N°. 10706.
Donderdag 17 Januari.
A0. 1895.
(Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 16 Januari.
Feuilleton.
IRIS.
LEIDSCH
DAG-BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
Franco per post j D 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRUS DER ADVERTENTIËN:
Van 1-6 regels 1.05. Iedere regel moer 0.17£. Grootora
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt 0.05 berekend.
Eerste Blad.
«MttelëeU» Keiini^fevinge».
Burgemeester en Wethouders Tan Leiden;
Gezien het adres van J. 8EGA.AR, bondendo ver
zoek om vergunning tot het oprichten tan oen
drogery v*n wol, in het peroeel Michiel-str&at of
Klo'-ater No. 84.
Gelet op de artt. 6 m 7 der Wet van 2 Janil87G
(Staatsblad No. 95);
Geven bg deze kennis aan het publiek dat ge
noemd verzoek met de bglagen op do 8eoretarie
dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op
Dinsdag 29 Jan. a. s., 'e voormiddaga te elf uren,
op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven
om bozwaron tegen dat verzoek in te brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leidon, F. WAS, Burgemeester.
15 Jsd. 1895. E. KIST, Secretarie.
Een negentiental ingezetenen van Leiden
was gisteravond in „Café Suisse" alhier bijeen
gekomen, ingevolge de oproeping tot het op
richten van eene „Afdeeling Leiden" der
„Zuid-Hollandscho IJsvereeniging," waarvan
hoofddoel is de ijsbanen op de openbare
wateren in orde te brengen en te houden,
iets, dat velen niet overbodig zullen achten.
Besloten werd de contributie der leden op
één gulden te bepalen, terwyl dames eveneens
als leden worden aangenomen tegen vijftig
cents.
Aangezien geen concept reglement ter tafel
werd gebracht en men zich niet, zonder te
vervallen in langdurige besprekingen, met een
bestaand reglement eener andere afdeeling
kon vereenigen, werd besloten dat de heeren
StefFelaar, Riedel, Vijzelaar, Wilhelmy Damsté,
Van der Stok, Kruisinga en Van Herwerden
een reglement zouden samenstellen en dit in
een opnieuw te beleggen vergadering aan be
langstellenden ter vaststelling eou worden
kertbaar gemaakt.
Een definitief bestuur zou op diea avond
dan ook worden gekozen.
B(j het voorloopig bestuur kan men zich
voor het lidmaatschap aanmelden, terwijl ook
in verschillende sociëteiten lijsten ter teekoning
zullen worden aangeboden.
Ter vergadering waren ook aanwezig vier
bestuursleden van de vereenigingen 's-Graven-
hage, Voorschoten, Sassenheim en do „Leidsche
IJsclub," terwijl ook schriftelijke bewijzen
van instemming waren ingekomen.
Den vorigon winter lieten zich een 80-tal
inwoners van Leiden als tijdelijk lid der afd.
'8-Qravenbage inschrijven. Op een enkele uit
zondering. na mag men verwachten dat deze
personen zich b\j de afd. Leiden als lid zullen
laten inschrijven, zoodat men dus b(j de op
richting van een 100 tal leden kan verzekerd
zijn.
Het gebouw der Christelijke Wijkver-
eeniging aan het Levendaal alhier heeft Zondag
jl. twintig jaren bestaan. Morgenavond om half-
negen zal in dat Wykgebouw dat feit met
een dank- en bedestond herdacht worden.
De kunstcriticus van de „Arnhemsche
Courant" geeft een uitvoerig verslag over de
tentoonstelling van de werken van Melchers,
Doudelet en Toussaint, die nu in het Stede
lijk Museum alhier wordt gehouden.
Nu wy ook aan anderer oordeel eene plaats
in ons blad inruimden, achten wij het gepast
ook een gedeelte (II) uit bewust verslag aan
te halen.
„Geluksdroomen", zoo schrijft de bewuste
criticus, noemt Melchers zijn uitingen. De
eerste serie „de Eenvoudigen", omvat een tien
tal werken: „Het huis der jonge Bruid", „Na
den arbeid", „Zaterdagmiddag", „Eenvoudig
wezen", „Het Veerhuis", „Gelukshaven",
„Noentijd", „Angstig voorgevoel", „Afster
ven" en „Kindervreugd". Tot toelichting geeft
de catalogus (met een teekening van Tous
saint versierd) de volgende woorden: „Stil in
„mijn Binnen-Ik", wonen zij Stil. Langs
Velden van Geluk weiden hun zieningen. Ze
wonen in Zondagshuisjes met blinde droo-
mende aangezichten. Daar zijn zij Goed en
hebben elkaar lief In hunne oogen spiegelt
zich liefde. Zy leven en ze gaan dood Zoo
maar Hun Geluk is en Het i9 altijd. Het
is uit hunne harten en het moet zoo zijn.
Alleen dood en ziekte doen p[jn zoo leven
zij naar Christus en kennen God slechts in
de natuur."
In sommige zijner werken is de artist
m. i. volkomen geslaagd de in bovengenoemde
woorden vervatte gedachte te vertolken. De
heer Melchers wil van het geluk der eenvou
digen, van de kinderen der natuur, met al
hunne naleveteit en edelmoedige harten spre
ken, die te midden eener reine rust leven,
welke door niets wordt verstoord dan door
ziekte en dood alleen, en in logisch ver
band hiermede staat de „expressie" dezer
ideeën, die aan dit kinderlijk leven raakt. Ik
voor my geloof stellig, dat de door dezen
artist gegeven kunst, eenvoudig de uitdruk
king is van zgn gevoelen, hem door den
droom naar „Geluk" geïnspireerd.
Overtuigd als hy biykt, dat als ons mooiste
levensdoel, het trachten te bereiken van het
Geluk, het hoogste ideaal is dat wy ons
kunnen denken, en het nog immer bedroevend
mag worden genoemd, dat dikwerf dat geluk
van eenigen ten koste van anderer leed wordt
verkregen, heeft Melchers het smachten naar
geluk als symbool aangegrepen, voor zyn
diepgevoelde uitingen.
Terwyi zoovele anderen zich in myticisme
verdiepen, of de verschrikkingen van het leven
in al hun koude naaktheid geven, sommigen
de weelde in beeld trachtten te brengen, weer
anderen de verachting tot motief kozen, of
enkelen eenvoudig de dichterlijke gevoelens
van een verteederd hart geven wilden, Melchers
gevoelt zich aangetrokken tot het geluk dor
stil simpelen. Uit zyn werk spreekt veel Liefde,
sober is de behandeling; alléén het hoog-
noodige bezigt hy om zyn doel te bereiken.
Zoo byv. „het huis der jonge Bruid."
Op den voorgrond oen kleurig geverfd hekje,
dat een boerenerf afsluit; symmetrisch zyn er de
perkjes, van tulpen, violen en irissen, terwyl
convolvules en madeliefjes op den voorgrond
van vrede schynen te spreken. Stil kalm staat
het net-geschilderde huisje daar, met zyn sober
deurtje en eenvoudige beluikte vensters, en als
een feest van bloesemweelde bloeit er een ry
rose boomen (n et wit-bedekto boomsta nmen)
langs het geveltje, symoool van het nieuw-jong
begonnen leven. Terzyde van deze boeren
woning oen aantal bijenkorven, aan het nijvere
landbouwbedrijf herinnerend. Geen enkel
menscheiyk figuurtje komt op deze afbeelding
voor, en dit is, in verband met de vredige
stemming, die de artist heeft weten uit te
drukken, zeer juist gezien. Een passe-partout
van witto met toedere bloempjes versierde
stof, en een eenvoudig witte lyst dienen tot
harmonisch kader van het geheel. „Kinder
vreugd" vind ik nog mooier doorgevoerd.
Een zestal meisjes in Marker kostuum be
weegt zich in rondedans op 't strand, voor
een grooto bomschuit met uitvoerig gepenseelde
tuigage, en links is even nog een stukje zee
plas, die zyn eentonig-suizend lied schynt te
zingon, is prachtig van teekening, schildering
en kleur. Ook uit dit paneeltje blijkt over
tuigend met welk een groote liefde Melchers
de détails weet te verzorgen.
Tot lid van den Zoeterwoudschen gemeen
teraad is met 161 stemmen gekozen de heer
J. Van Konynenburg.
Gekozen is tot kerkvoogd der Ned.-Herv.
Kerk te Zoetermeer en Zegwaard de heer
A. J. Van Reeuwyk, te Zegwaard.
De groote afslag der zeewering by den
storm en hoogeD vloed op den 23sten December
jl. geeft het bestuur der Scheveningsche
Bouwvereeniging aanleiding don Haagschen
gemeenteraad te kennen te geven, dat het de
toekomst voor het „Hotel Garni" niet zonder
zorg te gemoet ziet.
Uit hetgeen de ondervinding in de laatste
jaren heeft geleerd, blykt dat benoorden de
hoofden, die gaandeweg zyn gelegd, de afname
van het strand on het duin of de zeewering by
voortduring sterk toeneemt.
Nu hebben adressanten Ternomen dat by het
Hoogheemraadschap van Delfland het voor
nemen bestaat, het aantal steenen hoofden
te vermeerderen en wel tot duinprofiel
tegenover de Keizerstraat, en mocht dit juist
zyn, dan bestaat gegronde vrees, dat de
aanval van de zee by hot „Hötel Garni"
sterker zal worden, zoodat by storm en hoogen
vlood en ten gevolge van niet voldoendo
verdediging van den duinvoet, mogeiyk gevaar
voor het gebouw kan ontstaan.
Bovendien zyn adressanten overtuigd dat
Delfland genoodzaakt zal zyn het aantal
steenen hoofden noordwaarts uit te breiden,
hetgeen ongetwyfeld zeer ten nadeele der
badplaats zal zyn, daar juist het vs$e strand
een der grootste aantrekkelykheden van
Scheveningen is.
Naar het oordeel van adressanten zyn voor
de gemeente gegronde termen aanwezig, om,
mogeiyk met eene tegemoetkoming van het
ryk, het onderhoud van de zeewering, van af
de villa Mess tot den opzet naast het Kurliaus,
van Delfland over te nemen, om in de gelegen
heid te zyn daarbij rekening te kunnen
houden met de belangen der badplaats, die
by de kustverdediging aldaar bestaan.
Het lectuur der Scheveningsche Bouwver
eeniging verzoekt den Raad een en ander in
aandachtige overweging te nemen on by de
regeering de noodige stappen to doen om
eene regeling als bovenbedoeld in het leven
te roepen.
De begrafenis van den bibliothecaris van
de koninklijke bibliotheek, dr. T. C. L. Wyn-
malen, is bepaald op Donderdag a. s. op
Eik-en-Duinen, by 's-Gravonhage. De ïykstoet
zal te elf uren het sterfhuis in de Adelheid-
straat verlaten.
Wegens het overlyden van dr. "Wijnmalen
zal Donderdag zoowel de koninklyke biblio
theek als het museum-Westreenianum te
's-Gravenhage, waarvan de overledene hoofd
bestuurder was, voor het publiek gesloten zyn.
De jongste storm te Scheveningen heeft
Me§dag geïnspireerd tot drie scbilderyen. Twee
te zien. Vooral de golven yan den enormen*-? Maaï'van zullen met een twintigtal andere
doeken van dien meester in Febr. by Goupil
te Londen worden geëxposeerd. Yan het derde,
voorstellende de tegen het duin geworpen
pinken, zal Den Haag de „primeur" hebben.
De kapitein ter zee H. Quispel, gewezen
commandant der maritieme middelen te Lom
bok, zal naar Nederland terugkeeren.
De Harmonie-Vereeniging „Concordia", te
IJmuiden, heeft het initiatief genomen om
de van Lombok repatrièerende troepen, die
morgen, Donderdag, of Yrydag te IJmuiden
per stoomschip „Conrad" worden binnenver-
wacht, feestelijk te ontvangen.
Eenige toepasselijke liederen zullen wor
den verspreid en de „Harmonie" zal de ont
vangst opluisteren.
De burgerij blykt met het plan zeer inge-
nomon te zyn, zoodat de eer, IJmuiden aan
gedaan van de eerste troepen uit Lombok
na de roemvolle overwinning te zien terug
komen, waardig zal gevierd worden.
Als de boot nu maar niet by nacht pas
seert, want dan kan or van feesteiyke ont
vangst natuuilyk niets komen!
De deputaten voor de zending der Gere
formeerde Kerken hebben onlangs, met 't oog
op den grooton geestelijken nood in onze
Indien, een rondschrijven gericht tot alle
predikanten dier Kerken, met de vraag, of zy
ook bereid waren 2ich beschikbaar te stellen
voor eene uitzending naar Indië.
Naar wy nu vernemen, hebben vele predi
kanten zich daartoe bereid verklaard en zullen
dus deputaten hebben uit te maken, hoe velen
en wie zullen worden gezonden. (U. D.)
De minister van oorlog brengt ter kennis
van de belanghebbenden, dat in het jaar 1895
geen studenten in de geneeskunde aan de
universiteiten hier te lande zullen worden
toegelaten tot de verbintenis, bedoeld by
artikel 18 der wet van 2 Augustus 1880
(Staatsblad No. 145), om, na het verkrijgen
van den titel van arts, eene benoeming tot
officier van gezondheid by het personeel van
den geneeskundigen dienst der landmacht
aan te nomen.
Het stoomschip „Java," van Batavia
naar Amsterdam, vertrok 14 Jan. van Padang;
de „Koningin-Regentes," van Batavia naar
Amsterdam, vertrok 14 Jan. van Port-Said;
de „Bloemfontein," van Amsterdam en Londen
naar Kaapstad, vertrok 13 Jan. naar Dart
mouth; de „Kaiser," van Hamburg en Am
sterdam naar Oost Afrika, vertrok 13 Jan.
van Zanzibar; de „Ardjoeno," van Batavia
naar Rotterdam, vertrok 15 Jan. van Perim;
de „Drente," van Batavia naar Rotterdam,
arriveerde 15 Jan. te Suez; de „Prinses
Wilbelmina," van Amsterdam naar Batavia,
vertrok 15 Jan. van Southampton; de „Tele-
machus," van Amsterdam en Liverpool naar
Java, arriveerde 15 Jan. te Port Saidde
„Amsterdam," van Rotterdam naar Nieuw-
York, passeerde 14 Jan. Scillyde „Glaucus,"
van Amsterdam naar Java, arriveerde 14 Jan.
te Liverpool; de „Kanzier," van Oost Afrika
naar Vlissingen en Hamburg, passeerde 14
Jan. Gibraltar; de „Prins van Oranje," van
Amsterdam naar Batavia, passeerde 14 Jan.
Perim; de „Prins Willem IY" arriveerde 15
Jan. van West Indië te Amstordam; de
„Soembing," van Rotterdam naar Java, arri
veerde 15 Jan. te Marseille; de „Prinses
Marie", van Amsterdam naar Batavia, arriv.
16 Jan. te Port Said.
Bij koninklyk besluit is benoemd tot
notaris binnen het arr. Rotterdam, ter stand
plaats Schiedam, H. B. E. Blaise, candidaat-
notaris te Arnbenr.
Aan raej. M. J. L. A. T. G. Lefebvre, geb.
te Doornik, vergunning verleend tot het geven
van middelbaar onderwys hier te lande, mits
zy overigens aan de daartoe by de wet ge
stelde eischen voldoe.
Aan den luit. ter zee 1ste kl. jhr. H. L.
Wichers vergunning verleend tot het aannemen
der versierselen van ridder 3de kl. der Danno-
brog-orde, hem geschonken door den koning
van Denemarken.
Met ingang van 1 Febr. a. s.1°. de officier
van adm. 1ste kl. L. C. Duhne, op pensioen
gesteld, onder toekenning van een ponsioen
van ƒ1400 en een verhooging, ingevolge 1 §c,
der wet van 1 April 1875, van ƒ1125'sjaars;
2°. bevorderd tot off. van adm. 2de kl. J. S.
Do Bruyn.
Met ingang van 1 Oct. 1894, aan den met
dien datum eervol uit zyne betrekking ont-
slagon molenaar by 's Ryks magazijn van ge
neesmiddelen A. v. Niekerk, Óen pensioen van
ƒ600. Voorts aan den werkman by het
centraal-magazyn van militaire kleeding en
uitrusting te Arasterdam, T. Jan9e, mot in
standhouding van het aan hem by kon. besl.
van 5 Maart 1878 toegekend militair pensioen
ad ƒ200, een afzonderlijk pensioen toegekend
tot oen bedrag van ƒ105 'sjaars; en aan
J. Groen een pensioen verleend van 197 's jaars.
Gemengd Nieuws.
Was de vaart in en om onze ge
meente hier en daar eenige dagen door het
ys gestremd, nadat gisteren stoombooten hot
ys op de meeste dier plaatsen gebroken hebben,
is dat heden voor verreweg het grootste go-
deelte het geval niet meer. Het mooie is nu
overal van het ys af.
De raelkverkooper W., van R y p -
wetering, is aan den Poel met een geladen brik
22)
Men had het verbazend druk over Parys,
waar Adonau, zooals uit eenige losse gezegden
viel op te maken, den vorigen winter met de
dames kennis had gemaakt. Miss Fanny
dweepte met „Ia capitals, oü l'on vivait"
zooals zy zeide, „tout a fait sans gónel"
't Speet haar, dat de speelbank in Baden-
Baden was opgeheven, die, zooals haar la
baronne die en die en la comtesse zoo en zoo
verteld hadden, alleramusantst was geweest.
Toen Adenau by de koffie oen sigaar opstak, nam
miss Fanny een sieriyke, mot ivoor ingelegde
tabaksdoos uit haar zak, draaide met eene
van oefening getuigende vaardigheid een papie
ren cigarette, stak die eveneens op, leunde
in haar stoel achterover en rookte met zicht
baar genoegen. Daarna vroeg zy den ober-
kellner: „of het rytuig gereed was?'waarop
deze met een eerbiedige buiging toestemmend
antwoordde. Het drietal stond nu op; twee
op eenigen afstand wachtende kellners kwamen
met de mantels dor dames aandragen en
brachten die naar het rytuig, dat aan de over-
zyde der brug stond. Adenau en de dames
volgden, voorafgegaan door den oberkellner.
„Naar het oude slot!" riep deze den koetsier
toe, waarna de open landauer in voile vaart
wegreed.
Tissenborn wenkte.den terugkeerenden ober
kellner, om zgn vertering te betalen, en vroeg
zoo ter loops: „Wie zyn die twee dames en
die heer, die daar wegryden?"
„Mrs. Mac Clean en haar dochter miss
Fanny, twee voorname Engelsche dames."
„Ik geloof, dat ik hen kort geleden te Parys
gezien heb! Zyn zy hier al lang?"
„Eerst sedert een paar dagen, wel te ver
staan, de dames. Zy hebben de gebeele eerste
verdieping en de equipage van het hotel voor
veertien dagen gehuurd. Herr Adeno," de
oberkellner sprak den naam op zgn Fransch
uit, „is, zooals de kamenier van mrs. Mac
Clean zegt, miss Fanny's verloofde."
Tissenborn betaalde en verliet den tuin.
Al wat hy wenBchte te weten, bad hy ver
nomen. Hy behoefde dus niet langer In Baden-
Baden te blyven.
Terwyl de nachttrein hem naar Frankfort
terugvoerde, overdacht hy nog eens alles, wat
hy de laatste dagen gezien en gehoord had.
Do voor een oogenblik by hem opgekomen
verdenking, dat mr. Gilbert by dat alle3 wel
eens de hand in het spel kon hebben, had
hy ainds lang laten varen, daar voor zulk
een veronderstelling niet de minste grond
bestond. Dat de yverige pogingen, die Rem
mingen in het werk stelde, om de echtschei
ding zonder welke een huwelyk van zyn
bondgenoot met de Engelsche dame onmogeiyk
was, zoo spoedig mogeiyk tot stand te
doen komen, alleen ten doel hadden, zyn geld
terug te krygen, had hyzelf onomwonden te
kennen gegeven, maar in hoeverre de Lassen-
bergsche papieren daarby betrokken wareD,
kon Tissenborn natuurlyk onmogeiyk weten.
De veronderstelling echter, dat Adenau zich
aan het vervalschen van wiaaela bad schuldig
gemaakt, lag tamelyk dicht voor de hand.
Waarschyniyk was Remmingen daarby be
trokken geweest en had, om zichzelf te dek
ken, de papieren in quaestie in zyn bezit
weten to krijgen, in de hoop later met Adenau
een voor hem voordeelige schikking te treffen.
Dat hy door die schikking, van welken aard
die dan ook zyn mocht, een groote macht
over dezen uitoefende, was aan geen twyfel
onderhevig. Wat miss Fanny en hars moeder
betrof, zy gaven wel is waar niet den indruk
van dames uit de groote wereld, maar schenen
toch ook geen avonturiersters te zyn. Rem
mingen had in zyn gesprek met Adenau
zooveel nadruk gelegd op de deugdelykheid
zyner „informaties", dat de rykdom der Engel
sche dames een uitgemaakte zaak scheeD.
Hy was er de man niet naar, om over één
□acht ys te gaan, waar het zyn eigen be
langen gold. Naar alle waarschgnlykheid was
mrs. Mac Clean de weduwe van den een of
anderen Londenschen parvenu, die haar een
groot vermogen nagelaten had, waarvan ze
nu met haar dochter wilde genieten. Ge
durende den winter waren zy in Parys met
Adenau in kennis gekomen, en bad de knappe,
elegante, geestige jonge man een diepen in
druk gemaakt op het onbewaakte hart van
mis3 FanDy. Van zyn huwelyk wist zy natuur
lyk niets, en hy had er zeker wel degeiyk
voor gezorgd, dat zy er niets van te weten
kon komen. Zonder zich veel om zyne om
standigheden te bekommeren, had zy zich
door hem het hof laten maken, en waa nu
wel geneigd het ernst te laten worden. Zy
noch hare moeder schenen aan overmaat van
gezond verstand te ïyden. Vrouwen van haar
soort zyn gemakkelyk to misleiden, vooral
als de liefde er by in 't spel komt, en dat
mi3s Fanny op Adenau verliefd was, kon
men duideiyk uit haar manier van doen op
maken. Dat alles leek zoo eenvoudig mogeiyk
en Adenau's zeggen; „dat hy de zaak nog
niet recht vertrouwde," kon natuurlyk slechts
slaan op do grootte van het vermogen zyner
„verovering". In dien zin had Remmingen
het ook opgevat, en met een vorwyzen naar
de betrouwbaarheid zyner „informaties" be
antwoord. Het bad er allen scbyn van, of
hy eerlyk te werk ging. Welke reden zou
hy ook kunnen hebben om zyn bondgenoot
een rad voor de oogen te draaien?
Dit alles in overweging genomen, was het
bier te doen om iets, waarby de Engelsche
dames het meest op 't spel zetten. Dat er
by Adonau geen spake was van liefde voor
miss Fanny, was, uit hetgeen hy in 't spoor
gezegd had, duideiyk op te maken. Hy had
bepaald berouw over zyn vroeger gedrag
tegenover Maud. De vergelyking van Rem
mingen van „het verdoolde lammetje" was
ruw, maar doeltreffend. Het onderscheid tus-
schen Maud en miss Fanny was inderdaad
te groot, dan dat Adenau 't nu niet dubbel
moest ondorvindeh.
En Maud? Zy had zeker niet het minste
vermoeden van al, wat hier voorviel, en waarby
zy toch zulk een gewichtige, hoewel dan ook
geheel lydelyke rol speelde. Hare vroegere
omstandigheden waren tusscben haar en
Tissenborn nooit ter sprake gekomen. Gevoelde
zy nog eenige genegenheid voor den man,
die zich haar liefde zoo onwaardig betoond
had° In één der notion van het dagboek sprak
zy van het bittere gevoel, te moeten vorachten
daar, waar zy eens bewonderend had lief
gehad. Was in deze verachting het laatste
overblyfsel der vroegere liefde ondergegaan?
Adenau's hoop, dat Maud daarom geen stappen
tot een echtscheiding gedaan had, om do
mogelykheid tot een verzoening niet uit te
sluiten, scheen Tissenborn volstrekt nog zoo
ongegrond niet toe. „Hare liefde voor my
was trouw en oprecht," had Adenau gezegd.
Ja, zy had hem trouw en oprecht liefgehad!
Met weemoedigen nUd moest Tissenborn dit
toegeven, Wio was in staat de diepten van
een vrouwenhart te doorgronden? Het hare,
zóó ryk aan liefde, moest ook ryk aan ver
gevensgezindheid zynl Wat wist hy eigenlyk
af van al wat vroeger tusschen de echtgo
nooten was voorgevallen? Wie stond er voor
in, dat het fragmentarische verhaal van myn
heer Van Hoven een getrouw beeld was van
den werkelyken stand van zaken?
Zulke en dergelijke gedachten hielden Tis
senborn onafgebroken bezig gedurende zyn
nachtelyken tocht.
Wat moest, wat kon hydoen? Het eenvou
digste was ontegenzeglyk, alles maar stil zuil
gang te laten gaan. Als Adenau hertrouwde,
was Maud voor altijd van hem gescheiden
en vry.
(Woril vsrvolgd