n zake het verhoogen der jaarwedden van
derde onderwijzers en onderwijzeressen zonder
hoofdakte, na 10- of 15 jarigen dienst."
De tweede voordracht vanwege de afd.
„Leiden" van den Bond van Ned. Onderwijzers
zal gehouden worden op Woensdag, 1G Jan.
a. 8., des avonds te 8 uren, in bet „Nut".
Dan zal als spreker optreden prof. dr. J. J.
Hartman, met het onderwerp„De Homerische
gedichten in het licht dor nieuwore weten
schap."
By den hoer P. Yan Driel, aan den
Nieuwen Ryn alhier, is geëxposeerd een
schilderstuk van H. M. Klaver, voorstellende
een kerkje te Noorden met weg daarheen.
D9 heeren Van Eldik en Van der Vegto,
inspecteurs der telegraphie, hebben de redactie
van het „Maandblad van Telegraphie en aan
verwante wetenschapper:" nedergelegd en dc-zo
overgedragen aan don heer G. C. J. Verkerk,
directeur van het rijkstelegraaf kantoor te
Leiden.
De tweede zitting van den militieraad
zal voor alle in do eersto zitting niet afgedane
zaken, voor do belanghebbende lotelingon van
do lichting 1895 der gemeente Woubrugge,
gehouden worden ten stadhuize to Leiden op
Dinsdag, 15 Januari a. s., dos voormiddags
to halftien. Zy bepaalt zich hoofdzakelijk tot
to stellon plaatsvervangers of nummerver-
wisselaars.
In het jaar 1894 zijn te Voorschoten
geboren 76 kinderen, waaronder 3 levenloos.
Overleden zyn 40 personen. Er werden 20
liuwelijkon gesloten.
Het Haagsche Afdelingsbestuur van de
Nedorlandscho Veroeniging ter bevordering van
Zondagsrust heeft zich tot den Gemeenteraad
van 's Gravenhago gewond mot hot verzoek
zich door den burgemeester te laten voorlich-
ton omtrent de bestaande regoling, zoo hier
'er stedo als in andere groote gemeenten, Ion
opzichte van den politiedionst op Zondag en
naar bevind van zaken zoodanige maalregelen
te nemen of uit te lokken, als leiden kunnen
tot bevrediging van rechtmatige wenschen ten
opzichte van geheel of gedeeltelijk vrijo Zon
dagen voor het gemeentelijk politiepersoneel.
Helen, 7 Jan., vis li6t 100 jaar geleden
dat de Franschen de vesting Tiel binnen
trokken.
Ter gedachtenis van dat feit is door mr. W.
Van de Pol, archivaris te Nijmegen, cene zeer
lezenswaardige studie in de „N. T. Crt." ge
plaatst, gotiteld: Tiel in 1791 en 1795.
Door 038 onderwijzers on onderwijzeressen,
werkzaam bjj het onderwijs in de beido arron
dissementen Rotterdam, i3 een adres verzonden
aan do TwcoJo Kamer, inhoudonde een adhae-
sio-betuiging aan het bekende adres-Dordrecbt
in zake het vorkrijgen eener billyke pensioens-
regoling van rijkswege voor weduwen en
wcozen van oponbaro onderwijzers.
By koninklijk besluit, is tot godelogeerde
dor Nederlandsche Itegeoring bij het zosdo
Internationaal Aardrijkskundig Congres, te
Londen, te houdon daar ter stedo in Augustus
a. 8 benoemd rnr. O. J. H. graaf Van Lim
burg Stirum, to 's Gravenhago, lid van het
bestuur van het Ivoninklyk Nederlandsch
Aardrykskundig Genootschap.
Do kapitein-commandant en do overige
officieren van do dienstdoende schutterij te
Bolsward hobben hun ontslag gevraagd. De
reden moot, althans by de meeston, zyn go-
legen in het gemis van eone schietbaan.
Door do geneoskundigo staatscommissie
te Groningen zyn bevorderd tot arts da heeren
A. A. Smits, cand.-arts, geboren te Almeloo,
en C. Becker, cand. arts, geboren te Groningen.
Ilr. Ms. instructiescbip „Nautilus", onder
bevel van den kapitein-luitenant ter zee H. O.
Ftith, is in den namiddag van den 4den
dezer te .Santa-Cruz (Tenerifle, Kaap Ver-
dische eilanden) aangekomen. Aan boord was
alles wel. (Sts-Ct.).
De minister van marine hoeft don luit.
t:r zee 2de kl. F. Van Wageningen met 16
dezer geplaatst aan boord van Hr. Ms. wacht
schip te Willomsoord, ter vervanging van den
luit. ter zoo 2de kl. J. H. A. Van Barnoveld.
Onze landgenoot dr. A. Coomans de
Ruiter to Konstantinopel is benoemd tot ridder
4do kl. In de Medjidié orde. Dr. Coomans de
Ruiter, te Amsterdam, tot doctor in de ge
neeskunde gepromoveerd, oefent sedert eenijo
jaren te Konstantinopel do praktyk uit. II y
is lyfarts van een neef dos sultans, prins
Chofkot Eff'endi, en het is naar aanleiding
van het herstel van dezen uit oene ziekte,
dat dr. Coomans de Ruiter door den sultan
gedecoreerd is.
Ilot stoomschip „Prinses Marie,'* van
Amsterdam naar Batavia, is 4 Jan. kaap
Rocca gepasseerd; de „Zaandam," van Nieuw-
York raar Amsterdam, passeerde 5 Jan. Lizard.
By koninklyk besluit is verleend aan F.
Allan, gowezen onderwyzer in het huis van
bewaring to Haarlem, boven het hem toege-
kondo pensioen van /"1G00 'sjiars, als ge
wezen onlerwyzer by de Rykskweekschool
voor ondcrwyzvrs aldaar, oen tweede pensioen
ten laste van don Staat var. f 72 'sjiars.
M t ingang van 7 dezer aan mr. J. Fortuyn
Droogleever, op zyn verzoek, eervol ontslag
verleend als lecraar aan do Ryks hoogero
burgerschool te Gouda, en tot leeraaraun di)
school bcr.oemd mr. W. M. II. Boers, to
's Gravenhago.
In <le Lnïrcnbnl.
II.
Cii. Doupelkt en A. Toussaint.
Men mo.TO het jammer vinden dat Doucelot,
als andero jongoren, zich aangetrokken voelt
door liet vtrsleton decoratief der romantiek;
dat ridders en edclvrouwen met tooneolbo-
lichting hem inspireeren; alsof het algemeen
menschelijke, liefde en haat, de strijd om
't bestaan, alléén in harnas of pronkgewaad
den artist tot waardig onderwerp zouden zyn;
men mogo dit jammer vinden, er is echter
in zyn werk oen krachtig en zelfstandig
streveneene eigenaardige, by voorganger
noch tydgenoot geborgde techniek, gunstig
afstekende by de lievigheden der „Geluks-
droomen". „Légende" is een mooie teekc-ning.
Er zyn kleuren als van oud goud in het ge
waad dor vrouw op den voorgrond; heeriyk
diep carmyn door het somber groen van bet
gebladerte. Uitstekend geslaagd is hot land
schap achter do figuren en het geheel geeft
inderdaad den vagen en toch beeldryken
indruk eener legende. Slechts waron meer
vastheid on distinctie van lyn by de figuren
gewenscht. Als zuiver geslaagde uitdrukking
der bedoeling van den artist, schynt „Légende"
my boven (zee) „Anemone" te staan. Hoe
eigenaardig dit golaat mot de vreemde koude
oogen ook doet, de geheele voorstolling maakt
geen zuiveren indruk; or liyft iets dubbel
zinnigs in, waaraan de artist door zyne, zelfs
hior en daar byna pynlijke, techniek niet
heeft kunnen ontkomen. Toch mag, naar het
hier tentoongestelde te oordeelen, als e6n der
al tisten, van wie bezieling kan uitgaan, Dou-
delet naast Toorop gesteld worden.
Ten slotte iets over het werk van A.
Toussaiut. Ik heb hooren vragen of zyn ver
siering van den catalogus eeno slang met
een spin, eene waterlelie in eeno beek, een
iriktvisch in zco, een zeester op 't strand,
een syrnbolicke ragebol voorstelde; de heer
C. V. (in „Vlokken") noomt het een „Edel-
weisz." Mon meende dat zijn gansjes van
var.ielje-ys, zwemmende in likeur, uit welk
vocht goudgolo saucijsjes op vorkjes omhoog
steken, met do ontbytkoekjes er naast; dat
het groene suikerperk, waarop eene onboholpcn
figuur van fondant waggelt, tusschen inge
stoken bloemen, zooals men die op taarten
en tulbanden kan zien; dat al deze fraaiig-
hoden zich eigenaardig zouden leenen voor
do suikerbakkersversieringskunst. Wat hier
van zy, merkwaardig is het, dat deze dingen
worden geoxposeerd niet alleen, maar ge
oxposeerd in eene /cwnsfzaal, tegenover het
altaarstuk van Lucas van Loyden. A. v. D.
KOLONIËN.
BATAVIA, 23 Nov.-4 Dcc.
Aan de mot de Nederlandsche mail ont
vangen Indische bladon, loopende tot 4 Dec.,
is het volgende ontleend:
Do Lombok-expeditie.
Uit Boeleleng wordt van 1 December ge
meld: Anak Agoeng Made Oka, zoon van
den Radja, Anak Agoeng Gedch Rai, zoon
van Ivetoet, Dinda Amina on Dinda Patima,
vrouwen van den Radja, zyn met 7 volgelingen
op de „Speelman" van hier vertrokken.
Oc Inneming van TTjakra-Ncgma.
Over do inneming van Tjakra-Negara sclireef
„Goesti" den 25sten Nov. aan de Loc.:
Hier kan worden modogedeeld, dat de uit
komsten van het gevocht op den 18Jon alweer
hebben bowezen, dat allo vooruitgemaaklo
berekeningen in den oorlog falen. Ik geloof
niet, dat er één officier is, die in den tyd,
die tusschen de vermeestering van Mataram
en die van Tjakra-Negara is verloopen, niet
een eigen denkbeeld had van de wyze, waarop
laatstgenoemde plaats met het meeste succes
kon worden aangevallen. Dat het op 18
November uitgovosrde, door den opperbevel
hebber en zyn staf vastgestelde plan, dat
van de meerderheid der oxpeditionnaire offi
cieren was, zou ik niet durven onderschry ven
dat het gooi was, is echter gebleken. Hot
liad het grooto voordeel van uiterst eenvoudig
te zyn en byna niet tot verwarring to kurinon
aanleiding geven. Do troepen bleven onderling
in verband en konden elkander olk oogenblik
steunen; de reserve was uiterst gelukkig
opgesteld, hetgeen vooral bleek, toen de colonne
Sogov ondersteuning behoefde en aller streven
was naar het einddoel do poeri gericht, waarop
naar het zich liet aanzien met eon groote
overmacht zou kunnen worden aangevallen.
Dat het plan beter was dan ocnig ander, zoo
ver zou ik echter niet durven gaantrouwens,
dergelyko nabetrachtingen zyn tot niets nut,
evenmin als opmerkingen, dat als zus of zoo
was gehandeld, minder vei liezen zouden zijn
geledon, cenigo waardo hebben. Da hoofdzaak
voor Nederland en voor Indlö is, dat bet succes
luisterrijk was en dat moet hier genoeg zyn,
terwyi do verzekering, dat van den bevel
hebber af tot den minsten inlandschen fuselier
toe, ioder het zyne tot den ui'slag heeft ty-
gedragon, do schoonste loftu ting is, aio in
deze aan het Indische leger kan worden ge
schonken.
Als er eeno scbaduwzydo aan den dag van
18 November is verbonden, dan is het wel,
dat het aan twee bataljons infanterie, htt
noolige geschut en een paar afdeelingen
mineurs niet is gelukt, om de kern van do
pocri, oen ongemeen sterk, door dikke steentn
muron omringd huis, te veroveren. Dit feit
heeft daarom een diepe bot.ekenis, omdat het
bewy&t, dat do BaliOr, dio tot een uiterste
verdediging besloten is en achter zyno muren
standhoudt, oen zeer geduchte vyand is, die
ni.t te hoog kan worden aangeslagen.
Daarom vooral het beginsel, dat do muren
moeten worden neergehaald, met klem en
kracht gohandhsafd; zonder die muren is hy
niet meer of niet minder waard dan elke anaero
dappero inlanösche vyand, mot dio muren staat
hy met eeno kleine macht ganscho bataljons.
Ey de verschillondo op den 18Jen November
tegen genoemd gebouw ondernomen aanvallen
kwam de heldenmoed van onze soldaten helder
aan het licht; verbitterd over den voor het
oogenblik niet te overwinnen tegenstand, deden
zy alles, wat zy konden, om moestors van
het terrein te blyven, en juist de omstandig
heid, dat zy' telkens met bebloede koppen
moesten afdeinzen, wakkerde hun heldhaftig
heid aan, zoodat het om verdere verliezen te
vermyden maar goed was, dat de chefs eindelyk
do zaak opgaven. Da verwachting, dat den
19den 's vyands reduit zou zyn verlaten, werd
verwezenlykt, doch ook de vrees, dat gedurende
den nacht op grooto schaal aan den vorste-
ïyken schat zou worden geknabbeld, was niet
ongegrond. By velen staat het V3st, dat het
verlaten van do poeri door de koninkiyke
familie voor groote massa's Baliërs en Sasaks
het sein is geweest om tot plundering over
te gaan on dat het hun in de diepe duisternis
gelukt is om millioenen en nog eons millioenen
uit te dragen. Van daar do van verschillende
zyden gemaakte opmerking, dat het beter was
geweest om in den nacht het reduit in de
poori omsingeld te houden en den volgenden
dag den aanval te herhalen, die dan zeker met
den val van den vorst zou zyn geëindigd. Ik
durf my in dezo zaak geen oordeel aan
matigen; zeker kan gezegd worden, dat als we
zoo gehandeld hadden, meer geld in onze handen
zou zy'n gevallen, maar nog zekerder zouden
we die sommen nog met verscheidene menschen-
levens hebben betaald. Wat zwaarder weegt
hangt af van het standpunt, dat men inneemt;
ik zou zeggoa, dat Ly de zeer ernstige ver-
1 ezen, die wij don lSdo hobben geleden, het
sparon van manschappon op den voorgrond
moest blyven staan en dat voor dat doel
elke overweging van finanliöelen aard moest
zwichten.
Aan oen brief van „Janus" over de ver-
ovoring van Tjakra-Negara, aan het „Bat.
Nieuwsbl.", is het volgende ontleend:
Al naarmate de troepen meer naby do Poerie
kwamen, het brandpunt der verdediging, waar
de vorst met zyn keursoldaten zich bovond,
werd de tegenstand lievigor. Op verschillendo
punten trad do vyand plolseling met ao lans
op. Vrouwen en mannen verdodigden hun
eigendommen met hun lever.op verschillende
punten werden lansaanvallen door vrouwen
alleen uitgevoerd.
Wie waren cie vrouwen? Het waren do
Icdon der Brahmaanscho kaste. Men had haar
wijs gemaakt, cat wy Laar gevangen zouden
r.omcn en zouden medevoeren, de grootste
schande voor zulk een hocgere vrouwensoort.
Neen, dan liever als heldinnen sterven!
Prachtig uitgedost zcg men zelfs schoone,
jongo vrouwen als verwoede leeuwinnen op
onze trcepen instormen, om een oogenblik
later cloodeiyk getroffen ineen to zir.ken.
Maar htt opdringen onzer troepen van ver
schillondo zyden begon angst cn ontsteltenis
to verwekken. De vyand begon in allerlei
richtingen te vluchten of verschool zich in
zun huizen. Drongen onzo soldaten dan wederom
een nieuw erf binnen, dan schoten zy to voor-
schyn mot lans en kris. Ook kwam het voor,
dat er angstgeschroi uit zoo'n huis opsteeg
van vrouwen, uie „Ampon, ampon!" riepen,
torwyi dan bij onderzoek bleek, dat zy met
vyf- of zostallen op baloh-baleh's lagen, de
mannen onder zich verbergende!
Eir.deiyk bereikte het 2Jo bataljon de poerie.
Het groot aantal kogels, dat in allerlei rich
tingen over den hoofdweg Zuid-Noord vloog,
maakte den toestand byna onhoudbaar en uit
de poerie zelf kwam een teisterond vuur.
Niettemin slaagde men er in den poerie-
muur in bres te leggen en oen reeds met twee
eervolle vermeldingen versierd Europeesch
fuselier drong het eerst door de opening bin
nen. Nu volgde een woeste storm der onzen
en een oogenblik daarna kwam ook Schouer
opdagen. Do „Tjakra-Negara-marsch" weer
klonk, het „Willulmus" werd geblazen, uit
duizenden heldenkelen werd een donderonde
victoriekreet aangeheven. Hoeral De poerie
was ons! Het zal toen ongeveer negen uren
goweost zyn.
Dc vermeestering van §asarie.
Over do vermeestering van kampong Sasarie
door de colonne Swart leest men o. m. het
volgende in de „Loc.":
„Wy stelden natuurlijk slechts één eisch,
nl. overgave op genado of ongenade. Zo schonen
zeer moeilyk tot een besluit te kunnen komen,
en om hun hierin eenigszins te bulp te komen,
liet do kolonel eenige granaten in do kampong
slingeren. Dit hielp; maar anders dan men
gedicht had. Do vyand, ongovoer 70 man
sterk cn waaronder zich zelfs vrouwen en
kinderen bevonden, kwam plotseling uit den
Zuidrand van de kampong te voorschyn en
viel met geweer, lans en kris onstuimig op
onzo eenigszins Noordwaarts staande troepen
aan. Onze mannen stonden als een muur en
gaven zoo kalm hun vuur af, dat, op enkelen
na, cie nog kans zagen to vluchten, al de
vyanden werden neergeschoten, zonder ons
eenig verlies te hebben kunnen toebrengen.
Do lyken lagen tot op 3 a 4 passen voor de
bajonetten; de gewonden stootten zich do kris
in het liart, om toch maar niet lovend in
onze handen to rallen.
Uier gaven de Baliërs een scliitterond bowys
van moed en waro doodsverachting. InmiiÜels
was de kampong in brand geraakt; of de
artillerie dit gedaan had, dan wel de vyand
zelf, is met geen zekerheid te zeggen. Genoeg,
dat zy oversloeg op een buskruitmagazyn en
dit mot donderend geweld in de lucht deed
vliegen. De troepen deinsden terug, doch
slechts eon oogenblik. De orde was spoodig
hersteld. Nooit hoorde ik 'n heviger knal of
zag ik grooter rookzuil; kluiten, balken, enz.
vlogen ons om de ooren. Als do vyand onmid-
aellyk na de ontploffing tot den aanval was
overgegaan, zou hy zeker groot succes gohad
hebben. Lat9r had er weder eeno ontploffing
in de kampong plaats, maar deze was van
niet veel beteekenis. Terwyl de kampong kalm
afbrandde en de troepen in stelling bleven,
beschoot de vyand ons van uit de boomen.
Ofschoon dit vuur niet hevig was cn ons weinig
nadeel had toegebracht, leden we plotseling
een zwaar verlies door het sneuvelen van
luitenant kolonel Frackers.
De overste Frackers was oen der helden
figuren uit de vcroveraais van Mataram en
Tjakra-Negara; aan een zeer kalmon moed
en een hoogst ontwikkeld gevoel van plicht,
paardo hij een goedhartigheid, die het beste
bleek uit do wijze, waarop hy de belangen
zyner onderhoorigon behartigde."
Bief geveclat bij Topaff.
Aan hetzelfde blad is nog het volgende over
de inneming van Topati ontleend:
Wy, die dachten, dat met de vermeestering
van Sosari aan alle verzet een einde was
gemaakt, hadden het glad mis. Wy ontvingen
do tijding, dat er zich te Topati, Noord Tjakra,
nog een zoon van den vorst ophield, die alle
aanmaningen, om zich over te goven, met
beslistheid van de hand wees en het stellig
besluit genomen had zich met zyn gevolg
dood to vochten. Om hiortoo de gelegenheid
te goven, rukte eeno colonne uit, onder com
mando van generaal Segov, bestaande uit hot
5de, 6de en 11de bataljon infanterie, een
sectie berg-arlillorje en een detachement gonio-
troepen. Op den viersprong to Tjakra-Negara
werd do weg naar het Noorden ingeslagen
en Topati aan do Nooid- on Westzijde inge
sloten. Het 6de bat. nam stelling in kampong
Teliwang, terwijl do andere troepen in de
sawah ten Noorden van Topati werden opge
steld. Hier kwam ook do artillerie in battery.
Toen de laatste aanmaning tot overgave van
do hand gewezen werd, kwam de artillerie
in werking en slingerde met haar projectielen
dood én verderf in de ingesloten vesto.
De vyand beschoot de troepen van uit
boomen, huizen, enz., en, niettegenstaande dit
vuur zeer weinig to beteekonen had, bezorgde
hot ons toch een vyftal gewonden. Om onge
veer 11 uren werd er in den westrand van
Topati een poortje geopend; 'n oogenblik
later werd de vorstenzoon, gezeten op Jn
stoel, door eenige volgelingen daaruit ge
dragen en midden op don grooten weg neer
gezet, op den voet gevolgd door z(jn laatste
getrouwen. Nauwelyks kwamen wy to voor
schyn, of onze in het Noorden staande troepen
lo3ten hunne geweren. Do prins, getrolfon
door 3 of 4 kogels, bleof dood op-z'n stoel;
rondom hem vond mon do lyken van, naar
ik hoor, 2 mannen, 5 vrouwen en 1 kind.
Dc dood van overste Frackers.
Do affaire, waarby de overste Frackers
sneuveldo, wordt in de „Loc." door een cor
respondent op Lombok aldus beschreven.
Do colonne ging om 9 uren van Tjakra af
en werd gecommandeerd door kolonel Swart
en bestond uit het zesde bat. onder den overste
Frackers, het 11de onder majoor v. d. Brandeler
en 2 comp. barisan onder kap. Otken. Het
ging weer langs denzelfden weg als den 20sten
naar de kampong Sasari, waar nog eon zoon
van den Radja zat. Tegen halfelf zaten de
troepen weer om die kampong heen. Da colonne
van het 11de zat nu met eene sectie berg-
geschut ten noorden, het zesde ten zuiden
en 2 comp. barisans aan do oostzyde. Allerlei
uitvluchten werden gezocht: de zoon van den
Radja was ziek, enz., enz., totdat om halftwaal;
de kolonel Swart tyd gaf tot 12 uren; was
hy er dan nog Diet, zoo zou do kampong van
twee zyden door artillerie worden beschoten.
Om 12 uren was hy er nog niet en het vuur
werd geopend. Al spoedig hoorden we ge
schreeuw in do kampong, om kwart over
twaalven eorst woor geschreeuw en daarna
oen verbazend geschiet. Kapitein Otken ont
ving last met de reserve in de gevechtslinie
to komen met den looppas. Eene compagnie
kwam dadeiyk in de gevechtslinie achter een
aarden wal aan de oostzyde van kampong
Poenia. De anderen compagnie moest, een
oratrekking tegengaan. In de gevechtslinie
gekomen, lag'do weg door Poenia reeds vol
met doode Baliërs, die op de compagnie van
Schreiner een aanval hadden gcrwaagd, maar
allen waren neergeschoten. Er lagen vrouwen
by met kleine kinderen op den arm. Uit
boomen en van overal schoten ze op ons. De
overste was «reis gesneuveld.
Op zyn paard zittende, kreeg hy achterom
kykendo een schot van achteren in en vooruit
door het hart. Schreiner stond vlak by hem.
Dezen keek hy nog even aan en toen viel hy
van zyn paard dood op den grond. In het
geheel kregen we twee dooden en veertien
gewonden. Tot halftwco lagen we zoo in
stelling. We konden de kampong niet binnen,
want die stond in brand. Het lldo bat. lsto
compagnie van kapitein Schcnck drong Sasari
binnen. Hy kwam met Wefers Bettink en
een paar soldaten binnon een ommuurde
ruimte. Twee Baliërs waren daar nog in, één
werd doodgeschoten, de andore stak iets aan,
gooid9 dat brandende voorwerp weg, en daar
sprong nu een kruitmagazyn in do lucht met
oen geweldigen slag. De zon werd verduisterd
door stof en rook. Do soldaten van het 6de
en barisans vlogen achteruit, maar werden
spoedig weder achter do borstweriog gebracht.
Brandende alang en balken vlogen door de
lucht, gelukkig ovenwol zonder iemand to
raken; spoedig sprong daarop een tweede
magazyn in de lucht, maar met veel minder
-'.fjtijBWL"
geweld, ook weer zonder iemand te schaden.
Tegen halftweo vuurde de vyand niet meer
en trokken wy langs denzelfden weg van
's morgens op Tjakra terug. We kondon niet
anders, want alles voor ons stond in brand.
De begrafenis van kapitein Slangen.
Het „Soer. H'old." van 27 November meldt:
Hedenmorgen had met militaire honneurs de
begrafenis plaats van den gisteren in het
hospitaal alhier aan zyne by de bestorming
van Tjakra-Negara bekomen wonden overleden
kapitein der infanterie Slangen. De stoet stelde
zich tegen zeven uren in bewoging; de troe
pen werden door den kapitein der inf. Nieuw-
land gecommandeerd, terwyl als slippondragers
fungeerden ritmeester Waalewijn, de kapitein
dor artillorie. Van Kooten en de kapiteins der
infanterie Führop, die zelf by dien overval word
gewond, en Van der Bel. De resident, ass.-
resident en verscheidene hoofd- en subalterne
officieren van het garnizoen, de marine en de
scbuttery bewezen den overledene de laatste
eer. De waarnemende afdeeliQgs commandant,
kolonel Van der Schoot, herdacht aan het
graf in roerende bewoordingen de verdiensten
van den zoo vroeg aan het leger ontvall.n
officier.
De (offfciëele) „Javasche Courant" van 4
Dec. jl. bevat, ten vervolge van haro vorit e
medcdeelingen, de volgende berichten betref
fende Lombok:
De colonne, dio naar Lingsar werd gediri
geerd, koerde in den namiddag van 30 Nov.
to Tjakra-Negara terug, waar zy bleef over
nachten om den volgenden nacht naar hare
bivaks terug te marc'neeren. Van uit Lingsar
worden door twee detachementen verkenningen
gemaakt in Noordeiyke en Oostelyke richting,
de bevolking was vooral goedgezind, de passers
waren druk bezocht en de hoofden uit den
omtrek waren te Lingsar aanwezig.
Op 1 dezer rukte een colonne uit, sterk
anderhalf bat. inf. en een peloton cavalerie,
over Rembega naar Goenoeng Sari, terwijl
van uit deze laatste plaats door do cavalno
oen verkenning werd gemaakt naar Lendang
Baljoer. Oeral heerschte rust, de passers
waron druk bezocht. Tegen den middag keerden
de troepen in de bivaks terug.
De controleur Eintboven bezoekt met een
viertal cavaleristen dagelyks de verschillende
wijken van Tjakra-Negara en doorkruist er
straten en stegen, om zich te overtuigen, dat
het omverhalen der muren plaats hoeft. Overal
heerscht rust. Het aantal ingeleverde geweren
is thans gestegen tot ruim 900, waarvan
ongeveer 310 achterlaad- en 210 repeteerge
weren.
Voorts zijn dertig bronzen kanonnen van
groote en kleine afmetingen thans reeds to
Ampenan verzameld; het ijzeren geschut der
Baliërs is, als zijnde van geen waardo, on
bruikbaar gemaakt.
Do weersgesteldheid blyft. blykens een tele
gram van generaal Vetter van 30 November,
behoudens enkele regenbuien gunstig.
Blijkens een nader bericht is de Europeesche
fuselier Hayer, die vroeger als licht gewond
werd opgegeven, op 18 Nov. gesneuveld.
Bevelen zyn gegeven voor de terugzending
naar Java van het 7de en het 9de bat. inf.,
alsmocle van do op Lombok aanwezige veld
artillerie.
Dc onttroonde vorst van Lombok.
Agoeng-Agoeng G'de Ngoorah Ivarangasem,
gewezen vorst van Lombok, heeft deelt een
correspondent aan do „Loc." mode een
middelbare lengte, is eer mager dan gezeten
schijnbjar niet oudör dan 65 jaar. Ofschoon
de doofheid uit zyn gelaat spreekt en by
wantrouwend rondloert, als by anderen ziet
spreken, is een trok van fierheid en energie,
nu natuuriyk getemperd door z'n vernedering,
niet te miskennen. Z'n donkere oogen zien
u gebiedend aan en weerspreken het gerucht
van z'n sufheid.
Gezeten op 'n draagstoel en gehuld in een
geel gewaad, werd hy door 'n 6 tal dwang
arbeiders naar Ampenan gedragen; twee
dwangarbeiders hielden een gewone pajong
met langen steel boven z'n hoofd en behoed
den het voor do inwerking der fel bran-
dendo zonnestralen. Wat moet er wel in dat
hoofd zyn omgegaan, toen hy gedragen werd
over het terrein, waar vroeger Mataram, zijn
hoofdplaatsstond! Wroeging en spyt over z'n
begano domheid zullen wel om den voorrang
gestreden hebben.
De radja van Lombok heeft by zyn ver
trek van daar verzocht een mand met aarde
van dat eiland te mogen meenemen, hetgeen
hem is toegestaan. Voor zyne wonden word
by door dr. Guttoling behandeld.
Dc Gouverneur-Generaal.
Als een bowys van de groote populariteit
waarin de tegenwoordige gouverneur generaal
zich mag-verheugen, haalt het „N. v. d. D."
uit een -particulieren brief uit Buitenzorg do
mededeeling-aany dat de soldaten in decantino
telkens roeperf: „Leve gouverneur geneia
Van der Wyckt"
Het „Amst. Hbl." bevat de volgende
Dankbetuiging van generaal Vetter.
Aan allen in het Vaderland, cie my en de
onder myne bevelen staande officieren en
minderen van Zee- en Landmacht hunne ge-
lukwonschen aanboden met do op Lom -ok
behaalde overwinningen, betuig ik bij deze,
mede namens die officierc-n en minde-eu.
mijnen oprechten dank.
Hoofdkwartier Ampenan,
25 November 1S94.
De Opperbevelhebber var. Zoe-
en Landmacht der Militaire Expeditie
naar Lombok:
Vetter.