n zake het verhoogen der jaarwedden van derde onderwijzers en onderwijzeressen zonder hoofdakte, na 10- of 15 jarigen dienst." De tweede voordracht vanwege de afd. „Leiden" van den Bond van Ned. Onderwijzers zal gehouden worden op Woensdag, 1G Jan. a. 8., des avonds te 8 uren, in bet „Nut". Dan zal als spreker optreden prof. dr. J. J. Hartman, met het onderwerp„De Homerische gedichten in het licht dor nieuwore weten schap." By den hoer P. Yan Driel, aan den Nieuwen Ryn alhier, is geëxposeerd een schilderstuk van H. M. Klaver, voorstellende een kerkje te Noorden met weg daarheen. D9 heeren Van Eldik en Van der Vegto, inspecteurs der telegraphie, hebben de redactie van het „Maandblad van Telegraphie en aan verwante wetenschapper:" nedergelegd en dc-zo overgedragen aan don heer G. C. J. Verkerk, directeur van het rijkstelegraaf kantoor te Leiden. De tweede zitting van den militieraad zal voor alle in do eersto zitting niet afgedane zaken, voor do belanghebbende lotelingon van do lichting 1895 der gemeente Woubrugge, gehouden worden ten stadhuize to Leiden op Dinsdag, 15 Januari a. s., dos voormiddags to halftien. Zy bepaalt zich hoofdzakelijk tot to stellon plaatsvervangers of nummerver- wisselaars. In het jaar 1894 zijn te Voorschoten geboren 76 kinderen, waaronder 3 levenloos. Overleden zyn 40 personen. Er werden 20 liuwelijkon gesloten. Het Haagsche Afdelingsbestuur van de Nedorlandscho Veroeniging ter bevordering van Zondagsrust heeft zich tot den Gemeenteraad van 's Gravenhago gewond mot hot verzoek zich door den burgemeester te laten voorlich- ton omtrent de bestaande regoling, zoo hier 'er stedo als in andere groote gemeenten, Ion opzichte van den politiedionst op Zondag en naar bevind van zaken zoodanige maalregelen te nemen of uit te lokken, als leiden kunnen tot bevrediging van rechtmatige wenschen ten opzichte van geheel of gedeeltelijk vrijo Zon dagen voor het gemeentelijk politiepersoneel. Helen, 7 Jan., vis li6t 100 jaar geleden dat de Franschen de vesting Tiel binnen trokken. Ter gedachtenis van dat feit is door mr. W. Van de Pol, archivaris te Nijmegen, cene zeer lezenswaardige studie in de „N. T. Crt." ge plaatst, gotiteld: Tiel in 1791 en 1795. Door 038 onderwijzers on onderwijzeressen, werkzaam bjj het onderwijs in de beido arron dissementen Rotterdam, i3 een adres verzonden aan do TwcoJo Kamer, inhoudonde een adhae- sio-betuiging aan het bekende adres-Dordrecbt in zake het vorkrijgen eener billyke pensioens- regoling van rijkswege voor weduwen en wcozen van oponbaro onderwijzers. By koninklijk besluit, is tot godelogeerde dor Nederlandsche Itegeoring bij het zosdo Internationaal Aardrijkskundig Congres, te Londen, te houdon daar ter stedo in Augustus a. 8 benoemd rnr. O. J. H. graaf Van Lim burg Stirum, to 's Gravenhago, lid van het bestuur van het Ivoninklyk Nederlandsch Aardrykskundig Genootschap. Do kapitein-commandant en do overige officieren van do dienstdoende schutterij te Bolsward hobben hun ontslag gevraagd. De reden moot, althans by de meeston, zyn go- legen in het gemis van eone schietbaan. Door do geneoskundigo staatscommissie te Groningen zyn bevorderd tot arts da heeren A. A. Smits, cand.-arts, geboren te Almeloo, en C. Becker, cand. arts, geboren te Groningen. Ilr. Ms. instructiescbip „Nautilus", onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee H. O. Ftith, is in den namiddag van den 4den dezer te .Santa-Cruz (Tenerifle, Kaap Ver- dische eilanden) aangekomen. Aan boord was alles wel. (Sts-Ct.). De minister van marine hoeft don luit. t:r zee 2de kl. F. Van Wageningen met 16 dezer geplaatst aan boord van Hr. Ms. wacht schip te Willomsoord, ter vervanging van den luit. ter zoo 2de kl. J. H. A. Van Barnoveld. Onze landgenoot dr. A. Coomans de Ruiter to Konstantinopel is benoemd tot ridder 4do kl. In de Medjidié orde. Dr. Coomans de Ruiter, te Amsterdam, tot doctor in de ge neeskunde gepromoveerd, oefent sedert eenijo jaren te Konstantinopel do praktyk uit. II y is lyfarts van een neef dos sultans, prins Chofkot Eff'endi, en het is naar aanleiding van het herstel van dezen uit oene ziekte, dat dr. Coomans de Ruiter door den sultan gedecoreerd is. Ilot stoomschip „Prinses Marie,'* van Amsterdam naar Batavia, is 4 Jan. kaap Rocca gepasseerd; de „Zaandam," van Nieuw- York raar Amsterdam, passeerde 5 Jan. Lizard. By koninklyk besluit is verleend aan F. Allan, gowezen onderwyzer in het huis van bewaring to Haarlem, boven het hem toege- kondo pensioen van /"1G00 'sjiars, als ge wezen onlerwyzer by de Rykskweekschool voor ondcrwyzvrs aldaar, oen tweede pensioen ten laste van don Staat var. f 72 'sjiars. M t ingang van 7 dezer aan mr. J. Fortuyn Droogleever, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als lecraar aan do Ryks hoogero burgerschool te Gouda, en tot leeraaraun di) school bcr.oemd mr. W. M. II. Boers, to 's Gravenhago. In <le Lnïrcnbnl. II. Cii. Doupelkt en A. Toussaint. Men mo.TO het jammer vinden dat Doucelot, als andero jongoren, zich aangetrokken voelt door liet vtrsleton decoratief der romantiek; dat ridders en edclvrouwen met tooneolbo- lichting hem inspireeren; alsof het algemeen menschelijke, liefde en haat, de strijd om 't bestaan, alléén in harnas of pronkgewaad den artist tot waardig onderwerp zouden zyn; men mogo dit jammer vinden, er is echter in zyn werk oen krachtig en zelfstandig streveneene eigenaardige, by voorganger noch tydgenoot geborgde techniek, gunstig afstekende by de lievigheden der „Geluks- droomen". „Légende" is een mooie teekc-ning. Er zyn kleuren als van oud goud in het ge waad dor vrouw op den voorgrond; heeriyk diep carmyn door het somber groen van bet gebladerte. Uitstekend geslaagd is hot land schap achter do figuren en het geheel geeft inderdaad den vagen en toch beeldryken indruk eener legende. Slechts waron meer vastheid on distinctie van lyn by de figuren gewenscht. Als zuiver geslaagde uitdrukking der bedoeling van den artist, schynt „Légende" my boven (zee) „Anemone" te staan. Hoe eigenaardig dit golaat mot de vreemde koude oogen ook doet, de geheele voorstolling maakt geen zuiveren indruk; or liyft iets dubbel zinnigs in, waaraan de artist door zyne, zelfs hior en daar byna pynlijke, techniek niet heeft kunnen ontkomen. Toch mag, naar het hier tentoongestelde te oordeelen, als e6n der al tisten, van wie bezieling kan uitgaan, Dou- delet naast Toorop gesteld worden. Ten slotte iets over het werk van A. Toussaiut. Ik heb hooren vragen of zyn ver siering van den catalogus eeno slang met een spin, eene waterlelie in eeno beek, een iriktvisch in zco, een zeester op 't strand, een syrnbolicke ragebol voorstelde; de heer C. V. (in „Vlokken") noomt het een „Edel- weisz." Mon meende dat zijn gansjes van var.ielje-ys, zwemmende in likeur, uit welk vocht goudgolo saucijsjes op vorkjes omhoog steken, met do ontbytkoekjes er naast; dat het groene suikerperk, waarop eene onboholpcn figuur van fondant waggelt, tusschen inge stoken bloemen, zooals men die op taarten en tulbanden kan zien; dat al deze fraaiig- hoden zich eigenaardig zouden leenen voor do suikerbakkersversieringskunst. Wat hier van zy, merkwaardig is het, dat deze dingen worden geoxposeerd niet alleen, maar ge oxposeerd in eene /cwnsfzaal, tegenover het altaarstuk van Lucas van Loyden. A. v. D. KOLONIËN. BATAVIA, 23 Nov.-4 Dcc. Aan de mot de Nederlandsche mail ont vangen Indische bladon, loopende tot 4 Dec., is het volgende ontleend: Do Lombok-expeditie. Uit Boeleleng wordt van 1 December ge meld: Anak Agoeng Made Oka, zoon van den Radja, Anak Agoeng Gedch Rai, zoon van Ivetoet, Dinda Amina on Dinda Patima, vrouwen van den Radja, zyn met 7 volgelingen op de „Speelman" van hier vertrokken. Oc Inneming van TTjakra-Ncgma. Over do inneming van Tjakra-Negara sclireef „Goesti" den 25sten Nov. aan de Loc.: Hier kan worden modogedeeld, dat de uit komsten van het gevocht op den 18Jon alweer hebben bowezen, dat allo vooruitgemaaklo berekeningen in den oorlog falen. Ik geloof niet, dat er één officier is, die in den tyd, die tusschen de vermeestering van Mataram en die van Tjakra-Negara is verloopen, niet een eigen denkbeeld had van de wyze, waarop laatstgenoemde plaats met het meeste succes kon worden aangevallen. Dat het op 18 November uitgovosrde, door den opperbevel hebber en zyn staf vastgestelde plan, dat van de meerderheid der oxpeditionnaire offi cieren was, zou ik niet durven onderschry ven dat het gooi was, is echter gebleken. Hot liad het grooto voordeel van uiterst eenvoudig te zyn en byna niet tot verwarring to kurinon aanleiding geven. Do troepen bleven onderling in verband en konden elkander olk oogenblik steunen; de reserve was uiterst gelukkig opgesteld, hetgeen vooral bleek, toen de colonne Sogov ondersteuning behoefde en aller streven was naar het einddoel do poeri gericht, waarop naar het zich liet aanzien met eon groote overmacht zou kunnen worden aangevallen. Dat het plan beter was dan ocnig ander, zoo ver zou ik echter niet durven gaantrouwens, dergelyko nabetrachtingen zyn tot niets nut, evenmin als opmerkingen, dat als zus of zoo was gehandeld, minder vei liezen zouden zijn geledon, cenigo waardo hebben. Da hoofdzaak voor Nederland en voor Indlö is, dat bet succes luisterrijk was en dat moet hier genoeg zyn, terwyi do verzekering, dat van den bevel hebber af tot den minsten inlandschen fuselier toe, ioder het zyne tot den ui'slag heeft ty- gedragon, do schoonste loftu ting is, aio in deze aan het Indische leger kan worden ge schonken. Als er eeno scbaduwzydo aan den dag van 18 November is verbonden, dan is het wel, dat het aan twee bataljons infanterie, htt noolige geschut en een paar afdeelingen mineurs niet is gelukt, om de kern van do pocri, oen ongemeen sterk, door dikke steentn muron omringd huis, te veroveren. Dit feit heeft daarom een diepe bot.ekenis, omdat het bewy&t, dat do BaliOr, dio tot een uiterste verdediging besloten is en achter zyno muren standhoudt, oen zeer geduchte vyand is, die ni.t te hoog kan worden aangeslagen. Daarom vooral het beginsel, dat do muren moeten worden neergehaald, met klem en kracht gohandhsafd; zonder die muren is hy niet meer of niet minder waard dan elke anaero dappero inlanösche vyand, mot dio muren staat hy met eeno kleine macht ganscho bataljons. Ey de verschillondo op den 18Jen November tegen genoemd gebouw ondernomen aanvallen kwam de heldenmoed van onze soldaten helder aan het licht; verbitterd over den voor het oogenblik niet te overwinnen tegenstand, deden zy alles, wat zy konden, om moestors van het terrein te blyven, en juist de omstandig heid, dat zy' telkens met bebloede koppen moesten afdeinzen, wakkerde hun heldhaftig heid aan, zoodat het om verdere verliezen te vermyden maar goed was, dat de chefs eindelyk do zaak opgaven. Da verwachting, dat den 19den 's vyands reduit zou zyn verlaten, werd verwezenlykt, doch ook de vrees, dat gedurende den nacht op grooto schaal aan den vorste- ïyken schat zou worden geknabbeld, was niet ongegrond. By velen staat het V3st, dat het verlaten van do poeri door de koninkiyke familie voor groote massa's Baliërs en Sasaks het sein is geweest om tot plundering over te gaan on dat het hun in de diepe duisternis gelukt is om millioenen en nog eons millioenen uit te dragen. Van daar do van verschillende zyden gemaakte opmerking, dat het beter was geweest om in den nacht het reduit in de poori omsingeld te houden en den volgenden dag den aanval te herhalen, die dan zeker met den val van den vorst zou zyn geëindigd. Ik durf my in dezo zaak geen oordeel aan matigen; zeker kan gezegd worden, dat als we zoo gehandeld hadden, meer geld in onze handen zou zy'n gevallen, maar nog zekerder zouden we die sommen nog met verscheidene menschen- levens hebben betaald. Wat zwaarder weegt hangt af van het standpunt, dat men inneemt; ik zou zeggoa, dat Ly de zeer ernstige ver- 1 ezen, die wij don lSdo hobben geleden, het sparon van manschappon op den voorgrond moest blyven staan en dat voor dat doel elke overweging van finanliöelen aard moest zwichten. Aan oen brief van „Janus" over de ver- ovoring van Tjakra-Negara, aan het „Bat. Nieuwsbl.", is het volgende ontleend: Al naarmate de troepen meer naby do Poerie kwamen, het brandpunt der verdediging, waar de vorst met zyn keursoldaten zich bovond, werd de tegenstand lievigor. Op verschillendo punten trad do vyand plolseling met ao lans op. Vrouwen en mannen verdodigden hun eigendommen met hun lever.op verschillende punten werden lansaanvallen door vrouwen alleen uitgevoerd. Wie waren cie vrouwen? Het waren do Icdon der Brahmaanscho kaste. Men had haar wijs gemaakt, cat wy Laar gevangen zouden r.omcn en zouden medevoeren, de grootste schande voor zulk een hocgere vrouwensoort. Neen, dan liever als heldinnen sterven! Prachtig uitgedost zcg men zelfs schoone, jongo vrouwen als verwoede leeuwinnen op onze trcepen instormen, om een oogenblik later cloodeiyk getroffen ineen to zir.ken. Maar htt opdringen onzer troepen van ver schillondo zyden begon angst cn ontsteltenis to verwekken. De vyand begon in allerlei richtingen te vluchten of verschool zich in zun huizen. Drongen onzo soldaten dan wederom een nieuw erf binnen, dan schoten zy to voor- schyn mot lans en kris. Ook kwam het voor, dat er angstgeschroi uit zoo'n huis opsteeg van vrouwen, uie „Ampon, ampon!" riepen, torwyi dan bij onderzoek bleek, dat zy met vyf- of zostallen op baloh-baleh's lagen, de mannen onder zich verbergende! Eir.deiyk bereikte het 2Jo bataljon de poerie. Het groot aantal kogels, dat in allerlei rich tingen over den hoofdweg Zuid-Noord vloog, maakte den toestand byna onhoudbaar en uit de poerie zelf kwam een teisterond vuur. Niettemin slaagde men er in den poerie- muur in bres te leggen en oen reeds met twee eervolle vermeldingen versierd Europeesch fuselier drong het eerst door de opening bin nen. Nu volgde een woeste storm der onzen en een oogenblik daarna kwam ook Schouer opdagen. Do „Tjakra-Negara-marsch" weer klonk, het „Willulmus" werd geblazen, uit duizenden heldenkelen werd een donderonde victoriekreet aangeheven. Hoeral De poerie was ons! Het zal toen ongeveer negen uren goweost zyn. Dc vermeestering van §asarie. Over do vermeestering van kampong Sasarie door de colonne Swart leest men o. m. het volgende in de „Loc.": „Wy stelden natuurlijk slechts één eisch, nl. overgave op genado of ongenade. Zo schonen zeer moeilyk tot een besluit te kunnen komen, en om hun hierin eenigszins te bulp te komen, liet do kolonel eenige granaten in do kampong slingeren. Dit hielp; maar anders dan men gedicht had. Do vyand, ongovoer 70 man sterk cn waaronder zich zelfs vrouwen en kinderen bevonden, kwam plotseling uit den Zuidrand van de kampong te voorschyn en viel met geweer, lans en kris onstuimig op onzo eenigszins Noordwaarts staande troepen aan. Onze mannen stonden als een muur en gaven zoo kalm hun vuur af, dat, op enkelen na, cie nog kans zagen to vluchten, al de vyanden werden neergeschoten, zonder ons eenig verlies te hebben kunnen toebrengen. Do lyken lagen tot op 3 a 4 passen voor de bajonetten; de gewonden stootten zich do kris in het liart, om toch maar niet lovend in onze handen to rallen. Uier gaven de Baliërs een scliitterond bowys van moed en waro doodsverachting. InmiiÜels was de kampong in brand geraakt; of de artillerie dit gedaan had, dan wel de vyand zelf, is met geen zekerheid te zeggen. Genoeg, dat zy oversloeg op een buskruitmagazyn en dit mot donderend geweld in de lucht deed vliegen. De troepen deinsden terug, doch slechts eon oogenblik. De orde was spoodig hersteld. Nooit hoorde ik 'n heviger knal of zag ik grooter rookzuil; kluiten, balken, enz. vlogen ons om de ooren. Als do vyand onmid- aellyk na de ontploffing tot den aanval was overgegaan, zou hy zeker groot succes gohad hebben. Lat9r had er weder eeno ontploffing in de kampong plaats, maar deze was van niet veel beteekenis. Terwyl de kampong kalm afbrandde en de troepen in stelling bleven, beschoot de vyand ons van uit de boomen. Ofschoon dit vuur niet hevig was cn ons weinig nadeel had toegebracht, leden we plotseling een zwaar verlies door het sneuvelen van luitenant kolonel Frackers. De overste Frackers was oen der helden figuren uit de vcroveraais van Mataram en Tjakra-Negara; aan een zeer kalmon moed en een hoogst ontwikkeld gevoel van plicht, paardo hij een goedhartigheid, die het beste bleek uit do wijze, waarop hy de belangen zyner onderhoorigon behartigde." Bief geveclat bij Topaff. Aan hetzelfde blad is nog het volgende over de inneming van Topati ontleend: Wy, die dachten, dat met de vermeestering van Sosari aan alle verzet een einde was gemaakt, hadden het glad mis. Wy ontvingen do tijding, dat er zich te Topati, Noord Tjakra, nog een zoon van den vorst ophield, die alle aanmaningen, om zich over te goven, met beslistheid van de hand wees en het stellig besluit genomen had zich met zyn gevolg dood to vochten. Om hiortoo de gelegenheid te goven, rukte eeno colonne uit, onder com mando van generaal Segov, bestaande uit hot 5de, 6de en 11de bataljon infanterie, een sectie berg-arlillorje en een detachement gonio- troepen. Op den viersprong to Tjakra-Negara werd do weg naar het Noorden ingeslagen en Topati aan do Nooid- on Westzijde inge sloten. Het 6de bat. nam stelling in kampong Teliwang, terwijl do andere troepen in de sawah ten Noorden van Topati werden opge steld. Hier kwam ook do artillerie in battery. Toen de laatste aanmaning tot overgave van do hand gewezen werd, kwam de artillerie in werking en slingerde met haar projectielen dood én verderf in de ingesloten vesto. De vyand beschoot de troepen van uit boomen, huizen, enz., en, niettegenstaande dit vuur zeer weinig to beteekonen had, bezorgde hot ons toch een vyftal gewonden. Om onge veer 11 uren werd er in den westrand van Topati een poortje geopend; 'n oogenblik later werd de vorstenzoon, gezeten op Jn stoel, door eenige volgelingen daaruit ge dragen en midden op don grooten weg neer gezet, op den voet gevolgd door z(jn laatste getrouwen. Nauwelyks kwamen wy to voor schyn, of onze in het Noorden staande troepen lo3ten hunne geweren. Do prins, getrolfon door 3 of 4 kogels, bleof dood op-z'n stoel; rondom hem vond mon do lyken van, naar ik hoor, 2 mannen, 5 vrouwen en 1 kind. Dc dood van overste Frackers. Do affaire, waarby de overste Frackers sneuveldo, wordt in de „Loc." door een cor respondent op Lombok aldus beschreven. Do colonne ging om 9 uren van Tjakra af en werd gecommandeerd door kolonel Swart en bestond uit het zesde bat. onder den overste Frackers, het 11de onder majoor v. d. Brandeler en 2 comp. barisan onder kap. Otken. Het ging weer langs denzelfden weg als den 20sten naar de kampong Sasari, waar nog eon zoon van den Radja zat. Tegen halfelf zaten de troepen weer om die kampong heen. Da colonne van het 11de zat nu met eene sectie berg- geschut ten noorden, het zesde ten zuiden en 2 comp. barisans aan do oostzyde. Allerlei uitvluchten werden gezocht: de zoon van den Radja was ziek, enz., enz., totdat om halftwaal; de kolonel Swart tyd gaf tot 12 uren; was hy er dan nog Diet, zoo zou do kampong van twee zyden door artillerie worden beschoten. Om 12 uren was hy er nog niet en het vuur werd geopend. Al spoedig hoorden we ge schreeuw in do kampong, om kwart over twaalven eorst woor geschreeuw en daarna oen verbazend geschiet. Kapitein Otken ont ving last met de reserve in de gevechtslinie to komen met den looppas. Eene compagnie kwam dadeiyk in de gevechtslinie achter een aarden wal aan de oostzyde van kampong Poenia. De anderen compagnie moest, een oratrekking tegengaan. In de gevechtslinie gekomen, lag'do weg door Poenia reeds vol met doode Baliërs, die op de compagnie van Schreiner een aanval hadden gcrwaagd, maar allen waren neergeschoten. Er lagen vrouwen by met kleine kinderen op den arm. Uit boomen en van overal schoten ze op ons. De overste was «reis gesneuveld. Op zyn paard zittende, kreeg hy achterom kykendo een schot van achteren in en vooruit door het hart. Schreiner stond vlak by hem. Dezen keek hy nog even aan en toen viel hy van zyn paard dood op den grond. In het geheel kregen we twee dooden en veertien gewonden. Tot halftwco lagen we zoo in stelling. We konden de kampong niet binnen, want die stond in brand. Het lldo bat. lsto compagnie van kapitein Schcnck drong Sasari binnen. Hy kwam met Wefers Bettink en een paar soldaten binnon een ommuurde ruimte. Twee Baliërs waren daar nog in, één werd doodgeschoten, de andore stak iets aan, gooid9 dat brandende voorwerp weg, en daar sprong nu een kruitmagazyn in do lucht met oen geweldigen slag. De zon werd verduisterd door stof en rook. Do soldaten van het 6de en barisans vlogen achteruit, maar werden spoedig weder achter do borstweriog gebracht. Brandende alang en balken vlogen door de lucht, gelukkig ovenwol zonder iemand to raken; spoedig sprong daarop een tweede magazyn in de lucht, maar met veel minder -'.fjtijBWL" geweld, ook weer zonder iemand te schaden. Tegen halftweo vuurde de vyand niet meer en trokken wy langs denzelfden weg van 's morgens op Tjakra terug. We kondon niet anders, want alles voor ons stond in brand. De begrafenis van kapitein Slangen. Het „Soer. H'old." van 27 November meldt: Hedenmorgen had met militaire honneurs de begrafenis plaats van den gisteren in het hospitaal alhier aan zyne by de bestorming van Tjakra-Negara bekomen wonden overleden kapitein der infanterie Slangen. De stoet stelde zich tegen zeven uren in bewoging; de troe pen werden door den kapitein der inf. Nieuw- land gecommandeerd, terwyl als slippondragers fungeerden ritmeester Waalewijn, de kapitein dor artillorie. Van Kooten en de kapiteins der infanterie Führop, die zelf by dien overval word gewond, en Van der Bel. De resident, ass.- resident en verscheidene hoofd- en subalterne officieren van het garnizoen, de marine en de scbuttery bewezen den overledene de laatste eer. De waarnemende afdeeliQgs commandant, kolonel Van der Schoot, herdacht aan het graf in roerende bewoordingen de verdiensten van den zoo vroeg aan het leger ontvall.n officier. De (offfciëele) „Javasche Courant" van 4 Dec. jl. bevat, ten vervolge van haro vorit e medcdeelingen, de volgende berichten betref fende Lombok: De colonne, dio naar Lingsar werd gediri geerd, koerde in den namiddag van 30 Nov. to Tjakra-Negara terug, waar zy bleef over nachten om den volgenden nacht naar hare bivaks terug te marc'neeren. Van uit Lingsar worden door twee detachementen verkenningen gemaakt in Noordeiyke en Oostelyke richting, de bevolking was vooral goedgezind, de passers waren druk bezocht en de hoofden uit den omtrek waren te Lingsar aanwezig. Op 1 dezer rukte een colonne uit, sterk anderhalf bat. inf. en een peloton cavalerie, over Rembega naar Goenoeng Sari, terwijl van uit deze laatste plaats door do cavalno oen verkenning werd gemaakt naar Lendang Baljoer. Oeral heerschte rust, de passers waron druk bezocht. Tegen den middag keerden de troepen in de bivaks terug. De controleur Eintboven bezoekt met een viertal cavaleristen dagelyks de verschillende wijken van Tjakra-Negara en doorkruist er straten en stegen, om zich te overtuigen, dat het omverhalen der muren plaats hoeft. Overal heerscht rust. Het aantal ingeleverde geweren is thans gestegen tot ruim 900, waarvan ongeveer 310 achterlaad- en 210 repeteerge weren. Voorts zijn dertig bronzen kanonnen van groote en kleine afmetingen thans reeds to Ampenan verzameld; het ijzeren geschut der Baliërs is, als zijnde van geen waardo, on bruikbaar gemaakt. Do weersgesteldheid blyft. blykens een tele gram van generaal Vetter van 30 November, behoudens enkele regenbuien gunstig. Blijkens een nader bericht is de Europeesche fuselier Hayer, die vroeger als licht gewond werd opgegeven, op 18 Nov. gesneuveld. Bevelen zyn gegeven voor de terugzending naar Java van het 7de en het 9de bat. inf., alsmocle van do op Lombok aanwezige veld artillerie. Dc onttroonde vorst van Lombok. Agoeng-Agoeng G'de Ngoorah Ivarangasem, gewezen vorst van Lombok, heeft deelt een correspondent aan do „Loc." mode een middelbare lengte, is eer mager dan gezeten schijnbjar niet oudör dan 65 jaar. Ofschoon de doofheid uit zyn gelaat spreekt en by wantrouwend rondloert, als by anderen ziet spreken, is een trok van fierheid en energie, nu natuuriyk getemperd door z'n vernedering, niet te miskennen. Z'n donkere oogen zien u gebiedend aan en weerspreken het gerucht van z'n sufheid. Gezeten op 'n draagstoel en gehuld in een geel gewaad, werd hy door 'n 6 tal dwang arbeiders naar Ampenan gedragen; twee dwangarbeiders hielden een gewone pajong met langen steel boven z'n hoofd en behoed den het voor do inwerking der fel bran- dendo zonnestralen. Wat moet er wel in dat hoofd zyn omgegaan, toen hy gedragen werd over het terrein, waar vroeger Mataram, zijn hoofdplaatsstond! Wroeging en spyt over z'n begano domheid zullen wel om den voorrang gestreden hebben. De radja van Lombok heeft by zyn ver trek van daar verzocht een mand met aarde van dat eiland te mogen meenemen, hetgeen hem is toegestaan. Voor zyne wonden word by door dr. Guttoling behandeld. Dc Gouverneur-Generaal. Als een bowys van de groote populariteit waarin de tegenwoordige gouverneur generaal zich mag-verheugen, haalt het „N. v. d. D." uit een -particulieren brief uit Buitenzorg do mededeeling-aany dat de soldaten in decantino telkens roeperf: „Leve gouverneur geneia Van der Wyckt" Het „Amst. Hbl." bevat de volgende Dankbetuiging van generaal Vetter. Aan allen in het Vaderland, cie my en de onder myne bevelen staande officieren en minderen van Zee- en Landmacht hunne ge- lukwonschen aanboden met do op Lom -ok behaalde overwinningen, betuig ik bij deze, mede namens die officierc-n en minde-eu. mijnen oprechten dank. Hoofdkwartier Ampenan, 25 November 1S94. De Opperbevelhebber var. Zoe- en Landmacht der Militaire Expeditie naar Lombok: Vetter.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 2