Burgerlijke Stand. elk weldenkende een ergerni?. "Welnu, hier vindt men gelegenheid dezen ongelukkigen een vriendelijk tehuis te verschaffen, waardoor de philanthropische zyde dor stichting aan het licht treedt. Ten einde het herstellingsoord de ge wenschte uitbreiding to geven on het bestaan er van te verzekeren, heeft de directeur een beroep ge daan op onze landgenooten tot het plaatsen van een rentelooze leening, groot f 15,000, in aandeelen van f 500 tot f 25 toe. Slaagt hy daarin, dan is zyn plan jaarlijks f 500 af te lossen, terwyl een commissie van toezicht, bestaande uit do heeren mr. C. J. E. graaf Van Bylandt van Sliedrecht, lid der Tweede Kamer, P. A. baron Van der Borch van Vor- den, lid der Provinciale Staten van Gelder land, en mr. G. W. graaf Van Rochterenvan Appeltorn, oud-lid der Gedep. Staten van Gelderland, zal zorgen dat de geldon uitsluitend voor het beoogde doel worden besteed. Krankzinnigen en lijders aan besmettelijke ziekten worden in dit herstellingsoord niet opgenomen. Weldaaigen, die bij hun leven of bij uiterste wilsbeschikking iets in het belang der lijdende menschheid willen doen, vindon hier een uit muntend© gelegenheid, want en hierop leg gen wtf den nadruk zonder geldelijken steun kan do inrichting niet bleven bestaan. Praatjes over liunst. Vlokken. L. De kunstbeschouwing, die vanwege de afdeeling Leiden en. Omstreken van de Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde op 12 Februari j.L in het gebouw der „Luge" aan de Stoenschuur gehouden werd, is in meer dan één opzicht belangwekkend ge weest, en het doet mij inderdaad leed hier te moeten getuigen dat, door oen op dien zelfden avond in den Haagschen Kunstkring georganiseerde voorstelling van. het Tbéatre de l'Oeuvremyn bezoek niet meer dan vry vluchtig kon zijn. Van wijlen den schout Q. M. R. VerHuell (1856) waren or waarlijk wetenschappelijk fraai uitgevoerde teekei:ingun te bewonderen, o. a. naar de „Victoria Itegia" („geopenden ontluikende bloem"), en de in 1882 door M. Ver Huell (ad vivam) geconterfcite „Cactus grandiflorus" heeft stellig veler bewondering weggedragen. Ook Louise Ver Huell's bloem stukken zullen waardeering hebben onder vonden. Doch wat m\j vooral heeft getroffen, het is die serie van ernstig-omlynde, wetenschap pelijk gekleurde bloem- ©n planttoekeningen, door den heer N. Verboog hier tor bezichtiging afgestaan. Allereerst dien ik hier to bekennen dat ik véél meer gevoel voor de uitingen van den artist, die, als „essence", de kleurenweelde van Flora's kinderen teruggeeft, doch aan de teeke- ningen van den heer Verboog mag deze maat staf niet worden aangelegd. Alleroersü behoort by voor het doel een roeten- sell uppclyke teekeningte lev oren.Geen millimeter mag over 't hoofd worden gezien b(jde bemotmg van een bloemen biad. En, al vind ik 't te bejammeren, dat iemand, die, als de heer Vorboog, vermoadely'k wel véél mooier de bloemen zal zien dan een ander, gedwongen fchjjnt te zyn ze zoo serieus weer te geven, toch komt hem (na eenmaal in dit keurslijf Joopen moetond), een woord van bewondering, van lof toe. Wat Th. Van Hoytema niet heeft kunnen, of beter „willen" doen i. e. voor een wetenschappelijk doel, dieren teekenen, dat hoeft de heer Vorboog, wellicht met voorbij zien van alle artisticiteit, nu voor de planten wereld gedaan. De wetenschap moge hem dankbaar zijn. Verschil van meerling omtrent Toorop'8 kunst bij de studenten- Aan de officiüele tafel Minerva" deelt 't mede) heeft de corpspraeses in zijn sp°ech o. a. 't volgende gezegd „Sommigen willen de kracht van ons bestaan zoeken in een taaie vasthoudendheid aan oude gobruiken en gewoonten on schrijven daarover in de Minerva"; andoren geloovon dat voor uirtrang ligt in nieuwigheid en verandering en maken vuilgroeno bandjes om öeu alma nak mot oen nieuwmodisch portret van bin nen, enz."; ende verslaggever teekent bier by aan: „Ik moet even zeggen hot is zefcer on gepast, zoo een verslaggever zuiver objectief z\in moei dat één aing me zoo ontzettend ergerde in dien sympathieken, flinken speech, nl. die aardig hui op den almanakeun effect*- bejag op de. bijvalsbetuigingen van htt schel linkje." Van Daal hof, die eenige jaren geleden zoo opnnns voor den dag kwam met symbolieke schil lerjjen (o. a. in den Rotterdamschon en d n Haagschen Kunstkring, ook op een „Drie- ja rlyksche") en sedert weinig van zich liet bo<>ren, heb ik dezer dagen oen tweetal schiloeryon en een paar toekeningen bekeken, die ik als supe rieur werk wil zier» aangemerkt. De eerste geeft een in p «ars grijzen- toon ge houden intiem landschap to zien. Op den voorgrond eenvoudig geteekende kruisbessen- struikjes, en. daarachter oen huisje met een dak als van een hooischelf, waar naar too eon aantal gebogen vrome menschjes opgaan, geschenken brengend voor 't ondor dat d k geboren kindeke. Een duif strijkt er klap wiekend neer op een duiventil. En, even geelt de artist, door een enkele omlijning als een aureool om 't huis, het Heilige weer van zoo'n kindjes-ontvangenis. Dit schilderij doet aa i als. een symphonie in zacht paars en grijs. Het tweedo, heel krachtig van kleur, i6 het binnen van een Leidsch hofje, en, niets gemeen hebbend met de uitdrukking, die Ed. Karsen in z(jn interieurs weet te leggen, doet het daaraan tocb, door do soberheid, denken. Beide doeken zullen binnenkort in Rotterdam op den Kunstkring aldaar worden geëxposeerd. Maar wat ik vuoral heeriyk vind van intimi teit, (en misschien juist wel, omdat daar in 't geheel geen effectbejag beoogd is) is die eenvoudige teekening (in was) van dat sobere dorpswinkeltje. Hot uitgesleten deurtje, de flescbjes met snoepgoed achter de door ouder dom verweerde gele ruitjes, de peperhuisjes, hangend naast de kleine koperen weegschaal, alles is juist geobserveerd en weergegeven, en kenmeikend is 't zeker, dat geen figuurtje dit „ensemble" stoort, omdat do artist zeifin dit intieme hoekje bleek te leven. Ik. voor my zou zoo gaarne willen dat meerderen in die eenvoudige uitingen van Daalhof het „mooie" wilden opzoeken en dan ook stellig zouden ontdekken. Do Kroniek (No. 8) bevat als plaat „De Spit ter" van Vincent Van Gogh, een slechter reproductie dan verwacht mocht worden naar een serieus© „blanc et-noir" penteekening. Van wylen dezen artist, (van wien de „Mercure de Franco" voortgaat interessante brieven te publrceeron), is thans in den Haagschen Kunstkring(uit de collectie van den heer HiJde Nyland, te Dordrecht) eene verzameling byeeogebracht, die stellig de aandacht zal trekken. Het „Streven" van den b(j zyn leven dikwerf miskenden Vincent zal men er kunnen waardeoren. De heer Daniël De Lange schryft in 't „Nieuws van den Dag" over Joachim's concert o. a.: „Joachim was op dien avond geheel Joachim, in don volsten zin van dren naam. Wie Joachim ooit gehoord heeft, zal de beteekenis van dien naam beseffen; wie Joachim nooit ge hoord heeft, haaste zich, hy trachte hem nog te hooren, want een Joachim vindt men nooit woder, en men herinnere zich, dass auch das Schfrnc muss sterben." 't Is maar één volzin, die ik uit 't artikel in de „Kroniek" citeer, getiteld: „Op zyn paardje". De rest is even enthusiastiscb gesteld, maarniet beter. Na 4 Maart zal in de Kunstzaal van het Stedelyk Museum alhier een aantal schilde ryen, pastels, teekeningen en litho's worden geëxposeerd van den Paryschon illustrateur Henri Gabriël Ibels. Spoedig daarop znllen er vermoedeiyk teekeningen komen van oudo gebouwen te Dordrecht (uit de collectie van den hoer Van Gyn aldaar), terwyi met de welwillende medewerking van dr. Serrnrior er eene expositie van Japansche prenten en houtsneden wordt voorbereid. Van „The Studio" verschoen weer eene bolangryke aflevering. De beor S. Bing beschryft „de kunst van Ulamaromet eon 12-tal reproducties naar prenton van dien zeer krappen Japanscben artist, versierd. Frederick Wedmore handolt over Venetiaansche kunst. Fernand Khnopff deelt een en ander mede omtrent de herleving van het ivoor-beeld houwen in België. Voorts bevat dit nummer illustraties van Fairfax Muckley, Bradley (herinnerend aan Aubrey Beardsley) etc. Onder het hoofd „New Putlications" komt een goede reproductie voor naar eene teekening van Walter Crane. C. V. INGEZONDEN. Minimam-loon en 3Iaxiiuum-arl>eidstij<]. De VeFeoniging voor de Staathuishoudkunde en de Statistiek doet mededeeling dat vier Zeergeleerde en Hooggeleerde Heeren op hare uitnoodiging zich hebben bereid verklaard ora te praeadvisoeren over het al of niet wensche- lyko dat bepalingen worden gemaakt betref fende minimum loon en maximum-arbeidsduur van de arbeiders, werkzaam in dienst van openbare besturen, of by de uitvoering van bestekken, door die besturen vastgesteld. Deze belangryko vraag schjjnt wel oen sport artikel en bestemd om een wedren op sociaal gebiod te openen. Ook onze gemeente doet daaraan mee, blykens een ontwerp van B. en Ws., waarbjj in do péroraison gezogd wordt: „Nu in den tegen woordigen tyd veel meer dan vroeger aller aandacht is gericht op den socialen e:. materiöelen toestand der werklieden, moenen B. en Ws. dat het tot de roeping dor Gemeente behoort om krachtig mede to werken tot verheffir gder maatscliappy door den toestand der we-klieden to verbete ren." Bravol dat is een oprecht modern idéé: verheffing der maatschappy door verbetering in den toestand der werklieden. In dit ont werp is voorloopig nog slechts de rede van maatregelen betreffende werklieden, by ge meentewerken in dienst, maar de vingerwy- zing naar de hulp, die de gemeente verleent door in den woningstoestand verbetering te brengen, wyst op een stroven van wydere strekking, op een arbeidsveld zonder afzien- baren bonzon, op het verzekeren aan alle medeburgers van een menschwaardig bestaan, dat zoovelen helaas niet hebben. B kwame, belangstellende, menschlievende mannen zyn thans bezig hunne speciale aan dacht te wijden aan hot onderzoek dezer sociale vraag, die op de agenda van alle gemeente besturen aan de orde is of staat te komen. Gespannen is de verwachting naar de vonken en stralen, die geleerden en practici ter ver heldering van het vraagstuk zullen uitzenden. Gedachtig aan het oude oeconomistische dicton, du choc des opinions jaillit la vérité, mag geen poging tot bijlichting worden afge wezen, allerminst die van rechtstreeks by de zaak betrokkenen: aannemers en werklieden, die over het pro en contra, met al den yver van het eigen belang, zullen préopineeren. „Een timmerman'' lieeft in dit blad van 16 dezer bereids het woord genomen over een beiangryk onderdeel van het ontwerp, het loon. Is dat wel het belangrykste, dat in de2e aangelegenheid te zien is? Voor ieder werk man individueel is regeling van loon en werk- tyd, zoodanig, dat by voor zich conditiën be dingt, die hem tyd en gelegenheid voor rust en huiselyk verkeer laten, ongetwyfeld de hoofdzaak. Wat de werkman, gelyk ieder ander, die een contract aangaat, in do aller eerste plaats noodig heeft, is vryheid. Wy weten het welalles is betrekkelyk, ook vryheid. Ligt in do van overheidswege te legiforeeren quaestie van minimum-loon en maximum- arbeidsduur niet een groot gevaar voor die vryheid, zoowel voor den aannemer als voor don werkman? Beschouwingen even uitvoerig als uiteen- loopend kunnen, zoo zeggen B. en Ws. terecht, over dit onderwerp gehouden worden, het resultaat der hunne, hopen zy, dat te gemoet zal komen aan wenschen van verschillende werklieden-vereenigingen voorkomende in by den Gemeenteraad ingediende adressen. Vrije discussie moet over deze hope beslissen. Eene beslissing in theorie biyft eene gewaagde zaak, en de practyk heeft zoo duizenderlei peripetien in petto, dat iedere a priori te nemen beslissing een dwaling kan blyken. Inmiddels kan men tot het nemen van een besluit gedreven worden door een soort van ongeduld, dat is een gevaar. In aanneming en aanbesteding (zaken, uit den natuurlyken loop der dingen ontstaan) schuilen zoo verbazend veel oorzaken van sociale euvels (nypende, vernietigende con currentie), dat inderdaad de vraag niet onge- rymd is, of men tot heil der samenlevende arbeiders op deze wereld ze niet moest sup- priraeeren. Maar wat dan? Wy willen op dit pad van vragen niet voortgaan. De reeks van vragen, die opdoemt, is oneindig. Voor het naaste heeft ieder, dio in qualiteit geroepen is over regeling by de wet van M™ loon en M™-arbeidsduur een meetellende stem uit to brengen, vooral te overwegen, of die aange legenheid in de vele nuancen, waarin zy zich kan voordoen, door zoo'n regeling te beheer- schen is, zonder dat een voor de vryheid schadelyke dwang ontstaat, die ofliciëele tirannie zal zyn in vergeiyking van de betrek - keiyke vryheid, die thans zooveel te wenschen overlaat. Wat het gevolg zal kuDnen zijn voor de municipale uitvoerende macht, als zy her haaldelijk zal worden geroepen om te bo slisson in do geschillen tüssehon werkgevers en werknemers, elk zich beroepende op een der 14 artikelen van het ontwerp, laat zich als tamelyk lastig vermoeden. Het geloof aan gelykheid onder de wereld burgers staat niet zoo vast als de liefde tot vryheid, die ons is ingeboren. Iedere wet, die op vermindering van vryheid voor den persoon moet uitloopen, (zy kan gebiedend noodig zyn voor allen) is zooveel mogeiyk te vermyden. Een groot talent van onderscheiding heeft de wetgever daarvoor noodig. Wanneer socialisme tot grondslag moet hebben albe nweicnis van het gezag, dan is het daarom verwerpelyk, want dat vermoordt de vryheid. D. H. Een apen-avontuur. In den zomor van 1894 ontkwam in de diergaarde te Rotterdam een vryheidminnend aapje aan zyn gevangenschap. Alle Rotter dammers, lid of geen lid van den Dierentuin, verlustigden zich in het levensgenot van den ontsnappeling, die by al zyn vreugd en vroolyk- heid een groote mate van slimheid aan don dag lei. Aan het publiek buiten den tuin ver toonde hy" zich -potsenmakor.d hoog in de boomen, die den tuin omgrenzen. In den tuin, dien hy niet verliet, kwam by bedachtzaam de leden en hunne kinderen wat nader, nam vlug de lokkernyeiT, die hem in overvloed worden geboden. Maar zoo zag by niet een oppasser, of fluks zat sinjeur op een onbe- reikbaren tak de tuinopzichters te bespotten, gelyk straatjongens de polrtie, als zy buiten haar bereik zyn. Zoo het aapje allengs minder bekyks kreeg (mon gewent aan alles, zelfs aan apen in vryheid), waren er belangstellenden genoeg, die met bezorgdheid aan de naaste toekomst van het diertje dachten. Wat zal by beginnen als hot koud wordt, zal hy zich beschikbaar stellen voor zyn oude woning by de kameraden, wien hy zeker veel to vertellen zal hebben als zy dezelfde taal kekkeren, of zal men hem ergens van koude verkleumd, of dood vinden? Want dat hy niet in den winter op ont dekkingstochten buiton den tuin zon gaan, viol wel op te maken uit zyn daar blyven gedursnde den zomer. Had het diertje ergens by eon broeikas, of op een zolder naast oen schoorsteen een toe vlucht gezocht, dan zou het die misschien wel gevonden hebben, maar het deed veel slimmer. Niot alleen betrok het een warm, bewoond lokaal, maar het wist ook de bewo ners, of liever een bewoonster aan zyn nood druft dienstbaar te maken. Het paleis, dat sinjeur had aangelokt, was de schaapskooi, en een der schapen koos hy zich tot bed en dekenhy woelde zich diep in de vette vacht en klëmde zyn armpjes ora den nek van het schaap, dat zich tegen deze by- en inwonin^ niet verzette. Als een bedenkelijke omstan digheid was het paleis tevens de harem van don sultan, die, tot ongeluk van het aapje, zyn zakdoek toewiorp aan de Odaliske, wier gemoed en vacht hem tot zoover zacht waren geweest. De gevolgen waren voor aapjo fataal. De favorite moest uit het gynéeée verwijderd worden. De sultan, vair gansch andere stem ming dan de duldzame favorite, schudde aapje van zyn rug, toen het zich daarop wilde nestelen, en een oppasser vond op zekeren morgen de vorstooteling van kou on ellende verstijfd ter aarde. Hy nam don kleinen vage bond mee naar zyn huis, verwarmde en koes torde boni en zonder dat er een professor by gehaald behoefde te worden, was sinjeur spoedig wel genoog, om met zyn kornuiten van eertyds te dartelen en te springen m de gewone apenkooi. ALFEN. Bevallen: E. J. Bog geb. Woliner- stett D. J. M. ,Van der Lek geb. Baas Z. W. M. De Knegt geb. Visser D. Overleden: D. Kroon, wed nr. van J. Van Geen, 70 j. C. Zuidam 75 j. (wonende te Nieu- workerk a/d. IJseL) A A RL ANDER VEEN. Bevallen: M. Verkerk geb. Pols Z. Overleden: J. Marbus Z. 5 m. BODEGRAVE. Bevallen: C. M. Lammers geb. Kluis Z. M. J. Bosman geb. Van Wijn gaarden D. Overleden: S. Schouten 2 j. G. Klooster ziel G m. W. Vermeulen 2 j. C. Van der Breggcn 1 m. Gehuwd: A. Bax jin. 22 j. en P. Van Wie lingen jd. 2?» j. BOSKOOP. Bevallen: A. Geers gob. Van den Broek Z. II. Groeneveld geb. H.-tjema Z. A. Goudkade geb. Van Kooten Z. Gehuwd: H. Helling 20 j. en J. De Frank rijker 24 j. HAARLEMMERMEER. Bevallen: M. Van Bentem geb. Stokman Z. G. Kroon geb. Kerkvliet D. M. K. Noordhuizon geb. ThorUorg D. D. Korte geb. Kolle D. M. De Vries geb. West- broek Z. A. Kaslander geb. Vreekeu D. C. De Regt geb. Visser Z. - M. 1 looker geb. Post Z. A. Valk geb. De Ridder D. C. W. In't Velt geb. Bakker Z. A. Polbaar geb Verbeek D. K. Ewouds geb. Schuiling D. Overleden: K. Vermeulen 53 j. F. Do Groot 10 w. H, De Graaf 55 j. J. Duiven voorden lj. Gr. W. Van Driel 7 m. G. Schreuders 11 m. G. Roos 60 j. Gehuwd: J. Lam boo en C. M. Hendriks. A. Faas en II. De Jong. R. Over de Linden en G. K. Stok bof. HAZERSYVOUDE. Bevallen: E. Schoondor- woerd geb. Verbij Z. Overleden: K. Vonk D. 7 m. HILLEGOM. Bevallen: A. Tclkamp gob. Burgersdijk D. H. AL E. Weijers geb. BosZ. A. M. Hagemau geb. Boon Z. J. De Groot geb. Vink D. A. Al. Oexeman geb. Evendik D. Overleden: P. Stroombergen 52 j. J. Broekhof 7 m. AL R Van der Ploeg 13 m. G. Van der Schrier 3 m. Gehuwd: E. Zwolsman en C. D. E. Zifkamp. KOUDEKERK. Bevallen: N. G, Meel geb. Kouw Z. Ar. Jongencel geb. Rijlaarsdam D. Overleden: Ai. C. Van der Laken 2 j. LEIDERDORP. Bevallen: H. Thoma geb. Zwiers D. O. Silvester geb. Kamper Z. C. C. Gordijn geb. Moonen D. J. De Graaf geb. Vormond D. Overleden: R. Hijlkema D. 8 m. Gehuwd J. J. Geevc 38 j. on M. Van Rijn 27 j. NIEUWKOOP. Bevallen: P: Van der Voorn gob. Zevenhoven D. O vorleden: A. Koek, wed nr. van II. Wans- 8ink 86 j. J. Lunenburg, eehtg. van G. Stolwyk 50' j. W. W. De Jong D. 6 m. G. Van der Wilk Z. 3 m. B. v. d. Laan, cchtgen. van T. De Vink 74 j. NOORDWIJK. Geboren: Alida, d. v. A. Van der Zwan en D. Plug. Petrus Johannes, z. v. A. J. Hoogendam en M. lloogstraton.Wilhelm, z. v. L. W. Tappenbeck on M. O Leonhaidt. Gehuwd: J. Van der Voort, te Warmond, en J. Brood, te Noordwijk. Overleden: A. Vau Hoorn 59 j.r wed. v. J. Tibboel. H. Kruyswijk 2 d., z. v. G. Kruyswijk en A. Klein OUDSHOORN. Bevallen: T. Kaptoyn geb. Hoogeveen D. O v e r 1 o d e n G. Oudshoorn, echtgon. van J. Roos, 06 j. A. Altekroeze, wednr. van Al. Don Hollander, 75 j. A. v. Rijn, eebtg. van A Dekker, 56 j. Gehuwd: G. H. Van der Mik jm. 23 jen K. Ratzer jd. 27 j. RE EU WIJK. Bevallen: A- v. d. Star geb. Oosterwijk Z. G. Slob geb. Slob Z. W. Burger geb. Houdijker D. M. C. De Jong geb. Hars kamp Z. Overleden: A. Do Groot 1 j. H. AI. Bou- mian, eebtgen. van II De Ruiter, 54 j. TER-A AR. Beval Ion: C. Egberts geb. v. Veen Z. G. Verduyn geb. Op 't Land D. G. v. Wieringen geb. Kok D. G. Wegge geb. Edel man D. H. Langhoat geb. Van Elswijk D. Overleden: K. Knpteyn, eehtg. van C. Kans- bergen, 74 j. G. v. Eyk, wednr. van H. Kals- hoven, 71 j. WOU BRUGGE. Bevallen: W. Van der Wereld geb Boerman Z. G. Vau Brussel geb. Van Muiden Z. W. Strookman geb. Van der NcutD. ZWAMMERDAM. Bevallen: A. Den Broeder geb. Wittebol D. N. Domburg geb. Blanken D. Overleden: D. Boozaard D. 21 m. KOLONIËN. BATAVIA, 16-17 Januari. Op 17 Januari is te Batavia aan een buik ziekte overleden do luitenant Van der Plank. Met leodwezen zal dit overiyden vernomen worden, zegt het „Bat. Nieuwsblad". By de Lombok espeditie doelde hy het lot van kapi tein Lindgreen en dokter Ujlaki, gedroeg zich flink, doorstond ontbering en ellende, en keerde wegens ziekte geëvacueerd terug, maar toch volstrekt niet zóó, dat een noodlottig eindo kon verwacht worden; by reed zelfs weder te paard. Maar do op het vreeselyk geïnfec teerde terrein en in de verpeste atmosfeer opgedane ziekte-kiemen lieten zich niet ver wyderen; de dysenterie werd heviger en heviger, en de laatste dagen waren dio van een hopeloos en smartelijk verminderen der levenskrachten. In den nacht van 15 op 16 Januari werd een der raddraaiers onder de opgezetenen van het land Tjiomas door den demang van Bui tenzorg gevangengenomen. Reeds spoedig was dit den volgenden morgen op het land bekend, en een honderdtal inlanders vond daarin aanleiding, in optocht op te trekken naar bet huis van ditn inlandschen politie-ambtenaar te Buitenzorg. Daar eisebten zy de loslating van den ge arresteerde en verzochten anders zyn lot te doelen en mede in de gevangenis te werden opgesloten. Aanmaningen van don demang 9 baatten niet. Later werden dio herhaald door den controleur, waarna eerst de assiftent- resident zich met de zaak bemoeide. Hy ge lastte den troep naar do kampongs terug to keeron, en toen deze by do weigering bleef volharden, werd een 60 tal gevangengeno men de veertig anderen keerden huiswaarts. Nog denzelfden dag werden de gearresteerden voor de poJitierol gebracht, de belhamels ge straft met 20 en de anderen met 12 dagen ten-arbeid:stelling, ingevolge no. 3 van art. 3 van het politie-strafreglement voor inlanders. De overval vaa de waclit bij den controleur te Edl. Omtrent den overval van deze wacht, inder tijd telegraphisch hier te lande bekend ge worden, schryft men aan do „Deli Ct." van daar, dato' 2"Januari, het volgende: „Ondanks den regen, die den geheelen dag aanhield, kwamen op Nieuwjaarsdag de alhier aanwezige radja's van Edi, Perlak, Soengei Raja, Bagoh en vele mindere hoofden den controleur by gelegenheid van het Niouwejaar liunno gelukwonschen aanbieden. Ook in den vooravond waren allen by hem vereenigd, om tegenwoordig te zyn by het afsteken van vuurweik op een open ruimte acbUr het civiel établissement, welk vuurwerk door Tengkoe Tjihik Perlak was aangeboden- Om toezicht te houden op de binnenkomende Atjehers (de Radja's en hunne volgelingen), was door don controleur in de achterpoort eene wacht geplaatst van een sergeant en 4 pohtie-oppassers. Terwyl het vuurwerk, werd afgestoken, overviel den toeschouwers een hevige regen, dio allen met den meesten spoed door de achterpoort naar binnen deed vluchten. Van deze gelegenheid schynt óón, misschien ook meer, Atjehers gebruik gemaakt te heb ben, om binnen het établissement t& sluipen, waar hy onder het kantoor ceno veilige schuil plaats vond. Om kwart voor vieren werd de hoofdwacht der oppassers (de mata-matas, die van wacht komen en op post moeten trekken en slapen in dit gebouw) gealarmeerd door het herhaal- delyk slaan op de tong tong door den oppasser in het verhoogd schilderhuis op p. m. 6 meters voor de controleurswoning. Een onderzoek willende instellen naar de reden hiervan, begaven zich de sergeant der politie oppassers en één dezer derwaarts, maar stuitten op den gewapenden politiedienaar Oemar, die met een groote gapende wond vóór het kantoor op den grond lag, terwyl zy tegeiykertyd zagen, dat door een Atjehor de lantaarn aan de voorpoort werd uitgeblazen. De in het kantoor aanwezige militaire con- trólewacht, bestaande uit een gegradueerde en twee man, trad, nadat zy den barden bons, waarmede Oemar op den grond viel, gehoord had, onmiddeliyk te voorschyn. Van de 8 man, waarover hy beschikte, zonderde de sergeant Kassiman 4 man after beveiliging van de woning van den controleur Verbeke en trok zelf met 4 man langs de woning van controleur Leon naar het ver hoogd schilderhins, dat zich daarvoor bevond. Ten einde den controleur eerst wakker te maken, hield hy even voor diens woning halt en toen werd op het troepje uit hot verhoogd schilderhuis het eerste schot gelost, dat geen ander doel trof, dan dat het een bloempot verbryzelde. Na dit schot vielen onmiddellijk van bet verhoogd schilderhuis achter de controleurs woning tweo schoten, zoodat de sergeant, in de veronderstelling verkeerende, dat beide scbilderbuizen door kwaadwilligen bezet waren, langzaam terugtrok. Van weerszyden werden toen langs en onder de controleurswoning Leon schoten gewisseld, waardoor één inlandsch. fuselier gewond werd. Do laatste schoten wer den, naar gemeld wordt, gelost op één of twee Atjehers, die zich met spoed voorby de woning van den controleur Loon naar die van zyn ambtgenoot Verbeke begaven. Intusschen was alles in de benting op de been, doordien alle wachtposten van hot civiel établissement op de tong-tongs het alarm signaal geslagen hadden, en werden vandaar uit lichtfakkels ontstoken. Nadat communisatio met de benting was verkregen, trok een patrouille onder luitenant Tolbuys het civiel établissement binnen, dio het daglicht brak joist aan het verhoogd schilderhuis ver kende en daarin den politie-oppasser vermoord aantrof. De arme kerel had een rentjongsteek in den rag, een grooten houw over den schedel, eenige vingers van zyn rechterhand waren weggekapt, terwyl men ten slotte zyn hals geheel had afgesneden. Zyn achterlaadgeweer, alsmede zyn patroontasch, inhoud r.de 30 patronen, werden vermist. In hnt verhoogd schilderhuis tit de control urswoning w«-rd de da r wacht houdenuo mata rnata geheel omr«- r i aan getroffen; hy Rvi op niots en w.wiröuhynlijk uit angst geschoten. De dader of daders zun ontsnapt. Dell. Nu de tegenwoordige assistent r sidenfc ter beschikking weldra met verlof naar No ^rland vertrekt, is, raar de „Deli Courant" meent, het oogenblifc gekomen om eene verandering te brengen in de organisatie van het bestuur in dit gewest. Het verdient h. i. ten zeerste aanbeveling niet weder een assistent-resident te benoemen, maar liever een conti olecr voor de politie, of een schout, ten einde een ge deelte van de taak van den controleur van Medan, die oveTkropt is met werkzaamheden, op andere schouders over te brengen. De afdeeling Deli, met de hoofdplaats Medan, is door het groot aantal ondernomingen, dat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 2