N°. 10748. A#. 1895. i§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. DE TOOVERRIWC. Donderda": 7 Maart. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Yoor Loidcn per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER AD VERTEN TIEN Van 1 6 regels ƒ1.05. Iodoro regel moer 0.17Grootore letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend. Dit nominer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 6 Maart. Heden is de tentoonstelling van werken door den Paryschen artist *n illustrator H. G. Ibels in de Kunstzaal-Hartevelt van bet Stedelijk Museum alhier geopend. Reeds nu durven wy verklaren dat deze collectie ons byzonder interessant toeiykt. Onze verslaggever, de heer A. v. D zal, naar wij hopen, zyn bekwame pen aan 't werk stellen om deze verzameling naar waarde en naar waarheid te beoordeeien. Tot 31 Maart blyft deze tentoonstelling ter bezichtiging. Het door den heer Ibels zelf geteekende affiche trekt z.9er de aandacht. Moge de stedelijke heilige Hermandad er voor waken, dat de vernielzuchtige bengels dit fraaie aanplakbiljet niet al dadelijk na de hechting afscheuren! De Nederlandsche mail, met berichten uit Indië, wordt morgenochtend alhier verwacht. B. en Ws. der gemeente Voorschoten brengen belanghebbenden in herinnering, dat alle vorderingen ten laste der gemeente over het jaar 1894 vóór den laatsten Juni a. s. moeten zjjn ingediend, terwijl alle op dien termijn niet ingediende vorderingen voor ver jaard en vernietigd zullen worden gehouden. Het getal kiezers in de gemeente Ter- Aar bedraagt volgens de dcor Burgemeester en Wethouders vastgostelde lijsten voorleden van de Tweede Kamer der Staten Generaal, Provinciale Staten en Gemeenteraao 201. Het getal der geschrapte kiezers bedraagt 20. Burgemeester en Wethouders der ge meente Ter-Aar maken btkend dat de staat van kinaoren boven de zes en beneden de twaalf jaren, die zich op 1 Januari van het loopende jaar in de gemeente bevonden en niet voorkomen op de lijsten oer schoolgaande kinderen of van hen, die huisonderwijs ge nieten, op de secretarie der gemeente ter lezing is nedergelegd. De voorloopig vastgestelde kiezerslijsten in de gemeente Valkenburg bevatten 57 namen van kiezers voor Tweede Kamer en Prov. Staten, en 56 voor den gemeenteraad. Dinsdag 11. trad voor een belangstellend gehoor in de sociëteit „Sint-Joris" aan het dorp te Waddingsveen als spreker op de heer Bos, landbouw leeraar. In een zeer boeiende inprovisatie, die met de meeste oplettendheid werd gevolgd, gaf hy uiterst practische wenken op het gebied der kaasbereiding. De heer J. v. d. Torren bedankte als voorzitter den spreker hartelijk voor hetgeen door hem was gesproken en hoopte hem in een volgend seizoen weer in deze vergadering te zien optreden. Ds. P. Kuilman, predikant te Bunnik, die toezegging van beroep had ontvangen naar de Ned.-Hervormde gemeeute Ter-Aar, heeft voor dat beroep bedankt. Het hoofdbestuur van den Nederland- schen brood-, koek- en banketbakkersbond heeft een adres tot de Tweede Kamer gericht in zake de motie Dobbelmann, strekkende tot het heffen van rechten op van het buitenland ingevoerde granen. Adressant is van oordeel, dat het gebruik van buitenlandscbe tarwo en rogge, hier te lande, gebiedend noodzakelijk is: 1. omdat de qualiteit der Nederlandsche tarwe niet ge schikt is, om daarvan zonder bijmenging van buitenlandsch graan, eerste qualiteit meel to maken; 2. omdat de quantiteit van inlandsche tarwe en rogge niet voldoende is om de brood bakkers, meelfabrikanten, branders, brouwers, fouragehandelaren, enz., van grondstoffen te voorzien. Dat de landbouw niet gediend zoude worden door een gering recht o.p granen, maar zulk eeno belasting zoude drukken op óón enkelen stand, dien der broodbakkers. Dat immers bij een gering recht do meel- prijzen dermate zullen stijgen, dat zy geen aanleiding geven tot veruooging der brood- prezen en de dus verhoogde meelprijzen ten koste van de bakkers zouden komen. Dat indien de bakkers, om die hoogere meel prijzen te ontkomen, hun meel van het bui tenland betrekken, de meelfabrieken hier te lande hunne industrie zouden vernietigd zien, als zij voor hunne grondstoffen rechten moeten betalen, ttrwyl de van buitenslands ingevoerde reeds bewerkte granen het moei vrij is van inkomend recht. Dat dus heffing van recht op graan, zonder gelijke heffing van recht op ingevoerd meel, eene groote onbillijkheid zoude zijn tegenover de Nederlandsche meelfabrikanten en groote nadeelen zou opleveren voor de Nederlandsche Industrie. Dat daarentegen een hoog recht op graan, of op graan en meel, met het doel om den landbouw te bevoor eelen, geheel in stryd zoude zijn met de eigen handelingen eener volksvertegenwoordiging, die kortelings alle rechten op zout en zeep deed vervallen. Dat eene belasting op do eerste levensbe hoeften in werkeiykbeii niet zoude strekken tot verbetering van den toestand van den land bouw, maar wel zou ten gevolge hebbenhet leggen van lasten en zorgen op dat groote deel des volks, dat in het dagelijksch brood z\jn voornaamste voedsel vindt. Om al deze redonen verzoekt adressant, geen invoerrechten op van het buitenland ingevoerde granen te heffen. Als rechtspersoon is erkend volgens de wet van 22 April 1855 (Stsbl. 32): de ver- eoniging „Noordwijks IJsclub". Te 's-Gravenhage is overleden de heer J Ph. Van Goethem, oud officier van admi nistratie der Kon. Nederl. Marine. De minister van binnenlandsche zaken heeft benoemd tot observator voor de sterren kunde aan de Rilks universiteit te Utrecht, den heer A. A. Nijland, doctorandus in de wis- en sterrenkunde en in de wis- en natuurkunde. Het hoofd der school te Meteren zal met 15 April a. s. geheel alleen voor drieklassen staan. 1 Oct. 1894 nl. vertrok de onderwijzer, in wiens plaats nog geen opvolger kwam, terwijl de onderwijzeres wegens vertrek naar elders tegen 15 April eervol ontslag heeft aangevraagd. Uit Indiö is het bericht ontvangen van het overladen van den gepons. majoor der inf. E K A. De Neve, te Batavia den 15den Januari j'. De overledene, een zeer bekwaam en verdienstelijk hoofdofficier, genoot zijne opleiding tot officier aan de Kon. Mil. Aca demie en werd 18 Juli 1870 benoemd tot 2den luit bij het Indische leger. In dien rang en ook als 1ste luit., waartoe hij 2 Dec. 1874 werd bevorderd was hij op verschillende buitenposten en ook langen tijd op Atjeh gedetacheerd, waar bij aan onderscheidene belangrijke krijgsverrichtingen deelnam. In 1879 vertrok hy naar Nederland en woonde den tweejarigen cursus by aan de Krijgsschool te 's-Gr<ivenhage; in Indiö teruggekeerd en 20 Juni 1882 benoemd tot kapitein, werd hij twee jaren later geplaatst bij den generalen staf en was in dien rang oenige jaren werk zaam aan het dep. van oorlog to B.-itavia en als chef van den staf van den militairen commandant van Sumatra's Westkust. In 1888 vertrok hij wegens ziekte met drie jaren ver lof naar Nederland en werd kort na zijn terugkeer in Indiö, den 19den Maart 1892, bevorderd tot majoor, in welken rang hy het bevel voeido over een bataljon infanterie. Ge zondheidsredenen waren oorzaak, dat hij twee jaren later, op zijn verzoek, werd gepension neerd. Hy bleef te Batavia wonen, waar hy in onderscheidene betrekkingen steeds nuttig werkzaam was. De overledene was ridder van het Legioen van Eer en drager van de Atjeh-medaille, het eereteeken van belangrijke krygsbearyven en van het onderscheidingsteeken voor 20 jarigen officiorsdiensthy bereikte den leeftijd van 44 jaren. Dr. P. J. F. Vermeulen, lid van de Tweede Kamer, heeft ten gevolge van een val den linkerarm gebroken, zoodat hy voor loopig de zittingen dor Kamer niet zal kun nen bywonen. De toestand van den heer Buteux, lid van Gedeputeerde Staten van Zeeland, oud-lid der Tweede Kamor, is veel verbeterd. De heer Van Goch, majoor-commandant der Brodasche schuttery, heeft eervol ontslag uit deze betrekking aangevraagd. Binnen eenige dagen wordt te 's-Gra venhage verwacht baron Gevers, Hr. Ms. minister-resident te Bern. De heer G. D. Wyndels de Jong, hoofd opzichter der landsgebouwen te Amsterdam, heeft tegen 1 Mei eervol ontslag aangevraagd. Het totaal bedrag der door de Amster- damsche commissie voor het „Nationaal fonds" tot 4 Maart 1895 ontvangen gelden bedraagt ƒ126,986.47. Ds. P. Groote, predikant by de Evang.- Luth. gemeente te Utrecht, heeft een beroep ontvangen naar de Evang -Luth. gemeente te Kuilenburg. Dr. J. D. De Lind van Wyngaarden, be roepen pred. by do Ned. Herv. gem. te Utrecht, zal Zondag-avond 28 April a. s. zyne intrede doen, na des morgens bevestigd te zyn door ds. D. Van Popta, predikant te Papendrecht. Door het kiescollege der Ned.-Herv. ge meente te Utrecht is uit het vroeger opge maakte drietal tot predikant beroepen dr. E. C. Gravemeyer, predikant te Gorkum. Op het verzoek van den 2den luit. J. J. Hocke, van het lste reg. vest. art., om deel te nemen aan de expeditie tegen Madagascar, is afwyzend beschikt, daar geene vreemde officieren hieraan zullen deelnemen. De 2de luitenant J. Noomen, van het lste reg. vesting artillerie, wordt na afloop zyner detacheering by de commissie van proef neming op 1 April a. s. gedetacheerd by het detachement van het 4de reg. vesting artillerie te 's Gravenhage. Naar men aan het „H. Dbl." modedeelt, vindt het besluit des Ministers, de door Ged. Staten van Gelderland ontworpen regeling der jaarwedden van burgemeesters, enz. niet aan de koninklyke goedkeuring te onderwerpen, zyn oorzaak in het feit, dat de Staten goed keuring of niet goedkeuring willen en bloc. Ged. Staten zouden nl. vasthouden aan het beginsel, dat de jaarwedden ook der burge meesters en wethouders verband moeten houden met het zielental en de uitgebreidheid der gemeenten. De bezwaren des Ministers zouden niet ge richt zyn tegen do jaarwedden van de secrej tarissen en de ontvangers. Op den eersten Maart overleed te Ruurloo Sophia Wilhelmina baronesse Van Heeckeren van Keil, zuster van den gewezen minister van buitenlandsche zaken en directeur van het kabinet van wylen Z. M. Koning Wil lem III. Door Dykgraaf en Heemraden van bet waterschap „De Purmer", te Edam, is een voorstel aan Hoogheemraden ontworpen tot bet toekennen van pensioen aan alle ambtenaren van het waterschap. Te Montfoort is gisteren eene verordening afgekondigd op de beffing van eene pl*at- seiyke belasting onder den naam van haven geld. Tot nog toe bestond dergelyke belasting daar niet. Naar het „Centrum" verneemt, is aan den heer A. Okolics&nyi von Okolicsna, buiten gewoon gezant en gevolmachtigd minister van Oostenryk Hongaryo by het Nederlandsche Hof, als representant ook van den Oosten rykschen souverein, opvolger van keiz-r Mjximiliaan, de uitnoodiging gericht, om by de processie in de kerk van het Begynhof ter gelegenheid van het Mirakelfeest tegen woordig te zyn. Ook in 1845 is dit geschied en werd er door den Oostenrykschen vertegenwoordiger aan gelyke uitnoodiging gevolg gegeven. Baron De Sendal, die vroeger geruimen tyd als zaakgelastigde Portugal in Nederland heeft vertegenwoordigd en sedert verbonden is aan de Portugeesche legatie te Parys, is door zyne regeering onlangs belast met de waarneming van haar gezantschap te St.-Petars- burg, tydens het verlof van den gezant aldaar. Byna alle artisten, verbonden aan de Nederlandsche Opera vereeniging-De Groot in het Paleis voor Volksvlyt te Amsterdam hebben besloten de exploitatie der opera voor gezamer.» lyke rekening tot 1 Mei voort te zetten Zy hebben uit hun midden een commissie be noemd, bestaande uit de heeren Benavente, Coïni, Culp, Dons en Schmier, die, met den heer De Groot als leider, do opera zullen beheeren. Aan de opvoeringen zal het vol ledige orkest medewerken, terwyl de beste leden van het koor aan de opera blyven ver bonden. De „vereenigae leden" denken met de a. ,s. wereldtentoonstelling van hotel- en reis wezen nogal zaken te kunnen maken. Zaterdag 9 Maart zal de eerste voorstelling plaats hebben, waarvoor de „Faust" gekozen is. De toegangspryzen zullen belangryk lager zyn dan te voren. De opera zal ook in andere plaatsen op treden. De „Tel." meldt dat men als opvolger van den orkest directeur De la Fuente noemt d6n heer Keurvels, uit Antwerpen. Ook het Hollandsch Tooneelgezelschap heoft belangryke wyzigingen ondergaan. De dames Róssing, Ude ep Mulder en de heeren Van Kuyk, Malherbo en Smith hebben het ver laten, waarmede de zoogenaamde moderne afdeeling dus feiteiyk is opgeheven. De overigen zullen onder regie der heeren Potharst en Kiehl aanblyven. Er is kans, dat zich een combinatie tal vormen, om de opvoering van „Hansel und Gretel", waarvoor alles gereed was, nog te doen plaats hebben. De „N. R. Ct." deelt met beslistheid mede dat de heer Jan C. De Vos niet nr.ar het tooneelgezelschap van de heeren L9 Glas en Haspels overgaat. Nader verneemt hetzelfde blad uit Dtn Haag, dat behalve Hr. Ms. „Atjeh" ook Hr. Ms. schroefstoomschip 2de klasse „Alkmaar" tegen woordig zal zyn by de opening van het Noord- Oostzeekanaal. Het stoomschip „Prins Hendrik" arri veerde 4 Maart van Amsterdam te Batavia; de „Prins Willem II" arriveerde 4 Maart van West Indië te Nieuw-York; de „Oengaran", van Java naar Rotterdam, passeerde 5 Maart Ouessant; de „Prinses Amalia", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 5 Maart van Genua; de „Sumatra", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 5 Maart Dungeness; de „Telema- chus" vertrok 5 Maart van Batavia naar Amsterdam. De gewone audiëntie van den ministor van financiön op 7 en die van den minister van marino op 8 dezer zullen niet worden gehouden. By koninkiyk besluit is vergund het aannemen en dragen der onderscheidingstee kenen, achter hunne namen vermeld, aan dr. M. J. De Goeje, hoogleeraar aan de Ryks- universiteit te Leiden, de versierselen van lid der orde Pour le Mérite voor Wetenschappen en Kunst, waartoe hy door Z. M. den koning van Pruisen is benoemdA. Greshoff, to 's-Gravenhage, afdeeüngsctief der nieuwe Afri- kaahsche Handelsvennootschap to Brazaville, aan den Boven Congor de versierselen van ridder der orde van den H. Gregorius den Grooten, waartoe hy door den Paus is benoemd; 6) De oude krygsman had geen goede repu tatie. Als militair stond hy hoog aangeschreven. Hy had het grootste gedeelte van zyn leven in Indië doorgebracht en woonde nu, als gepensionneerd maj.ior sedert oenige jaren in Engeland. H-.rop iel ratuurlyk niets te zeggenmaar zyne gewoonten waren zoo ge- heimzi! nig, dat men hem over 't algemeen als oen gevaarlyk persoon beschouwde. Men wist dat hy er „detectives" op na hield, maar met welk doel bleef een geheim; men hoorde wel eens praten van dingen in zyn loopbaan die het daglicht niet mochten zien. Of deze praatjes ooit tot hem doordrongen, is niet met zekerheid te zoggen, maar, gesteld dat dit zoo was, dan nam hy volstrekt geen notitie er van, maar ging kalmpjes zyn gang. De majoor was een lang en zwaar gebouwd man, met een verweerd gelaat, grys haar on dito baard. Zy'n houding was styi; hy was steeds onberi3pelyk gekleed en had een paar opmerkelyk doordringende blauwe oogen, waaraan niets scheen te ontgaan. Hy kon een vagebond of een respectabel man, een avonturier of een millionnair zyn; maar van zyn eigenlyk karakter wi3t niemand iets af, en hy zorgde er voor, dat men niets meer ▼an hem wist, dan wat hem goeddacht. Om do een of andero onverklaarbare reden had <4iy een groote vriendschap voor Wilfred opgevat, en daar hy zich zeer aangenaam kon voordoen, was hy erg intiem met denjungen man geworden. Tot dusvene echter hal Wil fred niet geweten, dat de majoor een fatalist was, en deze ontdekking bracht hem tameiyk van zyn stuk. Hy wist eigenlyk niet goed, wat te doen. Als by weigerde den majoor met den toestand op de hoogto te brengen, zou de zaak by het oude blyven; maar als hy hem in zyn vertrouwen nam, zou de sluwe oude man hem misschien een middel aan de hand kunnen doen, om uit do moeilijkheid te geraken. Terwijl hy dit by zichzelven overwoog, nam de majoor hem nauwxeurig op. Misschien hypnotiseerde by Wilfred langzamerhand; in ieder geval bemerkte deze spoedig, dat hy, niettegenstaande zijn wantrouwen, bezig was, den majoor te vertellen wat hem drukte met verzwyging van onkele byzonderheden. Namen behoef ik u niet te noemen, majoor, zei hy, en een lang verhaal behoef ik u ook niet te doen. De geheele zaak is uiterst eenvoudigik heb geen vermogen en de vrouw, die ik bemin, trouwt binnenkort mot een ander. De majoor knikte deelnemend met het hoofd en stak een sigaar op. Dat dacht ik wel, vóór ge my er iets van vertelde, zei hy tusschen een paar rook wolken in. Al de kennissen weten, dat je op zwart zaad begint te geraken, en dat juffrouw Havard met Denham gaat trouwen. Ik heb geen namen genoemd, antwoordde Dacre styf. Die scherpzinnigheid hinderde hem. Weineen, natuurlyk, maar i3 het zoo iet? Hy wachtte even op antwoord, maar, daar de ander zweeg, hernam by: Wie zwygt, bekent. Wat denkt ge nu te doen? My van kant te maken. Onzin! Dat zou lafheid zyn. En trouwens, nu het Noodlot ons tot elkaar heeft gebracht, kan ik u misschien helpen. Om Hilda te trouwen? Juist 1 Waarde majoor, als ge daarin slaagt, bekeert ge my tot de leer van het Noodlot, waaraan ik nu nog niet geloof. Ik zie dat de brandewyn je goed heeft gedaan, zei Measurby op een toon, waaruit groote voldoening sprak. Nu spreekt ge verstandig. Ge hebt juffrouw Havard vandaag om haar hand gevraagd? Ja, dat heb ik! antwoordde Wilfred, met iets uitdagends in zijn stem, omdat hij het beter oordeelde, maar alles te bekennen. En zy heeft geweigerd! Zeker, ontken het maar niet. Die revolver zou daar niet liggen, als zy „ja" gezegd had. En door de opwinding, waarin ge verkeert, hebt ge niets gegeten. Dit vasten, met je teleurstelling, heeft j9 geheel van streek gebracht. Daarom hebt ge u van het leven willen berooven. Als ge een uurtje in de comedie zyt geweest en flink gesoupeerd hebt, zult ge alles veel philosophi8cher opvatten. Ik heb geen lust om te soupeeren of naar de comedie te gaan. Dan weet je niet wat goed voor je is. Hoor eens, jongmensch, ik ben je dokter en zal je genezen l Kleed je nu gauw aan, dan gaan we samen naar de comedie. Daarna soupeeren wy op mijn kamer, en dan, ver volgde hy op ernstigen toon, zou hbt me niets verwonderen, als ge een avontuur be leefde. Wat meent ge? Dat zal ik je na het souper uitleggen. Kleed je nu zoo gauw mogelyk! Nieuwsgierigheid onderdrukte by Wilfred elke andere overweging, en hy verliet, hoewel eenigszins ongaarne, de kamer, om zich ge reed to maken. De conversatie had hem goed gedaan, want hy dacht al niet meer aan zelf moord, maar hield al zyne gedachten ge vestigd op wat de majoor na het souper zou hebbon te vertellen. Het was immers Diet onmogeiyk, dat de theorie van het Noodlot waarheid bevatte en er dezen avond nog iets kon gebeuren, dat hem in staat zou stellen, met Hilda in het huwelyk te treden, zelfs tegen den wil van haar vader? In ieder geval gevoelde hy zich sterk aangetrokken door het voorstel van den majoor en hy kleedde zich haastig. Ik heb me bedacht, zei Measurby, toen Wilfred weer binnentrad. We zullen liever terstond gaan soupeeren. Een goede maaltyd zal je meer nut doen dan de comedie. Met genoegen, zei Wilfred op lusteloozen toon. Uw comedie zal in ieder geval komiek genoeg zyn. Misschien wordt het wel een drama, zei de majoor droogjes. Steek die revolver maar in je zak. Waarom? vroeg Dacre, torwyl by het wapen aannam. Measurby haalde de schou ders op en ging hein vóór naar de deur. Myn leven in het veld heeft my er aan ge wend, altyd voorbereid te zyn op een over rompeling, zei hy, terwyl zy de trap afgingen. Ik wenschte dat je de proef eens nam, en als ge dit mocht doen, zoudt ge nog wel op vreemde plaatsen kunnen aanlanden. Wilfred kon niet nalaten in zichzelven op te merken, dat do majoor erg geheimzinnig was, en overwoog een oogenblik, of het niet beter zou zyn, terug te keeren. Hy bedacht echter, dat hy toch alles verloren had, waarop hy 't meest prys stelde; dat hfl niets kon verwachten, wat hem 't leven ondraaglyker zou maken dan het hem nu reeds was. Ik begryp niet volkomen wat ge bedoelt, zei hy tot zyn gastheer, toen zy aan het souper waren, en onder andere omstandig heden zou ik my niet zoo door u laten influenceoren. Maar het is zoo ver met my gokomon, dat ik gereed ben, elke onderneming, hoe dwaas ook, dio ge my aan de hand wilt doen, te beginnen. Ik ben niet van plan, je een dwaze onder neming voor te slaan, antwoordde Measurby op kaluien toon. Ik wil jo allien door een goed souper en wat conversatie tot een nor malen toestand terugbrengen. Ge zyt te jong om aan zelfmoord te mogen der.kon. Het ia een laf middel, om een eind aan zyn zorgen te maken, en alken oen krankzinnige kan aan zoo iets denken. Morgen zult ge er dankbaar voor zyn, dat ik je van die dwaas heid heb teruggebracht. Maar wat is het voor een avontuur, waarover go gesproken hebt? vroeg Wilfred. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1