N. 10668. Vrijdag 30 November. A0. 1894. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van. <Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 29 November. Feuilleton. EENE HELDIN. IEIDSCH DA&BLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post1.10. Afzonderlijke Nommers0 05- PRIJS DER ADVERTENTIBN: Van 1-6 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt ƒ0.05 berekend. Officieel© Kenniageyingen. Burgemeester en Wethouders van Leidon; Gezien het adres van de Firma ENGEL Co., houdende verzoek om vergunning tot het plaateen van eene stoommaohine van twoe paardekraoht in het peroeel Volmolengracht No. 94, voor de bereiding Van Margarineboter; Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van 9 Juni 1875 (Staatsblad No. 05); Geven b$ deze kennis aan het publiek dat ge noemd verzoek met de belagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Woensdag 12 Dec. a. s., 'e voormiddags te elf uren, op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegoven Om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WA8, Burgemeester. BB Nov. 1894. B. KIST, Seoretaris. Naar aanleiding van het daartoe strek kend verzoek van E. J. F. Hoosemans, firma Oerner 4 C0., om twee kolommen te mogen plaatsen voor het te verbouwen perceel Aalmarkt N°. 26, waarvoor moet worden Ingenomen eene oppervlakte van 0.60 M1. gemeentegrond, geven Burg. en Weths. den Raad in overweging aan adressante tot weder opzeggens in gebruik te geven een gedeelte gemeentegrond aan de Aalmarkt voor per ceel N*. 26 voor de oprichting van twee kolommen, tegen betaling van erne jaarlyk- sche recognitie van f 0.60. Verder stellen zfi voor aan adressante ver gunning te verleenen tot het maken van twee keldergaten aan den zjjmuur, uitkomende In de Vlschpoort, onder eenige daarbU te ■tellen voorwaarden. B. en Ws. deelen den Raad mede dat de eerste boom, staande aan de Vischbrug bü den Nieuwen R(jn, belemmering voor de passage oplevert, zoodat zy het wenschol\jk achten dat die boom worde opgeruimd. Hierdoor zal ©enigermate aan het bezwaar, dat de bestaande toestand van de Vischbrug Oplevert, kunnen worden te gemoet gekomen, terwyi tevens In overweging wordt genomen, welke verdere maatregelen in deze zouden kunnen worden toegepast. B. en Ws. geven den Raad mitadien in over weging tot het doen rooien van bedoelden boom te besluiten. Morgen zal dr. A. Nykamp alhier als leede bedrage voor het diphtheritis-heilserum naar Utrecht ƒ145 zenden; en wel van; J. T. Hz. 2.50; B. EL J. A. f 1; I. G. B. (uit liefde) 1; P. W. ƒ2.60; P. M. B. 2; dr. Vf. P. 10; mevr. P. T. d. H. 10; N. N. ƒ10; mevr. wed. v. O. f60; L. J. v. I. f 1; I. H. B. ƒ6; door bemiddeling van dr. P. Z. 60. Men deelt ons mede, dat de tentoon stelling van Moderne Fransche Prentkunst nog belangrijk is uitgebreid, doordat daaraan eenige interessante lithographieên van Ibels en De Toulouse Lautrec z(jn toegevoegd. Onherroepelijk moet deze expositie 9 Dec-e-niber a. s. worden gesloten, omdat van 1220 December in de Kunstzaal de porte feuille van werkende leden van den „Haag- schen Kunstkring" ter bezichtiging wordt gesteld. Deze verzameling, die naar verschillende steden in ons land wordt gezonden, zal allereerst te Leiden te zien zijn. Naar we reeds meldden, hoopt de heer F. Uittenbroek, hoofd der Christelijke school aan de Pieterskerkgracht en directeur der Chr. Normaalschool alhier, morgen, 30 Novem ber, den dag te herdenken, waarop hü vóór vtjf en twintig jaren in functie trad als hoofd eener Christelijke school (te Aalten). De officiëele receptie zal door den jubilaris echter niet dien dag, maar eerst Woensdag-namiddag, 5 December a. 8., gehouden worden in het schoolgebouw aan de Pieterskerkgracht. In de gisteren gehouden samenkomst der nu 40 jaren bestaande „Volksvoorlezingen" trad in de Stadszaal als spreker op onze vroegere stadgenoot mr. L. H. J. Lamberts Hurrelbrinck, die indertijd den bezoekers reeds menig aangenaam uur bezorgde. Ook thans was dit het geval: hjj las drie zijner Llmburgsche novellen voor, waarin ver schillende treurige tooneelen tijdens een car naval te Maastricht worden geschetst en éóne, waarin op humoristische wijze wordt mede gedeeld hoe een nieuwe wereldburger aan zijn naam kwam. Op aangenamen, duidelijken, overal verstaan- baren toon werden deze drie verhalen voor gedragen, zoodanig, dat het grootste gedeelte van de opgekomenen als 't ware, om zoo te zeggen, aan des sprekers lippen hing. Helaas kunnen wi) dit niet van allen ge- tulgen. Aan de eeno zijde is het voor de Oommissie aangenaam te zien, hoe de belangstelling in deze Volksbijeenkomsten steeds toeneemt, maar aan den anderen kant wordt hare taak er niet gemakkelijker door, om steeds die orde te doen heerschen, als wel gewenscht is. Gelijk overal, bevindt zich ook hier kaf onder het koren. Vooral na do pauze, toen er in de corridors „gewandeld" was, bevond zich in do zaal eene achterhoede, die het den in de nabijheid met aandacht luisterenden, door haar gebabbel en andere z. g. aardigheden, vrij onaangenaam maakte. De Commissie mogen wij daarvan natuurlijk geen verwijt maken, maar haar wel den raad in overwoging geven om de bepaling dat „kinde- ren" beneden de 16 jaren niet worden toe gelaten, nog strenger te handhaven en onder deze ook te begrijpen hen, die zich als kinderen aanstellen. De feestvergadering van de Nederl. Gustaaf-Adolf-vereeniging, op Woensdag 12 December 1894, die gehouden zal worden in de groote zaal van de Stadszaal, zal opge luisterd worden door koorgezang. Als spreker zal optreden dr. I. Th. De Visser, pred. te Amsterdam, in plaats van prof. dr. P. J. Muller, die verhinderd is aan de ultnoodiging van het hoofdbestuur te voldoen. Van de Regelings-commlssie der militaire uitvoering ten voordeele der nagelaten be trekkingen van gesneuvelde militairen in Ned.- Indié, gehouden op 9 November 11., ontvingen wij bericht, dat gisteren op de algemeene vergadering der onderofficieren van het gar nizoen, het verslag der Commissie, welke de rekening en verantwoording heeft nagezien, is uitgebracht. Daaruit bleek dat de totale ontvangst is geweest ƒ1892.95; aan uitgaven zijn 140.86 besteed, zoodat een batig saldo van 1752.10 gestort kan worden bij den penningmeester van de Leidsche sub-commissie van het Haagsche Comité. Een warm woord van hulde aan de Leidsche ingezetenen ontbrak niet. Aan ben toch is het te danken, dat de uitvoering zulk een gunstig resultaat heeft opgeleverd. Maar tevens aan allen, die de Regelings commissie in hare moeilijke taak hebben geholpen, werd een woord van dank gewijd. Met genoegdoening kan de Regelings com- missie op haar werk terugzien. Door samen werking der onderofficieren van het garnizoen is een flink bedrag ontvangen voor het Nationaal Fonds, hetwelk zich ten doel stelt hulp in den nood te verstrekken aan nagelaten betrekkingen, 't zy van koloniaal of schepeling, die in Indië zyn leven inboet, by de handha ving der rechten van onze Kroon. De heer D. S. De Jong, med. student te Leiden, is bestemd om te worden benoemd tot officier van gez. by het leger in O.-It Dj Fransche mail met berichten uit Indië wordt hedenavond alhier verwacht. De Nederlandsche mail met berichten uit Indië wordt morgenochtend alhier verwacht. De eerste zitting van den Militieraad zal voor de belanghebbende lotelingen van de lichting 1895, uit de gemeente Woubrugge, worden gehouden in eene der kamers ten Stadhuize te Leiden op Woensdag 12 Decem ber a. e., des voorraiddags te kwartier over elven. De collecte voor de christeiyke scholen (scholen met den Bybel) heeft te Zoeterwoude opgebracht 88. Den 278ten November werd in het „Zuid- Hollandsch Koffiehuis" te 's-Gravenhage weder eene algemeene vergadering gehouden van de Provinciale VereenigiDg van ambtenaren ter gemeente-secretarie in Zuid-Holland. De vergadering werd geopend door den voorzitter, den heer Van Franck, van Den Haag, waarna de secretaris, de heer Zaneveld, van Lisse, de notulen der vorige vergadering las, welke werden goedgekeurd. Na het doen van enkele mededeelingen van hulshoudelyken aard, kwam het eerst aan de orde het voorstel tot al of niet aansluiting aan den bond van gemeente ambtenaren. Met algemeene stemmen werd daartoe be sloten, ln verband met welk besluit tevens besloten werd de contributie te verhoogen. Als bestuursleden werden herkozen de hoeren Van Franck, van Den Haag, en Van der Salm, van Sliedrecht. Door den heer Tolk, van Aarlanderveen, werd daarna de vraag ingeleid: „Door wie moeten de kosten worden geleden, voort vloeiende uit de inkwartiering8wet, voor zooveel aangaat de paardenkeuring"; eeno inleiding, welke door een zeer opgewekt debat werd gevolgd. Nadat nog besloten was dat de volgende vergadering te Leiden zal worden gehouden, sloot de voorzitter do vergadering. Te Oegstgeest had Dinsdag-avond de aangekondigde algemeene vergadering plaats van de ysclub „Oegstgeest" in het café „Wel tevreden" van den heer De Rooy, aldaar. Nadat door den secretaris de notulen van de vorige algemeene vergadering waren voor gelezen, werd in behandeling genomen eene missive van de ysclub te Valkenburg, houdende verzoek om eene kleine tegemoetkoming voor het onderhoud van een gedeelte van de baan, loopende van af het Haagsche Schouw tot de Schenk. Nadat dit voorstel door den voor zitter in stemming was gebracht, werd het aangenomen. Hierna werd door den penningmeester rekeniog en verantwoording gedaan, waaruit bleek dat de ontvangsten waren geweest 412.87 en de uitgaven 169.86, sluitende alzoo met een batig saldo van 243.01. Door den voorzitter werden de heeren Van Sillevoldt en Schoneveld uitgenoodigd om de rekening na te zien, welke accoord werd bevonden, waarna de voorzitter den penningmeester voor het nauwkeurig beheer zyn dank betuigde. Vervolgens werd door den socretaris ver slag gegeven over den toestand van de ver- eeniging. Uit het verslag bleek dat, ofschoon een paar leden wegens vertrek of om andere redenen als lid hadden bedankt, het aantal leden steeds vermeerderde, hetgeen zeker een gevolg is, dat men begint te begrypen dat niet alleen het aanleggen van goede banen hot hoofddoel der ysclub is, maar ook dat in den winter werk wordt verschaft aan be- hoeftigen. Ook bedankto de voorzitter den secretaris voor zyn uitgebreid verslag. Verdor werd overgegaan tot de verkiezing van een bestuurslid, ter voorziening eener vacature, en van zes bestuursleden wegens periodieke aftreding. Gekozen werd de heer J. Van der Voet, terwyi de zes aftredonde bestuursleden allen werden herkozen. Nadat nog door een der leden de vraag werd gesteld, of het Galgewater ook gerekend kan worden, voor zoover het onder Oegstgeest ligt, onder het beheer van do Oegstgeestsche IJsclub te zyn opgenomen, waarop door den voorzitter werd geantwoord dat dit door het bestuur in overweging zal genomen worden, werd de vergadering, na mededoeling dat er, ys en weer dienende, in den a. s. winter eene hardrydery voor behoeftigen zal ge houden worden, door den voorzitter, die den leden dank betuigde voor do opkomst, gesloten. Tot lid van den Raad der gemeente Oegstgeest is gekozen de heer N. Van der Spek aldaar, met 102 stemmen. Ingeleverd waren 121 stembiljetten, waarvan 68 aan het stembureel aan het Raadhuis en 63 aan het stembureel aan het Heynsius plein. Vier bil jetten waren blanco, terwyi er op verschillende personen nog 15 stemmen waren uitgebracht. In de te Amsterdam onder leiding van den heer J. F. Eykman in het Universiteita gebouw gehouden vergadering van het genoot schap tot bevordering der natuur-, genees- en heelkunde is, na afdoening van enkele huis- houdeiyke zaken, aan dr. Van der Hom van den Bos, directeur der H. B.-S. te Tilburg, de gouden medaille vereerd, voor zyn ant woord op de door het bestuur uitgeschreven prysvraag, luidende: „Het Genootschap verlangt het aandeel te zien aangewezen, dat de scheikundigen in Frankryk, in Duitschland, in Engeland, in Zuid- en Noord-Nederland hebben uitgeoefend in het tot algemeene erkenning brengen van het systeem van Lavoisier, met verklaring van het bestaande verschil." In de plaats van wylen prof. L. C. Van Goudoever werd tot buiten Amsterdam wonend consulenUid benoemd prof. Pekelharing, t€ Utrecht. Tot nieuwe leden werden gekozen de hee ren: dr. Bakhuis Roozeboom, te Leiden; J. Spruyt Lanskroon, arts, te Amsterdam, dr. H. Klinkert, te Rotterdam, dr. H. J. Ham burger, te Utrecht, prof. A. Rosenberg, te Utrecht, dr. O. E. Seydel, to Amsterdam, J. H. Eberson, arts te Amsterdam, dr. L. N. S. Wassink, te Amsterdam, dr. P. H. Dojes, te id., dr. Hondius Boldingh, te id., dr. E. Cohen, te id., dr. J. Ritzema Bos, te Wageningen, dr. H. G. Ringeling, te Amsterdam, dr. J. v. d. Spek, te id., H. Offerhaus, offic. van gez. te id., en J. W. T. Donath, te Wormerveei. Ingevolge aanschryving van het dep. van oorlog is de 2de luit. C. M. G. Van Ryswyk de Jong, van het 5de bat. 4de reg. inf., aan gesteld tot lsten luitenant. Genoemde luit. wordt tevens op zyn verzoek overgeplaatst by het 6de regiment infanterie met bestem ming naar Breda. Op den lsten December a. e. zal de luit. Van Ryswyk de Jong derwaarts vertrekken. De minister van marine heeft: lo. dea luit. ter zee 2de kl. F. C. W. Moorees, die nende aan boord van Hr. Ms. monitor „Reinier Claeszen", met 4 Dec. a. s. op non-activiteit gesteld en vervangen door den luit. ter zeo 2de kl. A. C. De Joncheere. Met gelyker. datum wordt de luit. ter zee 2de kl. jhr. C. A. L. Van der Wyck geplaatst aan boord van Hr. Ms. pantserschip „Guinea"; 2o. den luit, ter zee 2de kl. J. M. Van Wickevoort Crom- melin, uit Oost Indië in Nederland teruggo- keerd, op non-activiteit gesteld. Van E. M. de Koningin Regentes is eene gift van 50 ingekomen by bestuurders vau het Willem-Barends fonds te Terschelling. „Een nieuwe hoed" is de titel van een boekje, verschenen by de firma W. A. Beschoor, te 's Gravenhage. Het is een uit het Fran6ch vertaald eenvoudig verhaal uit het landleven in Zwitserland. Wegens gezondheidsredenen is aan den heer mr. J. A. Van Hasselt, burgemeostcr van Apeldoorn, een buitenlandsch vorlof vin 4 weken toegestaan. De Raad der gemeente Beemeter hoeft eene oommissie van 12 dames benoemd, om toezicht te houden op het onderwys in de vrouwelyke handwerken. 62) Hoewel de familie door menig vreemd soortig huweiyk en door menig verbasterd lid reeds zeer in verval was geraakt en door andere, oud-adellyke geslachten niet meer „voor vol" werd aangezienhoewel, juist om die reden, de oude graaf tot in het bespot- teiyke overdreven op feudallteit gesteld was, zou men dit huweiyk beneden haren stand van Joséphine wel door de vingers hebben willen zien, als - ja, als de middelen dit slechts hadden veroorloofd. „Maar er was sedert lang op gerekend, dat Joséphine een ryk huweiyk zou doen; dat het fortuin, dat zy hierdoor in de familie bracht, den ondergang van Zembowitsch, die voortdurend dreigde, zou tegenhouden, althans verschuiven. Je moeder is wel in weelde opgevoed, doch die glans was maar schyn. In twist, geldzorg en leugen is de jonge vrooiykheld van Je moeder te gronde gegaan. Toen zy de ouderlyke woning met die van Steiners moeder verwisselde, om daarginds haar huweiyk te sluiten, was zy voor hare familie onmogeiyk gewordenmen heeft haar niet opgezocht en dit had zyoe goede reden hare vordering van haar wettig erfdeel zou eenvoudig het bankroet der familie hebben ten gevolge gehad, zonder haar een cent ryker te maken." Walburga bleef zwygen. De looden scheme ring kroop langzaam door het park en legde haren nevelensluier om het oude kasteel. Z(J naderden het groote buis en toen zy er om heen liepen, om den hoofdingang te bereiken, zeide Walburga schamper: ,Nu, het brood, dat moeder aan de tafel van mijn vader gegeten heeft, wae althans wel betaald." Graaf Gerd stond stil. Hy nam hare hand liefkoozend tusschen de zyne en antwoordde: „Dat was het ook tot nog toel En zooals ik Joséphine ken, heeft het haar juist daarom oneindig beter gesmaakt, dan het fijne wild op de zilveren schotels van Zem bowitsch. Tot nog toe, Walburga 1 Thans klopt misschien de armoe aan hare deur. En m|]D lief, trotsch vriendinnetje wil niet langer by my blyven, hoewel dit de eenige weg is om hare moeder te helpen? Zeg, Walburga, zie je geeue mogelykbeid aan je hoogmoed het zwygen op te leggen, om harentwil? Je weet het immers, in eene andere, eene dienstbare betrekking, zou Je vooreerst niet meer dan een paar honderd mark verdienener zou dus byna niets overschieten om naar huis te kunnen zenden?" „Daarom hebt n my hierheen gebracht? Daarom hebt u mtj de lotgevallen myner moeder verhaald?" riep het jonge meisje uit, en zy zag hem met hare groote kinderoogen zoo vol overweldigende dankbaarheid aan, dat die goede Gerd er verlegen over werd. Hy bloosde en drukte hare hand nog steviger tusschen de zyne. „Nu ja - daarom 1 Ik wilde je doen ge voelen hoe ontzettend veel zelfverloochening je moeder altyd heeft beoefend. Ik wilde je te verstaan geven, dat het jou gegeven ia, de reeds zoo zwaar beproefde vrouw nog meer leed te besparen. Je moet het my toe staan, je moet my helpen om voortdurend je familie te gemoet te komen, zonder dat je ouders het feitelyk merken. En als het je eenige overwinning kost om dit te doen, nu tracht dan je daarin te oefenen." Walburga drukte hem de hand. „Laat ons daar later over praten", zeide zy ontroerd. Ik biyf hier. Ik dank u en lk blyf hier, als u my belooft my later te helpen een weg te zoeken, waarop ik later in myn eigen onderhoud, voor myzelve alleen, zal kunnen voorzien." Ook Gerd was diep bewogen. Maar op dit oogenblik bezielde hem eene schynbaar onge gronde droefheid, waaruit ten laatste alleen die gedachte duideiyk op den voorgrond trad: „Waarom kan dit zeldzaam lieve meisje niet myne vrouw worden?" Zyne fijngevoeligheid liet de mogelykheid Daar iets dergeiyke te streven niet opkomen. De liefde voor de moeder van Walburga ver bood bet hem; en dan ook het plan, dat hy gemaakt had om haar met Thilo te vereeni gen, en het groot verschil van zyn en haren leeftyd. Hy bekende het zichzelven niet, dat ieder ander man onder deze bestaande om standigheden eenvoudig elk bezwaar zou heb ben ter zyde geschoven. De eerste helft van zyn leven had hy aan zyne ongelukkige liefde voor Joséphine ten offer gebracht; het noodlot scheen het zoo te hebben beschikt, dat h(j do tweede helft aan zyne onbaatzuchtige liefde tot Walburga wyden zou. Hy zuchttehy was bedroefdmaar hy was niet ontevreden. De meeste menschen hebben behoefte aan geluk of aan eene daad, om daarmede hun bestaan aan te vullenby Graaf Gerd scheen die behoefte ook te bestaan, maar aan eene voortdurende, zichzelf verloochenende Bmart; deze bad hy noodig om zyn zieleleven tot voedsel en onderhoud te verstrekken. Hy had de smart lief; hy koesterde baar en hield zich voortdurend met baar en met de bekoor ïyke aanleiding daartoe bezig. Walburga stapte hem nu snel vooruit. Zy droeg haar hoofd buitengewoon hoog en hare houding was fier. Het scheen wel, dat zy er zich op wilde verheffen, dat zy, volgeua recht en billykheid, dezen grond betreden mocht. Om den toren heenloopend, zagen zy hun rytuig voor den hoofdingang staan. De koetsier sprak met iemand, die op de stoep stond. Waarscbynlyk had hy gezegd, dat zyn meester in aantocht was, want nu kwam oen heer met spoed hun tegemoet loopen. „Oom Gerdl Uw leeg rytuig voor myne deur heeft my al een half uur lang zenuw achtig gemaakt", riep hy reeds op een afstand. De heeren gaven elkander de hand en thans boog de jongste voor Walburga en zeide; „Mag ik u verzoeken, oom?" „Graaf Thilo Rotbkreuz mejuffrouw Wal burga Steiner, de jonge vriendin van tante Fedora", stelde Gerd voor. Walburga zag haren neef onderzoekend aan. Was het de schuld van het grjjzo schemer licht of miste dit gelaat eiken zweem van kleur? Een paar levendige oogen.die zy lator als blauwe leerde onderscheiden, fonkelden haa: tegemoet. Graaf Thilo had donker haar, dat op militaire wyze, dus kort, geknipt was; een zwaren knevel, die naar beide uiteinden haarscherp was gepunt. Het geheel maakte den indruk van een groot en voornaam heer. „Zoo roede terug? En ik wist er nieta van 1" zeide Graaf Gerd. Hy scheen verbaasd, dat Thilo niet dadeiyk behoefte aan zyn, aan Gerds, raad had gevoeld, in het eerste uur zyner thuiskomst. „Dezen middag pas aangekomen. Ik zru van avond anders zeker Daar Rakitsch ge reden zyn." „Ga dan nu met ons terug! Wy ryden o:k naar huis; ik wilde juffrouw Steiner iets van den omtrek laten zien." „En bevalt deze streek u nogal Is u reed» een poosje hier, freule? Denkt u eenigen t(jd te blyven?" vroeg Thilo zeer beleefd, hoewel hy den koetsier omtrent die „dame", die tegenwoordig op Rakitsch moest wonen, tao uitgevraagd en van hem vernomen had, dat het „maar eene gezelschapsjuffrouw van de oude gravin" was. Nog eer Walburga tyd had cm bom ant woord fe geven, liet hy het verzoek volgen, toch naar binnen te willen gaan. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1