andere geschriften van den hoogleeraar zfjn
verschenen, het licht zien het door prof. Buys
nagelaten handschrift van het dictaat voor
diens college over het administratief recht.
Dit zeer omvangrijke werk zal voor den druk
gereed gemaakt en, voor zoover de jongste
wetgeving betreft, aangevuld worden door mr.
H. Vos, te Leiden. Het eerste stuk kan tegen
het najaar worden te gemoet gezien. (A. H.)
Veltman is weder geheel beter. Don
derdag geeft hy te Groningen zijn afscheids-
voorstelling.
De minister van binnenl. zaken noodigt
hen, die zich in 1895 wenschen te onderwerpen
aan een der examens, genoemd by artt. 11
en 12 der wet op het hooger onderwijs (eind
examens der gymnasia en daarmede gelijk
gesteld examen), uit, daarvan vóór 1 April
a. 8. te doen blijken aan den inspecteur der
gymnasia te 's-Gravenhage, met opgave van
hunne woonplaats en van de faculteit, waar
voor zjj het getuigschrift verlangen, en met
vermelding, of zij leerlingen zijn der zesde
klasse van een gymnasium, en of zij aan het
eindoxamen van óón dei; gymnasia dan wel
aan het examon voor eene Staatscommissie
wenschen deel te nomen.
Do minister van binnenl. zaken brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat in de
maanden Juni en Juli a. s. aan 's Rijks vee
artsenijschool te Utrecht gelegenheid zal worden
gegeven tot het afleggen van het natuurkundig
examon voor aanstaande veeartsen, bedoeld in
art. 12 der Wet van 8 Juli 1874. De dag van
aanvang zal nader worden bekend gemaakt.
Zy, die tot dat examen wenschen te worden
toegelaten, behooren zich schriftoliJk, mits
portvrij, vóór 1 Mei e. k. aan te melden bij
den directeur van gemelde school.
In ons vorig nommer werd gemeld, dat
dr. H. Van de Stadt, directeur der H. B.-school
te Arnhem, benoemd is tot leeraar in de
natuurkunde van H. M. de Koningin. Naar
aan de „Arnh. Crt." wordt medegedeeld, zal
dr. Van de Stadt zich, te beginnen in het
laatst van Juni, gedurende een half jaar, een
paar maal in do week naar het Loo begeven,
om daar zijne doorluchtige leerlinge teonder-
w\jzon.
Het lid der Tweede Kamer, jhr. mr. G.
J. Th. Beelaerts van Blokland, die wegens
ongesteldheid verhinderd was in de vorige
en deze week de zittingen der Tweede Kamer
bij te wonen, is thans herstellende, zoodat
de afgevaardigde hoopt, spoedig weder aan
de werkzaamheden der Kamer te kunnen
deelnemen. (H. D.)
Do vaste comraissiun der Nederlandscho
Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde,
ter beoordeeling van nieuwe, zeldzame of fraai
gekweekte planten, groenten en vruchten,
zullen dit jaar bijeenkomen op 13 April, 11
Mei, 8 Juni, 13 Juli, 10 Augustus, 14 Sep
tember, 12 October en 9 November.
De vergadoringen zullen aanvangen des
voormiddags to elf uren, in de daarvoor be
schikbaar gestelde lokalen van „Natura Artis
Magistra", te Amsterdam.
Met hot oog op don slechten toestand
der gemeente financiën heeft een lid van den
Raad der gemeente Schoterland by dat college
het voorstel ingediend, don gemeentelijken
cursus voor de opleiding van hoofdonderwij
zers met Augustus a. s. op te heffen. In de
eerstvolgende vergadering zal dit voorstel in
behandeling komen.
De minister van oorlog brengt ter konnis
van belanghebbenden, dat hier te lande in do
maanden Juni en Aug. en, bijaldien zich een
groot aantal adsplranton aanbiodt, ook in de
maand Sept. a. s., een examen zal worden
gehouden voor toelating tot de Koninklijke
Militaire Academie, volgens de wet van 21
Juli 1890. Voor dit examen wordon openge
steld 107 plaatsen, verdoold als:
lo. Ten behoove van do cadetten der cadet
tenschool: a. Bfl het leger hier te lande: 13
voor do infanterie, 2 cavalerie, 10 artillerie
en 2 genie. b. By het leger in Nedorlandsch-
Indiö: 11 voor do infanterio, 1 cavalerie, 5
artillerio en 2 genie.
2o. Ten behoeve van de adspiranten, bedoeld
sub II van art. 25 der voroaverinelde wet:
By het leger hier te lando: 21 voor do infan
terie, 1 cavalerio, 8 artillerio on 1 genie. Bij
het leger in Nederlandsch Indió: 20 voor de
infanterio, 2 cavalorie, 6 artillerie en 2 genie.
Nadere modedeelingon betreffende bedoeld
examen en aangaande do inrichting der ge-
noemdo Acadomie zullen, vermoedelijk onge
veer togen het eind der maand April a. s.,
in de Staatscourant ter konnis van belang
hebbenden worden gebracht.
De „Tol." verneemt van welingelichte
zydo, dat voor de schenkkan en kom van
godroven zilver, door de Staten Genoraal aan
den admiraal Tromp vereerd, door de Rogee-
ring aan de eigenares is betaald een som
van elf duizend vyfhonderd guldon.
Gecommitteerden dor Ned.-Herv. Gemeente
te Rotterdam ontvingen van een onbekende
een som van f 100,000, ton einde in de plaats
van do Prinsenkerk aan do Botersloot een
nieuw kerkgebouw to doen verrijzen.
Naar wy vernemen, zal de directie der
Rotterdamsche Broodfabriek aan de aandeel
houders voorstellen over 1894 een dividend uit
to keeren van 71/, pet. (N. R. C.)
Hot stoomschip „Johannesburg", van
Amsterdam en Londen naar Zuid Afrika, ver
trok 11 Maart van Madera; do „Koningin-
Regentes", van Amsterdam naar Batavia,
arriveerde 12 Maart te Port Said; de „Am
sterdam" arriveerde 12 Maart van Rotterdam
te Niouw-York; de „Ardjoono", van Rotterdam
naar Batavia, arriveerde 12 Maart to Mar
seille; do „Gelderland", van Batavia naar
Rotterdam, vertrok 12 Maart van Marseillo;
de „Prins Alexander", van Amsterdam naar
Batavia, passeerde 13 Maart Ouessant.
De gewone audiëntie van den minister
van koloniën zal op Vrydag 15 dezer niet
plaats hebben.
By kor.inklyk besluit is voor den tyd
van 3 jaren, met ingang van 1 April a. s.,
voor Vlissingen belast met het gezondheids
onderzoek van uit zee aankomende schepen,
ingevolge de bepalingen der wet van 28 Maart
1877, laatstelyk gewyzigd by die van 8 April
1893, H. Breukink, arts aldaar.
Aan J. M. Rueb, ontvanger der dir. belast,
en acc. te Leerdam c. a., op z\jn verzoek,
eervol ontslag uit 's Ryks dienst verleend,
behoudens aanspraak op pensioen.
Ramp op de De Wittenkade te
Amsterdam.
Een vreeselyk ongeluk is gisteravond buiten
de Haarlemmerpoort voorgovallen. By oen
brand op do Do Wittenkade by den nachtwaker
Kloppers zjjn drie kinderen en hunne moeder
omgekomen.
Deze regelen bewjjzen dat wederom een
van die treurige onheilen is te vermelden, die,
helaas! in den laatster, tyd te Amsterdam
zoo talryk zyn.
Hot was ongeveer kwartier voor elven, dat
de brandweer gewaarschuwd werd. Gewaar
schuwd, want gealarmeerd werd zy niet,
omdat men, toon de brand was uitgebroken,
naar den brandweerpost Haarlemmerpoort
ging om aan te zeggen. Dadeiyk rukte do
brandspuit uit, bjjna op den voet gevolgd door
oen stoomspuit en den commandant, welke
laatste juist op het Centraal-bureau aan den
Achterburgwal was en die van de Haarlem
merpoort natuurlijk dadeiyk was gewaar
schuwd.
Het vuur was ontstaan in perceel 34. In
het benedenhuis heoft de heer Sleeswyk, die
op den hoek der kade een tappery heeft, een
paar huizen van het verbrande perceel af, een
lokaal, waarin gelegenheid is tot het houden
van bruiloftspartijen, vergaderingen, enz.
Gisteravond was er een repetitie van een
gezelschap en ook de heer Sleeswyk zelf
was er aanwezig. Opeens hoorde men boven:
„Brand! brand!" roepen. De aanwezigen ver
lieten haastig het lokaal en de heer Sleeswyk
had nog de tegenwoordigheid van geest om
dadelyk de gaskraan dicht te draaien. Het eerste
bovenhuis was aan de voorzyde bewoond door
de familie Busch, een Duitsch gezin. De vader
en moeder waren, wat zelden gebeurde, uit,
en hadden do vior jongste kinderen overge
laten aan de zorgen van de oudsto dochter,
Johanna. Achter woonde het gezin van zekeren
De Jong, man, vrouw en ook vyf kinderen.
Op het tweode bovenhuis achter woonde hot
gezin van Kloppers, man, vrouw en vier kinde
ren. Het derde bovenhuis was onbewoond.
Do brand was ontstaan op het eerste bovon-
huis by Busch. Do kinderen, ook het oudste
meisje, Jagen in de alkoof achter de voorkamer
te bod. Over het ontstaan verhaalde Johanna
aan een verslaggever van het „Hbl." het
volgende:
„Ik bad op oen stoel by de alkoof een
branderTd potroleum-nachtlampje gezet. Door
welko oorzaak weet ik niet, maar opeens
zag ik een vlam en bespeurde dat de lamp
van den stoel op den grond was gevallen.
Dadelyk vloog ik hot bed uit, greep twee
der kinderen en holde er onder den kreet:
„Brand! brand!" mede de trap af. De buren
hebben dit bepaald gehoord, want De Jong
is met vrouw en kinderen de trappen ook
afgegaanverder weet ik niets meer."
Zooals gezegd, waren do bezoekers van het
lokaal benoden do straat opgegaan. Drie hun
ner, Vrees, "Wagonaar en Valk, hebben zich
toen danig onderscheidon. Eerstgenoemde ging
het brandende huis driemaal binnen. Hy had
het geluk van het gezin De Jong een der
achtergebleven kinderen te redden. De tweede
maal boven gekomen, vond by geen menschen
meer, doch op de beddeplank oen kat, die hy
toen in veiligheid bracht; do derde maal vond
hy niets meer en op zy'n vraag of er nog
meer menschen in huis waren, kreeg hy een
ontkennend antwoord. Onderwyi waren Wage
naar en Valk ook naar bovon gegaan en had
eerstgenoemde het geluk tweo kinderen te
redden, een van Busch en een van De Jong,
terwyi ook Valk een der kinderen van Busch
bohoudon beneden bracht. Men wist toen niet
beter of alle menschen waren bot huis uit
on do geredden, allen in nachtgewaad, werden
liefderyk in de tappery des heoren Sleeswyk
opgenomen.
Onderwyi was de brandweer aangerukt en
ving onder bevel van den commandant Meier
het blpsschingswerk aan. Het eerste bovenhuis
stond by baar aankomst, daar tusschen het
gaan van de waarschuwers van de De-Witten-
kade naar de Haarlemmerpoort toch eenige
minuten war«n vorloopen, reeds in lichterlaaie,
zoodat de gloed een oogenblik ver over de
stad zichtbaar was.
Daar aan de De-Witten-kade geen brand
putten zyn, moesten de aanwezige burgers
met de brandweermannen helpen aan de hand
spuit en ook een stoomspuit en twee Vecht-
kranon werden in werking gesteld. Toen was
rnon het vuur vry spoedig meester, doch do
geheele eerste étage was uitgebrand en ten
gevolge van de zuiging door het golieele huis,
waren de trappen naar boven totaal verkoold
en was ook het tweede bovenhuis uitgebrand.
Toen men den brand meeste; was en de
brandweermannen met den commandant zelf
hun onderzoek door het huis begonnen, kwam
men eer6t het vreeselyke van dit onheil te
weten. Het tweede bovenhuis achter was, gelyk
gezegd, bewoond door zekeren Kloppers; de
man is nacbtwakc-r en waakte, naar Johanna
Busch ten minste wist te vertellen, in de
Vondelstraat; hy was ongeveer een uur vóór
de brand uitbrak naar zyn post gegaan, zyn
vrouw en drie kinderen, twee jongens van
tien en acht jaar en een zuigeling, een meisje,
achterlatende. Hun vierde kind, naar werd
medegedeeld een meisje van twee jaren, ligt
ziek in het Binnen Gasthuis. Men was alge
meen van meening, dat de vrouw met haar
kinderen intyds de trappen was afgekomen
en elders by buren of verwanten een toevulcht
had gezocht, maar dit bleek, helaasniet het
geval te zyn geweest.
Toen de brandweer op den zolder kwam,
vond zy by de deur van het portaal de ïyken
van vrouw Kloppers en haar drie kinderen.
Uit de houding, waarin de lyken gevonden
werden, mag, volgens het „Hbl.", veronder
steld worden dat het volgende gobeurd is.
Vrouw Kloppers heeft, het branögeroep hoo-
rendo, haar kinderen uit het bed gehaald,
zyzelve had ook reeds te bed gelegen, daar
men ha3r in haar nachtgewaad vond, en daar de
trap onder haar in brand stond, was zy met de
kinderen naar den zol Jer gevlucht. In de ont
steltenis is zy toen gegaan niet naar het voor
raam aan de 6traat, doch naar dat aan den
achterkant. Was zy naar het voorraam gegaan,
dan had zy met do kinderen kuDnen komen in do
breede goot aan den voorgevel. Wel is waar was
dat met drie kinderen een gevaarvolle tocht
geweest, doch kalm te werk gaande, was zy
toch wel gered geworden. Het achterraam heeft
men trachton te openen, doch dit isblykbaar
niet gelukt, en toen heeft de oudste jongen
nog een der ruiten stukgeslagen, althans
verondersteld mag worden dat hy dit gedaan
heeft, daar men aan zyn handen wonden
vond, blykbaar door glasscherven veroorzaakt.
Toen de ongelukkigen bemerkten dat zy door
het raam niet weg kondeD, zyn zy terugge
keerd om te zien of zy langs de trap nog
weg konden, doch verder dan het portaal
konden zy niet komen. By dit portaal zyn
zy door den dikken rook bedwelmd geraakt,
ineengezakt en verstikt. Zoo vond de brand
weer zo met het gelaat op den grond naar
de deur gekeerd, de zuigeling liggende onder
het lichaam der moeder.
„Dat was", zeide de commandant der brand
weer, „een vreeselijk gezicht; het deed ons
een oogenblik als vastgenageld staan." Dan.
het treurige feit was daar en er bleef niets
over dan de arme slachtoffers van den brand
uit het huis te brengen. De politie, die op
straat dienst deed onder bevel van den hoofd
inspecteur C. Polderman, liet een groote lyk-
mand van den post Haarlemmerpoort dragen.
Deze werd voor do straatdeur gezet on de
brandweermannen gingen de slachtoffers van
bovon halon. Daar de trap naar den zolder
geheel weggebrand was, moesten de brand
weermannen de ïyken één voor één met
lynen langs een bfandladderije neerlaten tot
men ze dan van het tweede bovenhuis naar
de straat kon dragen.
Een paar vrouwen wordon weggestuurd en
er is byna geen publiek, want het vreeselyk
ongeluk was toon nog niet algemeen bekend.
Brandweermannen en politie agenten, wier
helmen even glimmen by het licht der lantaren,
staan om de mand heen. Do commandant
noemt midden in do nauwe deur plaats en men
ziet niets van wat daar binnen voorvalt.
Maar men hoort en begrypt alles.
„Open!" zegt de commandant eindelyk.
Het deksel der mand wordt opgelicht en de
eerste doodo wordt er onder de diepste stilte
in gelegd, 't Is de moeder. Akelig vertrokken
zyn haar ledematende doodsstrijd is benauwend
geweest, grooter nog de folterende angst over
haar kindoren. De arme vrouw was, evenals
de kinderon, gebruind door rook en vuur, de
handen krampachtig saamgotrokken, de beonen
opgetrokken.
Weer gestommel langs de trap, geplas door
het water en ze brengen de tweo jongens
eveneens misvormd door verstikkingsbenauwd
heid en leggen zo by de moeder en dan ein
delyk de zuigeling, het arme wicht, dat zeker
het minst geleden heoft in do laatste oogen-
blikken.
De mand wordt gesloten. Vier doodenbevat zy
De mand werd op een wagen geplaatst en
onder politiegeleide gebracht naar het Binnen-
Gasthuis. Het was een schouwspel, dat
dongenen, die er by waren, een rilling over
het lyf deed gaan. Arme vrouw, arme kinderen,
maar boven.d arme, arme vader I Want die
wist nog niets van het vreeselyk lot, dat den
zynen was overkomen. Wel was dadelyk
iemand naar de Vondelstraat gezonden om
hem, die niets overhoudt dan 09n tweejarig
dochtertje, dat in 't Gasthuis ligt, te zooken,
doch om één uur ongeveer was Kloppers nog
niet ter plaatse.
Onderwyl waren Busch en zyn vrouw thuis
gekomen. Men begrypt hoe groot hun schrik
en ontsteltenis was, toen zy, in do tappery
des heeren Sleeswyk gekomen, hoorden wat
er gobeurd was. Naast de dankbaarheid, dat
hun kinderen waren gered, waren zy toch diep
ontsteld over hetgeen hun buren overkomen was.
De commandant der brandweer verzekerde
dat do vrouw en kinderen waarscbyniyk gered
zouden geweest zyn, als zy zich op zolder in
hun ontsteltenis niet in den weg vergist had
den. Al had de brandweer by haar komst
geweten dat er nog menschen in het huis
waren, dan had zy hier niet meer kunnen
redden, want doordat zy zoo laat gewaar
schuwd was, had zy niet dadelyk het bran
dende huis kunnen binnendringen.
Welke de toestand van Kloppers moet ge
weest zyn, toen by van hot onheil in kennis
werd gesteld, laat zich zeker niet beschryven.
Volledigheidshalve hoewel het by zulk
een treurigheid eigenlyk byzaak is vermeldt
het „Hbl." dat de gezinnen van De Jong en
Busch tegen brandschade waren verzekerd.
Familie-Berichten uit verschillende bladen.
Gehuwd: A. Wonder Az. en N. Hoek Pd.,
Heerbugowaard.
Bevallen: H. A De Visser Smits—Schaberg
D., Den Haag. Mevr. BergansinsVan Gorkum
Z., idem. E. S. Spit— Bijdendjik D., idem.
Vronwo Van der Does do WilleboisSchade v.
Westrum D., idem. H. G. M. v. d. Meersch—
Cramer Z., Rotterdam. B. LuijtjesVos Z.,
Holder.
Overleden: J. A. Mouw M. 84j.,Nykerk.
C. C. Begemann V. 70 i., Haarlem. Wed. E.
Hausemann—Jansen, Haarlem Wed. F. Browne
Van Hoboken, 72 j., Rotterdam. J. C. Boelhouer
M. 13 j Den Haag. Wed. M. M. Catz—Michels,
Crefeld. J. W. Cocü M. 69 j., Rotterdam. B.
P. Van IJsselstoijn M. 72j.,idom.R. Beukolman
M. 58 j., Brielle C. B. R. Bodijn M. 85 j.,
Rotterdam. H. LindemanLagerwaard Visser,
55 j idem. J. H. Wassmk V. 72 j., Zutfon.
T. Spaargaren—Dirk Keersen, 57 j., Aalsmeer.
INGEZONDEN.
De hoofdelij'ko omslag voor de leden
van liet Ned. Kerkgenootschap alhier.
In het „Evangelisch Zondagsblad" No. 949
van 3 Maart 11. lezen wy o. a:
„In Amsterdam brengt de kerk-bolasting
veel blinder op dan geraamd en noodig was.
Men schatte do opbrengst der 55,000 lid
maten tegen f 2 per hoofd op f 110,000. In
1S92 was het bedrag slechts f 40,000, in '93
f 35,000 en in '94 zal het waarscbyniyk niet
meer dan f 32,500 zyn.
„Als eene dor oorzaken van die uitkomst
noemt de Kerk. Ct. de toenemende vervreem
ding van de Ned.-Herv. Kerk. Hare bestuurders
te Amstordam hebben geen oog voor do
geestelyko behoeften van een zeer groot ge
deelte der gemeente. In kerkeraad noch kies
college is dit door leden vertegenwoordigd,
en onder de predikanten van de hoofdstad
zyn er slechts twee meer van de vryzinnige
richting. Men kan toch niet eischen, dat men
lasten draagt, waaraan geen lusten beant
woorden
Ook hier staan wy voor het voldongen feit,
dat er een hoofdelyke omslag voor de Ge
meenteleden der Hervormde Kerk is ingevoerd.
Indien het nu in onze Metropolis met deze
dingen aldus blykt gesteld te zyn, is er dan
geen oorzaak, dat wy die nieuwe belasting
met weinig ingenomenheid begroeten, en is
er geen reden te over, om ons te veront
rusten over de gevolgen, die immers voor
de hand liggen?
Het schynt wel, dat do Gemeente-Commissie,
(m. a. w. HH. Kerkvoogden) die gezegd6 be
lasting, in vereeniging met het College van
Notabelen, heeft ontworpen, in het geheel
geen rekening gehouden heeft met de zware
lasten, waaronder de burgerjj reeds gebukt
gaat, sedert de bestaande Personeele belasting
en de Inkomsten belasting nog onlangs met
de Vermogens- en Bedryfsbelasting vermeer
derd zyn. Zeker was daarom het tydstip
althans niet gelukkig gekozen, om met een
vyfde belasting voor don dag te komen!
Hot ligt voor de hand, dat wy ons niet
onthouden kunnen van vergelykingen en ge
volgtrekkingen te maken, in verband met de
toestanden, dio hier en elders tot het opwer
pen van dien twistappel hebben aanleiding
gegeven.
Moge de invoering van een hoofdelyken
omslag om bekende redonen eenigermate te
rechtvaardigen zyn, zeker is hot onbiliyk en
in onzen tyd waarin reeds zooveel ver
deeldheid en liofdelooshoid in de gemeente
heerschen onvoorzichtig om met zulk een
hoog cyfer te beginnen, waaruit aanleiding
kan genomen worden, door menigeen om de
Noderl.-Hervormde Kerk te verlaten on zich
by een ander kerkgenootschap te laten
inschryven.
Wel hoort men door dezen of genen be
weren „dat wie zoo weinig belang toont te
stellen in hot behoud en in de bevordering
zyner godsdienstige voorrechten en belangen,
in één woord in den Openbaron Eeredienst,
govoeglyk in onze Kerk kan gemist worden."
Die redeneering gaat echter niet op, want,
om do uitgeschreven belasting te kunnen
handhaven, m. a. w., ora tot het benoodigd
bedrag te kunnen geraken, hebben wy vooral
ook het oog te houden op de hoogstaange
slagenen, waaronder juist do meeste ontevre
denen zich bevinden.
Wanneer het nu blykf, dat in Amsterdam,
waar men terecht een meer bescheiden grond
slag heeft aangenomen, de opbrengst van de
gezegde belasting in weinige jaren reeds zoo
merkwaardig gedaald is, wat mogen wy dan
wel van onze armo Sleutelstad verwachten?
Terwyi in Amstordam bet gemiddeld bedrag
voor elk belastingschuldige op f 2 wordt
begroot, hebben wy hier het voorrechtom
het middencyfer op ongeveer f6 per hoofd
gesteld te zien. Immers, dit moet in de zesde
klasse, naar ik meen, worden opgebracht.
Nomen wy nu de 6de klasse als de midden
klasse van de 17 bestaande aan, dan volgt
hieruit, dat er hier hooger offers vereischt
worden dan in Amsterdam en kan de Ge
meente Commissie met recht worden ten
laste gelegd dat zy er. ruw op ingehakt heeft.
Dat ieder gemeentelid naar vermogen iets
bydrage tot instandhouding van den openbaren
eeredienst, is niet meer dan biliyk; maar
men bedenke toch dat onze Kerk ook haar vaste
inkomsten heeft aan renten van kapitalen en
vaste goederen, alsmede door de opbrengst
der plaatsgelden, om nog niet te gewagen
van het aanzienlyk bedrag, geproflueerd uit
de heffing der begrafenisrechten, die mede
geheel aan onze Kerk ten goede komen.
Het scbynt intusschen, dat de Gemeente-
Commissie voornoemd tot een eerbiedwaardig
^oog cyfer van inkomsten tracht te geraken
en wellicht van plan is het bedrag der pre-
dikantstraktementen te verdubbelen; en dit
zouden wy - hoezeer wy HH. Predikanten
een billyke traktementsvorhooging niet mis
gunnen een bedenkeiyk antecedent vinden,
gevaarlyk, omdat byaldien de beroepings-
brief daarop eenmaal gebaseerd werd het
moeilyk zou zyn daarop later terug te komen,'
terwyi van de gemeente-leden, die na eventueele
vermindering van hun aantal, (door te voor
ziene uittreding), de draagkracht zou worden
overschat en van de offervaardigste zelfs te
veel zou worden gevorderd.
Zeer hoop ik, dat myne beschouwingen in
deze te pessimistisch mogen blyken; nu ia
het echter wellicht nog tyd om by de aan*
staande vervulling van twee predikants
vacaturen daarop de aandacht te vestigen.
Leiden, Een belangstellend lid van de
12 Maart 1895. Nederl.-Hervormde Kerk.
Gr e mengd Nieuws.
Toen de workman J. Van L. by
de weduwe Verhaar te Alfen aan het afzagen
van boomtakken was, viel deze tegel yk met
een tak met de ladder naar de laagte, ten gevolge
waarvan hy ernstige kneuzingen bekwam.
Later werd hy per draagbaar naar zyn woning
vervoerd.
Eén der te Halfweg gearres
teerden inzake den diefstal aan de suikerfa-.
briek aldaar, hoeft voor den officier van jus
titie te Haarlem bekend.
Het onderzoek wordt voortgezet, daar men
zeer waarschyniyk te doen heeft met eene
te Haarlemmermeer zetelende dievenbende,
die gedurende de wintermaanden in deze ge
meente en te Halfweg haar bedryf met succee
heeft uitgeoefend.
De Antwerpsche briljantensnyder,
die eenigen tyd geleden door de 4de kamer
der Amsterdamsche rechtbank by verstek
werd veroordeeld tot 4 maanden wegens ver
wisseling van echte diamanten met waarde-
looze steentjes, werd gisteren, nadat de zaak
nogmaals, maar nu in zyn tegenwoordigheid,
behandeld was, vrygesproken.
Gisteravond te halfelf brak te
Hilversum brand uit by den winkelier in
manufacturen, bedden en dekens Jb. Frank,
in de Leeuwenstraat. De bovenwoning brandde
uit, terwyi benedenhuis en winkel groote
waterschade beliepen. Alles was verzekerd.
Door het omvallen van een petroleumlamp
zou het ongeval veroorzaakt zyn.
Gisteren stond voor de Rotter-
damsche rechtbank terecht een gevaarlyk
persoontje, een 21 jarige arbeider te Den
Bommel.
De aanklacht luidt als zoude by den 9den
Jan. jl. te Middolbarnis opzettelyk hebben ge
poogd den onbozoldigden rijksveldwachter
Arend Hoogzand van het leven te berooven
door, met het opzet om hem te dooden, uit een
met hagel geladen geweer twee schoten op gc-
melden persoon te lossen, zynde de uitvoering
van zyn voornemen alleen niet voltooid door
de van zyn wil onaf bankelyke omstandighoid4
dat bedoelde schoten meergemelden persoon
niet raakten, of althans op tyd en plaats ge
meld, bedoelden ambtenaar hebben bedreigd,
hom van het leven te zullen berooven, door
eerst onder de woorden „blyf staan, of ik
schiet", uit genoemd geweer een schot op
hom te lossen en daarna meergenoemd geweor
nogmaals op hem af te vuren.
Uit het verhoor van Hoogzand blykt. dat
by op bedoelden dag, omstreeks 3 uren, in
den polder op surveillance zynde, twee per
sonen zag, die aan het jagen waren, waarvan
de langste een schot loste en een haas schoot.
Langs een omweg ging hy op dezen tce
en hen op een afstand van 30 pas genaderd
zynde, in welken tyd weder een tweede schot
was gelost, herkende hy in den langsten per
soon den beklaagde, dio zich omkeerde en cp
hem aanlegde. Get had teen gezegd: „schiet
me niet dood, want ei zyn vele menschen in
de buurt, hot kost je ook je leven." Niet
tegenstaande legde hy toch op my aan en
loste in myne richting een schot, hetwelk
get. echter niet raakte. Bekl. zeide toen „dat
is er over heen, als ik weer schiet, schiet ik
je in je dBekl. achtervolgende, die
steeds riep: terug! terug! loste deze weer een
schot op hem, hetwelk get. zeer zeker zcu
geraakt hebben, indien hij zich niet gebukt had.
Beklaagde ontkent die persoon geweest te
zyn, bewerende dat hy te dien tyde niet in
het veld was. Hy bekent reeds herbaaldeiyk,
wel negenmaal, ter zake van strooperij te zyn
veroordeeld.
Get. biyft er by, in beklaagde, dien h\j zeer
goed kont, den persoon te herkennen, oie op
hem geschoten heeft.
De verdere getuigen verklaren bekl. met
diens broeder omstreeks bovengemelden tyd
te hebben zien gaan in de richting van de
plaats, waar bedoeld feit zou hebben plaats
gehad.
Het O. M. deed uitkomen dat de taak van
de politie ten platten lande zeer moeilyk is,
zelfs meermalen gepaard gaat met zelfopoffe
ring. Aan zelfopoffering heeft het in deze
by get. Hoogzand niet ontbroken. Hy heeft
zelfs geen angst gehad voor zyn eigen leven.
Een strenge straf voor dezen beklaagde, die
bekend staat als een berucht strooper, kan
niet uitbiyven. Ter zake van poging tot
doodslag eischte het O. M. vier jaar gevange
nisstraf.
Bekl. zeide geen minuut straf aan te nemend
Maandagavond is tusschen de
stations Helenaveen en Amerika de loopwachten
der Staatsspoorwegen F. S. aangereden, vei-
moedeiyk door den trein, welke 5.37 nm. va:
Eindhoven vertrekt.