N°. 10752. Dinsdag lö Maart. A0. 1895. tgeze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. DE TOOVERRINC. IDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN" Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Leiden, 11 Maart. Naar aanleiding van een adres van mejuffr. H. J. De Fremery, houdende verzoek om den door demping der sloot aan den Morschsingel verkregen grond, die by beschikking van den gemeenteraad van 11 September 1884 aan nu wyien den heer P. I. De Fremery in gebruik werd gegeven, te doen overschrijven op haren naam, deelen B. en Ws. mede dat er by hen tegen de inwilliging van het verzoek geene bedenkingen bestaan, zoodat z\j in overweging geven tot de gevraagde overschrijving te besluiten. Na een ingesteld onderzoek is B. en Ws. gebleken dat de pupil van mevrouw de wed. J. L. Hanozet Gordon, geb. Verschoor, genaamd M. E. Schröder, sedert 22 December des vorigen jaars de lessen aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens niet meer heeft gevolgd. Dientengevolge stellen zy voor gunstig op het desbetreffende verzoekschrift te beschikken en alzoo vrijstelling te verleenen van het be talen van schoolgeld aan mevrouw Hanozet Gordon over de laatste twee kwartalen van den loopenden cursus. Onder overlegging van het verzoekschrift van mejuffr. J. M. C. Bommezyn, om ver gunning tot het doen wegbreken van den uitbouw aan het perceel Langebrug, hoek Ketelboeterssteeg, en op de plaats daarvan een kelderingang te doen maken, deelen B. en Ws. mede dat hun uit een ingesteld onderzoek is gebleken dat er tegen de inwilliging van het verzoek geen bedenkingen bestaan, zoodat zy in overwoging geven de gevraagde ver gunning te verleenen, onder voorwaarde dat de kelderingang vlak wordt gedekt door luiken van plaatyzer, ter dikte van ten minste 3 millimeter, welke aan hengsels in bardsteenen banden in de stoep beweegbaar worden ge maakt en rechthoekig aan beide zijden draaien voorts tegen betaling van de verschuldigde recognitie. Onder overlegging van het desbetreffend verzoekschrift van S. Rykes, om restitutie en vrystelling van de betaling van schoolgeld voor hec bezoeken van de Hoogere Burgerschool voor Jongens als vakleerling voor de Wiskunde, deelen B. en Ws. mede dat uit een ingesteld onderzoek is gebleken dat adressant in Novem ber des vorigen jaars de school heeft verlaten, doch van zyn vertrek eerst op 27 Januari jl. hoeft kennis gegeven. Zy meenen derhalve in overweging te moeten geven afwyzend te beschikken op het verzoek om restitutie van het betaalde schoolgeld over het l8te kwartaal, doch vrystelling te verleenen van de betaling van het schoolgeld over de laatste twee kwartalen van den cursus 1894/95. Bovenbedoeld verzoekschrift luidt aldus: „WelEdel Achtbare Heorenl „Doordat de lessen in Wiskunde in het eerste kwartaal aan de Hoogere Burgerschool alhier, telkens werden veranderd, zonder dat ze my (vakleerling) daarvan kennis gaven, kwam ik met de Wiskunde op achter, en voelde my eindeiyk verplicht, voordat het eerste kwartaal nog teh einde was, de school niet meer te bezoeken; tot myne groote verwon dering, kroeg ik telkens aanmaningen om het schoolgeld van het tweede kwartaal te betalen, waarin ik eindelijk toestemde. „Zou de mogeiykheid niet kunnen bestaan, dat ik dit laatste schoolgeld terug zou kunnen ontvangen, en dan vry kan blijven h9t vol gende ook te betalen?" Ten aanzien van het verzoekschrift van den heer P. J. Van Hoeken, om ontheffing van de bepaling van art. 221 der Algemeene Politieverordening van 6 November 1879 voor eene houtloods, die hy op eene gemetselde steenen voeting wenscht te doen oprichten aan de Havenkade Nos. 21 en 22, volgens de overgelegde schetsteekening, deelen B. en Ws. mede, dat uit een ingesteld onderzoek is ge bleken dat er geen bezwaar bestaat de ge vraagde ontheffing te verleenen, evenals zulks geschied is voor de andere bergplaatsen van adressant, daar ter plaatse. Zy geven daarom in overweging de ge vraagde vergunning te verleenen onder voor waarde, dat het gebouw wordt gedekt met pannen, zink of ander onbrandbaar materiaal en de oprichting geschiedt onder toezicht van rooimeesters. Ook bestaat er geen bezwaar om aan den heer Cb. E. J. Verhaaff, bierbottelaar, inge volge zyn verzoek, ontheffing te verleenen van dezelfde bepaling der Algemeene Politie verordening voor een houten gebouwtje achter het perceel Pieterskerkgracht N°. 6, beneden ingericht tot stalling van een werkpaard en boven tot berging van hooi en stroo. Zy geven derhalve in overweging de go- vraagde ontheffing eveneens te verleenen, onder voorwaarde, dat het voorschrift van art. 224 van genoemde verordening stipt wordt nageleefd en onder bepaling dat in het gebouwtje niet mag worden gerookt en dat des avonds voor verlichting alleen een gesloten lantaarn wordt gebruikt. Aan den gemeenteraad alhier is rapport uitgebracht omtrent de onderzoekingen van den Burchtheuvel. Daaruit blykt dat het terrein aanvankeiyk even laag was als de omgeving; de eerste ophooging is geschied tot ongeveer 7 meter hoogte, later is die ophooging voort gezet. De meening, dat de Burchtheuvel uit den tyd der Romeinen dagteekent, is ver zwakt. Naar men meent, dagteekent de heuvel uit de 9de eeuw, toen in deze landen aan de mondingen der rivieren talryke houten wachttorens op terpen werden gebouwd. Toen later, vermoedelijk in de 12de eeuw, het eerste steenen kasteel op den terp werd ge sticht, heeft men vermoedelyk den heuvel eerat verhoogd met de gele klei. Ter vervulling van de vacature aan de Jongensschool 2do klasse, ontstaan door het overly den van den tweeden onderwijzer W. Goemans, is de volgende voordracht opge maakt, ter benoeming van een tweeden onder wijzer, op eene aanvangsjaarwedde van ƒ900, als: 1°. J. W. Wuyster, tweede onderwyzor aan de school 3do kl. N°. 4, 2°. A. L. Van den Berge, derde onderwijzer aan de betrok ken school, en 3°. J. P. Bouma, eveneens derde onderwyzer aan de meergenoemde school. Naar wy vernemen, hebben B. en Ws. van Zoeterwoude op het aan hen gerichte adres van bewoners der Haagsche Trekvaart waarin aan het bestuur der gemeente werd verzocht zyne bemiddeling te willen ver leenen om aan de Staten dezer Provincie te verzoeken ontheffing te erlai gen van de voor hen zoo belemmerende bepalingen in het Reglement van Politie voor de verbeterde vaart tusschen Ryn en Schie en daarby bo- hoorende kunstwerken geantwoord dat de belanghebbenden zich rechtstreeks hebben te wenden tot dat hoogere regeeringslichaam om te trachten hun doel te bereiken. Tevens schijnt het dien bewoners nu wel vergund te worden vóór het door hen be woonde perceel in de Vaart een roeischuit to hebben liggen, mits aan een ketting on niet aan paaltjes of dergelyken. Naar aanleiding van een verzoekschrift van den heer H. S. Klinkert, deelen B. en Ws. den gemeen-,eraad mede dat uit een in gesteld onderzij hun is gebleken dat de zoon van adressant op 8 Februari jl. de Hoogere Burgerschool voor Jongens heeft verlaten, ten einde onverwachts eene betrek king in de Transvaal te aanvaarden. Zy geven dientengevolge in overweging aan adressant vrystelling van de betaling van schoolgeld te verleenen over de twee laatste kwartalen van den cursus 1894/95, tot een bedrag van f 30. Evenmin als by het hoofd der school 3de klasse No. 2, bestaat er by B. en Ws. be zwaar tegen de inwilliging van het verzoek van mejuffrouw F. E. Verpoorte, om ontslag uit hare betrekking van onderwijzeres 3de klasse in de vrouwelijke handwerken aan de genoemde 6chool. Zy geven dorhalve in overweging haar dat ontslag eervol te verleenen en zulks ingevolge haar verzoek met ingang van 16 April a. s. By de dienstdoende schutterij alhier zyn benoemd tot lsten luit de heeren H. J. Zwiers en J. W. Lemtot 2den luit. de heeren E. J. W. Holleman, J. M. Yan den Hoek, A. A. Hymans van den Bergh, mr. J. C. Van der Lip, H. Pelinck, A. L. Quant, W. G. Huet en C. F. W. De Laat de Kanter. De tentoonstelling IbeU in de Kunstzaal van het Stedelijk Museum alhier werd gisteren, Zondag, door 615 personen bezocht. Voor de akte nuttige handwerken is geslaagd mej. C. D. De Haas, van Leiden. Eene aangename verrassing was Zater dag aTond den jongens en de vaste bemanning der Kweekschool voor Zeevaart alhier bereid in het lokaal „Vondelhoven." Door den heer W. F. Van Wyk, lsten luitenant der infanterie, was aangeboden eene lezing te houden over eenige onzer Neder- landsche bezittingen, opgehelderd door photo- graphieën, door hemzelven ter plaatse genomen. Duidelijk en helder word een en ander ver klaard en met de grootst mogelyke aandacht gevolgd, omdat deze jongens eenmaal ook in die gewesten diensten aan het vaderland zullen bewyzen, en nu reeds de beelden en geschiedenis daarvan konden zien en hooren. By afwisseling zongen de jongens eenige vaderlandsche liederen, vooral ook toen de por tretten van de Koningin, de Regentes en gene raal Vetter met zyn officieren vertoond werden. Aan het slot werd door den directeur der Kweekschool, de heer C. H. De Goeje, met hartelijke woorden den heer Van Wyk dank gezegd voor zyne leerzame en aangename lezing en werd een driewerf hoezee aangeheven, dat uit volle borst word uitgeroepen als teeken van instemming met het gesprokene. Voorzeker heeft deze avond een prettigen en biyvenden indruk by de jongens teweeg gebracht, welke steeds by hen in aangename herinnering zal blyven. By koninklijk besluit is de medaille wegens verdiensten ten opzichte van 's Ryks verzamelingen van wetenschap en kunst, in zilver, toegekend aan den heer H. E. Kooiman, te Rotterdam, tor zake van eene aan het Museum van Natuurlijke Historie by de Ryks- universiteit te Leiden ten geschenke aange boden, aanzienlyke, door hem van den Congo medegebrachte collectie insecten, reptielen en zoogdieren; alsmedo aan den hoer P. Van Loersum, te Lembang, boven Bandong, Prean- ger Regentschappen, ter zake van zyne aan het Museum van Natuurlyke Historie by do Ryksuniversiteit te Utrecht gedane schenking, bestaande uit vele honderden met zorg be handelde embryologische praeparaten, van groote wetenschappelijke waarde. In de gehouden vergadering van de afd. Oegstgeest en Omstreken van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw had de bespreking plaats van het al of niet wenschelyke van Graanrechtheffing. Na debat werd by over- groote meerderheid besloten geen adhaesie te verleenen aan het voorstel tot invoering van Graanrechthefflng. Ingevolge een reeds meermalen geuiten wenscb, om dit jaar eene tentoonstelling te houden, deed het bestuur de vraag, of de vergadering kon besluiten tot eene tentoon stelling. Met algemeene stemmen werd, steu nende op do te verleenen bydragen van gemeentebesturen en particulieren, besloten dit jaar eene afdeelings-tentoonstelling te houden van land- en tuinbouw-voortbrengselen, paarden, koeien, schapen en varkens, in de maand September a. s. Tevens werd besloten dat die tentoonstelling in de gemeente Lisse zou worden gehouden. Men schryft ons uit Leiderdorp: De Chr. zangvereeniging „Loof den Heer", alhier, gaf in het laatst der vorige week hare eerste uitvoering, welke goed geslaagd mag heeten. De uitvoering werd gehouden in de goed bezette openbare school, welk gebouw zich daar byzonder voor leent en waarin een dergeiyk genot reeds menigmaal werd ge smaakt, toen vorige zangvereenigingen hare uitvoeringen aldaar hielden. Alle nummers van het welgekozen en eonigszins uitgebreide programma liepen goed van stapel en werden op verdienstelijke wyze gezongen. Onder de nummers, meest bondsliederen, diebyzondere vermelding verdienen, worden slechts genoemd „Zondag", „Loof den Heer", „Boven de Star ren", „Vaderland8ch Lied", van W. F. G. Nicolaï, en „Stabat Mater", van Rossini, voor piano en orgel, bespeeld door den directeur en eigenaar, den heer H. Mens, uit L >id n, en diens zoon. Ds. Nierstrasz, eere-voorzitter der vereeni- ging, sloot den avond met een toepasseiyk woord, waarin hy hulde bracht aan de ver- eeniging erl aan haren bekwamen directeur, terwyi hy de vele aanwezigen bedankte voor hunne belangstelling en het gemeentebetuur voor de welwillendheid, om de school voor dien avond af te staan. Do afdeeling „Leiderdorp en omliggende gemeenten" dor Nat. Chr. Geheel Onthouders- vereeniging te Leiderdorp hoopt op Woensdag, 13 Maart a. s., des avonds te halfacht, in het cathechisatiegebouw eene openbar© vergadering te houden, waarin eenige Leidsche studenten als sprekers zullen optreden, tot onderwerp hebbende: „De geheel-onthouding, een werk der christelyke liefde"; waarby gelegenheid is tot debat, terwyi de toegang vry is. Van de op 1 Januari dezes jaars in de gemeente Woubrugge aanwezige 279 kinderen boven de 6 en beneden de 12 jaren (geboren in 1883 1888) waren er 259, die lager on- derwys genoten. Op de lyst der niet school gaande kinderen komen dan ook slechts 20 namen voor. Het schoolverzuim bedraagt dus slechts oven 7 pet. en is van weinig beteekenis, wyi het meerondeel pas den 6 jarigen leeftyd bereikt had en enkelen reeds met nun 12do jaar do school hadden verlaten. Te Rotterdam is overleden de heer Van ÏJssel8tein, directeur derNederlandsch-Indischo Gas-Maatschappy en medebestuurder van vor- scheidene andere instellingen. Door curatoren van het gymnasium te Haarlem is ter benoeming van een leoraar in de Nederland8che taal en in geschiedenis aan die inrichting aanbevolen: Dr. J. B. Schepers, te Tilburg, en dr. J. Van Leeuwen, te Schiedam. Door de Geneeskundige Staatscommissie te Amsterdam is bevorderd tot arts do hoor Ph. Wolff Beffie, geboren te Amsterdam, en toegelaten voor het eerste gedeelte de heer A. C. Van der Voort. Door den heer J. C. J. D. Van Wessem is eervol ontslag aangevraagd als majoor commandant der dd. schuttery to Tiel. Den 19den Maart zal het 40 jaren geleden zyn, dat de gep. luit.-generaal jhr. Ver-peyck benoemd werd tot ridder der Mil. Willems orde 4de klasse. Te Haarlem is in den ouderdom van ruim 84 jaren overleden do heer P. Van der Eist, oud griffier ter gemeentesecretarie. Op 10 Sept. 1829 benoemd tot klerk ter secretarie, heeft hy de gemeente Haarlem gediend tot 1 Febr. 1893, dus gedurende meer dan 63 jaren. Naar wy uit goede bron vernemen, be staat by de Regeering het voornemen, om binnen zeer korten tyd de verhouding tusschen de inschryvingen in het Grootboek der 21/. pCts. nationale schuld en het kapitaal, dat- strekken moet tot zekorheid der ryks-roken- plichtingen, te brengen van 70 op 80 pC't. Een gevolg biervan zal wezen, dat voor elk» 100 gulden inschryving, iji stede van zooali tot dusverre 70 gulden, in het vervolg 80 gulden zal worden berekend. 12) Dat is werkoljjk zoo, antwoordde Wil fred, op ernstigen toon. - Ik begin geloof te hechten aan uw theorie, Ah! antwoordde de majoor, wien het gesprek blijkbaar opeens belang begon in te boezemen. -- Hebt go een avontuur beleefd? Een ontmoeting, die Gil Blaa waardig geweest zou zijn! Waarlijk? Het spfjfc me, dat ik Diet met u mee ben gegaan. Maar vertel me de ge- heele zaak. Ge zult mij niet gelooven Daar ben ik niet zoo vast van over tuigd. Ik heb zooveel vreemde dingen beleefd, dat ik minder sceptisch ben dan de meeste menschen. Allons, Dacre; ik ben geheel oorl Toen ik u verlaten had, zei Wilfred, terwijl hy zpn stoel nader by den majoor schoof, passeerde ik twee mannen op den hoek van Piccadilly en de Halfmoonstreet. Één van hen zei: aGe zult het in nummer 49, Karpstreet, Soho, vinden." Een zonderlinge opmerkiDg. Ge hebt er natuurlyk naar gehandeld? Ik ben regelrecht naar het adres ge gaan en vond de deur open. En toen ben je naar huia gegaan? Zeker nist I Ik ging naar boven en ont dekte Bagdad. Het was een Oostersch paradys, majoor: heerlyko decoraties, Nubische slaven en allerlei wonderlijke dingen. Kom, koml zei de majoor; ge hebt ge droomd. Neen, ik zweer, dat ik het gezien hebl En de eigenaar van het huis was een uitge teerde aap, Laecelle genaamd. Wat zegt ge? riep Measurby uit, terwyl hy woedend overeind sprong. Lascolle. Een oud man, met een gryzen baard? Jawel I Die beweerde, dat hy millionnair was? Juist I En hy droeg een ring met een lapis lazuli aan de rechterhand? Hoe nu; kent ge hem dan? Majoor Measurby ging, met een toornige uitdrukking op het gelaat, weer zitten, en sloeg met de vuist op tafel. Of ik hem ken, dien schurk? Zekert Do oude ellendeling komt uit Indiü. Ik heb hem te Benares ontmoet, nu ti3n jaar geleden, en zook hem sedert dien tyd tevergeefs. Waarom? Wat heeft hy u gedaan? Hy heeft een ring, dien go aan zyn vin ger zag. Het iB een familiestuk en was in hot bezit van myn broeder Brian. Ik bracht myn broeder met bem in kennis, en zy werden goede vriende. Toen myn broeder stierf, liet hy den ring na aan Lascelle, en hoewel ik dezen er minstons tienmaal om gevraagd heb, weigert hy hem my te geven. Als ik hem maar kon vinden, zou ik hem spoedig dwingen den ring te geveD. Maar als uw broeder dien ring aan hem vermaaktebegon Wilfred. De majoor echter viel hem met een uitroep van toom in de rede: Myn broeder had het recht niet, dien ring aan iemand te vermaken, die niet tot onze familie behoort. Ik stel er meer prys op, dan wat ge ook moogt noemen van alle schatten der aarde, en zou myn beide ooren willen geven om hem terug te krygen. Ik geloof niet, dat ge u die opoffering zult behoeven te getroosten, zei Dacre, wel wat sarcaslisch. Ga van avond met my mede; dan zal Lascelle hem waarschynlyk wel aan u geven. Hy beeft er niets meer aan. Wat meent ge? vroeg de majoor, ver- bleekend. Hy ligt op sterven. Wat zegt ge? vroeg Measurby gejaagd. Ik moet dien ring terug hebben vóór hy sterft. Welnu, ga dan met my mee en vraag er om, zei Dacre nog eeDS, niet zonder eenige minachting voor de opgewondenheid van zyn bezoeker over zulk een kleinigheid. Measurby gaf geen antwoord, maar begon zeer driftig de kamer op en neer te loopen. Dacre, die don majoor steeds voor iemand met stalen zenuwen had aangezien, was ver wonderd over deze uiting van zwakheid. Ge schynt groote waarde te hechten aan dien ring, zei by. De majoor keek hem aaD, alsof hy hem wilde antwoorden. Hy kon echter geen ant woord uitbrengen, en het duurde wel een minuut voor hy kon spreken. Jawel familtering ik ik - cognac, Dacre gauw! Wilfred dacht dat de majoor een beroerte zou krygen en schonk hem terstond een glas in. De majoor dronk dit in één teug uit, en zyn aschgrauw gelaat kreeg weer oenige kleur. Neem my niet kwaiyk, Dacre, zei hy, terwyl hy zich met zyn zakdoek hot gelaat afvoogde. Als ik erg opgewonden ben, heb ik moer last van duizelingen. Het is nu weer beter. Is zoo'n kleinigheid wel de moeite waard om u zoo op te winden? vroeg Dacre, terwyl zy weer plaats namen. Neen, ik geloof het niet, Dacre 1 Maar het is geen gewone ring. Hy heeft voor my een groote waarde vanwege zekere familie omstandigheden. Ik heb er jaren naar gezocht. Ah! dat is dus de reden, dat ge er eigen detectives op na houdt, zei Dacre, die het een en ander omtrent dio zaak gohoord had. JuistI Ik heb veel geld uitgegovon om Lascelle op te sporen, louter om dien ring terug te krygen. Tot nu toe is my dit niet gelukt, en het is wonderiyk, dat gy do eerste zyt, die my vertelt, wat ik jarenlang ge- wenscht heb te weten. Dit bevestigt myn geloof in het Noodlot voor eeuwig. Het is ongetwyfeld een curieuze samen loop van omstandigheden! Het is geen samenloop van omstandig heden, antwoordde de majoor gebelgd; het is het Noodlot niets anders. Zei ik u niet, dat myn komst bier gisteravond ons beider lot aan elkaar zou verbinden? Dit is het be- wys! Doordat ik u heb ingewyd in de ge heimen van de theorie van het Noodlot, hebt ge ontdekt, wat jarenlang aan myn nasporingen is ontsnapt. Waarom gaat ge dan niet mee naar Lascelle? Zeker niet! antwoordde Measurby bo- slist; als hy het wist, zou hy hem nimmer geven. Maar gy kunt hom direct krygen, Dacre. Ik? riep Dacre uit. Jawel. Ik ken hem. Hy is buitengewoon excentriek, en den moed, dien go getoond hebt, door tot hem door te dringen, heeft hem zeer behaagd. Hy zou u alles willen geven, zelfs dien ring. Nu, hy bood my gisteren een vermogen aan, dat ik weigerde. Hy zal me dus in plaats van dat vermogen zeker dien ring wel willen schenken. Ongetwyfeld, en dan kunt ge dien aan my geven. Hy zal u ongetwyfeld oen hoop leugens met betrekking tot dien ring ver tellen; maar geloof er niets van, Dacre, geloof er niets van. Ik zie niet in, waarom by my wat op de mouw zou wilbn spelden. Ge kent hem niet. Ik wel. Waar hebt ge hom ontmoet? Ik heb het u al gezegdte Benares. Hy was toen een excentriek man, leefde alleen en was zeer ryk. Ik stelde hem voor aan myn broeder, en spoedig daarop werd ik ver plaatst naar Calcutta. Ik heb hem nooit teruggezien, want myn broeder stierf en Las colle verdween spoorloos. Wordt vervnlqi.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1