Nc. 10756. Zaterdag Xö Maart. A°. 1895. (Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feualleton. DE TOOVERRINC. IEIDSCH DAGBLAD. PEIJS DEZEE COUEANT: Voor Leiden per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommors f 1.10. 110. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTEËN: Yan 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt 0.05 berekend. Offlelëele Eennisgeyinge». Directe Belastingen. De Burgemeester van Leiden brengt ter algemeene kennis, dat oo heden aan den Ontvanger dor Dirccto Belastingen alhier zyn ter hand gesteld 3 suppletoiro kohieren, Nos. 13, 11 on 15, van de Personeel© be tasting, alle v-n den dienst 1894/95, on executoir verklaard eerstbedoeld kohier den 12den Maart jl. en do beide laatstbedoelde kohieren ood 13don Maart 11., en herinnert voorts do belanghebbenden aan lunno verplichting, om hunnen aanslag op den bg do Wet bepaalden voet te voldoen. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 15 Maart 1895. F. WAS. Leiden, 15 Maart. Een half eeuwfeest is gewoonlijk wel der moeite waard om herdacht te worden. Yoor ©en tijdschrift is dat vaak in nog hoogere mate het geval, omdat er zoovele medewerkers aan z\jn verbonden geweest, waarvan er stel lig reeds enkelen niet meer tot do levenden behooren. 't Is hier de plaats niet, om dat in den breede na te gaan. Alleen willen we er met een enkel woord op wijzen dat het de „Kunstkroniek" is, welke dat halve eeuwfeest viert, en dat zij in haar vijftigsten jaargang al bijzonder gunstig voor den dag komt. De verschonen 6 afleveringen bevatten novellen van Maurile Smit, Johan De Meester, P. Van Assche, Truida Kok, Cornóüe Noordwal, Louise Croizet v. d. Kop, Vosmeer de Spie, Louise Ahn-De Jongh, namen, welke verdere aanbeveling overbodig maken en waarbij men met genoegen zal bemerken dat ook de jon gere richting niet is buitengesloten. En de tot nu toe verschenen platen zijn zoo voor treffelijk, dat wij gerust durven verzekeren ze hooit beter te hebben gezien. Die naar Apol, Biommers, Frans Van Leemputten, Van do Sande Bakhuyzen, Van der Weele, Izeren, Verhas, enz. zijn juweeltjes, die, in lijstjes aan den wand gehangen, een dagelijks weder keerend genot verschaffen. Voor ae loterij, welke aan de „Kunstkro niek" is verbonden, is als hoofdprijs aange kocht een prachtig winterlandschap van Louis Apol, dat menigeen in twijfel zal brengen waaraan hy de voorkeur moet geven: aan 'fc schilderij of aan de ƒ1500, waarvoor de uitgever aanbiedt het terug te koopen. Als men nu nagaat dat dit alles den inteekenaars op de onvergelijkelijk mooie geïllustreerde uitgaaf van William Shakespeare's werken door Dr. L. A. J. Burgersdyk, als gratis premie wordt aangeboden, dan is het waarlijk niet te verwonderen dat aan deze combinatie ©en groot succes is beschoren. Zulk een fraai uitgevoerde Shakespeare-editie komt slechts eenmaal in een menschenleeftyd voor. Het is best te begrijpen dat velen zich feullen haasten om zich te rangschikken onder do talrijke abonnés, want, zooals we uit goede bron vernemen, is het te voorzien dat het werk uitverkocht zal zijn nog vóór het com pleet verschenen is. Een kijkje by de heeren Blankenberg Co., op de Mare alhier, waar eenige hoofdprijzen teijn geëxposeerd, zal menigeen overhalen tot ondersteuning van deze kostbare onderneming. Bi) de faculteiten van het Leidsch Studen tencorps zijn benoemd tot praesides: van do juridische faculteit, de heer A. Moons; van de medische faculteit, de heer E. H. Sikkes Jr.; van de theologische faculteit, de heer G. Visser; van de literarische faculteit, de heer J. Wolfson; van de philosophische faculteit, de heer D. P. Hoyer; en tot vice praesides van de juridische faculteit, de heer J. Van Gelein Vitringa; van do medische faculteit, de heer N. Rutgers van der Loeff; van de theologische faculteit, de heer W. D. Van Leeuwen Boomkamp; van de literarische faculteit, de heer J. D. Rutgers van der Loeff; van de philosophische faculteit, de heer G. M. Rutten. Tot leden der redactie van de Leidsche Studenten Almanak zijn benoemd do hoeren J. D. De Stoppelaar, C. O. Ph. Creuth, C. Zaayer, J. C. A. Everwyn en P. A. Van de Stadt. Tot eere-lid van het studenten-gym- nastiek- en schermgezelschap „Arena" is be noemd de heer P. Van Andel. Men schryft ons uit Leiderdorp, dd. 14 dezer: Gisteravond hield d9 afdeeling „Leider dorp en omliggende gemeenten" der Nat. Christ. Geh. Ontbouders-vereeniging alhier wederom eene openbare vergadering, welke druk bezocht was. Een drietal studenten uit Leiden trad als sprekers op en behandelde het onderwerp: „De geheel-onthouding, een werk der christe lijke liefde." De eerste spreker, die, na het zingen van Ps. 25: 2, de vergadering mot gebed opende, las uit Lukas 102537 de bekonde gelijkenis van den barmhartigen Samaritaan voor en nam deze welgekozen woorden als uitgangs punt van zijne rede. Besprak de eerste spr. alzoo de geheel onthouding meer van christoiyk standpunt, de tweede bepaalde zijn gehoor by de prac- tische zijde, terwijl de derde met een woord van opwekking sloot. De heeren spraken boeiend en met gloed der overtuiging en werden dan ook van het begin tot het einde met de meest mogeiyke aandacht aangehoord. Aan het debat, dat, na herhaalde uitnoo diging, eindeiyk volgde, namen verscheidene personen van allerlei rang en stand doel, die van de sprekers op uitnemende wyzo wederom een antwoord ontvingen. Na het debat, waardoor het laat was ge worden en dat zeer opgewekt en op het laatst wel wat te opgewekt begon te worden, werd de vergadering met dankgebed gesloten. Ter gelegenheid, dat dr. W. P. Van Rbyn te Leiderdorp heden den dag herdenkt, waarop hij 50 jaren geleden promoveerde tot doctor in de genees heel-en verloskunde, is voor het huis van den geachten jubilaris een prachtige eerepoort met de noodige ver siering langs de woning geplaatst, welke hedenavond met een schitterende verlichting zal pryken. Door het bestuur van de bewaarschool aan don Morsch, te Oegstgeest, is in de plaats van den heer H. D. Terwee, die bedankt heeft, tot bestuurslid gekozen de heer A. Blankesiyn, gemeente-secretaris aldaar. Door Burg. en Weths. van Oegstgeest zyn tot tegen schatters der personeele belas ting voor het dienstjaar 1895/96 benoemd de heeren J. Schoneveld en J. Kortokaas, aldaar, en tot brandmeester by de brandkranen aan den Marendyk is in de plaats van den heer N. Van der Spek benoemd de heer Th. W. Manschot. Op 74 jarigen leeftijd is te 's Gravenhage overleden de gepons. O.-I. hoofdambtenaar F. Scbenck, laatsteiyk resident van Ternate. Geruimen tyd, van 1845—1864, was de overledene in 's lands dien3t werkzaam ter Sumatra's Westkust, eerst als ambtenaar ten bureele van den gouverneur van dat gewest, later als controleur by hot Binnenlandsch Bestuur en als assistent-resident. In 1870 werd de heer Schenck benoemd tot resident van Ternate, uit welke betrekking hem in 1876 eervol ontslag werd verleend. Tydens hy ter Westkust van Sumatra was geplaatst, nam hy tevens gedurende eenige jaren de functie waar van secretaris van de Wees- en Boedelkamer te Padang. In het begin van de maand September a. s. zullen in de omstreken van het fort by Aalsmeer en den Haarlemmermeerpolder oefeningen op groote schaal in den vesting oorlog worden gehouden. Aan'deze oefeningen zal o. m. worden deelgenomen door een groot detachement van het corps pontonniers en 3 veldbatteryen. Willem Van Zuylen heeft zyn jubiló ook in zijn geboortestad, Den Haag, gevierd. Behalve tal van bloemstukken, ontving hy na eon toespraak van den heer Faassen twee met zilver versierde wyukaraffen, een wintergezicht van Louis Apol met lauwer krans en een zeegezicht op Scheveningen van Elchanon Verveer. Naar het „Vad." vernoemt, zyn de ont werpen betreffendo het kiesrecht en de per soneele belasting nog niot bij den Raad van Stato ingekomen. Eon ontwerp tot wijziging van do zegelbelasting op effecten is echter reeds den Raad van State gepasseerd en zal binnenkort do Tweede Kamer bereiken. HH. MM. de Koningin en de Koningin- Regentes hebben giften respectioveiyk van ƒ150 en van ƒ100 geschonken als biyken van hare belangstelling in de kost- en dag school voor dochters van hoofden en aan- zieniyken in de Minahassa te Tomahon. Reeis geruimen tyd geleden heeft de gewezen gemeente-ontvanger te Schiedam, B., thans gedetineerd, zyn eervol ontslag aange vraagd als 1ste luit.-kwartierm. by de dd. schuttery te Schiedam. Tot op heden is op dit verzoek niet beschikt, omdat er tusschen de autoriteiten verschil moet bestaan over de vraag, of het ontslag al dan niot eervol moet worden verleend. Aan den heer J. Lagerwyk, te Amsterdam, is by onderhandsche aanbesteding gegund het leggen van buizen en bykomende werken van de Wilkelminabron in den Haarlemmermeer- polder naar hot brongebouw in het Frederiks- park te Haarlem. De „Haagsche Kunstkring" is officiéél uitgenoodigd deel te nemen aan de 1 Mei te openen kunsttentoonstelling te Beriyn. Een eigen jury uit den „Haagschen Kunstkring" zal de in te zenden schilderyen, desverlangd als éón groep geëxposeerd, beoordeelden. De gemeenteraadsleden te 's-Hertogen- bosch kwamen gisteravond met burgemeester, wethouders en secretaris te zamen, ten einde eene bespreking te houden omtrent zaken, in verband staande met de komst van HH. MM. aldaar. Uit Maastricht wordt gemeld dat ook daar jhr. De Ranitz, particulier secretaris van H. M. de Koningin-Regentes, is aangekomen, ten einde met de autoriteiten in overleg te treden omtrent de regeling van het konink ïyk bezoek. In de gemeente Schoterland verspreidt zich al meer en meer het gerucht, dat in de administratie der compagnie van de Dekama-, Cuiks- en Foeitsvenen onnauwkeurigheden ontdekt zyn, naar men wil tot een belangryk bedrag. Door heeren commissarissen is dadeiyk een uitgebreid en nauwkeurig onderzoek ingesteld. Dit zou ten gevolge hebben, dat de nagelaten betrekkingen van den vroegeren administrateur zouden worden aangesproken tot dekking van het tekort. Uit Maastricht schryft men aan het „Hbl.": Men is hier met bekwamen spoed aan het werk getogen om alles voor de ontvangst der Koninginnen in gereedheid te brengen. Vooral in het gouvernementsgebouw en het stadhuis is men druk bezig de noodige her stellingen, verbeteringen en verfraaiingen aan te brengen. In het eerste worden van de audiëntie- en aangrenzende zalen pleisterwerk, behang en draperieën vernieuwd en het houtwerk opnieuw geverfd In het stadhuis wordt het verwulfsel van het zoogenaamde „plein" met zyne fresco schilderingen afgewasschen en bygewerkt.Deze schilderingen, het werk van Theodorus Van der Schuer, hofschilder van koningin Christina van Zweden (1667), hebben in den loop der tyden veel door vocht güledea. Voorts wordt de voormalige bibliotheekzaal op de eerste verdie ping van het stadhuis, waar het door 't stedeiyk bestuur aan HH. MM. de Koninginnen aan te bieden gala-diner zal worden gehouden, gerestaureerd en smaakvol ingericht." De muziektent op het Vrythof wordt afgebroken en door eene nieuwe vervangen. Voor eenigen tyd stierf in de Friesche gemeente Smallingerland de secretaris de heer Ens v. d. Meer. Het secretariaat, waaraan een traktement van f 1200 is verbonden, wordt sedert zyn dood (nu reeds 3 maanden) tijdelyk waargenomen door den burgemeester, terwyi de Raad, zooals reeds werd medegedeeld, besloot om het traktement van ƒ1200 tot 900 te verminderen. In de Raadsvergadering van gisteren werd nu eene resolutie gelezen van heeren Gedepu teerde Staten van Friesland, houdende niet alleen niet goedkeuring van de traktements- verlagiog, maar ook bericht, dat Gedeputeerden zwarigheid maakten tegen de verdere tydelyke waarneming van bet secretariaat door den burgemeester. De resolutie werd voor kennis geving aangenomen. De Raad besloot verder om geen medewerking te verleenen tot het aanhangige kanalisatieplan in de gemeenten Schoterland, Opsterland en Smallingerland, daar de gemeente Smallingerland daar'oy weinig belang beeft. De voorzitter verraste de vergadering met de mededeeling, dat de minister van binnen- landsche zaken toezegging had gedaan, dat alle kosten, begroot op byna 15,000, ver bonden aan de stichting van nieuwe scholen te Oudoga en Noorder-Drachten, door het Ryk zullen worden vergoed. Het getal kiezers voor de Tweede Kamer te 's-Gravenhage zal op de voorloopige kie- zerslysten voor 1895 bodragen 8830. Vol- gens de in 1894 vastgestelde lysten was het getal kiezers 8494. Het stoomschip „Anchises", van Am sterdam en Liverpool naar Java, arriveerde 12 Maart te Colombo; do „Ardjoeno", van Rotterdam naar Java, vertrok 14 Maart van Marseille; de „Borneo" vertrok 14 Maart van Batavia naar Rotterdam; de Conrad," van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 13 Maact te Padang; de „Gedé," van Batavia naar Rot terdam, vertrok 13 Maart van Aden; de „Kaiser," van Oost-Afrika naar Vhssingen en Hamburg, arriveerde 13 Maart te Gibraltar; de „Maasdam", van Rotterdam naar Nieuw- York, passeerde 14 Maart Prawlepoint. By koninkiyk besluit is mr. F. H Ger- ritzen, laatsteiyk advocaat en procureur te Batavia, op zyn verzoek, eervol ontheven van het lidmaatschap der Staatscommissie tot her ziening van de wetgeving van Ned.-Indië op privaatrechtelyk gebied. Met ingang van 1 April a. 8.lo. op pensioen gestelda. op zyn verz., de luit. kol. by het corps mariniers J. L. Cadet, krachtens art. 33, sub 1, letter o, der wet van 28 Aug. 1851b. do kapiteins by gemeld corps H. B. SteDfort en C. H. Pilaar, krachtens art. 33, sub 2, letter a, der gemelde wet, en hun toegekend, aan eerstgenoemde een pensioen van 1800 en aan beide laatstgenoemden een pensioen van 1400 'sjaars, en eene verhooging inge volge art. 1, c der wet van 1 April 1875, voor den luit.-kol. J. L. Cadet en den kapitein C. H. Pilaar van f 450 en voor den kapitein H. B. Stonfert van 525 'sjaars; 2o. bevor derd tot luit.-kol. by meergemeld corps, de kapitein J. B. Verhey. Met ingang van 1 April a. 8., op zyn vor- zoek, eervol ontslag verleend aan den com mies der telegraphie 1ste kl. W. Bos, en, met ingang van denzelfden -datum, benoemd tot commies der telegraphie 4de kl. G. W. Röhner, thans klerk der telegraphie 1ste kl. Met ingang van 1 April a. 8. bevorderd tot opzichter der telegraphie 1ste kl. P. J. H. De Jager en H. J. Nierstrasz, beiden thans op zichter der telegraphie 2do klasse. Met ingang van 1 April a. 8. benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Alblasserdam G. Baert, thans in gelyke be trekking te Drachten; en met ingang van 1 Mei a. s. tot directeur van het telegraafkan toor te Haarlem, C. Prent van Dalen, thans onderdirecteur der telegraphie. 17) Menigeen zal trachten, u er van te be irooven door list of geweld; wees op uw hoede, want zoolang ge hem in uw bezit hebt, zyt ge meester van de wereld. Niemand zal hem my ontnemen, dat zweer ik ul Laat my nu alleen, zei Lasc9lle, geheel uitgeput door de opwinding, waarin by had verkeerd, terwyl hy terugzonk iti zyn kussens. Wy zullen elkaar nimmer weer ontmoeten. Ik storf in armoode en gy treedt oo wereld in met de schatten van een vorst. Vaarwel, meneer Dacre; maak een goed gebruik van den ring! Vaarwel, meneer Lascelle, zei Wilfred, terwyl hy zyn gastheer de hand drukte; welke macht de ring ook mag bezitten, ik zal trachten, hem my niet onwaardig te bstoonen. Liscelle antwoordde niet, maar wenkte Wilfred, dat hy alleen wenschte to zyn. Janshah klapte in de handen; er kwamen twee vrouwen binnen, om bij den stervende te waken; daarna ging hy Wilfred met groote waardigheid voor naar de deur. Waar wenscht mynheer heen te gaan? vroeg Janshah in de antichambre. Naar myn kamer, antwoordde Wilfred, verwonderd over de slaafsche houding van den man. Janshah maakte een buiging, en nadat hy een lamp uit een haak gelicht had, ging hy Wilfred voor, de trap af. Tot zijn verbazing zag deze, dat er een rytuig voor de deur stond. Aan wien behoort dit rytuig? vroeg hy. Aan den eigenaar van den ring. Wilfred voelde den ring aan zyn vinger en begreep dat het rytuig voor hem gereed stond. Hy stapte er in, Janshah sloot het portier en Wilfred reed de Karpstreet uit. Nu, zei Wilfred tot zichzolven, ik weet niet wat dit alles beteekent; maar te oor- deolen naar dit rytuig, moet ik per slot van rekening toch de lamp van Aladdin bezitten. VI. Janshah. Aan Wilfred was tot nog toe de eigenlyke waarde van den ring onbekend. De omstan digheden, waardoor hy er eigenaar van werd, waren zeer zonderling, maar de machten, die er, volgons Lascelle, by behoorden, waren nog ongewoner. De geloovigheid van den mensch, zelfs van den meest lichtgeloovige, heeft hare grenzen, en hoezeer Wilfred geneigd mocht zyn, het onmogelijke aan te nemen, hy kon niot ge- looven, dat de ring wonderen kon doen. Er zyn verhalen van tooverringên, zooals dat van den ring van Gyges, die zyn eigenaar onzichtbaar kon maken, den zegelring van Salomo, die macht had over de geestenwereld, den Nibelungenring, die aan zyn drager de schatten der wereld schonk, en vele andere. Al deze verhalen echter zyn zuivere verdich ting, en Wilfred dacht er niot aan, zyn avontuur in deze categorie te rangschikken. Voor zoover hfi zien kon, was het een ge woon juweel, dat nog niet eens uitmuntte door fraaie bewerking. Het bestond uit een breeden ring van mat goud, waarin een lapis lazuli ter grootte van een erwt was gevat, on deze steeD, die vol komen vlak was, was zóó diep in het goud verzonken, dat hy goiyk met do oppervlakte lag. In dien blauwen steen waren eenige let- terteekens, blykbaar Oostersche, gegraveerd; maar wat ze beteekenden, was voor Wilfred een geheim, hoewel hy veronderstelde, dat zy betrekking hadden op de toovermacht, die deze zoogenaamde talisman moest bezitten. Men kon zich goen eenvoudiger sieraad denken, en toch bood de majoor er een vermogen voor. Dit aanbod, meer nog dan allo andero om standigheden, bewees voor Wiifred, dat de ring een groote waarde had; en hoewel hy geen geloof hechtte aan de fantastische fabel van Lascelle, was hy er toch van overtuigd, dat de ring de een of andere eigenschap bezat, die hem van zoo'n wonder ïyk belang maakte in de oogen van zulk een practisch man als Moasurby was. Wat Lascelle betreft, 't was te duideiyk, dat deze niet toerekenbaar was op dit punt; hy schreef zyn geheele fortuin aan dien ring toe, schreef er hersenschimmige eigenschap pen aan toe, die hy onmogeiyk kon hebben. Ten spyt van zijne romantische opvattingen, was Wilfred volkomen wel by 't hoofd, en kon hy dan ook niet nalaten, hartelyk te lachen om het feit, dat iemand zoo dwaas kon zyn, aan zulken onzin te gelooven. Het was omstreeks negen uren in den morgen, en Dacre lag nog peinzend te bed, terwyl by den ring om zyn vinger liet draaien. Hy had de zaak van alle kanten bekeken, en kon maar geen plausibele reden vinden, waarom Lascelle en Measurby zulk een waarde hechtten aan dien ring. In leder geval, dacht hy, hen ik nu de eigenaar, en zal ik hem noch aan Measurby noch aan iemand anders geven. Als hij me geluk kan aanbrengen, zal dat spoedig moeten blyken. Het zou kunnen, dat ik in het bezit ben gekomen van een talisman, die op de allernatuurlyk8te wyze wonderen kan wroch ten. Zooveel te beter. Dan ben ik een moderne Aladdin en kan ik mot Hilda trouwen. Ach, wat een onzin praat ik I De ring is eon ring, en daarmee basta I Ik zal hem bewaren als een aandenken aan een curieus avontuur. Hy peinsde hierover eenige oogenblikken en daarna nam de loop van zyne gedachten een andere richting aan. Er kan best een geschiedenis aan dezen ring verbonden zyn, die hem een groote waarde doet bezitten. Measurby weet van die geschiedenis af; ik zal dus vroeg of laat alles van hem te weten komen. En dan heb ik Janshah nog, dien Lascelle „den slaaf van den ring" noemde. Hy zou bier komen, maar is nog niet boven water. Ik vrees, dat de dienaren van den ring niet byzonder op hun tyd passen. Op dat oogonblik kwam zyn oppasser bin nen en overhandigde hem een kaartje, waarop hy „Janshah" las. Dat begint waariyk interessant te wor den 1 riep Wilfred uit, terwijl hy uit bed sprong. Verzoek den man om te wachten; ik kom direct. Het blykt me, mompelde hy sarcastisch, dat de geesten met hun tyd mee gegaan zyn; ze gebruiken visitekaartjes. De oppasser verliet de kamer en Wilfred kleedde zich haastig aan. Hy was benieuwd te weten, of de ring werkelijk een zekere macht bezat, en niemand kon hem hier over beter inlichten dan de Indiër. Wilfred veronderstelde dat Janshah een Indiër was, hoewel hy slechts weinig notitie van hem genomen had, ten gevolge van de opgewon denheid, waarin hy had verkeerd. Hot is waarsckyolyk een leepe schavuit, mompelde hy, terwyl hy de laatste hand legde aan zyn toilet, die den ouden Las celle wat by den neus heeft gehad en zich voor de welluidendheid „den slaaf van don ring" noemt. Nu, my zal hy zoo gemakkelyk niet beetnemen; hy zal zyn fabeltje maar bij een ander moeten zien te plaatsen, by majoor Measurby by voorbeeld. Toen hy zyn zitkamer binnentrad vond by daar Janshah, dio met echt Oc3tersch geduld op hem wachtte. Den vorigen avond was hy gebuid in het golvende gewaad van zyn volk, maar nu stak hy in een deftig zwart pak, dat hem allesbehalve goed stond. Toon Wilfred binnenkwam, stond hy op en maakte een diepe buiging, niet zoo'n slaafsche als den avond te voren, maar een eerbiedigen groet, zooals men dien van oen goed afge- richten kellner zou verwachten. Tegelyk met zyn Oostersche klooderdracht had hy ook zyne Oostersche manieren afgelegd en ver spilde nu maar weinig van een Europeosch ledi-.nde. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1