N#. 10676.
Maandag ÏO December.
A0.1894.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Pit nommer bestaat uit DRIE
Bladen.
Derde Blad.
Leiden, 8 December.
Feuilleton.
EENE HELDIN.
LEIDSCH
BAfrBTiAB
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per S maanden.f 1.10.
Franco per post. -j i 1-40.
Afzonderlijke Nommera .-i 0.05.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN
Van 1-8 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.06 berekend.
Officieel© KeaiU«if©-vln|eeii.
Eerste Zlttli| m den Militieraad.
Barg.Dj.cster eo Welhond.re T.D Leiden brengen
ter algemeene kennis, dat de eerste sitting van den
Militieraad, voor deee gemeente, in or reenetemming
met art. 36 van het Koninklijk beelnit van den
8aten Mai 1863 (Staatsblad No. 46), volgens mede-
deeling van den Heer Luitenant-Kolonel Militie-
CommiBearie in het 8de diatriot van Zuid-Holland
wordt gehouden:
op Maaodag den lOden December 1894, des voor-
middage to balftien, voor de lotelingen, die de nom
mera getrokken hobben van 1 tot 100;
op Dinsdag den llden Deoember 1894, des voor
middag» te h&lfiien, voor hen, die getrokken hebben
van No. 101 tot No. 150;
op Woensdag den 13den Deoember 1894, des voor-
middage te haliiien, voor hen, die getrokken hebben
van No. 161 tot No. 8"0;
op Donderdag den 13den Deoember 1894. des voor-
middags te halftien, voor hen, die getrokkou hebben
van No. 301 tot No. 891;
en zulks in een der vertrekken van het Raadhuis
dezer gemeente.
Zjj herinneren voorts dat in gemelde sitting voor
den Militieraxd moeten verschenen:
1°. de vrijwilligers voor do Militie;
2°. de lot lingen, die vrijstelling verlangen wegens
■iekelijke gesteldheid of gobrekon, of gemis van de
gevorderde lengte;
dat do lotelingen, die voor dien Baad niet sgn
verschenen, gehouden worden geene ro enen tot
vrijstelling te hebben en voor den dienst worden
aangewezen, terwijl het niet ontvangen van oen op
roepingsbiljet niet ontheft van de verpliohtmg tot
het verschijnen voor den Militieraad of tot Let in
dienen van de tot staving dor redenen van vrij
stelling gevorderde bowijestukken.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Lelden, F. WAB, Burgemeester.
80 Nov. 1894. E. KI8T, Secretaris.
De Eugelsche mail met berichten uit
Indië kan 10 dezer alhier worden verwacht.
Ter secretarie der gemeente Sassenheim
Jigt ter inzage een verzoek met bijlagen van
J. F. Uphoff, wonende aldaar, om vergunning
tot het oprichten van eene koper- en blik-
slagery in het peroeel, kadastraal bekend
sectie A. N°. 1314.
Op Dinsdag 18 Dec. a. e., dos voormiddags
te elf uren, zal ten Raadhuize gelegenheid
bestaan om bezwaren tegen dit verzoek in
te brengen en deze mondeling en schriftelijk
toe te lichten.
By de Christ.-Geref. gemeente teBaarn
is beroepen de heer P. M. J. De Bruin, van
Voorschoten.
Beroepen is by de Geref. gem. te Ondshoorn
ds. D. Ringnalda, te IJlst.
Door het classicaal bestuur van Gouda
is aan de vacante gemeente der Ned.-Herv.
kerk te Sluipwyk tot 1 Februari 1896 dispen
satie van beroep verleend.
De Raad van Delft heeft benoemd tot
secretaris-rentmeester van hetSt.-Jorisgasthuis
mr. Bybautot tydeiyk leeraar aan de burger
school mr. Van Gilse.
Gisteren zyn te Utrecht tot arts be
vorderd de heeren D. Reinders en A. Mynlieff;
tot semi-arts de heeren W. J. v. Gulik en
L. J. Vriesman.
Op 21 December zal het vyftig jaren
zyn geleden, dat de heer L. B. Mulder, deken
en kanunnik van het metropolitaan-kapittel,
te Wolvega de prlesterwyding ontving. Daar
deze dag in den Advent valt, zal de feestelijke
viering van het gouden jubilé tot 8 Januari
wordon uitgesteld. Reeds zyn in den toren
van het kerkgebouw tweo groots klokken,
feestgeschenk van de gemeentenaren, opge
hangen, die op den gedenkdag der wyding
voor het eerst zullen worden geluid.
Ten huize van den Commissaris der
Koningin van Noord-Holland had gisteravond
te Haarlem een raout plaats, waar vele par
ticuliere personen, beuevens tal van burger-
ïyke en militaire autoriteiten, hunne opwach
ting maakten.
Naar men aan hot „Vad." uit Londen
bericht, zou de „Great-Eastern Spoorweg-
Maatscbappy" aan de Maatschappy „Zee
land" - die aan de Exploitatie-Maatschappy
8 millioen te leen heeft gevraagd om drie
nieuwe booten te bouwen, ten einde aan de
concurrentie via Hoek van Holland het hoofd
te bieden hebben voorgesteld de handen
ineen te slaan. De „ZeelaDd" zou dan haren
dagdienst prysgoven, daarvoor de vrachten
overnemen, die de Great-Eastern" thans
met speciale vrachtbooten naar Harwich
zendt, en overigens met haar de gezamen-
lyke ontvangsten in eene gegeven verhouding
deelen.
Maandag heeft do vergadering van aandeel
houders der Exploitatie Maatschappy plaats,
waarop over de leening van 3 millioen zou
beslist moeten worden.
De heer Aug. Hendrichs, president van
de Kamer van Koophandel te Amsterdam en
algemeen gedelegeerde van Nederland ter
Antwerpsche tentoonstelling, is door den
koning der Belgen benoemd tot commandeur
van de Leopoldsorde.
Men schry ft aan het „U.D." uit Amsterdam
De plannen omtrent „Het Dagblad", waarvan
de „N. R. Ct." mededeeling deed, waren hier
in de journalistieke wereld reeds sinds lang
bekend. Het bestaan van de courant, door de
voormalige redactie van „De Amsterdammer"
opgericht, was slechts voorloopig verzekerd.
Nieuw kapitaal, om op den duur de onder
neming te kunnen dryven, zou verschaft
worden door eene finantieele combinatie, die
echter als voorwaarde stelde, dat het blad
voor een deel aan flnantieële belangen zou
worden gewyd, onder de leiding van den heer
Biegel, die thans een flnantiëel weekblad redi
geert. Die voorwaarde werd door de oprichters
van het blad aangenomen en de heer Biegel
werd bereid gevonden, om de hem toegedachte
taak te aanvaarden.
Evenwel is het benoodigde kapitaal nog niet
geheel beschikbaar, zoodat voorloopig de plan
nen nog in de lucht hangen.
Door wylen den heer A. Den Dekker
is aan de Geref. kerk te Nieuwendyk, gem.
Almkerk, de som van f 6000 gelegateerd en
aan de armen dier gemeente f 3000.
De gemengde commissie voor de Steno
graphic uit de beide Kamers der Staten-
Generaal heeft tot stenograaf benoemd den
heer J. M. F. L. Steger, en aan de heeren
mr. J. A. Th. Duynstee en J. R. Verhey
vergunning verleend om als volontairs by de
8tenographische inrichting der Staten Generaal
werkzaam te zyn.
Donderdag hobben aan de tafel van H. M.
de Koningin-Regentes gedineerd: baron Van
Hardenbroek van 's-Heeraartsberg en Berg
ambacht, opperkamerheer, do heer Yan Naa-
men van Eemnes, voorzitter van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal, baron Yan Brie-
nen van de Grooto Lindt, kamerheer van
wyien Z. M. den Koning, lid van den Raad
van Yoogdy, en jhr. De Ranitx, kamerheer
van H. M. de Koningin en particulier secre
taris van H. M. de Koningin-Regentes.
Geiyk wy reeds meldden, is de minister
van financiën, naar het „Hbl." verneemt,
voornemens eene belangryke verhooging voor
te dragen van de zegelbelasting op binnen-
en buitenlandsche effecten.
In verband hiermede wordt gewezen op
een bericht in de „Frkf. Ztg." uit Amsterdam,
van waar het blad gewooniyk goed ingelicht
wordt.
„Ook voor Nederland is eene verhooging
van het zegelrecht op effecten te verwachten
het ontwerp is reeds in handen van het
Beurs comité alhier, dat er zyn advies over
heeft uit te brengen. Enkele hoofdpunten
zyn, dat het zegelrecht voor buitenlandsche
obligatiën van 1 op 2 per mille en voor
buitenlandsche aandeel en van 1 per mille op
een half percent verhoogd wordt."
Het „Beurs-comité", waarvan hier gesproken
wordt, zal wel het bestuur der Vereeniging
voor den Effectenhandel zyn. Men moet dus
aannemen, dat de minister advies gevraagd
heeft over een voorloopig ontwerp of misschien
nog maar over een algemeen donkbeeld, dat
nog nadere uitwerking behooft.
Aan de universiteit te Jena werd gisteren
bevorderd tot doctor in de genees-, heel- en
verloskunde de heer A. Van Moorsel, arts-
officier van gezondheid 2de kl. by het 2de
regiment huzaren, in garnizoen te Venloo, na
verdediging van een proefschrift, getiteld
„CaeuieÜsche BeitrAge zur Parametritis puru
lenta."
Tot vervulling der vacature van leeraar
in de oude talen aan het gymnasium te
Amsterdam, ontstaan door het eervol ontslag,
verleend aan dr. C. J. Yinkesteyn, worden
aanbevolen de heeren: dr. J. W. Beek, leeraar
aan het gymnasium te Groningen, en dr. H.
Smit, leeraar aan het gymnasium te Deutichem.
Zooals voor eenige dagen reeds door ons
werd vermold, zou het 40-jarig bestaan der
Theologische Sohool te Kampen niet feesteiyk
herdacht worden. Toch ging de dag van 6
Dec. niet onopgemerkt voorby. Yan verschillende
zyden, o. a. van de kerkeraden der Ger. Kerk
A. en B., aldaar, en van elders, werden blyken
van belangstelling ontvangen.
Namens eene commissie uit de burgery werd
in het schoolgebouw, door den voorzitter mr.
L. W. Ebbinge, een huldeblyk aangeboden,
bestaande in eene boekenkast in renaissancestyi,
benevens een album, houdende de namen der
gevers. Dr. H. Bavinck sprak een woord van
dank.
Die dag was juist gekozen tot overdracht
van het rectoraat der School; deze vond
'8 avonds plaats in tegenwoordigheid van velen.
Dr. H. Bavinck, aftredend rector, hield eene
rede, tot onderwerp hebbende „de Algemeene
Genade." Docent P. Biesterveld nam daarna
het bestuur der School over.
De minister van oorlog heeft, naar aan
leiding van by hem ingekomen verzoeken,
bepaald: lo. dat op 21 Dec. a. s., te Utrecht,
alsnog een examen zal worden afgenomen tot
het bekomen van het bewys, vereischt voor
hen, die wenschen te worden toegelaten tot
de verbintenis als vrywilliger voor het reserve
kader; 2o. dat de aanmelding voor bedoeld
examen, door overlegging van de bescheiden,
vermeld in 2 van de in de Staatscourant
van 16/17 Sept. 1894 opgenomen beschikking
van 12 Sept. 1894, moet geschieden vóór 14
Dec. a. 8. by den hoofdofficier voor het reserve
kader te Utrecht.
De burgemeester der gemeente Ierseke
heeft voor eenigen tyd gevraagd, zich to
Bergen-op-Zoom te mogen vestigen, o. a. op
grond dat te Ierseke geene geschikte woning
voor hem te vinden was, zelfs al wilde hy
zich met eeno zeer kleine tevreden stellen.
In eene Donderdag avond gehouden Raadszitting
kwam aan de orde een schry ven van den
minister van binnenlandsche zaken, waarin
deze het oordeel van den Raad vroeg over
de zaak. Nadat een der leden had medege
deeld, dat er in het voorjaar twee geschikte
woningen te huur waren geweest, waarvan
eene zelfs den burgemeester in huur was
aangeboden, besloot de Raad met algemeene
stemmen te antwoorden, dat de burgemeester
by ern8tigen wil zeer zeker eeno geschikte
woning had kunnen huren.
De leden van de geavanceerd-liberale
fractie der Tweede Kamer zullen Maandag
aanst. in het gebouw der Kamer eene club
vergadering houden.
Te Davos-Platz is op 66-jarigen leeftyd
overleden de heer W. J. J. Zuur, gepension-
neerd dirigeerend officier van gezondheid 1ste
klasse.
Biyken8 een by het departement van
marine ontvangen bericht, is Hr. Ms. korvet
„Nautilus", onder bevel van don kapitein'
luitonant-ter-zee H. O. Feith, den 7den dezer
te Teneriffe (Canarische eilanden) aangekomen.
Aan boord was alles wèl.
De off. van gez. 1ste kl. W. H. L. Bor-
gerhoff Mulder, van hot 3de reg. huzaren te
's-Gravenbage, is benoemd tot chef van het
militair hospitaal te Middelburg.
De minister van marine hoeft den lsten
luit. der mariniers C. v. d. Ban, geplaatst aan
boord van Hr. Ms. wachtschip te Helle voetsluis,
met 1 Jan. a. s. ter beschikking gesteld van
den commandant van het corps, en op genoem
den bodem vervangen door den lsten luit.
J. A. H. L. baron Melvill van Carnbée.
Het stoomschip „Burgemeester Den Tex",
van Amsterdam naar Batavia, vertrok 7 Dec.
van Suez; de „General", van Oost-Afrika naar
Rotterdam en Hamburg, arriveerde 6 Dec. te
Marseille; de „Bellerophon" arriveerde 7 Dec.
van Amsterdam en Liverpool te Batavia de
„Soembing", van Java naar Rotterdam, pos
8eerde 7 Dec. Gibraltar; de „Prinses Marie'
arriveerde 7 Dec. van Batavia te Amsterdam
de ,Ba8uto", van Amsterdam naar Kaapstad
vertrok 5 Dec. van Londen; ds „Edam" ver
trok 6 Dec. van Nieuw-York naar Rotterdam
de „Glaucus", van Batavia naar Amsterdam,
arriveerde 7 Dec. te Suez; de „Jason", van
Amsterdam eu Liverpool naar Batavia, arriv.
7 Dec. te Port-Said; de „Prins Maurits", van
Amsterdam naar West-Indië, passeerde 7 Dec.
Dover.
By Kon. besluit is met ingang van
1 Febr. 1895, aan jhr. W. P. Van der Goes,
op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als
burgemeester van Buren.
Aan mr. C. H. Yan Meurs, griffier by het
hof van justitie in de kolonie Suriname, thans
met verlof hier te lande, met ingang van
1 Febr. 1896, op zyn verzoek, eervol ontslag
verleend uit 's lands dienst, met vryiating om
zyne aanspraken op pensioen te doen gelden.
Mejuffrouw W. A. Van den Nieuwenhof,
laatstelyk onderwyzeres 2de kl. by het open
baar lager onderwys voor Europeanen en met
dezen geiykgestelden in Ned.-Indië, thans met
verlof hier te lande, op haar verzoek, wegeos
physioke ongeschiktheid, eervol uit 's lands
dienst ontslagen.
Bureel yoor den indostriëelen eigendom.
De directeur van het Bureel voor den indus-
triëelen eigendom vestigt nogmaals de aan
dacht van belanghebbenden op het eerste
lid van art. 23 der wet van 30 Sept. 1893,
volgens hetwelk een fabrieks-of handelsmerk,
vóór 1 Dec. 1893 reeds door den griffier eener
rechtbank aangeteekend, doch waarvan de
definitieve inschryving nog niet by die recht
bank had plaats gehad, op schrifteiyke aan
vrage van den inzender door het bovenver
meld Bureel wordt ingeschreven in het daartoe
bestemd openbaar register.
Het is hem gebleken dat van een groot
aantal merken, ter griffie eener rechtbank soms
jaren geleden aan teekend, tot dusver nog
8teed8 verzuimd is de inschryving te vragen,
welke toch noodig is om den rechthebbende
de bescherming te verzekeren, die de wet
biedt.
Dat verzuim kan alsnog kosteloos worden
hersteld door by gewonen brief de inschryving
te verzoeken aan het Bureel voor den indus-
triëelen eigendom, met duideiyke aanwyzing
van het bedoelde merk en van de rechtbank
ter griffie waarvan, en van het tydstip waarop
het werd aangeteekend.
Meerdere inlichtingen dienaangaande, als
mede omtrent alles wat de bescherming van
fabrieks- en handelsmerken botreft, worden
door genoemd Bureel schrifteiyk verstrekt
op aanvrage, tegen betaling daarby van 50
cents voor elke inlichting, welk bedrag des-
verkiezende in postzegels, by voorkeur van
25 cents, kan worden voldaan.
Antwoorden op vragen, of zokere merken
al of niet zyn ingeschreven, worden aange
merkt zoovele inlichtingen te bevatten, al6 zy
merken betreffen. (Sts.-Ort
77)
Onwillekeurig monsterde Gerd den te laat
gekomen rouwdragende. Hy was er nog niet
by geweest, toen de kist door de gang en
het groote voorhuis van het kasteel naar
buiten gedragen was. De vreemdeling zou
misschien een vriend van Thilo zyn, die met
den vroegen trein uit de residentie gekomen
was, nog juist bytyds om aan het naaste
station een rytuig te nemen en zich naar het
slot te laten brengen, ten einde de begrafenis
by te wonen.
Maar toch zag dat jonge mensch er niet
naar uit, alsof hy tot den kring van Thllo's
vrienden behoorde. Zyn gelaat was ernstig en
byzonder innemend. Gerd deed het goed, die
regelmatige, verstandige trekken te ziendien
warmen opslag van het donkere oog; die
jeugdige, maar edele figuur. Hy merkte ook,
dat de vreemdeling hem oplettend gadesloeg,
met de vrymoedigheid van iemand, die deze
opmerkzaamheid natuurlyk acht en geeno
reden ziet die te verbergen.
De plechtigheid was afgeloopen. De geeste-
ïyke maakte het teeken des kruises voor de
donkere opening, waar het voeteneinde der
kist nog even zichtbaar was. Men sloot de
ijzeren deur, die in hare scharnieren kraste,
en die, ondanks de behoedzaamheid, met welke
men op iedere begraafplaats luidruchtigheid
tracht te voorkomen, toch met een doffen
slag dichtviel, toen het slot pakte. Nu nog
een stil „Onze Yader" en toen kwam er be
weging onder de omstanders. Langzaam ver
liet men de plek en op een gepasten afstand
begon men te praten, luider, en meer en
meer in den gewonen toon vervallend, naar
mate men het heerenhuis naderde.
De laat8taangekomene volgde Gerd en den
geestelyke op een kleinen afstand en zoodra
de laatste zich had verwyderd, trad hy naar
Gerd toe.
„Heb ik de eer Graaf Von Rakitsch te
zien?" vroeg hy met eene beleefde buiging.
Gerd nam ook zyn hoed af en zeide: „Die
ben ik, myuheer!"
„Met uw verlof: ik ben doctor Victor Bebeim."
Natuurlyk beantwoordde Gerd op zyne
beurt de beleefdheid met eene buiging, maar
als in zfin geheugen zoekend, vervolgde hy:
„Pardon, mynheer; maar ik weet niet in
welke betrekking u misschien door Thilo..."
„Ik ben door mevrouw Joséphino Steiner
hierheen gezonden, door myne moederlijke
vriendin, die in vroeger jaren myne pleeg
moeder geweest is."
„O - komt u van haarl" riep Gerd ver
heugd en hem harteiyk zyne beide handen
toestekende. „Ja, nu herinner ik my uw
naam ook Victor Beheim, die jarenlang
by haar en pension gewoond heeftl"
„Juist", stemde Beheim glimlachend toe.
„Dezelfde jongen, die onbeholpen voor het
raam van de eetkamer stond, waar de koffie
op de tafel in de kopjes dampte, toen u de
familie Steiner een bezoek kwam brengen."
Gerd voelde zyn hart als door vriendschap-
peiyke gewaarwordingen bestormen. Dit in
nemende, hoogst sympathieke jonge mensch
kwam van haar; hy behoorde tot het leven
der beide hem zoo dierbare vrouwen. Op dit
somber oogenblik, nu de gedachte aan Thilo's
dood hem zoo zwaar op het gemoed drukte,
werd hem deze verkwikking geschonken. Gerd
was, ondanks zyne jaren, altyd een kind ge
bleven in zyn hart.
Waar en wanneer hy een jongmonsch
mocht ontmoeten, die op hem een goeden
indruk maakte, gaf hy zich zoo gaarne aan
zyne voorliefde voor alles wat werkelykjong
was over en verheugde hy zich met warme
opgewektheid in zulk eene kennismaking.
„Myn beste doctor," zeide hy, Beheim nauw
keurig opnemend met zyne trouwhartige
oogen, „ik zag u en kon u maar niet „thuis
brengen". Voor een van Thilo's kameraden,
voor een officier in burgerkleeding, zag u er
te goed uit; te zeer „comme ïl faut". Want
die heeren zyn gewooniyk öf overdreven nieuw
modisch, öf ai te ouderwetsch, in burger
kleeding. Voor een vriend vaQ Thilo kon ik
u ook niet houden. Daarvoor zag u er weer
te ernstig en te degeiyk uit; te ja, hoe
zal ik het zeggen u hadt een te eenvou-
digen en te warmen oogopslag. Dus een ge
leerde, een daarenboven door de wereld ge
slepen en door Joséphmes opvoeding gevormd
jongmensch. Dat is uitstekend 1"
Tegenover zooveel oprechte hartelykheid
was hel voor Victor Beheim niet te doen
zyne eerbiedige, vormelyke houding te be
waren. Met veel warmte drukte hy nu de
hem ten tweedenmale toegestoken hand.
„Maar nu vertellen l" zeide Gerd, terwyi
hy zyn arm in dien van Beheim legde. „Hoe
maakt Josóphine het? Hoe heeft zy die tyding
opgenomen? En hoe gaat het met haren
zieken man? Maar dat alles is beter voor later.
In de eerste plaats: Waar zyn de koffers?
Waar is u gelogeerd? Natuurlyk biyft u by
ons op Rakitsch dat spreekt vanzelf. O,
wat zal Walburga hier wel van zeggen 1"
„Myn koffer staat nog op het rytuig, dat
vermoedelyk by den ingang van het park
wacht. Juist, daar zie ik het staan 1 Geheel
onbekend in dezen omtrek, wilde ik eerst,
na u te hebben gesproken, een logies op
zoeken. Mevrouw Steiner was van oordeel,
dat ik op Zembowitsch wel eene kamer zou
vinden. Ik ben de overbrenger van de „vol
macht" voor u en mevrouw Steiner heeft my
opgedragen haar na een poosje van alles te
berichten by myne thuiskomst."
„U blyft op Rakitsch er ie geene quaestie
van Zembowitsch. Hebt u tyd?"
„Een paar weken. Ik kan myn werk, dat
voor het oogenblik uit zoeken bestaat, hier
vooreerst evengoed waarnemen als elders. Er
is eene soort van rustpoos in myn leven ge
treden - de pauze voor den aanvang van het
werkelyke stuk, van myn eigeniyken arbeid",
zeide Beheim.
„Daar moet u my alles van vertellen,
doctor! Hier staan wy nu voor den ingang
van het kasteel Zembowitsch. Over dezen
drempel is Josóphine voorheen de schitterende
armoede, dat ryke leven in schyn, ontvloden.
„Om die met een kieinburgeriyk, bekrompen
bestaan te verruilen."
„Het eerste kon zy niet dulden, omdat het
haar werd opgedrongen; het andere heoft zy
op hare sterko schouders moedig gedragen,
omdat zy het vry willig in hare verblindheid
had op zich genomon. Deze vrouw wekt myue
hooge bewondering en niet het minst om de
eenheid, de harmonie en de consequentie van
haar karakter. Maar laat ons nu liever
niet over haar spreken. Als ik op dat onder
werp kom, vind ik geen einde. Wil u hier
binnen gaan?"
„Alleen als u hier nog te doen hebt!"
„Ja, dat heb ik zeker. Walburga wacht
my in Thilo's huiskamer. Ik wilde haar liever
niet buiten by de groeve zien. Daarvoor be
stonden honderd redenen. Thuisbiyven wilde
zy volstrekt niet Nu hebben wy beiden iets
toegegeven. Zy is mede hierheen geredeo en
zy zal intusschen den armen Thilo wel oen
harteiyk gebed hebben nagezonden. Zy is een
diep en fljngevoelend, een hartelyk vrouwtjo,
onze kleine Walburga."
Victor Beheim voelde hoe zyn hart sneller
begon te kloppen.
Sedert jaren had hy verlangd eens te mogen
zien wat er van de kleine Walburga zou ge
worden zyn. Een mooi en groot meisje, dit
wist hy door het portret; maar dat waren
slechts uiterlyke dingen.
ThaDS zou hy haar ontmoeten en zy had
er volstrekt geen vermoeden van, opeens den
vyand uit hare kinderjaren voor zich te zullen
zien staan.
{Wordt vci'volgd.)