N°. 10731. A". 1895. (§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. Vrijdag 15 Februari. LEIDSCH DA&BLAD. PEIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommors f 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER AD VERTUIN TJLüiN Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootore letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Leiden, 14 Februari. De bandelsbedienden-vereeniging .Kennis is Macht" hield gisteravond in de kleine zaal van het Nutsgebouw eene vergadering, welke ook voor geïntroduceerden toegankelijk was en door den president, den heer J. C. Van der Kam, werd geopend met een woord van welkom tot de aanwezigen, die, naar hü tot zijn genoegen zag, in grooten getnle waren opgokomen. Hjj herinnerde er aan, dat het doel der vereeniging is ook door het doen houden van leziegen of voordrachten over onderwerpen, den handelsman rakende, kennis te vermeerderen of diens belangen meer in het licht te doen stellen, en aangenaam was het hem te kunnen mededeelen dat, nadat mr. H. Ph De Kanter, lid dei Tweede Kamer, in November voor de vereeniging was opgetreden, thans ook mr. Jos. Van Kaalte, uit Rotterdam, zich bereid verklaard had het onderwerp .De koopman en de particulier in rechte" voorde vergadering te behandelen. De heer Van Kaalte nam daarop het woord, doch begon met er op te wjjzeo dat by aan het woord „koopman" geen beteekenis van exclusivisme wilde gegeven zien, te minder, omdat aan het hoofd der tegenwoordige vrouwenbeweging in den lande staat een der eminentste burgers dezer gemeente. Indien die beweging aan de vrouw alleen het kiesrecht, m. a. w. meer politieke rechten wil toekennen, dan kon by dit onderwerp hier onbesproken laten, omdat het in deze vergadering niet thuis behoort. Wei daarentegen sprak hy over de ongehuwde vrouw, die onder het nu geldende recht z.i. volstrekt niet te klagen heeft, en over de zelfstandige, gehuwde koopvrouw, die souvereine in hare affaire is, zelfs niet tegenstaande het Burgeriyk Wetboek reeds van 1833 dateert en dus in het moderne licht van den tegenwoordlgen tyd herzioning eiacht. Eone daartoe benoemde Staatscommissie heeft reeds tien jaren geleden een nieuw ontwerp van het Eerste Boek daarvan inge diend, dat statig in onze boekenkasten prykt, maar aan het Tweede moet zelfs nog begon nen worden. Die commissie is dan ook te groot en de ondervinding heeft al zoo menigmaal geloerd dat groote commissies of vergaderin gen in den regel wel voel praten, maar niet vlug werken. Ook deze uit elf leden bestaande commissie is er het bewys van, terwyi de Tweede Kamer, na tien jaren geleden het ontwerp te hebben ontvangen, doet alsof het Wetboek zelf slechts zoo oud is en niet reeds ruim haar halve eeuwfeest heeft beloofdterwyi daarentegen nar. H. Van dor Hoeven, ook een Leidsch hoogleeraar, alléón was by het bewer ken van het nieuw Militair Strafwetboek, dat daarom heel spoedig by do desbetreffende vergadering van militairen kon worden inge diend. Aan de than» op touw gezette politieke vrouwenbeweging geloofde 6pr. niet te veel waarde be moeten toekennen, omdat er z. i. te voel overdryving aan ten grondslag ligt; maar aan de wel degeiyk ook by de Wet erkende koopvrouw meende hy in ieder geval bet .hoDneur aux dames" te hebben bewezen, zoodat hy vervolgens tot eenige be schouwingen over den „koopman" zeiven kon overgaan, na vooraf nog op eenige eigenaar digheden van die koopvrouw, welke by het doen barer hanoelingen als 't ware onder curateele van mijnheer haar gemaal staat, te hebben gewezen. In de eerste plaats besprak hy daarna de gyzeling, welke in sommige plaatsen, byv. te Rotterdam, wordt ten uitvoer gelegd in z. g. „huizen van bewaring", welke eigeniyk wegens hunne inrichting zelfs geen huizen kunnen genoemd worden, omdat ze aller ellendigst zyn. Verder kwam spr. op het faillissement. Failliet kan volgens de wet verklaard worden elke koopman, die ophoudt zyne schulden te betalen. Daarom blyft echter een wan- betalend particulier niet ongestraft Integendeel, deze kan onder curateele gesteld worden. Feitelijk is er tusschen een faillisse ment-verklaring en onder-curateeie stelling al heel weinig verschil. Spr. vindt het onjuist om b\j niet betaling van óón enkele rekening door een particulier dezeD failliet te doen ver klaren. Met het Kamer-lid mr. Pynappel is spr. het eens, dat de koopman en de parti culier niet op óóne lyn moetea gesteld worden. Zelfs in het op reis gaan van den een of den ander en het alsdan orde stellen op de achtergelaten zaak is een groot verschil. Al sedert jaren is er een nieuwo Faillisse ment-wet door de Staten-Generaal aangeno men. doch ze wacht nog altyd op hare invoe ring, waarvan het jaar of de datum in geen der artikelen is aangegeven. Die niouwe wet bevat wel vele verbeteringen, maar daarom moet men nu niet denkon dat ze er toe zal bydragen om ook maar éin percent meer dan vroeger uit een faillieten boodel te halen. Dit moet men dan niet wijten aan den advo caat of procureur, maar alleen daaraan, dat, waar niets is, de keizer zyn recht verliest. Na do pauze behandelde spr. den plicht van den koopman tot het houden V2n koopmans boeken, zooal6 dit door do wet wordt voor geschreven. Deze verlangt één dagboek, waarin alles, wat de zaak aangaat, wordt opgeschreven. D&ardoor hoeft men bewyskracht, nog volgons een onlangs door den Hoogen Raad gowezen arrest. Spr. hoopt echter dat dit rechtscollege het by dat óóne arrest zal laton en dat stelsel niet verder zal doorvoereo. Z.i. moet elk der door den koopman gehouden boeken bewys kracht opleveren, zooals dit vroeger het geval was. Dio drie verschillende boeken besprekende, wees spr. er echter op, dat o. a. by het copieboek verschillende vereisohten moeten in acht go- nomen worden, wil het bewyskracht aanbieden. Alleen het coplöeren van een brief kan niet voldoende worden geacht. Want wie zegt dat die brief werkeiyk is verzonden en zoo ja, of dit dan aan het juiste adres is geschied Een vereiscbte zou bet zyn, dat die brief por aan- getoekonden blief werd verzonden en dat van don geadresseerde een bewija van ontvangst worde gevraagd; maar de post laat hier to lande, wat dit betreft, nog veel te wenschen over, ovenals by het intercommunaal verkeer, gelijk spr. met een voorbeeld uit de door hem zelf opgedane ervaring, wat Italiö betreft, aan toonde. De zekerste weg is een deurwaarders- exploit, maar de meesten zien, enkel voor een brief, tegen de kosten op. Voor de wet verkeert de koopman tot het leveren van getuigenbewys in veel gunstiger omstandigheden dan de particulier, die by procedure gemeoniyk zich 6lechts op vermoe dens kan beroepen, welke dus moeiiyker te bewyzen zyn dan dit met goed gehouden boeken bet geval is. In andere landen heeft men, geiyk spr. aantoonde, verschillende manieren van hot voeren van handels-procedures. Spr. geeft echter de voorkeur aan het procos-recht door gepromoveerde rechtsgeleerden, zooals by ons. In ons land, vooral in deze provincie, duurt het proces recht evenwel lang; maar er worden eindeiyk pogingen In het weirk gestéld om het te verkorten. Ten slotte stelde spr. nog nader in het licht het verschil tusschen burgeriyke en handelszaken, om te eindigen met den raad, dat er eigeoiyk geen betere manier om zyn geld te beleggen is dan in een handels-proce dure, want dan kan men 6 of 5 pet. krygen, wat by den tegenwoordlgen lagen rente stand van 3£ of 3 pet. zeker niet te versmaden is. Niet alleen volgde op deze woorden een luid applaus, maar gedurende de geheelo voordracht, welke als eene lezing was aan gekondigd, maar dit volstrekt niet bleek, was dit reeds meermalen geschied. Bovendien bezat spr. de gave om het onder werp, dat er oogenschyniyk vry droog u tzag, zóódanig te kruiden en tovons op zulk een aangename en duidelyke wyze te bespre ken, dat by zgn auditorium gedurende twee uren voortdurend boeide. De president was daarom aller tolk, toen hy den heer Tan Kaalte voor zyno keurige, doorwrochte en leerryke rede dank zeide en de hóóp uitsprak dat, als er weer eens by hom mocht worden aangeklopt, het dan andermaal niet tevergeefs zou zyn. Iemand, die voor declamator van pro fessie wil doorgaan, moet in onze dagen, wan neer hy als zoodanig in het openbaar optroedt, om het zoo eens uit te drukken: „goed be slagen ton ys komen", wil by het niet afleggen tegen, en zelfs uitmunten boven hen, die zoo nu en dan eens voordrachten houden op foe8tvergaderingen on by andero buitengewone gelegenheden, zonder daarom „declamator"ach ter hun familienaam te schry ven of te doen plaat sen. Het aantal dezer dilettanten neemt allengs toe en daaruit ontstaat tusschen hen eene concurrentie, welke zeer ten goede komt aan het geen zy voordragen, alsook aan de wyze waarop zy dit doen. En tocheen echt declamator moot hun de baas blyven, wil het goed zyn De heer Henri M. Dekking, uit Rotterdam, declamator, die gisteravond in de Stadszaal optrad voor do talryko bezoekers van de zevende der Yolksbyoenkomsten, heeft ten volle aan dezen eisch voldaan en gevolgen daarvan waren: alleszins gerechtvaardigde bewondering der hoorderossen en hoorders over hetgeen do heer Dekking in het hoofd had, want boeken of papleren gebruikte hy niet; vol daanheid over de wyze van voordragen, met zyne heldere, buigzame stem, al was deze dan ook i iet door de geheele zaal verstaanbaar, wat echter hare schuld niet was;onverdeelde aandacht zoo welkom by eene groct^ volks vergadering, en alle kwaad, als t>yv. ongepast lachen, hinderlijk praten, voorkomende. De heer Dekking begon met de welbekende „Werkstaking* van F. Coppée, die aliyd nog boeiend is; verder droeg by voor „Het diaken huismannetje vertelt zijne historie", van Hildebrand, en Multatuli's „Een avondje by juffrouw Pieterse", zeer aantrokkelyk voor het auditorium door de qualitcit van „zoog dier" der gaston, hun door meester en hoogon meester toegekend. Na de pauze genoot men Normands „Een lastig geval"; Dekking8 „Myn eigen kamer"; Van Zuylens „Bankbreuk" cn „Goeden nacht", van Holtrop, een beste finale. Aan by val ontbrak bet den declamator niet, en terecht t Leerlingen zya geen meesters; ook de heer Dekking, leerling van Willem Van Zuylen, evenaart zyn leeraar nog niet, maar is o. i. wel reeds een go«d eind op weg om een Van Zuylen te worden. Hy doe zyn best hem eenmaal geluk te zgn 1 Er bestaat dan kans, dat by dat do^l bereikt. Hóól ver toch is hy er niet moer afl By de te Wassenaar gehouden herstem ming ter verkiezing van een lid van den Raad dier gemeente, werden uitgebracht 235 geldige stommen, waarvan 128 op den hoer H. Den Hollander Pz. en 107 op den heer L. C. KolfF, zoodat eerstgenoemde is gekozen. Tot brandmeester in de plaats van den beer A. W. Remmerswaal, dio als zoodanig ontslag heeft gevraagd, is benoemd de heer A. M. Remmerswaal, aldaar. Door bet Dagelyksch Bestuur dier gemeente is voorloopig vastgesteldhet kohier der hondenbelasting, dienst 1895, tot een bedrag van ƒ109; dat van den hoofdelyken omslag, dienst 1895, tot oen bedrag van f 3296; het suppletoir kohier van don hoofdelyken omslag, dienst 1894, tot een bedrag van f 25.00'/,. To Wassenaar heeft zich geen der lotelingen aangemeld om by de zeemilitie te dienen. Woensdagavond werd eene algeraeone vergadering gehouaen van de IJsclub „Alle- mansgeest", te Voorschoten. Nadat de waar nemende voorzitter, do heer Th. Hoppe, do vergadering had geopend, deeldo de penning meester mede, dat al de jongelui van de in richting voor voorbereidend hooger onderwys, gevestigd op den huize „Stadwyk", lid van de IJsclub waren geworden. Deze mededeeling werd met applaus begroot. Vervolgens deelde de voorzitter mede, dat do heer Arntzenius als president van de IJsclub had bedankt, om welke reden gister avond de verkiezing van een voorzitter aan de orde was gesteld. De heer YernèJe stelde voor om den heer Arntzenius, dien hy den rechten man op de rechte plaats noemde, by acclamatie als pre sident te herkiezen. Nadat de aanwezigen door applaus hunne instemming met dit voorstel hadden betuigd, verklaarde de heer Arntzenius zich weder bereid dio betrekking op zich te nemen. Staande de vergadering werd met het oog op den treurigen toestand van de kas eene collecte gehouden, welke ruim f 19 opbracht. Nadat de heer Van Kempen nog had gewezen op het misbruik, dat door eigenaars van arren van de ysbanon wordt gemaakt, en de voor zitter de verzekering had gegeven dat bet bestuur pogingen zou aanwendon om hiertegen maatregelen t'e nemen, werd de vergadering, die door een groot getal leden werd bygevrooud, gesloten. Op den ter secretarie der gemeente Alkemade ter inzage liggenden staat van de op 1°. Januari 11. in die gemeente aanwezige kinderen van 6-12 jaren, die geen lager onderwijs genoten, komen voor 91 kinderen. Wanneer men in aanmerking neemt, dat een groot deel hiervan de bewaarschool bezoekt, is het schoolverzuim in die gemeente van niet zeer groote beteekenis. In het gymnasium „St.-Willibrord", te Kat.wyk, had wederom, ODder leiding van den weleerw. pater L. A. G. De Sonnaville, do jaarlgksche „soiróe musicale" plaats. Zich het kunstgenot herinnerend, dat by vorige ge legenheden aangeboden werd, waren tal van o-rw. heeron geestelyken uit den omtrok on vole oud leerlingen samengekomen, om van do uitvoering te gonitten. Men begon met eec cantate voor ge mengd koor en orkestbegeleiding van A. Wilt- borger: „Die heilige Caecilia", een schoone compositie, waaraan een meesteriyke vertolking ton deel viel Hoe kan het ook anders, waar een dirigent als pater Do Sonnavillo de execu tanten bezielt? Bijzonder fraai klonken do solo voor sopraan (M. J. Roes): „O Jesu, Hebster Jesu mein" on het duo voor twee sopraanstem men (M. J. Roes en L. Van Ogtrop)„O, Liebo, die du mich geworbon". Het verdere gedeelte van bet programma was instrumentaal en werd gedeeltelijk uitgo. voerd door de leerlingen. Dezen brachten ton gehoore: „Andante du premier trio peur piano, violon et violoncello" (F. Mendelssohn), uitgo- voerd door H. Schultzo, A. Sohultze en J. Kraemer„Variationen über Mozart'sFi uhlings- Uod, voor vier piano's (J. Prokscb), uitgevoord door H. Scbultze, F. Roes, J. Luykx, A. Regout, W. v. Sonsbeek, J. v. Best, F. Bonte en P. Rutten; „Largo de la Sonate en Ró do Boet hoven" voor piano, clarinet, saxhorn-alto en harmonium, (J. Sachs), door J. Aarts, P. Madlener, A. Steger en J. Luykx„Tarantella" voor vier violen (J. Helmesberger), uitgevoerd door J. Ots, F. Thyssen, A. Schultzo on J. Andreoli. 't Zou ons inderdaad te ver voeren, in byzonderheden to treden. Volsta de ver melding, dat de executanten zich uitmun tend van hun taak kweten en terecht lui lo werden toegejuicht. Dit dient echter nog gezegd, dat het „andante" van Mendelssohn vooral prachtig was. Ter afwisseling van de nummers der leer lingen kwamen ook de muziekonderwijzers aan de beurt. De heer M. P. Madlener speelde I twee nummers voor violoncel: „Andante" van Het geheimzinnige doosje. Ti) Neem er een, reide juffrouw Rooney, bet ral hem zeker wel genoegen doen; al is hy some wat ruw en onaangenaam, voor zyne buren is hy altyd beleefd. Hy was heel vriendelijk voor dat arme meisje, dat zich- zelvo gedood heeft. Denzdfdea avond en nacht wachtte ik tevergeefs, den volgendon morgen weer, tot twaalf uren. Toen begon ik myn dwaaltocht weder en Sprat nam ik mee. fk liep even myne kamers op en ging toen naar Park-lane. Ik beeloot, om een samenkomst mot lady Bent te vragen, zonder iets te zeggen of iet3 van hetgeen ik wist te laten blyken. Mylady ie een weinig ongesteld en is nog niet beneden, zeido de huisknecht. Ik zal het aan de kamenier zeggen, want ik denk wel; dat mylady u zal ontvangen. De kamenier kwam workalyk eenige minuten later beneden. Mevrouw, zeide zjj, zal u in haar bou doir ontvangen I Zy gevoelt zich heden niet heel wdl, zeker door do treurigheid van gisteren. Ik word in lady Bonts boudoir gelaten, een prachtig, ryk versierd vertrek. Mylady droeg een goudachtig pluchen mor genjapon, afgezet met kostbare kant; haar gericht had iet3 ongerusts en neerslachtigs maar de treurigheid van den vorigen dag kon er wel do oorzaak van zyn. Zjj rookte een sigaret, toen ik binnenkwam, en Btak my twoe harer vingertoppen toe. oy moet het my niet kwalyk nemen, meneer, zeide zy, hot hindert u misschien, dat u oen dame ziet rooken, maar dat is nu eenmaal een gewoonte van my, die ik niet kan laten; en vooral, wanneer ik wat zenuw achtig ben, doe ik het graag. Ik zeide dat bet my niste hinderde en dat ik wist dat er vele dames zyn, die af en toe eens een trekje doen. Ik bad myn zin nog nauwelyks uitgespro ken, toen ik op bet tafeltje, dat naaBt haar stond, een sigarettendoos zag staan, geheel van denzelfden vorm ai* die, welke ik gezien had In de kamer van Jasper Byrne. VIIL Mgne veronderstelling wat due gegrond: het was doodnatuurlyk, dat ik een doos, go- lyk deze was, in lady Bente kamer vond. En toch wae lk er zié verbluft door, dat Ik er een oogenbhk naar zat te ataren, alsof het een slang wae geweest. Maar in hetzelfde oogenblik wae ik ook weder kalm. Het is een tUmme vrouw, zeldo ik by my zeiven. Bredie voorzag haar van deze sigaretten. Ze rookt ze zeker reeds lang; on wanneer se hu een andere soort bad genomen, zou mea argwaan hebban gekregen. Lady Bent bemerkte zeker, dat lk my niet op myn gemak gevoelde, want zij zeide: Ik hoop, dat u ons van morgen goed nieuws brengt, want ik gevoel ray zoo zenuw achtig en gedrukt. Haar aarzelende houding bemerkende, zeide lk: Ik kwam u slechts iets vragen. Ga voort, zeide zy op vermoeiden toon, alsof zy zich op eene pyniging wilde voor- bereiden. Ik had gaarne, dat n my eenige inlich ting gaf, mevrouw, zeide ik, dio van bet grootste belang is. Er is een banknoot van tien pond gevonden in de kamer, waarin Maria Orano zich vorgeven heeft. "Watl riep zy uit. Die banknoot werd aan lord Bent uit betaald op den tweeden van deze maand. Tot nu toe had zy gezwegen en droomerig achterover in haar stoel gelegen. Nu ging zy eensklaps rechtop zitten, met half geopen- don mond en wyd opengesperde oogen. Aan lord Bent? vroeg zy met zenuw achtig beveade atom. Ja, antwoordde ik. - De Bank van Enge land heeft ze uitgegeven aan de St.-James- bank, en daar heeft men ze weer aan lord Bent uitgegeven. Ik hield even op, om te zien, welke uitwerking myne mededeeling op haar had. Met de eene hand had zy het eatynen kussen van haro sofa beetgepakt en kreukelde het tusschen hare vingors. Zy had hare tanden vaat op elkander geklemd, en zichtbaar wond zy zich op, om weerstand te bieden aan eon aanval. Wel, well riep zy een paar keer uit. Ik dacht, vervolgde ik langzaam en af gemeten, - dat 't het beste was, om aan u te vragen, of u soms wist, door wiens tus- echenkom3t de banknoot in de kamer van Maria Orano zou gekomen zyn. De aanval was raak en zy ontstelde hevig. Zy zag my met een droevigen blik aan en hygde naar lucht. Ik begryp u niet, fluisterde zy oindeiyk. Ik zal duideiyker spreken, mevrouw, zeide ik. Ik ben het eerst by u gekomen, omdat ik ln de eerste plaats lord Bent niet onnoodlg wilde schokken of bedrooventen tweede is myn doel en wil my gelooven dat ik een leder, die by de zaak betrokkon ie, nog zooveel mogeiyk wil trachten te ont zien, een publieke uiteonzetting to voor komen. Die banknoot is zonder twyfel aan lord Beat uitgegeven. Ik herhaal myn vraag, en ik verzoek u, om er good over na te denken en my antwoord te geven. Zoudt u niet lamand weten, aan wien u op den 2den Mei een baDknoot van 10 pond hebt gegeven, en die ze misschien aan Maria Orano heelt gegeven? Het vervolgde hert, dat nergens meer uit komst ziet, zou de hondon, dio het vervolgden, juist zóó hebben aangezien, als lady Bent my aanzag. Ik lette op de zenuwachtige be weging der vingers en op het hygon van haar boezemmaar het duurde slschts oen oogenbhk. Zy beet zich op de lippen en nam een kloeker houding aan. 'Waarom aan my die vraag te doen? zeide zy, mat een flauw glimlachje, dat verre van vrooiyk was. Hoe zou ik er iets van weten? Ik geef myn banknoten aan allerlei msnichen I Ik had een doel by deze ondervraging, en het was tweevoudig. Ten eerste was het myn zaak om te onderzoekon, of lady Bent de medeplichtige of het slachtoffer van dien ver- wenschten Brodie was; en ten tweede, als zy zyn medeplichtigs was, dan moest ik myn Malthuzer vriend uit zyn dom zelfvertrouwen wakker schudden. Menschen, die bang wordon, en menschen, die weten dat zy in gevaar zyn, zyn gewooniyk onhandiger en onvoor zichtiger dan menschen, dis zich veilig wanen en hunne kansan kalm berekenen. Wanneer graaf Brodie dacht, dat hy in gevaar was, zou hy zeker trachten te ontsnappen, en hier- door zou hy gemakkeiyk to vatten zijn. Mevrouw, zeide ik, het spyt my, dat gy my geeno inlichting kunt geven. Ik zal nu lord Bont dienen te vragen om den loop dor banknoot op te sporen. Het spyt my, dat ik u heb moeten lastig vallen, en ik hoop, dat u my myn ongelegen beeoek niet kwalyk zult nemen. Ik stond op on ging naar de deur. Zfl volgde my met hare oogen, alsof z(j verblind was. Zy bracht haar rechterhand langzaam naar haar hart en de anders tastte zenuw achtig in het rond, terwyi zy met sohorre stem fluisterde: - Biyf, blyf nog oen oogen blik, meneer. Ik wil zien wat of ik nog doen kan. Ik ben wat zenuwachtig. Heb medelyden met een arme vrouw en zooveel geduld als u senigszios kunt bobbon. Ik ging weder zitten. Welnu, mevrouw, ik wacht uw ant woord af. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1