N°. 10697. Maandag 7 Janviai'i. A0. 1895. (§eze £ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommcr bestaat uit DRIE Bladen. Leiden, 5 Januari. Feuilleton. IRIS. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommcrs f f 1.10. 1*0. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1-6 rogels f 1.05. Iedere regel moer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Derde Blad. Offlclëele BeanisgeTlngei. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente LEIuEN brengen ter algemeens kennis dat de passage over de Oude fllare- poortshrug, liggende over den Ouden Singel, wegens herstelling, van Januari o. s. tot uadere aankondiging voor Rij- en Voer tuigen ral zijn afgesloten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leidew, F. WAS, Burgemeester. 4 Jan. 1895. E. KIST, Secretaris. Blykens eene in dit nummer voorkomende advertentie zal morgen, 6 Januari, 's voor- middags te 10 uren, in de Pieterskerk de be vestiging van kerkeraadsleden door da. De Wolff plaats hebben. I Het „Toonoelverbond" telde in 1892 1737, in 1893 1733, in 1894 1649 leden. Twee afdeolingen, Leiden en 's-Boscb, bestaan oiet meer. r Van ter zyde vernemen wy, dat de heer J. J. Van Hoeken als lid van den Baad van Oegstgeest zyn ontslag heeft genomen, als een gevolg van de onaangenaamheden, welke zijn ontstaan tusschen hem en een paar bewoners van de Aloëlaan, wier eigen lommen door dat Raadslid zouden zyn aange past en met welke zaak de justitie zich heeft bemoeid. Burgemeester en Wethouders van Zeg waard brengen ter algemeene kennis dat Woensdag 9 Januari, 10 April, 10. Juli en 9 October a. s.t des namiddags van 12 uren tot halftwee, ten huize van den heer H. Beidt, arts aldaar, gelegenheid zal bestaan totkoste- looze inenting en herineoting. Burgemeester en Wethouders dier gemeente noodigen de lotelingen, die verlangen by de zeemilitie te dienen, uit, om zich daartoe vóór den lsten Februari a. s. ter secretarie aan te melden. I Op het telephoonkantoor te Sassenheim werden gedurende de maand December behan deld 50 telegrammen, waarvan verzonden 22 en ontvangen 28. Burg. en Weths. van Sassenheim noodigen do lotelingen dier gemeente, van de lichting van dit jaar, uit, om, zoo z(j verlangen by de zeemilitie te dienen, zich daartoe vóór den lsten Februari a. s. ter gemeente-secretarie aldaar aan te melden. Lotelingen uit de gemeente Tor-Aar, be- j boorende tot do lichting 1895, die verlangen jiby de zeemilitie te dienen, moeten zich vóór den eersten Februari aanstaande ter secretarie dier gemeente aanmelden. In de gemeente Ter-Aar zijn in liet jaar 1894 geboren 43 j. en 42 m., terwyl er zich in die gemeente hebben gevestigd 60 m. en 70 v., aldus een totaal van vermeerdering van 103 m. en 112 v. Overleden zyn er in het afgeloopen jaar 28 m. en 33 v. en vertrokken 61 m. en 85 v., een totale vermindering van 89 m. en 118 v. Bevolking op 31 December 1894: 1237 m. en 1232 v., totaal 2469 inw. Op 31 December 1893 bedroeg zy 1223 m. en 1238 v., totaal 2461. Het aantal levenloos aangegevenen bedroeg 5, terwyl 13 huwelijken zyn voltrokken. Het aandeel der gemeente Wassenaar in de af te leveren manschappen voor de natio nale militie, lichting 1895, bedraagt 8. In het afgeloopen jaar zyn te Wassenaar geboren 117, ingekomen 150, overleden 49 en vertrokken 181 personen, zoodat het be volkingscijfer met 37 is vermeerderd en op 1 Januari van dit jaar bedroeg 3459. De „Staatscourant" van 5 dezer bevat de volgende kennisgeving, onderteekend door den voorzitter van den Raad van Voogdij, den heer W. Van Goltstein: De Raad van Voogdy over H. M. Wilhol- mina, Koningin der Nederlanden, ingesteld by de wet van 14 Sept. 1888 (Stsbl. 150), maakt bekend, dat de heer mr. A. J. Swart, eerst- benoemd lid van den Raad van State en als zoodanig, krachtens art. 2, laatste lid, der aangehaalde wet, van rechtswege lid van den Raad van Voogdy, in 's Raaos vergadering van heden (4 Jan.) den eed, voorgeschreven in art. 4 dier wet, in handen van den voor zitter heeft afgelegd en daarna heeft zitting genomen. Naar gemeld wordt, is het „avant-projet" voor een haven te Scheveningen thans gereed. Daarby is in hoofdzaak gevolgd de schets, welke in een der afleveringen van het vorige jaar van het weekblad „De Ingenieur", door jhr. Ortt, ingenieur van 's Ruks Waterstaat, is gegeven, voor het geval dat men nog een maal tot den aanleg van eene haven te Scheveningen zou besluiten. Die schets bevatte eene buitenhaven, be schermd door golfbrekers. Het „avant-projet" is bewerkt door een bekwaam technicus. Jhr. Ortt stond hem met zya raad en ondervinding ter zyde. Binnen weinige dagen zal aan de bestaande havencommissie uit do Visscheryvereeniging te ScheveDingen het plan ter beoordeeling worden toegezonden en zullen tevens alle be langstellenden uit Den Haag in de gelegen heid gesteld worden om met het plan kennis te maken. Men stelt zich voor by de Regeering con cessie te vragen voor den aanleg van eene haven, volgens het bedoelde plan. Door HH. MM. de Koningin en de Koningin Regentes is aan de „Vereeniging in het belang van lijdende landgenooten ver pleegd te Gheel (België)" f 200 geschonken. H. M. de Koningin Regentes heeft aan de Haagsche Vereeniging „Die Hughe", als blijk van haar belangstelling, een gift van f 200 doen toekomen. By het bestuur van het diaconessenhuis te Breda is bericht ontvangen dat door H. M. de Koninginnen een som van f 300 beschik baar is gesteld ten behoeve van die inrichting. Naar wy vernemen, heeft de kapitein ter zee H. Nfo'gh aangevraagd op pensioen te wordeh gesteld met het tydstip, waarop hy den by de wet gevorderden leeftijd van 50 jaren zal hebben bereikt. (ff). De secretaris der Engelsche legatie, mr. G. D. Bland, heeft zich gistermiddag van Den Haag por Staatsspoor voor eenigen tyd naar Weenen begeven. Naar aanleiding van de benoeming tot ridder in de orde van den Nederlandschon Leeuw van de heeren Van den Wall Bake, Middelberg en De Marez Oyen6, maakt het „Vad." de opmerking, dat nu wel drie ridder lintjes zyn gegeven aan financiers en bureau mannen, maar dat de verdiensten van den man, die het alloreerst in aanmerking moest komen, omdat hy den Delagoabaai-spoorweg heefc gebouwd, nitt zyn erkend. Het eerste nummer is verschenen van „Internationale Gegevens", mededeelingen en cyfers voor Handel, Nijverheid en Scheep vaart, geschikt door O. Kamerlingh Onnes. De redacteur is dezelfde die geschreven heeft „Verbetering onzer Handelsstatistiek" en „De Handelsstatistiek in de praktyk". (Directe stooravaartverbinding met Britsch-Indië.) Het nieuwe weekblad zal strekken ter be vordering van onafhankelijke overzeesche ver bindingen. De Staatscourant van 5 dezer bevat het plan der 348ste Nederlandsche Staatsloterij van f 1,036,000, vastgesteld 24 Dec. jl. Zy bestaat uit 21,000 loten, uit 10,500 pryzon en 2 preraiön. De collecte wordt ten kantore van den directeur der Staatslbtery te 's Gra- venhage geopend op 13 Febr. en gesloten op 3 Mei a. s. Do trekking bogint op 11 Maart en eindigt 1 Juni a. s. Naar het „Vad.'" verneemt, heeft de Staatscommissie, aan welke doorde Regeering was opgedragen een wettelyke regeling met betrekking tot do begrafenisfondsen te ont werpen, thans een ruimere opdracht ontvan gen, zoodat de door haar te ontwerpen rege ling zich ook tot do groote Maatschappen van Lovensverzekering zal uitstrekken. Op de Bredasche geraeentebegrooting is voor 1895 f 500 uitgetrokken ter verzekering van de weiklieden in dienst der gemeente, tegen de geldelijke govolgen van invaliditeit en ongelukken. Deze maatregel vloeit voort uit het feit, dat de gemeente in van haar uitgaande be stekken reeds lang de bepaling opnam, dat de aannemer zijne werklieden tegen or,ge lukken moest verzekeren. Uit Soerataia vernoemt de „Tel." het bericht, dat de oud-notaris H. Calicher aldaar op 78-ji.rigen leeftijd is overleden. VersQhillonde generaties zullen zich die sympathieke figuur uit haar Indisch verbiyf herinneren. Een zeldzaam verschijnsel was hy in vele opzichten. Op nog geen 14-jarigen leeftijd, in den jare 1831, als scheepsjongen op Java aange komen, moest by wegens ziokte de Marine verlaten. Door studie en werkkracht uit muntende, doorliep hy verschillende betrek kingen, werd griffier by den Landraad en in 1861, na afgelegde examens, tot notaris benoemd. Ruim 30 jaren was hy een sieraad van het notariaat, verheugde zich in oen veelomvattende praktyk, doch kon het dan ook met zyn drukke werkzaamheden niet overeenbrengen, om Amsterdam, zyn geliefde geboortestad, terug te zien. Zoo bracht hij ruim 63 jaren in Oost-Indié door, een bewys leverende, wat een krachtig Europeesch phy- siek, mits verstandig beheerd, in de tropen vermag. Niet alleen om zyn loyaal karakter, zyn bekende hulpvaardigheid en kunde, doch ook met het oog op zyn onafgebroken langdurig verbiyf, zal de heer H. Calicher in de Indi sche annalen blijven voortleven. Op 1 dezer waren by de Ned.-Heiv. Kerk 353 predikantsplaatsen vacant, tegen 370 op 1 Jan. 1894, en wel in Gelderland 36, Zuid- Holland 58, Noord-Holland 29, Zeeland 40, Utrecht 17, Friesland 78, Overysel 20, Gronin gen 40, Noord-Brabant 20, Limburg 4 en Drente 12. Het getal vacaturen is derhalve in 1894 met 17 verminderd. Men meldt ons dat de heer W. Verwey Azn. zyn ontslag heeft genomen als bestuurslid der Ned. Zuid-Alrikaansche Vereeniging. (Vad.) De officier var. administratie 1ste kl. L. C. Duhne, dienende aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord, wordt met 16 Jan. a. s. op non-aetivituit gesteld en vervangen door den officier van admin. 1ste kl. M. C'. Hazenberg. Randsverslag van lllllegom* Tegenwoordig alle leden. Als voorstemmer wordt door het lot aan gewezen de heer G. Veldh. v. Zanten. De Voorzitter opent de vorgadering, waarop de notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. In deze notulen was opgenomen hot Raads besluit omtrent het plaatsen van lantaarns. Do Raad wensehte te weten waar die geplaatst zouden worden. Do Voorzitter deelde cle ge kozen standplaatsen mede, welke duor den Raad werden goedgekeurd. Hierna deed de Voorz. mededeeling van de volgende ingekomen stukken: a. Een schotsteokoning van de opname der Zanderijlaan tegenover „Zomerzorg", ver vaardigd door den heer Heykoop, landmeter te Leiden. b. Het rapport, door Ged. Staten uitgebracht over het onderzoek van de reclames terzake van hoofdelyken omslag. c. Goedkeuring van Ged. Staten van de sup- pletoire kohieren van hoofdelyken omslag en hondenbelasting. Worden alle voor kennisgeving aangenomen. Alsnu is aan de orde het verbouwen der openbare lagere school. B. en Weths. brengen rapport uit over hun gevoelen ten opzichte dezer aangelegenheid na conferentie met de Plaatselijke Schoolcommissie en stellen voor den tegenwoordigen toestand dier school te bestendigen, dus niet tot verbouwing over te gaan, en ook geen 6den onderwyzer aan te stellen, aangezien het by de wot bepaalde aantal leerlingen nog niet aanwezig is. Mocht dit cyfer bereikt of overschreden worden, dan zullen de noodige voorzieningen niet uitblijven De heer J. Van Waveren Pz. wensehte da» nog een 6de onderwyzer werd benoemd, waar voor blykens art. 45 der wet op het L. O. vergoeding van het Ryk wordt toegekend. Besloten werd over te gaan tot het be noemen van een 6den onderwyzer aan do O. L. S. op een traktement van f 600 a ƒ650 per jaar. Alsnu worden in behandeling genomen de voorstellen betreffende den afkoop der tcl- geldhelfing voor het passeeren van den Boom ouder de Hippelaarsbrug en de uitdieping der Oude Beek. De Voorz. deelt mede dat een adres van den heer W. Kuyk is ingekomen, waarin deze aandringt op den afkoop vaa den tol boom. De heer Kuyk deelt mede dat onge veer 200 bunders land rondom die Beek liggen, waarvoor jaarlijks ruim 800 schepen mest noodig zyn. Het Beek of tonnengeld van al deze schepen zal jaarlyks pl. m. f 500 be dragen, zoodat de som voor den afkoop der tolgeldheflmg in 15 jaren terugverkregen kan zyn. De heer P. H. Van Waveren Lzn. be twijfelt het, dat Ged. Staten hunne goed keuring zullen hechten aan een besluit tot heffing van Beek- of tonnengeld door de ge meente zelve, nadat het recht tot boomgeld- heffing door haar zal zyn afgekocht. De heer G. Veldh. v. Zanten wenscht het verzoek van den hoer Kuyk niet nevens de andere dergelijke verzoeken behandeld to zien, maar als geheel op zichzelf staande, daar de cijfers, welke er in voorkomen, niet dan na nauwkeurig onderzoek en ernstige overweging met bevoegde beoordeelaars zyn gesteld e derhalve vertrouwen verdienen. De Voorzitter wil eerst zekerheid hebben of de Raad al dan niet tot den afkoop van den tolboom zal overgaan. De heer A. Topper is tegen den afkoop van den tolboom, omdat dit van te weinig algemeen belang is. Do Voorz. stelt voor tot stemming over te gaan. Negen leden bleken er tegen te zyn; twee er vóór. De Voorz. brengt nu in stemming het request van P. Pbilippo c. s., die f 400 subsidie vragen onder verband van een 5-jarig onder houd. Dit wordt verworpen met 6 tegen 5 stemmen. Nadat eenige overschrijvingen van posten op de begrooting van 1894 zyn goedgekeurd, volgt de eindrondvraag. Do heer A. Topper acht het wenschelyk eene commissie te benoemen tot herziening der politie verordeningen en vraagt tegen wanneer met dit doel eene voorbereidende vergadering kan worden belegd. Besloten wordt deze vergadering medio Februari te houden. Tot leden van de door hem bedoelde com missie worden benoemd de heeren P. H. Van Waveren Lz. en J. Van Waveren Pz. Niemand meer het woord verlangende, wordt de vergadering gesloten. 8) De uitkomst overtrof Tiasonborna stoutste verwachtingen. Hjj herkende zijn eigen werk nauwelijks en, niet in staat de gelukwen- schen van het bejaarde echtpaar anders dan met een stommen handdruk te beantwoorden, I bleef hij in zUn hoekje gedoken zitten. Ondanks het aandringen van vrienden en kunstbroeders, dio hem van alle kanten bestormden, was hy niet te bewegen, aan het slot der opera voor het opgewonden publiek te verschijnen hy liet het aan den regisseur over, voor den .afwezigen" componist te bedanken. En „afwezend" was hU dan ook in den volsten zin des woorde; alles scheen hem nog een zalige droom toe, waaruit hij telkens meende te zullen ontwaken. Toon ook eenige dagen later de critiekhet i oordeel van het publiek, al wa3 het dan 1 ook niet zonder voorbehoud, bevestigde, was het lot van den „Schwan von Unna" beslist. De volgende voorstellingen vonden gelijken bjjval, en nog vóór er een week verstreken was, kwamen van verschillende tooneeldirectiên by den gelukkigen componist j aanvragen in, om toezonding der partituur voor een volgend seizoen. De consul-generaal was gewoon de muziek avonden, die gedurende den winter eenmaal per week by hem aan huis plaats vonden, vóór de lydensweek te eindigen. De laatste dier gezellige, muzikale bijeenkomsten was op Woensdag vóór Pasoben vastgesteld. Om den kring zUner vrienden en bekenden ge legenheid te geven, persoonlijk kennis te maken met den „held van den dag", had Van Hoven ditmaal een grooter aantal per sonen dan gewoonlylc uitgenoodigd, op gevaar af, dat de kamers van het gastvrije huis te klein zouden kunnen blUken te zyn. Toen Leopold de zaal binnenkwam, was er reeds een aanvang gemaakt met bet eerste nummer van het programma: een quartet van Mozart. Met voordacht waa bU wat later gekomen, om onder het spelen onbemerkt plaats te kunnen nemen. Die krijgslist gelukte echter niet geheel, want de vrouw des huizes knikte Tissenborn toe en dreigde hem schertsend met don vinger. Deze maakte een verontschuldigend gebaar en ging op de achterste rU zitten. Er waren ongeveer zestig a zeventig per sonen bijeende voorste zitplaatsen waren door de dames ingenomen. Zwygend groette Tissenborn eenigen zijner kennissen, die in de nabybeid zaten, en gaf zich daarna geheel over aan het genot van Mozarts quartet, dat door do beste krachten van het orkest der hofopera uitgevoerd werd. Toen het geëindigd was, kwam de gastheer naar hem toe, ging naast hem zitten en wikkelde hem in een druk gesprek, dat voort duurde tot een volgend nummer begon, 't Scheen Tissenborn toe, dat mr. Van Hoven, die anders volstrekt geen babbelaar was, op deze wyze zyn opmerkzaamheid van hetgeen om hem heen gebeurde, wilde afleiden. Zyn vermoeden bleek niet ongegrond te zyn. Frau Meyerhofer, de prima-donna, trad voor 't gezelschap op en spoedig klonken hem de eerste accoorden van zyn lied „lm Sturme" tegen. „Maar, mijnheer 1" zeide hy op een toon van verwyt. „Stil, myn waarde!" antwoordde deze sussend. „Wy moesten u vóórzyn, als wy onzen gasten het genot uwer schoone compositie niet onthouden wildonwant gy hadt bepaald uwe toostemming niet gegeven." „Neen, stellig nietl En nog wel 't aller minst no een quartet van Mozart!" Het was de eerste maal, dat hy zyn lied in het openbaar hoorde voordragen. De zan geres vertolkte het meesteriyk, en als gold de stormachtige byval niet haar, maar den componist, wees zy lachend met het muziekblad op Tissenborn, die daardoor tegen wil en dank het voorwerp eener ovatie werd, die hem bepaald verlegen maakte. Om Frau Meyerhofer voor de voordracht van het lied te danken, ging hy Daar haar toe in het aangrenzend vertrek, en terwyl hy met haar in gesprek was, voegde de gastvrouw zich by hen. „A propos, Von Tissenborn," begon zy, „van wie is de tekst van uw lied?" „Van „Iris."" „Van „Iris?" Zeker een pseudoniem?" „Dat scbynt zoo, mevrouw." „Een der dames in myne nabyheid meende straka dat bet gedicht eene vertaling uit het Engelsch was." „Wie is die dame?" vroeg Tissenborn haastig. „Fiaulein Lindorl." „Kan ik haar te zien krijgen?" „Ei, ei 1" merkte Frau Meyerhofer schertsend op, „mynboer schynt byzonder veel belang in die jonge dame te stellen." „Daar heb ik inderdaad alle reden toe, als zy ten minste de vertaalster van 't gedicht is." „Ik kan u straks wel eens aan haar voor stellen, als gy het wenscht," zeide do gastvrouw. „U zult my daarmede ten hoogste ver plichten, mevrouw; maar zoudt u my nu niet alvast de dame kunnen aanwyzen?" „Dat zal niet best gaan! Zy zit daarginds, midden onder de anderen. Het zou in 't oog vallen, ais ik, door de openstaande deur heen, op baar wees. Later, na afloop van't concert, zal de gelegenheid zich vanzelf wel voordoen." „Wie is Fraulein Lindorl?" „De dochter van een groothandelaar uit Hamburg. Zy woont sinds verleden jaar met haar moeder in de Engelsche wyk." „Myne „Iris,"" dacht Tissenborn met klop pend hart, „dus toch eindelijk gevonden!" In de zaal teruggekeerd, liet hy zyne blikken over de ryen dames gaan, maar kon de ge zochte er niet uitvinden, daar allen hem den rug toekeerden. Er bleef hem dus niet anders over dan geduld te oefenen en hot einde van 't concert af te wachten. Het laatste nummer - een trio van Brabms - was afgespeeld-, het auditorium stond op en Tieeenborn zocht dadeiyk de vrouw des buizes op. „Kom dan maar mee," zeide deze lachend; „dio dame daar in het rose is Fraulein Lindorf Tissenborn keek in de aangeduide richting; de dame in het rose was niet zyne „Ine!" „Fiaulein Lindorf," zeide de gastvrouw, nadat zy Leopold voorgesteld had, „maakte straks de opmerking, dat de tekst van uw lied uit het Engelsch vortaald was, maar de naam „Iri3" wokte haar verwondering op. Misschien is zjj in staat u iets naders om trent de vertaalster mee te deelen." „Welzeker ben ik dat," antwoordde de aardige blondine, zich tot Leopold wendend, wien zo met klimmende nieuwsgierigheid had gadegeslagen, „als gy eerst de goedheid wilt hebben, my te zeggen, hoe gy in 't bezit van don tekst kwaamt?" „Ik heb hem gevonden." „Gevonden? En stond er dan onder het ge dicht ook „Tris", evenals op het gedrukte blad?" „Neen, ik voegde den naam er by." „Iris" beteekent immers regenboog? Iloe zjjt gy op de gedachte gekomen, juist dezen naam uit te kiezen?" Tissenborn voelde in 't minst geen roeping, de vraaglust*o dame zyn avontuur te ver tellen. „In 't laatste couplet wordt van den regen boog als van de belofte des vredes gesproken," antwoordde by. „Dat bracht my op de gedachte, den naam „Iris" er onder te zetten." Wordl vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 7