N°. 10669. Zaterdag 1 December. A". 1894. (§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 30 November. Feuilleton. EENE HELDIN. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT) Voor Leiden per 8 maanden.f 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke NommersO-OS- PBUS DER AT1V MH'PMIM'I'I élW; Van 1 6 regels f 1.06. letters naar plaatsruimte, wordt f 0.06 berekend. Iedere regel meer f 0.17J. Qrooter» Voor het incasseeren bulten de stad Officië«l© Kennisgeylaffen. Burgemeester en Wethoudera vau Leiden; Gezien art. 6 der Verordening van den llden No vember 1880 (Gemeenteblad No. 4 van 1881); Brengen ter algemeene kennis dat tot het doon pnar.hrij von van nieuwe leerlingen voor de open bare scholen voor voorbereidend en voor meer Uitgebreid lager onderwijs, gelegenheid zal gege ven worden: ▼oor dio voor voorbereidend meer uitgebreid lager onder wye voor jongens en meisjes, in het sohoolgebouw aan de Oude Vest; voor die voor meer uitgebreid lager onderwys: der late klasse, voor jongens, in het schoolgebouw aan de Aalmarkt; der lsto klasse, voor mefcsjea, in het schoolgebouw Mn de Boommarkt; der 2de klasse, voor jongens, in bet schoolgebouw Mn de Pieterskerkstraat; der 2de klasse, voor moisjee, in het schoolgebouw aan de Breestraat; en wel van den 3den tot en mot den lBden Juni e. k., dagelijks (den Zondag uitgezonderd), van des voormiddags h&lfnegen tot negen uron, en op Maandag, Dinsdag, Donderdag en Vrydag boven dien van half twee tot twee uren dos namiddags. Burgemeester eu Wethouders voornoemd, Leidon, F. WAS, Burgemeester. 38 Nov. 1894. E. KI8T, Secretaris. Inkomstenbelasting 1§94. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen la herinnering dat met 30 November e. k. de vijfde termijn vervalt van de Inkomstenbelasting en dat alzoo op den lsten December e. k. minstens v ij f Besde gedeelten van den aanslag moeten zyu Voldaan. Bolangbckbend-n worden mitsdien nitgonoodigd om. ter voorkoming van vervolgiD gskoston, tot de betaling van het v rschuldigdo ten kantore Van den gemeente-ontvang» r over te gaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 09 Nov. 1894. E. EIST, 8eorotaris. Eerste Zitting van den Militieraad. Burgemeester en Wethouders van Leiden brongen ter olgemeone k/nuis, dat do eerste zitting van den Militieraad, voor deze gcmeeDte, in ov reonstemmiug met art. 25 van het Koninklijk besluit van den Ssten Mei 1862 (Staatsblad No. 46), volgens mede- deeling vau den Heer Luitenant-Kolonel Militie- Commissaris in het Sde dlstriot van Zuid-Holland Wordt gehouden: op Maandag den lOden December 1894, des voor- middags to halftien, voor de lotelingen, die de nom mere getrokken hebben van 1 tot 100; op Dinsdag den llden Deoember 1884, des voor middags te halfcien, voor hen, die getrokken hebben V&n No. 101 tot No. 150; op Woensdag den llden Deoember 1894, dee voor middags te halftien, voor hen, die getrokken hebben van No. 151 tot No. 8«0; op Donderdag den llden December 1894, des voor- middags to halftien, voor hen, die getrokken hebben van No. 101 tot No. 891; en zulks in een der vertrekken van het Raadhuis dozor gemeente. Zy berkmeren voorts dat in gemelde zitting voor den Militieraad moeten versohynen: 1°. de vrijwilligers voor de Militie; 2°. de lot llngen, die vrijetolling verlangen wegens Siekelgke gesteldheid of gebreken, of gemie van de ferorderdo lengte; dat de lotelinuen, die voor dien Baad niet zijn veraohenen, gehouden wordeu geene redenen tot vrijstelling te hebben en voor den dienst worden aangewezen, terwyl het niet ontvangen van een op roepingsbiljet niet ontheft van de verpliohtlng tot bet versotiijnen voor den Militieraad of tot bet in dienen vau de tot staving der redenen van vrij stelling gevorderde bewijsstukken. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Lelden, F. WA8, Burgemeester. 10 Nov. 1894. E. KIST, Secretaris. Een uitstekend boek voor Hollandsche jongens is het alhier by de firma Blankenberg Co. verschenen .Helden der Kust," eeue geschiedenis van het Noordzee strand, naar het Hoogduitsch van A. Ohorn, voor de Neder- landsche jeugd bewerkt door J. A. Bientjes. Voor zoover ons bekend, is van Ohorn weinig vertaald; dit is jammer, en men zal dit met ons eens ?yn, wanneer men deze levendige, dramatische verhalen van het leven der zeelieden en van hunne stoute redding- tochten leest. De bewerking van den heer Bientjes zal niet weinig bydragen tot eene ruime verspreiding van dit aantrekkelyke boek, want 't is alsof men een oorspronkeiyk werk voor zich heeft. Den lfivigen omvang en de uitvoering in aanmerking genomen, is de prys by zonder laag. Een byvoeg8el der Staatscourant van 80 dezer bevat de by koninklijk besluit goedge keurde gewyzigde statuten van de „Leidsche Zoutkeet", te Leiden (wyziging van artt. 728 van id.) De Staatscourant van 80 November bevat de volgende kennisgeving van den minister van w., h. en n.Met het oog op do by gelegenheid van het aanstaande St.-Nicolaas- feest te verwachten drukte, wordt de vergun ning om meerdere pakketten aan hetzelfde adres per pakketpost te verzenden, vergezeld van slechts óóne adreskaart, voor den tijd van 3 tot en met 6 Dec. a. s. ingetrokken, en zal derhalve by elk, gedurende dat tydvak, ter verzending aangeboden pakket ééne adres kaart gevoegd moeten zyn. Voorts wordt met nadruk aanbevolen, om by de onderwerpeiyke gelegenheidlo. voor eene doelmatige en stevige verpakking der te verzenden pakketten zorg te dragen, in dier voege, dat de inhoud op afdoende wyze voor breken of beschadigen gevrijwaard zy; 2o. de adressen, zooveel mogeiyk, op den omslag der pakketten zelf te 6chryven, en waar opplakking of aanhechting van het adres onvermydelyk is, dit in ieder geval zóó te doen plaats hebben, dat voor het verloren geraken daarvan, tydens het vervoer, redeiyker- wys geene vrees behoeft te bestaan; 8o. in de pakketten, waarvan het adres niet op den omslag geschreven is, een tweede los adres in te sluiten. Te Oegstgee8t heeft zich ook eene com missie gevormd ter inzameling van gelden voor de nagelaten betrekkingen van de op Lombok gesneuvelde militairen. In het begin der vol gende week zal een aanvang worden gemaakt met het houden eener collecte. Door kiesgerechtigde lidmaten der Ned.- Herv. gemeente te Oegstgeest zya herbenoemd de aftredende kerkvoogden do heeren L. Den Ouden en H. Van den Ameele, alsmede de aftredende notabelen de heeren A. J. Van Hoeken, P. Kromhout, L. Oudshoorn en J. Rothert. Ds. J. J. Van den Broek, predikant te Noordwykerhout, komt voor op het twaalftal te Enschedee. De collecte, te Warmond gehouden voor het Lombokfonds, heeft opgebracht f 30.87. De heer W. J. Meiners, predikant by de Ned.-Herv. gemeente te Usseloo, heeft het beroep naar de Ned.-Herv. gemeente te Eiber- gen, in Gelderland, aangenomen. Vanwege H. M. do Koningin-Regentes zyn by do commandanten der eerewachten, dio te Middelburg en te Vlissingen by het bezoek der Koninginnen dienst deden, de toe gezegde medailles ontvangen; voor de com mandanten, de onder-commandanten en de vaandeldragers in zilver, voor de leden in brons. Aan de voorzyde vertoonen de medailles het beeld der Koningin, aan de keerzyde een lau werkrans met den datum van het bezoek. (M. G Thans wordt gemeld dat dr. A. Kuyper nog niet uit Pau is teruggekeerd, en dat daar aan vóór Kerstmis niet wordt gedacht Den rechthebbenden op de nalatenschap van Johan Gier, matroos aan boord van het Bremer schip „Freiburg", geboren te Rotter dam, overleden te Rio-Janeiro 22 Febr. 1894, wordt verzocht zich schriftelyk en met over legging van de noodige bewijsstukken aan te melden by het departement van buitenlandsche zaken. Sts.-Ot De heer W. H. Houwing, ontvanger der accynzen te Rotterdam, is door den keizer van Duitschland benoemd tot ridder in de orde van den Rooden Adelaar. Onder vele blyken van belangstelling heeft ds. L Schouten Hz., predikant te Utrecht, bekend ook door zyn Tabernakel, züne 40- jarige Evangeliebediening herdacht. De jubilaris was achtereenvolgens werkzaam te Koude- kerke, Vianen, Veenendaal, Apeldoorn en 'tLoo, Harderwyk, Rotterdam en sedert 1 Juni 1679 op zyne tegenwoordige standplaats. Het stoomschip „Amsterdam", van Rot terdam naar Nieuw York, passeerde 29 Nov. Wight; de „Burgemeester Den Tex", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 29 Nov. te Genua. By koninkiyk besluit is, met ingang van 16 Januari a. s., benoemd tot directeur van het postkantoor te Gulpen, J. G. Van Nauta Lemke, thans commies der posteryen 2de kl. KOLONIËN. BATAVIA, 26 Oct.-2 Nov. Fransche en Nederlandsche Mailt. (Deli-Courant tot 3 November). Van den resident der Preanger-Regent- schappen is onder d&gteekening van 28 Oct. door de regeering het navolgend telegram ontvangen Gisteravond rivieren by Sing&parna (Tasik- malaja) hooge moddervloed, eenige bruggen in binnenwegen weggeslagen, paniek bevolking. En onder dagteekening van 29 Oct.: Ten vervolge tulegram gisteren geene onge lukken voorgevallen. Galoenggoeng rustig. Het „Bat. Nbld." bericht dat de vorst van Kotaringin, Z.- en O.-afdeeling van Borneo, met zijn eigen jacht hierheen op reis is, ten einde den gonverneur-generaal zyne hulde te komen bewyzen Te Cheribon heeft hy een bezoek gebracht aan den resident en den regent, die by hem aan boord terug zyn geweest. Het „N. Pad. Hbld." bericht, dat de afvoer van Ombiliön-steenkolen in de laatste dagen vry belangryk was, dat met de levering van kolen in Januari weder een begin zal worden gemaakt en dat de nieuw geopende myn te Sawah-Loentoh overvloedig goede kolen schynt te bevatten. Een gewichtige dag. Met vreugde, zegt het „Bat. Hand.", begroeten wy den dag van heden (2 Nov.), want hy is een der weinige gelukkige, welke dit jaar voor Java on zyne bewoners heeft opgeleverd. Heden toch wordt het baanvak ingewyd, dat de spoorweg-ver binding tU8schen West- en Oost Java voltooit. Ziedaar een reuzenwerk tot stand gebracht, dat den ingenieurs der Staatsspoorwegen tot lof strekt en in vele zyner onderdeelen getuigt van hun genie en volharding. Vooral geldt dit van de Preangeriyn, tot welker aanleg de grootst denkbare moeiiykheden zyn over wonnen, hier tot benadering van het hoog gebergte, ginds tot vautlogging van een moeras- eigen, wegschuivenden bodem.Die moeiiykheden zyn vooral ondervonden by het heden ge opend baanvak, welks terrein de grootste con trasten oplevert tusschen hoogte en diepte. Met den gedelegeerde van het Roode Kruis naar Lombok, ds. Offorhaus, die der waarts vertrekt ter vervanging van ds. Rogge, gaan mede een tweetal jongelui van Soerabaia, de heeren De Vos en Loust, die ds. O. voor het werk der barmhartigheid zullen bystaan in zyne moeiiyke taak. (S.-Cl.) De heer Haver Droeze, die korten tyd consul te Djeddah geweest is, wordt, naar de „J. B." verneemt, hoofd-administrateur der Billiton-maatschappij, ter vervanging van den overleden heer Groothof. De Lombok-expeditie. Onthullingen. Aan de „Java-Bode" werd den 22sten Oct. uit Lombok een belangryke brief geschreven. Daaraan is het volgende ontleend: Wy hebben den vyand eergisteren weer even bemerkt. By gelegenheid, dat we aan Mataram8 oostelyke grens, even ten noorden van den hoofdweg, een ben Linkje gingen bouwen, waar vier 20 cM. mortieren in moeten komen, heeft hy erg op ons geschoten. Het maakte ten minste veel leven, maar deed ons volstrekt geen kwaad, terwyl wy ruim 2000 patronen op hem verschoten, en hem daarmede drie dooden en vier gewonden bezorgden, volgens later ingekomen beriohten. Het ben tinkje bouwden we en sedert gisteren is het bezet. Het heet Padjang. Dat noord oostelyke stuk van Mataram is nog altyd niet geslecht en het schynt dat, er op den dag eenige Baliërs binnengaan, die 's nachts weer naar Tjakra terugkeeren. Ze doen daar zoo wat dienst als uitkyk. Her- haaldeiyk hebben ze al geschoten als onze troepen aanrukten en hun schieten had dan onmiddeliyk, ten gevolge dat in noordeiyk Tjakra de tongtongs aan den gang gingen Dan loopt daar alles te wapen natuuriyk; zy zullen daar wel eiken dag verwachten de compagnie te zien aanrukken. Nu, we zullen dan ook wel komen, maar eerst natuuriyk de gewone voorbereiding. En daarvoor komen we nu langzamerhand gereed. Pagasangan- oost met vier 12 cM., Karang-Bedil met zes 12 cM., het bentinkje Padang in den noord- oostelyken rand van Mataram met twee 12 cM. en vier mortieren van 20 cM. Dan Mataram Poeri met eenige stukken veldgeschut en ein- deiyk Hr. Ms. „Borneo", die een paar hon derd granaten van 17 cM. bewaard heeft. In het geheel gaan er 9000 projectielen Tjakra binnen. We zitten dan nu weer aan den rand van de sawah, waar vroeger ons bivouak Mata ram lag. De paaltjes staan er nog van som mige onzer hutten. Hier en daar in de buurt vonden we de ledige koffers van enkelen dor officieren. De dichtby liggende dewah, waar het 7de bataljon eene schuilplaats vond en later ook het 6de en de colonne Byievelt binnentrokken, waar generaal Yan Ham begraven werd, en binnen welks muren de afgetobde soldaten naast gewonden en doodon een onvergetelyken nacht doorbrachten van 26 op 27 Augustus, die roemata dewah mot zyn heiligen waringinboom ligt nu vlak voor ons. Het is voor ons een geëerbiedigd gedenk- teeken geworden, en als we er over spreken, stellen we ons voor dat dit gebouw aan de algomeene vernieling ontkomen zal. In allo eeuwen moet het daar blijven staan, en de bezoeker, die later dien bodem zal betreden, zal in plechtige stilte, met ontbloot hoofd, het lijden herdenken, waarvan daar elke duim gronds getuigen kan. De reusachtig groote waringin beschaduwt met zyn wydend loof het onversierde, maar niet vergeten graf van Van Ham en luitenant Musquetier. Het gaat my nu by het schrijven evenals het ons hier gewoonlyk gaat by het spreken; we komen nl. telkens weer terug op dien overval, op dien 26sten Augustus. Altyd ia er nog iets, dat nog eens verteld moot worden, en heel dikwyis hoort men nog byzonder- heden, welke men nog niet algemeen kende. We weten eenige nadere bijzonderheden omtrent de wyze, waarop de verraderlyke aanval werd voorbereid, en deze byzonder heden zyn hier algemeen bekend. Het be vreemdt my ze nog niet beschreven gevonden te hebben. De zaak is aldus verloopen. Het miilioen, dat door den ouden radja betaald moest wor den, werd door hem grootendeels opgeeischt van zyne adeliyke en ryke onderdanen. Van daar dat er zoo gescharreld werd om dagelyks eene voldoende som te kunnen ontvangen en dat er by v. op Woensdag maar f 20,000 ter telling is aangenomen. Daarop is van den colonne-commandant een streng bevel uitge gaan. Er moest voortaan dagelyks f 200,000 gebracht worden. Bovendien was in het samen gestelde nieuwe contract het Balische bestuur erg gekortwiekt. De hooge Baliërs waren over deze zaken erg ontstemd en op Donderdag den 23sten Augustus kwamen in het palels te Mataram de heeren byeen. Daar waren: eerst Ketoet, dan Djilantik, vervolgens Goeea „Neen, maar met leder woord, dat je spreekt, kwets jy je eigen eer. Ik begryp het in myne verbeelding had Ik een anderen, een nieuwen Thilo gezien; iemand, Wien als een rechtschapen man de oogen voor den ernst van het leven waren open gegaan; maar, helaas, de werkelijke Thilo stormt erger dan ooit in godvergeten licht- Einnigheld voort." „Niet aldus, in goddelyke, oompjel" antwoordde Thilo In zyne dwaze overmoedig heid. „Ik ben zeer dankbaar voor dat luchtig en vroolyk hart. Dit helpt my ten allen tyde, zelfs in den ellendigen toestand, waarin ik my tegenwoordig bevind, bet hoofd boven water te houdon." „Een ernstig zelfonderzoek schynt my toe «ene betere hulp te zyn." oJa, ja; hy heeft vanouds nog een streekje van den Zondag-middag-boetprediker overge houden. Men moet geduld met hem hebben", «verlegde Thilo by zichzelven. Daar ging de kamerdeur open en dus werd door het binnenkomen van Walburga, tot ver lichting van beide heeren, aan het gesprek een einde gemaakt Thilo had een afschuw van terechtwijzingen; hy vond die vervelend en onbescheiden, om het even van wie zy kwamen. Gerd verweet het zich op zyne beurt, •p eene even dwaze als overdreven wyze er ooit over te hebben kunnen denken, om dien losbol met het lieve, onschuldige en fiere kind door oen huweiyk te vereenigen; foeil Intusschen was dat plan toch nog slechts zeer oppervlakkig geschetst in zyne fantasie, die dienzelfden Thilo tot iets geheel anders vervormd had dan hy werkelijk was. En thans voelde Gerd zich tegenover de nuchtere waar heid niet alleen diop teleurgesteld, maar door zyne neiging, om zooveel inogeiyk het goede en het ware te doen zegevieren, gedrongen, trachtte hy Thilo te verkleinen door Walburga hemelhoog boven hem te stellen. Als het Thilo vergund ware geweest in dit edel, maar al te teerhartig gemoed een blik te slaan, hoe zou hy zich dan verbaasd hebben over al de „opgewonden, romaneske illusies", die hy daarin zou hebben ontdekt! Wat Gerd nu het meest behoefde, voor het oogenblik althans, was zelf beheersching. Thilo Rothkreuz was Walburga te gemoet getreden en hy richtte een paar beleefde volzinnen tot haar. Gerd dacht: „Ik zal opstaan en tot hem zeggen: ziedaar je nicht; het plan was, dat je met haar een huweiyk zou aangaan, maar omdat het my gebleken is, dat je haar niet waard zyt, zal ik haar als myne dochter adopteeren en Zembowitsch voor haar koopen, zoodra jy bankroet zult zyn." Maar gelukkig ontbrak het hem niet aan gezond verstand. Zooals het dikwyis gebeurde, wist Gerd zyne plotselinge opwellingen ook nu te betoomen; hy moest het tooneelachtige en dwaze van zulk eene handel wyze zelf toestemmen* „Mag ik die schilderyen eens zien?** vroeg Walburga. „Het zyn alle portretten uit onze familie; gedeelteiyk zonder groote kunstwaarde; ik had niet altyd gelegenheid om artisten van naam daarvoor te kiezen. De voornaamste stukken, die wy hebben, zyn in de groote zaal opgehangen." Terwyl hy aldus zyne inlichtingen gaf, nam hy toch vriendeiyk en beleefd eene lamp van de tafel en ging, het licht zoo hoog mogeiyk houdend, langzaam met Walburga de ry langs. Opeens liet Walburga een kreet van ver rassing hooren. Zy zag een schilderij, dat haar overbekend wasde dame met het laag uitgesneden kleed, dat onder de borst door eene ceintuur werd opgehouden; een tulband met mara bouts op het hoofd; en op den achtergrond datzelfde wapen, met het roode kruis en den arm, die het zwaard hoog opheft. Het was eene kopie of het origineel van het stuk, dat in de kamer thuis by hare moeder hing, dat op haar, als klein meisje, had neergezien. Thilo volgde de richting harer oogen. „Myne overgrootmoeder", verklaarde hy. „Ja, dat is een waar kunststuk! Vergeiyk daar nu eens even die andere schildery mede: die twee misteekende figurenhet moeten myn vader als jongmerisch en zyne zuster Joséphine verbeelden; zy was toen nog slechts een aankomend meisje. Welke laffe, niets-be- teökenende gezichten, nietwaar?" Walburga staarde met wydgeopende oogen naar de beeltenis van hare moeder in hare jeugd. „Zoo; is dat?" stamelde KJ. niet wetend wat ly vragen wilde. draaf Thilo, die gaarne vertelde, nam dit op ale eene vraag. .Myn vader ie eenige wekon geledon ge- etorven, zooals u wel gehoord zult hebben. Zijne zuster, dat meisje met da houten figuur en die doffe oogen, daar naaat hem, ia wegz(j ie verloren gegaan of gestorven het rechte van de zaak weet lk niet precies. Zy heeft een huwelijk mot een onwaardige gesloten en sedert heb ik niete meer van haar gehoord." Walburga bezat niet de valsche schaamto van haren broer Lars. Zy verloochende haren vader volstrekt niet. .Hierin vergist u u, mynheer", zeide zy trotscb en koel; .Gravin Joséphine Roth kreuz Is myne moeder en ik acht my ge lukkig u te kunnen verzekeren, dat zy in myn vader een rechtschapen, achtenswaardig echtgenoot gevonden heeft." De belde heeren bleven een oogenblik sprakeloos elkander aanzien. Gerd, omdat zy, door hare eenvoudige, met zooveel waardig heid gesproken woorden, alle verdere opbel- dering voor hem overbodig had gemaakt; Thilo, omdat by deze zoo geheel onverwachte mededeeling niet dadeiyk begreep. Met een gedwongen glimlachje zette hy, na zich even te hebben bedacht, de lamp weder op de tafel. In zyne bevende hand was zy minder zeker. Nu zag hy Gerd in het gelaat, ,Eene zonderlinge verrassing", zeide hu langzaam. .Die heb ik zeker aan u te danken Ik ken uwe voorliefde vanouds, voor theatrale verrassingen." Gerd nam dit (pottend verwyt koeltjes op. .Het schynt mogeiyk theatraal, maar in werkelykbeid kan niets eenvoudiger wezen dan deze ontmoeting van u beiden." .De eigenlyke aanleiding, het indirecte middel er toe ben ik geweest. Want als het my niet ware gelukt juist door dien Lars, die de afkomst zyner moeder poogde uit te vorschen, Joséphine te vinden, dan zou hot kind heden nóch van Zembowitsch, nóch van my iets hebben gehoord. Ik beb haar tot my laten komen en ik reken Walburga, alsof zy myn eigen vleesch en bloed ware, waarvoor ik moet en wil zorgen. Dat ik verlangend was, om haar Zembowitsch te laten zien, begryp je zeker." „Is dit geBchied onder voorbehoud van aan spraak op het later bezit?" vroeg by vinnig. Thans moest Graaf Gerd waariyk lachen maar het was een droevig glimlachje, waar mede hy zeide: „Aanspraak op het bezit van Zembowitsch? Ben jy dan feitelyk hier de eigenaar? Geloof my, als ik er voor myne lieve vriendin JoBé- pbine ook maar een greintje voordeel in had gezien, dan zou ik wel hebben opgepast en gezorgd, dat je vader Zembowitsch niet in banden kreeg. Neen, Joséphine Stelner ie niet ryk genoeg, om, als mede-erfgename van de schulden der Rothkreuzen, hare aanspraken te doen gelden." Tbilo kneep zyne oogen half dicht en beet op zyn knevel. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1