N«. 10692. Maandag 31 December. A°.1894. f 110. 1.40. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Eevslc Blad. Leiden, 29 December. Feuilleton. BALLAST. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. i Franco per post Afzonderiyko Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel moer f 0.17£. Grootore letters naar plaatsruimte. Voor het incasseercn buiten de stad wordt f 0.05 berekend. oniciëele Kennisgeylnges. Inkomstenbelasting 1804. Burgemeester en Wethouders vaa Leiden brengen ia herinnering dat met 31 December e. k. de laatste tormijn vervalt van de Inkomstenbelasting en dat alzoo op den lsten Januari o. k. do geheelo aanslag moet zija voldaan. Bolanghebbend n morden mitsdien uitgenoodigd om, tor voorkoming van vervolgingskosteD, tot de betaling van het vorschuldigde ten kantore ▼an den gemeeote-ontvanger over ie gaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 28 Dec. 1894. E. KIST, Secretaris. Burgemeester en Wethouders vau Leiden Qozien art. 8, lste alinea, der wot van den 2den Juni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het toezicht bij het oprichten van inrichtingen, welke gevaar, echade of hinder kunnen veroorzaken; BroDgon bjj deze ter algemeene kennis-dat door lion op hedenvergunning is verleend aan do firma TIELE&IAN DROS en rechtverkrijgenden tot het uitbroiden van de fabriek van verduurzaamde levens middelen ia de perceelen 50 en 52 aan do Middelato- gracht, hoek Vleerensteeg. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 27 Dec. 1894. E. KIST, Secretaria. In den schouwburg aan de Oude Vest zal morgen, Zondag-avond, door het „Tivoli"- gezelschap uit Rotterdam vertoond worden „De nieuwe jongen", klucht in drie bedrijven naar het Engelsch van Arthur Law, het „lach succes" van het Londenscho „Vaudeville". De bejaarde en rijke directeur van een jon genskostschool dr. Candy heeft een veel jongere nicht, op wie hü vroeger een goed oogje heeft gehad en met wie hü nu sinds vele jaren is gebrouilleerd. In dio jaren is do nicht weduwe geworden en sinds kort is ze hertrouwd. Dit laatsto is voor dr. Candy een geheim gebleven, en nu de vriendschap is hersteld, ziet nicht er erg tegen op, om hem haar man voor te stellen. En wanneer zü hoort hoe hü haar tot zyn eenige erfgename heeft gemaakt onder voorwaarde dat ze niet hertrouwen zal, wordt het haar, die er finantiêel büster slecht aan toe is, zóó eng om het hart, dat ze.... haar man laat doorgaan voor haar zoon uit het eerste huwelük. Archibald wordt „kleino Fred"! Hoe neef Candy hem behandelt en zich ergert overzyn domheid en zün slechte manieren, hoe een andere neef, concurrent voor de erfenis, hem, om do moeder het bof te maken, op schoot neemt, hoe een jong meisje met „haar neefje" flirt, daar Archibalds vrouw bij staat, hoo de schooljongens den nieuweling ontgroenen ziedaar wat men te zien krygt. Ten slotte komt natuurlük alles uit en terecht, Archibald is kleine Fred en kleine Fred i3 Archibald. Bü de opvoering te Rotterdam was de schouwburg stampvol; er waren volgens de „N. R. C." ook heelwat menschen, die heel- ■wat keeren hebben gelachen. Onder de advertentiën in dit blad komt er een voor van de Commissie voor de Volks bijeenkomsten, welke men wel eens goed mag lezen. Doot men dit, dan zal men zien dat er weer een hoogst aangenamo avond voor do bezoekers dier byeenkomsten aan staande is. Die uitvoering zal zeker wel weer door alle houders van kaarten worden bü- gewoond I Nog voor het jaar ten einde is, heeft van het „Woordenboek der Nederlandsche Taal dus kort na do onlangs verschenen aflevering wederom eene aflevering het licht gezien: nl. de zevende van het vijfde deel, behandelende de woordenGrondGroot achting, bewerkt door dr. A. Beets. Gisteravond vergaderden de leden der afdeeling „Rijnsburg en Omstreken" van do Algemeene Vereeniging voor Bloembollencul tuur te Haarlem voor de laatste maal dit jaar in het café van den heer H. Hogewoning. Na opening door den Voorzitter kwamen de te behandelen punten aan de orde, waaronder het benoemen van twee afgevaardigden ter Algemeeno Vergadering, verkiezing van twee bestuursleden wegens periodieke aftreding, jaarverslag van den secretaris en verloting. Tot afgevaardigden werden benoemd een der bestuursleden en het lid N. v. Egmond Dz., terwül de aftredende bestuursleden G. v. d. Eükel Jz. en J. Kromhout Jz. met algemeene stemmen als zoodanig werden herkozen. Nu kwam het jaarverslag aan de orde. Hieruit bleek dat dit jaar 8 vergaderingen werden gehouden, welke alle druk werden bezocht. Verder ging het de tweejarige af deeling zeer naar wensch; het ledental was dit jaar van 28 tot op 39 ledon en I lid leerling geklommen; de kas wees een batig saldo aan. Vanwege de afdeeling hadden er dit jaar twee veilingen van droge bloembollen plaats onder de heeren A. De Mooij Az. en M. v. d. Perk als directeuren, die als goed geslaagd mogen beschouwd worden. Nadat de Voorzitter een woord van lof had gosproken tot den heer P. v. Iterson voor zflne correcte behandeling van de afdeelings zaken als secretaris, deed hij het voorstel, dat ook Rü'nsburg bü de a. s. algemeeno ten toonstelling een prys beschikbaar zou stellen. Met büna algemeene stemmen werd toen besloten eene grooto zilveren medaille uit te loven voor de beste collectie ingezonden tulpen. Daarna werd overgegaan tot de verloting, waaronder zeer fraaie prüzen. Men schrüft ons uit KoudekerkDonder dagavond had hier in eene stampvolle zaal, onder leiding van don heer E. H. Sonnega, de uitvoering plaats van de Zangschool, met welwillende medewerking van een dameskoor en eenige heeren. Over 't geheel mag deze uitvoering als goed geslaagd beschouwd worden. Tot de aantrekkelükste nummers behoorde stellig de operette „Krelisboer en Ganzendonck." De vrü groote moeiljkheden, die dit stuk oplevert, en de beschikbare krachten in aanmerking genomen, liep het flink van stapel. De solo's gaven blük van degelüke studie, terwfll de koren goed voldeden. De kostumes ontlokten niet zelden een luid applaus. Na de pauze werden verschillende nummers ten gehoore gebracht, waaronder vooral de liederen met bromstemmen „De reddingboot" cn „De Zee", benevens „Een parel" en „Onze dooden" afzonderlük genoemd moeten. Als slotnummer werd gegeven de „Kerst cantate" van Catb. Van Renne3. De solo, 't schoone „Eere zy God", werd zeer verdien stelijk gezongen; ook aan de koren mag een woord van lof niet onthouden worden. Aan 't einde werd door het bestuur, bü monde van den heer Avenarius, den directeur een woord van welverdiende hulde gebracht, terwül hü tevens het publiek dankte voor do taliüke opkomst en het de belangen van de zangschool ten sterkste aanbeval. Ook wü besluiten met den wenscb, dat velen zich opgewekt mogen gevoelen, de zangschool hun onmisbaren steun te schenken. In plaats van don heer G. Van Leeuwen, overleden, zal te Zoeterwoude eene verkiezing voor den gemeenteraad plaats hebben op Dinsdag 15 Januari a. s. De gelegenheid tot inscbrüving voor de nationale militie, voor do mannelüko inge zetenen, geboren in 187G, wordt ten Raadhuize der gemeente Woubrugge speciaal openge steld op Maandag 7 Januari a. s. 's voorm. van 9 12 uren, alhoewel men die ganscbe maand zich daarvoor kan aanmelden. Te Wassenaar is in den oudordom van 70 jaren overleden de heer C. Kraay, die, behalve eenige kerkelyke function, de betrek kingen bekleedde van lid van den gemeente raad en lid van bet collego van Zetters voor 's Rüks directo belastingen. De yk en heryk, welke in het jaar 1894 in de gemeente Ter-Aar niet heeft plaats ge had, zal in het jaar 1895 voor die gemeente worden gehouden in de maand April op do dagen, welke nader vanwege het bestuur dier gemeente zullen worden bekend gemaakt. Uit de 37 sollicitanten naar de te vacoe- ren betrekking van hoofd der Christeiyke School to Woubrugge, is oen 6-tal opgemaakt, bestaande uit de heerenGrcilo, te Amster dam Küne, te VlaardingenDe Boer, to Workum; Van den Berg, te Haarlem; Van Noort, te. Utrecht, en Klein, te Maassluis. Te Utrecht is de eerste algemeene ver gadering gehouden van den Bond van Brieven gaarders in Nederland, welke, den tyd van het jaar in aanmerking genomen, tamelük goed bezocht mocht heeten. Na door den voorzitter met oen gepast woord te zün geopend, werd de wordings geschiedenis van den Bond medegedeeld en hulde gebracht aan den heer Prins, te Diemer- brug, die den eersten stoot aan de oprichting gegeven had; waarna aar. de orde kwam een voorstel tot uitgifte van een eigen bonds orgaan, waartoe met algemeene stemmen werd besloten. Als commissie om deze zaak voor te bereiden werden benoemd de heeren H. Den Haan, te Oudorkerk a/IJ., J. Vroeken, te Valkenburg, en W. F. Smit, te Leiderdorp. Omtrent punt 5 der agenda: Voorstel om ondersteuning aan de nagelaten betrekkingen van een overleden lid, werd besloten als exceptie pogingen hiertoe in hel werk te stellen en van alle ambtgenooten in den lande eene büdrage te verzoeken. Door een der leden werd voorgesteld aan de heeren Pyttersen en Lieftinck, leden dor Tweede Kamer, don dank der vergadering te brengen voor de wgze, waarop deze heeren bg de behandeling der Staatsbegrooting ce belangen der brievengaarders hebben behartigd. Met daverend applaus werd hiertoo besloten en staande de vergadering dio dank tclo graphisch overgebracht. Als plaats, waar de volgende vergadering zal gehouden worden, werd Amsterdam aan gewezen. Nadat door een der leden het bondsbestuur hulde en dank was gebracht voor de vele bemoeiingen, besloot een gemeenschappelüko maaltyd deze byeenkomst. Op 4 Maart 1895 en volgende dagen zal te 's Gravenhage worden afgenomen het tweede examen voor de betrokking van surnumerair der directe belastingen, invoerrechten en ac- cünzen, waaraan echter slechts kunnen deel nemen die in 1890, 1891 en 1892 het in art. 4 van het kon. besluit van 25 April 3 887 bedoelde examen met gunstig gevolg hebben afgelegd. Tevens zal gelegenheid worden gegeven tot het afleggen van het oxamen voor de betrek king van adspirant-verificateur. Het Dagelfiksch Bestuur van de „Ver eeniging voor Handel, Nfiverheid en Gemeente belangen," die steeds tot verbetering van den toestand der vissclierü te Schevcningen voor havenaanleg is werkzaam geweest, heeft ori- middellfik na de jongste ramp aldaar, voor zoover de feestdagen gelegenheid tot handelen lieten, maatregelen genomen om de tot stand- koming der werken, waaraan Scbeveilingen zoozeer behoefte heeft, met allo zodelüko mid delen, waarover de Vereeniging kan beschikken, te bevorderen eu te bespoedigen. De Commissie ingesteld voor de haven is tégen de volgende week bijeengeroepenhet bestuur van „Handel en Nfiverheid" zal bui tengewoon vergaderen om eenige besluiten te nemen omtrent liet doen van krachtige stap pen bü do hoogere besturen en het gemeen tebestuur, die bü machte zün een boteren toestand in het leven te roepen en de vis- scherü voor verderen ondergang te behoeden. Ook bestaat bet plan eene openbare meeting te beleggen, waarin door eenige sprekers het belang van een haven krachtig zal worden aangetoond. Bü do behandeling der staatsbegrooting voor 1895, waren van de 100 leden der Tweede Kamer 99 aanwezig, (dr. Kuyper is in het buitenland). Van die 99 hebben 82 het woord gevoerd, waarvan 18 meer dan eens. De 17 zwügende leden waren de heeren: Schepel, KnüG', Van Borsselo, graaf Schimmel- penninck, Van Delden, De Lange en voorts nog elf katholieke leden. Door den leeraar in de plant- en dier kunde aan het gymnasium en aan de hoogere burgerschool te Zutfen, dr. M. A. Brants, is, ten gevolge züner benoeming tot burgemees ter van Zelhem, ontslag uit züne betrekkingen aangevraagd. Het Amsterd. „Dagblad" zal by gebrek aan finantiëele hulp ophouden te bestaan. Ter vervulling van de vacature, in het Bureau van Consultatie te 's-Gravenhage ont staan ten gevolge van de benoeming van jhr. mr. J. C. Reynst tot rechter te Amster dam, is door den Hoogen Raad tot lid van het Bureau benoemd mr. C. 3. Francois, advocaat en procureur to 's Gravenhage. Door den minister van oorlog is bepaald, dat voortaan de stafmuziek van het 7de reg. inf. de voor Indië detachementen aanvullings troepen, die minstons 50 man sterk zün en te Amsterdam embarkeeren, uitgeleide zal doen. Door de voreeniging „Armenzorg", te 's-Gravenhage, is eene vergadering gehouden, waarin do waarn. voorzitter, de beer A. A. Knuüver, mededeolde dat er van H. M. de Koningin-Regentes eon schryven was inge komen, waarin zy opnieuw een deel van de zaak der liefdadigheid aan de zorgen der Vereeniging toevertrouwde. Verschillende jaarverslagen werden uit gebracht. De winst- en verliesrekening van dit ver- eenigingsjaar wees op een cyfer van f 29,720.79'/,. Art. 1 van hef koninklük besluit van 2 Febr. 1879 (Stsbl. 29) is by koninklyk be sluit van 24 dezer (Stsbl. 239) gewüzigl als volgt: „Indien niet by züne aanstelling anders bepaald is, of geene büzondere omstan digheden, tot vervroeging der verhooging zyner jaarwedde aanleiding geven, geniet ieder hoogleeraar aan eene Rüksuniversiteit eene jaarwedde aanvankelük van f 4000, ver volgens ingaande mot den eersten dag van het vierendeeljaars, volgende op dat, waarin hij, te rekenen van den dag, waarop hü zyno lessen als hoogloeraar heeft aangevangen, zyn vijfjarigen diensttüd volbracht heeft, van f 5000 en daarna, na nogmaals volbrachten vyfjarigen diensttüd, van f 6000. {Sts.-Ct.) De Staatscourant van heden bevat een kon. besluit van 24 Dec. jl. (Stsbl. 238), waarbü de voorschriften ter uitvoering van art. 24 der wet tot regeling van het lager onderwüs als volgt worden aangevuld Voor de büzondere scholen, dio over 1893 genoten hebben de rüksbüdrage, bedoeld in art. 54bis der wet op het lager onderwüs, en ook over 1894 voor dio rüksbijdrage in aan merking komen, is, indien zü op 1 Jan. 1895 niet voldoen aan de voorschriften van art. 2 van het koninklük besluit van 18 April 1890 (Stsbl. 64), voor zoover zü ook over 1895 aanspraak maken op eene rüksbüdrage, gedu rende dat jaar de naleving dier voorschriften niet verplichtend, mits: 1°. het aantal kinde ren, hetwelk op 15 Jan. 1894 als werkolyk schoolgaande bekend stond, sedert die dag- teekening niet is of wordt vermeerderd in zoodanige mate, dat daardoor vermeerdering van het aantal onderwüzers gevorderd wordt, zonder dat in deze vermeerdering is voorzien en 2°. het aantal onderwüzers, op het tyd- stip van het in werking treden van het tegen woordig besluit aan elke dier scholen ver bonden, niet worde verminderd. Dit besluit treedt in werking op 1 Jan. aanst. 3) Bijna verschrikt koek Erik zjjne nicht aaD, daarop tastte hy naar zyn hoofd, alsof dat, wat hu zooeven gehoord had, een droom was. Eon lach van Agatha riep hem in de wer- kelykheid terug. „Zet niet zulk een afschuweiyk gezicht, Erik", zeide zy, .als ik eene aardigheid waag. Ik weet, dat je een afkeer hebt van dien ongelukkigen Frits Von Kalnow, die het nn toch eenmaal niet helpen kan, dat by over vloed heeft van gemis aan geest." „Zeker, zeker! Maar ik bogryp niet, hoe het voortdurend gezelschap van dien man je amuseeren kan. Hij schynt werkeiyk niets anders te doen te hebben dan je hier met zyne bezoeken lastig te vallen." Agatha had een langen, onderzoekenden blik op Erik geworpen. Toen hy naar haar opkeek, keek zy een anderen kant uit en antwoordde nu: „Hy is de neef van myn man zaliger, ik kan hem dus niet zonder motief de deur wyzen, zelfs wanneer zyne bezoeken my tot last mochten zyn. Ik begryp je vyandeiykheid tegen hem niet, waarde Erik! Hy heeft je niets in den weg gelegd en je, zoo ver ik weet, nooit beleedigd. Mis schien doe je hem onrecht." „Hoogstwaarscbynlyk I" antwoordde Erik spytig. „Je excuseert my nu wel, Agatha; ik moet naar de stad terug." „Zoo plotseling? Ik dacht, dat je van avond hier bleeft. Ik wilde je met een klein lan- delyk souper verrassen en heb aan je lievelings gerechten gedacht, Erik." „Ik dank je!" zeide Erik eigenaardig kort, byna ruw; „ik heb nog een gewichtige dienst zaak te Berlyn af te doen. Excuseer my misschien kan ik een anderen keer langer blyven." Hy nam snel afscheid en verliet zóó haastig het huis, alsof hy vervolgd werd. Agatha ging naar het venster, waaruit zy hem op zyn weg naar het station vry lang kon nazien. In haar gezicht lag eene eigenaardige uitdrukking, die echter door een glimlach onderbroken werd. Zy zag, hoe eensklaps kort voor den sta tionsweg Erik zich nog omkeerde en langen tyd naar de villa keek. Onwillekeurig ver- wyderde zy zich van het venster, ofschoon de waarschynlykheid bestond, dat hy haar herkennen zou. Daarop snelde Erik weder voort, alsof onzichtbare machten hem voortstuwden. II. De Wannsee is een der schoonste punten van de Mark. Wie de groote watervlakte, omringd door met bosch bedekte heuvels, die van den oever van het meer tot den top op talryke plaatsen bezet zun met villa's, waar van elk een architectonisch kabinetstuk is, omdat voor alles ds beroemde Berlynsche architecten en kunstenaars zich hier gevestigd hebben, aanschouwd heeft, zal dit grif toegeven. Op de wijde watervlakte der Wannsee bloeit de watersport en ieder villa-eigenaar aan de 0 3vers beoefent met de zijnen de roei- en zeilkunst. Overal ziet men aan den oever de kleine boothuizen en de grootere inrichtingen der clubs, die hier baron zetel hebben. Van bet terras der villa van den ingonieur Hinze, welke onmiddeliyk aan den oever ligt, heeft men een ruim gezicht tot aan de bergen aan gene zyde van de Havel. Spiegelglad ziet het meer in den gloed van den zomer namiddag er uit, en slechts hoogst zelden be speurt men daarop een wit zeil, dat huiswaarts stevent. Zelfs voor den sportman is de tem peratuur te hoog. Aan den horizon ziet men de geweldige zeilen der Havelbooten; nu en dan ook eens de rookwolken eener stoom boot, die naar Potsdam vaart. De zon brandt verzengend heet, de hemel is loodgrys, en zelfs het water heeft eene eigenaardige kleur aangenomen, die hem het aanzien eener gesmolten metaalma3sa ver leent. Het is heet zelfs aan den oever van het meer, waar anders de breeds watervlakte koelte aanbrengt. De op het terras der villa Hinze zittenden waaien zich tevergeefs lucht toe. Het zyn de eigenares der villa, wier echtgenoot nog te Berlyn vertoeft en eerst des avonds naar zyne familie terugkeert; voorts echter drie gasten, die wy zeer goed keonen: Agatha Gerhard met hare beide begeleiders, Erik Bauer en Frits Von Kalnow. De drie hebben eene wandeling gemaakt, omdat zy dachten, aan het meer verkwikking te vindenmevrouw Hinze zag de voorbygangers en rustte niet, voordat zy by haar binnentraden, om een verkoelenden dronk te nemen en haar een weinig gezelschap te houden. Zelfs de over moedige Kalnow lydt onder de hitte en be paalt zich er toe door den neus te steunen en nu en dan eenige la6teriyke woorden over de tropische hitte te debiteeren. De conversatie wordt byna alleen door mevrouw Hinze on Agatha gevoerd. Nu en dan stokt zy; men is zelfs te loom om te spreken. Een dof gerommel laat zich uit de verte hooren. Men iet er niet op, voordat het doffer, luider klinkt. Mevrouw Gerhard werpt een bezorgden blik naar den hemel. „Wy krygen onweer," zegt zy. „Den Hemel zy dank 1" antwoordt mevrouw Hinze, liet onweer brengt misschien koelte. Nu bluft gü hier by my on wacht het onweer af. Wy krygen hier de koelte van het meer uit de eerste hand." Nog is de hemel onbewolkt, maar een eigenaardige grijze damplaag licht over hem heen. Bauer ziet met een kennersblik naar den liemel en verklaart eindelyk„Wy krygen een zeer hevig onweer. Het wa3 trouwens ondraagiyk heet tot nu toe. Is uwe boot verzorgd, mevrouw?" „Ik geloof het wel, luitenant. Zy ligt daar aan gene zyde van het boothuis." „Ik wil liever voor de zekerheid eens gaan zien," verklaart Bauer en gaat langs den oever naar het boothuiBje, waarachter eene kleine, balfgedekte zeilboot aan een ketting bevestigd en aan de spits nog door een touw vastgebonden ligt. Erik onderzoekt de stevigheid van den ketting en maakt nog een knoop in het touw. Dan ziot hy weer naar den hemel. Reeds ziet hy de voorposten van het onweer ovor de heuvels verschynen: vluchtige, verbrok kelde wolkjes van een eigenaardig witachtig grys komen aangevlogen, en onmiddeliyk daarachter eene zwarte wolk, breed, zwaar, dreigend. Een hevige donderslag meldt de nadering van het onweer. Een heete windvlaag veegt van de heuvels over het water van het meer en doet het op verschillende plaatson op stuwen. Een tweede windstoot volgt: oen derde. Da adem van den wind is gloeiend heet, alsof hy uit een smeltoven kwam. Het laatste zeil is van de oppervlakte van het meer verdwenen. Voor het onweer zoekt alles bescherming aan land! Meer en meer schuiven de wolkenmassa's over de heuvels en verduisteren het meer, waarin zy zich spiegelen. Enkele groote, zware druppels vallen. De gastvrouw vlucht met hare gaston van do veranda naar de kamor, door welker glazen muur men het uitzicht op het meer heeft. Plot seling doorklieft een bliksemschicht de lucht; een ratelende donder volgt. Sissend, huilend is de onweersstorm gekomen en klieft de golven van het meer, de wilte watervlakte opwoelend en tot schuim zweepend (Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1