106941
Donderdag 3 Januari.
A°. 1893.
<§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nomiuer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 2 Januari.
F" euilleton.
IRIS.
EEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
"Voor Leiden por 3 maanden.
Franco per postt
Afzonderlijke Nommers
f
f 1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedoro regel meer f 0.17 Grootero
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Eerste Blad.
Officieel* UeuuiHirevintfOD.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Horzien de openbare konnisgeving omtrent de
verplichting tot het doen van sangifte voor de Nationale
Militie, in de maand Januari 1895, voor hen die
op den leten Januari v&u dit jaar hun 19de jaar
zijn ingetreden, en alzoo do personen, geboren in
het jaar 1S76, alsede voor hen, die oerst na het
intreden van hun 19do jaar, doch vóór het vol
brengen van hun 20sto, ingezetenen zijn geworden.
Brengen ter algomeeno kennis:
dat tot deze inschrijving zitting wordt gehoudon op
bet Raadhuis, van dos voormiddags 10 tot des
namiddags 3 uren.
op Maandag den 7den Januari, voor do bewoners
van de wijken I, II en III,
op Dinodag den Ssten Januari, voor de bewoners
van de wijken IV eu V,
op Woensdag don 9deo Januari, voor de bewonors
van wijk VI,
op Donderdag den lOden Januari, voor do bewoners
van wijk VII,
op Vrijdag den llden Jannari, voor de bewoners
van de wijken VIII en IX of de buitenwijk,
en dat do geboorte-akten, die de belaDghebbonden
bij do ioscbrijving, onder opgave der woonplaats van
don ingeschrevene, behooren over te leggen, dagelijks,
do Zondag uitgezondenl, zijn te verkrijgen ter
Secretarie dezer gemeente (afdeeling Burgerlijke
Stand), van des voormiddags 10 tot des namiddags
3 urou, wannoer tev.ne voor hen, die hier niet zijn
geboren, aanvrage ter verkrijging dier akten kan
worden gedaan.
Burgemeestor en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
3 Jauuari I8iï. E. KIST, Secretaris.
ZEEMILITIE.
Burgemeester en Wethondors van Leiden,
Gelet op art. 160 der Wet op do Nationale Militie,
▼an den 19den Augustus 1861 (Staatsblad No. 72),
gewijzigd bij de Wet van den 4den april 1892
(Staatsblad No. 56);
Noodigen de lotelingou dezer gomoente, die ver
langen bij de ZEEMILITIE te dienen, uit zich daar
toe aan to melden vóór den lstcn Februari s.,
op een der werkdagen, tusachen des voormiddags
tien en des namiddags drie uren, ter Secretarie
dezer gemeente.
Z(j boriDneron voorts den belanghebbenden, dat
hot overbodig is, verzoeken om inlijving bij do ZEE
MILITIE tot het Departement van Marine te richten
on dat zoodanige verzoeken buiten beschikking
worden gebonden; dat derhalve belanghebbenden,
van hot verlangen om bij do ZEEMILITIE te worden
geplaatst, uitsluitend op do boven aangegoven wijze
behooren te doen blijken.
Tovona vestigen zjj, in verband mot het voren-
etaando, de aandacht der lotelingou op het voorschrift
yan art. 129 der Militiowet, zijndo van dezen inhoud:
.De bjj do militie te land ingolrjfden worden niot
tot bet a&Dgaan van eene verbinteuis voor do buiten-
landsche zeevaart toegelaten, zonder schnfte ijko toe-
atemmiDg vanwege onzen Minister van Oor og.
Die toestemming wordt slechts verleend aan de
lotelingen, die reeda vóór burmo inlijving bij do
militie bnu beroep van de bnitenlandscbe zeevaart
maakten en dio zioh overeenkomstig art. 150 voor
de Zeemilitie hebben aangeboden, doch daarbij niet
hebben kuDnen worden aangenomen."
Burgemoeator on Wotboaders voornoomd,
Leidon, F. WAS, Burgemeester.
3 Jan. 1895. E. KIST, Secretaris.
V—r twee onzer stadgenooten, namelijk
de heeren H. C. Van Benten en J. Van
Bemmel, respectievelijk sedert een zestiental
jaren president en penningmeester van het
college van collectanten der Nod.-Herv. ge
meente alhier, was de eerste dag des jaars
een meer dan buitengewone. Op den eersten
Januari toch mochten deze heeren den dag
herdenken, waarop zij vijf en twintig jaren
geleden lid van genoemd college werden.
By beiden maakte het college zijne op
wachting. Namens alle leden er van sprak
de heer H. J. J. Labree, vice president, den
jubilarissen in treffende bewoordingen, welke
hun indruk niet misten, toe en bood hun
ieder een fraaien fauteuil (uit het meubel
magazijn van den heer J. Goddijn, Haar
lemmerstraat) aan. Behalve nog velefelicitatiën,
ook van buiton do stad, mochten beide heeren
van de gemeente commissie een zeer waar-
deerend sobrijven ontvangen.
De nieuwjaarsdag was voor de heeren
Van Bonten en Van Bemmel alzoo een zeer
aangename dag, wtlke altijd by hen in
levendige herinnering zal bljjven.
Dit jaar zal, naar we vernamen, be
lasting geheven worden van de lidmaten der
Ned.-Herv. gemeente alhier. Naar ons tevens
werd medegedeeld, zal die belasting weinig
drukkend z(jn en minder bedragen dan in
vele andere steden van ons land.
Men schrijft ons uit Koudekerk; Alhier
trad voor een talrijk publiek, talrijker dan
anders, de heer Joh. Admiraal, van Hellevoet-
sluis, op, daartoe uitgenoodigd vanwege de
Nuts-afdeeling Hazerswoude Koudekerk. Wij,
die onder zijn gehoor gezeten hebben, zeggen
het den heer J. D. v. d. Akker, waarnemend
voorzitter, na, die aan het einde van den
avond den spreker met deze woorden o. a.
bedankte: „Mijnheer Admiraal, n doet uw
naam eer aan." Werkelijk heoft de heer Ad
miraal zich als een „admiraal" onder de decla
matoren doen kennen. Zoowel in het weer
geven van ernstige als van komische stukken
toont hij zich een meester. Met gevoel werden
„Het wrakhout", „De Speelpop", „Meesters
straf" voorgedragen; vooral het laatste was
onberispelijk. Met geestdrift declameerde do
heer Admiraal het gedicht van Konigh ter
aansporing tot liefdadigheid ten opzichte der
nagolaten betrekkingen van de in den strijd
op Lombok gevallen krijgers. Uit „I.ands-
juweel" sprak sprekers liefde voor Vorstin
en Vaderland.
Meer nog door de luimige voordrachten
echter verwierf zich de heer Admiraal de
daverende toejuichingen van het publiek. Hij
verstaat uitnemend de kunst iemand te
doen lachen dat hij schudt. Wy bewon
deren vooral de natuurlijke wijze, waarop
hy door houding en spraak do typen uit
„Eene Zondagmorgen-vei rassing van J. Van
Maurik" voorstelt. De moeste lof komt den
heer Admiraal evenwel toe voor de keurige
voordracht der gedichtjes van B. Van Meurs.
Al was het, dat de spreker z\jn stof voor
zijn programma alleen uit den bundel „Van
Meurs" geput had, dan nog zou de avond er
niets bi) verloren, eerder gewonnen hebben.
Wij sproken aan het slot, evenals de heer
v. d. Akker, den wensch uit, dat de lieer
Admiraal niet voor het eerst en het laatst
in onze gemeente geweest is; maar wjj hopen
dat hy niet alleen hier nogmaals moge op
treden, maar dat ook zuster afdeclir gen in de
Rijnstreek met eigen „ooren" willen ojrdeelen
over de gaven van den hoer Joh. Admiraal,
van Hellevoetsluis.
De Koningin-Regentes en de Koningia
ontvingen gistermiddag tusschen 12 en 1 uur
ten Paleize in de receptiezaal de nieuwjaars-
gelukwenschen van de leden van het civiele
en militaire huis van de Koninginde dames
en heeren van het huis van de Koningin-
Regentes; de Ministers, hoofden der departe
menten; de voorzitters van de beide Kamers
der Staten Generaalde leden van den Raad
van Voogdyden directeur van Hr. Ms. ka
binet; den oud president van den Raad van
State; den gouverneur der residentie, en voorts
verschillende leden van andere hooge colleges
en den hofprediker.
Tal van andere hooggeplaatste personen
plaatsten voorts hunne handteekening in een
daartoe bestemd register.
Het programma is verschenen van de
internationale tentoonstelling en den interna
tionalen wedstrijd van kunstbloemen en kunst
vruchten, alsmede van schilderyen en aqua
rellen van bloemen en vruchten, in het Kon.
Zoölogisch Botanisch Genootschap te 's-Gra-
venhage, van 9 tot 30 Mei 1895.
Ieder, die wenscht in te zenden, moet zich
daartoe schriftelijk en vrachtvrij aanmelden
aan den algemcenen secretaris der commissie,
den heer directeur van het Koninklijk Zoölo
gisch Botanisch Genootschap te 's Gravenhage,
uiterlijk Maandag 29 April 1895.
De inzendingdQ zyn onderscheiden in twee
groepen, namelyk:
Eerste groep; Inzendingen van vaklieden.
Tweede groep: Inzondingen van liefhebbers,
dames of heeren, door henzelf vervaardigd.
Elke groep is verdeeld in zes klassen, na-
meiyk
Eerste klasse. Planten en heesters: a.
Van papier; b. van linnen; c. van leder; d.
van veeren; e. van metaal; f. van porselein;
q. van ander materiaal.
Tweede klasse. Bouquetten en losse
hloemona. Van papier; b. van linnen; c.
van leder; d. van veeren; e. van metaal; f.
van porselein; g. van ander materiaah
Derde klasse. Toepassing van kunst-
bloemon, heesters en bouquetten op voorwer
pen van kunst en smaaka. door snijden uit
hout of eonigo andere stofb. doorschilderen
of emailleeren; c. door boetseeren uit was,
klei of eenigo andere stof; d. door gieten uit
pleister, zink of andere metalen.
Vierde klasse. Kunstvruchten: a. ge
sneden uit hout of eenige andore stof; b.
geboetseerd uit was, klei of eenige andere
stof; c. gegoten uit zink, pleister of eenige
andere stof; d. vervaardigd uit andere
materialen.
Vyfde klasse. Toepassing van kunst
vruchten op voorwerpen van kunst en smaak
a. door snyden u t hout of eenige andere
stof; b. door schilderen of emailleerenc. door
boetsperen uit was, klei of eenige andere
stof; d. door gieten uit pleister, zink of
andere metalen.
Zesde klasse. Schilderijen en aquarellen
van bloemen, planten, heestors en vruchten.
Voor de inzendingen worden de navolgende
prijzen uitgeloofd:
lo Voor inzendingen van Vaklieden.
Een groote gouden medaille; en buitendien
voor elke klasse: a. als eerste pry's: een
gouden medaille; b. als tweede prijs: een
verguld zilveren medaille; c. als derde prijs:
een zilveren medaille; d. vyf bronzen medailles.
2o. Voor inzendingen van liefhebbers, door
henzelf vervaardigdEen groote gouden
medaille, en verder voor iedere klasse: a.
als eerste prys: een gouden medaille; b. als
tweede prys: een verguld zilveren medaille;
c als dorde prys: een zilveren medaille; d.
vijf bronzen medailles.
Ged Staten van Zuid Holland hebben in
hunne vergadering van Maandag besloten, naar
aanleiding der yereeniging van Rotterdam met
Charlois en Kralingen, dat:
a. de verkiezing voor den nieuwen Ge
meenteraad zal geschieden Dinsdag 29 Januari,
en de herstemming (zoo noodig) op 12 Fe
bruari 1895;
b de dag, waarop de nieuwe Raad by een-
komt, zal zyn 28 Februari, on dus de ver-
eeniging op dien datum des middags te 12 uren
een fait accompli zal zijn.
By koninklijk besluit zijn benoemd tot
ridder in de orde van den Nederlandschen
Leeuw de heeren: lo R. W. J. C. Van den
Wall Bake: directeur der Nedorlandscho Zuid-
Afrikaansche Spoorwegmaatschappij, te Am
sterdam2o. G. A. A Middolberg, directeur
der genoemde Maatschappij to Pietoria, en
3o. A. D. De Marcz Qyena, bankier en com
missaris der genoemde Maatschappij te Am
sterdam.
Na een vergelijkend examen, waaraan
door veertig soLiatanten werd deelgenomen,
is door Ged. Staten van Zuid-Holland do heer
W. Ph. Smits, te Rotterdam, tot tweeden
klork ter provinciale griffie van Zuid Holland
benoemd.
Dr. A. Kuyper is Maandagavond in
redeiyken welstand uit bet buitenland te Am
sterdam teruggekeerd.
Te Toulouse is op betrekkelijk nog jeug
digen leeftijd gestorvon onze landgenoot dr.
Th. Stieltjes, professor bij de wiskundige
faculteit aldaar. Stieltjes had zich als mathe
maticus een grooten naam verworven. Eene
langdurige ziekte, waarvoor hy tevergeefs
herstel had gezocht in Algerio, 6leepte hem
ten grave.
De Vereeniging van Nederlandsche Steen
fabrikanten heeft zich met een adres tot de
Koningin gewend, met het verzoek te willen
bevorderen, dat binnon oen niet ver verwyderd
tydstip de indijking en droogmaking der Zui
derzee, overeenkomstig de plannen, door de
Staatscommissie opgemaakt, tot wet worde
verheven en de uitvoering van Staatswege
geschiede.
Da Vereeniging ineent dat bet kapitaal,
daarvoor benoodigd, juist nu in ruime mate en
tegen een zeer matige rente op do geldmarkt
aanwezig is, wat het best zal blijken, zoodra
door de Nederlandsche Regoering tot bereiking
van dat doel eene Staatsleening zal z(jn uit
geschreven.
De heer M P. F. Born, onder-directeur
by de Rijkstelegraaf te 's Gravenhage, dio
Zondag jl. 40 jaar by dien tak van openbaren
dienst werkzaam was, maar wegens ziekte
zyn jubilë niet kon vieren, is gisteren over
leden. Een longontsteking maakte bina
weinige dagen een eind aan zyn nuttig
werkzaam leven
Dr. Iluizinga, hoogleoraar in de medi
cijnen aan de univorsiteit te Groningen, viert
15 Januari zyn 25-jarig jubiló als zoodanig.
Door uitbouwing van een der vleugels
aan de parkzijdo van het koninklyk paleis
„Het Loo", te Apeldoorn, zal dit binnenkort
belangryk uitgebreid worden, waardoor het
met tien kamers vermeerderd zal worden.
De werkzaamheden zullen spoedig een aanvang
nemen.
Gisteren was het 175 jaren geleden, dat
Gregorius Mees als associé werd opgenomen
in de toen sedert 1711 te Rotterdam be
staande firma Cordelois Sc De Vryor, wier
naam dientengevolge in 1721 veranderd werd
in Cordelois, De Vrijer Mees. In 1733 werd
Gregorius do eenige chef der firma, welke in
1780 herdoopt werd inRudolf Mees Zoonen,
en sedert 1786 den wyd en zyd bekenden naam
draagt van R. Mees Sc Zoonen.
Van dien Gregorius Mees, den oprichter,
stammen de tegenwoordige zeven firmanten
af in het vyfde en het zesde geslacht. Sedert
1733 zyn er geen personen van anderen naam
geweest in de firma, welko van hare oprich
ting af zich bezighield met het dry ven van
zaken als kassiers, makelaars in assurantiën
en in wissels, en later ook als makelaars in
edele metalen.
E. M. de Koningin-Regentes woonde
gisteren te 's-Gravenhage do Nieuwjaars-
godsdienstoefening by in de Duitscbe kerk,
onder gehoor van ds. P. Quandt.
Door Gedep. Staten van Friesland is eene
be.slis.sing genomen voor de toopassirig van do
militiewet, die wel de eerste van dezen aard
zal zyn.
Hot betreft een loteling uit Leeuw irdcn, die
vrystelling van den dienst had gevraagd, op
grond dat zyn oudere broeder zich den Gdeti
Mei 1893 vry willig heeft geëngageerd by het
lste regiment infanterie als militair wielrijder
voor den tyd van vy'f jaren (later overgeplaatst
by het regiment grenadiers en jagers).
De militieraad te Leeuwarden had deze reden
van vrystelling ongeldig verklaard en mitsdien
den bedoeldon loteling voor den dionst aan
gewezen.
Van dit besluit kwam de militie-commissaris
te Leeuwarden by Gedep. Staton in beroep.
Hy was van oordeel, dat de wielrydersdienst
moest worden beschouwd als dienst in den
zin van art. 50, sub lo., der militiewet en do
bedoelde loteling derhalve van den dienst had
moeten zyn vrygesteld.
Gedep. Staten waren het hiermede eens on
dezen hebben op grond van verschillende ovor-
wegingen den loteling vrystelling vbrisend.
Naar men aan „Het Centrum" mede
deelt, bedroegen de ontvangsten van de Maat
schappy tot Exploitatie van Staatsspoorwegen
het vorig jaar ongeveer f 300 000 inindur
3)
Op een der groote rotsblokken, die haar
gang belemmeren, moest de dame gezoten
hebben, want hier lagen nog frissche bladeren
en takken in bet rond gestrooid, dio zeker
voor het vlechten van don krans gediend
hadden. Tissenborn zotte zich op don steen
neer en tuurde nadonkend in het donker-
groene water, dat over zyn voet heen spoelde.
Het eentonig bruisen wiegde hem langzamer
hand in aangename droomeryen.
Zonder op den tyd te letten, had hy zóó
een poos lang audiëntie verleend aan zijne
gedachten, toen hy, toevallig om zich hosn
ziende, op do onderste trede van de houten
trap een elegant zakboekje met rood maro
kijnen band zag liggen.
„Hoera!" riep hij opspringend uit. „Dat
heeft de schoone Iris hier zeker, uit schrik
over haar plotseling wegvluchtend hoedje,
laten liggen. Als gelukkige vinder wordt mij
nu de gelegenheid geboden tot eene tweede
ontmoeting. Zou ik het openmaken? Neen,
daar heb ik 't recht niet toe. Zal ik hier blijven
wachten, tot ze, haar verlies bemerkend, hier
terugkomt? Maar misschen stuurt ze den
ouden boer wel in haar plaate. 't Is bepaald
veel wijzer, als ik probeer haar nog in te halen."
In stormpas daalde hij den weg af. Kaar -
van Iris geen spoor. Hij ondervroeg een hout
bakker. De maa had geea dame gezien.
Evenmin leidde z(jn navraag in het logement,
aan den zoom van het bosch, tot eon ge-
wenecht resultaat. Er waren wel verscheidene
zomergasten, maar hot gegeven signalement
paste op geene der dames.
Tissenborn schudde nadonkend bet hoofd.
„Dat feeën spoorloos verdwijnen, is niets by
zenders in het land der sprookjes, maar van
vcrdwynends oude boeren spreken die wonder
verhalen niet!"
Hy yide denzelfden weg weer terug. Als
Iris en de boer geen vleugels hadden, konden
ze onmogelyk dien weg reeds afgelegd hebben.
Doch er wa3 nergens eenig spoor van hen
te ontdekken. Hy vroeg allen boeren, die hy
tegenkwam, naar hen, maar niemand bad ze
gezien.
„Do zaak wordt bepaald raadselachtig,"
dacht hy, na ook in Golling tevergeefs navraag
gedaan te hebben. „Er biyft my nu niets
over dan my tot de politie te wenden." Maar
ondanks hare alwetendheid kon zelfs de politie
van Soiling geen uitkomst geven. Ook de
veronderstelling, dat de dame met den trein,
die 's morgens om vyf uren van Eischofshoven
vertrekt, aangekomen zyn zou, om dadeiyk
naar den Schwarzbacher waterval te gaan,
en met den acht uurs-trein verder te sporen,
bleek ongegrond. De stationschef te Golling
hield styf en strak vol, dat by beide treinen
niemand in- of uitgestegen was, op wien de
be6Chryving eenigszine paste. Even zoo min
wist men in het hotel by bet statiOD iets
van haar af.
„Ik heb gedaan, wat ik kon, om myne
geheimzinnige schoone te ontdekken," zeide
Tissenborn mismoedig, van het station terug
komend. „Nu moot ik het notitieboek dus
toch oponen, zelfs op gevaar af, my aan oene
onbescheidenheid schuldig te maken. Kom,
laten we maar vast een rustig plaatsje gaan
opzoeken voor onze studiën I"
II.
Leopold Von Tissenborn het eenigst
kind van een Beiersch officier, die, behalve
zyn adelluken titel en zyn brevet als overste,
slechts weinig aardsche goederen bezat
had al zeer vroeg zyn vader verloren. Zyne
moeder was gestorven juist toen hy zijn eind
examen aan het gymnasium met goed gevolg
gedaan had. Doordien hy geene naaste bloed
verwanten had, stond hy hierdoor plotseling
geheel alleen en had over niet meer te
beschikken dan de rente van zyn moederiyk
erfdeel. Een oud vriend van den overste,
evenals do overledene een hooggeplaatst
militair, had de voogdyschap op zich gsnomen.
Leopold diende zyn jaar als vrywllliger uit
en deed daarna examen voor officier. Z^n
voogd had hem gaarne voor den militairen
stand opgeleid, maar de jonge man voelde daar
bitter weinig roeping voor. Hot leven in eene
garnizoensplaats trok hem niets aan, en
sedert de vredo met Frankryk was gesloten,
was er weinig kans op een nieuwen oorlog
van Duitschland met het buitenland. Hierby,
kwam ook nog, dat hy in zyn vaderlyk huis
met het leven ran een voornaam, maar be-
trekkelyk arm officier reeds genoegzaam kennis
had gemaakt, om er al de nadeelen van
in te zien.
Met een byzonder muzikaal talent begaafd,
had hy zich reeds toen hy nog op het gym
nasium ging, yverig op de muziek toegelegd,
en daar hy voor de rechtsgeleerdheid, medicynen
of theologie al even weinig roeping gevoelde
als voor de militaire loopbaan, besloot hy,
na zyn olficiersexamen afgelegd te hebben,
niot naar de univorsiteit, maar naar het Leip-
ziger Conservatorium te gaan, den cursus van
het begin tot het einde door te loopen en
zich geheel en uitsluitend aan de kunst te
wyden. Dit besluit had hy nauwgezet uitge
voerd. Door zyn klein inkomen gelukkig ont
heven van de noodzakelykheid de kunst als
beroep te beoefenen, arbeidde hy alleen dan,
als zyne stemming en de muze dor toon
kunst hem gunstig waren. Eenige zyner
composition, liedoren namelijk, hadden eene
uilerst goede opname gevonden. De materiëe'o
opbrengst, gevoegd by da renten van zyn
kapitaaltje, verzekerden hem datgene, waar
naar hy vóór alle diögen vurig verlangde:
onafhankelykheid.
Hy had, cityd op zyn eenvoudige manier
van leven, een groot deel van Duitschland,
Italië en Frankryk doorkruist en woonde nu,
door geen beroep aan eene bepaalde plaats
gebonden, afwisselend te Berlyn, Leipzig,
Dresden, Weenon en München. Do koniDg-
stad aan den laar beviel hem om verschil
lende redenen byzonder goed. In den zomer
bood ze eene uitstekende gelegenheid aan tot
het maken van uitstapjes in de Alpen en
's winters op het gebied van kunst allerlei
verscheidenheid. Gebeurtenissen van blyvend
gewicht hadden zyn levensweg tot op heden
niet gekruist. Tevreden met zyn lot, gingen
de dagen, maanden en jaren rustig voor hout
voorby en landde hy, zoo byna zondor het te
weten, by den grenspaal aan, waar do eerste
jeugd zich gereedmaakt afscheid te nemen,
dat wil zeggenhy had de dertig over
schreden.
Tot nu toe bad bet gevoel van eenzaam
heid hem nooit drukkend toegeschenen. Kun
stenaars blyvsn langer jong dan andere men-
echen en maken zich gewoonlyk niet bo-
zorgd over de toekomst. Dat was ook hst
geval met Tissenborn. Evenmin als het hom
in den zin kwam du kunst als melkkoe te
gebruiken, dacht by er aan den verbleekten
glans van het geslacht dor Tlssenbonrs door
een ryk huwelyk te vernieuwen, ofschoon
dat wellicht niet veel moeito zou gekost
hebben. Over gebrek aan belangstelling by
de dames had hy niet te klagen, en ieder
weet, dat er doorgaans parvenu's te ovor
zyn, die gaarne bereid zyn, voor hunne doch
ters een oudadellyken naam te koopon. Leopold
evenwol behoorde tot hen, dio óf uit liefde,
óf in het geheel niet willen trouwen, en daar
hy, mocht het eerste geval zich voordoen,
ernstig rekening te houden bad met zyn
finantiëelon toestand en hy bovendien nog
nooit aanleiding had gehad over de mogeiyk-
heid van een huwelyk uit liefde te denken,
liet hy de dingen stilletjes hun gang gaan en
huldigde de muze dor toonkunst als zyne
eenige geliefde.
Wordt vervolgd.)