N°. 10720.
Zaterdag 3 Februari.
A0.189 5.
!§eze (gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 1 Februari.
F1 euilleton.
Het geheimzinnige doosje.
7)
LEIDSCH
DA&BIAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leidon per 3 maanden. i f 1.10.
Franco per post 1-40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootero
lettors naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
De tentoonstel] n? Melchers, Doudelet Tous-
saint in de Kunstzaal van het Stedelijk
Museum alhier wordt Zaterdag 2 Februari te
drie uren gesloten.
Zondag 3 Februari en een paar volgendo
dagen zullen er twee portretten worden ge-
exposeerd van de hand van den befaamden
kunstschilder Kruseman. Het zijn de goed-
geiykende beeltenissen van onze vorsten
Willem I en Willem II. De heer J. Kruseman,
te Lisse, heeft de welwillendheid gehad deze
doeken voor dit doel tijdelijk af te staan.
Kort daarop zal de tentoonstelling van
werken van den Leidschen veeschilder Tom
in gereedheid worden gebracht, die een goed
overzicht van het werk van dezen artist zal
geven, doordat verschillende stadgenooten en
ook een paar particulieren te 's Gravenhage
schilderden zullen afstaan.
In den foyer van de Stadszaal werd gister
avond de algemeene leden-vergadering der
3 October-Yereeniging gehouden, welke anders
altyd in de maand December plaats had.
De eere-voorzitter, burgemeester F. Was, als
mede de bestuursleden S. B. Vos en Abr.
Corts, waren afwezig; de heer Was woonde
eene andere vergadering by en de heer Vos
was uitstedig.
Nadat de voorzitter, de heer N. Brouwer,
ofschoon dan ook niet bekend met den aard
der acustiek van den foyer, den aanwezigen
verzocht had minder verspreid en meer vooraan
in de zaal te gaan zitten, werden de notulen
der vorige algemeene ledenvergadering door
den secretaris, den heer Felix Driessen, ge
lezen en zonder op- of aanmerking goedgekeurd.
De voorzitter deelde vervolgons de roden
mede waarom deze vergadering eerst nu werd
belegd en niet als andere jaren in December.
Die reden ligt in de beken.de veranderde ver
houding der Vereeniging tot de gemeente,
welke haar voortaan jaarlijks achthonderd in
plaats van vierhonderd gulden subsidie zal
verleenen, maar dan ook niet meer behulpzaam
zal z(jn met werklieden, materiöel, enz. Het
besluit omtrent die verandering bracht vertra
ging teweeg in het vaststellen der rekening
en verantwoording, waardoor ook de commis
sie van controle eerst later dan anders han
delend kon optreden en eeno latere belegging
der vergadering noodzakelijk werd, hoewel
daardoor geene inbreuk is gemaakt op het
reglement, dat immers zegt dat deze vorga-
dering „zoo mogelijk" in December moet belegd
worden.
Door dsn secretaris werd alsnu mededeeling
gedaan van een ingekomen schryvori van den
heer M. T. Uljee, van „Vondelboven", waarbij
hy der Vereeniging het kosteloos gebruik zyner
zaal met verlichting en verwarming aanbiedt
voor vergaderingen, enz. en verzocht dit
schrijven te brengen ter kennisso van de leden.
Dit schrijven werd voor kennisgeving aan
genomen, aangezien de.,-Vereeniging nu ook
kosteloos van een gemeente zaal met ver
warming en licht gebruik'mag maken.
Aan de beurt van aftreding als leden des
bestuurs waren de heeren N. Brouwer en S. B.
Vos, die dadelijk herkiesbaar waren, terwijl
de heer H. Paul, gemeente architect, uit
Int bestuur wenschte te treden wegens de
veranderde verhouding tusschen Vereeniging
en gemeente.
Het bestuur stelde nu in deze vacaturen
de volgende dubbeltallen voor: lo. vacature
N. Brouwer, de heeren N. Brouwer en P.
Alma Lzn; 2o. vacature S. B. Vos, de heeren
S. B. Vos en S. Thors3o. vacature H. Paul,
de heeren dr. P. H. Damstó en dr. A. W.
Kroon Jr.
Tot stemopnemers werden door het be
stuur aangewezen de heeren C. C. Tieleman
(bestuurslid), A. J. Corts en Jan Hogenkamp.
De laatste bracht rapport omtrent de stem
ming uit. Er waren ingeleverd 37 biljetten.
Herkozen waren de heeren N. Brouwer met
36 en S. B. Vos met 25 stemmen en ge
kozen dr. P. H. Damstó met 20 stemmen.
De heeren Alma, Thors en Kroon bekwamen
respectievelijk 4, 6 en 17 stemmen. De heer
Brouwer verklaarde zich bereid de benoeming
te aanvaarden, dankende voor het hernieuwde
vertrouwen (applaus). Den anderen heeren zal
kennis gegeven worden van hunne benoeming.
Nadat de heer Hartevelt namens oe com
missie van contröle een voor den penning
meester, den heer J. Goedeljee, zeer vleiend
getuigenis had afgelegd omtrent diens geldelijk
beheer, ging deze over tot mededeeling van
de volgende cijfers:
Ontvangsten:
Saldo van 1893 541.975
Rente van 189334.08
2282 leden ad ƒ12282.00
140 donateurs ad 2.50 350.00
Vrijwillige bijdragen t 10.50
Dames- en kinderkaarten. 261.00
Entróo „Zomerzorg"513.50
Inschrijving uitgave Feestwijzer 42.75
Pacht Van Ingen Schenau p 27.00
Toelage gemeente 400.00
f 4462.805
Uitgav en
Uitdeelingf 1215.79
Muziek455.15
Vuurwerk800.05
Gasfabriek332.45
Prijzen harddraverij en versierde
paarden210.00
Militairen en politie112.60
Drukwerk118.65
Verschillende uitgaven 469.905
AdvertentiénB 99.75
Loonen en diversea312.016
Saldo in kas836.44®
f 4462.805
Èn de commissie van contrdle èn den heer
Goedeljee werd door den voorzitter dank ge
zegd voor hunne bemoeiingen, evenals den
secretaris voor zijn nauwkeurig en opgewekt
jaarverslag, alle welke dankbetuigingen door
applaus werden gevolgd.
Uit dat jaarverslag bleek o. m. dat alle
Amorikaansche donateurs als zoodanig hebben
bedankt. Op eene vraag van den heer Moquette
naar de aanleiding van dit bedanken, ant
woordde de voorzitter dat dit hoofdzakelijk
zjjn oorzaak heeft in de opheffing der „Holland-
Society" te Nieuw-York, waarvan die donateurs
lid waren. Er gingen er reeds successievelijk
af, maar nu gesch edde dit in massa. De voor
zitter hoopte evenwel dat het eere-Ud der
Vereeniging, de beer Van Siclen, de belangen
der Vereeniging aan gene zijde van den Oceaan
zal blfiven bbhartigen.
De voorzitter wees er ook nog op dat vele
Leidsche donateurs bedanken of gowoon lid
worden, iets, dat voor de kas der Vereeniging
schadelijk is. Er zullen dan ook weer van het
bestuur pogingen uitgaan om het ledental te
versterken en de heer Brouwer wekte op tot
medewerking aan dien arbeid vergrooting van
lodental, te meer, daar door de veranderde
verhouding mot de gemeente de 3-October-
Vereeniging er finantiëel niet op zal voor
uitgaan.
Toch laten we, zeide de voorzitter, den moed
niet zakken, maar rekenen op eene opgewekte
tiendo viering van Leidens Ontzet door de
3-October-Vereeniging.
Daarna sloot hy de vergadering.
In de kleino Nutszaal alhier had de door
de Leidscho "Wielrijders-vereeniging All Right"
aangekondigde lezing plaats van den heer
Carl Corvey, uit Amsterdam. Een tamelijk
talryk auditorium, waaronder zelfs het dage-
lijksch en algemeen bestuur van den A. N. W. B.
en het bestuur derL W. V. vertegenwoordigd
waren, werd door den voorzitter te halfnegen
welkom geheeten.
Het onderwerp: „De reorganisatie in den
A. N. W.B.", heeft de heer Corvey boeiend
ingeleid. Hy kwam hoofdzakeiyk op tegen de
toekenning van honorarium aan de ledon van
het Dagelijksch Bestuur en wenschto de afdeo-
lingon van den Bond een meer zelfstandig
bestuur te geven; terwjjl hy yverig bepleitte
de instelling van publieke tribunes b(j de
vergaderingen van het algemeen healuur, of,
zoo' men dit niet wilde, die vergaderingen
althans toegankolyk te stellen voor bondsleden.
Een langdurig applaus volgde op deze woor
den, schoon van vorm en aangenaam gesproken.
Na eeno kleine pauze opendo de voorzitter
het debat. Reeds dadeiyk vroeg de heer Frans
Netscher, hoofdredacteur van het Bondsorgaan
„De Kampioen", het woord en weerlegde vele
door don heer Corvey aangevoerde gronden.
Deze laatste diende echter wederom van repliek
en toonde met vele voorbeelden de deugdelijk
heid zyner stellingen aan.
Daar do tyd echter met rassche schreden
verstreek, werd het aangenaam govoerdo debat
te kwart voor elven door den vöorz'itfer'go-
sloten. „AU Right" verdient den dank voor
de propaganda, die zy, als zoovele malen,
wederom voor de wielersport en den Bond
in onzo go& gemeente gemaakt heeft.
Op do a. s. Kunstbeschouwing, die op
20 Februari is vastgesteld, zal o. a. worden
tentoongesteld „Oh Grave, where is thy
victory" van Jan Toorop.
Ook van Japansche en Chineesche teeken
kunst zullen enkele voorbeelden aanwezig zyn.
De geheelo collectie behoort aan den heer Hiddo
Nyland, te Dordrecht.
Bij de Leidscho Spaarbank werd in de
maand Januari ingelegd ƒ51,457.06® en terug
betaald 48,577.58, terwijl zyn afgegeven
115 nieuwe en geheel afgelost 67 boekjes.
Hetgezamenlyk tegoed der 10221 deelhebbers
bedroeg einde Januari f 1,887,433.95s, behou
dens de te kapitaliseeren rente.
De rijksveldwachter-jachtopziener M.
Koning, te Alkemade, is aangesteld tot rtfks-
veldwachter en verplaatst naar Amsterdam,
met 9 Febr. a. s.
Indien nu de grensregeling tusschen
Amsterdam en Nieuwer-Amstel doorgaat,
zullen ruim 25,000 inwoners, 1900 kiezers
en 1150 hectaren grond by Amsterdam wor
den gevoegd. Nieuwer-Amstel zal dan 5000
inwoners tellen met ongeveer 300 kiezers,
die vermoedelyk voor de Tweede Kamer-ver
kiezingen b(j Haarlemmermeer gevoegd zullèn
worden en voor de Staten-verkiezing mot
Ouder-Amstel, Aalsmeer en Sloten voortaan
slechts- éón lid zullen te kiezen hebben.
Te Oude "Wetering heeft dezer dagen oen
adres aan den gemeenteraad gecirculeerd, van
vele handteekeningen voorzien, verzoekende
den aankoop door de gemeente Alkemade van
hot publiek te verkoopen pont en schuitenveer
aan het Noordeinde aldaar, in bod gebracht
door L. L Kreling op ƒ5000.
Door de Regeering zyn by de Tweede
Kamer ingediend twee wetsvoorstellen tot be
krachtiging van provinciale heffingen in Fries
land van kanaal- en andere gelden op de
Opsterlandsche en Ooststellingwerfsche Com
pagnonsvaart of Appelschastorvaart en op het
Tjongerkanaal en de Beneden-Tjonger c. a.
By de voortzetting in do Eerste Kamer
van de algemeene beschouwingen over de
Staatsbogrooting voor 1895 wildo de heer
Fransen van de Putte dat door eene speciale
wet aan het bestaande conflict tusschen de
provincie Zuid Holland en Delfland omtrent
do zeewering te Scheveningen een eind werd
gemaakt, waarby Delfland verplicht werd te
doen wat het moet en dat overigons een
leening worde bevolen voor een bazaltmuur
van 1200 meter, kostende l'/2 millioen, waar
van renten en aflossing moeten gedragen
worden door de gebouwde eigendommen in
en om Schevéningen. Hoeveel waarde hy ook
hechtte aan de Schevemngsche vloot, dit be
lang moest wijken voor het hooger belang
der zeevrering, to meer, «jaar de stoere visschers
op loggers zeker eene plaats zouden vinden.
Vele replieken volgden.
De minister Roell kon aan den heer Fransen
van de Putte geen speciale wet toezeggen,
daar volstrekt niet gebleken is dat Gedepu
teerde Staten van Zuid Holland hun plicht
verzaken. Het ware in stryd met de wet van
1885, als do Regeering werken gelastte, indien
de verplichting tot aanleg niet is ontkend.
Hot algemeen debat werd hierop gesloten.
Hoofdstuk II word goedgekeurd.
By hoofdstuk III (Buitonlandsche Zaken)
drong de te r Van Tienhoven er op aan, de
jonge diplomaten meer voor te bereiden voor
hun werkkriDg in het belang van handel,
ny verheid en landbouw. Hy juichto de arbitrage
over de „Costa-Rica-Packet" zeer toe.
De heer Van Lynden drong aan op wijzi-
ging van het zalmtractaat, wat de heer
Rahusen minder gewenscht achtte.
De minister Röell verklaarde dat wyziging
der diplomatieke examens in overweging is;
hy dankte voor den steun in de „Costa Rica"-
quaestie en achtte wyziging van het zalm
tractaat in den zin van den hoer Van Lynden
minder gewenscht.
Hoofdstuk III werd hierop aangenomen.
Ook het volgende hoofdstuk (Justitie) gaf
aanleiding tot een kort debat. De heer Van
Lier drong aan op eene partiëele regeling in
het belang van vrouw en kinderen.
De heeren Rengers, VanSwinderen, Breuning
en Bergsma hebben eene motie voorgesteld, om
aan te dringen op de instelling eener adminis
"tratieveenquöte, in hoever door wetteiyke
voorschriften de armbedeeling in Friesland
kan beperkt worden.
1 Do gronden voor deze motie van orde zyn
de volgende:
Waar zoowel door de Regeering als in de
Kamers do meening wordt geuit, dat men in
Friesland gewoon is geraakt miDder bezwaar
te zien in de aanvraag om bedeeling uit open
bare kassen dan elders en dat do armvoogden
aldaar minder streng de hand houden aan
het beginsel van art. 21 der armenwet, ter
wyl aan de andere zyde in den uiterst
armoedigen toestand der bevolking eene ver
klaring van die uitgebreide bedeeling wordt
gevonden, achtten de voorstellers het niet
meer dan biliyk en voor de wegnoming van
bestaande verkeerdheden gewenscht, dat de
werkeiyke oorzaken van dezen ongezondon
toestand door een onpartijdig onderzoek tot
klaarheid worden gebracht.
Zy voegen hierby uitdrukkeiyk dat zoo
danig onderzoek in geenen deele verband
houdt met of vertraging behoeft aan te bren
gen in de behandeling van het door den
Minister toegezegde wetsontwerp, regelendo
het verband van Ryks- en gemeentebelastingen
Het dagelykach bestuur van den Ned.
Anti Opium-Bond heeft, nu de veldtocht op
Lombok is geëindigd en op dat eiland eeno
bestuurs inrichting zal worden gevestigd, be
antwoordende aan de eischen van mensche-
ïykheid en beschaving, de bijzondere aandacht
van den gouverneur-generaal van Ned.-Indiö
gevestigd op de omstandigheid, dat, naar luid
van de tot ons gekomen berichten, tot nog
too het gebruik en de invoer van opium
behalve voor vreemdelingon op Lombok ten
strengste verboden was en dat do overtreding
van dit verbod zelfs werd gestraft met den
dood of met levenslange verbanning naar
Karang Asem, op Bali.
Hieruit zou biyken dat do bevolking van
Lombok do behoefte aan dit verderflyk genot
middel vooralsnog niet kent en dat het \orsten-
bestuur, niettegenstaande zyne grove tekort
komingen op velerlei gebied, zyne onderdauen
althans heeft willen vrywaren voorde treurige
gevolgen van dit lichaam- en zielverdervend
heulsap.
Waar nu het Ned.-Indisch gouvernement
zich verplicht zag, een einde te maken aan
het op dit eiland heerschonde wanbeheer, ten
einde aldaar een bestuur te vestigen, waarby,
Nu kon ik twee vliegen in éón klap slaan.
Ik had vaak verlangd naar 't gezelschap
van lady Bent, om eens van haar te hooren,
hoe zy over Qyffa Brodio dacht.
Nu was daartoe gelegenheid, en ofschoon
ik diep betreurde dat de dood van zoo'n braven
man als lord Senfrey er de reden van moest
z(jn, toch was ik er mede in myn schik.
Ik sprong in een huurrijtuig en gedurende
den rit naar Park-lane overlegde ik by my-
zelf, in welke hoedanigheid ik in de zaak
zou moeten optreden. Het stond wel heel
voornaam om door graaf Bent te zyn aan
gesteld, maar ik had liever gewild, dat de
heer Martin Veymor, nu lord Senfrey, het
gedaan had. Ik zou er meer invloed door
gehad hebben en op een ander standpunt
tegenover de rechters hebben gestaan.
Maar toen ik er nog eens over nadacht,
bezon ik my, dat daar misschien wel iets op
te vinden was. Ik kon lord Bent misschien
overreden, om mij door den tegernvoordigen
lord Senfrey te laten inlichten. Hiordoor zouden
niet alleen de deuren in Park-lane, maar ook
die van Eaton Square voor my geopond zyn.
De bedienden zouden my gewilliger en ver-
trouweiyker kunnen inlichten.
De secretaris van lord Bent was juist in
Park lane teruggekeerd, toen ik er aankwam.
Ik had hem jaren geleden ontmoet, want hy
was reeds voor tien of twaalf jaar by den
graaf in dienst. Hy waa een Troogtydig kaal
man, nog goeD veertig jaar oud, met een
bleek, raadselachtig, glad geschoren gezicht
on in 't oog loopend koude gryze oogen, die
by sommige gelegenheden vuur schoten. Hy
was langzaam in zpno bewegingen en sprak
altyd heel zachtjes. Ik herioner my, dat ik
als jongen vaak tegen hem grynsde en dat
ik dan oen blik terugkreeg, die my al myn
vroolykheid oogenblikkelyk benam.
- Dat is een afschuwelyke zaak, meneer
Grey, zeide hy, op zyn langzamen toon.
Ik denk dat het weer een geval is, waar de
Londensch» politie niet achter komt. Maar
neem plaate, als het u belieft I Zyn lordschap
zal oogenblikkelyk komen.
Zyn lordschap kwam evenwel niet het eerst
beneden, maar wel de gravin, door niemand
anders dan door Gyffa Brodie gevolgd. Zy
begroette my uiterst vriendelyk.
- Gy zyt due gekomen, meneer Grey, zeide
lady Bent, terwyl zy even baar hand uitstak,
maar spoedig weder terugtrok, alsof zy be
dacht, dat ik op dit oogenhiik een geheim
politie-agent was en niet de zoon van sir
Patrick Grey.
- Mag ik u graaf Brodie vooratellen, over
wien gy wei hebt hooren spreken?
Ik boog toestemmond.
- De graaf, voegde lady Bent er aan
toe, is de broeder van eene dierbare over
leden vriendin van my, en raadt my altyd
in moeilyke quaesties.
Op dat oogenblik rond ik, dat lord Bent
daartoe de aangewezen persoon zou wezen.
De graaf vindt, vervolgde lady Bent, -
dat het beter zou zyn, wanneer lord Bent u
een aanbevelingsbrief voor lord Senfrey gaf.
Het is anders zoo vreemd, vindt hy, en ik
ook, dat wy u aanstellen, die alleen om
Georgina's wil er belang in etellen.
Met welk oogmerk handelt zy zoo? vroeg
ik myzelf af. Is het omdat zy my buiten de
deur wil houden, of vermoedt graaf Brodie,
dat ik niet zoo byzonder welgezind tegen
hem ben?
- Ik handel natuurlyk geheel en al naar
den wensch van lord Bent, zeide ik, - maar
wanneer ik iets mag voorstellen, dan wilde
ik zeggen, dat 't geschiktste zou zyn, voor
lord Bent, zoowel als voor lord Senfrey, dat
zy my samen hunne orderB gaven. Ik kon
dan te geiyk aan lord Bent en aan lord Senfrey
myn verslag doen, en zou myn voordeel kun
nen doen met beider ondervinding.
Intuischen was lord Bent binnengekomen,
en terwyl ik opstond, kwam de oude edelman
naar my toe en schudde my harteiyk de haud.
Hy zag er verouderd uit, en zelfs 't flauwste
glimlachje was van zyn gelaat verdwenen.
Hy keek my bedroefd aan.
- Zoo, dus zyt gy de kleine George, dia
opgegloeid zyt tot een flink man, zeide hy,
terwyl hy myn hand vasthield; - men zegt,
dat gy knap zyt. "Welnu, help my dan in
deze! Ik ben niet haatdragend, maar myn
bloed kookt, als ik aan 't ongelukkige lot
van lord Senfrey denk. 't Hart van myn arm
kind is gebroken en ik verlang in haar be
lang met den schurk af te rekenen, die de
misdaad begaan heeft. Ik heb gehoord, wat
gy zoo juist zoidet, en ik vind de veronder
stelling zeer juist. "Wy zullen te zamen naar
Eaton-Squaro ryden; Martin is daar juist.
Ik antwoordde eenvoudig: „Dank u,mylord",
en boog toestemmend.
Toen myn blik van lord Bent naar lady
Bont en graaf Brodie dwaalde, die wat ach
ter hem stond, bemerkte ik een snellon en
woesten blik, dien de graaf naar da lady
wierp, een blik, die vol beteekenia en boos
verwyt was. Da dame sidderde voor dien blik,
en zichtbaar rilde zy.
Zoo! zeide ik tot myzelf, wat beteekent
dat? Het is slechts een blik, maar die blik
zegt meer dan duizend woorden.
III.
Toen lord Bent en ik op Eaton-Squaro aan
kwamen, vonden wy lord Senfrey en zyne
vrouw bezig ia de voorkamer. Beiden waren
in den rouw, en de dame vooral was over
laden met krip en gitten. Zy had het ts druk
met het opentrekken van laden en het be
zichtigen van snulsteryen, dan dat zy ons ook
maar even kon begroeten.
- Beste Martin, zeide lord Bent, toen hy
binnenkwam, ik behoef je zsker niet ts zeg
gen, hoe bedro9fd ik en wy allen zyn over
het vreeselijke verlies, dat wy geleden heb
ben, en welk een diep medeiyden ik met
je heb.
Lord Ssnfrey zag de kamer esns rood, en
naar zyns vrouw, en zuchtte; maar of do
uitdrukking van zyn gezicht vermoeidheid
of droefenis beteekende, zou niemand hebben
kunnen verklaren. Mylady draaide op dat
oogenblik een diamanten kruis in hare vin
gors rond, dat zy in oon der Iaden van de
secretaire gevonden had, en verwaardigde
one met niet meer aandacht dan of wy een
paar kanaries geweest waren.
Het hart van de arme Georgina is ge
broken, vervolgde lord Bsnt, en 't moet
oen vroeseiyke schok voor je geweost zyo
zoo plotseling en op zulk een afschnwelyke
wyze
Lord Senfrey's schuwe blik zweefde been
en weer, en een paar koer schudde hy air
verwezen zyn hoofd.
Dat is waariyk ts mooi, Martinriep dt
dame op dat oogenblik uit. Hoe of je broe
der al die mooie dingen beeft kunnen houden,
is my onverklaarbaar.
Een prachtig snosr van paarlen en diaman
ten hing aan hare vingers.
Het zou my juist goed staan 1 Ik houd
vau diamanten en paarlen. Dezo zyn veel
fraaier dan die, welke lady Hepdalo op do
laatste receptie aan had.
Terwyl zy zich omdraaide, keek zy lord
Bent aan en knikte hem toe. Een kapel kon
niet lichtzinniger geweest zyn en een muscli
kon niet minder belang in den toestand ge
toond hebben.
Gy zyt geweldig druk bezig, zsulo lord
Bent bitter. De dood van den armen Sen
frey is geen verlies vooj; u.
De dame voelde niet den steek onder
water.
Wordt vervolgd.)