Dr. LAMB'S 1ELKSDIEEE
Brieven aan een Kapelmeester.
MENGELWERK.
Inzenders van Advertentiën
on moest, overigens zoo het schynt gereed
voor het examen, om die reden onverrichter -
zake terugkeeren.
Was er dan niemand, vraagt De Telegraaf
die den armen jongen de twee rijksdaalders
wilde borgen? Had een der examinatoren dat
niet kannen doen?
Eene sententie van het Hoog
Militair Gerechtshof. Wy lezen in de Haar-
lemsche Courant het volgende:
Een onzer lezers maakt ons opmerkzaam
op eene „onjuistheid" in de sententie van het
Hoog Militair Gerechtshof van 16 November
jl., in de zaak van den kapitein-kwartiermeester
D. C. O f f e n b e r g.
De Krijgsraad had den kapitein veroordeeld
tot twee jaren gevangenisstraf, op grond van
art. 869 en 360 Wetboek van Strafrecht.
Het Hof overwoog, volgens ons bericht, dat
de bewezen feiten, wel is waar, ook vielen
onder art. 869 en 360 W. v. S., doch dat de
straf, by die artikelen bedreigd, lichter is dan
die, welke art. 200 van het Crimineel Wetboek
(waaronder volgens het Hof ook het misdrijf
van den kapitein valt) bedreigt, zoodat, inge
volge militaire beginselen, laatstgenoemde
strafbepaling behoorde te worden toegepast.
Het Hof veroordeelde hem dan ook tot de
straf van eerloos-verklaring en cassatie, en
heeft hem tevens ontzet en ontslagen uit den
militairen dienst, met verbod om ooit weder
eene militaire betrekking te bekleeden.
De onjuistheid nu zou hierin gelegen zyn,
dat de in het Crimineel Wetboek voorkomende
straf van eerloos verklaring, door de invoering
van het nieuwe Strafwetboek, door eene andere
is vervangen, en het Hof dus eene straf zou
hebben opgelegd, die niet meer bestaat.
Gemengd Nieuws.
Men schrijft aan het „Utr. Dbl."
uit Amsterdam van 6 dezer:
Door den commissaris van politie in do 3de
sectie is heden op last van den officier van
justitie in voorloopig verhoor genomen de
bakkersgezel Ten Boekhorst, die Zondag den
2den December het woord voerde in de ver
gadering, waarin tot staking besloten word.
De voorloopige instructie geschiedt naar
aanleiding van het verslag in het „Handels
blad", waarin werd medegedeeld dat Ten
Boekhorst de gezellen zou hebben aangezet
om met geweld te beletten, dat het personeel
van de fabriek aan de Vijzelgracht te vier uren
aan het werk zou gaaD, welke opruiing eene
daad van uitvoering ten gevolge zou gehad
hebben.
Als altjjd heeft de officier van justitie, waar
de rijksveldwachters overal in de hoofdstad
door hunne afwezigheid schitteren, gelast de
verslaggever® dor dagbladen te hooren. Heden
is o. a. de verslaggever van „Het Amster-
damsch Dagblad" gehoord.
Omtrent den moord, onder Brum-
men gepleegd, wordt aan de „N. R. C." het
volgende gemeld:
Zwaar vermoeden bestaat er tegen een
19 jarigen jongeling, wonende te Voorst. Van
het St.-Nicolaasfeest van Zutfen huiswaarts
gaande, is, na gedurigen twist, de noodlottige
daad in de nabijheid zijner woning gepleegd.
Een messteek in de borst moet den verslageno
zijn toegobracht.
Uit Het Bildt meldt men aan de
„N. R. Ct.":
Een landbouwer in deze gemeente heeftop
de weekmarkt te Loeuwarden de 16 teenen
gekocht eener koe, met het dier zelf op den
koop toe. Hy verbond zich, voor den eersten
teen te betalen 5 ets. en voor iederen volgenden
het dubbele van dat voor don voorgaanden. By
berekening zal blyken, dat het kootje hom
nu komt te staan op ƒ3276.76.
De koe, dio hy voor dezen prys weigerde
te ontvangen, is ergens in de buurt op stal
geplaatst, terwyi de beide verkoopers aan
dringen op de betaling. Politie en rechtsge
leerde adviezen moeten er reeds by zyn ge
komen. Natuuriyk is men erg benieuwd naar
den afloop van dezen handel.
Ioder is echter overtuigd, dat in elk geval
de zaak den gefopte geld zal kosten.
Volgens opgave van „Bureau
Veritas" zyn gedurende de maand October
verongelukt do volgende zeilschepen, als: 6
Duitscho, 30 Amerikaansche, 18 Engelsche,
2 Chiloonsche, 5 Doensche, 2 Spaansche, 12
Pran6che, 3 Ncdorlandsche, 2 Italiaansche, 19
Noorscho, 6 Russische on 3 Zweedscbe. Totaal
107, waaronder 2 schepen, waarvan de be
richten ontbreken en die vermoedeiyk z\]n
verongelukt. In dezolfde maand wordon opgo
gevon als vorongelukt 22 stoomschepen, als
2 Duitscbe, 1 Amerikaansch, 16 Engelsche,
1 Oostonryksch, 1 Spaansch, 1 Pransch en 1
Noorsch.
Eon ryke on weldadige Berlyner
had onder z'y'ne vele beschermelingen ook een
zekeren Tarlauer, die sedert jaren een maan-
delijkschen on lei stand van twintig mark van
hem ontving. In den loop van den tyd was
de verhou ling van don gever tot den ontvan
ger zeer vortrouweiyk go worden. Maar eens,
toon 't weer de eerste van de maand was,
bleef Tarlauer,' die al tyd het geld persoonlyk
van zyn Deschormer in ontvangst nam, weg.
Daarentegen verscheen een poosje later een
rechtsgeleerde, die hom mededeeldo dat Tar
lauer hom in zyn testament had bedacht, echter
niet om oene erfenis te ontvangen, maar om
or eeno to betalen. Het testament van den
snaakscben Tarlauer bevatte namelyk de
bepaling, dat de twintig irark, die hy sedert
jaren maandelyks ontving, voortaan als „Tar-
lauer-siichtLQg" voor weldadige doeleinden
zouden worden besteed. De aldus bedachte
heeft de zaak van de grappige zyde opgevat
en heeft de zonderlinge erfenis aanvaard.
Japan doet alles op z'n Euro-
peesch en niet te verwonderen is het, dat de
huwelyksaanzoeken in de dagbladen ook in het
ryk van den Mikado reeds hun intocht hebben
gedaan. Tot eer der Japansche trouwlustige
dames dient evenwel gezegd, dat zy aan hare
advertentiën veel meer poëzie weten te geven
dan hare Europeesche zusters, die een man
te koop vragen op dezelfde wyze als een
makelaar een huis. Men oordeele, na de vol
gende advertentie gelezen te hebben:
„Eene jonge dame wenscht te trouwen. Zjj
is zeer mooi, heeft een blozend gezichtje, dat
door donker kroeshaar is omiyst. Hare wenk
brauwen hebben den vorm eenor halve maan
en de mond is klein en fraai. Ook is zy zeer
ryk, ryk genoeg om aan de zyde van een
levensgezel alle dagen de bloemen te kunnen
bewonderen, in den nacht de sterren des
hemels te kunnen bezingen. De man, dien zy
zon kiezen, moet eveneens jong, schoon en
beschaafd zyn en met haar hetzelfde graf
willen deelen."
Als vervolg op do reeds medegedeelde, laten
wy hier nog een viertal niet minder curieuze
brieven volgen.
sHage den 10 Januari 36
M.l
De. ondergeteekende. heefd. van. eeD. con-
vrater. geboord, dat. UE. Muzieci. zoekt voor.
de zomermaandon. om te scheveningen. werk
zaam te zyn. ik beveel my daar voor. al
voorby UE aan als clarinettist. Tevens speel
ik cello, eo voor ligt work ook. con tra bas.
en tweede viool, in afwachting op UE ant
woord. noem. ik. my. UEd dw.
s Hage 21 July 1892
W Ed Heer.
Ik heb een kleinzoon welke ruim twee en
een half jaar werkzaam is met do Waldhoorn
op de Koninglyke Muziekschool en drie jaar
werkzaam met de "Viol, hy is in zyn zestiende
jaar, zou U hem niet kunnen plaatsen in
dienst onder u leiding weet ik wel dat hy
vatbaar is om vordering te maken terwyihy
een getuigschrift heeft van den Velden dat
hy het instrument meesterlijk speelt hy heeft
nu vacantie tot September. Zoo u er antwoord
op zou kunnen geven dan zon ik met hem
eens by u komen. Goede Mynheer ik kryg
myn jaren en zou hem zeer gaarne onder u
leiding geplaatst zien nogmaals Mynheer hy
zal in zyn spel u wel meevallen enz.
Waarde Vriend I
Uit uwe leteren bemerkte ik dat gy in
goede welstand weder in uw geboorteland
zyt terug gekeerd: En u weder voor my de
gelegenheid opensteld om van uwe lesen te
genieten, ik zoude dat met de zelfde lust doen
als voorheen! indien er niet iets anders in
de weg waren gekomen in de tyd dat ik
vacantie van u gekregen hebt (heeft er een
meisje my harte geroofd) ben ik verloofd ge
raakt. Zoodat gy ioei begrypen kan dat er
van de Theoree niet meer komen kan. doch
ik heb by u nog altyd een kleine beer van
die maand Septb die ik zal afkomen maken
en u tevens voor de lesson bedanken.
Wees gegroet, en doe vooral de groete
aan uwe oudors van my uwe vriend:
Leiden, 7 Jan. 1880.
Stafmuziek, Loiden.
Myn Heer. On bekend neem ik de vrtjheid
om reden wegens er nog zoo veelen ouden
bekendo hoeren zyn om nog eens aan myn
vroogeren koor nog myn eens te melden. Ja
heeren ik ben uit nedorland gegaan als niets
maar nu ik hier ben heb ik godank een beetje
ge8tuudort dus dat zy myn hier gebruiken
voor Zoolo Clarinet tist Ja heeren ik ken wel
begrypen Op do Ripetitie kaner zal er om
gelagen worden maar zoo waar als ik tot de
heeren schryft is het u kunt myn gloven of
u wilt maar ik ben hier met zyn 6 man
korporaal en de kapelmeester is Sergeant en
ik ben korporaal van myn geloof nu heere
ik heb het hier goed getrofen dat is waar
ik heb hier een witte vrouw met, haar bo-
noodiging zy heeft een eigen huisje en 7, koo-
beesten dus hier zit er hier goed in en kant
er nooit weer uit neen heeren nederland zien
ik nooit weer nu als een van de Heeren is
zoo goed wil wezen om myn is terug te
scbryven als. De heeren de tyding ont
vangen hebben en deelen myn dan eenïgt
nieuws van leiden mede en hoe is het met
de Oude directeur heeren groet hem voor
myn en ik gloof dat het koor tegen woorig
raar vernieuw zal wezen maai dat weet ik
wel een zal myn tog nog wel kenen nu heeren
ik en de heeren van het koor hier onbekont
groeten de heeren eu de gewezene muiziekant
van de Jagers Tubor groet de Directuer myn
Heer de man ook verders bekend en onbe
kende gegroet vaartwel, Adie in afwachting u
Dicnstwilige dienaar
C Van Ginkel, M, Meriba
muzucus. Myn vrouw
Myo adres is C Van Ginkel Korporaal
Muiziekant 1 Conpognie troepen in
Garniezoen te Surina,
West indien
8toomschiprecht8treeks
Do eohrgver bedoelt: eeu getuigschrift van den
beer V*d de Velde.
Maar een hond.
Uit het Engelsch.
„Kom morgen by my eten, Gregory."
„Wel vriendelijk van je, oude jongen, maar
het spyt my dat ik de invitatie niet kan aan
nemen: de zestiende van deze maand is altyd
een dag, dien ik stil doorbreng. Op dien datum
is Jack gestorven, weet je?"
„Jack! Mag ik vragen wie Jack was?"
„Myn kleine fox-terrier; lk dacht dat ge
dat wel wist."
„Dus den sterfdag van een hond brengt ge
ieder jaar zoo stil door! Kom, dat kunt ge
niet meenen."
„Ik meen het heel ernstig; het leven van
den armen Jack werd opgeofferd voor zyn
meester. Aan den dood van het trouwe dier
dank ik het dat ik nog besta. My dunkt dat
dit feit toch waariyk gewichtig genoeg is om
eens in het jaar herdacht te worden. Zal ik
je de geschiedenis eens vertellen?"
„Heel graag; ik ben benieuwd er wat
naders van te hooren."
„Tien jaar geleden was ik bediende op het
kantoor van Wilkens en Stokes, handelaars
in Portugee8che wynen. Er ging veel om op
het kantoor en myne chefs maakten goede
zaken, totdat door een failliet van twee groote
firma's in Oporto, myne patroons verplicht
waren hunne betalingen te staken.
Ik had altyd veel opgehad met myne be
trekking en het was zeker nooit in my opge
komen dat het my op oen goeden, of liever
gezegd op een kwaden dag zou worden aan
gezegd dat ik die door onvoorziene omstan
digheden had verloren. Van sparen had ik
nooit gehouden, zoodat ik plotseling zonder
een cent op zak op straat stond, toen het
huis WilkeDs en Stokes bankroet ging. Myne
ouders waren oenige jaren geleden gestorven
en myne naaste bloedverwant was eene oude
ongetrouwde tante, die het zelf niet breed
had en die ik ook maar heel weinig kende.
Den ganschen dag bracht ik door met eene
nieuwe betrekking te zoeken, doch al myne
pogingen waron vruchteloos. Met de kennis,
die ik by de firma in Portugeesche wynen
had opgedaan, was ik niet genoegzaam toe
gerust voor wat meu verlangde van een ge
wonen kantoorbediendo. Iedereen ging my
voor; elke open plaats werd vervuld door
anderen, die er beter voor geschikt waren
dan ik.
Maanden gingen voorby en reeds had ik
van iederen vriend geld geleend om in myne
eerste behoeften te voorzien. Myne kleederen
waren zoo geheel versleten en afgedragen, dat
men my, overal waar ik my kwam aanbie
den, wantrouwend aankeek en by de juffrouw,
van wie ik myn kamertje gehuurd had, stak
ik diep iu de schuld. De gedachte om van
het goode, ziekeiyke mensch te profiteeren,
was my onverdraaglyk. Op een avond had
ze my hare geschiedenis verteld, eene aan
eenschakeling van treurige voorvallen en
wreede verliezen.
Het was de zestiende October en ik was
geheel zonder hoop op eemge uitkomst. Den
geheelen dag had ik doorgebracht met de
advertenties uit do groote bladen na te lezen
en er dadolyk op af te trokken. Alles echter
tevergeefs: op ieder kantoor was men reeds
voorzien en waar dit niet het geval was, zou
men het nog eens in bedenking houden. Toen
ik naar myne kamer in Bayswater terugwan
delde, was het gas in de straten reeds aan
gestoken; ik had geen moed meer op een
nieuwen dag te beginnen, precies geiyk aan
den voorgaanden, even hopeloos, dezolfde
doodelyke vermoeidheid nalatend. Ik had een
gevoel alsof het nu voor goed uit was met
den stryd om het bestaan; ik had myn best
gedaan; langer zoo voort te leven was my
onmogeiyk: dan was het nog maar beter er
een eind aan te maken.
De gedachte aan zelfmoord was nooit by
my opgekomen; dien dag echter had ik my
geheel in het idéé verdiept en er my mede
vereenzelvigd. Dan was immers alles opgelost,
dan waren al myne moeiiykhoden overwonnen.
Ik had immers nooit gevraagd te levenwelnu,
waarom zou ik myzelven dan nu dat onge
vraagde levon niet benemen! Een man, die
zich van het leven berooft, zoolang hy nog
voor anderen te zorgen heeft, is een lafaard;
maar deze beschuldiging zou mon my zeker
nimmer ten laste kunnen leggenhelaas ik
stond geheel alleen. Misschien zou de eene
vluchtige kennis tot den ander zeggen
„Herinner je je Harold Gregory nog? Nu,
die heeft zich voor het hoofd geschoten
a propos heb je die nieuwe operette al gezien
Alleraardigst hoor, ik raad je er heen te
gaan." Eu dat zou alles zyn.
Ik begaf my naar mijn slaapkamertje en
schreef inderhaast een briefje, dat ik op myne
8chryftafel lag; daarna nam ik myne revolver
uit de lade en stak zo by my. Aan de juffrouw
zeide ik dat ik uitging en niet voor laat terug
zou komen. Ik sloeg de deur achter my dicht
en liep de straat op.
Plotseling schrikte ik op uit myn gepeins
door een luid geblaf naast my; hot wasmfin
fox-terrier Jack, dien ik nog altyd by my
had gehouden niettegenstaande de armoede
van de laatste maandeD. Het trouwe dier
was al dien tyd myn eenige vriend geweest
nu echter kon ik hem niet meenemen.
„Jackie", zeide ik daarom, „ga weer naar
binnen; van avond moogt go niet mede."
Jack keek my echter smeekend aan; klaar-
blykoiyk had hy meer lust in een wande
lingetje. Nogmaals trachtte ik het dier over
te halen, maar tevergeefs; hy zag my aan
met een blik in zyne hondenoogen alsof hy
volkomen begreep wat ik ging doen.
Ik zwichte od Jack liep al snuffelend mede.
Het was een kille, regenachtigo avondhui
verend doorliep ik de glibberige straten tot
ik aan Wormwood Scrubbs kwam. Ik voelde
my gelukkig in de zekerheid dat de stryd
des levens nu weldra door my zou gestreden
zyn. Maar ik dacht ook aan Jack en dat het
veel beter zou zyn wanneer ik hem eerst
doodschoot; dan zou hy ten minste niet meer
in de handen van een wreeden meester kun
nen vallen.
Ik zocht een stil plekje op, vlak by den spoor
weg, en nam Jack in mijn arm. „Jackie, gy
z(jt altyd een trouwe hond geweest voor je
meester, daarom zullen we ook samen sterven",
aldus sprak ik hem aan. „Ik zal jou eerst
doodschieten en dan myzelf. Vaarwel, oude
trouwe Jack, goed dier."
Ik plaatste den loop van myne revolver
aan zyn oor, haalde den trekker over het
beest keek my vol vertrouwen aan het
volgende oogenblik viel Jack op zy dood.
Geen minuut aarzelde ik, met vaste hand
haalde ik opnieuw den trokker over, doch
zonder eenig gevolg: de revolver was verder
niet geladen. Ik voelde het koude staal nog
altyd tegen myn slaap rusten.
Als ik zeg dat ik een gevoel van diepe
teleurstelling ondervond, spreek ik niets dan
de volle waarheid. Met een vloek smeet ik
het wapen van my af in de nachtelyke
duisternis. Dan maar sterven door my te
verdrinken. Even nog knielde ik naast mön
trouwen Jackie neer, om vervolgens met
groote schreden den weg naar Notting Hill
in te slaan. Ik had geen cent op zak: dus
moest ik den tocht door de eindelooze straten
en pleinen te voet afleggen.
In Kensington hield my iemand staande
om my naar den weg te vragen, juist onder
eene lantaarn, en by het schynsel der flik
kerende gasvlam zag ik het gezicht van een
ouden vriend, dien ik de laatste jaren uit het
oog verloren had.
„Gregory 1"
„Man&field, ben jy hetl"
„In eigen persoon: en jy bent net degene
dien ik zoek. Overal heb ik naar je geïnfor
meerd, maar niemand kon my zeggen waar
je gebleven waart na het bankroet van Wil
kens en Stokes. Wat zie je er slecht uit,
zeker zonder betrekking? Nu, ik moest u
juist op dat punt spreken; kom dus mede
naar myn hotel: daar kunnen we de zaken
op ons gomak afdoen."
Mansfield was naar Amerika gegaan om
zyn fortuin te zoeken en by had het gevonden
ook; iedereen in de Yereenigde Staten hoeft
nu minstens wel eens van Hönry Mansfield
gehoord. Hy was don Oceaan overgestoken
om in Londen een filiaal van zyne zaak op
te richten en ik was juist de maD, dien hy
noodig had.
De firma is nu Mansfield en Gregory en ik
ben heel dankbaar dat ik my indertyd geen
kogel door het hoofd heb gejaagd. Als die
arme Jack niet den eenigen kogel door zyne
hersens had gekregen, welke in de revolver
was, dan had die myn hoofd doorboord:
daarom houd ik zyne nagedachtenis in eere,
te meer omdat ik voel, niet eerlyk jegens
hem gehandeld te hebben. Ed, zooals je weet,
morgen is het de zestiende October.
RECLAMES,
a 25 Cents per regel.
B\j de Kindervoeding heeft men het
meeste succes met
in bussen van l/2 Kilo inhoud a 90 Cl», en
V, Kilo a 26 Cis. 7216 10
Chemisch ralver en klemvrij, nlt de
Nederlnndsche Albaminefabrlek,
Lelden.
KOLONIËN.
BATAVIA, 3 6 November.
De „Jav.-Ct." deelt uit een van 5 Nov.
van generaal Vetter uit Lombok ontvangen
telegram het volgende mede:
De westmoesson deed zich krachtig gevoelen.
Sedert vier dagen vielen voortdurend zwaro
regens, welke veel beschadiging aan de wegen
toebrachten. De noodbrug over de Soengei
Djangkok was niet to gebruiken, zoodat de
communicatie door middel van het prauwen-
vlot moest worden onderhouden. Intusschen
nadert de definitieve brug hare voltooiing.
De gemeenschap met de reede was herhaal-
delyk verbroken en 3 dezer was d't onafge
broken het geval wegens zware buien uit het
Zuidwesten, die de zee hoog opstuwden.
Uit Lombok ontving het „Soer. Hand."
het volgende bericht:
In don reusachtigen boom by het oude
bivak Mataram, waar thans eene belegerings-
battery is verrezen, is een goed geblindeerde
uitkyk aangelegd. De daarop geplaatste wacht
bestaat uitsluitend uit scherpschutters, die
eiken Balinees, die over do muren durft
kyken, een kogel toezenden met een adres
er op. Vandaar dat hunne beschieting van onze
werklioden zoo weinig vruchten oplevert. Daar
zy geene gelegenheid hebben om te richten,
schieten zy maar in den blinde weg.
Tot 6 Nov. is te Batavia voor het Lom
bokfonds ontvangen f 39,931.19*/2, w. o. van
Sumatra's Oostkust ƒ10,000.
Het bestuur van het Lombokfonds te Soe-
rabaia schat de gelden, waarover in Indië kan
worden beschikt, globaal op 188,000 cn be
gint vast dadelyk hulp te verleenen, maar
weet nog niet, hoe het de zaak definitief zal
aanpakken; het hoopt dat de Regeering de
administratie van al de hier en m Nederland
verzamelde gelden zal overnemen.
Aan de „J.-B." wordt dd. SO October uit
Ampenan geschreven:
Den 29st©n October, juist eene maand na de
vermeestering van Mataram, heeft de 1ste luit.
Broekman het tydelyke met het eeuwige ver
wisseld. Kalm en zonder de minste pyn gaf
hy den geest, na nog den vorigen dag aan
eenige kameraden, die hem bezochten, te hebben
medegedeeld, dat zyne wond mooi genas en
hy meer gevoel kreeg in zyne boenen, zó<5
zelfs, dat de wetenschap, die hem reeds had
opgegeven, een oogenblikje daardoor in dwaling
werd gebracht.
De teraardebestelling had des namiddags
om 4 uren met de meest mogelyke plechtig
heid plaats en werd bygewoond door byna
alle officieren van Ampenan. De overste
Scheuer, onder wien Broekman had gediend,
kwam met zyn adjudant en het vaandel van
Pagasangan Oost over, om de begrafenis by tc
wonen. In de meest roerende bewoordingon,
waardoor alle aanwezigen werden bewogen
en die menigeen een traan afpersten, herdacht
de overste Broekman's schitterende hoedanig
heden en bedreven heldenfeiten: roemde hem
als een dapper officier en zeldzaam heldenfiguur.
Het was den overste, die tot snikkens toe
bewogen werd, aan te zien, dat de woorden,
door hem gesproken, uit het diepste van zyn
hart voortkwamen en werkolyk gemeend waren.
Na den overste hield dominee Offerhaus, die
hier voor 't eerst sprak, eene slerlyke grafrede.
Het „Bat. Nieuwsblad" 8chryft:
Toen het eerste bericht over het „nemen
van maatregelen, om de Baliërs weder ge
legenheid te geven tot het aanknoopen van
politieke onderhandelingen" ons bereikte, stak
er, zoo hier als in Nederland, waarheen do
in dien vorm hoogst onwelkome tyding wa*
getelegrapheerd, een storm van verontwaar
diging op. Ieder achtte zich geroepen de tyding
te weerspreken; de beste, echter ongenoemde,
„inlichtingen" kwamen er by te pas en men.
veroorloofde zich het bericht „verzonnen" te
noemen.
Later is het gebleken een verschil van
opvatting te zyn. Onze correspondent be
doelde, dat de Baliërs niet meer te hooi en
te gras, zoo zy zich in het bereik van ons
geweer waagden, zouden worden neergescho
ten; zy konden zich voortaan weer komen
onderwerpen. Dit is gebleken uit de latere,
breedvoerige toelichtingen.
Men moge nu over de strekking van het
telegram twisten zooveel men wil, van onder
werping, zonder politiek, kan uiteraard moei-
lyk sprake zyD, tenzy men den vyand geheel
in zyne macht heeft; in zooverre had onze
correspondent dus wel eenigszins geiyk.
Thans ontvangen wü eon tweede telegram
met het bericht, dat er politieke aanraking
bestaat tusschen den ouden vorst en den opper
bevelhebber. Misschien, dat dit zal blyken
eveneens zich te bepalen tot de ontvangst
van onderhandeling8brieven van den radja
door generaal Vetter, of iets dergelyks, dat,
naar wy hopen, geen invloed zal kunnen
oefenen op den tot dusver gevolgden weg.
Ten sterkste verzetten wy er ons echter
tegen, dat men uit het telegram do meeDing
distilleert, dat er over de onderwerping wordt
onderhandeld. Dit, herhalen wy hier ton over
vloede, kan niet wel mogelyk zyn, omdat do
eenige oplossiog een onvoorwaardelyke over
gave moet wezen.
Onlangs werd melding gemaakt van een
adjudant-onderofficier van het 6de bataljon,
die met levensgevaar de kist, waarin het geld
van den raad van administratie geborgen was,
heeft gered, zoodat die gelden konden warden
medegenomen.
Velen weten niet, dat dit feit door den
adjudant-onderofficier Wunnink werd verricht,
die behalve dat, ook nog de vivres uit de
aan de Poeri grenzende keukens heeft gered,
waardoor de achtergebleven compagnie Kamer
man niet van voedsel was verstoken.
Deze onder adjudant heeft bovendien onzo
driekleur gered van den smaad om in 's vyands
handen to vallen, doordat hy den vlaggestok
onder een hevigen kogelregen wist to be
reiken en de vlag nederhaalde en later op
den Dewatempol deed bevestigen.
Hy was hot, die by den terugtocht naar
Mataram, het vaandel van het 6de lataljon
onder een overstelpend vuur des vyands en
nadat de vaandelwacht was gesneuveld, be
houden in den Dewatempel te Mataram bracht.
Aan hem dus onze dank. (Bat. Nbl
Opgave van passagiers, van Batavia ^ertruklrea
per as. „SoembiDg," naar Marseille on Nedrland:
Mr. A. W. Jacometli wet echtp. tu 2 -leren,
de chef der 4de afdeeliog der 8. 8. C. J. V3a Vassen
met eebtg. en 2 dochters, conlTO'. ldto I I bij het
B.-B. J. A. J. C. Fietors en fchtg., mevr. -O j hhelp—r
Slim. mevr. A. Verweij, de ho ven II. M. E. Van
den Brandoler met echtg. en 3 kinderen, lap», der
iDf. D. F. J. G. Bruoet de Rochcbraoo met ichtg.
on 4 kinderen, mevr. de wed. Rietbergen, lid in den
Raad van Jnstitio Mr. A. Nobout van der Veen en
echtg., eecretaris vaa Krawang M. P. Korevaar, lete
lait. der gtnie I. F. 8cbmo!o, veriiicateur in- en
uitvoarrecbteu E. A. Reep, benevens Hr. Ma. iroepes
en fcliepelingon.
en van andere voor het Leidsch Dagblad be
stemde stukken wordt beleefd verzocht do
kopie daarvan slechts op ééne z\)de van het
papier te schrijven, en niet ter weerszijden,
niet tegen elkaar.
Ook is het wenschelvjk dat vooral de namen
zeer duidelijk worden geschreven.
Beide maatregelen zijn in het belang van
spoed en juistheid.