N°. 10688.
Maandag 34 December.
A0.1894.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <gpn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit DRIE
Bladen.
Vergadering van Nijverheid.
Feuilleton.
EENE HELDIN.
LEIDSCH
DAGBLAD
PEUB DEZER OOURANTi
Voor Loiden per 8 maanden. I li. f 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers
0.05.
PRIJS DER AD VERTEN T1ÜN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17 j. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het mcasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Derde Blad.
Aangezien wegens het
Kerstfeest Dinsdag- en
Woensdag-arond het
LEIDSCH DAGBLAD niet ul ver
schenen, wordt men verzocht Ad vertentlën
▼oor bet Dagblad van Maandag-avond
vroegtijdig te doen bezorgen, ten einde ver
zekerd te z(jn van de plaatsing.
In het Dagblad van Donderdag-avond
zullen de Kleine Advertentlën worden
geplaatst
De gisteravond gehouden ledenvergadering
van de afdeeling Leiden der Ned. Maatschappij
ter bevordering van Nijverheid werd niet
tegenstaande er op dien avond ook eene voor
stelling in de Gehoorzaal was, door een twintig
tal leden bijgewoond, die zeker hun gang
naar het Nutsgeoouw niet zullen hebben be
treurd, want de spreker van dezen avond, de
heer P. C. Dufour, ingenieur te Amsterdam,
heeft door zijne aangename en onderhoudende
voordracht van het begin tot het einde zijne
hoorders weten te boeien.
Het onderwerp, dat spreker voor dezen
avond had uitgekozen, was dan ook zeer
belangrijk, vooral, daar men zich bewoog op
het terrein der nieuwste uitvindingen op het
gebied der electro techniek.
Spreker begon met in het kort de geschle
denis van het ontstaan der electro-motoren te
herinneren. Deze zijn nl. ontstaan door de
werking van de dynajgo's om te keeren. De
dynamo's bestaan, ing gspve trekken uitge
drukt, uit koperdradejgt^Am, een ijzeren Jkem
gewonden, welke bundels- van koperdraden
met groote snelheid^wor^en rondgedraaid,
waardoor de electrische stroom ontstaat.
Brengt men nu een electrischen stroom door
een dergelijk toestel, dan zal dit gaan draaien.
De electro-motoren bestonden reeds lang vóór
de dynamo's, en werden destijds gedreven
door een galvanischen stroommaar aangezien
de kosten van galvanische batterijen to groot
waren in vergelijking van het daarmede ver
kregen effect, heeft men in den dynamo eerst
de rechte bron van electrische-stroom-ont
wikkeling gevonden. Om nu dien electrischen
stroom over te brengen op groote afstanden,
heeft men noodig: lo. den primairen dynamo,
welke den stroom ontwikkelt, 2o. de leiding
•n eindelijk den motor.
Spreker ging vervolgens de verschillende
methoden van kraohtsoverbrenging na, waarbij
h(j tevens wees op het nuttig effect, dat door
deze op groote afstanden verkregen wordt.
lo. Krachtsoverbrenging door stoomgelei-
dingen. Het nadeel biervan bestaat daarin, dat
ln lange geleidingen, vooral wanneer deze
door de buitenlucht van het eene naar het
andere gebouw moeten worden geleid, de
stoom te zeer afkoelt.
2o. Hydraulische krachtsoverbrenging. Deze
heeft een zeer groot, nuttig effect, ondervindt
echter met strenge vorst groote bezwaren
en heeft dit nadeel, dat men bijv. voor het
lichten van lasten evenveel water verbruikt
by zware als by minder zware lasten.
3o. Gecomprimeerde lucht. Het nadeel hierby
is dat de buizen, waardoor deze lucht geleid
worden, zeer spoedig aan lekkage onderhevig
zyn, waardoor, wil men daarvoor waken, de
aanleg zeer duui wordt.
4o. Directe overbrenging door middel van
snaren of koorden. Op kleine afstanden is dit
wel de beste wyze van kraohtsoverbrenging,
maar op groote afstanden, en wanneer men
scherpe bochten heeft, vervalt dit voordeel
geheel.
De electrische krachtsoverbrenging blykt
boven de vier genoemde ver te verkiezen te
zyn, vooral wanneer men lokalen heeft, die
ver van do bron van krachtsvoortbrenging zyn
verwyderd. Zoo heeft men byv. op de werk
plaatsen der Holl. Spoorwegmaatschappy in
de locomotievenfabriek eene stoommachine,
welke de zich daar bevindende werktuigen
en tevens een dynamo dryft. Door eene ge
leiding wordt de electrische stroom goleid
naar de smedery en den timmerwinkel en
wordt daar gebruikt om door verschillende
motoren de zich daar bevindende werktuigen
te bewegen.
Men heeft nu twee verschillende systemen
lo. de verschillende werktuigen met groepen,
door één motor te dryven, of ieder werktuig
afzonderlyk een motor te geven. Al naar ge
lang de SDelheid, welke voor dat werktuig
vereischt wordt, zal men een van deze twee
systemen toepassen.
Spreker weersprak ook de meening, dat
electrische geleidingen gevaar kunnen ople
veren voor menschenlevens. De ongelukken,
waarvan men vooral in Amerika wel eens
hoort, schreef spreker toe aan de slechte en
ondoelmatige geleidingen. De sterkte of span
ning van den stroom worden in voltsde
hoeveelheid in ampères uitgedrukt. Men kan zon
der gevaar een draad, waardoor een stroom
van 500 volte geleid wordt, aanvatten. Al
naar gelang dat de draden nu geleid moeten
worden op plaatsen, welke gemakkeiyk te
bereiken zyn, kan men den stroom minder
volte en meer ampères geven, of bestaat er
geen gevaar, dan doet men het omgekeerde.
Geleidingen, welke eerst voor gerloge span
ningen werden aangelegd, byv. om twintig
booglampen te doen branden, terwyi later
op diezelfde geleiding 50 booglampen wer
den geplaatst, zullen volgens spreker aanlei
ding tot ongelukken geven. In het laatste
geval moest de spanning veel grooter zyn en
was de geleiding daarvoor niet voldoende
geïsoleerd.
Nu kwam spreker tot een berekening der
kosten en dan bleek ook de electrische krachte
overbrenging, altyd op groote afstanden, de
goedkoopste te zyn.
Een van de voornaamste toepassingen van
electrische krachts-overbrenging is wel de
electrische tram. Deze bestaat uit een gewo
nen tramwagen met tusschen do wielen één
of twee motoren, welke achter of naast elkaar
kunnen geschakeld worden. In het eerste
geval verkrygt men een groote snelheid, in
bet tweede een groote kracht. De bestuurder
van de tram kan dit door middel van een
handle regelen.
Men heeft twee soorten van electrische
trams
lo. Die, welke de kracht medevoeren in
accumulatoren onder de zitbanken, zooals byv.
de tram van Den Haag naar Schevoningen.
Echter moeten by deze trams de accumulato
ren een groot gewicht hebben, zooüat om
genoemde tram 5 maal Scbevoningen Den
Haag te doen ryden, de accumulatoren een
gewicht van 4000 KG. hebben. Men begrypt
dat hierdoor de wagens een zeer groot ge
wicht krygen.
2o. De trams, welke hunne beweegkracht
van buiten ontvangen. Hierby heeft men ook
verschillende systemen. O. a. kan de stroom
door de rails worden gevoerd. Tevens moet
byzonder op de isoleenng der rails gelet wor
den, wat hooge aanlegkosten veroorzaakt Ook
heeft men tusschen de rails buizen, die boven
de wagens zyn opgehangen en welke van
onderen zyn doorgesneden. In die buizen be
vindt zich een schuifje, dat met de tram
wordt voortbewogen, en waaraan een draad
bevestigd is, welke den stroom naar den wagen
geleidt. Ook dit systeem heeft bezwaren, nl.
dat de buizen door vuil en stof kunnen ver
stoppen.
Het beste systeem, dat tegenwoordig in
navolging van Amerika veel in Europa wordt
gebruikt, is dat men op 6.50 meter boven
den grond een draad spant en waartegen een
stang, welke boven den wagen is aangebracht,
voortdurend wordt aangedrukt. Deze lyn kan
men ophangen aan daartoe op te richten
masten of aan draden, tusschen de huizen
gespannen. Spreker toonde door verschillende
teekeningon aan, hoe zulks kan geschieden.
Het voordeel is dat men hierby maar één
draad noodig beeft, daar de grond dient als
stroomsluiting. Waar men in groote steden
vervoermiddelen noodig heeft om spoedig van
uit het midden der stad naar de buitenwyken
te komen, daar zyn vooral deze electrische
trams de beste. Men kan met groote snelheid
ryden en toch veel spoediger stoppen dan
met paardentrams. Daartoe heeft men den
stroom maar af te sluiten en dan in tegen
gestelde richting te laten werken; de motor,
die dan eene beweging heeft in voortgaande
richting, zal gedwongen worden om achteruit
te werken, en men kan dus binnen 3 a 4
meter stoppen. Eene groote moeilykheid vor
men nog draai- en klapbruggen Spreker liet
eenige inrichtingen zien boe men dan de draden
voor het openen der bruggen ophangt.
Ook heeft men nu reeds electrische locomo
tieven gefabriceerd, waarmede men groot ere
snelheden wil verkrygen. Het groote bezwaar
is hierby, dat men altyd twee rails noodig
heeft, die nooit zuiver blyven liggen. Boven
dien is het zwaartepunt van den trein boven
de rails gelegen en verkrygt men dus by
zeer groote snelheden te veel schommeling
in de wagens. Men heeft nu daartoe eon
luchttram uitgevonden, welke bestaat uit
hangende wagens. Deze hangen aan een juk,
dat met wielen over een balk loopt, en zyn
reeds in Deutz in werking. Hierby heeft men
dus het bezwaar van derailleeren opgeheven
Spreker toonde verschillende achoone photo-
graphieèn van dergelyke ontworpen tram banen,
Welke in de toekomst vooral in groote steden
zeer veel zullen gebruikt worden.
Ook behandelde spreker spoorwegen, welke
op deze wyze waren ingericht met locomo
tieven van zeer gering gewicht, maar die,
door electromagneten boven de rails te plaatsen,
voldoende adhaesie verkrygen om de noodige
trekkracht voort te brengen.
Alles werd door flinke teekeningen en
photographieén verduidelykt. Aan het eind
zyner rede gekomen, beantwoordde spreker
nog eenige vragen, hem gedaan, o. a. over
het verzetten van wissels op groote afstanden
door middel van electriciteit, over de duur
zaamheid en kosten der electrische installation,
en eindeiyk de beweging der sluisdeuren van
de nieuwe sluis te IJmuiden. Hierna dankte
de voorzitter den heer Dufour voor zyne by
zonder leerryke en heldere voordracht en werd
de vergadering te omstreeks tien uren gesloten.
TWEEDE KAMER.
Avondzitting van Vrijdag 21 December.
De beraadslagingen over de begrooting van
Waterstaat werden voortgezet.
By de afdeeling Posteryen wees de heer
Van Gijn op de stygonde uitgaven voor dit
dienstvak. Voor zoover die het gevolg waren
van betere bezoldiging en kleeding, had hy
daartegen geen bezwaar, maar hy waarschuwde
toch tegen overdryving. Voorts drong hy aan
op het voor belanghebbenden ter inzage geven
van conduitelysten, enz. van de beambten.
Do heer Ooeman Borgesius kwam terug op
zyne nota over de organisatie van den post
en telegraafdienst. Hy achtte het verkeerd
dat by de bevordering tot directeur de anciën
niteit niet wordt meegerekend, dat de klerken
niet kunnen mededingen naar kantoren 7de
klasse. Voorts drong hy aan op billyker be
jegening der telegraaf beambten by de ver
vulling der vacatures voor gemengde kantoren
en op verbetering van de positie der telegraaf
commiezen, die onbiliyk worden bejegend
in vergeiyking met de postcommiezen. Ook
de positie der klerken eischt spoedige ver
betering.
De heer Van Karnebeeh bestreed ook de
voortdurende verhooging van uitgaven in deze
afdeeling, terwyi do heer Van Alphen gelyke
behandeling van post- en telegraafambtenaren
voorstond.
De Minister van Waterstaat beloofde do
organisatie nader te zullen overwegen, wees
op de moeilykheid om alle onbillykheden op
eenmaal uit den weg te ruimen, maar ver
zekerde dat in die richting met ernst wordt
gestreefd. Elke verbetering van traktementen
leidt tot belangryke verhooging vaD uitgaven,
maar eDkele verboogingen zynonvormydeiyk.
Inzage van de conduitelysten der post- en
telegraaf beambten te geven achtte hy ge-
vaarlyk.
De heeren Van Kerkwijk en Seret bestreden
die opinie Ambtenaren moeten weten waarom
zy worden gepasseerd. De Minister bleef de
wenschelykheid dier inzage bestryden in het
belang van den dienst, ook nadat de heer
Kerdijk zyn best had gedaan hem te over
tuigen, dat door het geheim houden der
conduitestaten de carrière van menigeen wordt
belemmerd. De heer Van Gijn protesteerde
ten slotte tegen de „geheime politie", die de
Min. by de post- en telegraafbeambt-n ge
doogt en die alleen is tegen te gaan door do
conduitestaten aan de belanghebbenden tor
inzage te geven.
By do onderartikelen van deze afdeeling
drongen de heeren Pyttersen en Lieftinck aan
op spoedige verbooging van de bezoldiging
der brievengaarders. Do Minister hield vast
aan het stelsel van geleidelyke verhooging.
Door den heer Rutgers werd gevraagd of
de Minister omziet naar een ander terrein
voor den bouw van het nieuwe postkantoor
te Amsterdam. De heer Lely stond het stelsel
voor om de bykantoren te Amsterdam te
vermeerdoren, ten einde het Centraal kantoor
te verlichten.
Uit het antwoord des Ministers bleek, dr.t
de aanbesteding nog niet is uitgesteld en dat
het terrein op bet Damrak niet beschikbaar is.
By art. 191 had eene gedachtenwisseling
plaats tusschen den heer Tydeman en den
Minister over de Staats-exploitatie der telefonie.
Zy leidde tot een motie van den heer Tyde
man, om de Kamer de wenschelykheid te doen
uitspreken om van den telephoondienst een
tak van Staatsdienst te maken.
Deze motie zal later worden behandeld.
By art. 208 (Rykspostspaarbank) veiwyst
de heer Drucker naar hetgeen door hom ls
gezegd ton aanzien van het beschikbaar stollen
der gelden, op de Spaarbank belegd, voor don
bouw van arbeiderswoningen. Hy vraagt den
minister thans geen antwoord.
De heer Kerdijk wyst op het onvoldoende
van het gebouw en vooral op hot brand
gevaar. De minister doet zyn uiterste best
om in 1895 mot een voorstel te komen
De minister zal zich over de wenschelyk
heid van het denkbeeld des heeron Drucker
thans niet uitlaten. Men mag echter Diet
vergeten, dat de Staat zich ton volle aan-
sprakoiyk stelt voor de teruggave der inge
legde gelden, en behoort dus het geld be-
Het luide «nikken werd gedempt; eene
plechtige stilte heerschte in dit vertrek, waar
men de ontvloden ziel niet in hare rust
wilde storen.
De pleegzuster kmelde naast het bed neder
en bad voor den gestorvene.
Niemand zou hebben weten te zeggen hoe-
voel tyd er verloopen was, toen Walburga
eindeiyk langzaam opstond.
„Moeder", fluisterde zy, met tranen in do
oogen, „u hebt een zoon verloren, maar zie,
Victor wil uw zoon en myn echtgenoot wor
den hy zal trachten u het zware verlies, dat
gy geleden hebt, te vergoeden."
Joséphine hief het hoofd op. Met onvasten
blik zag zy rondom zich heen en eennauwe-
ïyks merkbaar, droevig glimlachje plooide
hare lippen en gleed als een schaduw over
haar, door smart vertrokken, gelaat.
Voor haar geene levensvreugde meer.
Zelfs deze tyding, die haar nog betrek-
keiyk kort geleden van darikbare blydschap
zou hebben doen juichen, kwam nu tot haar
in een uur, waarin alles haar onverschillig
was. Toch duldde zy, hoewel blykbaar zonder
den zin er van te verstaan, den wannen kus,
dien Victor op hare hand drukte.
Walburga besefte dat noch zy, noch Victor
een troost voor hare moeder waren, en diepe
«mart hierover vervulde haar; weenend be
dekte zy haar gelaat.
Gerd, geleid door zyne diepe en hartelyke
kieschheid, die eene der schoonste hoedanig
heden van dit trouwe hart was, verliet zeer
zacht de kamer.
Hy deed, wat hy nog nooit in zyn leven
had gedaanhy nam een klein kind op zyne
armen en in den grootsten angst het te bre
ken of bet te laten vallen, droeg hy het
voorzichtig naar het sterfbed van den armen
Lars. Ook nu weer had zyn fijn gevoel het
juiste geraden.
Mevrouw Steiner, die strak voor zich uit
starend en wezenloos naast dit sterfbed ge
zeten was, lette er niet op, wat rondom
haar gebeurde, tot opeens een levend schep
seltje op bare knieèn lag: klein, rooskleurig,
met aardige, kleine handjes, die, als vuistjes
samengeknepen, tegen den mond lagen ge
drukt; met groote, nieuwsgierige oogen in
het licht kykend; met fijne, blonde haartjes,
die in den schyn van het flauwe licht der
lamp, als een straalkrans het ronde kopje
omiystend, boven het kleine, maar breede
voorhoofd overeind stonden.
De schoot, die het kindje dragen moest,
trilde zoo ontzettend, dat de hand van José
phine, onder den indruk der instinctmatige
moederlijke zorg, het kleintje vasthield; die
zelfde hand, die straks afwyzend naar ae
wieg, waarin het toen lag te slapen, was
uitgestrekt.
En dezelfde oogen, die zich toen hadden
afgewend, om het kind niet te zien, vestigden
zich nu, als onder betoovering, op het be-
kooriyke schepseltje.
Hoe sprekend geleek het op Lars!
De jaren, die er tusschen lagen, bestonden
niet zy droomdedit alles was niet
gebeurd dit kind was haar eigen jong
geboren zoon, voor wien de toekomst zooveel
goeds en liefs in haren schoot verborgen
hield
In de koude band, die het warme lichaampje
vasthield en stevig vasthield ookl
stroomde zacbtkens de warmte van het ge
zonde, jonge leven terug.
En het was alsof die warmte zich vandaar
door alle aderen verspreidde en het hart der
arme vrouw geheel vervulde.
Het kind lachte en gaf opeens een vroolyken
toon te hooren.
Wat was het liofl als een juichende
engel voor don troon des Allerhoogsten.
Nu nam de grootmoeder het in hare armen,
drukte het tegen zich aan en met een langen,
veelbeteekenenden blik op het bleeke, ver-
atyfde gelaat van den doode, kuste zy haren
kleinen Lars op het voorhoofd.
BBfILUIT.
De pas geplante treurwilg liet hare teere
takjes naar omlaag hangen, over bet graf
van Lars. De heuvel, die met bloemen bedekt
was, lag in de schaduw van den kerkmuur
van Zembowitech
Graaf Gerd had den doode hierheen laten
ter ruste leggen* hy wist wel, dat het voor
de levende te hard zou zyn geweest, veraf
van de plek te zyn, waar zy de herinnering
aan haren zoon kon kweeken. door voor het
zorgvuldig onderhouden van zyn graf te waken
Het was nu zomer geworden en toen Wal
burga als de vrouw van Victor haren intocht
op Zembowitsch deed, had Joséphine ten
laatste a?,n de vriendeiyk dringende stemmen
gevolg gegeven; zy was met den kleinen
Lars naar Gerd gegaan Walburga en Victor
hadden het haar allengs zoo weten voor te
stellen, dat zy begreep hare groote schuld
aan dien goeden, lieven man het best te
kunnen afdragen, door zyn huis en zya leven
voortaan zoo aangenaam eo gezellig mogeiyk
te maken.
Op deze wyze ging dan toch de jeugdige
droom van den Graaf in vervulling, zy het
ook anders dan hy dit toen had gehoopt. Zy,
die hy altyd trouw had liefgehad, was nu
toch zyne levensgezellin geworden! Als eene
vriendeiyke zuster ging zy naast hem door
het levenmaar met hem ging onuitgesproken,
maar door beiden gevoeld, een stille droefheid
als derde in den bond.
Nóch hem, nóch haar was ooit dit schitte
rend geluk, vol liefde en vereenigden arbeid,
ten deel gevallen, waarvan zy nu op Zembo
witsch dagelyks getuigen waren. Hun eigen
levensbeeld schoen als grys in grys getint,
met dat lichte tafereel van hartelyke, opge
wekte en opwekkendo blymoedigheid, van
echten levenslust en levenskracht vergeleken,
dat bet jonggehuwde paar te aanschouwen
gaf. Maar het was stil geworden in hunne
harten en zy hadden geleerd tevreden te
zyn met het hun beschoren deel.
De edele Gerd wist trouw de wonden te
ontzien, die het leven aan zyne oude vriendin
had toegebracht, en als zyn oog op den zil
veren glans viel, die reeds zoo vroeg haren
schedel dekte, dan zag hy vaak in dat witte
haar een schoonen lauwerkrans der zegevie
rende martelares.
Verheven boven eiken hartstocht, koesterden
beiden slechts dien eenen wensch, dat de
troostvolle tegenwoordigheid van de eene
niet vóór den tyd aan den anderen mocht
worden ontnomen.
Zy achtten ze volstrekt niet gering, de
voorrechten, die hun nog waren overgebleven
of opnieuw geschonken. Zy wisten het wel,
hoe ryk gezegend zy waren boven die talloos
velen, die, evenals zy, uit don kostelykon
beker van het heeriyk liefdesgeluk, dat do
wereld en de menschen vergeten doet, nimmer
eene teuge hadden mogen drinken
Zy waren niet verlaten 1
Mevrouw Steiner leerde allengs weder te
glimlachen. Maar het was die aandoenlyke
glimlach van een mensch, die zooveel gele
den, zooveel verloren heeft, dat by in oot
moed en dankbaarheid tevreden is met alles,
wat hem nog is overgebleven.
Edoch, al buigt hy nederig en onderworpen
zyn hoofd, hot oog verraadt de vele, bittero
tranon, die het heeft geschreid; en do mond
kan het niet verbergen, dat die eigenaardige
droeve trek het gevolg is van hartverscheu
rend leed, in vroeger tyd gedragen.
Maar Victor en "Walburga geven de hoop
niet op, langzamerhand den traan uit dezen
glimlach te zien verdwynen. Want op Kakitsch
is een kleine toovenaar, die met iedere maand
meer macht op het hart der grootmoeder
wint. De barmhartige ontferming der goddo-
ïyke liefde, die niemand ongetroost wil later»,
schittert in de heldere kinderoogen van d6n
kleinen Lars en schynt verwarmend en koes
terend in het hart der oude vrouw. Zjjne
tengere vingertjes hebben de taak om zacht
kens aan en spelenderwys de scherpe dolken
er uit te trekken, die de soms wreede be
proevingen des levens in die borst zoo viy-
mend scherp hadden ge3tooten, waaronder
zelfs deze heldin byna zou zyn bezweken.
En welk hart eener vrouw is zóó krank,
dat de lieve glimlach van haar kleinkind hst
niet ten laatste kan genezen?