N°. 10731.
A". 1895.
(§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
Vrijdag 15 Februari.
LEIDSCH
DA&BLAD.
PEIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommors
f 1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER AD VERTUIN TJLüiN
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootore
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Leiden, 14 Februari.
De bandelsbedienden-vereeniging .Kennis
is Macht" hield gisteravond in de kleine zaal
van het Nutsgebouw eene vergadering, welke
ook voor geïntroduceerden toegankelijk was
en door den president, den heer J. C. Van
der Kam, werd geopend met een woord van
welkom tot de aanwezigen, die, naar hü tot
zijn genoegen zag, in grooten getnle waren
opgokomen. Hjj herinnerde er aan, dat het
doel der vereeniging is ook door het doen
houden van leziegen of voordrachten over
onderwerpen, den handelsman rakende, kennis
te vermeerderen of diens belangen meer in
het licht te doen stellen, en aangenaam was
het hem te kunnen mededeelen dat, nadat
mr. H. Ph De Kanter, lid dei Tweede Kamer, in
November voor de vereeniging was opgetreden,
thans ook mr. Jos. Van Kaalte, uit Rotterdam,
zich bereid verklaard had het onderwerp .De
koopman en de particulier in rechte" voorde
vergadering te behandelen.
De heer Van Kaalte nam daarop het woord,
doch begon met er op te wjjzeo dat by aan
het woord „koopman" geen beteekenis van
exclusivisme wilde gegeven zien, te minder,
omdat aan het hoofd der tegenwoordige
vrouwenbeweging in den lande staat een der
eminentste burgers dezer gemeente. Indien
die beweging aan de vrouw alleen het kiesrecht,
m. a. w. meer politieke rechten wil toekennen,
dan kon by dit onderwerp hier onbesproken
laten, omdat het in deze vergadering niet
thuis behoort. Wei daarentegen sprak hy
over de ongehuwde vrouw, die onder het nu
geldende recht z.i. volstrekt niet te klagen heeft,
en over de zelfstandige, gehuwde koopvrouw,
die souvereine in hare affaire is, zelfs niet
tegenstaande het Burgeriyk Wetboek reeds
van 1833 dateert en dus in het moderne licht
van den tegenwoordlgen tyd herzioning eiacht.
Eone daartoe benoemde Staatscommissie
heeft reeds tien jaren geleden een nieuw
ontwerp van het Eerste Boek daarvan inge
diend, dat statig in onze boekenkasten prykt,
maar aan het Tweede moet zelfs nog begon
nen worden. Die commissie is dan ook te groot
en de ondervinding heeft al zoo menigmaal
geloerd dat groote commissies of vergaderin
gen in den regel wel voel praten, maar niet
vlug werken. Ook deze uit elf leden bestaande
commissie is er het bewys van, terwyi de
Tweede Kamer, na tien jaren geleden het
ontwerp te hebben ontvangen, doet alsof het
Wetboek zelf slechts zoo oud is en niet reeds
ruim haar halve eeuwfeest heeft beloofdterwyi
daarentegen nar. H. Van dor Hoeven, ook een
Leidsch hoogleeraar, alléón was by het bewer
ken van het nieuw Militair Strafwetboek, dat
daarom heel spoedig by do desbetreffende
vergadering van militairen kon worden inge
diend.
Aan de than» op touw gezette politieke
vrouwenbeweging geloofde 6pr. niet te veel
waarde be moeten toekennen, omdat er z. i.
te voel overdryving aan ten grondslag ligt;
maar aan de wel degeiyk ook by de Wet
erkende koopvrouw meende hy in ieder
geval bet .hoDneur aux dames" te hebben
bewezen, zoodat hy vervolgens tot eenige be
schouwingen over den „koopman" zeiven kon
overgaan, na vooraf nog op eenige eigenaar
digheden van die koopvrouw, welke by het
doen barer hanoelingen als 't ware onder
curateele van mijnheer haar gemaal staat,
te hebben gewezen.
In de eerste plaats besprak hy daarna de
gyzeling, welke in sommige plaatsen, byv.
te Rotterdam, wordt ten uitvoer gelegd in
z. g. „huizen van bewaring", welke eigeniyk
wegens hunne inrichting zelfs geen huizen
kunnen genoemd worden, omdat ze aller
ellendigst zyn.
Verder kwam spr. op het faillissement.
Failliet kan volgens de wet verklaard worden
elke koopman, die ophoudt zyne schulden
te betalen. Daarom blyft echter een wan-
betalend particulier niet ongestraft
Integendeel, deze kan onder curateele gesteld
worden. Feitelijk is er tusschen een faillisse
ment-verklaring en onder-curateeie stelling al
heel weinig verschil. Spr. vindt het onjuist
om b\j niet betaling van óón enkele rekening
door een particulier dezeD failliet te doen ver
klaren. Met het Kamer-lid mr. Pynappel is
spr. het eens, dat de koopman en de parti
culier niet op óóne lyn moetea gesteld worden.
Zelfs in het op reis gaan van den een of
den ander en het alsdan orde stellen op de
achtergelaten zaak is een groot verschil.
Al sedert jaren is er een nieuwo Faillisse
ment-wet door de Staten-Generaal aangeno
men. doch ze wacht nog altyd op hare invoe
ring, waarvan het jaar of de datum in geen
der artikelen is aangegeven. Die niouwe wet
bevat wel vele verbeteringen, maar daarom
moet men nu niet denkon dat ze er toe zal
bydragen om ook maar éin percent meer
dan vroeger uit een faillieten boodel te halen.
Dit moet men dan niet wijten aan den advo
caat of procureur, maar alleen daaraan, dat,
waar niets is, de keizer zyn recht verliest.
Na do pauze behandelde spr. den plicht
van den koopman tot het houden V2n koopmans
boeken, zooal6 dit door do wet wordt voor
geschreven. Deze verlangt één dagboek, waarin
alles, wat de zaak aangaat, wordt opgeschreven.
D&ardoor hoeft men bewyskracht, nog volgons
een onlangs door den Hoogen Raad gowezen
arrest. Spr. hoopt echter dat dit rechtscollege
het by dat óóne arrest zal laton en dat stelsel
niet verder zal doorvoereo. Z.i. moet elk der
door den koopman gehouden boeken bewys
kracht opleveren, zooals dit vroeger het geval
was. Dio drie verschillende boeken besprekende,
wees spr. er echter op, dat o. a. by het copieboek
verschillende vereisohten moeten in acht go-
nomen worden, wil het bewyskracht aanbieden.
Alleen het coplöeren van een brief kan niet
voldoende worden geacht. Want wie zegt dat
die brief werkeiyk is verzonden en zoo ja, of
dit dan aan het juiste adres is geschied Een
vereiscbte zou bet zyn, dat die brief por aan-
getoekonden blief werd verzonden en dat van
don geadresseerde een bewija van ontvangst
worde gevraagd; maar de post laat hier to
lande, wat dit betreft, nog veel te wenschen
over, ovenals by het intercommunaal verkeer,
gelijk spr. met een voorbeeld uit de door hem
zelf opgedane ervaring, wat Italiö betreft, aan
toonde. De zekerste weg is een deurwaarders-
exploit, maar de meesten zien, enkel voor een
brief, tegen de kosten op.
Voor de wet verkeert de koopman tot het
leveren van getuigenbewys in veel gunstiger
omstandigheden dan de particulier, die by
procedure gemeoniyk zich 6lechts op vermoe
dens kan beroepen, welke dus moeiiyker te
bewyzen zyn dan dit met goed gehouden
boeken bet geval is.
In andere landen heeft men, geiyk spr.
aantoonde, verschillende manieren van hot
voeren van handels-procedures. Spr. geeft
echter de voorkeur aan het procos-recht door
gepromoveerde rechtsgeleerden, zooals by ons.
In ons land, vooral in deze provincie, duurt
het proces recht evenwel lang; maar er worden
eindeiyk pogingen In het weirk gestéld om
het te verkorten.
Ten slotte stelde spr. nog nader in het
licht het verschil tusschen burgeriyke en
handelszaken, om te eindigen met den raad,
dat er eigeoiyk geen betere manier om zyn
geld te beleggen is dan in een handels-proce
dure, want dan kan men 6 of 5 pet. krygen, wat
by den tegenwoordlgen lagen rente stand van
3£ of 3 pet. zeker niet te versmaden is.
Niet alleen volgde op deze woorden een
luid applaus, maar gedurende de geheelo
voordracht, welke als eene lezing was aan
gekondigd, maar dit volstrekt niet bleek, was
dit reeds meermalen geschied.
Bovendien bezat spr. de gave om het onder
werp, dat er oogenschyniyk vry droog u tzag,
zóódanig te kruiden en tovons op zulk een
aangename en duidelyke wyze te bespre
ken, dat by zgn auditorium gedurende twee
uren voortdurend boeide.
De president was daarom aller tolk, toen
hy den heer Tan Kaalte voor zyno keurige,
doorwrochte en leerryke rede dank zeide en
de hóóp uitsprak dat, als er weer eens by
hom mocht worden aangeklopt, het dan
andermaal niet tevergeefs zou zyn.
Iemand, die voor declamator van pro
fessie wil doorgaan, moet in onze dagen, wan
neer hy als zoodanig in het openbaar optroedt,
om het zoo eens uit te drukken: „goed be
slagen ton ys komen", wil by het niet afleggen
tegen, en zelfs uitmunten boven hen, die zoo
nu en dan eens voordrachten houden op
foe8tvergaderingen on by andero buitengewone
gelegenheden, zonder daarom „declamator"ach
ter hun familienaam te schry ven of te doen plaat
sen. Het aantal dezer dilettanten neemt allengs
toe en daaruit ontstaat tusschen hen eene
concurrentie, welke zeer ten goede komt aan het
geen zy voordragen, alsook aan de wyze waarop
zy dit doen. En tocheen echt declamator
moot hun de baas blyven, wil het goed zyn
De heer Henri M. Dekking, uit Rotterdam,
declamator, die gisteravond in de Stadszaal
optrad voor do talryko bezoekers van de zevende
der Yolksbyoenkomsten, heeft ten volle aan
dezen eisch voldaan en gevolgen daarvan
waren: alleszins gerechtvaardigde bewondering
der hoorderossen en hoorders over hetgeen
do heer Dekking in het hoofd had, want
boeken of papleren gebruikte hy niet; vol
daanheid over de wyze van voordragen, met
zyne heldere, buigzame stem, al was deze
dan ook i iet door de geheele zaal verstaanbaar,
wat echter hare schuld niet was;onverdeelde
aandacht zoo welkom by eene groct^ volks
vergadering, en alle kwaad, als t>yv. ongepast
lachen, hinderlijk praten, voorkomende.
De heer Dekking begon met de welbekende
„Werkstaking* van F. Coppée, die aliyd nog
boeiend is; verder droeg by voor „Het diaken
huismannetje vertelt zijne historie", van
Hildebrand, en Multatuli's „Een avondje by
juffrouw Pieterse", zeer aantrokkelyk voor
het auditorium door de qualitcit van „zoog
dier" der gaston, hun door meester en hoogon
meester toegekend. Na de pauze genoot men
Normands „Een lastig geval"; Dekking8 „Myn
eigen kamer"; Van Zuylens „Bankbreuk" cn
„Goeden nacht", van Holtrop, een beste finale.
Aan by val ontbrak bet den declamator niet,
en terecht t
Leerlingen zya geen meesters; ook de heer
Dekking, leerling van Willem Van Zuylen,
evenaart zyn leeraar nog niet, maar is o. i.
wel reeds een go«d eind op weg om een
Van Zuylen te worden. Hy doe zyn best hem
eenmaal geluk te zgn 1 Er bestaat dan kans,
dat by dat do^l bereikt. Hóól ver toch is hy
er niet moer afl
By de te Wassenaar gehouden herstem
ming ter verkiezing van een lid van den Raad
dier gemeente, werden uitgebracht 235 geldige
stommen, waarvan 128 op den hoer H. Den
Hollander Pz. en 107 op den heer L. C. KolfF,
zoodat eerstgenoemde is gekozen.
Tot brandmeester in de plaats van den
beer A. W. Remmerswaal, dio als zoodanig
ontslag heeft gevraagd, is benoemd de heer
A. M. Remmerswaal, aldaar.
Door bet Dagelyksch Bestuur dier gemeente
is voorloopig vastgesteldhet kohier der
hondenbelasting, dienst 1895, tot een bedrag
van ƒ109; dat van den hoofdelyken omslag,
dienst 1895, tot oen bedrag van f 3296;
het suppletoir kohier van don hoofdelyken
omslag, dienst 1894, tot een bedrag van
f 25.00'/,.
To Wassenaar heeft zich geen der lotelingen
aangemeld om by de zeemilitie te dienen.
Woensdagavond werd eene algeraeone
vergadering gehouaen van de IJsclub „Alle-
mansgeest", te Voorschoten. Nadat de waar
nemende voorzitter, do heer Th. Hoppe, do
vergadering had geopend, deeldo de penning
meester mede, dat al de jongelui van de in
richting voor voorbereidend hooger onderwys,
gevestigd op den huize „Stadwyk", lid van de
IJsclub waren geworden. Deze mededeeling
werd met applaus begroot.
Vervolgens deelde de voorzitter mede, dat
do heer Arntzenius als president van de
IJsclub had bedankt, om welke reden gister
avond de verkiezing van een voorzitter aan de
orde was gesteld.
De heer YernèJe stelde voor om den heer
Arntzenius, dien hy den rechten man op de
rechte plaats noemde, by acclamatie als pre
sident te herkiezen. Nadat de aanwezigen door
applaus hunne instemming met dit voorstel
hadden betuigd, verklaarde de heer Arntzenius
zich weder bereid dio betrekking op zich te
nemen.
Staande de vergadering werd met het
oog op den treurigen toestand van de kas
eene collecte gehouden, welke ruim f 19
opbracht.
Nadat de heer Van Kempen nog had gewezen
op het misbruik, dat door eigenaars van arren
van de ysbanon wordt gemaakt, en de voor
zitter de verzekering had gegeven dat bet
bestuur pogingen zou aanwendon om hiertegen
maatregelen t'e nemen, werd de vergadering,
die door een groot getal leden werd bygevrooud,
gesloten.
Op den ter secretarie der gemeente
Alkemade ter inzage liggenden staat van de
op 1°. Januari 11. in die gemeente aanwezige
kinderen van 6-12 jaren, die geen lager
onderwijs genoten, komen voor 91 kinderen.
Wanneer men in aanmerking neemt, dat een
groot deel hiervan de bewaarschool bezoekt,
is het schoolverzuim in die gemeente van niet
zeer groote beteekenis.
In het gymnasium „St.-Willibrord", te
Kat.wyk, had wederom, ODder leiding van den
weleerw. pater L. A. G. De Sonnaville, do
jaarlgksche „soiróe musicale" plaats. Zich het
kunstgenot herinnerend, dat by vorige ge
legenheden aangeboden werd, waren tal van
o-rw. heeron geestelyken uit den omtrok on
vole oud leerlingen samengekomen, om van
do uitvoering te gonitten.
Men begon met eec cantate voor ge
mengd koor en orkestbegeleiding van A. Wilt-
borger: „Die heilige Caecilia", een schoone
compositie, waaraan een meesteriyke vertolking
ton deel viel Hoe kan het ook anders, waar
een dirigent als pater Do Sonnavillo de execu
tanten bezielt? Bijzonder fraai klonken do solo
voor sopraan (M. J. Roes): „O Jesu, Hebster
Jesu mein" on het duo voor twee sopraanstem
men (M. J. Roes en L. Van Ogtrop)„O, Liebo,
die du mich geworbon".
Het verdere gedeelte van bet programma
was instrumentaal en werd gedeeltelijk uitgo.
voerd door de leerlingen. Dezen brachten ton
gehoore: „Andante du premier trio peur piano,
violon et violoncello" (F. Mendelssohn), uitgo-
voerd door H. Schultzo, A. Sohultze en J.
Kraemer„Variationen über Mozart'sFi uhlings-
Uod, voor vier piano's (J. Prokscb), uitgevoord
door H. Scbultze, F. Roes, J. Luykx, A. Regout,
W. v. Sonsbeek, J. v. Best, F. Bonte en P.
Rutten; „Largo de la Sonate en Ró do Boet
hoven" voor piano, clarinet, saxhorn-alto en
harmonium, (J. Sachs), door J. Aarts, P.
Madlener, A. Steger en J. Luykx„Tarantella"
voor vier violen (J. Helmesberger), uitgevoerd
door J. Ots, F. Thyssen, A. Schultzo on J.
Andreoli. 't Zou ons inderdaad te ver voeren,
in byzonderheden to treden. Volsta de ver
melding, dat de executanten zich uitmun
tend van hun taak kweten en terecht lui lo
werden toegejuicht. Dit dient echter nog gezegd,
dat het „andante" van Mendelssohn vooral
prachtig was.
Ter afwisseling van de nummers der leer
lingen kwamen ook de muziekonderwijzers
aan de beurt. De heer M. P. Madlener speelde
I twee nummers voor violoncel: „Andante" van
Het geheimzinnige doosje.
Ti)
Neem er een, reide juffrouw Rooney,
bet ral hem zeker wel genoegen doen; al is
hy some wat ruw en onaangenaam, voor
zyne buren is hy altyd beleefd. Hy was heel
vriendelijk voor dat arme meisje, dat zich-
zelvo gedood heeft.
Denzdfdea avond en nacht wachtte ik
tevergeefs, den volgendon morgen weer, tot
twaalf uren. Toen begon ik myn dwaaltocht
weder en Sprat nam ik mee. fk liep even
myne kamers op en ging toen naar Park-lane.
Ik beeloot, om een samenkomst mot lady
Bent te vragen, zonder iets te zeggen of iet3
van hetgeen ik wist te laten blyken.
Mylady ie een weinig ongesteld en is
nog niet beneden, zeido de huisknecht. Ik
zal het aan de kamenier zeggen, want ik
denk wel; dat mylady u zal ontvangen.
De kamenier kwam workalyk eenige minuten
later beneden.
Mevrouw, zeide zjj, zal u in haar bou
doir ontvangen I Zy gevoelt zich heden niet
heel wdl, zeker door do treurigheid van
gisteren.
Ik word in lady Bonts boudoir gelaten,
een prachtig, ryk versierd vertrek.
Mylady droeg een goudachtig pluchen mor
genjapon, afgezet met kostbare kant; haar
gericht had iet3 ongerusts en neerslachtigs
maar de treurigheid van den vorigen dag
kon er wel do oorzaak van zyn. Zjj rookte
een sigaret, toen ik binnenkwam, en Btak
my twoe harer vingertoppen toe.
oy moet het my niet kwalyk nemen,
meneer, zeide zy, hot hindert u misschien,
dat u oen dame ziet rooken, maar dat is nu
eenmaal een gewoonte van my, die ik niet
kan laten; en vooral, wanneer ik wat zenuw
achtig ben, doe ik het graag.
Ik zeide dat bet my niste hinderde en dat
ik wist dat er vele dames zyn, die af en toe
eens een trekje doen.
Ik bad myn zin nog nauwelyks uitgespro
ken, toen ik op bet tafeltje, dat naaBt haar
stond, een sigarettendoos zag staan, geheel
van denzelfden vorm ai* die, welke ik gezien
had In de kamer van Jasper Byrne.
VIIL
Mgne veronderstelling wat due gegrond:
het was doodnatuurlyk, dat ik een doos, go-
lyk deze was, in lady Bente kamer vond.
En toch wae lk er zié verbluft door, dat Ik
er een oogenbhk naar zat te ataren, alsof het
een slang wae geweest. Maar in hetzelfde
oogenblik wae ik ook weder kalm.
Het is een tUmme vrouw, zeldo ik by
my zeiven. Bredie voorzag haar van deze
sigaretten. Ze rookt ze zeker reeds lang; on
wanneer se hu een andere soort bad genomen,
zou mea argwaan hebban gekregen.
Lady Bent bemerkte zeker, dat lk my niet
op myn gemak gevoelde, want zij zeide:
Ik hoop, dat u ons van morgen goed
nieuws brengt, want ik gevoel ray zoo zenuw
achtig en gedrukt.
Haar aarzelende houding bemerkende, zeide
lk: Ik kwam u slechts iets vragen.
Ga voort, zeide zy op vermoeiden toon,
alsof zy zich op eene pyniging wilde voor-
bereiden.
Ik had gaarne, dat n my eenige inlich
ting gaf, mevrouw, zeide ik, dio van bet
grootste belang is. Er is een banknoot van
tien pond gevonden in de kamer, waarin Maria
Orano zich vorgeven heeft.
"Watl riep zy uit.
Die banknoot werd aan lord Bent uit
betaald op den tweeden van deze maand.
Tot nu toe had zy gezwegen en droomerig
achterover in haar stoel gelegen. Nu ging
zy eensklaps rechtop zitten, met half geopen-
don mond en wyd opengesperde oogen.
Aan lord Bent? vroeg zy met zenuw
achtig beveade atom.
Ja, antwoordde ik. - De Bank van Enge
land heeft ze uitgegeven aan de St.-James-
bank, en daar heeft men ze weer aan lord
Bent uitgegeven. Ik hield even op, om te
zien, welke uitwerking myne mededeeling op
haar had. Met de eene hand had zy het
eatynen kussen van haro sofa beetgepakt en
kreukelde het tusschen hare vingors. Zy had
hare tanden vaat op elkander geklemd, en
zichtbaar wond zy zich op, om weerstand te
bieden aan eon aanval.
Wel, well riep zy een paar keer uit.
Ik dacht, vervolgde ik langzaam en af
gemeten, - dat 't het beste was, om aan u
te vragen, of u soms wist, door wiens tus-
echenkom3t de banknoot in de kamer van
Maria Orano zou gekomen zyn.
De aanval was raak en zy ontstelde hevig.
Zy zag my met een droevigen blik aan en
hygde naar lucht.
Ik begryp u niet, fluisterde zy oindeiyk.
Ik zal duideiyker spreken, mevrouw,
zeide ik. Ik ben het eerst by u gekomen,
omdat ik ln de eerste plaats lord Bent niet
onnoodlg wilde schokken of bedrooventen
tweede is myn doel en wil my gelooven
dat ik een leder, die by de zaak betrokkon
ie, nog zooveel mogeiyk wil trachten te ont
zien, een publieke uiteonzetting to voor
komen. Die banknoot is zonder twyfel aan
lord Beat uitgegeven. Ik herhaal myn vraag,
en ik verzoek u, om er good over na te
denken en my antwoord te geven. Zoudt u
niet lamand weten, aan wien u op den 2den
Mei een baDknoot van 10 pond hebt gegeven,
en die ze misschien aan Maria Orano heelt
gegeven?
Het vervolgde hert, dat nergens meer uit
komst ziet, zou de hondon, dio het vervolgden,
juist zóó hebben aangezien, als lady Bent
my aanzag. Ik lette op de zenuwachtige be
weging der vingers en op het hygon van
haar boezemmaar het duurde slschts oen
oogenbhk. Zy beet zich op de lippen en nam
een kloeker houding aan.
'Waarom aan my die vraag te doen?
zeide zy, mat een flauw glimlachje, dat verre
van vrooiyk was. Hoe zou ik er iets van
weten? Ik geef myn banknoten aan allerlei
msnichen I
Ik had een doel by deze ondervraging, en
het was tweevoudig. Ten eerste was het myn
zaak om te onderzoekon, of lady Bent de
medeplichtige of het slachtoffer van dien ver-
wenschten Brodie was; en ten tweede, als
zy zyn medeplichtigs was, dan moest ik myn
Malthuzer vriend uit zyn dom zelfvertrouwen
wakker schudden. Menschen, die bang wordon,
en menschen, die weten dat zy in gevaar
zyn, zyn gewooniyk onhandiger en onvoor
zichtiger dan menschen, dis zich veilig wanen
en hunne kansan kalm berekenen. Wanneer
graaf Brodie dacht, dat hy in gevaar was,
zou hy zeker trachten te ontsnappen, en hier-
door zou hy gemakkeiyk to vatten zijn.
Mevrouw, zeide ik, het spyt my, dat
gy my geeno inlichting kunt geven. Ik zal
nu lord Bont dienen te vragen om den loop
dor banknoot op te sporen. Het spyt my,
dat ik u heb moeten lastig vallen, en ik hoop,
dat u my myn ongelegen beeoek niet kwalyk
zult nemen.
Ik stond op on ging naar de deur. Zfl
volgde my met hare oogen, alsof z(j verblind
was. Zy bracht haar rechterhand langzaam
naar haar hart en de anders tastte zenuw
achtig in het rond, terwyi zy met sohorre
stem fluisterde: - Biyf, blyf nog oen oogen
blik, meneer. Ik wil zien wat of ik nog
doen kan. Ik ben wat zenuwachtig. Heb
medelyden met een arme vrouw en zooveel
geduld als u senigszios kunt bobbon.
Ik ging weder zitten.
Welnu, mevrouw, ik wacht uw ant
woord af.
(Wordt vervolgd.)