N«. 10692.
Maandag 31 December.
A°.1894.
f 110.
1.40.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Eevslc Blad.
Leiden, 29 December.
Feuilleton.
BALLAST.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. i
Franco per post
Afzonderiyko Nommers
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel moer f 0.17£. Grootore
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseercn buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
oniciëele Kennisgeylnges.
Inkomstenbelasting 1804.
Burgemeester en Wethouders vaa Leiden brengen
ia herinnering dat met 31 December e. k. de laatste
tormijn vervalt van de Inkomstenbelasting en dat
alzoo op den lsten Januari o. k. do geheelo
aanslag moet zija voldaan.
Bolanghebbend n morden mitsdien uitgenoodigd om,
tor voorkoming van vervolgingskosteD,
tot de betaling van het vorschuldigde ten kantore
▼an den gemeeote-ontvanger over ie gaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
28 Dec. 1894. E. KIST, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders vau Leiden
Qozien art. 8, lste alinea, der wot van den 2den
Juni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het
toezicht bij het oprichten van inrichtingen, welke
gevaar, echade of hinder kunnen veroorzaken;
BroDgon bjj deze ter algemeene kennis-dat door
lion op hedenvergunning is verleend aan do firma
TIELE&IAN DROS en rechtverkrijgenden tot het
uitbroiden van de fabriek van verduurzaamde levens
middelen ia de perceelen 50 en 52 aan do Middelato-
gracht, hoek Vleerensteeg.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
27 Dec. 1894. E. KIST, Secretaria.
In den schouwburg aan de Oude Vest
zal morgen, Zondag-avond, door het „Tivoli"-
gezelschap uit Rotterdam vertoond worden
„De nieuwe jongen", klucht in drie bedrijven
naar het Engelsch van Arthur Law, het „lach
succes" van het Londenscho „Vaudeville".
De bejaarde en rijke directeur van een jon
genskostschool dr. Candy heeft een veel jongere
nicht, op wie hü vroeger een goed oogje heeft
gehad en met wie hü nu sinds vele jaren is
gebrouilleerd. In dio jaren is do nicht weduwe
geworden en sinds kort is ze hertrouwd. Dit
laatsto is voor dr. Candy een geheim gebleven,
en nu de vriendschap is hersteld, ziet nicht
er erg tegen op, om hem haar man voor te
stellen. En wanneer zü hoort hoe hü haar tot
zyn eenige erfgename heeft gemaakt onder
voorwaarde dat ze niet hertrouwen zal, wordt
het haar, die er finantiêel büster slecht aan
toe is, zóó eng om het hart, dat ze.... haar
man laat doorgaan voor haar zoon uit het
eerste huwelük.
Archibald wordt „kleino Fred"! Hoe neef
Candy hem behandelt en zich ergert overzyn
domheid en zün slechte manieren, hoe een
andere neef, concurrent voor de erfenis, hem,
om do moeder het bof te maken, op schoot
neemt, hoe een jong meisje met „haar neefje"
flirt, daar Archibalds vrouw bij staat, hoo de
schooljongens den nieuweling ontgroenen
ziedaar wat men te zien krygt. Ten slotte
komt natuurlük alles uit en terecht, Archibald
is kleine Fred en kleine Fred i3 Archibald.
Bü de opvoering te Rotterdam was de
schouwburg stampvol; er waren volgens de
„N. R. C." ook heelwat menschen, die heel-
■wat keeren hebben gelachen.
Onder de advertentiën in dit blad komt
er een voor van de Commissie voor de Volks
bijeenkomsten, welke men wel eens goed
mag lezen. Doot men dit, dan zal men zien
dat er weer een hoogst aangenamo avond
voor do bezoekers dier byeenkomsten aan
staande is. Die uitvoering zal zeker wel weer
door alle houders van kaarten worden bü-
gewoond I
Nog voor het jaar ten einde is, heeft
van het „Woordenboek der Nederlandsche
Taal dus kort na do onlangs verschenen
aflevering wederom eene aflevering het
licht gezien: nl. de zevende van het vijfde
deel, behandelende de woordenGrondGroot
achting, bewerkt door dr. A. Beets.
Gisteravond vergaderden de leden der
afdeeling „Rijnsburg en Omstreken" van do
Algemeene Vereeniging voor Bloembollencul
tuur te Haarlem voor de laatste maal dit jaar
in het café van den heer H. Hogewoning.
Na opening door den Voorzitter kwamen
de te behandelen punten aan de orde, waaronder
het benoemen van twee afgevaardigden ter
Algemeeno Vergadering, verkiezing van twee
bestuursleden wegens periodieke aftreding,
jaarverslag van den secretaris en verloting.
Tot afgevaardigden werden benoemd een
der bestuursleden en het lid N. v. Egmond Dz.,
terwül de aftredende bestuursleden G. v. d.
Eükel Jz. en J. Kromhout Jz. met algemeene
stemmen als zoodanig werden herkozen.
Nu kwam het jaarverslag aan de orde.
Hieruit bleek dat dit jaar 8 vergaderingen
werden gehouden, welke alle druk werden
bezocht. Verder ging het de tweejarige af
deeling zeer naar wensch; het ledental was
dit jaar van 28 tot op 39 ledon en I lid
leerling geklommen; de kas wees een batig
saldo aan.
Vanwege de afdeeling hadden er dit jaar
twee veilingen van droge bloembollen plaats
onder de heeren A. De Mooij Az. en M. v. d.
Perk als directeuren, die als goed geslaagd
mogen beschouwd worden.
Nadat de Voorzitter een woord van lof had
gosproken tot den heer P. v. Iterson voor
zflne correcte behandeling van de afdeelings
zaken als secretaris, deed hij het voorstel,
dat ook Rü'nsburg bü de a. s. algemeeno ten
toonstelling een prys beschikbaar zou stellen.
Met büna algemeene stemmen werd toen
besloten eene grooto zilveren medaille uit te
loven voor de beste collectie ingezonden tulpen.
Daarna werd overgegaan tot de verloting,
waaronder zeer fraaie prüzen.
Men schrüft ons uit KoudekerkDonder
dagavond had hier in eene stampvolle zaal,
onder leiding van don heer E. H. Sonnega,
de uitvoering plaats van de Zangschool, met
welwillende medewerking van een dameskoor
en eenige heeren.
Over 't geheel mag deze uitvoering als
goed geslaagd beschouwd worden. Tot de
aantrekkelükste nummers behoorde stellig de
operette „Krelisboer en Ganzendonck." De
vrü groote moeiljkheden, die dit stuk oplevert,
en de beschikbare krachten in aanmerking
genomen, liep het flink van stapel. De solo's
gaven blük van degelüke studie, terwfll de
koren goed voldeden. De kostumes ontlokten
niet zelden een luid applaus.
Na de pauze werden verschillende nummers
ten gehoore gebracht, waaronder vooral de
liederen met bromstemmen „De reddingboot"
cn „De Zee", benevens „Een parel" en „Onze
dooden" afzonderlük genoemd moeten.
Als slotnummer werd gegeven de „Kerst
cantate" van Catb. Van Renne3. De solo, 't
schoone „Eere zy God", werd zeer verdien
stelijk gezongen; ook aan de koren mag een
woord van lof niet onthouden worden.
Aan 't einde werd door het bestuur, bü
monde van den heer Avenarius, den directeur
een woord van welverdiende hulde gebracht,
terwül hü tevens het publiek dankte voor do
taliüke opkomst en het de belangen van de
zangschool ten sterkste aanbeval.
Ook wü besluiten met den wenscb, dat velen
zich opgewekt mogen gevoelen, de zangschool
hun onmisbaren steun te schenken.
In plaats van don heer G. Van Leeuwen,
overleden, zal te Zoeterwoude eene verkiezing
voor den gemeenteraad plaats hebben op
Dinsdag 15 Januari a. s.
De gelegenheid tot inscbrüving voor de
nationale militie, voor do mannelüko inge
zetenen, geboren in 187G, wordt ten Raadhuize
der gemeente Woubrugge speciaal openge
steld op Maandag 7 Januari a. s. 's voorm.
van 9 12 uren, alhoewel men die ganscbe
maand zich daarvoor kan aanmelden.
Te Wassenaar is in den oudordom van
70 jaren overleden de heer C. Kraay, die,
behalve eenige kerkelyke function, de betrek
kingen bekleedde van lid van den gemeente
raad en lid van bet collego van Zetters voor
's Rüks directo belastingen.
De yk en heryk, welke in het jaar 1894
in de gemeente Ter-Aar niet heeft plaats ge
had, zal in het jaar 1895 voor die gemeente
worden gehouden in de maand April op do
dagen, welke nader vanwege het bestuur dier
gemeente zullen worden bekend gemaakt.
Uit de 37 sollicitanten naar de te vacoe-
ren betrekking van hoofd der Christeiyke
School to Woubrugge, is oen 6-tal opgemaakt,
bestaande uit de heerenGrcilo, te Amster
dam Küne, te VlaardingenDe Boer, to
Workum; Van den Berg, te Haarlem; Van
Noort, te. Utrecht, en Klein, te Maassluis.
Te Utrecht is de eerste algemeene ver
gadering gehouden van den Bond van Brieven
gaarders in Nederland, welke, den tyd van
het jaar in aanmerking genomen, tamelük
goed bezocht mocht heeten.
Na door den voorzitter met oen gepast
woord te zün geopend, werd de wordings
geschiedenis van den Bond medegedeeld en
hulde gebracht aan den heer Prins, te Diemer-
brug, die den eersten stoot aan de oprichting
gegeven had; waarna aar. de orde kwam
een voorstel tot uitgifte van een eigen bonds
orgaan, waartoe met algemeene stemmen
werd besloten. Als commissie om deze zaak
voor te bereiden werden benoemd de heeren
H. Den Haan, te Oudorkerk a/IJ., J. Vroeken,
te Valkenburg, en W. F. Smit, te Leiderdorp.
Omtrent punt 5 der agenda: Voorstel om
ondersteuning aan de nagelaten betrekkingen
van een overleden lid, werd besloten als
exceptie pogingen hiertoe in hel werk te
stellen en van alle ambtgenooten in den lande
eene büdrage te verzoeken.
Door een der leden werd voorgesteld aan
de heeren Pyttersen en Lieftinck, leden dor
Tweede Kamer, don dank der vergadering te
brengen voor de wgze, waarop deze heeren
bg de behandeling der Staatsbegrooting ce
belangen der brievengaarders hebben behartigd.
Met daverend applaus werd hiertoo besloten
en staande de vergadering dio dank tclo
graphisch overgebracht.
Als plaats, waar de volgende vergadering
zal gehouden worden, werd Amsterdam aan
gewezen.
Nadat door een der leden het bondsbestuur
hulde en dank was gebracht voor de vele
bemoeiingen, besloot een gemeenschappelüko
maaltyd deze byeenkomst.
Op 4 Maart 1895 en volgende dagen zal
te 's Gravenhage worden afgenomen het tweede
examen voor de betrokking van surnumerair
der directe belastingen, invoerrechten en ac-
cünzen, waaraan echter slechts kunnen deel
nemen die in 1890, 1891 en 1892 het in art.
4 van het kon. besluit van 25 April 3 887
bedoelde examen met gunstig gevolg hebben
afgelegd.
Tevens zal gelegenheid worden gegeven tot
het afleggen van het oxamen voor de betrek
king van adspirant-verificateur.
Het Dagelfiksch Bestuur van de „Ver
eeniging voor Handel, Nfiverheid en Gemeente
belangen," die steeds tot verbetering van den
toestand der vissclierü te Schevcningen voor
havenaanleg is werkzaam geweest, heeft ori-
middellfik na de jongste ramp aldaar, voor
zoover de feestdagen gelegenheid tot handelen
lieten, maatregelen genomen om de tot stand-
koming der werken, waaraan Scbeveilingen
zoozeer behoefte heeft, met allo zodelüko mid
delen, waarover de Vereeniging kan beschikken,
te bevorderen eu te bespoedigen.
De Commissie ingesteld voor de haven is
tégen de volgende week bijeengeroepenhet
bestuur van „Handel en Nfiverheid" zal bui
tengewoon vergaderen om eenige besluiten te
nemen omtrent liet doen van krachtige stap
pen bü do hoogere besturen en het gemeen
tebestuur, die bü machte zün een boteren
toestand in het leven te roepen en de vis-
scherü voor verderen ondergang te behoeden.
Ook bestaat bet plan eene openbare meeting
te beleggen, waarin door eenige sprekers het
belang van een haven krachtig zal worden
aangetoond.
Bü do behandeling der staatsbegrooting
voor 1895, waren van de 100 leden der Tweede
Kamer 99 aanwezig, (dr. Kuyper is in het
buitenland).
Van die 99 hebben 82 het woord gevoerd,
waarvan 18 meer dan eens.
De 17 zwügende leden waren de heeren:
Schepel, KnüG', Van Borsselo, graaf Schimmel-
penninck, Van Delden, De Lange en voorts
nog elf katholieke leden.
Door den leeraar in de plant- en dier
kunde aan het gymnasium en aan de hoogere
burgerschool te Zutfen, dr. M. A. Brants, is,
ten gevolge züner benoeming tot burgemees
ter van Zelhem, ontslag uit züne betrekkingen
aangevraagd.
Het Amsterd. „Dagblad" zal by gebrek
aan finantiëele hulp ophouden te bestaan.
Ter vervulling van de vacature, in het
Bureau van Consultatie te 's-Gravenhage ont
staan ten gevolge van de benoeming van
jhr. mr. J. C. Reynst tot rechter te Amster
dam, is door den Hoogen Raad tot lid van
het Bureau benoemd mr. C. 3. Francois,
advocaat en procureur to 's Gravenhage.
Door den minister van oorlog is bepaald,
dat voortaan de stafmuziek van het 7de reg.
inf. de voor Indië detachementen aanvullings
troepen, die minstons 50 man sterk zün en
te Amsterdam embarkeeren, uitgeleide zal
doen.
Door de voreeniging „Armenzorg", te
's-Gravenhage, is eene vergadering gehouden,
waarin do waarn. voorzitter, de beer A. A.
Knuüver, mededeolde dat er van H. M. de
Koningin-Regentes eon schryven was inge
komen, waarin zy opnieuw een deel van de
zaak der liefdadigheid aan de zorgen der
Vereeniging toevertrouwde.
Verschillende jaarverslagen werden uit
gebracht.
De winst- en verliesrekening van dit ver-
eenigingsjaar wees op een cyfer van
f 29,720.79'/,.
Art. 1 van hef koninklük besluit van
2 Febr. 1879 (Stsbl. 29) is by koninklyk be
sluit van 24 dezer (Stsbl. 239) gewüzigl als
volgt: „Indien niet by züne aanstelling
anders bepaald is, of geene büzondere omstan
digheden, tot vervroeging der verhooging
zyner jaarwedde aanleiding geven, geniet ieder
hoogleeraar aan eene Rüksuniversiteit eene
jaarwedde aanvankelük van f 4000, ver
volgens ingaande mot den eersten dag van
het vierendeeljaars, volgende op dat, waarin
hij, te rekenen van den dag, waarop hü zyno
lessen als hoogloeraar heeft aangevangen, zyn
vijfjarigen diensttüd volbracht heeft, van f 5000
en daarna, na nogmaals volbrachten vyfjarigen
diensttüd, van f 6000. {Sts.-Ct.)
De Staatscourant van heden bevat een
kon. besluit van 24 Dec. jl. (Stsbl. 238),
waarbü de voorschriften ter uitvoering van
art. 24 der wet tot regeling van het lager
onderwüs als volgt worden aangevuld
Voor de büzondere scholen, dio over 1893
genoten hebben de rüksbüdrage, bedoeld in
art. 54bis der wet op het lager onderwüs, en
ook over 1894 voor dio rüksbijdrage in aan
merking komen, is, indien zü op 1 Jan. 1895
niet voldoen aan de voorschriften van art. 2
van het koninklük besluit van 18 April 1890
(Stsbl. 64), voor zoover zü ook over 1895
aanspraak maken op eene rüksbüdrage, gedu
rende dat jaar de naleving dier voorschriften
niet verplichtend, mits: 1°. het aantal kinde
ren, hetwelk op 15 Jan. 1894 als werkolyk
schoolgaande bekend stond, sedert die dag-
teekening niet is of wordt vermeerderd in
zoodanige mate, dat daardoor vermeerdering
van het aantal onderwüzers gevorderd wordt,
zonder dat in deze vermeerdering is voorzien
en 2°. het aantal onderwüzers, op het tyd-
stip van het in werking treden van het tegen
woordig besluit aan elke dier scholen ver
bonden, niet worde verminderd.
Dit besluit treedt in werking op 1 Jan. aanst.
3)
Bijna verschrikt koek Erik zjjne nicht aaD,
daarop tastte hy naar zyn hoofd, alsof dat,
wat hu zooeven gehoord had, een droom was.
Eon lach van Agatha riep hem in de wer-
kelykheid terug.
„Zet niet zulk een afschuweiyk gezicht,
Erik", zeide zy, .als ik eene aardigheid waag.
Ik weet, dat je een afkeer hebt van dien
ongelukkigen Frits Von Kalnow, die het nn
toch eenmaal niet helpen kan, dat by over
vloed heeft van gemis aan geest."
„Zeker, zeker! Maar ik bogryp niet, hoe
het voortdurend gezelschap van dien man je
amuseeren kan. Hij schynt werkeiyk niets
anders te doen te hebben dan je hier met
zyne bezoeken lastig te vallen."
Agatha had een langen, onderzoekenden
blik op Erik geworpen. Toen hy naar haar
opkeek, keek zy een anderen kant uit en
antwoordde nu: „Hy is de neef van myn
man zaliger, ik kan hem dus niet zonder
motief de deur wyzen, zelfs wanneer zyne
bezoeken my tot last mochten zyn. Ik begryp
je vyandeiykheid tegen hem niet, waarde
Erik! Hy heeft je niets in den weg gelegd
en je, zoo ver ik weet, nooit beleedigd. Mis
schien doe je hem onrecht."
„Hoogstwaarscbynlyk I" antwoordde Erik
spytig. „Je excuseert my nu wel, Agatha;
ik moet naar de stad terug."
„Zoo plotseling? Ik dacht, dat je van avond
hier bleeft. Ik wilde je met een klein lan-
delyk souper verrassen en heb aan je lievelings
gerechten gedacht, Erik."
„Ik dank je!" zeide Erik eigenaardig kort,
byna ruw; „ik heb nog een gewichtige dienst
zaak te Berlyn af te doen. Excuseer my
misschien kan ik een anderen keer langer
blyven."
Hy nam snel afscheid en verliet zóó haastig
het huis, alsof hy vervolgd werd.
Agatha ging naar het venster, waaruit
zy hem op zyn weg naar het station vry
lang kon nazien. In haar gezicht lag eene
eigenaardige uitdrukking, die echter door een
glimlach onderbroken werd.
Zy zag, hoe eensklaps kort voor den sta
tionsweg Erik zich nog omkeerde en langen
tyd naar de villa keek. Onwillekeurig ver-
wyderde zy zich van het venster, ofschoon
de waarschynlykheid bestond, dat hy haar
herkennen zou.
Daarop snelde Erik weder voort, alsof
onzichtbare machten hem voortstuwden.
II.
De Wannsee is een der schoonste punten
van de Mark. Wie de groote watervlakte,
omringd door met bosch bedekte heuvels, die
van den oever van het meer tot den top op
talryke plaatsen bezet zun met villa's, waar
van elk een architectonisch kabinetstuk is,
omdat voor alles ds beroemde Berlynsche
architecten en kunstenaars zich hier gevestigd
hebben, aanschouwd heeft, zal dit grif toegeven.
Op de wijde watervlakte der Wannsee bloeit
de watersport en ieder villa-eigenaar aan de
0 3vers beoefent met de zijnen de roei- en
zeilkunst. Overal ziet men aan den oever de
kleine boothuizen en de grootere inrichtingen
der clubs, die hier baron zetel hebben.
Van bet terras der villa van den ingonieur
Hinze, welke onmiddeliyk aan den oever ligt,
heeft men een ruim gezicht tot aan de bergen
aan gene zyde van de Havel. Spiegelglad
ziet het meer in den gloed van den zomer
namiddag er uit, en slechts hoogst zelden be
speurt men daarop een wit zeil, dat huiswaarts
stevent. Zelfs voor den sportman is de tem
peratuur te hoog. Aan den horizon ziet men
de geweldige zeilen der Havelbooten; nu en
dan ook eens de rookwolken eener stoom
boot, die naar Potsdam vaart.
De zon brandt verzengend heet, de hemel
is loodgrys, en zelfs het water heeft eene
eigenaardige kleur aangenomen, die hem het
aanzien eener gesmolten metaalma3sa ver
leent. Het is heet zelfs aan den oever van
het meer, waar anders de breeds watervlakte
koelte aanbrengt.
De op het terras der villa Hinze zittenden
waaien zich tevergeefs lucht toe. Het zyn
de eigenares der villa, wier echtgenoot nog
te Berlyn vertoeft en eerst des avonds naar
zyne familie terugkeert; voorts echter drie
gasten, die wy zeer goed keonen: Agatha
Gerhard met hare beide begeleiders, Erik
Bauer en Frits Von Kalnow. De drie hebben
eene wandeling gemaakt, omdat zy dachten,
aan het meer verkwikking te vindenmevrouw
Hinze zag de voorbygangers en rustte niet,
voordat zy by haar binnentraden, om een
verkoelenden dronk te nemen en haar een
weinig gezelschap te houden. Zelfs de over
moedige Kalnow lydt onder de hitte en be
paalt zich er toe door den neus te steunen
en nu en dan eenige la6teriyke woorden over
de tropische hitte te debiteeren.
De conversatie wordt byna alleen door
mevrouw Hinze on Agatha gevoerd. Nu en
dan stokt zy; men is zelfs te loom om te
spreken.
Een dof gerommel laat zich uit de verte
hooren. Men iet er niet op, voordat het doffer,
luider klinkt.
Mevrouw Gerhard werpt een bezorgden
blik naar den hemel.
„Wy krygen onweer," zegt zy.
„Den Hemel zy dank 1" antwoordt mevrouw
Hinze, liet onweer brengt misschien koelte.
Nu bluft gü hier by my on wacht het onweer
af. Wy krygen hier de koelte van het meer
uit de eerste hand."
Nog is de hemel onbewolkt, maar een
eigenaardige grijze damplaag licht over hem
heen. Bauer ziet met een kennersblik naar
den liemel en verklaart eindelyk„Wy krygen
een zeer hevig onweer. Het wa3 trouwens
ondraagiyk heet tot nu toe. Is uwe boot
verzorgd, mevrouw?"
„Ik geloof het wel, luitenant. Zy ligt daar
aan gene zyde van het boothuis."
„Ik wil liever voor de zekerheid eens gaan
zien," verklaart Bauer en gaat langs den
oever naar het boothuiBje, waarachter eene
kleine, balfgedekte zeilboot aan een ketting
bevestigd en aan de spits nog door een touw
vastgebonden ligt.
Erik onderzoekt de stevigheid van den
ketting en maakt nog een knoop in het touw.
Dan ziot hy weer naar den hemel. Reeds
ziet hy de voorposten van het onweer ovor
de heuvels verschynen: vluchtige, verbrok
kelde wolkjes van een eigenaardig witachtig
grys komen aangevlogen, en onmiddeliyk
daarachter eene zwarte wolk, breed, zwaar,
dreigend.
Een hevige donderslag meldt de nadering
van het onweer. Een heete windvlaag veegt
van de heuvels over het water van het meer
en doet het op verschillende plaatson op
stuwen. Een tweede windstoot volgt: oen
derde. Da adem van den wind is gloeiend
heet, alsof hy uit een smeltoven kwam. Het
laatste zeil is van de oppervlakte van het
meer verdwenen. Voor het onweer zoekt alles
bescherming aan land!
Meer en meer schuiven de wolkenmassa's
over de heuvels en verduisteren het meer,
waarin zy zich spiegelen. Enkele groote, zware
druppels vallen.
De gastvrouw vlucht met hare gaston van
do veranda naar de kamor, door welker glazen
muur men het uitzicht op het meer heeft. Plot
seling doorklieft een bliksemschicht de lucht;
een ratelende donder volgt. Sissend, huilend
is de onweersstorm gekomen en klieft de
golven van het meer, de wilte watervlakte
opwoelend en tot schuim zweepend
(Slot volgt.)