PERSOVERZICHT.
Het Nieuwsblad van het kanton Oosterhout
gaf dezer dagen hot volgende te lezen:
Ons Land is het beloofde land van
de ambtenaren, en wij gelooven dat
men er, in verhouding van de bevolking,
nergena zooveel aantreft als hier. Ambtenaar
zijn is een gemakkelijk, en goed baantje, en
als men een kruiwagen heeft want zonder
kruiwagen komt men er tegenwoordig niet—
kan men het een heel eind ver brengen.
Om met onze Ministeries te beginnen, zit
alles overpropt met ambtenaren, die voor een
klein beetje werk een zwaar traktement op
strijken. "Wil men om maar iets te noemen
(Ans weten hoeveel ambteuaren aan de pro-
vincialo grrffie van Noord-Brabant werk vinden,
beter gezegd: geömployeerd zyn? Niet minder
dan 24 zegge vier en twintig ambte
naren werken daar dag aan dag, om te zorgen,
dat de bestunrswagen in liet goede spoor
blijft. Maar zieh doodwerkeli behoeven die
heeren niet, want de bureau uren zyni van
negen tot twaalf en van twee tot vier, aange
nomen dat ze op tijd komen. Die 24 ambte
naren zijn, als wil on® niot vergissen,
hiërarchisch onderscheiden als volgt: 1 griffier,
7 commiezen, Q adjunct-commiezen, 4 eerste
klerken, 3 tweede klerken en 3 buitengewone'
beambten. Hoeveel traktement dio heeren
samen genieten kannon wi) niet precies zeggen,
maar een f 20',Q0& is het al lichü. En dat
voor zoo korte werkdagen en 200*11 werk
tuiglijken arbeid, als copiëeren, classi-
ficceren, enz.
Zuoals het in dit gewest ia, zal het wel
overal eldere zijn, en niet alleen op de
provinciale griffies, maar op stadhuizen, be
lastingkantoren, enz. Overal vinden wy een
lioirleger ambtenaren met vaak groote pre
tenties en baast ongenaakbaar voor
het publiek. De minister, die hier eens
verandering in kon brengen en een flinken.
bezem durfde ter hand nemen, om dezen
Augiasstal schoon te vegen, zou den dank der
natie verdienen.
De Arrant iëele» toestand fs niet zóó- roos
kleurig, dat wij ons de weelde van een over-
talrijk ambtenarencorps kunnen veroorloven,
hetwelk een aanzienlijk gedeelte van's Lands
inkomsten aan traktementen verslindt.
Nu wy het toch over financiën hebben,
moet ons nog een opmerking van 't halt.
Vroeger hebben wij al op het onbillijke ge
wezen van de buiten verhouding zware pen
sioenen, die oud-ministère, opperofficieren en
andere hooge ambtenaren genieten. Iemand,
die byv. een jaar of drie het eeno of andere
departement beeft beheerd, krijgt een pensioen
van een drie duizend gulden, dat hy misschien
nog een twintig, dertrg jaar kan genieten,
zoodat zulk een hoer het Land op een halve
of heele ton to staan komt. Wat heeft hy
daar nu eigeniyk voor gedaan?
Dezelfde vraag kan men stellen ten opzichte
van generaals en andeTe hoofd- en opper-
officieren. Geuarende hun activiteit hebben
zy het niet te kwaad gehad en bun traktement
gemakkeiyk verdiend, on daarna worden ze
vaak op betrekkeiyk jeugdigen leeftyd go-
ponsionueerd. Wy zien dit nu woer aan
generaal Vetter, die, nog geen 58jaar
oud, tegen den loden Maart gepensionneerd
is met den titel van luitenant-generaal. Vetter
h toch waarachtig geen invalide om na op
'sLands kosten eon dolde far nlente te
gaan smaken. Maar, natuurlijk, het pension-
neeren van Vetter goeft weer promotie en
kost het Land weer fdom zooveol.
Wanneer zal men nu toch van (fat roefce
loos goldverspillon eens terugkomen en gaan
begrypen dat, waar alles kwynt en overal
ellende nypt, hot afkeurenswaardig is zoo
veel geld aan één categorie van personen
uit te geven? Duizenden zouden kunnen wor
den bespaard, waarmee men onzen vador-
Iandschen landbouw zou kunnen te hulp
komen, als men ernstig wilde. Waarom blflft
toch dio ornstigo wil ontbreken?
Meermalen werd in dit weekblad, zoo schryfi
X. in bet Sociaal Weekblad, het euvel ge
gispt, aan het nemen van lang crediet,
met name door vermogenden, verbondon.
Vergun my het volgende geneesmiddel aan
te bevolen.
Do winkeliers, aaneengesloten, zouden hunne
vordaringeu by een kantoor betaalbaar stellen,
hetwelk zorgen moet dat do bedragon der
rekeningen binnen twee maanden z|jn geïnd.
Dit zal voor den particulier op den duur
aangonamor z|1n, want hy hoeft geen schul
den en moet vanzelf de tering naar de nering
zetten, en voor den winkelier een groot
voordeel, daar alsdan hem niet meer kan
worden toegevoegd: de rekeningen moeten
maar biy?en liggen, totdat wjj over drie of
vier maanden van ons zomorreisje terugkomen.
Diontongevolgo kan lif) biliyker prjjzen be
rekenen, door syn kapitaal meermalen om te
zetten.
Misschien zou dit denkbeeld eenig nut kun
nen stichten I
Ouder het opschrift Een belachelijke
aristocratie schryft de Haagschc Courant:
Aan boord van de oorlogsschepen is tegen
woordig de commandant der machinekamer
oen btfna even gewichtig persoon als de com
mandant van het schip bovenop, en zeker
niot minder gewichtig dan een 1ste of 2de
luitenant.
Het examen voor adspirant-machinist is
dan ook niot veel minder zwaar dan dat, het
welk do adspirant-adelborst moet afleggen, en
do opleiding is niet minder degelyk.
Het gehalto der jongelui, die er zich voor
aanmelden, werd dientengevolge in de latere
jaren eveneens vrywel aan dat der adspi-
rant-adelboreten en adspirant-admmistrateure
gelyk.
Niettemin hoeft de machinist nog altyd in
de marine-hiërarchie den graad van onder
officier: een 2de klasse is sergeant-majoor,
een 1ste klasse adjudant-onderofficier.
Wanneer zal men eens breken met die
belachelyke aristocratische opvatting en den
machinisten een plaats inruimen in het officiers
corps, waarop zy niet rarader recht hebben
dan de administrateurs?
De parlementaire Haagsche correspondent
van de Zutfensche Courant schreef dezer dagen
naar aanleiding van de verwerping der
m 01 i e-G e rri t a e n (loon en arbeidsduur)
„Maar al werd' dus de slag ditmaal nog
verloren, de heer Gerritsen kan toch vry
tevreden zyn over het nu reeds verkregen
resultaat.. Dat zelfs mannen als mrs.. J2..
Mackay, De Savornin Lohman, Van Gennep
en Borret vóór de motie hebben gestemd,
is zeker een opmerkelyk, toeken des tyds..
Ook de heer Pynappel, wiens keurige rede
zeer de aandacht trok, is> een warm voor
stander van het beginsel, maar hy stemde
tegen, omdat hy zich. met de redactie der
motie niot kon vereenigen en omdat hy veel
liever zou zien, dat de Staat er terstond toe
overging, tot wering van misbruiken overal
m het goheela land bepalingen omtrent loon
en. arbQidstyd in de bestekken te doen op
nemen. Men ziet het:, „les idéés marchent'V
Mannen als Van. Karnebeek en Hintzen blijven
straks met hunne doctrinaire economische
stellingen geheel alleen, staan. Hoe is het
toch mogeiyk,. dat zóó ontwikkelde en humane
mannen blind biy.ven voor de feiten om zich
heen en zich krampachtig vastklemmen, aan
een verouderde theorie L"
De besluiten ten bate van het
platteland, in den laatsten tyd in de
Tweede Kamer genomen; vallen niet in den
smaak van de Haagsche bladen,, terwijl ook
de Amsterdamscho zich er boos over maken.
Het Vaderland beschouwt de beslissing,,
in zake Ridderkerk ga-vallen, aJa een tweede
overwinning van de „plattelandsclub" en
noemt die zegepraal hoogst bodenkelyk. Het
spreekt vanzelf, dat elke plattelandsgemeente,
dia een kantongerecht heefc, er gaarne een
houden wil, maar als men alleen op dien
grond voor het behoud pleit, is dit een vol
komen verwaarloozing van de eischen van
het algemeen belang.
Gaat men op dien voet voort,, dan zal men
nimmer tot vereenvoudiging van organisatie
komen, ja, zal men ter wille van plattelands-
oischen nog tot uitbreiding moeten komen.
En dan veegt men weder by de begrooting
van justitie den. minister den mantel uit,
omdat hy niet bezuinigt 1
„De Kamer kan en mag alles, „aldus be
sluit het Haagsche blad," maar z|jr dio aan
zulk een spelletje meedoen, mogen toch wel
eens bedenken-, dat ook zy eenmaal geroopen
kunnen worden verantwoorde!yker betrekking
to bekleeden en- dat zulke antecedenten dan
zwaar kannen drukken. Zy, die uit camaraderie
of op hoop van zegen voor eigen plannen
aan zalke ongerechtvaardigde oiachen van
„het platteland" gehoor gevon, bewegen zich
op oen heïlend vlak, waarlangs men 0 zoo
geleidelyk kan afdalen en o zoo ver komen
kan, tot groote schade voor 'slauds schatkist,
waaraan voor hooger algemeene belangen
steeds dringender eiseben wordon gesteld."
Het Haagsche Dagblad is het ditmaal mot
z|jn liberalen collega eens. Het blad is vooral
boos op den beer Schepel, al wil het erkennen
dat zyn wensch om op den eersten zittings
dag der weok later te beginnen, gerecht
vaardigd is. Maar tegen zyn verdere rede
neeringen komt het in de volgende woorden op
„Niettegenstaande de opmerking des Voor
zitters, dat do zaak van het uur van byeen-
komst thans niet aan de orde was, ging de
heer Schepel maar voort op hetzelfde aanbeeld
te slaan en ging hij zoo-ver van te beweren,
dat het 't doel der beide Hollanden zou zjjn
het platteland er onder te houden; ja zelfs
wilde hy de vergaderingen der Staten-Generaal
op een andere plaats dan in Den Haag ge
houden hebben.
Daargelaten nu bet zeer onpraciiscbe van
dit laatste verlangen, gaat het toch inderdaad
niet aan, by zulk een ondergeschikt onder
werp als het uur van by eenkomst der Kamer,
een stryd te willen doen ontbranden tusschen
bet platteland en de steden.
Waar de belangen van het platteland moe
ten verdedigd worden, bevinden wy ons gaarne
in de eerste ryon, maar niet het platteland
tegenover de steden, maar het platteland èn
de steden, dat moet het devies zyn van den
volksvertegenwoordiger, die als zoodanig het
geheele Nederlandsche volk vertegenwoordigt.
„Was hot nu by de behandeling van hot
genoemd wetsontwerp ook al weder het platte
land, dat het tegen de steden opnam? Wy
woten bet niet en willen gaarne aannemen
dat het by oen groot deel der leden de be
doeling niet was. Doch het debat gaf wel
oenige aanleiding om er aan te denken en de
uits'ag dor stemming kan er wel toe bydragen
om het eenigazins als feit aan te nemen."
De Telegraaf schryft: „'t Woord „platte
land" begint tegenwoordig oen parool te wor
den, waar men alles mee doen kan. Wanneer
men de belangen van een bepaald deel der
bevolking of van een bepaald deel dos lands
lang verwaarloosd of achtergesteld heeft by
dio van een ander deel, zcoals misschien met
het platteland weL wat veel geschied is, dan
ré dat een mes, waarmee men zich van twee
kanten verwondt; aan den eonen kant heeft
men het nadeel van de- verwaarloozing zelf
en aan den anderen kant is het een min of
meer onvermydelyk gevolg van de achter
stelling^ dat men, die later eenigermate
willende vergoedëD, allerlei dolligheden moet
gaan doen."
By dio „dollfghedan" past de wijze, waarop
het Handelsblad zich. over deze zaak uitlaat.
Het blad schryft:
„By sommige leden scbynt de stryd voor
het platteland, tegen Holland of vooral tegen
Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, een
soort van manie te worden. Wy zeiden r»edb<
hoe de heer Schepel het niet aanwezig zyn
van ean voldoend aantal leden, om gister
ochtend vergadering te houden rechtvaardigde
door de z. i. groote onbillykheid, dat ook de9
Dinsdags de vergaderingen reeds om. ellfi uren
geopend worden. Nadat eerst de vergadering
op Zaterdag is afgeschaft,heeft men in 1888
den Maandag laten vallen; hoofdzakelyk ter
wille van de leden, die buiten Den Haag wonen-
Nu vraagt men weder des Dinsdags op een
later uur te beginnen, een plan, wellicht
spoedig gevolgd door den wensch. om dee
Vrydaga vroagtydig te eindigen. Op die w.yze
biyft er van de week niet veel over. Ook had
de heer Schepel bezwaar do vergaderingen
steeds „in een uithoek van het land" als Den
Haag te houden'. Wil' die afgevaardigde wel
licht binnenkort voorstellen don zetel der Regee
ring eens te verplaatsen naar een anderen
uithoek, by,v. naar Delfzijl? Hat is zeker dat
de beslissing der vorige» week m zake den
Noordr0o8ter-Locaalspoorweg oen opgewonden
heid in do gemoederen van velen heeft teweeg
gebracht, die kwalyk te verklaren is, dóch die
nog tot meerdere even weinig gerechtvaardigde
beslissiogen als die in zake Ridderkerk aan
leiding zal kunnen geven."
De Nieuwe Rotterdamnsche Courant bepaalt
zich in haar overzicht tot de opmerking, dat
er een wind van belangstelling voor hot platte
land in de Kamer waait-
't Is alleszins verstandig te waarschuwen
tegen een mogeiyk esprit de clocher,
maar een toon, gelyk in '6 bovenstaande wordt
aangeslagen', is 0. i-. in geen enkel' opzicht
gerechtvaardigd. Hetgeen de heer De Eanter
0. a. aanvoerde deed zien dat er by de quaestie-
Ridderkerk zeer krachtige gronden tegen- het
voorstel van den minister van justitie konden
worden aangevoerd. Het verlangen van den
heer Schepel is zeker alleszins te billyken,
terwfll niet mag worden vergeten dat de waar
neming van het Kamerlidmaatschap voor hen,
(lie buiten Den ilaag en omgeving wonen, zeer
wordt bemoeilijkt, als men hen dwingt zich ge
heel aan hunne gewone bezigheden te ont
trekken.
En wat don NooFd-Oost er -Locaal betreft,
de daaromtrent gevallen beslissing is eenvoudig
erkenning van vr eger begaan onrecht. Het
herstel moet nog volgen, voegt de Zicolschc
Courant aan deze beschouwingen toe.
Uit het oordeel der pers over het door de
Tweede Kamer aannemen der Geweren-
wet (52,000 nieuwe vuurwapenen voor infan
terie en karabyndragers) vinde het volgende
hier eene plaats:
Als olie op- de watoren, zoo viel het woord
van den Minister van Oorlog op het debat,
dat daarna uitging als een nachtkaars, schryft
de Nieuwe Rotterdavnsche Courant. De Minister
heeft zich inderdaad van zyne taak tot ver
dediging van zyn voorstel uitnemend gekweten.
Het Handelsblad doet uitkomen, dat, toon
het voorstel m stemming werd gebracht, er
eigeniyk slechts ééne bedenking was over
gebleven: ré het verantwoord thans geld uit
te geven voor eeno betere bewapening, die
onze weerbaarheid niet afdoende verbetert,
zoolang de getalsterkte en de oefening onzer
troepen zooveel te wenschen overlaten? Dezo
bodenking, waarin ten slotte de gansche
oppositie zich concentreerde, werd nog eens
nader toegelicht door de heeren Heemskerk,
Lieftinck en Kerdyk.
Over die redeneering, is door den heer
Cremor naar behooren recht gedaan. Het was
voor hom eene quaeatie als de vraag: wat
is er eerder geweest, de kip of het ei? Men
kan met de verbetering van het gehalte en
het aantal manschappen beginnen of met een
betere bewapening; wy moeten beide hebben.
Beurtelings het eene tegenhouden, omdat het
andere nog niet verkregen ia, leidt tot niets
anders dan obstructionism©.
Het Dagblad van Zuid-Holland schryft:
"Wanneer ooit kan worden aangenomen, dat
een rede van den Minister gewerkt heeft op
de overtuiging der leden van de Kamer, dan
zal dit zeker wel bet geval zyn geweest
met de rede, waarmede de Minister van Oorlog
zyne gowerenwet heeft verdedigd.
Aan hot beider, uitnemend gemotiveerd be
toog ontbrak geen enkol argument. Één voor
één werden de gronden van bestryding door
den Minister nagegaan en op afdoende wyze
weerlegd, zoo afdoende zelfs, dat de heer Van
Viymen, die, hoewel zieh den vorigen dag
geenszins tegen de voordracht verklarende,
toch vele bedenkingen had ontwikkeld, ronduit
uitsprak door de weerlegging des Ministers
overtuigd te zyn geworden van de wenscheiyk-
heid om zich niet tegen hrt ontwerp te ver
klaren
De Telegraaf geeft ook den Minister de eer,
dat de overwinning geheel door zyn toedoen
is behaald. Hoewel met geen redenaarstalent
begiftigd, ia het den Minister niettemin moge-
lyk, wat in de uitwerking op hetzelfde neer
komt, door zekeren tact van spreken een
vergadering te Brengen, waar hy haar hebben
wil. Nog doet De Tel. uitkomen,, dat. door
's Ministers rede de oppositie dhr katholieken,
die zich den vorigen dag verwachteni liet,
gebroken was; en zy waren het, dia in deze
don doorslag gaven..
Het Vaderland doet uitkomen, dat de uit
stekende verdediging door den Minister veel
er toe heeft bygedragen, dat het nog boven
verwachting spoedig met de geweren wet is
afgeloopen. Twee nevenquaestiës wareh handig
geëcarteerd: die der schutterybewapèniiig en
die van den aanmaak in binnen- of buiten
land. Bleven over: het kalieer en de kosten.
Wat het kaliber aangaat,, heeft de Minister
zeer zeker zyn wapen, zegevierend uit dèrr
stryd gehaald. En de kosten: ja, zoo exorbi
tant zyn die niet, of een ieder moest het meir
den lieer Cremer eens zyn, dat ze moesten
gedragen wordeD, als zy onvermydelyk waren.
Zoo waren de kansen zeer aanmerkelyk ge
stegen. Wonderiyk genoeg, werd geen. woord
gesproken over do overbrenging der militaire'
inrichtingen uit Delft naar de. stelling van
Amsterdam, een dure onderneming en gansch
onnoodig met de gewerenvraag samengekop
peld. Maar de twee afgevaardigden, het eerst
ter behandeling dezer vraag geroepen, de heer
Seret, deskundig bewoner van, en de» heer
Beelaerts, vertegenwoordiger van Delft, waren
beiden ziek. Er waren er meer ziek, althans
afwezig.
De stemming werd ton slotte byna uitslui
tend beheeracht door de politieke quaestie.
Ook te dien opzichte werd het juiste woord
door den heer Cremer gesproken. Men moet
niet om geweren vragen, als er een organi
satie der lévende strydkrachten aan de orde
is, en om zulk een organisatie, als een ge
weren-aanvraag voor de Kamer ligt. Wat
voorgaat, is botrekkelyk onverschillig, en zy,
die nu zoo vragen om een legerorganisatie,
zouden misschien de eersten zyn het de
Regeering kwalyk te nemen, als zy deze vraag
aan de orde had gesteld in deze omstandig
heden. Het standpunt van hen, die goede
geweren willen geven, als eerst de persoon-
lyko dienstplicht is ingevoerd', maar niet
zoolang er plaatsvervangers dienen, heeft, dit
moet men den heor Cremer toegeven, zyn
onbarmhartige zijde.
Met den heer Cremer stemden 9 progressisten
voor de wet, den kring der progressisten zoo
ruim mogetyk gerekend. Het waren de heeren
Drucker, Veegens, Lely, Hordyk, Hesselink,
Van Deinee, Tydeman, Bouman en Van
Kerkwyk. En van de katholieken gingen allen
mee, behalve de heeren De Ras, Lambrechts
en De Ram. Van de anti-revolutionnairon,
schaars vertegenwoordigd (de heeren Kuyper
en Lohman ontbraken beiden) stemde de
linkerzyde tegen, de rechterzyde voor. De
mimsteriëele liberalen waren allen voor, zoodat
de wet met 54 tegen 31 stemmen werd aan
genomen.
Het Utrechtsch Dagblad zegt:
De Minister van Oorlog heeft zyne ge
weren althans van de Twe9de Kamer, en
wel met eene aanzienfyke meerderheid van
23 stemmen; ook z|j bleek van oordeel, dat
het niet aangaat maar voortdurend teblyven
uitkyken naar bet ideale geweer.
Wy wenschen Zyne Excellentie geluk; ook
met de uitnemende verdediging van zyne
Wet, naast zyne tegemoetkomende houding
ongetwyfeld van grooten invloed geweest op
de aanneming.
Ofschoon de beslissende wyze, waarop de
Minister zich uitliet over kaliber-verkleining,
die voor een goed oorlogswapen de uiterste
grens biykt te hebben bereikt, en over het
aanbevolen vuurwapen van den Maastricht-
schen werkman, dat na beproeving niet
beter dan het Mannlicher-geweer bleek te
zyn, voor een groot deel het verzet gebroken
heeft; eene belangryke concessie deed de
Minister aan de binnenlandsche nyverhaicL
Stellig zich. verklarende tegen uitstel van de
wet, was hy bereid om, wanneer hem vóór
Augustus a. s. nog eene aanbieding uit het
binnenland mocht worden gedaan, m alle op
zichten overeenkomende met hetgeen de
buitenlandsche industrie kan prestoeren, die
aanbieding niet af te wyzen alléén op grond
dat de aflevering dan 6 maanden later zou
plaats hebben.
Nu zoude ook nog kunnen werden voldaan
aan den door ons uitgedrukten wensch, als
nog zich er van te vergewissen dat het
nieuwe geweer onder alle omstandigheden
voldoet; ook by eene minder zorgvuldige be
handeling te velde. Eventueele verbetering
ware later heelwat minder gemakkeiyk
aan te brengen!
En de Minister van Koloniën, denke aan
ons Indisch leger, dat wy wezen er her-
haaldeiyk op onvoldoend geschut bezit en
tegenover zich had een. vyand met een beter
vuurwapen dan onzen soldaat wordt verstrekt.
Wy wenschen aan het slot er nog even
op te wijzen dat het wetsontwerp aldus aan
genomen werd met 54 tegen 31 stemmen:
Vóór stemden de heeren: Truyen, Everts,
Mutsaers, Van Viymon, Van den Berch, Van
der Schrieck, Bast art, Van Borsele, Van
Berckel, Van Bylandt (Apeldoorn), Pynappel,
Mees, HintzeD, Dobbelmann, Van Deinse, Van
Bylandt (Gouda), Travaglino, Drucker, Van
Basten Batenburg, Miehiels. Goekoop> De
Beaufort (Amsterdam), df Ansembourgy Van
der Kun, Schimmelpenninck, Lely, Van Kerk
wyk, Cremer, Conrad, Pynacker Hordijk,
Bouman, Van Gennep, Harte, Van Gyn, Smits
Van Oyen, Hesselink, Tydeman, Royaards,
HafTmans, Rutgers, Van Delden, Guyot, De
Beaufbrt (Wyk), Kolkman, Van Stirum, M.
Mackay, Van Karnebeek, Plate, Vos de Wael,
SchaepmaD, Van Dedem, T. Mackay, Veegens
en de Voorzitter..
Tegen de heeren: Hartogh, Van Alphen,"
E. Smit, Roessingh, De Ra»,. Zyp, A. Smit,
Donnor, De Kanter, Meesters, Pytterson,
Knyff, Willinge, Schaafsma, Zylma, Houwingb,
Kerdyk, De Ram, Staalman, Sanders, Schepel,
Lieftinck, Heemskerk, Gerritsen, Lambrechts,
Smeenge, 't Hooft, De Boer, Lucasse, Heldt
en Borgesiu8.
Gemengd Nieuws.
Al s een be wijs van on dankbaar
heid deelt men ons uit Waddingsveen mede,
dat een arme man, die van al de noodige
meubelen in1 zyn. huis verstoken.was en daarvan
door buren en: familieleden, word voorzien, dat
geschonken huisraad een paar dagen later
voor de som van' f9- heeft verkocht Hy is
naar elders gereisd; zijne' beste groeten aan
zyn weldoeners achterlatende.
Te A a rFa n d'orve e n wordit den
werkeloozen, vanwege dë aldaar bestaande ys<-
clubj werk verschaft door hen> de vaarten üx
het dorp te doen openhakken, ten einde het
verkeer te water te' herstellen1.
B|j- P. Tan Kreuningen, te Aar-
landerveen, heeft eene. kip' een ei gelegd, dat
110 gram weegt.
Een 12-jarige knaap' wit Goeff
had zich gisteren- wegens twee ernstige feiten
voor het gerechtshof te 's Gravenhage t®
verantwoordenin de eerste» pliaats wegen®
diefstal van geld' uit: offerbnssen in de R.-K.
kerk te Goes, gepleegd in vereeniging met
nog een knaap. De rechtbank te Middelburg?
had hem aan dat fëitt schuldig1 bevonden, en,
de overtuiging bekomen hebbende dat h|$
handelde met oordeel des onderacheids, hem
veroordeeld' tot één' jaar gevangenisstraf. Het
kind bekende het geW gestolen te hebben om
er voor op een vélëcipède te kunnen ryden
en verklaarde ook geweten te hshben dat
niet te mogen doen.
Advocaat-generaal mr. Telders, met een
gevoel van weerzin en aarzeling vervuld bjj
het uitspreken van. zyn-oordeel over deze zaak,
vorderde bevestiging van het vonnis, vara
oordeel, dat men hier, waar blykt dat beki.
met volkomen bewustheid vaD hetgeen b||
deed heeft gehandeld, moet waken tegen over-
vleugefing door gemoedsaandoening.
De kwade neigingen van den jongen zou
den ook nog blyken uit de tweede zaak,
waarvoor hfi zich moest verantwoorden, nl.
mishandeling van een dier in het openbaar,
Hy had een paard met een mes gestoken,
om het dier hard te doen loopen. Yoor difc
feit was hem- 14 dagen gevangenisstraf opge^
legd, waarvan het O. M. ook de handhaving
vorderde.
Als verdediger in de eerstvermelde zaak
betoogde mr. C. Plate, dat de knaap, in ver
band met zyn jeugdigen leeftyd, niet kan
geacht worden zich volkomen rekenschap te
kunnen geven van het ernstige zyner daadL
Hy refereerde zich overigens aan het oordeel
van het Hof.
Uitspraak over 14 dagon.
Te Gees (Drentel is de woning
van den landbouwer en bakker J. Hilbrands
tot den grond afgebrand.
Het vee werd gered, van den inboedel niet».
Alles was verzekerd. De huishoudster, die
reeds buiten bet brandende gebouw was en
terugkeerde om nog iets te redden, kwam
in de vlammen om.
Amorin het kerkezakjet Een
predikant van een der Betuwsche gemeenten
had bedankt voor eeu beroep naar elders.
Algemeene vreugde in het dorp, want behalve
een geliefd predikeF is hy een steun der annen.
Hun wil hy in de eerste plaats dezen vreugdedag
tot een dubbelen maken. Zyn vrouw zal de
geefster eener aanzienlyke feestgave in den
„armbuil" zyn. De dienstdoende diaken is
sedert eenigen tyd verloofd en zyn meisje is
altyd met hem in de kerk. Is het Amor kwalyk
te nemen, dat by éénmaal in de zeven dagen
het kerkezakje als po6t gebruikt? Eenige
keeren reeds vond de diaken eene enveloppe
in den zak, die in stede van een bankbiljet
een biljet d'amour aan zyn adres bleek te b&
vatten. In de consistorie-kamer gekomen, tast
hy met de haast eens verliefden in den „arm-
buil" en jaweleen brief van haai Hij
treedt de kerk weder binnen met deftigen
ernst op het gelaat en haren brief in den
jaszak L
De preek is geëindigd en dominee richt tot
hem de vraag:
„Viel het nogal mee daarby doelende op
den inhoud van den armbuiL
„Och, dommee, gewoonzooals altyd."
BZoolü was er dan geen enveloppe in?"
Het harte van den diaken klopt angstig.
Zou by.- hy tast in den zak en zegt„Ja
wel, dominee, maar ik docht, deddet (dat het)
'n brief ke van me meske was. (De Hero.)
Mme. Farbos heeft te Bordeaux
het uit Argentinië overgezonden hoofd van
wyien haren man voor het zyne erkend,
evenals twee verwanten van den verslagen©.
Ér moet nu aan de schuld van Trem'oliez, die
met Farbos naar Argentinië vertrok, geen
twyfel meer bestaan.
De rijtuigverhuurders te Parys
hebben bywyze van proefneming korte ritten
van ten hoogste een kwartier ingevoord voor
één frank.