N°. 10748.
A#. 1895.
i§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
DE TOOVERRIWC.
Donderda": 7 Maart.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Loidcn per 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN
Van 1 6 regels ƒ1.05. Iodoro regel moer 0.17Grootore
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt ƒ0.05 berekend.
Dit nominer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 6 Maart.
Heden is de tentoonstelling van werken
door den Paryschen artist *n illustrator H.
G. Ibels in de Kunstzaal-Hartevelt van bet
Stedelijk Museum alhier geopend.
Reeds nu durven wy verklaren dat deze
collectie ons byzonder interessant toeiykt.
Onze verslaggever, de heer A. v. D zal, naar
wij hopen, zyn bekwame pen aan 't werk
stellen om deze verzameling naar waarde en
naar waarheid te beoordeeien.
Tot 31 Maart blyft deze tentoonstelling
ter bezichtiging.
Het door den heer Ibels zelf geteekende
affiche trekt z.9er de aandacht.
Moge de stedelijke heilige Hermandad er
voor waken, dat de vernielzuchtige bengels
dit fraaie aanplakbiljet niet al dadelijk na
de hechting afscheuren!
De Nederlandsche mail, met berichten
uit Indië, wordt morgenochtend alhier verwacht.
B. en Ws. der gemeente Voorschoten
brengen belanghebbenden in herinnering, dat
alle vorderingen ten laste der gemeente over
het jaar 1894 vóór den laatsten Juni a. s.
moeten zjjn ingediend, terwijl alle op dien
termijn niet ingediende vorderingen voor ver
jaard en vernietigd zullen worden gehouden.
Het getal kiezers in de gemeente Ter-
Aar bedraagt volgens de dcor Burgemeester
en Wethouders vastgostelde lijsten voorleden
van de Tweede Kamer der Staten Generaal,
Provinciale Staten en Gemeenteraao 201. Het
getal der geschrapte kiezers bedraagt 20.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Ter-Aar maken btkend dat de staat
van kinaoren boven de zes en beneden de
twaalf jaren, die zich op 1 Januari van het
loopende jaar in de gemeente bevonden en
niet voorkomen op de lijsten oer schoolgaande
kinderen of van hen, die huisonderwijs ge
nieten, op de secretarie der gemeente ter
lezing is nedergelegd.
De voorloopig vastgestelde kiezerslijsten
in de gemeente Valkenburg bevatten 57 namen
van kiezers voor Tweede Kamer en Prov.
Staten, en 56 voor den gemeenteraad.
Dinsdag 11. trad voor een belangstellend
gehoor in de sociëteit „Sint-Joris" aan het
dorp te Waddingsveen als spreker op de heer
Bos, landbouw leeraar. In een zeer boeiende
inprovisatie, die met de meeste oplettendheid
werd gevolgd, gaf hy uiterst practische wenken
op het gebied der kaasbereiding. De heer J.
v. d. Torren bedankte als voorzitter den spreker
hartelijk voor hetgeen door hem was gesproken
en hoopte hem in een volgend seizoen weer
in deze vergadering te zien optreden.
Ds. P. Kuilman, predikant te Bunnik,
die toezegging van beroep had ontvangen naar
de Ned.-Hervormde gemeeute Ter-Aar, heeft
voor dat beroep bedankt.
Het hoofdbestuur van den Nederland-
schen brood-, koek- en banketbakkersbond
heeft een adres tot de Tweede Kamer gericht
in zake de motie Dobbelmann, strekkende tot
het heffen van rechten op van het buitenland
ingevoerde granen.
Adressant is van oordeel, dat het gebruik
van buitenlandscbe tarwo en rogge, hier te
lande, gebiedend noodzakelijk is: 1. omdat
de qualiteit der Nederlandsche tarwe niet ge
schikt is, om daarvan zonder bijmenging van
buitenlandsch graan, eerste qualiteit meel to
maken; 2. omdat de quantiteit van inlandsche
tarwe en rogge niet voldoende is om de brood
bakkers, meelfabrikanten, branders, brouwers,
fouragehandelaren, enz., van grondstoffen te
voorzien.
Dat de landbouw niet gediend zoude
worden door een gering recht o.p granen, maar
zulk eeno belasting zoude drukken op óón
enkelen stand, dien der broodbakkers.
Dat immers bij een gering recht do meel-
prijzen dermate zullen stijgen, dat zy geen
aanleiding geven tot veruooging der brood-
prezen en de dus verhoogde meelprijzen ten
koste van de bakkers zouden komen.
Dat indien de bakkers, om die hoogere meel
prijzen te ontkomen, hun meel van het bui
tenland betrekken, de meelfabrieken hier te
lande hunne industrie zouden vernietigd zien,
als zij voor hunne grondstoffen rechten moeten
betalen, ttrwyl de van buitenslands ingevoerde
reeds bewerkte granen het moei vrij is
van inkomend recht.
Dat dus heffing van recht op graan, zonder
gelijke heffing van recht op ingevoerd meel,
eene groote onbillijkheid zoude zijn tegenover
de Nederlandsche meelfabrikanten en groote
nadeelen zou opleveren voor de Nederlandsche
Industrie.
Dat daarentegen een hoog recht op graan,
of op graan en meel, met het doel om den
landbouw te bevoor eelen, geheel in stryd
zoude zijn met de eigen handelingen eener
volksvertegenwoordiging, die kortelings alle
rechten op zout en zeep deed vervallen.
Dat eene belasting op do eerste levensbe
hoeften in werkeiykbeii niet zoude strekken
tot verbetering van den toestand van den land
bouw, maar wel zou ten gevolge hebbenhet
leggen van lasten en zorgen op dat groote
deel des volks, dat in het dagelijksch brood
z\jn voornaamste voedsel vindt.
Om al deze redonen verzoekt adressant,
geen invoerrechten op van het buitenland
ingevoerde granen te heffen.
Als rechtspersoon is erkend volgens de
wet van 22 April 1855 (Stsbl. 32): de ver-
eoniging „Noordwijks IJsclub".
Te 's-Gravenhage is overleden de heer
J Ph. Van Goethem, oud officier van admi
nistratie der Kon. Nederl. Marine.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft benoemd tot observator voor de sterren
kunde aan de Rilks universiteit te Utrecht,
den heer A. A. Nijland, doctorandus in de wis-
en sterrenkunde en in de wis- en natuurkunde.
Het hoofd der school te Meteren zal met
15 April a. s. geheel alleen voor drieklassen
staan. 1 Oct. 1894 nl. vertrok de onderwijzer,
in wiens plaats nog geen opvolger kwam,
terwijl de onderwijzeres wegens vertrek naar
elders tegen 15 April eervol ontslag heeft
aangevraagd.
Uit Indiö is het bericht ontvangen van
het overladen van den gepons. majoor der
inf. E K A. De Neve, te Batavia den 15den
Januari j'. De overledene, een zeer bekwaam
en verdienstelijk hoofdofficier, genoot zijne
opleiding tot officier aan de Kon. Mil. Aca
demie en werd 18 Juli 1870 benoemd tot
2den luit bij het Indische leger. In dien rang
en ook als 1ste luit., waartoe hij 2 Dec. 1874
werd bevorderd was hij op verschillende
buitenposten en ook langen tijd op Atjeh
gedetacheerd, waar bij aan onderscheidene
belangrijke krijgsverrichtingen deelnam. In
1879 vertrok hy naar Nederland en woonde
den tweejarigen cursus by aan de Krijgsschool
te 's-Gr<ivenhage; in Indiö teruggekeerd en
20 Juni 1882 benoemd tot kapitein, werd hij
twee jaren later geplaatst bij den generalen
staf en was in dien rang oenige jaren werk
zaam aan het dep. van oorlog to B.-itavia en
als chef van den staf van den militairen
commandant van Sumatra's Westkust. In 1888
vertrok hij wegens ziekte met drie jaren ver
lof naar Nederland en werd kort na zijn
terugkeer in Indiö, den 19den Maart 1892,
bevorderd tot majoor, in welken rang hy het
bevel voeido over een bataljon infanterie. Ge
zondheidsredenen waren oorzaak, dat hij twee
jaren later, op zijn verzoek, werd gepension
neerd. Hy bleef te Batavia wonen, waar hy
in onderscheidene betrekkingen steeds nuttig
werkzaam was.
De overledene was ridder van het Legioen
van Eer en drager van de Atjeh-medaille, het
eereteeken van belangrijke krygsbearyven en
van het onderscheidingsteeken voor 20 jarigen
officiorsdiensthy bereikte den leeftijd van
44 jaren.
Dr. P. J. F. Vermeulen, lid van de
Tweede Kamer, heeft ten gevolge van een
val den linkerarm gebroken, zoodat hy voor
loopig de zittingen dor Kamer niet zal kun
nen bywonen.
De toestand van den heer Buteux, lid
van Gedeputeerde Staten van Zeeland, oud-lid
der Tweede Kamor, is veel verbeterd.
De heer Van Goch, majoor-commandant
der Brodasche schuttery, heeft eervol ontslag
uit deze betrekking aangevraagd.
Binnen eenige dagen wordt te 's-Gra
venhage verwacht baron Gevers, Hr. Ms.
minister-resident te Bern.
De heer G. D. Wyndels de Jong, hoofd
opzichter der landsgebouwen te Amsterdam,
heeft tegen 1 Mei eervol ontslag aangevraagd.
Het totaal bedrag der door de Amster-
damsche commissie voor het „Nationaal fonds"
tot 4 Maart 1895 ontvangen gelden bedraagt
ƒ126,986.47.
Ds. P. Groote, predikant by de Evang.-
Luth. gemeente te Utrecht, heeft een beroep
ontvangen naar de Evang -Luth. gemeente te
Kuilenburg.
Dr. J. D. De Lind van Wyngaarden, be
roepen pred. by do Ned. Herv. gem. te Utrecht,
zal Zondag-avond 28 April a. s. zyne intrede
doen, na des morgens bevestigd te zyn door
ds. D. Van Popta, predikant te Papendrecht.
Door het kiescollege der Ned.-Herv. ge
meente te Utrecht is uit het vroeger opge
maakte drietal tot predikant beroepen dr. E. C.
Gravemeyer, predikant te Gorkum.
Op het verzoek van den 2den luit. J. J.
Hocke, van het lste reg. vest. art., om deel
te nemen aan de expeditie tegen Madagascar,
is afwyzend beschikt, daar geene vreemde
officieren hieraan zullen deelnemen.
De 2de luitenant J. Noomen, van het
lste reg. vesting artillerie, wordt na afloop
zyner detacheering by de commissie van proef
neming op 1 April a. s. gedetacheerd by het
detachement van het 4de reg. vesting artillerie
te 's Gravenhage.
Naar men aan het „H. Dbl." modedeelt,
vindt het besluit des Ministers, de door Ged.
Staten van Gelderland ontworpen regeling der
jaarwedden van burgemeesters, enz. niet aan
de koninklyke goedkeuring te onderwerpen,
zyn oorzaak in het feit, dat de Staten goed
keuring of niet goedkeuring willen en bloc.
Ged. Staten zouden nl. vasthouden aan het
beginsel, dat de jaarwedden ook der burge
meesters en wethouders verband moeten
houden met het zielental en de uitgebreidheid
der gemeenten.
De bezwaren des Ministers zouden niet ge
richt zyn tegen do jaarwedden van de secrej
tarissen en de ontvangers.
Op den eersten Maart overleed te Ruurloo
Sophia Wilhelmina baronesse Van Heeckeren
van Keil, zuster van den gewezen minister
van buitenlandsche zaken en directeur van
het kabinet van wylen Z. M. Koning Wil
lem III.
Door Dykgraaf en Heemraden van bet
waterschap „De Purmer", te Edam, is een
voorstel aan Hoogheemraden ontworpen tot bet
toekennen van pensioen aan alle ambtenaren
van het waterschap.
Te Montfoort is gisteren eene verordening
afgekondigd op de beffing van eene pl*at-
seiyke belasting onder den naam van haven
geld.
Tot nog toe bestond dergelyke belasting
daar niet.
Naar het „Centrum" verneemt, is aan
den heer A. Okolics&nyi von Okolicsna, buiten
gewoon gezant en gevolmachtigd minister
van Oostenryk Hongaryo by het Nederlandsche
Hof, als representant ook van den Oosten
rykschen souverein, opvolger van keiz-r
Mjximiliaan, de uitnoodiging gericht, om by
de processie in de kerk van het Begynhof
ter gelegenheid van het Mirakelfeest tegen
woordig te zyn.
Ook in 1845 is dit geschied en werd er
door den Oostenrykschen vertegenwoordiger
aan gelyke uitnoodiging gevolg gegeven.
Baron De Sendal, die vroeger geruimen
tyd als zaakgelastigde Portugal in Nederland
heeft vertegenwoordigd en sedert verbonden
is aan de Portugeesche legatie te Parys, is
door zyne regeering onlangs belast met de
waarneming van haar gezantschap te St.-Petars-
burg, tydens het verlof van den gezant aldaar.
Byna alle artisten, verbonden aan de
Nederlandsche Opera vereeniging-De Groot in
het Paleis voor Volksvlyt te Amsterdam hebben
besloten de exploitatie der opera voor gezamer.»
lyke rekening tot 1 Mei voort te zetten Zy
hebben uit hun midden een commissie be
noemd, bestaande uit de heeren Benavente,
Coïni, Culp, Dons en Schmier, die, met den
heer De Groot als leider, do opera zullen
beheeren. Aan de opvoeringen zal het vol
ledige orkest medewerken, terwyl de beste
leden van het koor aan de opera blyven ver
bonden. De „vereenigae leden" denken met
de a. ,s. wereldtentoonstelling van hotel- en
reis wezen nogal zaken te kunnen maken.
Zaterdag 9 Maart zal de eerste voorstelling
plaats hebben, waarvoor de „Faust" gekozen
is. De toegangspryzen zullen belangryk lager
zyn dan te voren.
De opera zal ook in andere plaatsen op
treden.
De „Tel." meldt dat men als opvolger van
den orkest directeur De la Fuente noemt d6n
heer Keurvels, uit Antwerpen.
Ook het Hollandsch Tooneelgezelschap heoft
belangryke wyzigingen ondergaan. De dames
Róssing, Ude ep Mulder en de heeren Van
Kuyk, Malherbo en Smith hebben het ver
laten, waarmede de zoogenaamde moderne
afdeeling dus feiteiyk is opgeheven. De overigen
zullen onder regie der heeren Potharst en
Kiehl aanblyven.
Er is kans, dat zich een combinatie tal
vormen, om de opvoering van „Hansel und
Gretel", waarvoor alles gereed was, nog te
doen plaats hebben.
De „N. R. Ct." deelt met beslistheid
mede dat de heer Jan C. De Vos niet nr.ar
het tooneelgezelschap van de heeren L9 Glas
en Haspels overgaat.
Nader verneemt hetzelfde blad uit Dtn
Haag, dat behalve Hr. Ms. „Atjeh" ook Hr. Ms.
schroefstoomschip 2de klasse „Alkmaar" tegen
woordig zal zyn by de opening van het Noord-
Oostzeekanaal.
Het stoomschip „Prins Hendrik" arri
veerde 4 Maart van Amsterdam te Batavia;
de „Prins Willem II" arriveerde 4 Maart van
West Indië te Nieuw-York; de „Oengaran",
van Java naar Rotterdam, passeerde 5 Maart
Ouessant; de „Prinses Amalia", van Batavia
naar Amsterdam, vertrok 5 Maart van Genua;
de „Sumatra", van Batavia naar Amsterdam,
passeerde 5 Maart Dungeness; de „Telema-
chus" vertrok 5 Maart van Batavia naar
Amsterdam.
De gewone audiëntie van den ministor
van financiön op 7 en die van den minister
van marino op 8 dezer zullen niet worden
gehouden.
By koninkiyk besluit is vergund het
aannemen en dragen der onderscheidingstee
kenen, achter hunne namen vermeld, aan dr.
M. J. De Goeje, hoogleeraar aan de Ryks-
universiteit te Leiden, de versierselen van lid
der orde Pour le Mérite voor Wetenschappen
en Kunst, waartoe hy door Z. M. den koning
van Pruisen is benoemdA. Greshoff, to
's-Gravenhage, afdeeüngsctief der nieuwe Afri-
kaahsche Handelsvennootschap to Brazaville,
aan den Boven Congor de versierselen van
ridder der orde van den H. Gregorius den
Grooten, waartoe hy door den Paus is benoemd;
6)
De oude krygsman had geen goede repu
tatie. Als militair stond hy hoog aangeschreven.
Hy had het grootste gedeelte van zyn leven
in Indië doorgebracht en woonde nu, als
gepensionneerd maj.ior sedert oenige jaren
in Engeland. H-.rop iel ratuurlyk niets te
zeggenmaar zyne gewoonten waren zoo ge-
heimzi! nig, dat men hem over 't algemeen
als oen gevaarlyk persoon beschouwde. Men
wist dat hy er „detectives" op na hield, maar
met welk doel bleef een geheim; men hoorde
wel eens praten van dingen in zyn loopbaan
die het daglicht niet mochten zien. Of deze
praatjes ooit tot hem doordrongen, is niet
met zekerheid te zoggen, maar, gesteld dat
dit zoo was, dan nam hy volstrekt geen
notitie er van, maar ging kalmpjes zyn gang.
De majoor was een lang en zwaar gebouwd
man, met een verweerd gelaat, grys haar on
dito baard. Zy'n houding was styi; hy was
steeds onberi3pelyk gekleed en had een paar
opmerkelyk doordringende blauwe oogen,
waaraan niets scheen te ontgaan. Hy kon
een vagebond of een respectabel man, een
avonturier of een millionnair zyn; maar van
zyn eigenlyk karakter wi3t niemand iets af,
en hy zorgde er voor, dat men niets meer
▼an hem wist, dan wat hem goeddacht.
Om do een of andero onverklaarbare reden
had <4iy een groote vriendschap voor Wilfred
opgevat, en daar hy zich zeer aangenaam kon
voordoen, was hy erg intiem met denjungen
man geworden. Tot dusvene echter hal Wil
fred niet geweten, dat de majoor een fatalist
was, en deze ontdekking bracht hem tameiyk
van zyn stuk. Hy wist eigenlyk niet goed, wat
te doen. Als by weigerde den majoor met den
toestand op de hoogto te brengen, zou de zaak
by het oude blyven; maar als hy hem in zyn
vertrouwen nam, zou de sluwe oude man hem
misschien een middel aan de hand kunnen
doen, om uit do moeilijkheid te geraken.
Terwijl hy dit by zichzelven overwoog, nam
de majoor hem nauwxeurig op. Misschien
hypnotiseerde by Wilfred langzamerhand; in
ieder geval bemerkte deze spoedig, dat hy,
niettegenstaande zijn wantrouwen, bezig was,
den majoor te vertellen wat hem drukte
met verzwyging van onkele byzonderheden.
Namen behoef ik u niet te noemen,
majoor, zei hy, en een lang verhaal behoef
ik u ook niet te doen. De geheele zaak is
uiterst eenvoudigik heb geen vermogen en
de vrouw, die ik bemin, trouwt binnenkort
mot een ander.
De majoor knikte deelnemend met het hoofd
en stak een sigaar op.
Dat dacht ik wel, vóór ge my er iets
van vertelde, zei hy tusschen een paar rook
wolken in. Al de kennissen weten, dat je
op zwart zaad begint te geraken, en dat
juffrouw Havard met Denham gaat trouwen.
Ik heb geen namen genoemd, antwoordde
Dacre styf. Die scherpzinnigheid hinderde hem.
Weineen, natuurlyk, maar i3 het zoo
iet? Hy wachtte even op antwoord, maar,
daar de ander zweeg, hernam by: Wie
zwygt, bekent. Wat denkt ge nu te doen?
My van kant te maken.
Onzin! Dat zou lafheid zyn. En trouwens,
nu het Noodlot ons tot elkaar heeft gebracht,
kan ik u misschien helpen.
Om Hilda te trouwen?
Juist 1
Waarde majoor, als ge daarin slaagt,
bekeert ge my tot de leer van het Noodlot,
waaraan ik nu nog niet geloof.
Ik zie dat de brandewyn je goed heeft
gedaan, zei Measurby op een toon, waaruit
groote voldoening sprak. Nu spreekt ge
verstandig. Ge hebt juffrouw Havard vandaag
om haar hand gevraagd?
Ja, dat heb ik! antwoordde Wilfred, met
iets uitdagends in zijn stem, omdat hij het
beter oordeelde, maar alles te bekennen.
En zy heeft geweigerd! Zeker, ontken
het maar niet. Die revolver zou daar niet
liggen, als zy „ja" gezegd had. En door de
opwinding, waarin ge verkeert, hebt ge niets
gegeten. Dit vasten, met je teleurstelling,
heeft j9 geheel van streek gebracht. Daarom
hebt ge u van het leven willen berooven.
Als ge een uurtje in de comedie zyt geweest
en flink gesoupeerd hebt, zult ge alles veel
philosophi8cher opvatten.
Ik heb geen lust om te soupeeren of
naar de comedie te gaan.
Dan weet je niet wat goed voor je is.
Hoor eens, jongmensch, ik ben je dokter en
zal je genezen l Kleed je nu gauw aan, dan
gaan we samen naar de comedie. Daarna
soupeeren wy op mijn kamer, en dan, ver
volgde hy op ernstigen toon, zou hbt me
niets verwonderen, als ge een avontuur be
leefde.
Wat meent ge?
Dat zal ik je na het souper uitleggen.
Kleed je nu zoo gauw mogelyk!
Nieuwsgierigheid onderdrukte by Wilfred
elke andere overweging, en hy verliet, hoewel
eenigszins ongaarne, de kamer, om zich ge
reed to maken. De conversatie had hem goed
gedaan, want hy dacht al niet meer aan zelf
moord, maar hield al zyne gedachten ge
vestigd op wat de majoor na het souper zou
hebbon te vertellen. Het was immers Diet
onmogeiyk, dat de theorie van het Noodlot
waarheid bevatte en er dezen avond nog iets
kon gebeuren, dat hem in staat zou stellen,
met Hilda in het huwelyk te treden, zelfs
tegen den wil van haar vader? In ieder geval
gevoelde hy zich sterk aangetrokken door
het voorstel van den majoor en hy kleedde
zich haastig.
Ik heb me bedacht, zei Measurby, toen
Wilfred weer binnentrad. We zullen liever
terstond gaan soupeeren. Een goede maaltyd
zal je meer nut doen dan de comedie.
Met genoegen, zei Wilfred op lusteloozen
toon. Uw comedie zal in ieder geval komiek
genoeg zyn.
Misschien wordt het wel een drama, zei
de majoor droogjes. Steek die revolver maar
in je zak.
Waarom? vroeg Dacre, torwyl by het
wapen aannam. Measurby haalde de schou
ders op en ging hein vóór naar de deur.
Myn leven in het veld heeft my er aan ge
wend, altyd voorbereid te zyn op een over
rompeling, zei hy, terwyl zy de trap afgingen.
Ik wenschte dat je de proef eens nam, en
als ge dit mocht doen, zoudt ge nog wel op
vreemde plaatsen kunnen aanlanden.
Wilfred kon niet nalaten in zichzelven op
te merken, dat do majoor erg geheimzinnig
was, en overwoog een oogenblik, of het niet
beter zou zyn, terug te keeren. Hy bedacht
echter, dat hy toch alles verloren had, waarop
hy 't meest prys stelde; dat hfl niets kon
verwachten, wat hem 't leven ondraaglyker
zou maken dan het hem nu reeds was.
Ik begryp niet volkomen wat ge bedoelt,
zei hy tot zyn gastheer, toen zy aan het
souper waren, en onder andere omstandig
heden zou ik my niet zoo door u laten
influenceoren. Maar het is zoo ver met my
gokomon, dat ik gereed ben, elke onderneming,
hoe dwaas ook, dio ge my aan de hand wilt
doen, te beginnen.
Ik ben niet van plan, je een dwaze onder
neming voor te slaan, antwoordde Measurby
op kaluien toon. Ik wil jo allien door een
goed souper en wat conversatie tot een nor
malen toestand terugbrengen. Ge zyt te jong
om aan zelfmoord te mogen der.kon. Het ia
een laf middel, om een eind aan zyn zorgen
te maken, en alken oen krankzinnige kan
aan zoo iets denken. Morgen zult ge er
dankbaar voor zyn, dat ik je van die dwaas
heid heb teruggebracht.
Maar wat is het voor een avontuur,
waarover go gesproken hebt? vroeg Wilfred.
Wordt vervolgd.)