A0. 1895. (Beze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 26 Januari. Feuilleton. N°. 10715. Maand as 28 Januari. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANTi Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommcrs 0.05. PRIJS DER ADVERTETÏTIËN Van 1 6 regels 1.05, Iedere regel meer 0.17£. Grootore letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad wordt 0.05 berekend. Eerste Blad. Wij achten het niet ondienstig de gepen- [sionneerden in deze gemeente, die pensioen genieten ten laste der Staatsbegrootinger op te wijzen dat, wanneer zy daartoe het Vbrzoek doen aan den heer ontvanger der Itgks directe belastingen, hun pensioen voortaan rechtstreeks ten kantore van dien ontvanger kan worden uitbetaald, zonder dat oene attestatie de vita, afgegeven door den burgemeester, behoeft te worden overgelegd. Deze gunstige bepaling, ingevolge koninklijk besluit van 16 November 1894 (Stsbl. No. 173), is van toepassing op allen, die öf bij den i ontvanger bekend zyn, óf hem op voldoende w\jze van hunne identiteit hebben doen blijken. De uitbetaling der pensioenen wordt dus aan merkelijk vereenvoudigd eri bespoedigd. Men schrijft ons uit KoudekerkWoens dagavond gaven eenige jongelieden, leden der voormalige rederijkerskamer „Nut en Genoe gen", alhier eene uitvoering. Opgevoerd wer- Sden: „Het testament van Oom Jan" en „Een [■onrustige nacht." Het doel dezer opvoering was nog eene poging te wagen om de vereeni- ging, die ons zoo menig gezelligèn avond verschafte, weder op te heffen uit den kwij nenden toestand, waarin zy verkeert. Hangt het welslagen dezer pogingen af van het. spel, dan zouden we zeggen zij zijn geslaagd, want voor dilettanten werd er zeer goed gespeeld. Wij hopen dan ook dat de woorden van den president zullen bewaarheid worden en dat vele jongelieden zullen medewerken om de redorijkerskamer „Nut en Genoegen" in stand te houden. Op Zaterdag 2 Februari a. s. zal in de gemoente Alkemade de gelegenheid zijn open- jL' gesteld tot kostolooze inenting en herinenting f van de ingezetenen, die zich daartoe b\j de geneesheeren-vaccinateurs aanmelden, in de openbare scholen te Oude-Wetering om 12 uren, en te Rypwetering om 2 uren. De jaarlijksche herijk van maten en gewichten zal voor de gemeente Sassenbeim in 1895 niet plaats hebben. Het goedkeuringsmerk van 1894 blijft dus ook voor dit jaar geldig. Te rekenen van 31 dezer zullen op werk dagen opon zijn: het Rijkstelegraafkantoor te Driebergen van 7 u. 50 ra. tot 11 u.50m. voor- en van 12 u. 50 m. tot 3 u. 50 m. en van 5.20 tot 7.20 u. namiddags; het Rijks- telegraafkantoor met telephoondienst te Kat- I wijk aan den Rijn van 7 u. 50 m. tot 11 u. I 60 m. voor- en van 12 u. 50 m. tot 4.20 en I 6.20 tot 8 u. 50 m. namiddags. De diensturen I van beide kantoren op Zon- en feestdagen bleven onveranderd. Met hot oog op de aanstaande her ziening der kiezerslijsten noodigt de voor- I zitter van den gemeenteraad van Ter-Aar de mannelijke inwoners uit, om, zoo zij in eene andere gemeente in de personeele belasting voor het dienstjaar 1893/94 of wel in de grondbelasting over 1894 zijn aangeslagen, daarvan vóór den 15den Februari a. s. door overlegging van hunne voor voldaan ge- teekende aanslagbiljetten ter gemeente secre tarie te doen blijken. Tot gelijke aangifte worden uitgenoodigd zij, die als lodger op de kiezerslijsten wenschen geplaatst te worden. De v cpresident van den Raad van Staten jhr. mr. Van Panhuys, hoeft den minister van buitenlandsche zaken jhr. mr. Rüell en de gezanten van vreemde mogendheden te 's-Gravenhage, aan een gastmaal genoodigd, te geven op Woensdag 30 Januari. H M. de Koningin-Regentes had Donderdag aan Haar tafel vereenigdgraaf Van Randwjjck, kamerheer ceremoniemeester; baron Bentinck, eerste stalmeester; ridder Huyssen Van Kat- tendijke, en graaf Van Bylandt, kamerheeren van H. M. de Koningin. H. M. de Koningin-Regentes heeft be noemd tot commandant in de orde van Oranje- Nassau den heer Malivoire do Butet, gevol machtigd minister, laatstelijk consul-generaal van Frankrijk te Rotterdam, thans gesteld ter beschikking van het ministerie van bu.ten- landscho zaken te Parijs. In de eerste vergadering van dit jaar van commissarissen van het Rijkspensioen fonds voor weduwen on weezen van burger lijke ambtenaren werden voor 1895 opnieuw tot voorzitter, onder voorzitter en secretaris gekozen resp. de heeren prof. dr. P. Van Geer, J. H. Smits en P. J. ïtaaymakers. Op den 31sten December 1894 bedroegen de kapitalen voor het fonds ruim. 44 millioon gulden nominaal, hetgeen hij den tegenwoor- digen hoogen koers der inschrijvingen Groot boek ruim 42'/i millioon reëel bedraagt. Er waren op 31 Dec 1894 2840 weduwen en 207 weezen, die to zamen een pensioen ontvingen van 608,359 per jaar. Bij het verwacht wordend bezoek van HH. MM. de Koninginnen aan Maastricht wil men zoo meldt de „Limb. Koerier" namens de burgerij HH. MM. een geschenk in zilver aanbieden. Aan het hoofd der com missie, welke zich daartoe hoeft gevormd, staat mevr. Ruys van Beerenbrook, echtge- noote van den Commissaris der Koningin in Limburg, een aantal aanzienlijke dames staan haar bij. Het geschenk zal waarschijnlijk bestaan uit een marmeren voetstuk, waarop in gedreven zilver de engel met het stadswapen van Maas tricht zal preken. Op do vier zijden van het voetstuk zouden in haut-relief aangebracht worden gezichten op de Maasbrug of Markt, de St. Servaas- en St. Janskerken, de oude Helpoort on het oude stadhuis. De bij het 1ste reg. vesting artillerie gedetacheerde luitenants H. Dijkstra, van het 4de, G. E. Nardten, van het 5de, en J. C. Legner, van het 8ste reg. infanterie, keeren op 1 Febr. a. s. weder by hunne corpsen terug. Uit een onlangs uitgegeven statistiek van het telegraafwezen blijkt dat ons land een der eerste plaatsen inneemt. Gerangschikt naar het cantal telegrammen, verzonden per 100 inwoners, neemt Nederland de vierde plaats in met 94 telegrammen. Groot Britanniü met 187, Zwitserland met 132 en Frankrijk met 123 telegrammen per 100 inwoners komen vooraan. Gerangschikt naar het aantal telegraafkantoren verschijnen de staten met meer dan 1 kantoor per 100 K.M!. in de volgende orde Luxemburg, Zwit serland, Duitschland, België, Groot Britannié, Nederland, enz. De minister van waterstaat heeft heden met deri hoofd-ingenieur van den waterstaat in Noord-Holland den toestand der zeewering te Callantsoog in oogenschouw genomen. Het bericht van de „Zw. Ct." nopens de plaatsing van den oud-kapitein-intendant Tli. Kley aan het werfdepot te Harderwijk is niet juist, althans minst genomen als zeer voorbarig te beschouwen. De betrokkene deelt aan genoemd blad medo, dat hij met ver bazing van hot bericht kennis nam. Bij het departoment van binnenlandsche zaken is een wetsontwerp tot verandering der grenzen van Amsterdam in voorbereiding. Ook is oon wetsontwerp omtrent het subsidiëeren van scholen middelbaar onderwijs voor meisjes by den minister van binnenl. zaken in bewerking. Het zal by de Kamer ingediend worden zoodra zulks mogelijk is. Uit den staat van het Fonds tot ver betering der schraalste predikantstraktementen in de Ned.-Herv. Kerk blijkt, dat de ont vangsten over 1893 bedroegen de som van 15,021.20. Do uitgaven waren ƒ14,637.00, zoodat er een batig slot is van 384.20. Het kapitaal kon met 987.50 vermeerderd worden on bedraagt thans op het Grootboek der 2'/i pets. Workel. Schuld ƒ149,800. In 41 van de 4 4 classes werd voor dit fonds gecollecteerd. Het. stoomschip „Soerabaia", van Java naar Rotterdam, is 25 Jan. Portland gepas seerd; de „Anchise3" vertrok 25 Jan. van Amsterdam via Liverpool naar Java; de „General van Hamburg en Amsterdam naar Oost Afrika, arriveerde 23 Jan. to Port-Said do „Soenda", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 24 .Tan. Kaap Rocca. By koninklijk besluit zyn benoemd tot burgemeesters vanHummeloo, C. W. Vrijland, tevens secretaris; van Kamerik en Zegveld, mr. J. P. Du Koek, tevens secretaris van Kamerikvan Deventer, "W. II. F. baron Van Heemstra; van Opsterland, A. G. Smyter; van Edam, H. J. Calkoen, (allen met ingang van 1 Febr. a. s Voorts met ingang van 2 Febr. a. s Tot burg. van Landsmeer, J. M. Van Beek, tevens secretaris; en met ingang van 3 Febr. a. s. tot burg. van St.-Michielsgestel, L. Van do "Westelaken. Met ingang van 1 Febr. a. s. aan mr. J. D. Dibbits op zjjn verzoek eervol ontslag ver leend als schoolopziener in het arr. Borger Aanvulling ülllltlevret. De Regeering heeft het afdeelingsverslag der Tweede Kamer beantwoord ovir het wets ontwerp tot wijziging en aanvulling der wet betreffende de Nationale Militie. In dat ant woord wordt nader aangetoond dat het de bedoeling is om aan de lotelingen, die reeds vóór hun inlijving bjj de militie hun beroep van do buitenlandsche zeevaart maakten en die zich overeenkomstig art. 150 der wet voor de zeemilitie hebben aangeboden, doch daarby niet hebben kunnen worden aangenomen, de zekerheid te geven, dat hun de gevor derde toestemming tot het aangaan van eene verbintenis voor de buitenlandsche zeevaart in gewone tijden niet zal worden geweigerd Verder zegt de Regeering, dat door de hier voorgedragen particele wyziging van de militie- wel niot wordt vooruitgelooperi op eene „nieuwe organieke wet" tot uitvoering van art. 181, 2de lid, der Grondwet. De wetgever blijft daaromtrent volkomen vrij. In de vrees, dat de instelling van eene „herhalingsoefening" de lotelingen voorden ver volge zal weerhouden om zich voor de „zee militie" aan te melden, deelt de Regeering niet, omdat aan den dienst by de zeemilitie nog voldoende voorüeelen blyven verbonden. Maar zonder eene herhalingsoefening, zegt de Regee ring (voor niet langer dan zes weken), hebben wij den waarborg niet, dat de zeemilitie, als zy oorlogsdiensten zal hebben te vol brengen, inderdaad gescbikt zal blyken voor hare taak, en hierin behoort te worden voorzien. Do bedoeling is, de oudere lichting der zee militie zooveel mogelyk „in haar geheel" op te roepen, en wel in de maanden April en Mei, als de meest geschikte, en omdat in deze maanden, voorafgaande aan de houtvaart en de haringvisschery, de druk op de buiten landscho zeevaart en visschery het minst zal gevoeld worden. De gelegenheid biyft echter open om de oproeping ook by gedeelten te doen plaats hebben. Do kosten van eene herhalingsoefening zullen ongeveer ƒ18,000 zyn Het departement van marine behoudt zich voor, by de aflevering ter inlijving van de lotelingen voor de zeemilitie het veroischte aantal uit to zoeken en diegenen te weren, wier lichaamsgesteldheid hunne indeeling by de zeemilitie niet wenschelyk doet zijn. Gemengd Nieuws. De schouw over de schoorsteenen en stookplaatsen in de gemeente Ter-Aar, zal door heeren brandmeesters dier gemeente worden gehouden tusschon den 3den en lOden Februari a. s terwyl vóór den 3den Februari a. s. de schoorsteenen en stookplaatsen moeten gereinigd zyn. Het te Katwyk gestrande stoom schip „Caledonia", dat in veiling ƒ253 op bracht, is gekocht door den heer N. I'arlevliet, aldaar. Te Haarlemmermeer, bij Halfweg, zyn in twee maanden tyds vier woningen afgebrand; Donderdag mid ïag is aldaar afge brand de bouwmanswoning van mej Berke meyerte Haarlem, bewoond doorGroenewegen. De brandspuit was spoedig aanwezig; een aangrenzende stal, waaruit het vee was ver dreven, werd behouden. Alles was verzekerd. Hot gerechtshof te 's-H ertogea- bosch heeft in hooger beroep behandeld de zaak van het O M tegen den gewezen boek houder der spaarbank to Bergen-op-Zoom, die door de rechtbank te Breda was vrijgesproken van verduistering van gelden van. genoemde spaarbank, tegen welk vonnis de officier van justitie te Breda in hooger beroep is gekomen. Uit het verhoor van de vier gedagvaarde getuigen bleek, dat bekl. alleen in het bezit was van den sleutel der brandkast; dat hy winsten, welke gemaakt waren met het verkoopen en koopen van effecten, welke winsten in de kas der spaarbank behoorden te worden gestort, voor zich behield. Voorts dat de bekl. steeds met eene firma in effecten te Amsterdam onderhandelde, maar nooit hoeft doen uitkomen dat hy als boekhouder der spaarbank kwam, maar den schyn aannam makelaar in effecten te zyn. Verder bleek dat zyne boeken niet morde waren, dat het grootboek sinds jaren niet bijgehouden was en zijne aanteekoningen met overeenkwamen met de rekening courant van den kassier, zoomede dat hy, by een in 1894 gehouden onderzoek, een aanzienlijk bedrag to kort in kas bad. Het O M., zich gedeeltelijk vereenigende met het vonnis der Bredascho rechtbank, is van meening, dat dit vonnis voor een ander deel behoort vernietigd te worden, en eischt veroordeoling van bekl wegens verduistering van gelden tot twee jaar gevangenis mot diens onmiddellijke gevangenneming. Aan dozen laatsten eisch voldeed het Hof niot. 'Herhaaldelijk is er op aango drongtn dat do uitkèering van het handgeld aan onze kolonialen te Harderwijk wat be dachtzamer geschieden zou. In de „N. R. Ct." stolt nu oen inzender de uitkeeringsmothode by de Koloniale Reserve te Nymegen ten voorbeeld aan het koloniaal werfdepot. Daar toch worden van de ƒ144,000 niet minder dari 94,000 belegd, terwyl te Harderwijk van <le uitgekeerde 894,000 slechts/61,830 aan de verleiding onttrokken wordt, d i. nog geen 7 pet. Eone moeder in de Goudsbloem straat te Amsterdam had eergisteren haar kind een „dotje" van suikei gegeven. Toen zij zich eenige oogenblikken verwijderd had en daarna terugkwam, bleek het dat het kind iri het „dotje" gestikt was. Gladheid van den weg was oor zaak, dat de 20 jarige L. D., te Barneveld, viel, waarbij hy een been brak. De bruidegom uit Engeland. SM.) Twee uren later ontmoette de ossendrijver Tom Smith op de binnenplaats van het station mr. Lewis Quintal en vroeg hem: „Heeft u den jongen man gesproken, sir?" „Ja, Smith 1" antwoordde Quintal. „Ik ont moette hem in het woud. Hy zag er ver schrikkelijk haveloos uit. Ik heb hem weg gezonden." „Zoo, zoo!" „Natuurlijk met voldoend reisgeld, om de kust te bereiken en, nadat hy zich nieuwe kleeren heeft aangeschaft, weer dienst op een schip te kunnen zoeken." „Dat was ook hot beste," meende de voer man. „Ik geloof namelijk ook, dat de jonge man beter past voor het blauwe water dan voor de Australische wildernis." IV. De menschelyke stem, die den moordenaar had doen schrikken, was die van den Duitschen kolonist Karl Eberhard, die met zijn hond in het gomboomenwoud op de kangoeroe- jacht was. IIQ ontdekte inderdaad zulk een dier, dat met groote sprongen vluchtte. De hond ver volgde het spoor tot aan een kleine smalle opening in het woud, bleef daar plotseling staan en begon erbarmelijk te blaffen. Toen de DuitBcher de bewuste plaats bereikte, zag hy den hond staan voor eene met bloed be dekte men8cheli)ke gestalte, die onbeweeglijk op het mos lag. Terwijl by zich over de gestalte heen üoog, herkende Eberhard den jongen man, dien by daags te voren gezien had voor „Devroolijke kangoeroe," toen hy daar voorbygereden was. „Dat is zonderling!" zeide by. „Wie kon er belang by hebben, dezen armen man te ver moorden, die er waarlyk niet uitziet, alsof hy j zelfs maar een shilling in den zak had?" Maar hy ontdekte nog teekenen van leven by het ongelukkige slachtoffer, dat zacht scheen te ademen. Hy had eenige kennis van de heelkunde, legdo een noodverband en droeg den gewonde daarna voorzichtig naar het j station, dat niet al te ver verwyderd was. Daar onderzocht hy de wonde nauwkeuriger en kwam tot de overtuiging, dat het mes op een rib afgegleden en de wonde dus niot doo- deiyk was. Werkeiyk keerde het bewustzyn, onder goede behandeling, na eenige uren by den matroos terug en met zwakke stem sprak j hy zyn dank uit voor de redding, i „Wie heeft u overvallen in het woud?" vroeg Eberhard. „De gemeene tooneelspeler Titus Clarke uit Bristol," fluisterde Laurel. „Hoö komt die hier in deze afgelegene streek?" „Hy woont reeds eenigen tyd op mr. Mortons station." m „Daarvan is my mets bekend en ik zou het toch eigenlyk moeten weten. „Ik ken namelijk een jongen heer, Lewis Quintal genaamd, met dien is hy hier gekomen." „Dan vergist gij u zeker. Quintal had geen reisgenoot toen hy aankwam." „Titu3 Clarke heeft het my zelf gezegd." „En waarom heeft hij u willen vermoorden?" „Dat weet ik niet. Hy wilde my eerst in naam van mr. Quintal tien pond sterling geven daarmede moest ik onmiddellyk naar Sydney reizen." „Gy mocht u dus niet op het station laten zien?" „NeenIk wenschte echter volstrekt met mr. Quintal te spreken en wees zyn aanbod van de hand. Toen beloofde hy, my naar het station te brengen, en voerde my dieper in het woud. Waarom hy mij daar trachtte te ver moorden, is my geheel onbegrypeiyk." „Maar Ik begryp langzamerhand de ver- schrikkelyko toedracht der zaak", murmelde Eberhard nadenkend. „Beschryf my eens nauw keurig het voorkomen van den acteur." Laurel deed dit. „Zoo ziet Quintal er uit", zeide de Duitscher. „Neen, ik bedoel Clarke, die evenwel eenige geiykenis met hem heeft, even jong, sieriyk en fijn is, wel is waar niet zoo vriendeiyk en innemend, maar ernstig en afstootend in zyn voorkomen." „üw Titus Clarke en de vermeende Lewis Quintal op Mortons station zyn één en dezelfde persoon. De schurk heeft den ongelukkigen Quintal vermoord, zooals hy ook u heeft willen dooden, om de ontdekking der eerste misdaad te verhinderen Welk een geluk, dat de booswicht nog bytyds ontmaskerd wordt, voordat de arme Mabel door hem in het ver- schrikkelykste ongeluk geraakt 1 Ik weet nu genoeg, Laurel. Het overige is voor myne rekening 1 Ik laat voor u een dokter uit Tam- worth komen en schryf tevens aan den sheriff van het district, die daar woont." Hy schreef haastig een uitvoerig verslag van het voorgevallene en zond daarmede een zyner manschappen, die snel het beste paard moest zadelen, in alle haast naar Tam worth. Drie dagen waren sedert verstreken. Het wa3 avond, reeds een uur na den theetyd en buiten stikdonker. in de woonkamer van Mortons station zaten weer de oude squatter, Mabel en de ver meende mr. Lewis Quintal om de theetafel. Mabel sloeg nu en dan een accoorü op de nieuwe pianmo aan, haar bruidegom rookte eene cigarette, terwyl do squatter de nieuwste courant las. Plotseling werd er heftig aan de deur geklopt. „Binnen!" riep Morton. In do deur verscheen do sheriff van Tam- worth, achter hem twee politio-agenten en de Duitscho stationhouder Eberhard. „Nu, sheriff, wat verschaft my de eer?" vroeg Morton verwonderd. Zonder daarop te antwoorden, ging de sheriff recht op den vermeenden Quintal af er. sprak met plechtige stom„In naam der wet arresteer ik u, Titus Clarke uit Bristol 1" „Onzin!" riep Morton. „Deze heer heet Lewis Quintal en „Zoo is het," stamelde de ellendeling, bleek van schrik „Hier moet eene vergissing plaats hebben!" „Gy liegt, schurk," sprak de sheriff „Gy sloopt hier binnen en vond voor uwe leugens geloof, nadat gy den werkelyken Lewis Quintal, wiens rol gy als acteur wist te spelen, in het woud by Tamwortb vermoord en bestolen hadt. Men heeft het lyk gevondon en ook uitgevor8cbt, dat gy een paard verkocht hebt." „Dat alles is niet waar!" „Daarna hebt gy, om de ontdekking uwer eerste misdaad te verhinderen, den matroos Fred Laurel trachten te vermoorden, maar mr. Eberhard heeft hem gered. Fred Laurel leeft en zal tegen u getuigen." Doodsbleek deinsde de ellendeling onder dit verpletterende bericht terug. „Doet hem boeien aan, mannen 1" gebood de sheriff den politie-agenten. „En dan weg met hem naar Tamworth, naar de gevangenis 1" Da voormalige acteur werd weggevoerd. „Goeden avond, air!" zeide de sheriff tot Morton. „Ik heb hier niets meer te doen. Maar mr. Eberhard zal wel de goedheid heb ben, nog een oogenblik by u te blijven, om u do zaak nader uiteen te zetten." Daarmode verliet hy het vertrek. Mabel en haar oom waren zeer opgewonden, en hunne opgewondenheid nam nog toe, toen Eberhard de zaak uitvoerig uiteenzette. De jonge dame begon luid te weenen, toen bedacht, dat zy op het punt had gestaan, de vrouw van zulk een misdadiger te worden. Mr. Morton echter ging naar den Duitscher toe, drukte hem de hand en sprak „Ik dank u, mr Eberhard!" „Gy z(jt nu niet moer boos op my, mr. Morton?" „Neen, zeker niet. Gy zyt oon braaf man „Dus mag ik ais getrouwe nabuur u evenals vroeger weer bezoeken?" „Ik verzoek u er zelfs om." Met een biy gemoed reed do Duitscher een uur later naar huis. Titus Clarke werd door het hof van ge zworenen te Tamworth ter dood veroordeeld. De oude squatter dacht er niet meer aan, in de verte te zoeken, wat hy in de nabyhoid veel beter kon krygen. Hy begunstigde nu de genegenheid zyner nicht en weldra werden Magel en Eberhard voor hot leven vereenigd. Fred Laurel genas van zyne zware ver- wónding; hy bleef op Mortons station en werd later tot opzichter benoemd. Menigen prettigen avond bracht hy met den eerlykon ossendryver Tom Smith by Jim Swan in „De vrooiyke kangoeroe" door.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1