In en om Leiden.
De Pomp van de Oarenmarkt.
Ieder, die de eer en het genoegen heeft in
onze goede veste of in de onmiddellijke nabij
heid van de Sleutelstad (men noemt dit ook
wel eens onder den rook der stadmjj dunkt,
het is juist buiten den rook) te wonen, heeft
ongetwijfeld meermalen gehoord van „de pomp
van de Gaaremart." Want al leven we niet
in den tyd, de glorie-periode van den alouden
waterhefboom, toen er schier geen uur om
ging dat een Leidsche mond uitsprak, dat een
Leidsch hoofd aan hem dacht, ook heden ten
dage nog behoort de „geestigheid" niet tot
de zeldzaamheden, dat de veronderstelling
wordt geopperd dat hy of zy gaat trouwen of
„vryt" met „de pomp van de Gaaremart", of
dat de meening wordt uitgesproken, dat (om
het nu eens in wiskundigen vorm uit te
drukken) x net zooveel geiykt op yals z op
„de pomp van de Gaaremart." Die z staat
hier in de plaats voor alles wat ge maar wilt
je zuster, mjjn neus, Domela Nieuwenhuis,
m(jne vrouw, een bordje soep, enz., enz.
Wat is dan toch die pomp van de Garen-
markt, die tijdens zoovele geslachten beroemd
is geblevon?
„Wat 'n onnoozele vraag I" hoor ik reeds
uitroepen. „Wat is eene pomp nu anders dan
eene pomp!"
Zeer waar, zeer juist, zeer logisch ook;
maar, neem me niet kwalijk: eens, weleer,
toas do pomp van de Garenmarkt eene pomp,
oene flinke pomp, eene mooie pomp, de pomp
der pompen in Leidon, ziedaar! Maar thans,
ten huidigen dage en een beetje vroeger dan
dit t\)dstip ook al, is ze dat niet meer, geen
quaestie van! Loop zelf maar eens naar de
pomp, om ze op klaarlichten dag te bekijken,
of neen, doe het ook maar niet, om de schande
De schande?
Nu ja, 'k heb 't gezegd; 't viel me uit
den mond vóór 'k er aan dacht. De schande
Want dames (vooral u geldt dit, jonge
dames, die dagelijks die pomp moet zien)
en heeren, dat ding, die pomp, die zich thans
aan uwe oogen voordoet als: een steenen
voetstuk, eenmaal blauwgrijs geweest, ge
barsten ten gevolge van het bekende knagen
van den tyüstand, vuil vanwege de hondjes
en honden, zoo echte straat- als 's avonds
uitgelaten huisdieren, die er den tol hunner
zindelijkheid hondgetrouw betalendaarop
(op dat fundament) eene houten kast, verve
loos, vermoodeiyk grys van kleur geweest,
rottend, waarvan de „fijne puntjes" af zijn,
gelapt hier, versteld daar, met een paar
ijzeren knobbels er in; als bekroning een
groenende (natuurgroen) steonvorm, het mooi-
sto nog van het geheel, dit alles te zamen
is, schrik nieteen monument, een stuk
Leidsche historie, herinnerende nota bene
nogal aan een tijdperk van bloei!
Dit zal dan de reden züd, waarom deze
ex-pomp bier blylt staan, nu het merk „voor
de gezondheid schadelijk drinkwater" in onze
gemeente gelukkig uit de mode is en daarom
niet meer gevraagd wordt, nu we ons vor
heugen in het gezondo duinwater, van alle
smetten vrij, dat vooral Zaterdags zoo on
misbaar is gebleken en altijd dóór lustig door
en uit (eene enkele maal slechts op minder
gewenschte plok) de buizen vloeit!
Gevoelt ge u nu als Leidenaars groot, te
weten dat we ook dóar, op de Garenmarkt,
nog een monument bozitton? Ik niet, ik voel
me, als ik hot aanzie, kloin, o zoo micros
coplsch klein, nog kleiner dan wanneer ik
denk aan het kruithuis op den Vestwal, dat
te waardeoren monument uit den Leidschon
belegeringstyd, dat souvonir aan onze vroegero
vijanden, de Spanjaarden, die het onzen voor
vaderen, neen, onzen voorouders en gansche
voorvaderlijke familie zoo erg lastig hebben
gomaakt. En het verwondert mij dat in onze
stad do historiekenners en de vijanden van
het on-aosthetischo, als palstaande schutspatro
nen, hunno stemmen nog niet verhoven heb
ben met kracht, roepende tot hot bestuur dor
gemeente Leiden: „Gij, mannen, die reeds zoo
dikwerf getoond hebt ook een hart te bezitten
voor hetgeen historische waarde heeften dus uit
dat oogpunt geacht kan worden werkelijk schoon
te zijn en schoon moet wezendie in eere wilt
herstellen en dus schoon wilt laten maken
wat eertijds schoon was en weer schoon
behoort te worden, ontfermt u over de pomp
van de Garenmarkt, die, zelve geen bek
(vorgeeft ons het woord, dat de techniek ons
afdwingt) meer hebbende om tot u te schreien,
geen arm meer bezittende om dezen waar
schuwend togen u op te hellen, spreekt door
onzen mond, opdat ze gevrijwaard blyve voor
ondergang of schande, vooral ook met het
oog op do Lustrumfeesten in den jaro 1895,
van welke schande ze reeds don last heeft
gevoeld tijdens den mooie paarden optocht op
3 October, toen meedoogenlooze hakken haar
onder zich doden zuchten. Gedenkt harer,
ovenals gij gedacht hebt den leeuw voor het
Gymnasium
Of anders, als eene herstelling oftewel
restauratie niat wel meer doenlijk is, laat
hot geheel dan voorzichtigjes afbreken, netjes
in een schuitje pakken en onder bewaking
van beschaafde menschen met go voel en wat
eerbied, naar het Stedelijk Museum varen,
om daar, liefst als pomp, weer opgebouwd
en ten eeuwigen dage tentoongesteld te worden
voor hot oog der Lakenhalbozoekers; eene
attractie zonder weerga; gaando het monument
alzoo niet verloren en blijvende immer en
altoos tevens nog: „de pomp van de Garen
markt!"
Nog eens: zooals het vervallen ding op de
Garenmarkt er nu bijstaat, is het eene schande
voor Leidon! Te meer, daar het (niet zooals
spotters misschien zullen aanvoeren, omdat
Bilderdyk water uit deze ex-pomp in zijne
karaf heeft gehad of er zich, als bewoner der
Garenmarkt, mee gewasschen heeftof omdat
Thorbecke haar water heeft aangewend om
het in zijn w(jn te doen) is een Leidsch ge-
denkteeken, dat heenwijst of moet wijzen naar
den bloeitijd onzer veste, toen de Oosterlingen
(Oostersche kooplieden), die leden waren van
de verbondene Hanze steden, die eertijds in
maatschappij handelden, een huis hadden bij
het Steenschuur, tusschen de St.-Jacobsgracht
en de Garenmarkt of Oosterlingplaats, ter
wille van hun uitgebreiden handel te dezer stede.
In de straks gemelde steenen bekroning
(het zinnebeeld van den handel in katoen,
sajetten, garens en aanverwante artikelen)
moet zich zelfs nog de stichtingsoorkonde der
pomp, tevens monument, bevinden, zooals voor
vele jaren gebleken moet z\jn, toen de pomp
door een storm werd beschadigd. Het gemeente
bestuur van Leiden besloot toen de pomp in
stand te houden en deed haar daarom toen
herstellen.
Verder kunnen wo hier niet bij de histori
sche waarde dezer „pomp" stilstaan, óók,
omdat er méér bevoegden zijn, die daar
omtrent betere en meer volledige inlichtingen
zouden kunnen verschaffen; maar wel willen
we er ten slotte nog met den meesten aan
drang op wijzen, dat het „monument" niet
mag bestendigd worden in den toestand,
waarin het nu verkeert. Wy vertrouwen dan
ook dat het niet zal blijven bij het doon van
opmetingen door een man der gemeente
werken, onder contröle van den architect, en
b\j aanwijzingen in loco van dat tweetal aan
elkaar, zooals wy lang, héól lang geleden
zagen geschieden, maar dat van het gemeente
bestuur eene officiëele boodschap zal uitgaan,
luidende dat het monument moet gerestau
reerd worden of verordenende een kort en
krachtig: „Weg met de pomp van de Garen
markt!" Pjetbus.
l^inantiëele Kroniek.
Over het algemeen verkeerde de Beurs in
de afgeloopen week in lang geene gunstige
stemming. Wel werd voor sommige waarden
nu en dan iets meer belangstelling waarge
nomen, welke gewooniyk aan de koersen,
door buitenlandsche Beurzen gezonden, te
danken was, doch deze toestand duurde niet
lang, daar ook de Europeesche markten ge
drukt bleven door groote lusteloosheid en dit
ten slotte natuurlyk ook in de buitenlandsche
koersen was terug te vinden.
De oorzaken voor de algemeene malaise
zyn reeds lang en genoegzaam bekend en er
doen zich voorloopig nog geene teekenen voor,
welke eene verbetering van do fondsenmarki
zouden kunnen doen verwachten.
De houders van 3'/,-pcts. Hollandsche
Staatsfondsen en do eigenaren van inschrijvin
gen op het Grootboek kunnen voor het oogen-
bJik gerust zy'n, dat, volgens verklaring van
den minister van financiën, nog geene plannen
ter conversie zullen worden voorgedragen, als
zynde ontydig (natuuriykEene andere ver
klaring geeft echter ook zekerheid, dat, wan
neer to gelegener tyd hiertoe (tot het indienen
van conversiepUnnen) aanleiding zal bestaan,
de minister zich daarvan dan niet door het
particulier belang zal laten weerhoudon. Dit
laatste geeft dus voldoende aanleiding om te
veronderstellen, dat in 189G de conversie der
Hollandsche Schuld onmiddellyk zal worden
ter hand genomen. Daarby kan worden mede
gedeeld dat nu reeds aanbiedingen uit het
buitenland zyn ontvangen om de conversie
over te nemen.
De tabak saandeelen bleven tamelyk
verlaten; wel was de houding niet slecht, doch
de omzetten hadden niet veel te beduiden.
Eone uitzondering hierop maakten do aan
deelen der Del i-T aba k-Maatschappy,
welke by tamelyk goeden handel een flink
avans konden behalen. Hetzelfde geschiedde
by aandeelen Amsterda m-B ome o Maat
schappy, die, gewooniyk zeer veronachtzaamd,
thans de aandacht trokken op het gerucht,
dat eene Engelsche Maatschappy, voor een
zeer voldoenden prys, de gronden had over
genomen.
Aandeelen Maatschappy voor Potro-
leumbronnen konden na eonige dobbering
toch een gooden prys handhaven, de exploitatie
schynt tegenwoordig goede resultaten op te
leveren.
Zoowel aandeelen roscontre Handel-
Maatschappy als die der Indische cul
tuurondernemingen waren flauw ten gevolge
der aanhoudende daling van de suikerpryzen.
In aandeelen Stoomvaart Nouerland
daarentegen kwam eone btlangryko prysver-
betering tot stand. Het koersverschil tusschen
deze aandeelen en die der Pak kot vaart maat
schappy, hetwelk zeker niet in het nadeel
der eerstgenoemden behoefde te zyn, wordt
langzamerhand kleiner en meer in overeen
stemming mot do resultaten, welke over dit
jaar kunnen worden verwacht.
Dat de preferente aandeelen Stoomvaart-
Maatsehappy Zeeland zulk een beldng-
rQken teruggaug ondervinden, is niet te ver
wonderen, nu de Maatschappy wederom oen
aanzioniyk bedrag zal opnemen voor den aan
bouw van nieuwe stoomschepen. Hoewel de
Maatschappy de concurrentie mot de Harwich-
lyn wil volhouden, zal dit toch de positie der
aandeelhouders niet beter maken.
Aandeelen N o d e r l.-Z u i d-Afrik. Spoor
bleven in opgaande beweging, ten gevolge van
het bericht, dat nu de geheele lyn voor het
verkoer is geopend.
Do buitenlandsche markt had een zeer
onvast aanzien. In het begin der week gaf
de Parysche Beurs wel het sein tot eene
willige houding, doch deze gunstige toestand
bleef niet lang behouden. Italië maakte aan
vankelijk, door de Parysche koersen gesteund,
een kleinen sprong voorwaarts, om weer even
spoedig tot het oude peil terug te gaan.
Overigens bleef dit fonds geheel verlaten. Ge
heel in overeenstemming hiermede was het
verloop der Spanjaarden. Ook hierin had
om dezelfde reden eerst eenige verheffing
plaats; toen echter verdere steun van Parys
uitbleef, werd ook de houdiog voor deze
waarden zwakker en bleef ten slotte de markt
geheel verlaten.
Voor Oostenryk en Rusland geeft
een terugblik over de afgeloopen week dezelfde
resultaten. Weinig variatie, en eene houding
der markt, die van groote lusteloosheid getuigt.
Portugal bleef op vry wel onveranderde
koersen dobberen, Turkije had echter een
beter verloop, daar aanvankelyk voel vraag
bestond naar Turken Serie D. De geruchten
van eene gedeelteiyke conversie bleven aan
houden en veroorzaakten te Parys eene zeer
gunstige stemming, welke hier getrouw na
volging ondervond.
In Madridloten had aanvankelyk eene
niot onbelangryke koersboweging plaats. De
aanleiding daartoe schynt te liggen in sommige
berichten, welke nu weer ten opzichte der
financiën dezer stad worden verspreid. In de
eerste plaats wordt een verslag over den
geldelyken toestand van Madrid eerstdaags
tegemoet gezien, waarin met nadruk zal
worden gewezen op do belangryke vermeer
dering der octrooi-ontvangsten, waaraan echter
in werkelijkheid weinig waarde schynt te
kunnen worden gehecht. Voorts is eene op
roeping verschenen tot inlevering der
premieloten, waarvan do aflossing reeds in
Januari 1894 had moeten plaats hebben. Nu
zijn de gewoonten der stad Madrid reeds te
goed bekend, om niet te weten dat eene
oproeping tot inlevering niets te beduiden
heeft en zeker geene a f 1 o s s i n g in zich
sluit, waarop het toch feiteiyk moet neer
komen. Verder verneemt men nog plannen
om de achterstallige coupons in obligatiën to
doen omwisselen; plannen, die evenwel vol
strekt niet van de atedeiyke regeering uit
gaan en dus ook weinig waarde hebben.
Alles by elkaar gerekend, mag hier veeleer
aan groote speculatie manoeuvres worden ge
dacht, welke, te Parys op touw gezet, aanvan
kelyk hun doel niet hebben gemist.
In aandeelen R u 8 s i 8 c h e Z u i d-West-
Spoor had levendige handel plaats, waarby
zeer vaste koersen konden behouden blyven.
Het schynt dat in sommige flnantiêele bladen
buitengewone aanpryzingen van dit fonds plaats
hebben, gebazeerd op het te verwachten zeer
gunstige extra-dividend en daaraan verbonden
verwachtingen van voordeeliger aflossingsvoor-
waarden. Wat het eerste betreft, is de kans
daarop vry groot, doch wat do aflossing der
aandeelen aangaat, zal mon verstandig hande
len met op niet meer te rekenen dan reeds
daarvoor is aangewezen.
De ZuidAmorikaansche markt leverde
zeer weinig by zonders De aankondiging dat door
Uruguay wederom een belangryk bedrag
ten behoeve der schuld naar Londen is over
gemaakt, oefende zeer weinig invloed op den
koers dezer obligatiën uit, evenmin als het
bericht, dat het restant van den Baningboedel
geheel in banden van een bankierssyndicaat
is overgegaan.
In Mexicaanse he fondsen bleef de
handel bQna geheel beperkt tot de subsidie-
bonds, die, hoewel daarin tamelyk uitgebreide
affaire plaats vond, voortdurend binnen een
bepaald koersverschil bleven dobberen.
Uit Brazilië kwamen wederom berichten
van revolutionnaire bewegingen, als gevolg
van het optreden van den nieuwen president,
doch ovenzoo werden tydingon ontvangen, dat
de opstandelingen hun verzet hadden laten
varen. Een duidelyke blik op don toestand
wordt door deze tegonstrydige berichten zeker
niet verkregen. Dit zal wel de oorzaak zyn
dat do Londensche Beurs ten opzichte dezer
waarden zeer weifelend was, en van daar voort
durend flauwere koersen werden ontvangen.
De AmerikaanscheSpoorwegmarkt
wa6 weer bedroevend. Berichten uit Amerika
maken nu en dan wel melding van verbete
rende toestanden, welke hie: en daar vallen
waar te nemen, doch do algemeene handels
toestand biyft niettemin allertreurigst, en hoe
gaarne men ook lichtpunten zou willen (of
meent to kunnen) aanwyzen, zy zyn nog niet
to ontdekken. De spoor wegontvaugsten, zoo
zy als maatstaf kunnen dienen voor ontwikke
ling en welvaart, geven resultaten, die eerder
nog op verslimmering van den toestand duiden;
ten minste, vergeleken by de ontvangsten in
dezelfde periode van het vorige jaar, geven
de laatste cyfers wederom vermindering aan
en dit nu, terwyl het tontoonstellingsvorvoer
by vergelyking der spoorwegontvangsten niet
meer in aanmerking moet worden genomen.
Een zeer ongunstige indruk werd voorst
teweeggebracht door de geruchten omtrent
oene verlaging van dividend by de Chicago
North Western en de Chicago Bur
lington Quincy, doch vooral door de
manoeuvres, welke bierby werden inpraktyk
gebracht. Door do speculatie waarschynlyk,
werd tor Beurze te Nieuw York eerst het
bericht uitgestrooid, dat de Burlington
niet tot een verlaagd dividend zou besluiten;
in den loop van den dag echter bleek dat
het dividend werkeiyk van 6 tot 4 pet. was
verminderd. Het resultaat was een geduchte
val van verschillende aandeelsoorten. Omtrent
de verlaging van het dividend der Chicago
North West is, hoewel daaraan niet meer
valt te twyfelen, nog geen nader bericht
vernomen.
De waarden der Oregon Short Line
waren flauwer op het bericht, dat het ge
rechtshof bevestigend heeft beslist op het
verzoek der receivers, om de Union
Pacific te ontslaan van de verplichting tot
exploitatie van eenige zyiynen, welke verlies
opleveren. Hoewel dit voor het oogenblik aan
de zaak niet veel verandert, daar de Union
Pacific toch niet by machte is om de rente
op de Oregon Short Line te voldoen, zal het
toch van belang zyn te vernemen welke
gevolgen dit in de toekomst voor de obligatiën
Oregon Short zal hebben. Blyft de garantie
toch van kracht uithoofde der vroeger aan
gegane verbintenis of vervalt deze met het
loslaten der geëxploiteerde lynen? Ongetwy-
feld komt dit spoedig met de reorganisatie
der U.-P. ter sprake. Tot de weinige fondsen,
die een iets boter verloop hadden, behooren
de waarden der Missouri K.-T. en de
Florida's; deze beiden in verband met de
zeer gunstig afstekende spoorwegontvangsten.
Voor Norfolk Western bestond eenige
meerdere vraag, vermoedeiyk in verband met
de waarschynlykheid, dat, buiten onvoorziene
gebeurtenissen, de betaling der eerstvolgende
coupons als zeker mag worden beschouwd.
Rijnlandsche Bank.
Gemeenteraad van Oegstgeest.
Voorzitter de Burgemeester.
Afwezig zonder kennisgeving de heer A. D.
D. Schretlen.
De notulen der vorige vergadering worden
door den secretaris gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen stukken:
1. Het proces verbaal van de door Burge
meester en Wethouders dato 30 October jl.
gedane opneming van de boeken en kas van
den gemeente-ontvanger, waaruit bleek dat zy
in volkomen orde zyn aangetroffen.
2. Eone missive van Gedeputeerde Staten
dezer provincie, dd. 3 November 1894 B No.
746 (2de afd.) G. S No. 84/2, waarby wordt
medegedeeld dat de begrooting van het 2de
bataljon rustende schuttert) in dit gewest voor
het dienstjaar 1895 door dat college is vast
gesteld in ontvang en uitgaaf tot eon bedrag
van ƒ241, en dat het aandeel in de kosten
voor deze gemeente is bepaald op 21.69.
3. Eene missive van datzelfde college B
No. 3715 (3de afd.) G. S No. 71 dato 6
November jl., waarby wordt medegedeeld, dat
Gedeputeerde Staten voornoemd hebben beslo
ten te verklaren: lo. dat C. L. Van Dooren,
J. Wensveen, W. J. D. Van Iterson en jhr. A.
C. Van Haoften, respectievelyk aangoslagen
in de 18do klasse a ƒ7, in de 15de klasse
a 12.50, in de 12de klasse a ƒ20 en in de
9de klasse a 30, to hoog zyn belast, en te
bepalen, dat hunne aanslagen zullen worden
teruggebracht respectievelyk in de 19de klasse
a ƒ0, in do 19Jo klasse a 6, in de 14de klasse
a ƒ15 en in de 13de klasse a f 17.50; 2o.
met handhaving van den aanslag van K. Tb.
Caron het daartegen ingebracht bezwaar onge
grond te verklaren.
4. Eene missive, waarby namens den heer
R. H. O. baron Van der Capellen afschryving
van zyn aanslag in den hoofdelyken omslag
wordt verzocht over dit jaar, wegens vertrek
uit de gemeente naar '6 Gravenhage.
Waarop wordt besloten hem voor Vis af
schryving van zyn aanslag in den hoofdei,
omslag te verleenen over dit jaar.
5. Eene missive van den heer L. Den Ouden,
hoofd der school a/d. Morsch, waarby door
hem wordt medegedeeld, dat by hem aanvrage
is gedaan om tot de school toe te laten C.
Maró, wonende in de Rynstraat alhier, en dat
hy die leerling op de school kan.plaatsen.
Waarop goedgunstig wordt, beschikt.
6. Eene missive van den heer Thiefry,
waarby deze mededeelt dat hy niet genegen
is om de koeten van den plaatsvervanger en
van den besteller voor den telephoondienst op
zich te nemen, maar in overweging geeft dat
door den Raad een bedrag beschikbaar zal
worden gesteld voor den plaatsvervanger en
den besteller en dat de bezoldiging van laatst
genoemde grootendeels zou kunnen gevonden
worden door het heffen van bestelgeld.
Waarop na discussie wordt besloten, de
jaarwedde van don telephonist met 25 te
verhoogen, en dat het bestelgeld op 10 ets. per
telegram wordt bepaald, terwyl tot het ver-
krygen van een telephoontoestel daartoe aan
vraag zal moeten geschieden aan den Minister
van Waterstaat, Handel en Nyverheid.
Een request van den heer N. Yan der Spek,
waarby deze voorstelt wegens het ruilen en
afstaan van grond, volgens overgelegde kadas-
tralo kaart, en beschry ving, welke heeft plaats
gehad, hiervan e9ne notariéele akte te doen
opmaken tot scheiding van elkanders eigendom
on de kosten van ovordracht gezamenlyk te
dragen.
Waarop na discussie wordt besloten, aan
adressant mede te deelen, dat door hem de
kosten van overdracht betaald moeten worden,
maar dat de indertyd door hem toegezegde
ƒ50 voor de aansluiting op het hoofdriool in
de Aloëlaan hem zullen worden geschonken,
en dat de Raad in eene volgende vergadering
een besluit zal nemen om dien grond aan den
publieken dienst te onttrekken.
Hierna wordt overgegaan tot de benoeming
van leden van de stembureelen voor de ver
kiezing van een lid van den Raad op Dinsdag
27 November a. 8.
Tot voorzitter van het stembureel aan het
Raadhuis werd benoemd de heer E. Groen,
wethouder, en tot leden de heeren J. C. Spaar
garen en A. Juffermans.
Tot voorzitter van het stembureel aan het
Heinsiusplein werd benoemd de heer H. Dui
venvoorde, wethouder, en tot leden de heeren
J. J. Van Hoeken en L. E. Nieuwenhuizen.
Vervolgens wordt overgegaan tot de her
ziening van het besluit tot heffing van den
hoofdelyken omslag in de gemeente, en daarna
vastgesteld.
Hierna worden nog ter tafel gebracht een
viertal reclames tegen den aanslag in den
hoofdelyken omslag.
Waarop wordt besloten die naar de be-
trekkelyke Commissie te renvoyeeren.
Ten slotte komen nog de volgende punten
der agenda in behandeling: „Bespreking over
de bestemming van het Oude Ziekenhuis."
Waarop wordt besloten dit lokaal te ver
huren tot het houden van vergaderingen, enz.
„Bespreking over het al of niet toepassen
van art. 19 van het bestek op de aannemers
Kortekaas en De Rooy."
Waarop wordt besloten hen van de boete
te ontheffen.
Daarna wordt de vergadering door den
Voorzitter na gehouden rondvraag gesloten.
Gemeenteraad van Bodegrave.
Vergadering van Vrijdag, 28 November.
Voorzitter: de Burgemeestor.
Afwezig: de heeren Dr. Kapteyn en D.
Van Donk.
De notulen der vorige vergadering worden
onveranderd goedgekeurd.
Naar aanleiding van deze notulen deelt de
Voorzitter mee, dat de heer v. d. Giesen zich
bereid heeft verklaard te blyven voortgaan
met het samenstellen der marktberichten.
Geschiedt mededeeling van enkele inge
komen brieven van de Ged. Staten en van
den Commissaris der Koningin, welke voor
kennisgeving worden aangenomen.
Van mej. C. Kramers, onderwyzeres aan
de school B, is ingekomen een verzoek om
ontslag uit hare betrekking. Overeenkomstig
't advies van B. en Ws. wordt besloten dit
ontslag op de meest eervolle wyze te verleenen,
In overeenstemming met het in de vorige
vergadering genomen voorloopig besluit, wordt
thans definitief besloten de jaarwedde van de
nieuw te benoemen onderwyzeres aan school B
vast to stellen op 550.
De Voorzitter deelt mede, dat, ingevolge
gedane oproepingen, zich hebben aangemeld
2 sollicitanten voor de vacante betrekking,
welke sollicitanten jl. Dinsdag eene proefles
hebben afgelegd.
In overleg met den arr.-schoolopziener,
hebben B. en Ws. de volgende voordracht
opgemaakt: No. 1 mej. M. E. Toussaint Delincóe
te Ter-Aar, No. 2 mej. L. M. Van Gorkum
te Niouwdorp gemeente 's-Heer-Arendskeike,
uit welke voordracht met algemeene stemmen
wordt benoemd mej. Toussaint Delincée.
Naar aanleiding van eene opmerking van
de Ged. Staten wordt besloten de onlange
door den Baad vastgestelde verordening op
de heffing van schoolgelden nog eenigszins
te wyzigen en daarin op te nemen de bepaling,
voor het herhalingsonderwys 't welk tot
nu toe kosteloos werd verstrekt te heffon
20 cents per maand voor eiken leerling.
Na eenige bespreking worden vastgesteld
de suppletoire kohieren van de hondenbelasting
ad 12.60 en van den hoofdelyken omslag
ad 53.59.
Wordt goedgevonden eenige betalingen,
waartoe de onderwerpeiyke posten niet toerei
kend zyn, te doen geschieden uit den post
voor onvoorziene uitgaven.
By de gebruikelyke rondvraag verzoekt de
heer Rollman eenige inlichtingen omtrent de
Nieu wstraat. De voorzitter zegt dat de gemeente-
opzichter heeft opgemaakt een plan tot be
grinding of bestrating, doch dat nog niet alle
eigenaren genegen schynen hun aandeel by te
dragen. In de eerstvolgende vergadering vac
Burg. en Weths. zal echter deze zaak behan
deld worden.
De heer v. d. Giesen zegt dat al sedert ge-
ruimen tyd een luik van den toren opon staat.
De Voorzitter zal den gemeente-opzichter hier
van in kennis stellen.
Nog wyst de heer v. d. Giesen er op, dac
do tram, die 's Maandagsmorgens te 7.35 van
Bodegrave gaat, juist een paar minuten vóór
de aankomst van den trein uit Leidon vertrekt,
't welk zeer ongeriefelyk is. De Voorzitter
zegt dat de tram juist 's Maandags vroeger
vertrekt om eene goede aansluiting te krygen
naar Rotterdam. Hy zal echter met de directie
spreken over eeno mogelyke tegemoetkoming
Niets meer te behandelen zynde, wordt cle
vergadering gesloten.
SERUM.
Door dr. Van der Harst, te Koudekerke,
wordt in de „N. R. C." de volgende opwekking
gericht tot zyoe collega's, om hun invloed te
doen gelden tot het byeenbrengen van een
fonds voor de bereiding van serum.
„Het diphtheritis-serum belooft een te waar-
deeren middel te zyn tegen de door ons allen
zoozeer gevreesde keelziekte; laten wy, medici,
voor die uitvinding dan onz9 dankbaarheid
toonon, niet alleen door zeiven by te dragen in
do kosten, noodzakelyk voor de bereiding,
doch a. h. w. door bedelen, ieder in zyne
omgeving, zooveel mogelyk gold by elkaar
te krygen; wy tcch kennen en 6preken vele
menschen, wier offervaardigheid zeer zeker
zal zyn op te wekken, waar die ongetwyfeld
zou zyn blyven slapen, als ze spontaan had
moeten optreden. Ik spreek by ondervinding,
daar ik, begonnen zynde gelden in te zamelen,
bepaald een verrassend resultaat zal krygen,
als ik naga welk klein gedeolto van het op
eene lyst ingeschreven bedrag zou geschonken
zyn, indien myne opwekking achterwege ware
gebleven."