Hulde aan het Indische leger.
De directeur der Woesinrichting te Neer
bosch ontving, behalve meer giften, door ds.
J. B., te Hedel, eene gift groot f 500 voor
zyn gesticht, en van S. v. L. F., te E.,/" 500,
voor aankoop van ameublement voor het
nieuwe ziekenhuis.
Tot leeraar in de geschiedenis en aard
rykskunde aan de H. B -S. met 5 jarigen
cursus te Schiedam is benoemd dr. J. Van
Leeuwen, te Utrecht.
Dr. H. J. Polak, nieuw benoemd hoog
leeraar by de faculteit der letteren en wijs
begeerte aan de Rijksuniversiteit te Groningen,
zal zijne betrekking aanvaarden met het houden
eener rede in het groot-auditorium van het
academiegebouw op Zaterdag 8 December, des
namiddags te 2 uren.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft met ingang van 1 Dec. a. s. aan J. W
Th Van Oijen, op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend als assistent voor do waterbouwkunde
aan de Polytechnische School te Delft.
Naar de „Tel." verneemt, bestaat bij de
regeering het plan om Hr. Ms. „Alkmaar"
by de terugreis naar Nederland te dirigeeren
naar Lorenzo Marquez, ten einde ons land te
vertegenwoordigen by de feestelijke opening
van den spoorweg Pretoria-Delagoabaai.
Biykens by het departement van marine
ontvangen bericht, is Hr. Ms. pantserdekschip
„Koningin Wilhelmina der Nederlanden", onder
bevel van den kapitein ter zee P. Zegers
Veeckens, adjudant van H M. de Koningin,
den 20sten dezer te Batavia aangekomen.
Aan boord was alles wel.
Het stoomschip „Amsterdam", van
Nieuw-York naar Rotterdam, vertrok 21 Nov.
van Boulogne sur-Mor de „Burgemeester Den
Tex", van Amsterdam naar Batavia, pas
seerde 21 Nov. Ouessant; de „Drente" arri
veerde 21 Nov. van Rotterdam te Batavia;
de „Merapi", van Rotterdam naar Batavia,
arriveerde 21 Nov. te Marseille; de „Sulak"
vertrok 21 Nov. van Batavia naar Rotterdam.
By koninkiyk besluit is aan J. Holtslag
of Holslag, gewezen 2den bewaarder in de
gevangenissen te 's Hertogonbosch, verleend
een pensioen van f 292 's jaars.
Benoemd tot burgemeester: van Hennaar-
deradeel, mr. E, Do Grave; van Wieringen,
C. J, J. H. Van Kempen; van Woensdrecht,
E. M. G. Moors.
Verleend een pensioen van ƒ275 aan J. A. M.
Sterens, weduwo van A. J. Van Alphon,
laatstelijk klerk 1ste kl. by de Rykstelegraaf
te Rotterdam, on een pensioen van ƒ44 aan
M. A. J. Scheffer, dochter van wylen den
commies lstu kl. by 's Ryks belastingen
H R. E. Scli.ffër,
Mr. A. G N. Swart, advocaat en procureur
bp den Hoogon Raad der Nederlanden, mot
ingang van 1 Due. a. s., benoemd tot adjunct
commies by het departement van koloniën.
Het professoraat in de oogheelkunde
aan de Universiteit te Amsterdam.
Onder dezen titel bevat het „Utr. Dbl." van
Dr. X. het volgende ingezonden stuk:
Wat te Amsterdam by de benoeming van
een hoogloeraar in de oogheelkunde dreigt te
gebeuren, verdient de aandacht van de weten-
schappeiyke wereld in hooge mate.
Do bonoeming van professoren heeft daar
plaats door don gemeonteraad, by meerder
heid van stemmen.
Hoe achtenswaardig dit lichaam ook zy,
de leden, dio in onze eersto koopstad do ge
meente vertegenwoordigen, zyn mannen die
hoogst bevoegd zyn in zaken van koophandel
een oordeel te vellen. Maar waar het de
wetenschap, en meer bepaaldelyk de genees
kundige wotenschap betreft., zyn zy onbe
voegd. Wat zou billyker zyn dan dat zy
zich stilzwygend onderwierpen aan de keuze
van de geneeskundige faculteit, die er belang
by heeft dat de meest wetonschappelyke man
in haar midden optreedt?
Maar wat is er gebeurd? Do aftredende
hoogleeraar Gunning was gewoon professor
tegen 6000. Op de begrooting wordt weder
dezelfde som uitgetrokken. Als lsto candidaat
wordt door do geheele faculteit dr. M. Straub
aanbevolen, terwyi het gewone drietal wordt
gecompleteerd door twee namen, die om ver
schillende motieven, welke wy nietwenschen
te analyseeren, worden aanbevolen.
Het is van algemeeno bekendheid, dat de
talenten als natuuronderzo ker en als spreker
van den leten candidaat zóó hoog staan aan
geschreven, dat van pas9eeren geen sprake
kan wezon. Nu wordt eene vergadering met
gesloten deuren gehouden, waarin de Raad
bepaalt, dat er voor den heer Gunning bo
noemd zal worden, niet een gewoon, maar
een buitengewoon hoogleeraar en wel tegen
eene bezoldiging van ƒ2000! Ziedaar eene
volmaakt zekere wjjzo om den waardigste
niet to Amsterdam to zien optreden. De heer
Straub heeft zich dan ook dadelyk terug
getrokken.
Ik wil in 't geheel niet denken dat hier
een vriendschapsdienst in 't spel was; ik
geloof dat do Raad alleen do zuinigheid be
trachten wilde. Maar dan m g men wel vragen
of de zuinigheid do wisheid niet bodriegt.
Heeft do Raad wel overwogen welk voordeel
een éminent man aan de stad, door het toe
vloeien van patiënten, door zyne geheelo per
soonlijkheid kan toebrengen? Wat is Donders
geweest voor Utrecht?
Het klinkt misschien wel vreemd zoo de
pecuniüelo zyde dor quaostie op den voorgrond
te brengenmaar dezo is het eenige mogelyke
motief van het Raadsbesluit, dus de cenigo
wonde plek, die ik meendo te moeten aan
tasten.
Ik hoop dat de Raad tot betere inzichten zal
komen en op den goeden weg zal terugkeeren.
"Waar hy de universiteit versterken kan door
een buitengewoon talent, mag hy dit om f 4000
niet nalaten.
De overwinning op Lombok.
Er is groote biydscliap in de Nederlandsche
pers over de heuglyke tydingen uit Lombok.
Byna alle bladen schreven een paar regels
achter de telegrammen, om hulde te be
tuigen aan het Indische leger.
Het „Handelsblad" houdt eene meer uit
voerige beschouwiüg. Daarin zegt het blad
onder meer:
„Dank zy den krachtigen maatregelen, door
den Gouverneur Generaal genomen, het krygs-
beleid van generaal Vetter en zyn staf en
de dapperheid onzer troepen, zijn nu de ge
volgen van het verraad van Augustus zooveel
mogelyk uitgewischt en is den Baliërs de
overmacht van het Nederlandsch gouver
nement op gevoelige wyze getoond. Hunne
overheersching op Lombok is gebroken on
dit zal door geheel Inaië heen, en niet het
minst op Bali zelf, een diepen indruk maken.
„Er zal nu moeten worden beslist wat
met den gevangen vorst en met Lombok
zelf gedaan moet worden. De vorst zal vor-
moedelykzyn verraad of zyne zwakheid moeten
boeten met verbanning. Hem na al het ge
beurde genade te schenken en in welken
vorm ook te handhaven, sal wel ieder
onmogelyk achten.
„Van meer beteekenis is de beslissing over
de vraag: zal in Lombok een ander inlandsch
vorst, gesteld dat die te vinden is, onder
oppergezag van het gouvernement worden
aangesteld? of zal het eiland onder recht
streekscb bestuur worden gebracht?"
Het is bekend dat men het over deze quaestie
niet eens is; daarom stelt het „Handelsblad"
den minister van koloniën voor, de Tweede
Kamer te raadplegen aloer hy eone beslissing
neemt. Toch gelooft het blad, dat de oplos
sing veel eenvoudiger is geworden, nu het
„vroegore vorstenhuis door do gevangenneming
van den vorst en het sneuvelen van zyn
opvolger feiteiyk reeds gevallen is."
„De kansen, dat een andere inlandschö vorst
de noodige kracht zal bezitten om een regel
matig en vreedzaam bestuur te voeron, scbynt
zeer gering. De invoering van rechtstreeksch
bestuur is daardoor, naar alle waarschyniyk-
heid, niet meer eene vraag van meerdere of
mindere wenscheiykheid, maar van nood-
zakeiykheid geworden.
„Alleen de Indische regeering is in staat
daarover juist te oordeelen, maar het is wel
raadzaam dat hare inzichten en de redenen
van beslissing intijds ter kennis van de Tweede
Kamer worden gebracht."
„Hot (Amsterdamsche) Dagblad" noemt de
overwinning „volkomen," neemt aan, „dafc
het verzet voorgoed gebroken is," dat de
schatten van den Radja de kosten dozer
oxpeditie voor een groot deel zullen dekken.
Verder zegt bet blad:
„Zoo schynt het groot gevaar, dat Lombok
een tweede Atjeli zou worden, en het eerste
Atjeh nog noodloltiger voor ons zou maken
dan het reeds is, afgewend, door het door
tastend handelen van het Indisch bestuur en
door het moedsbetoon en de groote plichts
betrachting van het Indische leger.
„Het Nederlandsche volk, in welks al of
niet begrepen belang deze expeditie onder
nomen was, heelt alle reden tot dankbaar
heid aan hen, die het hunne hebben gedaan
om dezen stryd tot een goed einde te brengen,
en zal bereid zyn zelf de lasten te dragen,
die er het gevolg van mochten zyn. Het mag
die niet wentelen op de schouders van do
Indische bevolking. En onder deze lasten, na
kwyting van den plicht der dankbaarheid, in
het brengen van hulde aan de levende krygers,
zal wel het eerst genoemd moeten worden
de zorg voor de betrekkingen der gesneuvelden
en voor de in den stryd gekwetsten.
„Moge do Regeering nu toonen, dat de
orkentelykheid van de natie eene onbekrompen
voorziening eischt in de behoefte van allen,
die door de Lombok-expeditie in hot ongeluk
zyn gestort. Met een wetsontwerp tot betere
pensionneenng van verminkten en tot vol
doende ondersteuning van de achtergelaten
betrekkingen van hen, die in Indië in den
dienst van het vaderland hun leven hebben
gelaten, geve de Regeeripg en de Volksver
tegenwoordiging blyk van de dankbaarheid
der natie."
In zyn „Uit de Kamer" zegt het „Haagsche
Dagblad" nog:
„Het dobt ons genoegen dat do heer Bor-
gesius nu althans den minister zyne critiek
niet heeft gespaard en flink deed uitkomen
dat de minister, toen hy zonder kennis van
zaken zyne toestemming tot de expeditie gaf,
eene daad van onverantwoordelyko roekeloos
heid beging. Dit is volkomen juist en hetzelfde
wat wy steods hebben beweerd. De verant-
wooraelykheid voor het aanvankelyk échec
en voor het noodeloos vergoten bloed zal dan
ook naar onze meening het eenigo zyn, wat
de minister Bergsma als zyn deel uit de onder
neming inedeneemt. Van de hulde en dank
baarheid voor het thans behaald succes be
hoort hy zeer zeker te worden buitengesloten."
En verder:
„Bewondering vervult ons voor de offers, die
ginds zyn gebracht. Moed en zelfopoffering
blyvon altyd deugden, dio niet hoog genoeg
kunnen worden geschat, ook al betreuren wy
hot diep, dat al die offers moesten worden
gebracht voor eene niet gerechtvaardigde zaak,
en al verbitterde het ons meermalen dat zoo-
velen vielen, die gespaard hadden kunnen
blyven indien de oorlog minder roekeloos
ware aangevangen en met meer beleid ware
gevoerd."
Het blad meent hier niet mee opnieuw
generaal Vetter te treffen. Na de critiek, die
het niemand spaarde, wil het ook „de eerste
zyn om te erkennen dat begane fouten kunnen
worden goedgemaakt" en daarom geeft het-
thans „gaarne óók aan den generaal de hulde
van op energieke wyze het eerste échec te
hebben uitgewischt en de zaak tot een be
vredigend einde te hebben gebracht."
Ten slotte spreekt het blad „den wensch
uit, dat Nederland, nu het de overwinning
heeft behaald, moge toonen eene werkeiyk
beschaafde natie te zyn door eene waardige en
humane houding jegens de Baliërs en hun
radja, waarvan toch ten slotte dient te worden
erkend dat zy stroden voor hunne eigen rechten
met eene volharding en een moed, die inderdaad
grootsch mogen worden genoemd."
Schitterend, zegt ook de „Tel.", is thans
wraak genomen op de Baliërs, die de onzen
eenmaal tot zulk een smadelyken aftocht
noopten. Op de geheele inlandsche bevolking
zal deze overwinning een diepen indruk maken,
waarvan do heilzame nawerking wezen zal,
dat op plaatsen, waar de rust gevaar liep,
men zich wel tweemaal zal bedenken alvorens
tegen de kompanie op te staan.
Naast een gelukwensch aan Nederland en
zyne koloniën met het behaalde succes, past
ons een woord van hulde aan bet Indische
leger en zyn opperbevelhebber. Moge generaal
Vetter aanvankelyk hebben gedwaald en zich
om den tuin hebben laten leiden, toen het
op vechten aankwam, heeft hij getoond dat
zyne krygsmansdeugden niet zonder reden
•vóór den aanvang dGr expeditie algemeen
werden geroemd. Aan het graf van generaal
Van Ham werd door hem gezworen, dat hy
de gevallenen zou wreken op eervolle wyze
heeft hy zich van dien duren plicht gekweten.
Geheel ons volk heeft in de laatste dagen
inet spanning de tyding „Tjakra-Negara is
ons!" verbeid. Thans is die tyding gekomen
gehandhaafd is de eer van onze vlag, gehand
haafd is de eer van onze wapenen.
AUe overwegingen treden thans terug voor
uón gevoel, dat van dankbaarheid en hulde
aan de manneD, die met zeldzame doodsver
achting deze zege hebben bevochten, aan
generaal Vetter en zijne dapperen.
Hun komt toe thans stemmen te vernemen
uit het Moederland; thans reeds te weten,
dat onze landgenooten met hunne gedachten
hen hebben gevolgd in hun lyden en strijden,
dat onze landgenoot-en nu met hen mede-
juichen in hunne overwinning.
Daarom is door de hoofdredacteuren van
het „Nieuws van den Dag" en het „Handels
blad" en verdere belangstellenden, die zich
tegeu betaling van 5 by hen aansloten,
hedenmiddag te twee uren het volgende
telegram verzonden:
Generaal Vetter. Lombok.
Aan generaal Vetter en zijne dapperen hulde
Naar aanleiding van de overwinning op
Lombok hoeft het Leidsch Studentencorps
een telegram van gelukwensch gezonden aan
H. M. de Koningin-Regentes, hetwelk beant
woord is niet eene dankbetuiging.
Maai tevens heeft het por telegraaf aan
generaal Vetter en zyne dapperen huldo
gebracht.
Verder werden reeds gisteren de volgende
telegrammen naar Indië verzonden:
Legercommandant, Batavia.
Koninklijke Militaire Academie biedt harte
lijk gelukwenschen en betoon dering aan dappere
Indische troepenbijzonder Lombok.
Gouverneur
VAN PESCH.
Generaal VetterLombok.
Hulde aan V en Uwe dapperen.
Namens NijmecgschOnd-lndischc Officiei'en.
CASPERSZ.
Dit laatf-te is van den oud majoor der genie
in Indie, den heer K. F. Caspersz, te Nymegen,
die de oud-Indische officieren aldaar uitnoodigt,
indien zy met zyn telegram instemmen, hun
naam op te geven, ten einde dien aan generaal
Vetter met de mail van 27 dezer toe to zenden.
Te Haarlem bracht gisteravond het publiek
in den schouwburg oene hulde aan de dappere
stryders van het Indische leger. Voordat de
uitvoering van de „Cavaleria" een aanvang
nam, stond het orkest op en speelde het
„Wilhelmus.". Het publiek verhief zich van
zyne zetels, hooide oerst zwygend het spel
aan, barstto daarna in een onstuimig gejuich
uit en rustte niet voordat ten tweeden male
het „"Wilhelmus" had weerklonken. Weder
volgden toen daverende bravo's.
Evenals te Leiden en in Den Haag, hadden
ook te Amsterdam, te Haarlem en in vele
andere plaatsen vele ingezetenen do vlag uit
gestoken ter eere van de overwinning, op
Lombok behaald.
Te Haarlem wapperde eveneens van de
kazernes de driekleur.
Gisteravond is ook by den aanvang van
het jaariyksche diner in het Amstel-Hotel",
te Amsterdam, van de reeders van zeilschepen
op de groote vaart, een dronk gewyd aan het
Indische leger, en werd te 7 uren het volgende
telegram verzonden:
„Generaal Vetter, Lomtok. Vereenigir.g
Nederlandsche zeilreeders brengt hulde aan
het Indische leger."
Te 's-Gravenhage rukten gisteravond eenige
bataljons van het regiment grenadiers en
jagers om halfacht uit, begeleid door de jager-
muziek en meevoerende ziekenwagens, enz.
Voorafgegaan door tal van militairen, die
voor hun pleizier meegingen, en omstuwd
door honderden nieuwsgierigen, die, getuige
hun zingen, in dit militair vertoon eene hulde
zagen aan het overwinnende Nederlandsch
Indische leger op Lombok, trokken de troepen
langs de straten, welke vooral in het centrum
der stad schier algemeen in vlaggentooi zyn
gestoken.
Herhaaldelyk ging hier en daar een hoezee
voor 't leger op en de menigte groeide steeds
aan, zoodat, toen men aan het Hollandsche
spoorwegstation kwam, het daar zwart was
van de menschen.
Achter het station werd halt gehouden;
de soldaten werden in het gelid opgesteld;
een trein kwam voor en toen was het in
dit avonduur zoo vlug mogelyk in- en uit
stappen, want de troep was uitgerukt tot
het houden van spooroefeningen.
Begeleid door eene nog grootere menschen-
massa dan waarmede zy gekomen waren,
keerden de manschappen omstreeks negen
uren naar de kazerne terug, terwijl er onder
weg weer allerlei vaderlandsche liederen ge
zongen werden.
&taatsbegrooting voor 1895.
REGEERINGS-ANTWOORDEN.
Hoofdstuk Binnenlandsche Zaken. De
Minister is in beginsel niet tegen de bevorde
ring van ontginning van woeste gronden van
gemeentewege en zegt dat hij werkverschaf
fing door de gemeente by wyze van armen
zorg wel wil ondersteunen, mits dat karakter
werkeiyk daaraan blyve toegekend door den
aard der op deze wyze te steunen personen
en het toe te kennen loon.
In de wettelyke voorschriften betrekkelyk
de koepokinënting acht de Minister wyziging
niet noodig In het bekende geval te Smilde
gold de weigering van eene verklaring niet
het onvoldoend resultaat van de inenting,
maar de onvoldoende operatie zelve.
Waar plaatselyko verordeningen op het
venten van dagbladen de grondwettige rechten
betrekkelyk de drukpersnyverheid mochten
schenden, zal de Minister ze ter vernietiging
voordragen. Eene voordracht tot vernietiging
van zoodanige verordening is in overweging.
Omtrent het Rykstoezicht op weeshuizen
en de banken van leening is do Minister niet
geneigd regelingen voor to dragen.
De noodzakelykheid wordt ook niet ingezien
door den Minister, om vanwege den Staat to
waken tegen vervalschingen van obligation
van andere staatsrechteiyke lichamen. Deze
zyn daartoe in do eerste plaats zeiven geroepen.
De kosten voor het onderhoud van gezin
nen van oud militairen, voor wie de Maat-
schappy van Weldadigheid zich interesseerde,
kunnen niet voor rekening van het Ryk wor
den genomen.
De Minister meent met grond te mogen
verwachten dat eene regeling van de grens-
verandering van Leiden nog in dit zittingjaar
zal kunnen worden ingediend en afgedaan.
Eene nadere regeling van de gemeente-
financiën is in voorbereiding, doch moet de
subsidiepost voor noodlydende gemeenten ge
handhaafd worden. Vaste regelen kunnen
daarin niet gesteld worden, doch er wordt by
deze subsidiën met omzichtigheid gehandeld.
De Regeering is het eens, dat van hetRyks-
subsidie geen sluitpost voor de gemeente-
begrootingen mag gemaakt worden. Voorna
melijk op grond van dit beginsel tracht de
Minister te rechtvaardigen de afwyking van
de adviezen van G«dep. Staten van Friesland.
Kerkelyko en particuliere armeninstellingon
moeten zich blyven beyveren de gemeentelyke
armenzorg te beperken, wanneer het Ryk
feitelyk aan de gemeenten de middelen daartoe
verschaft.
Het mogelyke wordt, gedaan om regel
matige en deugdelyko oefening der dd. schut-
teryen binnen de by de wet gestelde grenzen
te bevorderen en de hand aan do naleving
der wet te doen houden.
Zooveel mogelyk zal de Minister trachten
te voorzien in de behoefte van medische hulp
ten platten lande, waaromtrent intusschen in
de laatste jaren reeds verbetering valt op te
merken. Afdoende verbetering zou voor het
Ryk eenemoeiiyke en hoogst kostbare zaak zyn.
Uitsluitend redenen, aan den algemeenen
staatkundigen toestand ontleend, weerhouden
den Minister een wetsvoorstel betrekkelyk de
lykverbranding gereed te maken. In de ge
opperde bezwaren van raedisch-forensischen
aard vindt de Minister geene voldoende reden
voor de bestaande vryheidsbeperking.
Zoodra de omstandigheden dit toelaten, zal
de Minister ook zyne aandacht wyden aan
do vraag of wettelyke maatregelen behooren
te worden genomen ter verzekering van meer
afdoend toezicht op levensmiddelen, Staats
zorg kan intusschen het toezicht, door de ver
bruikers zei ven uit te oefenen, slechts in
beperkte mate ondersteunen
De Staatszorg voor plaatsruimte voor krank
zinnigen moet, naar 't oordeel der Regeering,
niet uitgebreid worden. In de verpleegwyze
in bestaande gestichten bestaat meerdere keuze
dan ooit van rijkswege to verschaffen ware
en de ondervinding heeft tot nu toe niet ge
leerd, dat de omstandigheid, dat sommige
inrichtingen geen zuiver philanthropische instel
lingen zyn, schadelijken invloed op de ver
zorging uitoofent. Tot behoorlijke voorziening
in de verpleging van krankzinnige veroordeel
den en van andere krankzinnigen, wier bewa
king bijzondere voorzorg vereischt, zijn nadere
voorstellen te gemoet te zien.
By den Minister is de vra?.g in onderzoek
in hoever onder mildere voorwaarden hot
terugvoeren van Nederlandsch in het buitenland
weidend vee naar den stal zou kunnen worden
toegestaan.
De bemoeiiykmg van den burgemeester te
Sliedrecht door een ambtenaar dor belastingen
is in onderzoek. De minister zal het noodige
doen om herhaling van dergelyke moeilyk-
heden te voorkomen.
Sinds eenigen tyd is eene commissie van
deskundigen werkzaam ter voorbereiding van
eone herziening van het kon. besluit, meer
bepaaldelyk om na te gaan of wyziging of
intrekking van de voorschriften betrekkelyk
de varkensziekte noodig is.
De commissie zal uitgenoodigd worden do
wenschelykheid of noodzakelykheid te onder
zoeken van het opnemen der parolziekte onder
de in het kon. besluit van 1888 genoemde
besmettelyke veeziekten.
Op vele aanvragen tot tegemoetkoming in
de buitengewone kosten van veevoeder, die
ten laste zyn gekomen van de veehouders,
wier vee wegens mond- en klauwzeer is moe
ten opgestald of opgehokt worden, is reeds
gunstig beschikt. De Ministor erkent de billyk-
heid van die tegemoetkoming.
De Minister blyft bezwaar maken van Ryks-
woge te steunen de bevordering van den
doelmatigon aanfok van rundvee. Dit onder
werp moet aan de provinciale besturen of
vereenigingen worden overgelaten. De Minister
heeft geene aanleiding voorstellen te doen tot
herziening der wet op het hooger onderwys,
ook niet in den zin van verhooging van
collegesgeld en minervalia. Ook is geen voor
stel te wachten om meerdere rechten toe te
kennen /an het hooger byzonder onderwys.
By den Minister is in overweging eene
wyziging van het academisch statuut in dier
voege, dat aan de doctorandi in de juridische
faculteit do keuze wordt gelaten tusschen het
vervaardigen van een proefschrift met minstens
12 stellingen of het verdedigen van ten minste
24 theses.
By de samenstelling van de volgende be
grooting za) de oprichting van een leerstoel
in de archeologie te Leiden in overweging
worden genomen.
Op de benoeming van een hoogleeraar te
Leiden in de Malei »he taal en do letterkunde
kan nog geen uitzicht worden geopend. Over
wogen wordt nog de verplaatsing van het
Ethnographisch Museum.
Er bestaat uitzicht op spoedige vervulling
van den vacanter-i leerstoel in de geschiedenis
te Groningen.
Onder verschillende verhoogde posten dezer
begrooting behoort die voorden bouw vaneen
bactereologisch laboratorium aan do Polytech
nische School.
Ook de Minister meent dat als voorwaarde
van subsidiëering van hoogere burgerscholen
voor jongens wettelijk niet kan worden gesteld
de toelating van meisjes.
De Minister wil het denkbeeld overwegen
om aan de gemeentebesturen de bevoegdheid
te schenken by verordening leerplicht in te
voeren. Aan art. 82 der schoolwet kan die
bevoegdheid niet ontleend worden.
Door den Minister wordt overwogen onder
welke voorwaarden het genot van de Ryks-
bydrage aan de byzondere lagere scholen,
die op 1 Januari 1895 aan de gestelde eischen
ten aanzien van het onderwyzend personeel
nog niet kunnen voldoen, gewaarborgd zou
kunnen blijven.
In beginsel acht de Minister de trakte
menten der onderwyzers over het algemeen
laag, maar met de Kamer acht hy aan voor
ziening gTOOte finantiëole bezwaren verbonden.
Met de uitbetaling van de onderwijzers
traktementen m Limburg gaat het thans
beter. Die verbetering zal men trachten
blyvend te maken.
"Wetenschappelyke en statistische gegevens
zyn verzameld omtrent het denkbeeld be
trekkelijk de toekenning van weduwen- en
weezenpensioen voor onderwijzers. Tot voort
zetting van het wetenschappelyk onderzoek
wordt f 1400 aangevraagd.
In de klacht omtrent den slechten geest
onder de ondorwyzers heerscht, naar de
Minister meent, veel overdryvmg. In elk ge .il
mag niet de geheele onderwyzersstand a ui-
sprakelyk worden gesteld voor de handelingen
van enkelen, wier gedrag tot rechtmatige
klacht aanleiding heeft gegeven.
Mocht het schooltoezicht den steun der
Regeering behoeven, om, waar dit noodig
mocht blijken, krachtig op te treden, dan zal
die steun niet worden onthouden. - In zake
van den burgemeester van Slochteren be
stonden geen termen voor tusschenkomst
var» de Regeering.
Uit een door den Minister opgemaakten 6taat
blykt dat in de laatste jaren vooruitgang is
waar te nemen in den uitslag der akte
examens voor ondorwyzer. Voorstellen tot
eene gewyzigio regeling van die examens zyn
nog in onderzoek.
Familie-Berichten uit verschillende bladen.
Gehuwd: H. Burgmans en A. De Koning,
Averccsi D. Toekamp Lammers en A. M 3.
Honig. Magelang
B o v a 11 e n M. C. Claasscn—Sas. 7., Botter
dam. 1'. 1 SmitsOuweleen D., id - - J M.
BruinmelkanipMilders. 7. id. 1-1. G. Do
Bruine—De Üartog, I), id M. li. A Willende-
Houtman. D., id - J F. Van Kl effens—Veen-
hoven. 7.. Heerenveen. --M.H. A. A. Scliukking
Dommcrs, D., Zutfcn
Overleden: J. Oorthuiis. in Den Haag.
M M Doorenhos, v. 33 i id. O H Fcijc, m.
70 j. Haarlem. L. M. Molhugsen—Yan der
Velde 84 j., Botterdam. - G. Van der Pot, v.
54 j.. id - H. P. \ugustijn—Vermaas, 35 j., id
J. H Windemuller. m. 80 j Kralingen. AJ.
Beekman Sr m. 82 j. Haarlem. H. K.
Stiet/, in 72 j.. Nijmegen. W. 1. Bicrma, m.
Cl j Aalsnm bij Dokkuni Wed G VKohl
Ort, 92 j.. Nteuwcr-Amstol. L. A 10. Scholier,
m. 76 j Oosterbeek.