N°. 10706. Donderdag 17 Januari. A0. 1895. (Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 16 Januari. Feuilleton. IRIS. LEIDSCH DAG-BLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10. Franco per post j D 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRUS DER ADVERTENTIËN: Van 1-6 regels 1.05. Iedere regel moer 0.17£. Grootora letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt 0.05 berekend. Eerste Blad. «MttelëeU» Keiini^fevinge». Burgemeester en Wethouders Tan Leiden; Gezien het adres van J. 8EGA.AR, bondendo ver zoek om vergunning tot het oprichten tan oen drogery v*n wol, in het peroeel Michiel-str&at of Klo'-ater No. 84. Gelet op de artt. 6 m 7 der Wet van 2 Janil87G (Staatsblad No. 95); Geven bg deze kennis aan het publiek dat ge noemd verzoek met de bglagen op do 8eoretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Dinsdag 29 Jan. a. s., 'e voormiddaga te elf uren, op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bozwaron tegen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leidon, F. WAS, Burgemeester. 15 Jsd. 1895. E. KIST, Secretarie. Een negentiental ingezetenen van Leiden was gisteravond in „Café Suisse" alhier bijeen gekomen, ingevolge de oproeping tot het op richten van eene „Afdeeling Leiden" der „Zuid-Hollandscho IJsvereeniging," waarvan hoofddoel is de ijsbanen op de openbare wateren in orde te brengen en te houden, iets, dat velen niet overbodig zullen achten. Besloten werd de contributie der leden op één gulden te bepalen, terwyl dames eveneens als leden worden aangenomen tegen vijftig cents. Aangezien geen concept reglement ter tafel werd gebracht en men zich niet, zonder te vervallen in langdurige besprekingen, met een bestaand reglement eener andere afdeeling kon vereenigen, werd besloten dat de heeren StefFelaar, Riedel, Vijzelaar, Wilhelmy Damsté, Van der Stok, Kruisinga en Van Herwerden een reglement zouden samenstellen en dit in een opnieuw te beleggen vergadering aan be langstellenden ter vaststelling eou worden kertbaar gemaakt. Een definitief bestuur zou op diea avond dan ook worden gekozen. B(j het voorloopig bestuur kan men zich voor het lidmaatschap aanmelden, terwijl ook in verschillende sociëteiten lijsten ter teekoning zullen worden aangeboden. Ter vergadering waren ook aanwezig vier bestuursleden van de vereenigingen 's-Graven- hage, Voorschoten, Sassenheim en do „Leidsche IJsclub," terwijl ook schriftelijke bewijzen van instemming waren ingekomen. Den vorigon winter lieten zich een 80-tal inwoners van Leiden als tijdelijk lid der afd. '8-Qravenbage inschrijven. Op een enkele uit zondering. na mag men verwachten dat deze personen zich b\j de afd. Leiden als lid zullen laten inschrijven, zoodat men dus b(j de op richting van een 100 tal leden kan verzekerd zijn. Het gebouw der Christelijke Wijkver- eeniging aan het Levendaal alhier heeft Zondag jl. twintig jaren bestaan. Morgenavond om half- negen zal in dat Wykgebouw dat feit met een dank- en bedestond herdacht worden. De kunstcriticus van de „Arnhemsche Courant" geeft een uitvoerig verslag over de tentoonstelling van de werken van Melchers, Doudelet en Toussaint, die nu in het Stede lijk Museum alhier wordt gehouden. Nu wy ook aan anderer oordeel eene plaats in ons blad inruimden, achten wij het gepast ook een gedeelte (II) uit bewust verslag aan te halen. „Geluksdroomen", zoo schrijft de bewuste criticus, noemt Melchers zijn uitingen. De eerste serie „de Eenvoudigen", omvat een tien tal werken: „Het huis der jonge Bruid", „Na den arbeid", „Zaterdagmiddag", „Eenvoudig wezen", „Het Veerhuis", „Gelukshaven", „Noentijd", „Angstig voorgevoel", „Afster ven" en „Kindervreugd". Tot toelichting geeft de catalogus (met een teekening van Tous saint versierd) de volgende woorden: „Stil in „mijn Binnen-Ik", wonen zij Stil. Langs Velden van Geluk weiden hun zieningen. Ze wonen in Zondagshuisjes met blinde droo- mende aangezichten. Daar zijn zij Goed en hebben elkaar lief In hunne oogen spiegelt zich liefde. Zy leven en ze gaan dood Zoo maar Hun Geluk is en Het i9 altijd. Het is uit hunne harten en het moet zoo zijn. Alleen dood en ziekte doen p[jn zoo leven zij naar Christus en kennen God slechts in de natuur." In sommige zijner werken is de artist m. i. volkomen geslaagd de in bovengenoemde woorden vervatte gedachte te vertolken. De heer Melchers wil van het geluk der eenvou digen, van de kinderen der natuur, met al hunne naleveteit en edelmoedige harten spre ken, die te midden eener reine rust leven, welke door niets wordt verstoord dan door ziekte en dood alleen, en in logisch ver band hiermede staat de „expressie" dezer ideeën, die aan dit kinderlijk leven raakt. Ik voor my geloof stellig, dat de door dezen artist gegeven kunst, eenvoudig de uitdruk king is van zgn gevoelen, hem door den droom naar „Geluk" geïnspireerd. Overtuigd als hy biykt, dat als ons mooiste levensdoel, het trachten te bereiken van het Geluk, het hoogste ideaal is dat wy ons kunnen denken, en het nog immer bedroevend mag worden genoemd, dat dikwerf dat geluk van eenigen ten koste van anderer leed wordt verkregen, heeft Melchers het smachten naar geluk als symbool aangegrepen, voor zyn diepgevoelde uitingen. Terwyi zoovele anderen zich in myticisme verdiepen, of de verschrikkingen van het leven in al hun koude naaktheid geven, sommigen de weelde in beeld trachtten te brengen, weer anderen de verachting tot motief kozen, of enkelen eenvoudig de dichterlijke gevoelens van een verteederd hart geven wilden, Melchers gevoelt zich aangetrokken tot het geluk dor stil simpelen. Uit zyn werk spreekt veel Liefde, sober is de behandeling; alléén het hoog- noodige bezigt hy om zyn doel te bereiken. Zoo byv. „het huis der jonge Bruid." Op den voorgrond oen kleurig geverfd hekje, dat een boerenerf afsluit; symmetrisch zyn er de perkjes, van tulpen, violen en irissen, terwyl convolvules en madeliefjes op den voorgrond van vrede schynen te spreken. Stil kalm staat het net-geschilderde huisje daar, met zyn sober deurtje en eenvoudige beluikte vensters, en als een feest van bloesemweelde bloeit er een ry rose boomen (n et wit-bedekto boomsta nmen) langs het geveltje, symoool van het nieuw-jong begonnen leven. Terzyde van deze boeren woning oen aantal bijenkorven, aan het nijvere landbouwbedrijf herinnerend. Geen enkel menscheiyk figuurtje komt op deze afbeelding voor, en dit is, in verband met de vredige stemming, die de artist heeft weten uit te drukken, zeer juist gezien. Een passe-partout van witto met toedere bloempjes versierde stof, en een eenvoudig witte lyst dienen tot harmonisch kader van het geheel. „Kinder vreugd" vind ik nog mooier doorgevoerd. Een zestal meisjes in Marker kostuum be weegt zich in rondedans op 't strand, voor een grooto bomschuit met uitvoerig gepenseelde tuigage, en links is even nog een stukje zee plas, die zyn eentonig-suizend lied schynt te zingon, is prachtig van teekening, schildering en kleur. Ook uit dit paneeltje blijkt over tuigend met welk een groote liefde Melchers de détails weet te verzorgen. Tot lid van den Zoeterwoudschen gemeen teraad is met 161 stemmen gekozen de heer J. Van Konynenburg. Gekozen is tot kerkvoogd der Ned.-Herv. Kerk te Zoetermeer en Zegwaard de heer A. J. Van Reeuwyk, te Zegwaard. De groote afslag der zeewering by den storm en hoogeD vloed op den 23sten December jl. geeft het bestuur der Scheveningsche Bouwvereeniging aanleiding don Haagschen gemeenteraad te kennen te geven, dat het de toekomst voor het „Hotel Garni" niet zonder zorg te gemoet ziet. Uit hetgeen de ondervinding in de laatste jaren heeft geleerd, blykt dat benoorden de hoofden, die gaandeweg zyn gelegd, de afname van het strand on het duin of de zeewering by voortduring sterk toeneemt. Nu hebben adressanten Ternomen dat by het Hoogheemraadschap van Delfland het voor nemen bestaat, het aantal steenen hoofden te vermeerderen en wel tot duinprofiel tegenover de Keizerstraat, en mocht dit juist zyn, dan bestaat gegronde vrees, dat de aanval van de zee by hot „Hötel Garni" sterker zal worden, zoodat by storm en hoogen vlood en ten gevolge van niet voldoendo verdediging van den duinvoet, mogeiyk gevaar voor het gebouw kan ontstaan. Bovendien zyn adressanten overtuigd dat Delfland genoodzaakt zal zyn het aantal steenen hoofden noordwaarts uit te breiden, hetgeen ongetwyfeld zeer ten nadeele der badplaats zal zyn, daar juist het vs$e strand een der grootste aantrekkelykheden van Scheveningen is. Naar het oordeel van adressanten zyn voor de gemeente gegronde termen aanwezig, om, mogeiyk met eene tegemoetkoming van het ryk, het onderhoud van de zeewering, van af de villa Mess tot den opzet naast het Kurliaus, van Delfland over te nemen, om in de gelegen heid te zyn daarbij rekening te kunnen houden met de belangen der badplaats, die by de kustverdediging aldaar bestaan. Het lectuur der Scheveningsche Bouwver eeniging verzoekt den Raad een en ander in aandachtige overweging te nemen on by de regeering de noodige stappen to doen om eene regeling als bovenbedoeld in het leven te roepen. De begrafenis van den bibliothecaris van de koninklijke bibliotheek, dr. T. C. L. Wyn- malen, is bepaald op Donderdag a. s. op Eik-en-Duinen, by 's-Gravonhage. De ïykstoet zal te elf uren het sterfhuis in de Adelheid- straat verlaten. Wegens het overlyden van dr. "Wijnmalen zal Donderdag zoowel de koninklyke biblio theek als het museum-Westreenianum te 's-Gravenhage, waarvan de overledene hoofd bestuurder was, voor het publiek gesloten zyn. De jongste storm te Scheveningen heeft Me§dag geïnspireerd tot drie scbilderyen. Twee te zien. Vooral de golven yan den enormen*-? Maaï'van zullen met een twintigtal andere doeken van dien meester in Febr. by Goupil te Londen worden geëxposeerd. Yan het derde, voorstellende de tegen het duin geworpen pinken, zal Den Haag de „primeur" hebben. De kapitein ter zee H. Quispel, gewezen commandant der maritieme middelen te Lom bok, zal naar Nederland terugkeeren. De Harmonie-Vereeniging „Concordia", te IJmuiden, heeft het initiatief genomen om de van Lombok repatrièerende troepen, die morgen, Donderdag, of Yrydag te IJmuiden per stoomschip „Conrad" worden binnenver- wacht, feestelijk te ontvangen. Eenige toepasselijke liederen zullen wor den verspreid en de „Harmonie" zal de ont vangst opluisteren. De burgerij blykt met het plan zeer inge- nomon te zyn, zoodat de eer, IJmuiden aan gedaan van de eerste troepen uit Lombok na de roemvolle overwinning te zien terug komen, waardig zal gevierd worden. Als de boot nu maar niet by nacht pas seert, want dan kan or van feesteiyke ont vangst natuuilyk niets komen! De deputaten voor de zending der Gere formeerde Kerken hebben onlangs, met 't oog op den grooton geestelijken nood in onze Indien, een rondschrijven gericht tot alle predikanten dier Kerken, met de vraag, of zy ook bereid waren 2ich beschikbaar te stellen voor eene uitzending naar Indië. Naar wy nu vernemen, hebben vele predi kanten zich daartoe bereid verklaard en zullen dus deputaten hebben uit te maken, hoe velen en wie zullen worden gezonden. (U. D.) De minister van oorlog brengt ter kennis van de belanghebbenden, dat in het jaar 1895 geen studenten in de geneeskunde aan de universiteiten hier te lande zullen worden toegelaten tot de verbintenis, bedoeld by artikel 18 der wet van 2 Augustus 1880 (Staatsblad No. 145), om, na het verkrijgen van den titel van arts, eene benoeming tot officier van gezondheid by het personeel van den geneeskundigen dienst der landmacht aan te nomen. Het stoomschip „Java," van Batavia naar Amsterdam, vertrok 14 Jan. van Padang; de „Koningin-Regentes," van Batavia naar Amsterdam, vertrok 14 Jan. van Port-Said; de „Bloemfontein," van Amsterdam en Londen naar Kaapstad, vertrok 13 Jan. naar Dart mouth; de „Kaiser," van Hamburg en Am sterdam naar Oost Afrika, vertrok 13 Jan. van Zanzibar; de „Ardjoeno," van Batavia naar Rotterdam, vertrok 15 Jan. van Perim; de „Drente," van Batavia naar Rotterdam, arriveerde 15 Jan. te Suez; de „Prinses Wilbelmina," van Amsterdam naar Batavia, vertrok 15 Jan. van Southampton; de „Tele- machus," van Amsterdam en Liverpool naar Java, arriveerde 15 Jan. te Port Saidde „Amsterdam," van Rotterdam naar Nieuw- York, passeerde 14 Jan. Scillyde „Glaucus," van Amsterdam naar Java, arriveerde 14 Jan. te Liverpool; de „Kanzier," van Oost Afrika naar Vlissingen en Hamburg, passeerde 14 Jan. Gibraltar; de „Prins van Oranje," van Amsterdam naar Batavia, passeerde 14 Jan. Perim; de „Prins Willem IY" arriveerde 15 Jan. van West Indië te Amstordam; de „Soembing," van Rotterdam naar Java, arri veerde 15 Jan. te Marseille; de „Prinses Marie", van Amsterdam naar Batavia, arriv. 16 Jan. te Port Said. Bij koninklyk besluit is benoemd tot notaris binnen het arr. Rotterdam, ter stand plaats Schiedam, H. B. E. Blaise, candidaat- notaris te Arnbenr. Aan raej. M. J. L. A. T. G. Lefebvre, geb. te Doornik, vergunning verleend tot het geven van middelbaar onderwys hier te lande, mits zy overigens aan de daartoe by de wet ge stelde eischen voldoe. Aan den luit. ter zee 1ste kl. jhr. H. L. Wichers vergunning verleend tot het aannemen der versierselen van ridder 3de kl. der Danno- brog-orde, hem geschonken door den koning van Denemarken. Met ingang van 1 Febr. a. s.1°. de officier van adm. 1ste kl. L. C. Duhne, op pensioen gesteld, onder toekenning van een ponsioen van ƒ1400 en een verhooging, ingevolge 1 §c, der wet van 1 April 1875, van ƒ1125'sjaars; 2°. bevorderd tot off. van adm. 2de kl. J. S. Do Bruyn. Met ingang van 1 Oct. 1894, aan den met dien datum eervol uit zyne betrekking ont- slagon molenaar by 's Ryks magazijn van ge neesmiddelen A. v. Niekerk, Óen pensioen van ƒ600. Voorts aan den werkman by het centraal-magazyn van militaire kleeding en uitrusting te Arasterdam, T. Jan9e, mot in standhouding van het aan hem by kon. besl. van 5 Maart 1878 toegekend militair pensioen ad ƒ200, een afzonderlijk pensioen toegekend tot oen bedrag van ƒ105 'sjaars; en aan J. Groen een pensioen verleend van 197 's jaars. Gemengd Nieuws. Was de vaart in en om onze ge meente hier en daar eenige dagen door het ys gestremd, nadat gisteren stoombooten hot ys op de meeste dier plaatsen gebroken hebben, is dat heden voor verreweg het grootste go- deelte het geval niet meer. Het mooie is nu overal van het ys af. De raelkverkooper W., van R y p - wetering, is aan den Poel met een geladen brik 22) Men had het verbazend druk over Parys, waar Adonau, zooals uit eenige losse gezegden viel op te maken, den vorigen winter met de dames kennis had gemaakt. Miss Fanny dweepte met „Ia capitals, oü l'on vivait" zooals zy zeide, „tout a fait sans gónel" 't Speet haar, dat de speelbank in Baden- Baden was opgeheven, die, zooals haar la baronne die en die en la comtesse zoo en zoo verteld hadden, alleramusantst was geweest. Toen Adenau by de koffie oen sigaar opstak, nam miss Fanny een sieriyke, mot ivoor ingelegde tabaksdoos uit haar zak, draaide met eene van oefening getuigende vaardigheid een papie ren cigarette, stak die eveneens op, leunde in haar stoel achterover en rookte met zicht baar genoegen. Daarna vroeg zy den ober- kellner: „of het rytuig gereed was?'waarop deze met een eerbiedige buiging toestemmend antwoordde. Het drietal stond nu op; twee op eenigen afstand wachtende kellners kwamen met de mantels dor dames aandragen en brachten die naar het rytuig, dat aan de over- zyde der brug stond. Adenau en de dames volgden, voorafgegaan door den oberkellner. „Naar het oude slot!" riep deze den koetsier toe, waarna de open landauer in voile vaart wegreed. Tissenborn wenkte.den terugkeerenden ober kellner, om zgn vertering te betalen, en vroeg zoo ter loops: „Wie zyn die twee dames en die heer, die daar wegryden?" „Mrs. Mac Clean en haar dochter miss Fanny, twee voorname Engelsche dames." „Ik geloof, dat ik hen kort geleden te Parys gezien heb! Zyn zy hier al lang?" „Eerst sedert een paar dagen, wel te ver staan, de dames. Zy hebben de gebeele eerste verdieping en de equipage van het hotel voor veertien dagen gehuurd. Herr Adeno," de oberkellner sprak den naam op zgn Fransch uit, „is, zooals de kamenier van mrs. Mac Clean zegt, miss Fanny's verloofde." Tissenborn betaalde en verliet den tuin. Al wat hy wenBchte te weten, bad hy ver nomen. Hy behoefde dus niet langer In Baden- Baden te blyven. Terwyl de nachttrein hem naar Frankfort terugvoerde, overdacht hy nog eens alles, wat hy de laatste dagen gezien en gehoord had. Do voor een oogenblik by hem opgekomen verdenking, dat mr. Gilbert by dat alle3 wel eens de hand in het spel kon hebben, had hy ainds lang laten varen, daar voor zulk een veronderstelling niet de minste grond bestond. Dat de yverige pogingen, die Rem mingen in het werk stelde, om de echtschei ding zonder welke een huwelyk van zyn bondgenoot met de Engelsche dame onmogeiyk was, zoo spoedig mogeiyk tot stand te doen komen, alleen ten doel hadden, zyn geld terug te krygen, had hyzelf onomwonden te kennen gegeven, maar in hoeverre de Lassen- bergsche papieren daarby betrokken wareD, kon Tissenborn natuurlyk onmogeiyk weten. De veronderstelling echter, dat Adenau zich aan het vervalschen van wiaaela bad schuldig gemaakt, lag tamelyk dicht voor de hand. Waarschyniyk was Remmingen daarby be trokken geweest en had, om zichzelf te dek ken, de papieren in quaestie in zyn bezit weten to krijgen, in de hoop later met Adenau een voor hem voordeelige schikking te treffen. Dat hy door die schikking, van welken aard die dan ook zyn mocht, een groote macht over dezen uitoefende, was aan geen twyfel onderhevig. Wat miss Fanny en hars moeder betrof, zy gaven wel is waar niet den indruk van dames uit de groote wereld, maar schenen toch ook geen avonturiersters te zyn. Rem mingen had in zyn gesprek met Adenau zooveel nadruk gelegd op de deugdelykheid zyner „informaties", dat de rykdom der Engel sche dames een uitgemaakte zaak scheeD. Hy was er de man niet naar, om over één □acht ys te gaan, waar het zyn eigen be langen gold. Naar alle waarschgnlykheid was mrs. Mac Clean de weduwe van den een of anderen Londenschen parvenu, die haar een groot vermogen nagelaten had, waarvan ze nu met haar dochter wilde genieten. Ge durende den winter waren zy in Parys met Adenau in kennis gekomen, en bad de knappe, elegante, geestige jonge man een diepen in druk gemaakt op het onbewaakte hart van mis3 FanDy. Van zyn huwelyk wist zy natuur lyk niets, en hy had er zeker wel degeiyk voor gezorgd, dat zy er niets van te weten kon komen. Zonder zich veel om zyne om standigheden te bekommeren, had zy zich door hem het hof laten maken, en waa nu wel geneigd het ernst te laten worden. Zy noch hare moeder schenen aan overmaat van gezond verstand te ïyden. Vrouwen van haar soort zyn gemakkelyk to misleiden, vooral als de liefde er by in 't spel komt, en dat mi3s Fanny op Adenau verliefd was, kon men duideiyk uit haar manier van doen op maken. Dat alles leek zoo eenvoudig mogeiyk en Adenau's zeggen; „dat hy de zaak nog niet recht vertrouwde," kon natuurlyk slechts slaan op do grootte van het vermogen zyner „verovering". In dien zin had Remmingen het ook opgevat, en met een vorwyzen naar de betrouwbaarheid zyner „informaties" be antwoord. Het bad er allen scbyn van, of hy eerlyk te werk ging. Welke reden zou hy ook kunnen hebben om zyn bondgenoot een rad voor de oogen te draaien? Dit alles in overweging genomen, was het bier te doen om iets, waarby de Engelsche dames het meest op 't spel zetten. Dat er by Adonau geen spake was van liefde voor miss Fanny, was, uit hetgeen hy in 't spoor gezegd had, duideiyk op te maken. Hy had bepaald berouw over zyn vroeger gedrag tegenover Maud. De vergelyking van Rem mingen van „het verdoolde lammetje" was ruw, maar doeltreffend. Het onderscheid tus- schen Maud en miss Fanny was inderdaad te groot, dan dat Adenau 't nu niet dubbel moest ondorvindeh. En Maud? Zy had zeker niet het minste vermoeden van al, wat hier voorviel, en waarby zy toch zulk een gewichtige, hoewel dan ook geheel lydelyke rol speelde. Hare vroegere omstandigheden waren tusscben haar en Tissenborn nooit ter sprake gekomen. Gevoelde zy nog eenige genegenheid voor den man, die zich haar liefde zoo onwaardig betoond had° In één der notion van het dagboek sprak zy van het bittere gevoel, te moeten vorachten daar, waar zy eens bewonderend had lief gehad. Was in deze verachting het laatste overblyfsel der vroegere liefde ondergegaan? Adenau's hoop, dat Maud daarom geen stappen tot een echtscheiding gedaan had, om do mogelykheid tot een verzoening niet uit te sluiten, scheen Tissenborn volstrekt nog zoo ongegrond niet toe. „Hare liefde voor my was trouw en oprecht," had Adenau gezegd. Ja, zy had hem trouw en oprecht liefgehad! Met weemoedigen nUd moest Tissenborn dit toegeven, Wio was in staat de diepten van een vrouwenhart te doorgronden? Het hare, zóó ryk aan liefde, moest ook ryk aan ver gevensgezindheid zynl Wat wist hy eigenlyk af van al wat vroeger tusschen de echtgo nooten was voorgevallen? Wie stond er voor in, dat het fragmentarische verhaal van myn heer Van Hoven een getrouw beeld was van den werkelyken stand van zaken? Zulke en dergelijke gedachten hielden Tis senborn onafgebroken bezig gedurende zyn nachtelyken tocht. Wat moest, wat kon hydoen? Het eenvou digste was ontegenzeglyk, alles maar stil zuil gang te laten gaan. Als Adenau hertrouwde, was Maud voor altijd van hem gescheiden en vry. (Woril vsrvolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1