N". 10667. Donderdag 29 November. A0. 1894. feze (Courant wordt -dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 28 November. Feuilleton. EENE HELDIN. IEIBSCH BAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommerg f 1.10. 1.40. 0.05. PRUS DER AT>v WK-'I'WN'I'I fcrr- Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17(. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Tweede Blad. Hedenmiddag ontvingen wy por Engelsche mail de Bataviasche bladen van 24 en 25 Oct., alsmede de „Deli-Crt." van 24 en 27 Oct. De Nederlandsche mail, met berichten uit Batavia tot 30 Oct., kan 80 dezer alhier worden verwacht. By de eerste voorstelling te Rotterdam van het nieuwe stuk van W. G. Van Nouhuys, ,In kleinen kring", dat hedenavond alhier wordt opgevoerd, werden de artisten na elke acte met warmte teruggeroepen en aan het slot moest het gorden herhaaldelijk omhoog gaan. De dames kregen bouquetten, mevr. Jiulder-Roelofsen eeno prachtige corbeille met chrysanten en Jan C. De Vos een palmtak met bloemen. Aan den schrijver werden op het tooneel twee kransen aangeboden, waarvan •en van de Rotterdamsche afdeeling van het #Tooneelverbond". Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Nieuw York, door middel van het stoomschip „Zaandam", van Amsterdam vertrekkende. Ten postkantore al hier moeten de brieven, enz. uiterlijk Vrijdag avond om 10.80 bezorgd zijn. De wijze van verzending behoort duidelijk op het adres vermeld te worden. Gisteravond had te Warmond in het café „De Sad Rome" de aangekondigde algemeene vergadering plaats van deWarmondsche IJsclub. Na opening door den president werden door den secretaris de notulen der vorige vergade ring gelezen en daarna goedgekeurd. Ver volgens werd rekening en verantwoording gedaan door den penningmeester, waaruit bleek dat de vereeniging 106 leden of dona teurs telt, in kas was f 168.20, de ontvang sten bedroegen f 130.64, te zamen f 288.84. De uitgaven bedroegen f 91.66, zoodat de vereeniging een batig saldo heeft van f 197.18, welke gelden zijn gedeponeerd in de Rijks postspaarbank. De rekening, in orde bevonden zijnde, werd door den president aan den pen ningmeester dank gebracht voor zijn gehouden beheer. Alsnu was aan do orde de verkiezing van vtjf leden van het bestuur, wegens periodieke aftreding van de heeren O. C. Nederburgh, president; 8. J. Schouten, P. G. Paarden- kooper, Th. Mol man en P. S. Van Ryn, com missarissen. De uitslag was, dat alle aftre dende leden herkozen werden. Toen de pre sident vroeg of nog een der aanwezige leden het woord verlangdo, werd door een der leden de vraag gedaan of van de aanwezige of gecontribueerde gelden ook feestjes of hard rijderijen gehouden werden, waarop door den president werd geantwoord dat dit niet het geval waa, maar de gelden alleen en uitslui tend bestemd waren voor werkverschaffing op het ijs aan werkloozen. Niemand het woord meer verlangende, werd door den president de vergadering gesloten. Donderdag a. s., des avonds te zeven uren, zal te Katwijk aan den Ryn, in het „Hotel de Roskam", eene algemeene vergade ring worden gehouden van de ysclub „Voor waarts." Vrijdag den 30sten dezer, des avonds te zeven uren, zal in hetzelfde hotel eene alge meene vergadering plaats hebben van de vereeniging „Bloembollencultuur", te Katwijk. Uit 's-Gravenhage is gisteravond naar Berlijn vertrokken graaf Von Rantzau, de Duitsche gezant bij ons Hof. Op 1 December a. s. zal het 26 jaren geleden zyn, dat do heer J. Nuhout Van der Veen benoemd werd tot secretaris der ge meente Alkmaar. Sedert 1883 bekleedt de heer Van der Veen tevens de betrekking van schoolopziener in het arrondissement Alkmaar. De gemeente Laagnieuwkoop is een harer meest geachte ingezetenen, de heer J. W. Casant, door den dood ontvallen. De over ledene, die den leeftijd van 69 jaren bereikte, bekleedde verschillende openbare betrekkingen als wethouder, heemraad van het waterschap Laagnieuwkoop en kerkvoogd der Ned.-Herv. gemeente. By de voortgezette beraadslagingen in de Tweede Kamer over de Indische begroo ting verzekerde de minister aan den heer Gerritsen, dat als het belang van Indië dit eischte, hy met zou opzien tegen uitbreiding van den verkoop van koffie in Indië. Aan den heer Smits van Oijen verklaarde de minister dat de levering der helmhoeden geschiedt door een Nederlandsch fabrikant en dat, als hy lager aanbiedingen verkreeg, hij deze zou overwegen. Aan den heer Smits verzekerde de minister dat nog geene beslissing is geno men waar het nieuwe schip, een zoogenaamde achterwieler, zal worden gebouwd. De minister zal nauwkeurig nagaan of de bouw aan de Nederlandsche industrie kan worden toegestaan, en zelfs bjj een klein prijsverschil zal hy aan dese de voorkeur geven. De Indische begrooting is in haar geheel aangenomen. Heden is er geene openbare vergadering, daar de Kamer in de sectiën bijeenkomt. Mor gen worden eenige ontwerpen van geringeren omvang afgedaan, terwijl daarna waarschijn lijk Vrijdag - met de algemoene beraadslagin gen over de Staatsbegrooting een aanvang zal worden gemaakt. Naar men verneemt, is de minister van marine voornemens eene commissie te benoe men, welke hem zal moeten voorlichten om trent eene herziening der loodstarieven. Biykens by het departement van marine ontvangen bericht, is Hr. Ms. korvet „Som- melsdyk", onder bevel van den kapt.-luit. ter zee P. D. A. Frankamp, op den 25sten Nov. te Funchal (Madeira) aangekomen. Aan boord was alles wél. By den commandant bestond het voornemen den 26sten d. a. v. van daar te vertrekken tot voortzetting van de reis. De „Prinses Marie", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 28 Nov. te Genua; de „Oengaran", van Rotterdam naar Batavia, vertrok 27 Nov. van Southampton. By koninkiyk besluit is jhr. C. H. A. Van der Wyck, gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië, bevorderd tot commandeur in de orde van den Nederlandschen Leeuw. Erkend P. H. J. Van Lawick, wonende te Balong-Bendo, residentie Soerabaia, met al zyne wettige, zoo manneiyke als vrouweiyke afstammelingen, als te behooren tot den Neder landschen adel, met de praedicaten van jonk heer en jonkvrouw. Aan mej. M. Th. J. Schenuit, geb. te Geseke; mej. A. A. Nöthling, geb. te Minden; mej. J. A. Willeumier, geb. te Chicago; en mej. A. M. H. E. Lennartz, geb. te Aken, ver gunning verleend tot het geven van lager onderwys, mits zü overigens aan de daartoe by de wet gevorderde vereischten voldoen. Ontslagen J. N. H. M. Van Baar, als burgemeester van Oirschot. De kapitein jhr. E. M. Van Beyma, van den staf der artillerie, werkzaam by het departe ment van oorlog, met ingang van 1 Febr. 1895, op zyne aanvrage, op pensioen gesteld en het bedrag van het pensioen bepaald op ƒ1617 'sjaars. Met ingang van 1 Dec. a. s., J. Delzenne, te Terneuzen, benoemd tot bureelambtenaar van den Ryks waterstaat. Oorlog-. De ministor van oorlog verklaart in zyne Memorie van Antwoord op Hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting, dat ofschoon hy geene mededeelingen heeft verstrekt omtrent zyne beginselen ten aanzien onzer levende stryd- krachten, daaruit niet valt af te leiden dat de huidige toestand door hem zou worden goed gekeurd. Hy houdt zich met de voorbereiding van hervorming bezig. Voorstellen dienaan gaande zyn echter in den loop van dit zit tingjaar niet te verwachten. Hy woD8cht zich te bepalen tot die, in de troonrede vermeld. HQ bepaalt zich thans tot de verklaring, dat wy z. i. ter bereiking van het doel, omschreven in art. 187, 1ste lid der Grondwet, eene voldoende legermacht moeten bezitten, waarby, wat de sterkte en mate van dienstplicht betreft, rekening wordt gehoudon met de draagkracht der natie, zoowel op flnantiëel als personeel gebied, terwyi 't niet in de bedoeling ligt, allen, die niet voor opne ming in het staand leger worden aangewezen, van oefening vrij te laten. Dat daarby onze schutteryen op den tegonwoordigen voet zou den behouden blyven, is niet aan te nemen. De benoeming van eene Staatscommissie tot het ontwerpen van een volledig stelsel voor onze defensie, kan de Regeering niet aanbevelen. De min. heeft geen principieel bezwaar tegen eene legerorganisatie by de wet, zonder te veel in by zonderheden af te dalen en eenige speling toelatende. Do minister verzekert, waar zulks mogeiyk is, de grootste zuinigheid te betrachten. Hy kan echter niet overgaan tot het vervangen der twee rydende batteryen door veld-battery en, daar ze onmisbaar zyn om de cavalerie te steunen. By vervanging van het regiment Grenadiers en Jagers door een gewoon regiment infanterie zou de bezuiniging zeker niet opwegen tegen de nadeelen van de opheffing van een corps met zulk een schoon verleden. Ook de op heffing van de muziekcorpsen by de regimenten infanterie bestqjdt hy. Vereenvoudiging in de Staven acht hy niet mogelyk. Erkennende 't wenschelyke van zekeren gang in de pro motie te houden ligt 't niet in zyn voor nemen, officieren te pensionneeren, die nog in de kracht van hun leven en voor den dienst geschikt zyn te achten. De mindere aanvraag voor de vrywillige oefening in den wapenhandel is 't gevolg van de zucht naar bezuiniging, niet van min dere ingenomenheid met die oefeningen. Zy worden nu beperkt tot dezulke, waar het aantal deelnemers niet minder bedraagt dan een door hem vastgesteld minimum. Uitvoerig zet de min. de redenen uiteen, die hem ge leid hebben tot wyzigingen in de organisatie van het reservekader, die volstrekt niet het welslagen van de proef in gevaar breDgen; bestond by hem werkelyk tegen-ingenomen- heid met de instelling van reserve-kader, hy zou er openiyk voor zyn uitgekomen, en geene maatregelen hebben genomen als thans. Gemengd Nieuws. Als tegenstelling van den tegen woordig hier en daar heerschonden toestand van ontevredenheid tusschen werkgevers en werklieden verdient voorzeker opgemerkt te worden dat de eigenaar van de Leidsche Stoombierbrouwery „de Posthoorn", de heer M. H. Van Waveren, gister-, Dinsdag-avond, zijn personeel uitnoodigde tot eene gezellige bijeenkomst, om het feit te gedenken dat op 20 Nov. 11. binnen één jaar de millioenste liter bier werd afgeleverd. Verschillende dronken op den voortduren den bloei der zaak werden ingesteld, terwyi de opgeruimde, ongedwongen stemming waariyk wel kon getuigen van de goede verstand houding tusschen patroon en personeel. In de Oonradstraat 118, te Am- sterdam, is gisteravond omstreeks halfvyf op een bovenhuis, bewoond door zekeren Van Gyt, een kleine binnenbrand uitgebroken door het omtrekken van de lamp. De kleederen der vrouw geraakten in brand, waarby zy zulke hevige wonden bekwam, dat zy in levensgevaariyken toestand naar het Gast huis-.werd vervoerd. In de lste Tuindwarsstraat No. 16, aldaar, brak gisteravond omstreeks halfzes een hevige uitslaande brand uit. De brand ontstond in het benedenhuis, in de uitstalling van hot aldaar gevestigde manufactuur-magazijn van den heer König. De vlammen breidden zich zoo snel uit, dat in weinig tyds de winkel, waarin een groote voorraad goederen was opgeslagen, geheel uitbrandde, evenals een daarachter gelogen woonvertrek. In het boven huis, uit twee étages bestaande en bewoond door den debitant der Staatslotery Dekker, is eene kamer geheel uitgebrand en heeft een ander vertrek veel door het vuur geleden. Ook de woningen aan de overzyde der smalle straat zyn er niet geheel onbeschadigd afgekomen. In een tegenovergelegen manu factuurwinkel is de groote winkelruit door de hitte van het vuur gebarstenvan eene man- denmakery er naast waren de ruiten van de deur en vensters stukgesprongen, de muren van het huis waren geblakerd, de verf van deur- en raamkozynen was tot blaren opge blazen de hitte in de huizen was ondraagiyk, zoodat de bewoners eenige angstige oogen- blikken doorleefden. De oorzaak van den brand wordt toege schreven aan eene lekkage in do gasleiding. Nog gistermorgen had de heer König den gasfitter laten komen, omdat hy den reuk van gas in zyn winkel waarnam. De brand werd gebluscht met twee stralen op de Yechtwaterleiding. Persoonlyke ongelukken zyn niet te be treuren. Wel zyn een tiental kanarievogels en eene kat in de vlammen omgekomen. Tel.) In een woning in de Adamshof- laan te Kralingen komt een geval van cholera asiatica by den arbeider H. voor. De lyder verkeert in xorgvollen toestand. Vier kinderen zyn ter observatie naar de barak overgebracht. Een droevig feit viel dezer dagen voor aan de kostschool van den heer Treffers, te Oosterhout. Het 15-jerig zoontje van den heer R., te Zaandyk, was daar sedert 1 Sop- tember als kostleerling thuis. Donderdag werd hy uit het schoollokaal verwyderd naar de gang. Eenigen tyd later kwam een der leerlingen in het lokaal, zeggende: „Mynheer, u mag wel eens naar Willem R. gaan zien, hy doet zoo raar." En toen bleek dat de knaap zich door ver worging van het leven had beroofd. Omtrent de aanleiding tot deze wanhopige daad is nog niets bekend. (N. R. C.) By het installatiefoest van den burgemeester te Rukfen was in den optocht- ook een praalwagen, waarop men pannekoekoc bakte met brandewyn. Een der feestvieren den heeft daarvan zooveel gegeten, dat hy aan de gevolgen is overleden. Te Heyen-Bergen is eene poging tot moord gepleegd op den brigadier ryks veld wachter Van 't Land, terwyi deze zich op jacht-surveillance bevond. Acht wildstroopera schoten hunne geweren op hem af, waarvan slechts «enige hagelkorrels hem licht ver- wondden. Eenigen der daders zyn bekend. Men meldt aan de „Tel." uit Schoonhoven Een vreeseiyk ongeluk trof gisteren het 15-jarig zoontje van den heer P. De J., winke lier alhier. Toen vader en zoon zich mot ean zwaar geladen wagen in de Vlist, niet ver van deze gemeente, bevonden en eenige boodschap pen hadden afgegeven, wilde de knaap op hot voetyzor stappen van het rytuig, dat reeds in beweging was, zonder dat iemand het nog bestuurdo; de ongelukkige stapte mis en de vader, die zoo snel mogelyk kwam toeschieten, kon slechts het deeriyk gewonde lyk van zyn kind van onder den wagen weghalen. Opnieuw wordt een brutaal sluk van de Italiaansche roovers gemold. Eene bende van vyftien man overviel het dorp Gaibanella, naby Ferrara. Terwyi twaalf roovers do dorps straat bezet hielden, gingen de drie overigen een tabakswinkel binnen en eischton geld. 60) II. Graaf Thilo Rothkrens. Het kleine open rytuig toog de poort uit en den straatweg op. Walburga zat naast Graaf Gerd, die zorgvuldig zyn warmen rytuig- plaid over hare knieën gelegd had. Het was byna drie uren en de kille Februaridag had zich over geen zonnestraaltje te verbeugen gehad. De straat was Blikkerig; in de tuinen lag hier eo daar nog eene rest vuile sneeuw, die door a«n invallenden dooi met gaatjes was doorgewerkt. Links van den weg stonden op eene ry een aantal kleine Poolsche huizen, met hunne dikke van trapsgewyze afgesneden stroobossen gevormde daken. Allerlei gedierten, vogels, ganzen en eenden en daarby varkens, liepen om en in die woningen. Hier en daar stond eene vrouw met groote donkere oogen, die eene witte muts op het hoofd en een haveloos kind op den arm droeg, in de deur met eene buurvrouw te praten. Rechts van den weg lagen in eene lange strook, met dezen dezelfde richting volgend, de groote vyvers met visch; de eene telkens door een sluisdyk van den anderen geschei- den en ginds, aan den anderen oever dezer vyvers, was alweer eene reeks van die met strooien daken gedekte huisjes» J* gryze lucht werd in dat stille water weerkaatst, met eene vuilgrove tint vermengd. Deze vale kleur gaf aan het landschap een bepaald droefgeestig aanzien. Die oudo, ver weerde strooien dakende gryze leemen murendaarnaast en daarboven do kale vruchtboomen met hunne uitstekende, knoes tige takken, dit alles leverde een somber tafereel. Vlug reed het lichte voertuig de dorps straat door; aan haar einde verhief zich een hoog, zwart kruis, dat eenigszins naar voren overhelde. De dwarsbalk was op gelyke hoogte met de kroon van een populier, die door zyne dunne takken den gryzen hemel liet onder scheiden. Eene vrouw lag op het natte en vertrapte gras by dit kruis geknield, aan hare zyde stond een man, die een vilten hoed met breeden rand in de handen hield, te bidden. Verder liep de straatweg door akkers en velden. De donkere, natte aaide lag in diepen winterslaap te rusteneen enkelen keer toonde eene weide of een lapje met winterkoom bezaaide grond karig opschietende groene spneten. Rechts en links lag eene wyd uitgestrekte vlakte. De lynen van den horizon verliepen in den gryzen mist, welke begon op te stygen. De eenigen, die het zwygen in de natuur verbraken, waren een troepje kraaien, die, uit een populier opgeschrikt, met kryschende kreten op de vlucht sloegen. Een elzenbosch drong voorbarig naar den rand van den weg. Als een ruiker bloem- en Waderlooze stengels groeiden verscheidene stammen uit denzelfden wortel. Dan volgde weer het donkere, zwygende bouwland, tot eindeiyk rechts, en reeds lang uit de verte zichtbaar, een evenals deze met populieren omzoomde straatweg, van den eersten afbuigend, naar eene Boort van woud of park leidde, van waar men tusschen het geboomte uit eene torenspits kon zien. „Dat is Zembowitsch", zeide Graaf Gerd. „O, het landgoed van Graaf Rothkreuz?' antwoordde Walburga, uit beleefdheid vragend, want dat Zembowitsch kon haar volstrekt niet schelen. Maar allerlei dingen, welke zy in den laatsten tyd over Zembowitsch en den dood van diens eigenaar had gehoord, waren haar bygebleven. Vol nieuwsgierige belangstelling voor het geen Graaf Gerd haar verhalen zou, was Walburga in het rytuig gestapt. Maar toen Gerd volstrekt niets zeide, had zy langza merhand hare nieuwsgierigheid en hare eigen ontroering vergeten; want ryden was voor haar een groot, en altyd nog nieuw, genot. Thans sloeg het rytuig de laan naar Zem bowitsch in. „Weet je, Walburga, waarheen ik je nu breng?" vroeg Gerd zeer zacht. Hy drukte aangedaan de hand van het jonge meisje. Walburga zag hem met een paar groote oogen aan. Haar lief gezichtje, dat door den rit in de open lucht weder wat meer kleur gekregen had, zag hem van onder het bonten petje, dat aardig schuin op haar hoofd stond, angstig aan. „Waarheen? Misschien brengt* my by menschen, waar ik eene andere be trekking kan vinden?" „Neen. Ik breng je naar het stamhuis van je moeder." Walburga was ten hoogste verwonderd. Zy begreep er niets van en haar hart klopte. Aan den plechtigen toon van Graaf Gerd ïuerkte zy dat hy iets zeer buitengewoons bedoelde. „Het wapen boven de portiek van Zembo witsch is hetzelfde, dat op je armband is ge graveerd. Je moeder is van geboorte eene Gravin Rothkreuz", zeide Gerd. ,0—oh!" Walburga hygde kort en snel. De gedachten overstelpten haar. Maar deze waren van een geheel ander gehalte dan Gerd, die haar nauwkeurig gadesloeg, veronderstelde. Misschien zou deze mededeeling haar een jaar geleden met eene tooverachtige massa van wen8chen en plannen hebben vervuldde ernstige gebeurtenissen der laatste maanden hadden evenwel de romaneske voorstellingen uit het jonge hoofd verjaagd. „Moeder eene Gravin Rothkreuz in weelde en in eene deftige omgeving opgevoed ja, dat heb ik aan alles wel gemerkt", zeide Walburga, meer tot zichzelve sprekend dari tot Gerd. Plotseling zag zy hem onderzoekend, byna scherp aan. „Moeder heeft hare geboorte voor my ge heim gehouden", zeide zy. „Natuuriyk had zy daarvoor hare redenen; zyn die dan nu vervallen Deze geheel onverwachte vraag deed Graaf Gerd verbaasd opzien. Een weinig bedrem meld antwoordde hy: „De reden voor hare geheimhouding was in de eerste plaats, lieve Walburga, hare vrees, om by je brooder en ook by jou denkboeiden op te wekken, die je allicht van den goeden weg zouden hebben kunnen brengen. Kin deren, die het leven nog niet kennen, zyn maar al te zeer tot ontevredenheid in hun eigen beperkten kring geneigd, als zy weten dat zy bloedverwanten hebben, die in eer andere, rykere omgeving leven. Vergelrjkingon wekkon dikwyis jaloerschhoid. Je moeder meende toch, vooral in Lars, een zucht naa woeldo, een gevaariyken drang tot „hoogor op' waar te nemen. In één woord: zy wilde nut dat hare kinderen, door overspannen droomen van het verledene, zich zouden laten verleidon tot minachting van hun ouderlijk huis", zeide Gerd, haar vriendeiyk aanziende. „Moeder heeft wel gelijk gehad", fluisterd Walburga, „want de zucht naar allerlei dwaze, my nog vreemde dingen spookte ook in mij Alleen door dat verlangen gedreven, kon iv my laten verleiden hem, dien slechten man aan te hooren. Het is waar, by Lars hoof» hare geheimhouding niets gebaat. C, w hebben wy onze lieve, goede moed9r veel ver driet gedaan l" Het rytuig hield stil. Graaf Gord had ordo» gegeven om by den ingang van het park op te houden. Zij stapten uit. „Je vindt ons by het hoofdportaal van heft slot terug", riep hy don koetsier toe. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 5