N. 10668.
Vrijdag 30 November.
A0. 1894.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van. <Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 29 November.
Feuilleton.
EENE HELDIN.
IEIDSCH
DA&BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.10.
Afzonderlijke Nommers0 05-
PRIJS DER ADVERTENTIBN:
Van 1-6 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt ƒ0.05 berekend.
Officieel© Kenniageyingen.
Burgemeester en Wethouders van Leidon;
Gezien het adres van de Firma ENGEL Co.,
houdende verzoek om vergunning tot het plaateen
van eene stoommaohine van twoe paardekraoht in
het peroeel Volmolengracht No. 94, voor de bereiding
Van Margarineboter;
Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van 9 Juni 1875
(Staatsblad No. 05);
Geven b$ deze kennis aan het publiek dat ge
noemd verzoek met de belagen op de Secretarie
dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op
Woensdag 12 Dec. a. s., 'e voormiddags te elf uren,
op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegoven
Om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WA8, Burgemeester.
BB Nov. 1894. B. KIST, Seoretaris.
Naar aanleiding van het daartoe strek
kend verzoek van E. J. F. Hoosemans, firma
Oerner 4 C0., om twee kolommen te mogen
plaatsen voor het te verbouwen perceel
Aalmarkt N°. 26, waarvoor moet worden
Ingenomen eene oppervlakte van 0.60 M1.
gemeentegrond, geven Burg. en Weths. den
Raad in overweging aan adressante tot weder
opzeggens in gebruik te geven een gedeelte
gemeentegrond aan de Aalmarkt voor per
ceel N*. 26 voor de oprichting van twee
kolommen, tegen betaling van erne jaarlyk-
sche recognitie van f 0.60.
Verder stellen zfi voor aan adressante ver
gunning te verleenen tot het maken van
twee keldergaten aan den zjjmuur, uitkomende
In de Vlschpoort, onder eenige daarbU te
■tellen voorwaarden.
B. en Ws. deelen den Raad mede dat
de eerste boom, staande aan de Vischbrug
bü den Nieuwen R(jn, belemmering voor de
passage oplevert, zoodat zy het wenschol\jk
achten dat die boom worde opgeruimd.
Hierdoor zal ©enigermate aan het bezwaar,
dat de bestaande toestand van de Vischbrug
Oplevert, kunnen worden te gemoet gekomen,
terwyi tevens In overweging wordt genomen,
welke verdere maatregelen in deze zouden
kunnen worden toegepast.
B. en Ws. geven den Raad mitadien in over
weging tot het doen rooien van bedoelden
boom te besluiten.
Morgen zal dr. A. Nykamp alhier als
leede bedrage voor het diphtheritis-heilserum
naar Utrecht ƒ145 zenden; en wel van; J.
T. Hz. 2.50; B. EL J. A. f 1; I. G. B. (uit
liefde) 1; P. W. ƒ2.60; P. M. B. 2; dr.
Vf. P. 10; mevr. P. T. d. H. 10; N.
N. ƒ10; mevr. wed. v. O. f60; L. J. v. I.
f 1; I. H. B. ƒ6; door bemiddeling van dr.
P. Z. 60.
Men deelt ons mede, dat de tentoon
stelling van Moderne Fransche Prentkunst
nog belangrijk is uitgebreid, doordat daaraan
eenige interessante lithographieên van Ibels
en De Toulouse Lautrec z(jn toegevoegd.
Onherroepelijk moet deze expositie 9
Dec-e-niber a. s. worden gesloten, omdat van
1220 December in de Kunstzaal de porte
feuille van werkende leden van den „Haag-
schen Kunstkring" ter bezichtiging wordt
gesteld.
Deze verzameling, die naar verschillende
steden in ons land wordt gezonden, zal
allereerst te Leiden te zien zijn.
Naar we reeds meldden, hoopt de heer
F. Uittenbroek, hoofd der Christelijke school
aan de Pieterskerkgracht en directeur der
Chr. Normaalschool alhier, morgen, 30 Novem
ber, den dag te herdenken, waarop hü vóór
vtjf en twintig jaren in functie trad als hoofd
eener Christelijke school (te Aalten). De
officiëele receptie zal door den jubilaris echter
niet dien dag, maar eerst Woensdag-namiddag,
5 December a. 8., gehouden worden in het
schoolgebouw aan de Pieterskerkgracht.
In de gisteren gehouden samenkomst
der nu 40 jaren bestaande „Volksvoorlezingen"
trad in de Stadszaal als spreker op onze
vroegere stadgenoot mr. L. H. J. Lamberts
Hurrelbrinck, die indertijd den bezoekers reeds
menig aangenaam uur bezorgde.
Ook thans was dit het geval: hjj las drie
zijner Llmburgsche novellen voor, waarin ver
schillende treurige tooneelen tijdens een car
naval te Maastricht worden geschetst en éóne,
waarin op humoristische wijze wordt mede
gedeeld hoe een nieuwe wereldburger aan zijn
naam kwam.
Op aangenamen, duidelijken, overal verstaan-
baren toon werden deze drie verhalen voor
gedragen, zoodanig, dat het grootste gedeelte
van de opgekomenen als 't ware, om zoo te
zeggen, aan des sprekers lippen hing.
Helaas kunnen wi) dit niet van allen ge-
tulgen.
Aan de eeno zijde is het voor de Oommissie
aangenaam te zien, hoe de belangstelling in
deze Volksbijeenkomsten steeds toeneemt,
maar aan den anderen kant wordt hare taak
er niet gemakkelijker door, om steeds die
orde te doen heerschen, als wel gewenscht is.
Gelijk overal, bevindt zich ook hier kaf
onder het koren.
Vooral na do pauze, toen er in de corridors
„gewandeld" was, bevond zich in do zaal
eene achterhoede, die het den in de nabijheid
met aandacht luisterenden, door haar gebabbel
en andere z. g. aardigheden, vrij onaangenaam
maakte.
De Commissie mogen wij daarvan natuurlijk
geen verwijt maken, maar haar wel den raad in
overwoging geven om de bepaling dat „kinde-
ren" beneden de 16 jaren niet worden toe
gelaten, nog strenger te handhaven en onder
deze ook te begrijpen hen, die zich als
kinderen aanstellen.
De feestvergadering van de Nederl.
Gustaaf-Adolf-vereeniging, op Woensdag 12
December 1894, die gehouden zal worden in
de groote zaal van de Stadszaal, zal opge
luisterd worden door koorgezang.
Als spreker zal optreden dr. I. Th. De
Visser, pred. te Amsterdam, in plaats van
prof. dr. P. J. Muller, die verhinderd is aan
de ultnoodiging van het hoofdbestuur te
voldoen.
Van de Regelings-commlssie der militaire
uitvoering ten voordeele der nagelaten be
trekkingen van gesneuvelde militairen in Ned.-
Indié, gehouden op 9 November 11., ontvingen
wij bericht, dat gisteren op de algemeene
vergadering der onderofficieren van het gar
nizoen, het verslag der Commissie, welke de
rekening en verantwoording heeft nagezien,
is uitgebracht.
Daaruit bleek dat de totale ontvangst is
geweest ƒ1892.95; aan uitgaven zijn 140.86
besteed, zoodat een batig saldo van 1752.10
gestort kan worden bij den penningmeester
van de Leidsche sub-commissie van het
Haagsche Comité.
Een warm woord van hulde aan de Leidsche
ingezetenen ontbrak niet. Aan ben toch is
het te danken, dat de uitvoering zulk een
gunstig resultaat heeft opgeleverd. Maar tevens
aan allen, die de Regelings commissie in hare
moeilijke taak hebben geholpen, werd een
woord van dank gewijd.
Met genoegdoening kan de Regelings com-
missie op haar werk terugzien. Door samen
werking der onderofficieren van het garnizoen
is een flink bedrag ontvangen voor het
Nationaal Fonds, hetwelk zich ten doel stelt
hulp in den nood te verstrekken aan nagelaten
betrekkingen, 't zy van koloniaal of schepeling,
die in Indië zyn leven inboet, by de handha
ving der rechten van onze Kroon.
De heer D. S. De Jong, med. student te
Leiden, is bestemd om te worden benoemd
tot officier van gez. by het leger in O.-It
Dj Fransche mail met berichten uit Indië
wordt hedenavond alhier verwacht.
De Nederlandsche mail met berichten uit
Indië wordt morgenochtend alhier verwacht.
De eerste zitting van den Militieraad
zal voor de belanghebbende lotelingen van
de lichting 1895, uit de gemeente Woubrugge,
worden gehouden in eene der kamers ten
Stadhuize te Leiden op Woensdag 12 Decem
ber a. e., des voorraiddags te kwartier over
elven.
De collecte voor de christeiyke scholen
(scholen met den Bybel) heeft te Zoeterwoude
opgebracht 88.
Den 278ten November werd in het „Zuid-
Hollandsch Koffiehuis" te 's-Gravenhage weder
eene algemeene vergadering gehouden van
de Provinciale VereenigiDg van ambtenaren
ter gemeente-secretarie in Zuid-Holland.
De vergadering werd geopend door den
voorzitter, den heer Van Franck, van Den
Haag, waarna de secretaris, de heer Zaneveld,
van Lisse, de notulen der vorige vergadering
las, welke werden goedgekeurd.
Na het doen van enkele mededeelingen van
hulshoudelyken aard, kwam het eerst aan
de orde het voorstel tot al of niet aansluiting
aan den bond van gemeente ambtenaren.
Met algemeene stemmen werd daartoe be
sloten, ln verband met welk besluit tevens
besloten werd de contributie te verhoogen.
Als bestuursleden werden herkozen de
hoeren Van Franck, van Den Haag, en Van
der Salm, van Sliedrecht.
Door den heer Tolk, van Aarlanderveen,
werd daarna de vraag ingeleid: „Door wie
moeten de kosten worden geleden, voort
vloeiende uit de inkwartiering8wet, voor zooveel
aangaat de paardenkeuring"; eeno inleiding,
welke door een zeer opgewekt debat werd
gevolgd.
Nadat nog besloten was dat de volgende
vergadering te Leiden zal worden gehouden,
sloot de voorzitter do vergadering.
Te Oegstgeest had Dinsdag-avond de
aangekondigde algemeene vergadering plaats
van de ysclub „Oegstgeest" in het café „Wel
tevreden" van den heer De Rooy, aldaar.
Nadat door den secretaris de notulen van de
vorige algemeene vergadering waren voor
gelezen, werd in behandeling genomen eene
missive van de ysclub te Valkenburg, houdende
verzoek om eene kleine tegemoetkoming voor
het onderhoud van een gedeelte van de baan,
loopende van af het Haagsche Schouw tot
de Schenk. Nadat dit voorstel door den voor
zitter in stemming was gebracht, werd het
aangenomen.
Hierna werd door den penningmeester
rekeniog en verantwoording gedaan, waaruit
bleek dat de ontvangsten waren geweest
412.87 en de uitgaven 169.86, sluitende
alzoo met een batig saldo van 243.01. Door
den voorzitter werden de heeren Van Sillevoldt
en Schoneveld uitgenoodigd om de rekening
na te zien, welke accoord werd bevonden,
waarna de voorzitter den penningmeester voor
het nauwkeurig beheer zyn dank betuigde.
Vervolgens werd door den socretaris ver
slag gegeven over den toestand van de ver-
eeniging. Uit het verslag bleek dat, ofschoon
een paar leden wegens vertrek of om andere
redenen als lid hadden bedankt, het aantal
leden steeds vermeerderde, hetgeen zeker een
gevolg is, dat men begint te begrypen dat
niet alleen het aanleggen van goede banen
hot hoofddoel der ysclub is, maar ook dat
in den winter werk wordt verschaft aan be-
hoeftigen. Ook bedankto de voorzitter den
secretaris voor zyn uitgebreid verslag.
Verdor werd overgegaan tot de verkiezing
van een bestuurslid, ter voorziening eener
vacature, en van zes bestuursleden wegens
periodieke aftreding. Gekozen werd de heer
J. Van der Voet, terwyi de zes aftredonde
bestuursleden allen werden herkozen.
Nadat nog door een der leden de vraag
werd gesteld, of het Galgewater ook gerekend
kan worden, voor zoover het onder Oegstgeest
ligt, onder het beheer van do Oegstgeestsche
IJsclub te zyn opgenomen, waarop door den
voorzitter werd geantwoord dat dit door het
bestuur in overweging zal genomen worden,
werd de vergadering, na mededoeling dat er,
ys en weer dienende, in den a. s. winter
eene hardrydery voor behoeftigen zal ge
houden worden, door den voorzitter, die den
leden dank betuigde voor do opkomst, gesloten.
Tot lid van den Raad der gemeente
Oegstgeest is gekozen de heer N. Van der
Spek aldaar, met 102 stemmen. Ingeleverd
waren 121 stembiljetten, waarvan 68 aan het
stembureel aan het Raadhuis en 63 aan het
stembureel aan het Heynsius plein. Vier bil
jetten waren blanco, terwyi er op verschillende
personen nog 15 stemmen waren uitgebracht.
In de te Amsterdam onder leiding van
den heer J. F. Eykman in het Universiteita
gebouw gehouden vergadering van het genoot
schap tot bevordering der natuur-, genees- en
heelkunde is, na afdoening van enkele huis-
houdeiyke zaken, aan dr. Van der Hom van
den Bos, directeur der H. B.-S. te Tilburg,
de gouden medaille vereerd, voor zyn ant
woord op de door het bestuur uitgeschreven
prysvraag, luidende:
„Het Genootschap verlangt het aandeel te
zien aangewezen, dat de scheikundigen in
Frankryk, in Duitschland, in Engeland, in
Zuid- en Noord-Nederland hebben uitgeoefend
in het tot algemeene erkenning brengen van
het systeem van Lavoisier, met verklaring
van het bestaande verschil."
In de plaats van wylen prof. L. C. Van
Goudoever werd tot buiten Amsterdam wonend
consulenUid benoemd prof. Pekelharing, t€
Utrecht.
Tot nieuwe leden werden gekozen de hee
ren: dr. Bakhuis Roozeboom, te Leiden; J.
Spruyt Lanskroon, arts, te Amsterdam, dr.
H. Klinkert, te Rotterdam, dr. H. J. Ham
burger, te Utrecht, prof. A. Rosenberg, te
Utrecht, dr. O. E. Seydel, to Amsterdam, J.
H. Eberson, arts te Amsterdam, dr. L. N. S.
Wassink, te Amsterdam, dr. P. H. Dojes, te
id., dr. Hondius Boldingh, te id., dr. E. Cohen,
te id., dr. J. Ritzema Bos, te Wageningen,
dr. H. G. Ringeling, te Amsterdam, dr. J. v.
d. Spek, te id., H. Offerhaus, offic. van gez.
te id., en J. W. T. Donath, te Wormerveei.
Ingevolge aanschryving van het dep. van
oorlog is de 2de luit. C. M. G. Van Ryswyk
de Jong, van het 5de bat. 4de reg. inf., aan
gesteld tot lsten luitenant. Genoemde luit.
wordt tevens op zyn verzoek overgeplaatst
by het 6de regiment infanterie met bestem
ming naar Breda. Op den lsten December a. e.
zal de luit. Van Ryswyk de Jong derwaarts
vertrekken.
De minister van marine heeft: lo. dea
luit. ter zee 2de kl. F. C. W. Moorees, die
nende aan boord van Hr. Ms. monitor „Reinier
Claeszen", met 4 Dec. a. s. op non-activiteit
gesteld en vervangen door den luit. ter zeo
2de kl. A. C. De Joncheere. Met gelyker.
datum wordt de luit. ter zee 2de kl. jhr. C.
A. L. Van der Wyck geplaatst aan boord van
Hr. Ms. pantserschip „Guinea"; 2o. den luit,
ter zee 2de kl. J. M. Van Wickevoort Crom-
melin, uit Oost Indië in Nederland teruggo-
keerd, op non-activiteit gesteld.
Van E. M. de Koningin Regentes is eene
gift van 50 ingekomen by bestuurders vau
het Willem-Barends fonds te Terschelling.
„Een nieuwe hoed" is de titel van een
boekje, verschenen by de firma W. A. Beschoor,
te 's Gravenhage. Het is een uit het Fran6ch
vertaald eenvoudig verhaal uit het landleven
in Zwitserland.
Wegens gezondheidsredenen is aan den
heer mr. J. A. Van Hasselt, burgemeostcr
van Apeldoorn, een buitenlandsch vorlof vin
4 weken toegestaan.
De Raad der gemeente Beemeter hoeft
eene oommissie van 12 dames benoemd, om
toezicht te houden op het onderwys in de
vrouwelyke handwerken.
62)
Hoewel de familie door menig vreemd
soortig huweiyk en door menig verbasterd
lid reeds zeer in verval was geraakt en door
andere, oud-adellyke geslachten niet meer
„voor vol" werd aangezienhoewel, juist om
die reden, de oude graaf tot in het bespot-
teiyke overdreven op feudallteit gesteld was,
zou men dit huweiyk beneden haren stand
van Joséphine wel door de vingers hebben
willen zien, als - ja, als de middelen dit
slechts hadden veroorloofd.
„Maar er was sedert lang op gerekend, dat
Joséphine een ryk huweiyk zou doen; dat
het fortuin, dat zy hierdoor in de familie
bracht, den ondergang van Zembowitsch, die
voortdurend dreigde, zou tegenhouden, althans
verschuiven. Je moeder is wel in weelde
opgevoed, doch die glans was maar schyn.
In twist, geldzorg en leugen is de jonge
vrooiykheld van Je moeder te gronde gegaan.
Toen zy de ouderlyke woning met die van
Steiners moeder verwisselde, om daarginds
haar huweiyk te sluiten, was zy voor hare
familie onmogeiyk gewordenmen heeft haar
niet opgezocht en dit had zyoe goede reden
hare vordering van haar wettig erfdeel zou
eenvoudig het bankroet der familie hebben
ten gevolge gehad, zonder haar een cent
ryker te maken."
Walburga bleef zwygen. De looden scheme
ring kroop langzaam door het park en legde
haren nevelensluier om het oude kasteel.
Z(J naderden het groote buis en toen zy
er om heen liepen, om den hoofdingang te
bereiken, zeide Walburga schamper:
,Nu, het brood, dat moeder aan de tafel
van mijn vader gegeten heeft, wae althans
wel betaald."
Graaf Gerd stond stil. Hy nam hare hand
liefkoozend tusschen de zyne en antwoordde:
„Dat was het ook tot nog toel En
zooals ik Joséphine ken, heeft het haar juist
daarom oneindig beter gesmaakt, dan het
fijne wild op de zilveren schotels van Zem
bowitsch. Tot nog toe, Walburga 1 Thans klopt
misschien de armoe aan hare deur. En m|]D
lief, trotsch vriendinnetje wil niet langer by
my blyven, hoewel dit de eenige weg is om
hare moeder te helpen? Zeg, Walburga, zie
je geeue mogelykbeid aan je hoogmoed het
zwygen op te leggen, om harentwil? Je weet
het immers, in eene andere, eene dienstbare
betrekking, zou Je vooreerst niet meer dan
een paar honderd mark verdienener zou dus
byna niets overschieten om naar huis te
kunnen zenden?"
„Daarom hebt n my hierheen gebracht?
Daarom hebt u mtj de lotgevallen myner
moeder verhaald?" riep het jonge meisje uit,
en zy zag hem met hare groote kinderoogen
zoo vol overweldigende dankbaarheid aan, dat
die goede Gerd er verlegen over werd. Hy
bloosde en drukte hare hand nog steviger
tusschen de zyne.
„Nu ja - daarom 1 Ik wilde je doen ge
voelen hoe ontzettend veel zelfverloochening
je moeder altyd heeft beoefend. Ik wilde je
te verstaan geven, dat het jou gegeven ia,
de reeds zoo zwaar beproefde vrouw nog
meer leed te besparen. Je moet het my toe
staan, je moet my helpen om voortdurend je
familie te gemoet te komen, zonder dat je
ouders het feitelyk merken. En als het je
eenige overwinning kost om dit te doen, nu
tracht dan je daarin te oefenen."
Walburga drukte hem de hand.
„Laat ons daar later over praten", zeide
zy ontroerd. Ik biyf hier. Ik dank u en lk
blyf hier, als u my belooft my later te helpen
een weg te zoeken, waarop ik later in myn
eigen onderhoud, voor myzelve alleen, zal
kunnen voorzien."
Ook Gerd was diep bewogen. Maar op dit
oogenblik bezielde hem eene schynbaar onge
gronde droefheid, waaruit ten laatste alleen
die gedachte duideiyk op den voorgrond trad:
„Waarom kan dit zeldzaam lieve meisje
niet myne vrouw worden?"
Zyne fijngevoeligheid liet de mogelykheid
Daar iets dergeiyke te streven niet opkomen.
De liefde voor de moeder van Walburga ver
bood bet hem; en dan ook het plan, dat hy
gemaakt had om haar met Thilo te vereeni
gen, en het groot verschil van zyn en haren
leeftyd. Hy bekende het zichzelven niet, dat
ieder ander man onder deze bestaande om
standigheden eenvoudig elk bezwaar zou heb
ben ter zyde geschoven.
De eerste helft van zyn leven had hy aan
zyne ongelukkige liefde voor Joséphine ten
offer gebracht; het noodlot scheen het zoo
te hebben beschikt, dat h(j do tweede helft
aan zyne onbaatzuchtige liefde tot Walburga
wyden zou.
Hy zuchttehy was bedroefdmaar hy
was niet ontevreden.
De meeste menschen hebben behoefte aan
geluk of aan eene daad, om daarmede hun
bestaan aan te vullenby Graaf Gerd scheen
die behoefte ook te bestaan, maar aan eene
voortdurende, zichzelf verloochenende Bmart;
deze bad hy noodig om zyn zieleleven tot
voedsel en onderhoud te verstrekken. Hy had
de smart lief; hy koesterde baar en hield
zich voortdurend met baar en met de bekoor
ïyke aanleiding daartoe bezig.
Walburga stapte hem nu snel vooruit. Zy
droeg haar hoofd buitengewoon hoog en hare
houding was fier. Het scheen wel, dat zy er
zich op wilde verheffen, dat zy, volgeua recht
en billykheid, dezen grond betreden mocht.
Om den toren heenloopend, zagen zy hun
rytuig voor den hoofdingang staan. De koetsier
sprak met iemand, die op de stoep stond.
Waarscbynlyk had hy gezegd, dat zyn meester
in aantocht was, want nu kwam oen heer
met spoed hun tegemoet loopen.
„Oom Gerdl Uw leeg rytuig voor myne
deur heeft my al een half uur lang zenuw
achtig gemaakt", riep hy reeds op een afstand.
De heeren gaven elkander de hand en thans
boog de jongste voor Walburga en zeide;
„Mag ik u verzoeken, oom?"
„Graaf Thilo Rotbkreuz mejuffrouw Wal
burga Steiner, de jonge vriendin van tante
Fedora", stelde Gerd voor.
Walburga zag haren neef onderzoekend aan.
Was het de schuld van het grjjzo schemer
licht of miste dit gelaat eiken zweem van
kleur? Een paar levendige oogen.die zy lator als
blauwe leerde onderscheiden, fonkelden haa:
tegemoet. Graaf Thilo had donker haar, dat
op militaire wyze, dus kort, geknipt was;
een zwaren knevel, die naar beide uiteinden
haarscherp was gepunt. Het geheel maakte
den indruk van een groot en voornaam heer.
„Zoo roede terug? En ik wist er nieta
van 1" zeide Graaf Gerd. Hy scheen verbaasd,
dat Thilo niet dadeiyk behoefte aan zyn, aan
Gerds, raad had gevoeld, in het eerste uur
zyner thuiskomst.
„Dezen middag pas aangekomen. Ik zru
van avond anders zeker Daar Rakitsch ge
reden zyn."
„Ga dan nu met ons terug! Wy ryden o:k
naar huis; ik wilde juffrouw Steiner iets van
den omtrek laten zien."
„En bevalt deze streek u nogal Is u reed»
een poosje hier, freule? Denkt u eenigen t(jd
te blyven?" vroeg Thilo zeer beleefd, hoewel
hy den koetsier omtrent die „dame", die
tegenwoordig op Rakitsch moest wonen, tao
uitgevraagd en van hem vernomen had, dat
het „maar eene gezelschapsjuffrouw van de
oude gravin" was.
Nog eer Walburga tyd had cm bom ant
woord fe geven, liet hy het verzoek volgen,
toch naar binnen te willen gaan.
{Wordt vervolgd.)