smit, Roessingh, De Ra»,. Zyp, A. Smit, Donnor, De Kanter, Meesters, Pytterson, Knyff, Willinge, Schaafsma, Zylma, Houwingb, Kerdyk, De Ram, Staalman, Sanders, Schepel, Lieftinck, Heemskerk, Gerritsen, Lambrechts, Smeenge, 't Hooft, De Boer, Lucasse, Heldt en Borgesiu8. Gemengd Nieuws. Al s een be wijs van on dankbaar heid deelt men ons uit Waddingsveen mede, dat een arme man, die van al de noodige meubelen in1 zyn. huis verstoken.was en daarvan door buren en: familieleden, word voorzien, dat geschonken huisraad een paar dagen later voor de som van' f9- heeft verkocht Hy is naar elders gereisd; zijne' beste groeten aan zyn weldoeners achterlatende. Te A a rFa n d'orve e n wordit den werkeloozen, vanwege dë aldaar bestaande ys<- clubj werk verschaft door hen> de vaarten üx het dorp te doen openhakken, ten einde het verkeer te water te' herstellen1. B|j- P. Tan Kreuningen, te Aar- landerveen, heeft eene. kip' een ei gelegd, dat 110 gram weegt. Een 12-jarige knaap' wit Goeff had zich gisteren- wegens twee ernstige feiten voor het gerechtshof te 's Gravenhage t® verantwoordenin de eerste» pliaats wegen® diefstal van geld' uit: offerbnssen in de R.-K. kerk te Goes, gepleegd in vereeniging met nog een knaap. De rechtbank te Middelburg? had hem aan dat fëitt schuldig1 bevonden, en, de overtuiging bekomen hebbende dat h|$ handelde met oordeel des onderacheids, hem veroordeeld' tot één' jaar gevangenisstraf. Het kind bekende het geW gestolen te hebben om er voor op een vélëcipède te kunnen ryden en verklaarde ook geweten te hshben dat niet te mogen doen. Advocaat-generaal mr. Telders, met een gevoel van weerzin en aarzeling vervuld bjj het uitspreken van. zyn-oordeel over deze zaak, vorderde bevestiging van het vonnis, vara oordeel, dat men hier, waar blykt dat beki. met volkomen bewustheid vaD hetgeen b|| deed heeft gehandeld, moet waken tegen over- vleugefing door gemoedsaandoening. De kwade neigingen van den jongen zou den ook nog blyken uit de tweede zaak, waarvoor hfi zich moest verantwoorden, nl. mishandeling van een dier in het openbaar, Hy had een paard met een mes gestoken, om het dier hard te doen loopen. Yoor difc feit was hem- 14 dagen gevangenisstraf opge^ legd, waarvan het O. M. ook de handhaving vorderde. Als verdediger in de eerstvermelde zaak betoogde mr. C. Plate, dat de knaap, in ver band met zyn jeugdigen leeftyd, niet kan geacht worden zich volkomen rekenschap te kunnen geven van het ernstige zyner daadL Hy refereerde zich overigens aan het oordeel van het Hof. Uitspraak over 14 dagon. Te Gees (Drentel is de woning van den landbouwer en bakker J. Hilbrands tot den grond afgebrand. Het vee werd gered, van den inboedel niet». Alles was verzekerd. De huishoudster, die reeds buiten bet brandende gebouw was en terugkeerde om nog iets te redden, kwam in de vlammen om. Amorin het kerkezakjet Een predikant van een der Betuwsche gemeenten had bedankt voor eeu beroep naar elders. Algemeene vreugde in het dorp, want behalve een geliefd predikeF is hy een steun der annen. Hun wil hy in de eerste plaats dezen vreugdedag tot een dubbelen maken. Zyn vrouw zal de geefster eener aanzienlyke feestgave in den „armbuil" zyn. De dienstdoende diaken is sedert eenigen tyd verloofd en zyn meisje is altyd met hem in de kerk. Is het Amor kwalyk te nemen, dat by éénmaal in de zeven dagen het kerkezakje als po6t gebruikt? Eenige keeren reeds vond de diaken eene enveloppe in den zak, die in stede van een bankbiljet een biljet d'amour aan zyn adres bleek te b& vatten. In de consistorie-kamer gekomen, tast hy met de haast eens verliefden in den „arm- buil" en jaweleen brief van haai Hij treedt de kerk weder binnen met deftigen ernst op het gelaat en haren brief in den jaszak L De preek is geëindigd en dominee richt tot hem de vraag: „Viel het nogal mee daarby doelende op den inhoud van den armbuiL „Och, dommee, gewoonzooals altyd." BZoolü was er dan geen enveloppe in?" Het harte van den diaken klopt angstig. Zou by.- hy tast in den zak en zegt„Ja wel, dominee, maar ik docht, deddet (dat het) 'n brief ke van me meske was. (De Hero.) Mme. Farbos heeft te Bordeaux het uit Argentinië overgezonden hoofd van wyien haren man voor het zyne erkend, evenals twee verwanten van den verslagen©. Ér moet nu aan de schuld van Trem'oliez, die met Farbos naar Argentinië vertrok, geen twyfel meer bestaan. De rijtuigverhuurders te Parys hebben bywyze van proefneming korte ritten van ten hoogste een kwartier ingevoord voor één frank.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 10