N°. 10696.
Zaterdag 5 Januari.
A*. 1895.
feze (iCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 4 Januari.
Feuilleton.
IRIS.
LEIDSCH
DAG-BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lolden per 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
f 1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 j. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Offlciëele Keuniegeyinge».
Tweede zitting vari den Militieraad.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien de artt. 86 en 92 der Wet van den 19don
Augustus 1861, betrekkelijk de nationale militie
(Staatsblad No. 72), gewijzigd bij de Wet van den
4den Aj ril 1892 (Staatsblad No. 66);
Gelet op de missive van dea Heer Luitenant-
Kolonel Militie Commiesaris in het 3de district der
provincie Zuid-Holland;
Brengen ter algemeeue kennisdat de tweede
zitting van den Militieraad, voor deze gemeente,
wordt gehouden in een der vertrekken van bet
Baadbnis, op Maandag den 14den Januari 1895, dea
voormiddags te halfelf, tot bot doen van uitspraak
omtrent alle in do eersto zitting niet afgedano zaken,
en vervolgons tot het doen van uitspraak omtrent
bon, die als plaatsvervanger of als nummorverwisselaar
verlangen op te tredon; voorts, dat tot het opmaken
dor daartoe vcreiechte bewijestnkken, van heden af,
tor secretarie dezer gemeente, dagelijks van des
Voormiddags tion tot des namiddags vier uren, de
Zondag uitgezonderd, wordt govaceerd; welke go-
legenbeid de belanghebbenden worden vermaand zich
te nutte te maken, daar aan den loteling, die reeds bij
do militie is ingelijfd, overeenkomstig het bopaaldo
bij art. 70 der bovenaangehaalde Wet, door do
Koningin niet dan in bijzondere gevallen het etellen
van een plaatsvervanger kan worden vergnnd.
Eindelgk wordt, ter voorkoming van misverstand,
nog opgemerkt dat de loteling, omtrent wien de
Militieraad in zijne eerste zitting reeds nitspraak
beeft gedaan, niet in de tweede zitting behoeft te
verschijnen, ten ware bij daarin een plaatsvervanger
of een nummerverwisselaar mocht willen voorstellen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
4 Januari 1895. E. KIST, Secretaris.
De kapt. A. W. De Jonge van der Halen,
van het 1ste reg. veld-art. te Utrecht, is over*
geplaatst bij het 2do reg. veld-art. te Leiden
en wordt belast met het bevel over de 5de
batterij van dat regiment.
De Engelsche mail met berichten uit
Indie kan 5 dezer en de Nederlandsche mail
met berichten uit Batavia tot 4 Dec., 6 dezer
alhier worden verwacht.
Als advocaat en procureur bij den Hoogen
Raad is heden beledigd nr. C. Plate, te
's-Gravenhage.
Gedurende de maand December werd ton
postkantore te "Warmond in de Rijkspost
spaarbank ingelegd oen bedrag van /"2633.70
en in het geheele jaar 1894 f 27,580.95.
Terugbetaald werd er in de maand Decem
ber ƒ958 en in het geheele jaar 1894/" 7650.40.
In het geheel zijn er thans 674 boekjes
t« Warmond uitgegeven.
Aan de Rijkspostspaarbank te Hillegom
werd gedurende de maand December 1894
ingelegd: /"6903.23s en terugbetaald ƒ408.22.
Het laatste door dat kantoor uitgegeven
boekjo draagt het nummer 420.
Gedurende het afgeloopen jaar 1894 zyn
in de gemeente Lisse geboren 134 kinderen.
Er stierven 61 personen, terwijl 25 huwelijken
werden gesloten.
Gedurende 1893 bedroegen deze cijfers
respectievelijk 134, 88 en 33.
In de vergadering van den Centralen Raad
van den „Alg. Ned. Zouavenbond", te Utrecht
gehouden, is o. a. beslotenom op Zondag
22 September te '6 Hertogenbosch een groote
protestmeeting te houden, om dan, by gelegen
heid, dat het 25 jaren is geleden, dat Paus
Pius IX werd beroofd van zijn Staten, uit
drukkelijk tegen dit onrecht, den H. Stoel
aangedaan, te protesteeren. Deze meeting zal
worden gepresideerd door generaal De Cha-
rette en bijgewoond worden door alle leden
van den Bond; allen R. K. Yereenigingen in
Nederland zal worden verzocht aan deze
protestmeeting deel te nemen.
De Nederlandsche agent, die bij de jongste
botsing in den Congo-Staat aan de slachting
ontkwam (zie ons vorig nommer), blijkt Yan
Zuyien te heeten.
Uit een reisrapport van den commandant
van Hr. Ms. schoener „Suriname", belast met
het politie-toezicht op de visschery in de
Noordzee, van 6 tot 15 Dec. jl., blijkt dat
geen klachten zyn vernomen en geen over
tredingen zyn opgemerkt.
De hoofden van de openbare lagere scholen
te Zutfen hebbon zich tot Gedeputeerde Staten
gewend met het dringend verzoek om eeno
betere regeling van de vergoeding voor huis
huur, aangezien het niet mogelijk is voor de
som van 300 te Zutfen eene voor hen ge
schikte woning te bekomen.
Ds. A. Brummelkamp, de leider der anti-
revolutionnaire party te Groningen en hoofd
redacteur der „Nieuwe Prov. Gron. Courant",
gaat zich vestigen te Velp, doch hy blyft
hoofdredacteur van genoemd blad.
HH. MM. de Koninginnen hebben een
gift van 400 geschonken aan het Marinetonds
te Amsterdam.
Te Arnhem is overleden de rijks-advocaat
mr. J. U. De Kempenaer, deken der orde van
advocaten, oud-wethouder. Hy was geboren
14 Juni 1820. In hem verliest de balie een
scherpzinnig en algemeen geacht lid.
Uit Neerbosch wordt gomeld:
Voor de 1000 weezen in de weesinrichting
was het dezer dagen, by gelegenheid van het
jaarlyksche kinderfeest, wedor een gelukkige
dag. Door vele giften en ontvangen levens
middelen was de directeur in staat gesteld
de kinderen rykelyk te onthalen. O. a. was
ontvangen een vet varken, dat, geslacht, een
zwaarte had van 270 halve K. G.; ook werd
mede voor dat feest geslacht een vette koe
ter zwaarte van 600 halve K. G. Uit Nymegen
ontving men van B. 1200 sinaasappelen, 3
balon olienoten, 2 kisten dadels en 160 pond
stokvisch. Van de broodfabriek aldaar 1500
krentenbroodjes, en ter nagedachtenis van
een overleden weezenvriendin 2000 krenten
broodjes. Van J. uit Neerbosch 1000 krenten-
en andere broodjes, 100 metworsten, van D.
te Nyehaske een groote ton mot koekgebak
en van V. uit Utrecht een kist met suikergoed,
terwijl door de inrichting voor die gelegenheid
nog 3000 broodjes zyn aangekocht. Uit vele
andere plaatsen ontving men ryke geschenken
in kleedingstukken, terwyl bovendien uit Ny
megen nog werden ontvangen 9 matten vygen
en een baal bruineboonen en uit Amsterdam
3 balen rijst. Vier en dertig oud weezen heb
ben het feest bijgewoond en op voorstel der
weezen zelf werd als eerste gave voor een
nieuw weeshuis een collecte gehouden, welke
8.71'/a heeft opgebracht.
Met de meeste opgewektheid is het kinder
feest gevierd geworden.
Te Bussum is uit de 132 sollicitanten
voor de betrekking van hoofd der Chr. school
aldaar het volgende 8-tal (alphab.) gevormd
G. Van Burgeier, to Driebergen; L. Flipse,
te Leiden; L. Jaarsma, te Leeuwarden; "W.
Kleyn, te Maassluis; F. Lettinga, te Harlin-
gen; G. J. Mulder, te Amsterdam; A. "W.
Rakers, te BergambachtJ. "Wüst, te Arnhem.
Deze heeren zullen op nader te bepalen dag
te Bussum worden opgeroepen, opdat het be
stuur met hen spreke en uit hen een drietal
vorme, dat aan do Vereeniging zal worden
aangeboden om daaruit eene keuze te doen.
Het stoomschip „Bundesrath" vertrok
2 Jan. van Durban naar Vlissingen en Ham
burg; de „Deucalion", van Batavia naar Am
sterdam, vertrok 3 Jan. van Port-Said.
By koninklijk besluit is eervol ontslagen
de reserve-officier van gez. 2de kl. H. J. G. M.
Heymans, uit zyne betrekking tot de landmacht.
Onze duinen.
Dr. Blink komt, op gezag van de geschiedenis,
van anderer onderzoek en van eigen waar
nemingen, in de „N. R. Ct." den verontrus
tenden toestand onzer duinen nader aantoonen.
Het door de Romeinen gebouwde huis te
Britten, by Katwijk, ligt twee ur«.n ver in
zee. De overblijfselen van den Calloostoren,
ton noorden van bovengenoenuen burcht,
lagen in 1688 reeds een uur in zee, en zoo
zyn er tal van mededeelingen te doen omtrent
de dorpen Westkappel, Ter Heide, Scheve-
ningen, Katwyk a/Zee, Egmond a/Zee, enz.
De meer nauwkeurige waarnemingen van
deze eeuw bewyzen voorts de geregelde af
neming van de duinreeks (de duinen worden
nl. niet verplaatst, zooals mon veelal aan
neemt, maar worden aan de zeezyde afge
slagen).
Sedert 1S43 worden in Noord Holland en
sedert 1857 in Zuid-Holland geregeld strand-
m el in gen verricht. Voor dif doel heeft men
een rij genommerde palen in het strand ge
heid, en van elk dezer uit wordt jaariyks de
afstand van den duinvoet en van de lijnen
van hoogwater en laagwater langs het strand
gomoten.
De strandmetingen nu leeren ons, dat van
1857 tot 1890 langs do kust van Zuid-Holland
de duinvoet gemiddeld 7.23 M. is afgenomen,
m. a. w.in 1857 lag de duinvoet 7.23 M.
verder westwaarts dan in 1890. Dit cyfer
wyst het gemiddelde aan. Langs de kust van
N -Holland was van 1843 tot 1890 de duin-
grens aan zee gemiddeld 15.68 M. landwaarts
verplaatst. Ziedaar cyfers, die 6preken. En
wanneer de metingen voor 1894 verricht
zyn, zegt de heer Blink zal biyken, dat
op dit oogenblik het resultaat nog veel
treuriger is, dan wat wy boven mededeelden.
De geschiedenis onzer duinkust is, zooals
uit het bovenstaande biykt, de tragische his
torie van het wijken voor een vyand. Nu met
geweldige slagen, dan kalm en schijnbaar
zonder bedoeling, tast toch voortdurend de
zee onze stranden aan en dringt de kustiyn
verder landwaarts. Volgens een niet te hoog
geraamde berekening, zon er sedert den aan
vang onzer jaartelling langs de kust ongeveer
150,000 H.A. lands door de zee verzwolgen
zyn. En de historie der laatste dagen leert
ons, dat het proces der afneming, hetwelk
eeuwen geduurd hesft, nog niet ten onzen
voordeele veranderd is.
Mag men d en toestand aldus rustig aan
zien? Mag men de wateren laten voort woeke
ren tot do laatsto sporen der natuuriyke
verdediging van ons land tegen de zee ver
dwenen zyn? By "Westkapelle, by Delfland,
in de Hondsbossche vindt men reeds kost
bare dijkwerken tusschen de duinen. Doch
zou het niet verstandiger zyn de duinen beter
te beschermen en te verzekeren vóór de zee
deze geheel heeft weggeslagen?
Onze duinen nemen af; de feiten en de
cyfers prediken het met ontwijfelbare zeker
heid. Dat men dus de oogen niet sluite voor
het dreigend gevaar uit het westen, maar
onderzoeke en vooral handele vóór het te
laat is I
Een palcis voor de gtfaten-Gencraal.
Naar aanleiding van een door den heer
Tutein Nolthenius geopperd denkbeeld om
de oude Ridderzaal op het Binnenhof te
's Gravenhage tot eene Eerezaal in te richten,
brengt het „Hbl." in herinnering dat al sedert
31 jaren in het „Staatsblad" eene wet staat,
welke de oprichting van een ander grootsch
gebouw beveelt, hetgeen echter nog altyd
onuitgevoerd is gebleven.
Die wet, van 1 November 1863 (No. 129),
bepaalt: „in overwoging genomen dat hot
wenschelyk is het grondwettig verbond van
Ons Stamhuis met het Nederlandsche volk,
waartoe de grondslagen in November en
December 1813 gelegd zyn, op eene waardige
wyze te doen herdenken."
„Te 's-Gravenhage wordt voor de verga
deringen van de beide Kamers der Staten-
Generaal een paleis van Staatswege opgericht."
Aan het slot dezer wet, die Thorbecke'8
modeteekening draagt als tydelyk voorzitter
van den Ministerraad, wordt, geiyk gebrui-
keiyk is, gelast en bevolen: „dat alle minis
teriele departementen, autoriteiten, collegién
en ambtenaren, wien zulks aangaat, aan de
nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden."
Byna het derde eenor eeuw is verloopen,
zonder dat zelfs een begin is gemaakt met
de nauwkeurige uitvoering.
Intusschen zyn de Koning, die de wet uit
vaardigde, en de Minister, die haar contrasig
neerde, overleden; zyn er niet minder dan
twaalf ministeries gekomen en gegaan;
is het tweede keizerrijk in Frankrijk al byna
25 jaren door de republiek vervangen is
evenlang hot nieuwe Duitsche Ryk gevestigd
en onlangs het paleis voor den Ryksdag te
Berlijn ingewijd, enz., enz. Maar het nieuwe
paleis voor de Nederlandsche Staten-Gene-
raal bestaat nog alleen op het papier, in
het „Staatsblad."
Gemeïig- cl Nieuws.
Zooals we voor eenige dagen
meldden, werd op een Zondag-nacht alhier
door tweo rechercheurs der politie aan don
Ouden Singel gesnapt, in een roeibootje, zeken.
Van der Linden, in de Mirakelsteeg wonende,
en bleek het later dat deze uit de Pittenfabriek
had ontvreemd eene rol gonje en poetskatoen.
Van der Linden bevindt zich thans, zooals
men weet, te 's Gravenhage in hechtenis.
De hoer R. Pronk, rechercheur alhier, kwam
tot de ontdekking van het ontvreemde en
gaf daarvan mede kennis aan den brigadier
der Ryksveldwacht te Leiderdorp, Letschert.
Deze heeft nu in laatstgenoemde gemeente
nog versche dene voorwerpen (visschersgarens)
in beslag genomen, door v d. L. aldaar aan
verschillende personen verkocht en afkomstig
uit genoemde fabriek. De samenwerking van
gemeente- en rijkspolitie heeft dus in deze
zaak meer aan het licht gebracht.
Opgave van het vervoer en de
opbrengst van den Rynlandschen Stoomtram
weg geóurende de maand Oct. 1894: reizigers
aantal 29,294; opbrengst f 4038.77goederen
en diversen f 634.47. Totaal f 4673.24. -
Van 1 Januari tot ultimo Oct. 1894reizi
gersaantal 318,749; opbrengst 45,381.953;
goederen on diversen 5426.21. Totaal
/"50,808.16s.
Per dagkilometer bedraagt dit f 18.57.
In 1894 werden 3856 vreemde
lingen zonder middel van bestaan uit ons
land over de grenzen verwijderd.
Het bestuur der Typografische
Vereeniging „Door Eendracht t'zaara Ver
bonden", te 's Gravenhage, deelt mede dat
verscbiller.de omstandigheden, van haren wil
onathankelyk, haar hebben doen besluit n,dit
jaar do Koppermaandag-feestviering niet t6
doen plaats hebben.
Het aantal branden in 1894 be
droeg te 's-Gravenhage: 66 schoorsteenbran
den 100 kleine binnenbranden8 zware idem
11 uitslaande branden en 9 buitengewone
branden.
Een bewoner van de Boekhorst-
straat te 's-Gravenhage kwam gistermiddag
aan het politie-commissariaat mededeelen, dat
voor zyn woning gisteren grove baldadigheid
was gepleegd, ja zelfs, de man vermoedde, dat
niet meer of minder dan een bom vlak tegen
zyn huis zou zyn gesprongen. By het ongeval
was een zijner winkelramen verbrijzeld.
De politie stelde dadelyk een onderzoek in,
dat leidde tot het volgende resultaat.
Omstreeks 12 uren kwam gisteren een
voerman met een kar voorby het bovenbe
doelde huis rijden, en op hetzelfde oogenblik
weerklonk een knal, harder dan van een go-
weerschot, waardoor een winkelruit was stuk
geslagen. Zooals te begrijpen was, liepen do
voorbijgangers te hoop, om te zien, wat de
aanleiding was van den hevigen slag; en
ziedicht by den muur lag iets, een.
blikken busje, en spoedig ging dan ook van
mond tot mond, dat er „een bom" was ge
vonden. Het blikken doosje, dat ingedeukt
was door het wiel van den wagen, bevatte
schilvers van glas en lei en ook zou 't do
sporen van losgebrand kruit hebben gedragen.
Hot busje ging, toen do eerste vrees voorby
was, weldra van band tot hand, totdat 't ge
heel was verdwenen en misschien in den
6)
Toen de verwachte vier-uurs-trein, behalve
een drukproef van zyn Leipziger uitgever,
nieta voor hem gebracht had, begaf Leopold
zich naar de belvedère, waar hy hoop had,
ongestoord te kunnen hl y ven. In het hotel
„De Post" was dit eene onmogelijkheid, want
het ging daar vandaag erg rumoerig toe. Het
wa3 namelijk Zaterdag middag en do boeren
zeker om den ZoDdag feestelijk in te lui
den brulden in de gelagkamer, vlak onder
hem, hun hoogaten deun uit, dat zijne ven
sterruiten er van rinkinkelden.
Hij stak dus het notitieboek in zyn zak
en maakte zich gereed om naar buiten te
gaan. De heuvel was zyn doelj daarheen
richtte hy zyne schreden. Hierboven heerschte
Sabbatsstilte.
Tissenborn nam aan een der tafeltjeB plaats
en legde het boek voor zich neer. Met een
eigenaardig gevoel deed hy er het elastiek,
dat er om heen zat, af, en vergeleek zich
byna by een dief, die beproeft in eene ge
sloten kamor binnen te dringen.
De bovenste omslag bevatte aan de binnen-
zyde een met een potlood gesloten tascbje.
Toen hy er dit uittrok, viel er eene photo
graphic uit: het portret zpner schoons oDbe-
kende. Hierdoor loste zich opeens de. vraag
van bet eigendomsrecht op.
Lang beschouwde hy het kleine portret.
„Uit deze trekken," zeide hy, „spreekt teleur
gestelde hoop en met inspanning verkregen
gemoedsrust. Een droevig lachje speelt om
de fijne lippen. Dat is niet de „Iris" met
den schitterenden stralenkrans, zooals ze my
op de brug daarboven verscheen."
Achter op de photographie stond het adres
van een Dresdener photograaf. Behalve het por
tret, bevatte hot tascbje nog eene gequiteerde
rekening van het logement „Zum Bamberger
Hofe," te München, voor Nos. 9 en 46.
„De duivel hale die logementhouders met
hun kamernummers in plaats van de namen
der gasten 1" riep hy geèrgerd uit. „Had de
man er nu maar den naam bygezet, dan wist
ik ten minste hoe de dames heeten! Volgens
den datum is de rekening drie weken oud!
Ik zal in München navraag doen, want in
het vreemdelingenboek van het hotel moeten
de namen toch staan. Maar misschien vind
ik zo hier wel in!"
De helft der bladzyden was beschreven, en
het schrift verraadde een vaste, byna manne-
lyke hand. Tiseenborn zocht tevergeefs naar
een naam. Van de kleine aantoekeningen
waren enkele in het Engelsch neergeschreven.
Op de eene bladzyde stond: „Aan Annie
schryven," op een andere „I must not forget,
to ask B. about L," op een derde weer:
„Donderdag 8 uren 's avonds, „Over de ver
zending naar A. spreken." „To sendtoR.'s,"
en dergelyke.
„De dame schynt het Engelsch goed machtig
te zyn," zeide Leopold, terwyl hy in het boek
bladerde. „Hier komen langere volzinnen 1
Aphorismon, naar ik ziel Ik ben toch nieuws
gierig wat Fruulein Iris aan haar zakboek
toevertrouwd heeft.
„Ik was vandaag al vroegtijdig in het
museum," las hy, „waar my onder de bustes
een vrouwekop opviel, met trekken vol uit
drukking. Eene „Romeinsche vrouw" staat
alleen maar in den catalogus aangegeven, en
wat zou hy eigeniyk ook meer kunnen zeg
gen, indien het origineel niet óf eene
keizerin óf de een of andere beroemde, mis
schien wel beruchte perBoonlykheid a la
Messalina geweest is? Lang bleef ik in de
beschouwing van dit aangezicht verdiept, als
kon ik uit de marmeren trekken de geschie
denis dezer vrouw lezen. Te oordeelen naar
het weinige, dat ik van gelaatkunde afweet,
kon ze niet tot de gelukkigen dezer aarde
gerokend worden. Hoe vreemd! Daar stond
ik voor do buste, waarvan het origineel
misschien eene tydgenoote van Christus
al lang in atomen opgelost, reeds honderd
maal den eeuwigen kringloop des levens door
gemaakt heeft, en peinsde over de gevoelens,
die uit dezo schoone trekken tot ray schenen
te spreken. Sedert de kunstenaar het beeld
geschapen heeft, hobben millioenen gevoeld
en geleden evenals deze Romoinsche vrouw,
en duizenden, millioenen, die na ons komen,
zullen voelen en ïyden als zy. Wat beteekent
hot gevoel, het leed en de vreugde van een
enkele, wat beteekent zyn kleine wereld in
vergelyking met het groot geheel, en wat
beteekent dat geheel, die aarde zelf in den
onmetelyken Oceaan van tyd en ruimte?Een
atoom! Het duizelde my by dio gedachte."
„Te oordeelen naar deze ontboezeming be
hoort de schryfster dezer regelen tot do
wysgeeren der Pantheïstische school", kon
Leopold niet nalaten uit te roepen; „de ge
dachte evenwel is schoon en diep gegrepen;
niet vele vrouwen redeneeren op die wyze."
Hy sloeg het blaadje om.
„Zou het waar zyn, dat alleen de smart
werkelykheid is? Ik kan het niet geloovenl"
stond op de volgende bladzyde.
„Gisteron hoorde ik Beethovons vierde
8ymphonie. Als met een tooverslag was alle
gevoel van smart verbannen en ik ademde
rein geluk, door geen enkele droevige gedachte
verduisterd. Was dat geluk dan ook geen
werkelykheid?"
„Ze heeft dus ook al iets van Schopenhauer
overgenomen", dacht Tissenborn, „maar be
hoort toch nog niet geheel en al tot zyne
zwaarmoedige volgelingen. Ik hoop, dat het
geen volgt, myn vermoeden zal bevestigen!"
„Hoevele onzer illusies gaan er in het
leven te loorl" was een derde stelling, die
zy verkondigde. „Langzamerhand gewent men
zich echter ook dadraan. Maar do bittorzte
ontgoocheling van allente moeten verachten,
daar, waar men eens bewonderd en lief
gehad heeft, is toch wel bet zwaarst te
dragen."
„Ik lees geen woord verder, al brand ik
ook van nieuwsgierigheid 1". riep Leopold uit,
en sloeg snel het boek dicht. „Niemand heeft
hot recht, de aandoeningen eener edele vrou
wenziel, gelyk deze, met ruwe hand aan te
raken! Wees gerust, arme Iris! Wat gy ook
I aan deze bladzyden moogt toevertrouwd heb-
i ben, by my blyft het goed bewaard 1 Nog
ben ik niet doorgedrongen tot in de schuil
hoeken van uw hart, maar wat ik gelezen
heb, is voldoende, om my to overtuigen, dat
ook gy niet tot do gelukkigen dezer aardo
behoort! 't Is best mogelyk, dat de volgendo
bladzyden nauwkeurige aanwyzingen omtrent
uw persoon bevatten, maar ik mag daar nie'
verder naar zoeken, want de smart var
anderen moet ons nog heiliger zyn dan hun
eigendom. Maar wat is dat?" zoo viel hy
zichzelven in de rede, en greep naar een lor
blad papier, dat naast het boek lag.
Het zakboek had nameiyk aan de binnen
zyde van den achteromslag ook een tascbje
en terwyl hy las, was er, zonder dat by hel
bemerkt had, een toegevouwen blad papiei
uitgegleden en op de tafel gevallen.
„Verzen 1" was zyn verwonderde uitroep,
toen hy het papier openvouwde.
„Zou ik ze mogen lezen? En waarom niet?
Pot-zie is kunst, en als zoodanig algemeen
eigendom! 't Is trouwens niet gezegd, dat
„Früulein Iris" de maakster er van is, en
bovendien doen wy, componisten, met do tok-
sten, evenals Bismarck met zyn oorlogsfonds
wy nemen waar en wat wy krijgen kunnet.
Ergo, lezen wyi"
(Wordt vervolgd.)