Hulde aan het Indische leger. De directeur der Woesinrichting te Neer bosch ontving, behalve meer giften, door ds. J. B., te Hedel, eene gift groot f 500 voor zyn gesticht, en van S. v. L. F., te E.,/" 500, voor aankoop van ameublement voor het nieuwe ziekenhuis. Tot leeraar in de geschiedenis en aard rykskunde aan de H. B -S. met 5 jarigen cursus te Schiedam is benoemd dr. J. Van Leeuwen, te Utrecht. Dr. H. J. Polak, nieuw benoemd hoog leeraar by de faculteit der letteren en wijs begeerte aan de Rijksuniversiteit te Groningen, zal zijne betrekking aanvaarden met het houden eener rede in het groot-auditorium van het academiegebouw op Zaterdag 8 December, des namiddags te 2 uren. De minister van binnenlandsche zaken heeft met ingang van 1 Dec. a. s. aan J. W Th Van Oijen, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als assistent voor do waterbouwkunde aan de Polytechnische School te Delft. Naar de „Tel." verneemt, bestaat bij de regeering het plan om Hr. Ms. „Alkmaar" by de terugreis naar Nederland te dirigeeren naar Lorenzo Marquez, ten einde ons land te vertegenwoordigen by de feestelijke opening van den spoorweg Pretoria-Delagoabaai. Biykens by het departement van marine ontvangen bericht, is Hr. Ms. pantserdekschip „Koningin Wilhelmina der Nederlanden", onder bevel van den kapitein ter zee P. Zegers Veeckens, adjudant van H M. de Koningin, den 20sten dezer te Batavia aangekomen. Aan boord was alles wel. Het stoomschip „Amsterdam", van Nieuw-York naar Rotterdam, vertrok 21 Nov. van Boulogne sur-Mor de „Burgemeester Den Tex", van Amsterdam naar Batavia, pas seerde 21 Nov. Ouessant; de „Drente" arri veerde 21 Nov. van Rotterdam te Batavia; de „Merapi", van Rotterdam naar Batavia, arriveerde 21 Nov. te Marseille; de „Sulak" vertrok 21 Nov. van Batavia naar Rotterdam. By koninkiyk besluit is aan J. Holtslag of Holslag, gewezen 2den bewaarder in de gevangenissen te 's Hertogonbosch, verleend een pensioen van f 292 's jaars. Benoemd tot burgemeester: van Hennaar- deradeel, mr. E, Do Grave; van Wieringen, C. J, J. H. Van Kempen; van Woensdrecht, E. M. G. Moors. Verleend een pensioen van ƒ275 aan J. A. M. Sterens, weduwo van A. J. Van Alphon, laatstelijk klerk 1ste kl. by de Rykstelegraaf te Rotterdam, on een pensioen van ƒ44 aan M. A. J. Scheffer, dochter van wylen den commies lstu kl. by 's Ryks belastingen H R. E. Scli.ffër, Mr. A. G N. Swart, advocaat en procureur bp den Hoogon Raad der Nederlanden, mot ingang van 1 Due. a. s., benoemd tot adjunct commies by het departement van koloniën. Het professoraat in de oogheelkunde aan de Universiteit te Amsterdam. Onder dezen titel bevat het „Utr. Dbl." van Dr. X. het volgende ingezonden stuk: Wat te Amsterdam by de benoeming van een hoogloeraar in de oogheelkunde dreigt te gebeuren, verdient de aandacht van de weten- schappeiyke wereld in hooge mate. Do bonoeming van professoren heeft daar plaats door don gemeonteraad, by meerder heid van stemmen. Hoe achtenswaardig dit lichaam ook zy, de leden, dio in onze eersto koopstad do ge meente vertegenwoordigen, zyn mannen die hoogst bevoegd zyn in zaken van koophandel een oordeel te vellen. Maar waar het de wetenschap, en meer bepaaldelyk de genees kundige wotenschap betreft., zyn zy onbe voegd. Wat zou billyker zyn dan dat zy zich stilzwygend onderwierpen aan de keuze van de geneeskundige faculteit, die er belang by heeft dat de meest wetonschappelyke man in haar midden optreedt? Maar wat is er gebeurd? Do aftredende hoogleeraar Gunning was gewoon professor tegen 6000. Op de begrooting wordt weder dezelfde som uitgetrokken. Als lsto candidaat wordt door do geheele faculteit dr. M. Straub aanbevolen, terwyi het gewone drietal wordt gecompleteerd door twee namen, die om ver schillende motieven, welke wy nietwenschen te analyseeren, worden aanbevolen. Het is van algemeeno bekendheid, dat de talenten als natuuronderzo ker en als spreker van den leten candidaat zóó hoog staan aan geschreven, dat van pas9eeren geen sprake kan wezon. Nu wordt eene vergadering met gesloten deuren gehouden, waarin de Raad bepaalt, dat er voor den heer Gunning bo noemd zal worden, niet een gewoon, maar een buitengewoon hoogleeraar en wel tegen eene bezoldiging van ƒ2000! Ziedaar eene volmaakt zekere wjjzo om den waardigste niet to Amsterdam to zien optreden. De heer Straub heeft zich dan ook dadelyk terug getrokken. Ik wil in 't geheel niet denken dat hier een vriendschapsdienst in 't spel was; ik geloof dat do Raad alleen do zuinigheid be trachten wilde. Maar dan m g men wel vragen of de zuinigheid do wisheid niet bodriegt. Heeft do Raad wel overwogen welk voordeel een éminent man aan de stad, door het toe vloeien van patiënten, door zyne geheelo per soonlijkheid kan toebrengen? Wat is Donders geweest voor Utrecht? Het klinkt misschien wel vreemd zoo de pecuniüelo zyde dor quaostie op den voorgrond te brengenmaar dezo is het eenige mogelyke motief van het Raadsbesluit, dus de cenigo wonde plek, die ik meendo te moeten aan tasten. Ik hoop dat de Raad tot betere inzichten zal komen en op den goeden weg zal terugkeeren. "Waar hy de universiteit versterken kan door een buitengewoon talent, mag hy dit om f 4000 niet nalaten. De overwinning op Lombok. Er is groote biydscliap in de Nederlandsche pers over de heuglyke tydingen uit Lombok. Byna alle bladen schreven een paar regels achter de telegrammen, om hulde te be tuigen aan het Indische leger. Het „Handelsblad" houdt eene meer uit voerige beschouwiüg. Daarin zegt het blad onder meer: „Dank zy den krachtigen maatregelen, door den Gouverneur Generaal genomen, het krygs- beleid van generaal Vetter en zyn staf en de dapperheid onzer troepen, zijn nu de ge volgen van het verraad van Augustus zooveel mogelyk uitgewischt en is den Baliërs de overmacht van het Nederlandsch gouver nement op gevoelige wyze getoond. Hunne overheersching op Lombok is gebroken on dit zal door geheel Inaië heen, en niet het minst op Bali zelf, een diepen indruk maken. „Er zal nu moeten worden beslist wat met den gevangen vorst en met Lombok zelf gedaan moet worden. De vorst zal vor- moedelykzyn verraad of zyne zwakheid moeten boeten met verbanning. Hem na al het ge beurde genade te schenken en in welken vorm ook te handhaven, sal wel ieder onmogelyk achten. „Van meer beteekenis is de beslissing over de vraag: zal in Lombok een ander inlandsch vorst, gesteld dat die te vinden is, onder oppergezag van het gouvernement worden aangesteld? of zal het eiland onder recht streekscb bestuur worden gebracht?" Het is bekend dat men het over deze quaestie niet eens is; daarom stelt het „Handelsblad" den minister van koloniën voor, de Tweede Kamer te raadplegen aloer hy eone beslissing neemt. Toch gelooft het blad, dat de oplos sing veel eenvoudiger is geworden, nu het „vroegore vorstenhuis door do gevangenneming van den vorst en het sneuvelen van zyn opvolger feiteiyk reeds gevallen is." „De kansen, dat een andere inlandschö vorst de noodige kracht zal bezitten om een regel matig en vreedzaam bestuur te voeron, scbynt zeer gering. De invoering van rechtstreeksch bestuur is daardoor, naar alle waarschyniyk- heid, niet meer eene vraag van meerdere of mindere wenscheiykheid, maar van nood- zakeiykheid geworden. „Alleen de Indische regeering is in staat daarover juist te oordeelen, maar het is wel raadzaam dat hare inzichten en de redenen van beslissing intijds ter kennis van de Tweede Kamer worden gebracht." „Hot (Amsterdamsche) Dagblad" noemt de overwinning „volkomen," neemt aan, „dafc het verzet voorgoed gebroken is," dat de schatten van den Radja de kosten dozer oxpeditie voor een groot deel zullen dekken. Verder zegt bet blad: „Zoo schynt het groot gevaar, dat Lombok een tweede Atjeli zou worden, en het eerste Atjeh nog noodloltiger voor ons zou maken dan het reeds is, afgewend, door het door tastend handelen van het Indisch bestuur en door het moedsbetoon en de groote plichts betrachting van het Indische leger. „Het Nederlandsche volk, in welks al of niet begrepen belang deze expeditie onder nomen was, heelt alle reden tot dankbaar heid aan hen, die het hunne hebben gedaan om dezen stryd tot een goed einde te brengen, en zal bereid zyn zelf de lasten te dragen, die er het gevolg van mochten zyn. Het mag die niet wentelen op de schouders van do Indische bevolking. En onder deze lasten, na kwyting van den plicht der dankbaarheid, in het brengen van hulde aan de levende krygers, zal wel het eerst genoemd moeten worden de zorg voor de betrekkingen der gesneuvelden en voor de in den stryd gekwetsten. „Moge do Regeering nu toonen, dat de orkentelykheid van de natie eene onbekrompen voorziening eischt in de behoefte van allen, die door de Lombok-expeditie in hot ongeluk zyn gestort. Met een wetsontwerp tot betere pensionneenng van verminkten en tot vol doende ondersteuning van de achtergelaten betrekkingen van hen, die in Indië in den dienst van het vaderland hun leven hebben gelaten, geve de Regeeripg en de Volksver tegenwoordiging blyk van de dankbaarheid der natie." In zyn „Uit de Kamer" zegt het „Haagsche Dagblad" nog: „Het dobt ons genoegen dat do heer Bor- gesius nu althans den minister zyne critiek niet heeft gespaard en flink deed uitkomen dat de minister, toen hy zonder kennis van zaken zyne toestemming tot de expeditie gaf, eene daad van onverantwoordelyko roekeloos heid beging. Dit is volkomen juist en hetzelfde wat wy steods hebben beweerd. De verant- wooraelykheid voor het aanvankelyk échec en voor het noodeloos vergoten bloed zal dan ook naar onze meening het eenigo zyn, wat de minister Bergsma als zyn deel uit de onder neming inedeneemt. Van de hulde en dank baarheid voor het thans behaald succes be hoort hy zeer zeker te worden buitengesloten." En verder: „Bewondering vervult ons voor de offers, die ginds zyn gebracht. Moed en zelfopoffering blyvon altyd deugden, dio niet hoog genoeg kunnen worden geschat, ook al betreuren wy hot diep, dat al die offers moesten worden gebracht voor eene niet gerechtvaardigde zaak, en al verbitterde het ons meermalen dat zoo- velen vielen, die gespaard hadden kunnen blyven indien de oorlog minder roekeloos ware aangevangen en met meer beleid ware gevoerd." Het blad meent hier niet mee opnieuw generaal Vetter te treffen. Na de critiek, die het niemand spaarde, wil het ook „de eerste zyn om te erkennen dat begane fouten kunnen worden goedgemaakt" en daarom geeft het- thans „gaarne óók aan den generaal de hulde van op energieke wyze het eerste échec te hebben uitgewischt en de zaak tot een be vredigend einde te hebben gebracht." Ten slotte spreekt het blad „den wensch uit, dat Nederland, nu het de overwinning heeft behaald, moge toonen eene werkeiyk beschaafde natie te zyn door eene waardige en humane houding jegens de Baliërs en hun radja, waarvan toch ten slotte dient te worden erkend dat zy stroden voor hunne eigen rechten met eene volharding en een moed, die inderdaad grootsch mogen worden genoemd." Schitterend, zegt ook de „Tel.", is thans wraak genomen op de Baliërs, die de onzen eenmaal tot zulk een smadelyken aftocht noopten. Op de geheele inlandsche bevolking zal deze overwinning een diepen indruk maken, waarvan do heilzame nawerking wezen zal, dat op plaatsen, waar de rust gevaar liep, men zich wel tweemaal zal bedenken alvorens tegen de kompanie op te staan. Naast een gelukwensch aan Nederland en zyne koloniën met het behaalde succes, past ons een woord van hulde aan bet Indische leger en zyn opperbevelhebber. Moge generaal Vetter aanvankelyk hebben gedwaald en zich om den tuin hebben laten leiden, toen het op vechten aankwam, heeft hij getoond dat zyne krygsmansdeugden niet zonder reden •vóór den aanvang dGr expeditie algemeen werden geroemd. Aan het graf van generaal Van Ham werd door hem gezworen, dat hy de gevallenen zou wreken op eervolle wyze heeft hy zich van dien duren plicht gekweten. Geheel ons volk heeft in de laatste dagen inet spanning de tyding „Tjakra-Negara is ons!" verbeid. Thans is die tyding gekomen gehandhaafd is de eer van onze vlag, gehand haafd is de eer van onze wapenen. AUe overwegingen treden thans terug voor uón gevoel, dat van dankbaarheid en hulde aan de manneD, die met zeldzame doodsver achting deze zege hebben bevochten, aan generaal Vetter en zijne dapperen. Hun komt toe thans stemmen te vernemen uit het Moederland; thans reeds te weten, dat onze landgenooten met hunne gedachten hen hebben gevolgd in hun lyden en strijden, dat onze landgenoot-en nu met hen mede- juichen in hunne overwinning. Daarom is door de hoofdredacteuren van het „Nieuws van den Dag" en het „Handels blad" en verdere belangstellenden, die zich tegeu betaling van 5 by hen aansloten, hedenmiddag te twee uren het volgende telegram verzonden: Generaal Vetter. Lombok. Aan generaal Vetter en zijne dapperen hulde Naar aanleiding van de overwinning op Lombok hoeft het Leidsch Studentencorps een telegram van gelukwensch gezonden aan H. M. de Koningin-Regentes, hetwelk beant woord is niet eene dankbetuiging. Maai tevens heeft het por telegraaf aan generaal Vetter en zyne dapperen huldo gebracht. Verder werden reeds gisteren de volgende telegrammen naar Indië verzonden: Legercommandant, Batavia. Koninklijke Militaire Academie biedt harte lijk gelukwenschen en betoon dering aan dappere Indische troepenbijzonder Lombok. Gouverneur VAN PESCH. Generaal VetterLombok. Hulde aan V en Uwe dapperen. Namens NijmecgschOnd-lndischc Officiei'en. CASPERSZ. Dit laatf-te is van den oud majoor der genie in Indie, den heer K. F. Caspersz, te Nymegen, die de oud-Indische officieren aldaar uitnoodigt, indien zy met zyn telegram instemmen, hun naam op te geven, ten einde dien aan generaal Vetter met de mail van 27 dezer toe to zenden. Te Haarlem bracht gisteravond het publiek in den schouwburg oene hulde aan de dappere stryders van het Indische leger. Voordat de uitvoering van de „Cavaleria" een aanvang nam, stond het orkest op en speelde het „Wilhelmus.". Het publiek verhief zich van zyne zetels, hooide oerst zwygend het spel aan, barstto daarna in een onstuimig gejuich uit en rustte niet voordat ten tweeden male het „"Wilhelmus" had weerklonken. Weder volgden toen daverende bravo's. Evenals te Leiden en in Den Haag, hadden ook te Amsterdam, te Haarlem en in vele andere plaatsen vele ingezetenen do vlag uit gestoken ter eere van de overwinning, op Lombok behaald. Te Haarlem wapperde eveneens van de kazernes de driekleur. Gisteravond is ook by den aanvang van het jaariyksche diner in het Amstel-Hotel", te Amsterdam, van de reeders van zeilschepen op de groote vaart, een dronk gewyd aan het Indische leger, en werd te 7 uren het volgende telegram verzonden: „Generaal Vetter, Lomtok. Vereenigir.g Nederlandsche zeilreeders brengt hulde aan het Indische leger." Te 's-Gravenhage rukten gisteravond eenige bataljons van het regiment grenadiers en jagers om halfacht uit, begeleid door de jager- muziek en meevoerende ziekenwagens, enz. Voorafgegaan door tal van militairen, die voor hun pleizier meegingen, en omstuwd door honderden nieuwsgierigen, die, getuige hun zingen, in dit militair vertoon eene hulde zagen aan het overwinnende Nederlandsch Indische leger op Lombok, trokken de troepen langs de straten, welke vooral in het centrum der stad schier algemeen in vlaggentooi zyn gestoken. Herhaaldelyk ging hier en daar een hoezee voor 't leger op en de menigte groeide steeds aan, zoodat, toen men aan het Hollandsche spoorwegstation kwam, het daar zwart was van de menschen. Achter het station werd halt gehouden; de soldaten werden in het gelid opgesteld; een trein kwam voor en toen was het in dit avonduur zoo vlug mogelyk in- en uit stappen, want de troep was uitgerukt tot het houden van spooroefeningen. Begeleid door eene nog grootere menschen- massa dan waarmede zy gekomen waren, keerden de manschappen omstreeks negen uren naar de kazerne terug, terwijl er onder weg weer allerlei vaderlandsche liederen ge zongen werden. &taatsbegrooting voor 1895. REGEERINGS-ANTWOORDEN. Hoofdstuk Binnenlandsche Zaken. De Minister is in beginsel niet tegen de bevorde ring van ontginning van woeste gronden van gemeentewege en zegt dat hij werkverschaf fing door de gemeente by wyze van armen zorg wel wil ondersteunen, mits dat karakter werkeiyk daaraan blyve toegekend door den aard der op deze wyze te steunen personen en het toe te kennen loon. In de wettelyke voorschriften betrekkelyk de koepokinënting acht de Minister wyziging niet noodig In het bekende geval te Smilde gold de weigering van eene verklaring niet het onvoldoend resultaat van de inenting, maar de onvoldoende operatie zelve. Waar plaatselyko verordeningen op het venten van dagbladen de grondwettige rechten betrekkelyk de drukpersnyverheid mochten schenden, zal de Minister ze ter vernietiging voordragen. Eene voordracht tot vernietiging van zoodanige verordening is in overweging. Omtrent het Rykstoezicht op weeshuizen en de banken van leening is do Minister niet geneigd regelingen voor to dragen. De noodzakelykheid wordt ook niet ingezien door den Minister, om vanwege den Staat to waken tegen vervalschingen van obligation van andere staatsrechteiyke lichamen. Deze zyn daartoe in do eerste plaats zeiven geroepen. De kosten voor het onderhoud van gezin nen van oud militairen, voor wie de Maat- schappy van Weldadigheid zich interesseerde, kunnen niet voor rekening van het Ryk wor den genomen. De Minister meent met grond te mogen verwachten dat eene regeling van de grens- verandering van Leiden nog in dit zittingjaar zal kunnen worden ingediend en afgedaan. Eene nadere regeling van de gemeente- financiën is in voorbereiding, doch moet de subsidiepost voor noodlydende gemeenten ge handhaafd worden. Vaste regelen kunnen daarin niet gesteld worden, doch er wordt by deze subsidiën met omzichtigheid gehandeld. De Regeering is het eens, dat van hetRyks- subsidie geen sluitpost voor de gemeente- begrootingen mag gemaakt worden. Voorna melijk op grond van dit beginsel tracht de Minister te rechtvaardigen de afwyking van de adviezen van G«dep. Staten van Friesland. Kerkelyko en particuliere armeninstellingon moeten zich blyven beyveren de gemeentelyke armenzorg te beperken, wanneer het Ryk feitelyk aan de gemeenten de middelen daartoe verschaft. Het mogelyke wordt, gedaan om regel matige en deugdelyko oefening der dd. schut- teryen binnen de by de wet gestelde grenzen te bevorderen en de hand aan do naleving der wet te doen houden. Zooveel mogelyk zal de Minister trachten te voorzien in de behoefte van medische hulp ten platten lande, waaromtrent intusschen in de laatste jaren reeds verbetering valt op te merken. Afdoende verbetering zou voor het Ryk eenemoeiiyke en hoogst kostbare zaak zyn. Uitsluitend redenen, aan den algemeenen staatkundigen toestand ontleend, weerhouden den Minister een wetsvoorstel betrekkelyk de lykverbranding gereed te maken. In de ge opperde bezwaren van raedisch-forensischen aard vindt de Minister geene voldoende reden voor de bestaande vryheidsbeperking. Zoodra de omstandigheden dit toelaten, zal de Minister ook zyne aandacht wyden aan do vraag of wettelyke maatregelen behooren te worden genomen ter verzekering van meer afdoend toezicht op levensmiddelen, Staats zorg kan intusschen het toezicht, door de ver bruikers zei ven uit te oefenen, slechts in beperkte mate ondersteunen De Staatszorg voor plaatsruimte voor krank zinnigen moet, naar 't oordeel der Regeering, niet uitgebreid worden. In de verpleegwyze in bestaande gestichten bestaat meerdere keuze dan ooit van rijkswege to verschaffen ware en de ondervinding heeft tot nu toe niet ge leerd, dat de omstandigheid, dat sommige inrichtingen geen zuiver philanthropische instel lingen zyn, schadelijken invloed op de ver zorging uitoofent. Tot behoorlijke voorziening in de verpleging van krankzinnige veroordeel den en van andere krankzinnigen, wier bewa king bijzondere voorzorg vereischt, zijn nadere voorstellen te gemoet te zien. By den Minister is de vra?.g in onderzoek in hoever onder mildere voorwaarden hot terugvoeren van Nederlandsch in het buitenland weidend vee naar den stal zou kunnen worden toegestaan. De bemoeiiykmg van den burgemeester te Sliedrecht door een ambtenaar dor belastingen is in onderzoek. De minister zal het noodige doen om herhaling van dergelyke moeilyk- heden te voorkomen. Sinds eenigen tyd is eene commissie van deskundigen werkzaam ter voorbereiding van eone herziening van het kon. besluit, meer bepaaldelyk om na te gaan of wyziging of intrekking van de voorschriften betrekkelyk de varkensziekte noodig is. De commissie zal uitgenoodigd worden do wenschelykheid of noodzakelykheid te onder zoeken van het opnemen der parolziekte onder de in het kon. besluit van 1888 genoemde besmettelyke veeziekten. Op vele aanvragen tot tegemoetkoming in de buitengewone kosten van veevoeder, die ten laste zyn gekomen van de veehouders, wier vee wegens mond- en klauwzeer is moe ten opgestald of opgehokt worden, is reeds gunstig beschikt. De Ministor erkent de billyk- heid van die tegemoetkoming. De Minister blyft bezwaar maken van Ryks- woge te steunen de bevordering van den doelmatigon aanfok van rundvee. Dit onder werp moet aan de provinciale besturen of vereenigingen worden overgelaten. De Minister heeft geene aanleiding voorstellen te doen tot herziening der wet op het hooger onderwys, ook niet in den zin van verhooging van collegesgeld en minervalia. Ook is geen voor stel te wachten om meerdere rechten toe te kennen /an het hooger byzonder onderwys. By den Minister is in overweging eene wyziging van het academisch statuut in dier voege, dat aan de doctorandi in de juridische faculteit do keuze wordt gelaten tusschen het vervaardigen van een proefschrift met minstens 12 stellingen of het verdedigen van ten minste 24 theses. By de samenstelling van de volgende be grooting za) de oprichting van een leerstoel in de archeologie te Leiden in overweging worden genomen. Op de benoeming van een hoogleeraar te Leiden in de Malei »he taal en do letterkunde kan nog geen uitzicht worden geopend. Over wogen wordt nog de verplaatsing van het Ethnographisch Museum. Er bestaat uitzicht op spoedige vervulling van den vacanter-i leerstoel in de geschiedenis te Groningen. Onder verschillende verhoogde posten dezer begrooting behoort die voorden bouw vaneen bactereologisch laboratorium aan do Polytech nische School. Ook de Minister meent dat als voorwaarde van subsidiëering van hoogere burgerscholen voor jongens wettelijk niet kan worden gesteld de toelating van meisjes. De Minister wil het denkbeeld overwegen om aan de gemeentebesturen de bevoegdheid te schenken by verordening leerplicht in te voeren. Aan art. 82 der schoolwet kan die bevoegdheid niet ontleend worden. Door den Minister wordt overwogen onder welke voorwaarden het genot van de Ryks- bydrage aan de byzondere lagere scholen, die op 1 Januari 1895 aan de gestelde eischen ten aanzien van het onderwyzend personeel nog niet kunnen voldoen, gewaarborgd zou kunnen blijven. In beginsel acht de Minister de trakte menten der onderwyzers over het algemeen laag, maar met de Kamer acht hy aan voor ziening gTOOte finantiëole bezwaren verbonden. Met de uitbetaling van de onderwijzers traktementen m Limburg gaat het thans beter. Die verbetering zal men trachten blyvend te maken. "Wetenschappelyke en statistische gegevens zyn verzameld omtrent het denkbeeld be trekkelijk de toekenning van weduwen- en weezenpensioen voor onderwijzers. Tot voort zetting van het wetenschappelyk onderzoek wordt f 1400 aangevraagd. In de klacht omtrent den slechten geest onder de ondorwyzers heerscht, naar de Minister meent, veel overdryvmg. In elk ge .il mag niet de geheele onderwyzersstand a ui- sprakelyk worden gesteld voor de handelingen van enkelen, wier gedrag tot rechtmatige klacht aanleiding heeft gegeven. Mocht het schooltoezicht den steun der Regeering behoeven, om, waar dit noodig mocht blijken, krachtig op te treden, dan zal die steun niet worden onthouden. - In zake van den burgemeester van Slochteren be stonden geen termen voor tusschenkomst var» de Regeering. Uit een door den Minister opgemaakten 6taat blykt dat in de laatste jaren vooruitgang is waar te nemen in den uitslag der akte examens voor ondorwyzer. Voorstellen tot eene gewyzigio regeling van die examens zyn nog in onderzoek. Familie-Berichten uit verschillende bladen. Gehuwd: H. Burgmans en A. De Koning, Averccsi D. Toekamp Lammers en A. M 3. Honig. Magelang B o v a 11 e n M. C. Claasscn—Sas. 7., Botter dam. 1'. 1 SmitsOuweleen D., id - - J M. BruinmelkanipMilders. 7. id. 1-1. G. Do Bruine—De Üartog, I), id M. li. A Willende- Houtman. D., id - J F. Van Kl effens—Veen- hoven. 7.. Heerenveen. --M.H. A. A. Scliukking Dommcrs, D., Zutfcn Overleden: J. Oorthuiis. in Den Haag. M M Doorenhos, v. 33 i id. O H Fcijc, m. 70 j. Haarlem. L. M. Molhugsen—Yan der Velde 84 j., Botterdam. - G. Van der Pot, v. 54 j.. id - H. P. \ugustijn—Vermaas, 35 j., id J. H Windemuller. m. 80 j Kralingen. AJ. Beekman Sr m. 82 j. Haarlem. H. K. Stiet/, in 72 j.. Nijmegen. W. 1. Bicrma, m. Cl j Aalsnm bij Dokkuni Wed G VKohl Ort, 92 j.. Nteuwcr-Amstol. L. A 10. Scholier, m. 76 j Oosterbeek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 2