A0. 1895.
(Beze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 26 Januari.
Feuilleton.
N°. 10715.
Maand as 28 Januari.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANTi
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post 1.40.
Afzonderlijke Nommcrs 0.05.
PRIJS DER ADVERTETÏTIËN
Van 1 6 regels 1.05, Iedere regel meer 0.17£. Grootore
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt 0.05 berekend.
Eerste Blad.
Wij achten het niet ondienstig de gepen-
[sionneerden in deze gemeente, die pensioen
genieten ten laste der Staatsbegrootinger op
te wijzen dat, wanneer zy daartoe het Vbrzoek
doen aan den heer ontvanger der Itgks directe
belastingen, hun pensioen voortaan rechtstreeks
ten kantore van dien ontvanger kan worden
uitbetaald, zonder dat oene attestatie de vita,
afgegeven door den burgemeester, behoeft te
worden overgelegd.
Deze gunstige bepaling, ingevolge koninklijk
besluit van 16 November 1894 (Stsbl. No. 173),
is van toepassing op allen, die öf bij den
i ontvanger bekend zyn, óf hem op voldoende
w\jze van hunne identiteit hebben doen blijken.
De uitbetaling der pensioenen wordt dus aan
merkelijk vereenvoudigd eri bespoedigd.
Men schrijft ons uit KoudekerkWoens
dagavond gaven eenige jongelieden, leden der
voormalige rederijkerskamer „Nut en Genoe
gen", alhier eene uitvoering. Opgevoerd wer-
Sden: „Het testament van Oom Jan" en „Een
[■onrustige nacht." Het doel dezer opvoering
was nog eene poging te wagen om de vereeni-
ging, die ons zoo menig gezelligèn avond
verschafte, weder op te heffen uit den kwij
nenden toestand, waarin zy verkeert. Hangt
het welslagen dezer pogingen af van het. spel,
dan zouden we zeggen zij zijn geslaagd, want
voor dilettanten werd er zeer goed gespeeld.
Wij hopen dan ook dat de woorden van den
president zullen bewaarheid worden en dat
vele jongelieden zullen medewerken om de
redorijkerskamer „Nut en Genoegen" in stand
te houden.
Op Zaterdag 2 Februari a. s. zal in de
gemoente Alkemade de gelegenheid zijn open-
jL' gesteld tot kostolooze inenting en herinenting
f van de ingezetenen, die zich daartoe b\j de
geneesheeren-vaccinateurs aanmelden, in de
openbare scholen te Oude-Wetering om 12
uren, en te Rypwetering om 2 uren.
De jaarlijksche herijk van maten en
gewichten zal voor de gemeente Sassenbeim
in 1895 niet plaats hebben.
Het goedkeuringsmerk van 1894 blijft dus
ook voor dit jaar geldig.
Te rekenen van 31 dezer zullen op werk
dagen opon zijn: het Rijkstelegraafkantoor
te Driebergen van 7 u. 50 ra. tot 11 u.50m.
voor- en van 12 u. 50 m. tot 3 u. 50 m. en
van 5.20 tot 7.20 u. namiddags; het Rijks-
telegraafkantoor met telephoondienst te Kat-
I wijk aan den Rijn van 7 u. 50 m. tot 11 u.
I 60 m. voor- en van 12 u. 50 m. tot 4.20 en
I 6.20 tot 8 u. 50 m. namiddags. De diensturen
I van beide kantoren op Zon- en feestdagen
bleven onveranderd.
Met hot oog op de aanstaande her
ziening der kiezerslijsten noodigt de voor-
I zitter van den gemeenteraad van Ter-Aar de
mannelijke inwoners uit, om, zoo zij in eene
andere gemeente in de personeele belasting
voor het dienstjaar 1893/94 of wel in de
grondbelasting over 1894 zijn aangeslagen,
daarvan vóór den 15den Februari a. s. door
overlegging van hunne voor voldaan ge-
teekende aanslagbiljetten ter gemeente secre
tarie te doen blijken. Tot gelijke aangifte
worden uitgenoodigd zij, die als lodger op de
kiezerslijsten wenschen geplaatst te worden.
De v cpresident van den Raad van Staten
jhr. mr. Van Panhuys, hoeft den minister
van buitenlandsche zaken jhr. mr. Rüell en
de gezanten van vreemde mogendheden te
's-Gravenhage, aan een gastmaal genoodigd,
te geven op Woensdag 30 Januari.
H M. de Koningin-Regentes had Donderdag
aan Haar tafel vereenigdgraaf Van Randwjjck,
kamerheer ceremoniemeester; baron Bentinck,
eerste stalmeester; ridder Huyssen Van Kat-
tendijke, en graaf Van Bylandt, kamerheeren
van H. M. de Koningin.
H. M. de Koningin-Regentes heeft be
noemd tot commandant in de orde van Oranje-
Nassau den heer Malivoire do Butet, gevol
machtigd minister, laatstelijk consul-generaal
van Frankrijk te Rotterdam, thans gesteld
ter beschikking van het ministerie van bu.ten-
landscho zaken te Parijs.
In de eerste vergadering van dit jaar
van commissarissen van het Rijkspensioen
fonds voor weduwen on weezen van burger
lijke ambtenaren werden voor 1895 opnieuw
tot voorzitter, onder voorzitter en secretaris
gekozen resp. de heeren prof. dr. P. Van
Geer, J. H. Smits en P. J. ïtaaymakers.
Op den 31sten December 1894 bedroegen
de kapitalen voor het fonds ruim. 44 millioon
gulden nominaal, hetgeen hij den tegenwoor-
digen hoogen koers der inschrijvingen Groot
boek ruim 42'/i millioon reëel bedraagt.
Er waren op 31 Dec 1894 2840 weduwen
en 207 weezen, die to zamen een pensioen
ontvingen van 608,359 per jaar.
Bij het verwacht wordend bezoek van
HH. MM. de Koninginnen aan Maastricht wil
men zoo meldt de „Limb. Koerier"
namens de burgerij HH. MM. een geschenk
in zilver aanbieden. Aan het hoofd der com
missie, welke zich daartoe hoeft gevormd,
staat mevr. Ruys van Beerenbrook, echtge-
noote van den Commissaris der Koningin in
Limburg, een aantal aanzienlijke dames staan
haar bij.
Het geschenk zal waarschijnlijk bestaan uit
een marmeren voetstuk, waarop in gedreven
zilver de engel met het stadswapen van Maas
tricht zal preken. Op do vier zijden van het
voetstuk zouden in haut-relief aangebracht
worden gezichten op de Maasbrug of Markt,
de St. Servaas- en St. Janskerken, de oude
Helpoort on het oude stadhuis.
De bij het 1ste reg. vesting artillerie
gedetacheerde luitenants H. Dijkstra, van het
4de, G. E. Nardten, van het 5de, en J. C.
Legner, van het 8ste reg. infanterie, keeren
op 1 Febr. a. s. weder by hunne corpsen terug.
Uit een onlangs uitgegeven statistiek
van het telegraafwezen blijkt dat ons land
een der eerste plaatsen inneemt.
Gerangschikt naar het cantal telegrammen,
verzonden per 100 inwoners, neemt Nederland
de vierde plaats in met 94 telegrammen.
Groot Britanniü met 187, Zwitserland met
132 en Frankrijk met 123 telegrammen per
100 inwoners komen vooraan. Gerangschikt
naar het aantal telegraafkantoren verschijnen
de staten met meer dan 1 kantoor per 100
K.M!. in de volgende orde Luxemburg, Zwit
serland, Duitschland, België, Groot Britannié,
Nederland, enz.
De minister van waterstaat heeft heden
met deri hoofd-ingenieur van den waterstaat
in Noord-Holland den toestand der zeewering
te Callantsoog in oogenschouw genomen.
Het bericht van de „Zw. Ct." nopens
de plaatsing van den oud-kapitein-intendant
Tli. Kley aan het werfdepot te Harderwijk is
niet juist, althans minst genomen als zeer
voorbarig te beschouwen. De betrokkene deelt
aan genoemd blad medo, dat hij met ver
bazing van hot bericht kennis nam.
Bij het departoment van binnenlandsche
zaken is een wetsontwerp tot verandering
der grenzen van Amsterdam in voorbereiding.
Ook is oon wetsontwerp omtrent het
subsidiëeren van scholen middelbaar onderwijs
voor meisjes by den minister van binnenl.
zaken in bewerking. Het zal by de Kamer
ingediend worden zoodra zulks mogelijk is.
Uit den staat van het Fonds tot ver
betering der schraalste predikantstraktementen
in de Ned.-Herv. Kerk blijkt, dat de ont
vangsten over 1893 bedroegen de som van
15,021.20. Do uitgaven waren ƒ14,637.00,
zoodat er een batig slot is van 384.20.
Het kapitaal kon met 987.50 vermeerderd
worden on bedraagt thans op het Grootboek
der 2'/i pets. Workel. Schuld ƒ149,800. In
41 van de 4 4 classes werd voor dit fonds
gecollecteerd.
Het. stoomschip „Soerabaia", van Java
naar Rotterdam, is 25 Jan. Portland gepas
seerd; de „Anchise3" vertrok 25 Jan. van
Amsterdam via Liverpool naar Java; de
„General van Hamburg en Amsterdam naar
Oost Afrika, arriveerde 23 Jan. to Port-Said
do „Soenda", van Amsterdam naar Batavia,
passeerde 24 .Tan. Kaap Rocca.
By koninklijk besluit zyn benoemd tot
burgemeesters vanHummeloo, C. W. Vrijland,
tevens secretaris; van Kamerik en Zegveld,
mr. J. P. Du Koek, tevens secretaris van
Kamerikvan Deventer, "W. II. F. baron Van
Heemstra; van Opsterland, A. G. Smyter; van
Edam, H. J. Calkoen, (allen met ingang van
1 Febr. a. s Voorts met ingang van 2 Febr.
a. s Tot burg. van Landsmeer, J. M. Van
Beek, tevens secretaris; en met ingang van
3 Febr. a. s. tot burg. van St.-Michielsgestel,
L. Van do "Westelaken.
Met ingang van 1 Febr. a. s. aan mr. J.
D. Dibbits op zjjn verzoek eervol ontslag ver
leend als schoolopziener in het arr. Borger
Aanvulling ülllltlevret.
De Regeering heeft het afdeelingsverslag
der Tweede Kamer beantwoord ovir het wets
ontwerp tot wijziging en aanvulling der wet
betreffende de Nationale Militie. In dat ant
woord wordt nader aangetoond dat het de
bedoeling is om aan de lotelingen, die reeds
vóór hun inlijving bjj de militie hun beroep
van do buitenlandsche zeevaart maakten en
die zich overeenkomstig art. 150 der wet voor
de zeemilitie hebben aangeboden, doch daarby
niet hebben kunnen worden aangenomen, de
zekerheid te geven, dat hun de gevor
derde toestemming tot het aangaan van eene
verbintenis voor de buitenlandsche zeevaart
in gewone tijden niet zal worden geweigerd
Verder zegt de Regeering, dat door de hier
voorgedragen particele wyziging van de militie-
wel niot wordt vooruitgelooperi op eene „nieuwe
organieke wet" tot uitvoering van art. 181,
2de lid, der Grondwet. De wetgever blijft
daaromtrent volkomen vrij.
In de vrees, dat de instelling van eene
„herhalingsoefening" de lotelingen voorden ver
volge zal weerhouden om zich voor de „zee
militie" aan te melden, deelt de Regeering niet,
omdat aan den dienst by de zeemilitie nog
voldoende voorüeelen blyven verbonden. Maar
zonder eene herhalingsoefening, zegt de Regee
ring (voor niet langer dan zes weken), hebben
wij den waarborg niet, dat de zeemilitie,
als zy oorlogsdiensten zal hebben te vol
brengen, inderdaad gescbikt zal blyken voor
hare taak, en hierin behoort te worden voorzien.
Do bedoeling is, de oudere lichting der zee
militie zooveel mogelyk „in haar geheel" op te
roepen, en wel in de maanden April en Mei,
als de meest geschikte, en omdat in deze
maanden, voorafgaande aan de houtvaart
en de haringvisschery, de druk op de buiten
landscho zeevaart en visschery het minst zal
gevoeld worden. De gelegenheid biyft echter
open om de oproeping ook by gedeelten te
doen plaats hebben.
Do kosten van eene herhalingsoefening
zullen ongeveer ƒ18,000 zyn
Het departement van marine behoudt zich
voor, by de aflevering ter inlijving van de
lotelingen voor de zeemilitie het veroischte
aantal uit to zoeken en diegenen te weren,
wier lichaamsgesteldheid hunne indeeling by
de zeemilitie niet wenschelyk doet zijn.
Gemengd Nieuws.
De schouw over de schoorsteenen
en stookplaatsen in de gemeente Ter-Aar,
zal door heeren brandmeesters dier gemeente
worden gehouden tusschon den 3den en lOden
Februari a. s terwyl vóór den 3den Februari
a. s. de schoorsteenen en stookplaatsen moeten
gereinigd zyn.
Het te Katwyk gestrande stoom
schip „Caledonia", dat in veiling ƒ253 op
bracht, is gekocht door den heer N. I'arlevliet,
aldaar.
Te Haarlemmermeer, bij Halfweg,
zyn in twee maanden tyds vier woningen
afgebrand; Donderdag mid ïag is aldaar afge
brand de bouwmanswoning van mej Berke
meyerte Haarlem, bewoond doorGroenewegen.
De brandspuit was spoedig aanwezig; een
aangrenzende stal, waaruit het vee was ver
dreven, werd behouden. Alles was verzekerd.
Hot gerechtshof te 's-H ertogea-
bosch heeft in hooger beroep behandeld de
zaak van het O M tegen den gewezen boek
houder der spaarbank to Bergen-op-Zoom, die
door de rechtbank te Breda was vrijgesproken
van verduistering van gelden van. genoemde
spaarbank, tegen welk vonnis de officier van
justitie te Breda in hooger beroep is gekomen.
Uit het verhoor van de vier gedagvaarde
getuigen bleek, dat bekl. alleen in het bezit
was van den sleutel der brandkast; dat
hy winsten, welke gemaakt waren met het
verkoopen en koopen van effecten, welke
winsten in de kas der spaarbank behoorden
te worden gestort, voor zich behield. Voorts
dat de bekl. steeds met eene firma in effecten
te Amsterdam onderhandelde, maar nooit hoeft
doen uitkomen dat hy als boekhouder der
spaarbank kwam, maar den schyn aannam
makelaar in effecten te zyn.
Verder bleek dat zyne boeken niet morde
waren, dat het grootboek sinds jaren niet
bijgehouden was en zijne aanteekoningen
met overeenkwamen met de rekening courant
van den kassier, zoomede dat hy, by een in
1894 gehouden onderzoek, een aanzienlijk
bedrag to kort in kas bad.
Het O M., zich gedeeltelijk vereenigende
met het vonnis der Bredascho rechtbank, is
van meening, dat dit vonnis voor een ander
deel behoort vernietigd te worden, en eischt
veroordeoling van bekl wegens verduistering
van gelden tot twee jaar gevangenis mot
diens onmiddellijke gevangenneming.
Aan dozen laatsten eisch voldeed het
Hof niot.
'Herhaaldelijk is er op aango
drongtn dat do uitkèering van het handgeld
aan onze kolonialen te Harderwijk wat be
dachtzamer geschieden zou. In de „N. R. Ct."
stolt nu oen inzender de uitkeeringsmothode
by de Koloniale Reserve te Nymegen ten
voorbeeld aan het koloniaal werfdepot. Daar
toch worden van de ƒ144,000 niet minder
dari 94,000 belegd, terwyl te Harderwijk
van <le uitgekeerde 894,000 slechts/61,830
aan de verleiding onttrokken wordt, d i. nog
geen 7 pet.
Eone moeder in de Goudsbloem
straat te Amsterdam had eergisteren haar
kind een „dotje" van suikei gegeven. Toen zij
zich eenige oogenblikken verwijderd had en
daarna terugkwam, bleek het dat het kind
iri het „dotje" gestikt was.
Gladheid van den weg was oor
zaak, dat de 20 jarige L. D., te Barneveld, viel,
waarbij hy een been brak.
De bruidegom uit Engeland.
SM.)
Twee uren later ontmoette de ossendrijver
Tom Smith op de binnenplaats van het station
mr. Lewis Quintal en vroeg hem: „Heeft u
den jongen man gesproken, sir?"
„Ja, Smith 1" antwoordde Quintal. „Ik ont
moette hem in het woud. Hy zag er ver
schrikkelijk haveloos uit. Ik heb hem weg
gezonden."
„Zoo, zoo!"
„Natuurlijk met voldoend reisgeld, om de
kust te bereiken en, nadat hy zich nieuwe
kleeren heeft aangeschaft, weer dienst op
een schip te kunnen zoeken."
„Dat was ook hot beste," meende de voer
man. „Ik geloof namelijk ook, dat de jonge
man beter past voor het blauwe water dan
voor de Australische wildernis."
IV.
De menschelyke stem, die den moordenaar
had doen schrikken, was die van den Duitschen
kolonist Karl Eberhard, die met zijn hond
in het gomboomenwoud op de kangoeroe-
jacht was.
IIQ ontdekte inderdaad zulk een dier, dat
met groote sprongen vluchtte. De hond ver
volgde het spoor tot aan een kleine smalle
opening in het woud, bleef daar plotseling
staan en begon erbarmelijk te blaffen. Toen
de DuitBcher de bewuste plaats bereikte, zag
hy den hond staan voor eene met bloed be
dekte men8cheli)ke gestalte, die onbeweeglijk
op het mos lag.
Terwijl by zich over de gestalte heen üoog,
herkende Eberhard den jongen man, dien by
daags te voren gezien had voor „Devroolijke
kangoeroe," toen hy daar voorbygereden was.
„Dat is zonderling!" zeide by. „Wie kon
er belang by hebben, dezen armen man te ver
moorden, die er waarlyk niet uitziet, alsof hy j
zelfs maar een shilling in den zak had?"
Maar hy ontdekte nog teekenen van leven
by het ongelukkige slachtoffer, dat zacht
scheen te ademen. Hy had eenige kennis van
de heelkunde, legdo een noodverband en droeg
den gewonde daarna voorzichtig naar het
j station, dat niet al te ver verwyderd was.
Daar onderzocht hy de wonde nauwkeuriger
en kwam tot de overtuiging, dat het mes op
een rib afgegleden en de wonde dus niot doo-
deiyk was. Werkeiyk keerde het bewustzyn,
onder goede behandeling, na eenige uren by
den matroos terug en met zwakke stem sprak
j hy zyn dank uit voor de redding,
i „Wie heeft u overvallen in het woud?"
vroeg Eberhard.
„De gemeene tooneelspeler Titus Clarke uit
Bristol," fluisterde Laurel.
„Hoö komt die hier in deze afgelegene
streek?"
„Hy woont reeds eenigen tyd op mr. Mortons
station." m
„Daarvan is my mets bekend en ik zou
het toch eigenlyk moeten weten.
„Ik ken namelijk een jongen heer, Lewis
Quintal genaamd, met dien is hy hier gekomen."
„Dan vergist gij u zeker. Quintal had geen
reisgenoot toen hy aankwam."
„Titu3 Clarke heeft het my zelf gezegd."
„En waarom heeft hij u willen vermoorden?"
„Dat weet ik niet. Hy wilde my eerst in
naam van mr. Quintal tien pond sterling
geven daarmede moest ik onmiddellyk naar
Sydney reizen."
„Gy mocht u dus niet op het station laten
zien?"
„NeenIk wenschte echter volstrekt met mr.
Quintal te spreken en wees zyn aanbod van
de hand. Toen beloofde hy, my naar het
station te brengen, en voerde my dieper in het
woud. Waarom hy mij daar trachtte te ver
moorden, is my geheel onbegrypeiyk."
„Maar Ik begryp langzamerhand de ver-
schrikkelyko toedracht der zaak", murmelde
Eberhard nadenkend. „Beschryf my eens nauw
keurig het voorkomen van den acteur."
Laurel deed dit.
„Zoo ziet Quintal er uit", zeide de Duitscher.
„Neen, ik bedoel Clarke, die evenwel eenige
geiykenis met hem heeft, even jong, sieriyk
en fijn is, wel is waar niet zoo vriendeiyk en
innemend, maar ernstig en afstootend in zyn
voorkomen."
„üw Titus Clarke en de vermeende Lewis
Quintal op Mortons station zyn één en dezelfde
persoon. De schurk heeft den ongelukkigen
Quintal vermoord, zooals hy ook u heeft
willen dooden, om de ontdekking der eerste
misdaad te verhinderen Welk een geluk, dat
de booswicht nog bytyds ontmaskerd wordt,
voordat de arme Mabel door hem in het ver-
schrikkelykste ongeluk geraakt 1 Ik weet nu
genoeg, Laurel. Het overige is voor myne
rekening 1 Ik laat voor u een dokter uit Tam-
worth komen en schryf tevens aan den sheriff
van het district, die daar woont."
Hy schreef haastig een uitvoerig verslag
van het voorgevallene en zond daarmede een
zyner manschappen, die snel het beste paard
moest zadelen, in alle haast naar Tam worth.
Drie dagen waren sedert verstreken. Het
wa3 avond, reeds een uur na den theetyd
en buiten stikdonker.
in de woonkamer van Mortons station zaten
weer de oude squatter, Mabel en de ver
meende mr. Lewis Quintal om de theetafel.
Mabel sloeg nu en dan een accoorü op de
nieuwe pianmo aan, haar bruidegom rookte
eene cigarette, terwyl do squatter de nieuwste
courant las.
Plotseling werd er heftig aan de deur geklopt.
„Binnen!" riep Morton.
In do deur verscheen do sheriff van Tam-
worth, achter hem twee politio-agenten en
de Duitscho stationhouder Eberhard.
„Nu, sheriff, wat verschaft my de eer?"
vroeg Morton verwonderd.
Zonder daarop te antwoorden, ging de sheriff
recht op den vermeenden Quintal af er. sprak
met plechtige stom„In naam der wet
arresteer ik u, Titus Clarke uit Bristol 1"
„Onzin!" riep Morton. „Deze heer heet
Lewis Quintal en
„Zoo is het," stamelde de ellendeling, bleek
van schrik „Hier moet eene vergissing plaats
hebben!"
„Gy liegt, schurk," sprak de sheriff „Gy
sloopt hier binnen en vond voor uwe leugens
geloof, nadat gy den werkelyken Lewis Quintal,
wiens rol gy als acteur wist te spelen, in
het woud by Tamwortb vermoord en bestolen
hadt. Men heeft het lyk gevondon en ook
uitgevor8cbt, dat gy een paard verkocht hebt."
„Dat alles is niet waar!"
„Daarna hebt gy, om de ontdekking uwer
eerste misdaad te verhinderen, den matroos
Fred Laurel trachten te vermoorden, maar
mr. Eberhard heeft hem gered. Fred Laurel
leeft en zal tegen u getuigen."
Doodsbleek deinsde de ellendeling onder dit
verpletterende bericht terug.
„Doet hem boeien aan, mannen 1" gebood
de sheriff den politie-agenten. „En dan weg
met hem naar Tamworth, naar de gevangenis 1"
Da voormalige acteur werd weggevoerd.
„Goeden avond, air!" zeide de sheriff tot
Morton. „Ik heb hier niets meer te doen.
Maar mr. Eberhard zal wel de goedheid heb
ben, nog een oogenblik by u te blijven, om
u do zaak nader uiteen te zetten."
Daarmode verliet hy het vertrek.
Mabel en haar oom waren zeer opgewonden,
en hunne opgewondenheid nam nog toe, toen
Eberhard de zaak uitvoerig uiteenzette.
De jonge dame begon luid te weenen, toen
bedacht, dat zy op het punt had gestaan,
de vrouw van zulk een misdadiger te worden.
Mr. Morton echter ging naar den Duitscher
toe, drukte hem de hand en sprak „Ik dank
u, mr Eberhard!"
„Gy z(jt nu niet moer boos op my, mr.
Morton?"
„Neen, zeker niet. Gy zyt oon braaf man
„Dus mag ik ais getrouwe nabuur u evenals
vroeger weer bezoeken?"
„Ik verzoek u er zelfs om."
Met een biy gemoed reed do Duitscher een
uur later naar huis.
Titus Clarke werd door het hof van ge
zworenen te Tamworth ter dood veroordeeld.
De oude squatter dacht er niet meer aan,
in de verte te zoeken, wat hy in de nabyhoid
veel beter kon krygen. Hy begunstigde nu
de genegenheid zyner nicht en weldra werden
Magel en Eberhard voor hot leven vereenigd.
Fred Laurel genas van zyne zware ver-
wónding; hy bleef op Mortons station en
werd later tot opzichter benoemd. Menigen
prettigen avond bracht hy met den eerlykon
ossendryver Tom Smith by Jim Swan in
„De vrooiyke kangoeroe" door.