N°. 10725. Vrijdag 8 JF'etoruai'i. A0. 1895. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 7 Februari. F"euilleton. Het geheimzinnige doosje. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Oflieiëelo Kennisgevingen. Jacht cn VIssctiery. De Commieeari® der Eomngin in do provincio Zuid- bolland, Gezien bet besluit van de Gedeputeerde Staten Van den 29eten Janunri 1895, No. CO; Gelet op art. 11 der wet van den 13den Juni 1857 (Staatsblad No. 87); BreDgt ter kennis van belanghebbenden, dat bij voornoemd beeluit door de Gedeputotrdo Staten ie bepaald; lo. dat de uitoefening der jachten op waterwild, opgenoemd in art. 16, lilt. d. f e i h, der wet van den 13don Juni 1857 (Staatsblad No. 87) wordt ge sloten op Zaterdag den lSden April aanstaande; 2o. dat deuitotf niug van het weiaptl van kwartelen me: steekgaren of /liegnot (art. 15, litt. t derboven- genoe.i de wet) is toegelaten van den 25aten April aanstaaude tot en met den 4den Juli daaraaDvolgoudo, doch dat bet vliegnet in geen geval tot bet tiraeecoren van kwartelen mag worden gebruikt; 3o. dat de vissohenj in de binnenwateren, waar onder ook worden verstaan rivieren, door sluizen afgesloten, zal zijn gedoten van den 15den Maart aanstaande tot en met den Slaton Met daaraanvol gende, met uitzondering: a. van de vieschirij door middel van faiken, aal soharen, aalkorveu, dobbers en door pouren naar aal en paling; bv&n de visscberb met de gebbe om kleine vischjes te scheppen tot aas voor dobbers; 4o. dat bet neeohen met kuilnetten, waaronder ook behooren ankerkuilen en etaalboomen, van den laten ▲.pril aanstaande tot den 15den Juni daaraauvolgende is verboden; 5o. dat de kooiliedon bunue kooieenden in ditjaur tnoeteu opaloiton of opbokken van den 2den Juli tot de opening der j oht op waterwild. En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt, worden afgekondigd on aangoplukt, waar zulks te doen ge bruikelijk is, alsmede in het Provinciaal Blad en in de Nederlandscbo Staatscourant worden geplaatst. 's-Gravenhago, den lsteu Februari 1895. De Commissaris der Koningin voornoemd, FOOK. Morgen, Vrijdag 8 Februari, des namiddags te twee uren, zal de rector-magnificus mr P. A. Van der Lith, ter plechtige viering van den 320sten verjaardag der stichting van de Leidscbe Hoogeschool, eene redevoering houden in bec groot auditorium van het academiegebouw, waartoe alle belangstellenden worden uitgenoodigd. De tentoonstelling van werken, door wijlen onzen stadgenoot den kunstschilder J. B. Tom vervaardigd, is heden in de Laken hal in gereedheid gebracht en wordt morgen geopend. Tot en met Zondag a. s. blijven daar ook nog de beide portretten van "Willem I en Willem II (door Kruseman) geëxposeerd. Voor de tentoonstelling Tom hebben onze atadgenooten de heeren P. J. De Wilde, F. G. De Wilde, R. De Wilde Rz., P. Zillesen en C. Goekoop Az. schiideriJen en studies afge staan Ook de heeren Hendriks en Couvéo (Koninklijke Bazaar) in Den Haag werden bereid gevonden hunne medewerking te ver- leenen. Vermoedelijk dat, na afloop van deze expo sitie, er eene komt van schilderijen, teeke- ningen en studies van den Franschen artist H. G. Ibels, te Parijs. De heer C. J. Leendertz heeft op z|jn populair geschrift over Lombok een ander over „Bali en de Balineezen" laten volgen. Met recht mag de heer Leendertz veronder stellen, gelijk hjj in zijn voorbericht doet, dat de belangstelling in het stamland der Lom- boksche Balineezen toegenomen is. Echter niet om de reden, die hij opgeeft. „Ten ge volge der jongste gebeurtenissen op Lombok is, met de verbanning van den vorst en de geheele vorstelijke familie, Karang-Asem op Bali een vazalstaat geworden van onze Regee ring. De belangstellingis daardoor van zelf zeer toegenomen Van eene ver banning van den vorst van Lombok en van de geheele vorstelijke familie is ons niets bekend, en Karang Asem is op dit oogenblik, na „de jongste gebeurtenissen," nog op dezelfde wtyEe vazalstaat van Nederland als het dat vóór die gebeurtenissen was, echter niet van onze Regeering. Maar na den oorlog stellen wij belang in de Balineezen, dat is zeker, en wie nu geen tijd of lust heeft om weten schappelijke werken over Bali na te slaan „Bali angka," de schoot der helden, heet het in de oude gedichten, en voorwaar, het is een land van b a 1 i's, van helden geworden die vindt in de 65 bladzijden van dit geschrift bet „een en ander over land en volk." Daar staan merkwaardige dingen in te lezen, en de heer Leendertz verstaat de kunst van vertellen. Het is verschenen by de firma C. Kooyker (J. C. Huysman Jr.), te Leiden. (N. R. G.) —.Het getal ingeschrevenen voor de nationale militie, lichting 1896, der gemeente Voorscho ten bedraagt 16, die allen kunnen lezen en schrijven. Van de lotelingen der lichting van dit jaar heeft zich niemand voor de zeemilitie aangegeven. De verschillende inrichtingen voor L. O. en M. U. L. O. in de gemeente Voorschoten telden op 1 Jan. 1895 het volgende getal leerlingen Openb. school in het dorp 147 j. en 122 m. Id. a/d. Rijndijk 45 41 Bjjz. Chr. school 44 39 R.-K. pensionaat „Bijdorp". 39 Kostschool „Berenstein" 20 12 jongens en 13 meisjes genoten geen lager onderwijs. Hiervan bezochten 6 j. en 6 m. de bewaarschool en 1 j. eene inrichting voor Hooger Onderwijs. Gedurende het jaar 1894 zijn uit de gemeente Zegwaard vertrokken 178 personen, aldaar overleden ?4, tezamen 212; ingekomen 140, geboren 51, te zamen 191 personen. Alzoo is de gemeente Zegwaard verminderd met 17 personen. Het aantal gesloten huwe lijken bedraagt 9. Voor de lichting van de Nationale Militie voor 1896 hebben zich in die gemeente 22 lotelingen aangegeven. Benoemd is tot gemeente-bode te Zoeter- woude do heer C. Slootweg. Op den lsten Januari laatstleden waren in do gemeente Benthuizen aanwezig 97 kinderen tusschen de 6 en 12 jaren. Daarvan volgden er 86 de lessen op de openbare lagere school. Van de overige 11 bezoeken er 6 een school buiten de gemeente, terwijl 6 kinderen in het geheel geen onderwijs genieten. Het aantal ingeschrevenen voor de natio nale militie in de gemeente Benthuizen voor de lichting 1896 bedraagt 10. Het bal, Dinsdag avond door baron Van Hardenbroek, opperkamerheer van H. M. de Koningin, en zyne gade, baronesse Van Har denbroek, grootmeesteres van H. M. de Koningin Regentes, ten hunnen huize te 's-Gra- venbage gegeven, werd door H. M. de Koningin- Regentes voor een gedeelte bijgewoond. Hare Majesteit verscheen omstreeks kwart over tienen. Zij werd aan den ingang van de marquise door den gastheer zeiven ont vangen, terwijl in de vestibule ter weerszijden livreiknechten met brandende kaarsen in zilveren candelabers geschaard stonden. Hare Majesteit, die vergezeld was van twee dames en arie heeren van Haar gevolg, was gekleed in donker toilet met laDgen sloep. Bijna een uur bleef Hare Majesteit op deze avondpartij, waarna Haar even over elf uren op dezelfde wijze, als waarop zy ontvangen was uitgeleide werd gedaan. Het bal werd door ongeveer honderd vyftig genoodigden bezocht, onder wie bijna alle hoofden van vreemde mission, o. a. de gezanten van Frankrijk, Oostenrijk, Italic, Spanje, België, de internuntius; voorts vele ministers en verdere burgerlijke en militaire autoriteiten, o. a. de burgemeester der residentie, mr. Roest; de meesten met hunne dames, die in prachtige balkleeding waren. Omstreeks óón uur des nachts nam het feest een einde. Dinsdag 12 Februari a. s. zal, by genoeg zame deelneming, in den „Haagschen Kunst kring" (Buitenhof, hoek Passage) het „Theatre de l'Oeuvre" onder directie van Lugné Poe eene voorstelling geven. Opgevoerd zullen dan worden „La Gardienne" van De Regnier, „l'Araignée de Cristal" van Rachilde en „La peur des coups" van Courteline. Het is nu ongeveer zeven jaren ge leden, dat de „royal hand bell-ringers" of klokkenspelers voor het laatst ons land be zochten en toen in verschillende plaatsen met veel genoegen werden gehoord. Thans hebben zy het plan opgevat, weder gedurende eenigen tijd in ons land hunne muziek te doen hooren en de voornaamste plaatsen te bezoeken. Hoewel deze klokkenspelers geene vreemdelingen voor vele Nederlanders zijn, komt het toch niet ondienstig voor, eeüige mededeelingen omtrent hen én hunne muziek te doen, nu wij a. s. Zatordag weder de ge legenheid hebben hen te hooren. (Don 2den Februari zijn zij uit Engeland overgekomen, en traden reeds dien dag te Middelburg op). Oorspronkelijk, in 1866, waren de drie heeren, die van het begin aan deel hebben uit gemaakt van het tegenwoordig vijftal, jonge menschen, in Londen op verschillende kantoren werkzaam, begaafd met muzikalen aanleg en lid eener christelijke vereeniging van jonge mannen. De tegenwoordige directeur, de heer Duncan S. Miller, hield ontzaglijk van klokken, zóó zelfs, dat hij in zfin geboorteplaats Norwich reeds als jongen on later als jonge man het carillon van deD kerktoren bespeelde. Hij kreeg toen eenige kleine klokken thuis en was gewoon daarmede muziek te maken. Later in Londen gekomen zijnde, kwam hij daar in de christelijke vereeniging voor jonge mannen, ontmoette vrienden, en met hun drieën of vieren jongelui gingen zij voor amusement met verschillende klokken spelen, en leerden allengs 2 of 3 kleine stukjes. Dit nam toe en weldra werd het gezelschap uit genoodigd om op verschillende plaatsen in de nabuurschap van Londen te komen helpen tot aanvulling van feestprogramma's in zuster verenigingen. Het aantal klokken nam voort durend toe, maar eveneens vermeerderden de uilDoodigingen zoodanig, dat ze hinderlijk werden voor de overige werkzaamheden. Ze moesten nu kiezen tusschen hun beroep en deze liefhebberij, en besloten toen deze laatste tot bun beroep te maken. Het aantal klokken nam nog steeds toe en de studie werd toen ernstiger. In 1868 bezochten de klokkenspelers voor het eerst ons land, uitgenoodigd door ds. Adama van Scheltema, en kwamen daarna nog driemaal. Zy reisden eveneens zesmaal door Amerika, viermaal door Zweden en Noor wegen, door Frankrijk en België, en zijn thans uitgenoodigd om in de maand Augustus van dit jaar to Grindelwald (Zwitserland) op te treden, ter gelegenheid van hot aldaar te hou den congres van christel. kerkgenootschappen. Steeds werd op hunne tochten door de klokkenspelers het systeem gevolgd, om eene bate op te leveren voor eenig philanthropiscb, sociaal of godsdienstig werk, in het land, dat zij bezochten. Aan hun beginsel getrouw, zol ditmaal een gedeelte van de opbrengst hunner rondreis komen ten voordeele van den arbeid ónder jonge menschen, welke te 's-Gravenhage door de christelijke vereeniging van jonge mannen wordt ondernomen, terwyl voor Rotterdam eeue uitzondering is gemaakt en bet beschik baar gestelde gedeelte komt aan de plaatse lijke christel. jongeliDgs vereeniging „Obadja". Merkwaardig is het zeker, dat de bedoelde heeren er in den aanvang nooit van gedroomd hebben, dat de spelende bezigheid hunner jeugd zich zou ontwikkelen tot die volmaakte kunst, waarvan zij thans door oefening en toewijding meester zijn gewordon. Als bewijs van de algemeene belangstelling, die zij ondervinden, mag wel het feit genoemd worden, dat zy meermalen voor hunne eigen Koningin mochten optreden; voor den koning van Denemarken, van Zweden en Noorwegen, van België en voor den pas overleden czaar van Rusland. Musici van den eersten rang hebben ten zeerste hun spel geroemd. Met de 131 klokken brengen zjj zeer har monieuze muziek voort, terwijl de hanteering van die instrumenten van allerlei grootte en zwaarte van dengene, die de kleinere klokken bespeelt, eene bijzondere vlugheid en behen digheid vordert, en van hem, die de grootste in beweging brengt, bijzondere kracht en ge oefendheid in de armen en polsen. Het ging gisteren in den Haarlemscben Gemeenteraad rumoeriger toe dan gewoonlijk. Aan de orde was het rapport der commissie van enquête naar het gebeurde met den bouw van het Brongebouw in het Frederikspark, en de conclusie daarvan luidde, dat hoewel niet alles is opgehelderd en meer licht wen- schelijk zou zijn geweest, is gebleken dat van het voor de rooiing aangegeven punt is afgeweken, doch dat de bewering, dat dit zou zijn geschied in overleg met de gemeente ambtenaren en met den heer Zocher, niet nader is gestaafd. Door de raadsleden Sneltjes en Stolp was nu twee dagen vóór de zitting de volgende motie ingediend De Raad, gezien en overwegende enz., besluit; lo. het rapport der commissie ad hoe voor kennisgeving aan te nemen en den leden dank te zeggen voor de groote moeite, die zij zich voor aeze zaak hebben gegeven; 2o. te verklaren dat alle in deze zaak be trokken personen door de openbare behandeling reeds voldoende zijn gestraft; 3o. iri te trekkeu dat gedeelte van het besluit van 24 October 1894 No. 5, waarbij een boete van 1000 was opgelegd; 4o. aan de Maatschappij tot exploitatie van Staalwaterbronnen „Wiihelminabron" alhier, de reeds gestorte ƒ1000 terug te geven. De eerste alinea werd eenparig aangenomen, maar over de tweede werd lang gediscussieerd. Sommigen zagen in het woord „alle" toch meer een verwijt voor de gemeente ambtena ren, en de heer Lodewyks stelde voor, dat woord te vervangen door de namen der archi tecten Van der Steur en Van den Arend. Hierop kwam de heer Stolp met de ver klaring, dat zijne intieme overtuiging was dat de hoofdopzichter de heer Michielse wel dege lijk van de afwijking geweten en gezwegen had, toen (spreken plicht was. De heeren 't Hooft en Macaró en ten slotte ook de voorz. kwamen hiertegen op; laatstgenoemde voegdo den spreker toe, dat men met zulke beschul digingen niet komt, of men moet ze bewyzon. Punt 2 volgens den heer Lodewtjks en later volgens de voorstellers werd met groote meerderheid verworpen. Daarna met 17 tegen 11 stemmen punt 3, waardoor punt 4 verviel. Iedereen is te Haarlem blij, dat deze onaan gename historie nu eindelijk van de baan is, hoewel velen een ander einde hadden ge- wenscht. Besloten werd het woonhuis van den direc teur der Koogere Burgerschool met 5-j. c. bij het schoolgebouw te trekken cn daarvoor in te richten. De directeur krijgt 600 voor huishuur en ƒ500 ineens voor verhuiskosten. De leeraar in de Duitsche taal aan die school A. H. Günther kreeg in het belang van 't onder wijs, buiten de organieke regeling der jaar wedden om, een verhooging van traktement van ƒ2000 tot 2400. Te Nijmegen is overleden jhr. J. H. Hora Siccama, oud-assistent-resident op Java. Naar wfi vernemen i6 door de directie der Stoomvaartmaatschappij „Zeeland" aan Nederlandsche schilders samenwerking ver zocht voor versiering van de salons van do in aanbouw zijnde drie nieuwo stoomschepen met hunne schilderijen. De Hollandsche kunst zal dus zonder twijfel in die salons ruim ver tegenwoordigd zijn, (Hbl.) De luit.-kolonel W. J. Arriëns, van het 88te reg. infanterie, heeft zijn eervol ontslag uit den dienst met pensioen verzocht. AmliCrt 16) Na het vóór en tegen overlegd te hebben, besloot ik ten minste eenige dagen mijn intrek te nemen in Jamesstreet, Bedford Row no. 132. Ik keerde terug naar Cravenatreet an pakte in mfin oud3te valies eenige zaken, die ik dagelijks noodig had. Sprat zag my treurig aan, terwyi ik in de kamer heen en weer ging; eindelyk sprong hy op tafel en zag my ouderzoekend aan. Hy zeide zoo dui delijk hy kon: „Laat my als je blieft niet weer alleen." Ik streelde hem en hy was vriendeiyk, alsof hy ray jarenlang gekend had. Ik lichtte Wheat9rby aangaande alles in, nam Sprat onder myn arm, sprong in een huurrytuig, gaf myn valies aan den koetsier en reed naar Holborn. Ik geloof dat ik zeer in de achting van juffrouw Rooney steeg, toen zy my in een rytuig zag komen. Myn valies was niet zwaar, maar daar ik Sprat onder myn arm bad, deed ik, al3of 't dragen er van my moeilijk viel. Ik had iets medegebracht, waardoor ik wist dat ik 't hart van de dames van de soort, waartos ook uLouw Rooney behoorde, kon winnen. Ik had oven stilgehouden by een herberg en had een flesch van de beste jenever medegebracht. - Kom even binnen, meneerhoe heet u ook weer? zeide juffrouw Rooney, terwijl xy haar kamerdeur opende, toen zy bemerkte boe moeilijk het my viel om 50 pond op te lichten. Rust u hier even wat uit, dan zal ik uw valies boven brengen. Wat heeft u een aardig hondje l Dat was juist wat ik verlangde I Ik trad de zitkamer binnen en ging in een gebrek- kigen armstoel zitten; Sprat sprong terstond op de tafel en zat, terwyi hy zijn kop een weinig schuin hield, juffrouw Rooney stil aan te zien. De vrouw wilde hem streelen, maar Sprat onttrok zich aan de lief koozingjuffrouw Rooney'a adem riekte sterk naar uien, en Sprat stond dit zeker tegen. Ik heet Grant en gy kunt dit zeker wel onthouden; er kunnen een3 brieven voor my komen, zeide ik. Zeker, meneer Grant, antwoordde de vrouw, grinnikend en buigend. Ik denk dat wy het best samen kunnen vinden. Ik wenschte by myzelf dat dat ge noegen maar kort mocht zyn, maar ik zeide: Ik hoop het ook, juffrouw; ik zal u weinig moeite geven, want zelfs wanneer ik thuis aan 't werk ben, zult gy my zelden hooren. En wat voor zaken heeft u, meneer? vroeg zy met een honigzoet lachje. Byna al de heeren, die hier wonen, hebben zaken in de City. Heeft u ze ook in do City? Neen, zeide ik droogjes, ik verdien den kost met papier te bekladden. Wat bedoelt u daarmede vroeg de vrouw. Ik ben een 8ch9tsteekenaar, en verschei dene van myn schetsen hebben de eer ge noten, om in bladen van ernstigen en vroo- lyken aard uitgegeven te zyn. Ik had twee of drie schetsjes in een boekje en liet baar die zien. O, dat is heel mooil Heeft u ze zelf getoekend? En betalen ze u nu daarvoor? De critiek, die juffrouw Rooney over myne artistieke pogingon uitsprak, was niet zeer vloiend, maar oprecht gemeend. Ja, zeide ik. Het klinkt misschien vreemd, maar men betaalt my hiervoor. Het is erg warm, vervolgde ik, en ik heb dorst. Ik zag de kamer eens rond. Gy hebt niet een druppeltje? vroeg ik. Geen droppel, wanneer u ten minste iets van sterken drank bedoelt, zeide juffrouw Rooney. Soms neem ik wel e9ns iets, maar dat doe ik voor myn borst en lever; de dokter zegt, dat ik minstens ééns per dag zoo iets gebruiken moet. Maar ik heb 't zoo arm ge had in den laatsten tyd, en dan is myn man al tien jaar dood en moet ik zeven kiDderen onderhouden, waaronder er één kreupel is. Ik was bevreesd dat zy nog verder door zou gaan met 't verslag van hare ellende, en daarom haalde ik de flesch uit myn zak. Ik heb dit maar medegebracht, juffrouw, zeide ik, want myn dokter heeft my ook aangeraden, dat ik eiken dag iets moet ge bruiken, en als gy nu twee glazen en een karaf water kunt krygen Ik heb altyd frisch water, gefiltreerd water, en ik zal zorgen, dat de karaf in uw kamer altyd gevuld is. Als u een oogenblikje wilt wachten, ben ik in een ommezien terug. Juffrouw Rooney verdween en kwam spoe dig weder terug met twee glazen en een aarden kan met water. De flesch word ge opend en ik zeide tot de vrouw, dat zy zich zelf maar moest inschenkenzy deed het, en drie vierde van baar gla3 vulde z(j enkel met 't geestrijk vocht en 't restje met water aan. Ik had haar doen nauwkeurig gadegeslagen en kon een glimlach niet onderdrukken. Ik hoop, zeide ik, dat myn naaste buur man een stil man is? De vrouw smakte met hare lippen, ledigde haar glas en keek met begeenge blikken naar de flesch. O, gy bedoelt meneer Byrtel 't Ia geen kwaad mensch, antwoordde zy, en knap is hy ook, zegt men. Hy is altyd bezig mot iets uit te viuden. Hy zegt dat hy daardoor rijk zal worden, maar daar gebeurt niets vau. Als ik de kamer eens ga schoonmaken, dan ia zy vol met allerlei dingen: met stukken van een klok, met sloten en allerlei vreemde zaken. Meneer Byrne was dus een practisch uit vinder. Dat was een mededeoling om party van te trokken. Vul uw glas nog eens, juffrouw, zeide ik, terwyl ik de flesch naar haar toe schoof. Geneer je niet; het is de beste jenever, die er is, en 't ia goed voor borst en lever. Juffrouw Rooney liet zich dit geen twee maal zeggen. Ik heb in den tyd, dat ik hier beu, van al wat hier gebeurde gelezen, vervolgde ik, terwyl de dame het wat benauwd kreeg door den invloed van de „levermedicyn" en zich met haar schort lucht toewaaide. Ik heb do bladen opzettelijk gekocht. Dat meisjo moet veel ellende hebben gehad. Kunt gy eenigszin8 begrypen, waarom of zy zich ver giftigd heeft? Neen, in 't geheel niet, antwoordde juf frouw Rooney op heeschen toon. Ik kan niet begrijpen, waarom zy zich van 't loven benam- zy was zoo jong 011 zoo mooi. Was er niet een liefdesgeschiedenis by in 't spel? vroeg ik. Kwam niemand haar eens opzoeken? Geen mensch, geen levende ziel 1 Geen heer? Geen beer, geen dame, geen kind. Hoe is zy by u gekomen? Dooi wie werd u haar aanbevolen? Zoover als ik weet door niemand; ik denk dat het deftige aanzien vari myn huis aanbeveling genoeg was. Zy kwam hier naai kamers zien, juist zooals u en ieder ander doet, en het spyt my, dat zy zich van 't leven benam. 't Werd hoe langer hoe geheimzinniger. Ik moet u een vreemde vraag doen, juffrouw, maar weet u ook of zy rookte? Rooken l gilde de juffrouw haast. Dat arme kind rooken? Weineen, natuuriyk niet. Waarom zou ze gerookt hebben? Het was juist, alsof de kamer er naar rook, zeide Ik. Maar ik kan my vergist hebben. U heeft u zeker vergist. Ik weet heel zeker, dat zy nooit tabak heeft aaugeraakt. Dan had ik het geradener was een heer op de kamer geweest, een heer, die Turksche tabak rookte en Buède-handschoenen droeg! Wordt vervolgd:-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1