N°. 10688.
Maandag 34 December.
k°. 1894.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
Leiden, 22 December.
F" euilleton.
EENE HELDIN.
LEIDSCI
DAGBLAD
PRIJS DEZER OOURAUT:
Voor Leiden por 8 maandenf 1.10.
Franco per post1-40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER AD VERTEN TJÜN
1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
Van
letters naar plaatsruimte,
wordt f 0.05 berekend.
Voor het incasseeren bulten de stad
Officiëele KennisceTingeo.
De Gedeputeerde Hiaten der provincie
Zuid-Holland,
Maken bokend:
dat ingevolge hot op 12 Juli 1893 door do Provin-
olalo Staten vastgesteld en bij koninklijk besluit van
den 20aten September 1893, no. 22, goedgekeurd
reglement ter bevordering van de paardenfokkerij in
de provinoie Znid-Holland, geen andere dan overeen
komstig de voorschriften van dit reglement goedge
keurde, minstens driejarige hengsten *tot dekking van
merriën in deae provincie mogen worden gebezigd,
iet zij de hengst en de merrie aan denzelfdcn eigonaar
We be hoor en
dat bg overtreding van dit verbod de eigenaar,
houder of hoeder van den hengst zal worden gestraft
met eene geldboete van ten hoogste vgf en twintig
galden en de eigenaar, houder of hoeder van de
merrie met eene geldboete van ten hoogste tien galden
dat telken jare vóór 1 Maart eene keuring der
bovenbedoelde hengsten zal plaats hebben dooreeno
keuringt-commissie van vgf leden, ten overstaan eenor
regelings-commiseie van negen leden, en dat deze
commission in 1895 voor bedoelde keuring zullen
zitting houden
te Oud-Beierland Woensdag 13 Febr., 'sm, telOu.
a Dirksland Donderd ->g li 9
a Nieuwesluis (Heenvliet) Vrijdag 16 „10
B Oorknm Woensdag 20 m 10
Gouda Vrgdag 22 10 R
Leiden Zaterdag 23 a 10 a
a Botterdam Woeuedag 27 10 a
In herinnering wordt gebraoht dat de keuringen,
In 189i verricht, krachtens art. 5 van bet reglement,
niet langer golden dan tot de nu aingekondigde
keuringen in 1895.
'a-Gravenhage, den I7den December 1894.
De Gedeputeerde Staten voornoemd,
FOCK, Voorzitter.
F. TA.VENRAA.T, Griffier.
DIPUTHEBIT1S.
Er is in den laatsten t\jd zooveel gespro
ken en geschreven over diphtheritis en hare
geneeskundige behandeling door het inspuiten
met bloedwei, dat het onzen lezers zeker niet
onwelkom zal zijn, iets naders te vernemen
Over het standpunt, dat de voorstanders der
Homoeopathic tegenover deze nieuwe wijze
van behandeling, onzes inziens, hebben in te
nemen.
By de bespreking hiervan willen wjj thans
niet ingaan op de quaestie, op welk beginsel
de inspuiting van het zoogenaamde heilserum
berust, maar wenschen ons voor ditmaal te
bepalen by de beantwoording der vraag, of de
homoeopaat reden heeft by het voorkomen
van diphtheritis in zyn huisgezin de voorkeur
te geven aan de behandeling met het heil
serum boven de behandeling mot homoeopa-
thische middelen.
Om deze vraag te kunnen beantwoorden,
moeten wy in de eerste plaats nagaan, welke
resultaten de behandeling der diphtheritis heeft,
wanneer deze volgons de beginselen der Ho-
moeopathle behandeld wordt, en in de tweede
plaats, welke uitkomsten de behandeling volgens
do methode van Behring en Roux geeft.
Wat nu het eerste punt aangaat, zoo be
hoeven wy slechts de verschillende vakbladen
der homoeopathische geneeskunde te doorloo
pen, om er van overtuigd te worden, dat de
behandeling der diphtheritis met homoeopa
thische artsenyen resultaten geeft zóó gunstig,
als redelykerwyze by een dergeiyk moordda
dige ziekte verwacht kan worden.
Telkenmale wanneer men in homoeopathi-
ache ty dschriften over de resultaten der Homoeo-
pathie by diphtheritis iets vindt meegedeeld,
valt het in 't oog, dat het sterftecijfer tegen
over dat by ailopathische behandeling zoo
uiterst gering is, en slechts 8—6 pet. bedraagt.
In het bekende homoeopathische kinderzieken
huis „Five Points House of Industry" te Nieuw-
York bedroeg, by voorbeeld, het aantal dooden
op 100 slechts 3.125; en van 1064 diphthe-
ritis-gevallen, gedurende een ernstige epidemie
in de jaren 1883 en 1884 door acht homoeo
pathische doctoren in Beriyn behandeld, stier
ven er slechts 72 een sterftecyfer dus van
ruim 6.5 pet. En al mogen wy nu aan der-
geiyke opgaven op zichzelf geen absolute kracht
toekennen, zoo komen zy toch zoo geheel over
een met de ervaring van iederen horaoeopa-
thischen arts met eenige praktyk, die u ge
tuigen zal, hoe verreweg de meeste zyner
diphtheriti8-zieken genezen, dat het duideiyk
bewezen is, hoe de homoeopathische behan
deling ook in dit opzicht uitermate gunstige
resultaten oplevert.
Niet alleen evenwel van homoeopathische
zyde is de voortreffelykbeid der homoeopathi
sche behandeling by diphtheritis aangetoond;
ook van andere zyden is dit geschied. Zoo
deelt Dr. Sellden te Norberg, in Zweden, mede
dat, toen hy zyne diphtheritis-iyders volgens
de gewone wyze behandelde, hy eveneens als
zyne collega's een enorm hoog sterftecyfer had,
doch toen hy begon by diphtheritis gevallen
Mercunu8 cyanatus aan te wenden 't welk,
zooals men weet, een der voornaamste homoeo
pathische geneesmiddelen by diphtheritis is
slechts een zeer klein gedeelte zyner patiënten
aan deze ziekte bezweek. Hetzelfde vernemen
wy van prof. Schulz te Qreifawald een be
kend allopathisch hoogleeraar. Ook hy had
by diphtheritis door de aanwending van het
homoeopathische middel Mercurius cyanatu3
uitnemende resultaten.
Het lydt derhalve geen twyfel, dat de homoeo
pathische behandeling der diphtheritis tot nog
toe veel betere uitkomsten gehad heeft dan
elke andere behandeling.
Evenwel het zou kunnen zyn, dat de behan
deling met het dipbtheritis-serum nog betere
resultaten gaf, en zoo komen wy tot het
tweede punt: welke resultaten geeft deze laat
ste behandeling?
Eigeniyk is hiervan nog weinig met zeker
heid te zeggen. Moeten wy de berichten, die
ons uit dagbladen en geneeskundige tydschrif-
ten ter ooren gekomen zyn, gelooven, dan zou
het sterftecyfer van 60 pet., dat men by de
vroegere behandeling met ailopathische genees
middelen had, op 28 pet., 20 pet., zelfs op
15 pet. of nog minder teruggegaan zyn. Ja,
Dr. Roux, dezelfde, die op het hygiënische con
gres te Buda-Pesth over de heilserum therapie
de bekende voordracht hield, rekent zelfs uit,
dat het sterftecyfer der door hem behandelde
gevallen van diphtheritis in het „Hópital des
Enfants malades" eigeniyk slechts 1.66 pet.
bedroeg. Van 448 kinderen toch, die van 1
Februari tot 24 Juli 11. aan diphtheritis be
handeld werden, stierven 121 kinderen, d. i.
27 pet.doch Roux, die elk geval op zichzelf
zeer nauwkeurig bestudeerde, beweert, dat
daarvan alle gevallen, die met andere ziekten
gecompliceerd waren, moeten worden afgetrok
ken, en zoo komt hy dan tot het cyfei van
1.66 pet. Voorwaar, de statistiek is de kunst,
om de cyfers zóó te groepeeren, als men ze
hebben will
Nemen wy nu voor een oogenblik aan, dat
deze gunstige berichten zich hoe langer hoe
meer bevestigen, en er werkeiyk ten gevolge
van het onderhuidsche inspuiten van het heil
serum slechts 15 pet. of 12 pet. van de aan
getasten sterven, dan zouden de allopaten,
die zooals zy thans zelf toegeven tot
nog toe een sterftecyfer van ongeveer 60 pet.
hadden, inderdaad reden hebben tot juichen.
De homoeopathische artsen evenwel, die sinds
jaar en dag de ervaring hebben opgedaan, dat
by de aanwending van Mercurius cyanatus,
Apis, Bromium en andere artsenyen, de mees
ten hunner patiënten aan diphtheritis genazen,
die zelfs op een sterftecyfer van 3 tot 6.5 pet.
kunnen wyzen, zullen zich nog wel twee maal
bedenken, voordat zy aan de heilserum-behan
deling de voorkeur gaan geven.
Edoch, het schynt, dat deze berichten zich
niet bevestigen. Van verschillende kanten toch
wordt reeds nu gewaarschuwd tegen al te over
dreven verwachtingen; en menig ervaren en
verstandig arts heeft reeds de pen opgevat,
om zyn collega's aan te raden, niet aan het
dwaze Franeche enthusiasme voor het heil
serum mede te doen. In de „Neue Deutsche
Rundschau" waarschuwde onlangs een medicus
tegen den „Serumrausch," en dat Prof. Virchow
te Beriyn zich reeds dadeiyk zeer voorzichtig
over de heilzame werking van het serum uit
liet, en volstrekt niet aan het algemeene
enthusiasme deelnam, is alom bekend. Zyn
assistent, Dr. Hasemann, heeft in een zeer
talryke vergadering van artsen deze behande
ling aan een zeer afkeurende critiek onderwor
pen, op grond van de tot nog toe verkregen
resultaten en van hetgeen men by lykopening
gevonden had. In zyn hoogst belangryke voor
dracht trok deze arts scherp te velde tegen
de theorieën, die ten opzichte van het serum,
evenals vroeger by de tuberculine, zonder ver
zameling van werkeiyk afdoende ervaringen,
reeds als wetenschappelijk vaststaande werden
aangenomenen betoogde, dat de tot nog toe
verkregen resultaten geenszins het recht geven
tot de hooggespannen verwachtingen, die op
de behandeling met het serum gegrond wer
den. Zelfs de beweerde voorbehoedende kracht
van het heilserum is volgens hem volstrekt
nog niet geconstateerd, daar vele kinderen in
weerwil van de inspuiting met het serum
toch ziek geworden waren. En wat bovenal
stof tot nadenken geeft by enkele kinde
ren hadden zich zelfs ten gevolge van de inspui
ting bedenkelijke verschynselen vertoond, zoo
dat men de nieuwe wyze van behandeling der
diphtheritis geenszins als volkomen onschuldig
mag beschouwen.
"Wanneer men dit alles overweegt, en daarby
bedenkt, hoe het met zoo menig geneesmid
dol in het ailopathische kamp gegaan is, dan
heeft de homoeopaat ongetwyfeld nog veel
minder reden by de behandeling van diphthe
ritis van zyne beproefde homoeopathische ge
neesmiddelen af te zien en aan een inspuiting
met serum de eerste plaats in te ruimen.
Homoeopalhisch Maandblad.)
Van de werken, door Franz M. Melchers,
Charles Doudelet en André Toussaint vervaar
digd, zal, gedurende de beide Kerstdagen, in
de Kunstzaal alhier, reeds een gedeelte ter
bezichtiging kunnen worden gesteld.
Van enkele ontwerpen voor glasbeschilde
ring van Toussaint, alsmede van twee schil
derijen door Doudelet, „Mirage" on „Anemone"
getiteld, wordt de toezending uit Vere nog
tegemoet gezien.
Morgen, Zondag, 23 December, zal het
25 jaar geleden zyn, dat de heer L. C. Quant
optrad als regent van het Roomsch Katholiek
Burger Wees- en Oude liedenhuis alhier.
By de firma D. Sala Zonen, alhier, zyn
twee schilderijen geëxposeerd: „Meloenen",
van mej. Van de Pavord Smits, en „Winter
landschap onder Voorschoten", van den heer
Ouwerkerk.
Voor het examen Fransche taal M. O.
akte A is geslaagd mej. J. C. De Bruin, te
Leiden.
Voor het bouwen van een burgerwoonhuis,
aan den Witten Singel („Vreewijk") by Leiden,
onder beheer van den architect den heer W. F.
Van der Heyden, was de hoogste inschrijver de
heer H. P. L. Vorst, voor f 4660de laagste de
heer G. D. J. Beulink, voor ƒ3910, aan wien
het werk is gegund.
Men schryft ons uit Rynsburg: Donder
dag 20 Dec. herdacht de Ger. Jong.-Vereeni-
ging „Spreuken 23 26a" haar 20 jarig be
staan. By deze gelegenheid trad 's nam. te 4
uren voor haar op ds. J. Van der Valk, van
Scheveningen, die eene kernachtige rede uit
sprak naar aanleiding van Matth. 20 vers 20
tot en met 23. Eene groote schare vulde het
kerkgebouw, welke menigte met de meeste
aandacht de weldoordachte rede van dezen
zoo boeienden sprekor volgde.
De navergadering ving aan te halfacht.
Andermaal vulde eene groote schare belang
stellende begunstigers het ruime gebouw. Dit
8amenzyn, met Psalmgezang en gobed door ds
Van der Valk geopend, was recht feestelijk.
Uit het uitgebracht verslag bleek dat deze
vereeniging bloeit. Haar ledental bedraagt 52.
Verschillende sprekers deden zich hooren,
afgewisseld door bet houden van samenspra
ken en gezang. Veel schoons, veel leerryks
werd ten gehooro gebracht. Ook merkte men
afgevaardigden op van de zusterveroeniging
alhier, en van die te Katwyk aan den Ryn,
Katwyk aan Zee en Sassenheim. Eene opge
wekte stemming sierde dit feest, 'twelk tot
na middernacht werd voortgezet.
Met dankzegging en het zingen van Ps,
116:10 werd dit genotvol samenzyn gesloten.
Zeer voldaan keerde een iedor huiswaarts, den
wensch uitsprekende, dat het deze vereoniging
moge worden gegeven nog velo zulke jaar
vergaderingen te organiseeren.
Gisteren herdacht mej. C. M. Proos, te
Voorschoten, hare 25-jarige werkzaamheid aan
't hoofd der Christelijke bewaarschool aldaar.
Van het bestuur der bewaarschool, alsmede
van de leerlingen en oud leerlingen, ontving
de jubilarisse vele stoffelijke blijken van be
langstelling.
Leerlingen en oud-leerlingen werden des
voor- en namiddags in het fraai versierde
scnoollok^al onthaald, zoodat onder allen eeno
recht féestelyko stemming heerschte.
Moge de onderwijzeres nog lang voor hare
nuttige werkzaamheden worden gespaard I
Door den Ryss- en den gemeenteont
vanger zal in plaats van Woensdag (2den
Kerstdag) te Wassenaar worden zitting gehou
den op Donderdag 27 December a. s.
Wegens het aftreden van den heer M W.
De Kat, voorzitter van de Hollandsche Maat-
schappy van Landbouw, afdeeling Oegstgeest
en Omstreken, heeft de afdeeling tot haren
voorzitter benoemd den heer J. Van Hoeken,
te Oegstgeest.
De tweede zitting van den militieraad
voor de gemeente Oegstgeest zal plaats heböen
te Leiden, op Maandag 14 Januari a. 8., des
morgens te halfelf.
Voor de inschry ving der nationale militie
zal te Oegstgeest gedurende de maand Jan.
1895 meer bepaaldeiyk zitting worden ge
houden op Dinsdag 15 Januari 1895.
Te Wassenaar zal daarvoor zitting worden
gehouden ten Raadhuize op Vrydag 18 Jan.,
des voormiddags van 10 12 uren.
De secretarie der gemeente Oegstgeest
zal voor aangiften by den burgerlyken stand
geopend zyn Woensdag 26 December a. s.
(2den Kerstdag), van 's morgens elf uren tot
's namiddags één uur.
De heer T. Doevendans Wz., candidaat
tot den H. Dienst by het Prov. Kerkbestuur
van Noord-Brabant met Limburg, heeft het
beroep naar de Nod.-Herv. gemeente te Hoog-
made c. a. aangenomen.
Aan den drooggemaakten Veender- en
Lykerpolder, binnen de gemeente Alkemado,
is by koninklijk besluit opnieuw voor den tyd
van 3 jaren (tot 9 Dec. 1897) concessie ver
leend tot heffing van schutgeld volgens be
staand tarief, door de sluizen te Nieuwe-
Wetering en te Rypwetering.
Volgens Provinciaal blad N°. 64 van
1894 is bepaald, dat do heryk der maten en
gewichten in de gemeente Alkeraade zal plaats
hebben op 1, 2, 3, 4 en 5 April 1895.
De leden van do Eerste Kamer der
Staten Generaal zyn bijeengeroepen tegen
Donderdag 27 December a. s., des namiddags
te halftwee.
De gezant der Amerikaansche Unie by
ons Hof wordt heden uit het buitenland te
's Gravenhage terugverwacht.
De gezant van het Duitsche keizerrijk,
graaf Von Rantzau, vertrok gisterochtend van
Den Haag naar Friedrichsruhe.
In den ouderdom van 52 jaren is te
Voorburg overleden de heer N. Biezeveld
Dzn., gep. O.-I. ambtenaar.
Het stoomschip „Kanzier", van Oost-
Afrika naar Vlissingen en Hamburg, vertrok
20 Dec. van Zanzibar.
•6)
Graal Gard bood haar zyn arm en geleidde
haar een paar minuten heen en weer over het
plein, waar de huurrijtuigen hunne stand
plaat9 hadden en waar Victor en Walburga
•ren na hen wandelen zouden.
„Je begrijpt wel, Gerd, dat ik in het bijzijn
van Walburga niet naar bet een en ander
■Wilde vragen. Het ia waarlijk niet noodig, dat
XU op haren jeugdigen leeftyd reeds een blik
zal slaan op de ellendige toestanden in de
wereld. Haar toe, zeg bet mü nu ronduit, ie
hü erg ziek gevaarlijk ziek?"
„Ja", antwoordde Graaf Gerd, „hy is zeer
ernstig ziek. Er te nu iets in bem tot eene
uitbarsting gekomen, wat sedert jaren werd
voorbereid. Zijne levenswyze was er buiten
dien op aangelegd zyn gestel, zoowel de
zenuwen als de overige organen, te onder
mijnen. Hy zal het one niet vertellen hoe
vaak hy honger geleden heeft; hoe vaak zyne
maag met een kop koffie en een paar siga
retten tevreden gesteld moest worden, ale
deze dringend het krachtig voedsel verlangde,
dat de jeugd noodig heeft. En daarby de
inspanning des geestes, die zenuwslytende,
onbevredigende, onrustige werkzaamheid van
den jongen revolutionnair onzer dagen!"
„Maar hy begon toch geld te verdienen -
het ging hem voordeeliger in den laatsten
tyd - toen zyn tooneelatuk.stamelde
Josépbine. De arme moeder was op dit oogen
blik zoo vergevenegezind; zy zou hem zyn
stand niet euvel duiden, zelfs niet de bron
verachten, waaruit die zyn oorsprong had.
Immers die, zy het ook onzuivere, bron had
baren zoon voor hongeriyden bewaard I
„Het is juist dat onzinnige verdienen en
verkwisten, wat de jeugd zoo gaarne by den
kunstenaar verontechuldigt, als zy niet nog
verder gaat en dit als een bewye voor die
genialiteit aanziet. Op bet gebrek volgt dwaas
en volop genieten, dat dan weer door armoede
wordt vervangen, en daarby voortdurend
koortsachtig gejaagd, aanhoudend werken.
Om de maat vol te meten, kwam er dat
ongelukkige huweiyk nog bovenop; ik gaf je
daarvan eeret bericht, toen bet reeds eenige
maanden oud was."
„Toen eeret", fluisterde Joséphine. „Dat
wist ik niet."
„Neen; maar waarschynlyk is die Lolla
Va nes cay plotseling in eene byzonder week
hartige stemming geraakt en op zulk een
oogenblik is het in haar onrustig hoofd opge
komen, dat de zegen eener moeder by een
huweiyk toch iete heerlyks wezen moeet. Ik
heb die vrouw langzamerhand leeren ver
staan: zy is lichtzinnig, maar met tueschen-
poozen van gevoeligheid, die soms tot senti
mentaliteit overslaat. Ik ben er zeker van
overtuigd, dat zy vaak in alle oprechtheid
innig bedroefd over Lare wezen zal en hem
menig traantje zal wyden."
„Heeft zy heeft zy hem zeer ongelukkig
gemaakt?" vroeg Joséphine aarzelend.
„In het eeret was alles één liefde, één
verrukking, ééne ontroering, en eene geheele
reeks van goede voornemens vormden de
schakels in de keten. Vaneecay had Lara
wel is waar in eene verliefde opwelling ge
trouwd en ook «enigszins om op den titel
van „mevrouw" aanspraak te kunnen maken,
maar toch ook om een man aan hare zyde te
hebbeD, die bare zaken kon waarnemen en
die haar in buitengewone gevallen kon ver
vangen. Eerst later, toen die opwelling van
genegenheid tot verveling geworden wae,
kwam Lare tot bet besef, dat niet hy de
redder geweest was, die haar had opgehe
ven, maar zy de kwade geest, die hem naar
omlaag trok. Hy had er den slag niet van
om goedig voor „étiquet" te spelen; hy
eischte van Lolla, dat zy in bet dagelyksch
leven niet „Vanescay", maar mevrouw Lare
Sterner zou vertegenwoordigen. Nu, ten slotte
- liep zy weg. Die etrafpreeken, dat bewa
ken en dat gekibbel hadden haar meer dan
lang genoeg verveeld."
Joséphine slaakte een diepen zucht.
„Dus, nu is hy haar kwytl O, mocht hy
nog heretellen I Er ia geene dwaling zoo erg,
of de vlekken, die zy op een karakter ge
worpen beeft, kunnen door een edel en goed
leven van nuttige toewyding worden uitge-
wischt. God heeft ontferming met den be-
rouwbebbenden zondaar."
Zy trad naar bet naastbystaande huur-
rytuig.
„Kom Gerd", smeekte zy, „laat de koet
sier zoo snel ryden als hy kan!"
En het dient gezegd: de brave koetsier
volgde stipt de hem met nadruk gegeven
order op. De raampjes kletterden, het rytuig
stiet en ratelde; en vooruit ging bet, in
razende vaart vooruit 1 Het rumoer verdoofde
de hersens der arme vrouw; in dode ge
dachteloosheid zat zy voorovergebogen, den
arm op hare knie steunend en het hoofd op
de bandvlakte latende rusten.
„Wy zyn er!"
Gerd was haar by bet uitstappen behulp
zaam. Zy beefde niet, maar haar gelaat was
doodsbleek.
Zy traden een huls binnen, waarvan de
deur zonder eenig geluid door hen geopend
werd. De trap, die met een tapytlooper be
dekt was, werd aangenaam verlicht, eveDals
het voorhuis, door gasvlammen in matge-
elepen ballons, om het licht te temperen.
Eene verdieping hooger zag de trap er wat
minder „gekleed" uit en hier brandde het
gae onbeschermd en fel.
Gerd klopte voorzichtig driemaal achtereen
aan eene der twee deuren, die rechte en
linke op het portaal uitkwamen.
„Wy hebben de echel afgenomendie ver
ontrustte den zieke", zeide hy.
Joséphine stond styf en pal als een
standbeeld.
Een oogenblik moeeten zy wachten. Toen
verscheen er eene tameiyk bejaarde vrouw
in de deur. Het een brutaal gezicht mon
sterde zy de dame van top lot teen.
„Zacht watl" zeide zy op een gebiedenden
toon; „hy slaapt eventjes."
Gerd bracht Josépbine nu naar het kleine
portaal, dat by deze woniDg behoorde; bier
hing eene sierlyke kroon, waaraan gaslicht
brandde. Links zagen zy de keukendeur open
staan; rechtuit en aan de andere zyde van
het portaal waren vier gesloten deuren.
Een tapyt van hennep bedekte den vioor,
en de spiegel, die naast den manteldragor op
het portaal stond, had eene eenvoudige, maar
eikenhouten lyst. Alles zag er net en fat-
soenlyk uit.
Gerd ontsloot de eerste deur aan de rech
terband voor Joaéphine. Zy traden eeno
kamor luimen, die eenige overeenkomst toondo
met eene wachtkamer eerste klasse van oen
station: liet was er kaal en ledig, ondanks
een paar aardige kleine canape's en fraaie
stoelen, geene enkele plaat aan de wanden;
nergens een ornamentje te zien, op goen der
meubelen. Het wae er byzonder warm; aan
de eene helft waB de melkwitte ballon dor
lamp nog met een stuk courantenpapier be
hangen, zoodat een gedeelte van het vertrok
duister bleef.
Er heerschte eene eigenaardige, drukkende
atmosfeer in de kamer.
En daarby wae die atmosfeer verzadigd
van geuren van uitgewasemd flanel, venkel
thee en gebruikt linnen.
Het was de dampkring des levens, dien
een klein kind rondom zich verspreidt en
dien alleen eene vrouw in staat is dadelyk
te begrypen.
(Wordt vervolgd.)