N°. 10660.
Woëfiëdag SI TV oVémbéï».
A0. 1894.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat nit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Premie.
vier boekjes ad 25 Cents
Wed. J. HORRÉE, Breestraat.
Leiden, 20 November.
Feuilleton.
EENE HELDIN.
IDSCH
DAGBLAD
pmJS DEZER OOURART:
V»or Leiden per 3 maanden.
Franco per post
ARonderiyke
1.10.
1.40.
0.06.
PRUS DER AD VERTEN TJLEN
Van 1—6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17 j. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Het blijkt ons uit verschillende gegevens,
dat de Premlcboefcje» wederom leer in
den smaak vallen.
W(j moeten daarom terugkomen op bet
gisteren medegedeelde, in zooverre dat - ten
einde geene teleurstelling te veroorzaken
nu besloten is op eiken bon slechts
af te geven.
Enkele gekartonneerde boekjes zyn ver
krijgbaar ad 50 Cents. Daarin zijn alle acht
stukjes opgenomen.
De boekjes en de prezen z\jn ter bezichti
ging bij de
DE UITGEVER.
Gisteravond trad in de kleine zaal van
het Nutsgebouw, die tamelijk goed bezet was,
terwijl ook eenige vrouwen de vergadering
bijwoonden, voor den Bond voor Algemeen
Kiesrecht mej. G. C. StellingwerfJentlnk als
spreekster op, en behandelde den tekstStrijdt
den goeden strijd.
Nadat zij gewezen had op de geestdrift, die
voor eenige jaren met het oog op het ver
krijgen van algemeen kiesrecht heerschte,
maar die dreigde te verflauwen, wilde zj)
trachten het strijd vuur weer aan te blazen.
Zy noemde dien strijd een zedelijken strijd,
waarom men van eerlijke middelen zich be
hoorde te bedienenonzedelijke middelen vinden
als vanzelf hunnp eigen straf; door geweld ont
neemt men zichzeiven het recht tegenover
anderen, wien men juist hunne middelen van
geweld kwalijk neemt. Slagen kan men alleen
door daden van zelfopoffering en liefde.
Zeker, er is wel veel, wat onrecht moet
heeten. Maar men vergete niet, dat wy strijden
niet tegen menschen, maar tegen maatschap
pelijke instellingen. En deze kunnen niet ver
beterd worden, tenzij men do menschen ver-
betere. Daarom is 't zaak invloed te oefenen
op der menschen denken en voelen. De toe
komst behoort aan de verstandigsten en besten,
niet aan de ruwe kracht. Niet de tirannen
maken de slaven, de slaven maken de tirannen.
Die slaafsche geest moet uit ons varen.
Van revolutie wacht spr. geene blijvende
vracht. By de groote schoonmaak der maat-
schappy is het onraadzaam alles overhop te
halen, maar hst beste kamer voor kamer te
doen. Er moet overleg by het werk wezen.
Men moet geduld weten te oefenen, Men moet
overtuigd wezen dat er schoonmaak noodig is
en als men de hulp van anderen inroept, niet
alle handen ineens aan het werk slaan. Dan
bederft de een het werk van den ander.
Het doel is eene maatschappy te vormen,
waarin alle menschen hunne lichameiyke en
geesteiyke vermogens naar hunne mate kunnen
ontwikkelen. Wy willen allen, onder gelyke
voorwaarden, aan de menscheiyke ontwikke
ling doen deelnemen en voor de ouden ver
langen wy verzorging, als ze niot meer werken
kunnen. Er moet een einde komen aan de
bevoorrechting van enkelen. De grond moet
voor allen worden, onder gemeenteiyk beheer.
Het geld moet zyne macht over den arbeid
verliezen, maar dienen om den arbeid te helpen.
Men moet toonen, dat 't met het brengen van
deze maatregelen heilige ernst is; met ver
bittering of spot helpt men onze zaak, zeide
spr., niet vooruit.
Onder de middelen behoort: invloed te kunnen
oefenen op den gang der Staatszaken. Nu
worden eenzydig de belangen van de bezittende
klassen bevorderd, zooals met de Billiton-
maatschappy, de NederlandBche Bank, terwyl
de geschiedenis van Opsterland voldoende pleit
voor algemeen kiesrecht.
Wat de werkeloosheid betreft, daartegen is
een gereed middelgrond, die hier en elders
by hectaren braak of onontgonnen ligt, vrucht
baar te maken, wat mogeiyk is. Hoe? Door
grondonteigening 1 Maar dat kost geld 1 Welnu,
de xyken kunnen dat beet betalen. Als het
successierecht in de rechte linie maar ver
hoogd wordt en 't in de zyiinie op 100 pet.
wordt gebracht, dan zal er spoedig genoeg
geld byeen zyn om de kosten te dekken.
Als men meent, dat het volk nog te dom
is om kiezer te zyn, nu, spr. weet uit eigen
ervaring van kiezers, die dien maatstaf niet
overtreffen, terwyl bovendien in het verleenen
van algemeen kiesrecht een middel tot ont
wikkeling zal gelegen zyn. Algemeen kies
recht met geheime stemming zal allicht den
domste kunnen aanwyzen.
Ook de vrouwen moeten er deel aan nemen.
Men zegt wel, dat zy dommer zyn dan de
mannen, en dus goed zyn voor de huishouding,
alsof daar de domsten het verst komen; dat
zo geen tyd hebben of er zeiven geen prys op
stellen, maar al die bezwaren gelden niet
tegenover do zekerheid, dat elders, waar
vrouwen meewerken, de stryd tegen alcohol
en ontucht met goed succes wordt gestreden.
Maar de stryd moet den toets derzedeiyk-
heid kunnen doorstaan. Hy geldt het algemeen
kiesrecht en daardoor het gelyke recht van
allen op de gaven der natuur en de schatten
der kennis, nu vaak voor enkelen bereikbaar,
maar ook het optreden tegen het leven van
den eenen mensch alleen door den arbeid van
anderen, tegen de volkszonden, die zooveel
ellende veroorzaken.
By het daarop gevolgd debat, waarby een
paar sprekers meer de revolutionnaire midde
len aanprezen, omdat men nu niet vorderde
en den moed zou verliezen, wees do spreek
ster er met nadruk op, dat naar hare meening
de vreedzame weg de eenig zekere, maar
ook de beste weg ter oplossing was.
Na een woord van dank aan spreekster en
debaters van den heer D. A. Yan Eek, ging
de vergadering uiteen.
Toen we de vorige week een kort verslag
gaven van „De Voddenraper van Parys", in
de Stadszaal opgevoerd door de Haagsche
Tooneelvereeniging, onder leiding van den heer
Ch. De la Mar, maakten we aanmerking op
het spel van den heer Smits, die ons nu
evenwel bericht dat hy niet optrad, ofschoon
het Haagsohe programma zulks vermeldde,
maar een ander, naar we vernamen, uit goede
bron, de heer Ferd. De la Mar.
Wat we dus zeiden van den heer Smits,
behoeft deze zich niet aan te trekken, maar
gold den heer Ferd. De la Mar.
De heeren Smits en De la Mar waren hier
te weinig opgetreden dan dat men hier aan
hun gelaat of hunne spraak zou kunnen onder
scheiden met wien men te doen had.
De heer Smits had recht op deze rectifi
catie, welke voorkomen had kunnen worden
door de directie van bet gezelschap, welke
öf geene oude, foutieve programma's had
moeten verkoopen öf den bezoekers tydig
had moeten in kennis stellen raet de af-
wyking er van, wat betrof de heeren Smits
en De la Mar.
We kunnen bogrypen dat het onaangenaam
was voor den heer Smits om onverdiend ge
laakt te worden en we hopen dat de bezoe
kers voortaan Diet meer door verkeerde pro-
gramma'a, in het nadeel der optredenden, be
drogen zullen worden.
Het te dezer stede bestaande mannen
koor „Arion" hoopt Vrydag 23 Nov. zyne
tweede uitvoering te geven onder directie van
den heer Henri Völlmar, leeraar aan de
koninklyke muziekschool te 's-Gravenhage. Als
solisten zullen optreden mejuffrouw Christine
Veltman (sopraan), van Amsterdam, en de
directeur als pianist. Het bestuur heeft, blykens
achterstaande advertentie, besloten, behalve
de gewone introducties, kaarten beschikbaar
te Btellen a 75 ets. voor heer en dame.
Heden slaagde voor het examen lager
onder wy 8 handteekenen en perspectief te
's-Gravenhage de heer Amoud Ylsser, die
daartoe zyne opleidmg kreeg aan de inrichting
voor teekenonderwys van den heer Lampe,
alhier.
Wy ontvingen hedenmorgen de Javasche
bladen per Nedorlandsche mail aangebracht
en loopende van 20 tot 23 Oct. Het voor
naamste nieuws vindt men hierachter.
Men houde by de lezing daarvan in het
oog, dat de correspondenties zyn geschreven
in de helft der vorige maand, dus ruim ééne
maand vóór de bestorming van Tjakra-Negara,
welker schitterend succes gisteren uit Batavia
en Den Haag werd geseind.
By openbare kennisgeving worden door
Burg. en Weths. van Lisse en Zoeterwoude
opgeroepen de ingezetenen, die verlangen als
vrywilliger by de militie op te treden, om
zich daartoe ter gemeente secretarie aan te
melden vóór of op den laatsten dezer maand.
Voor de afdeellng Oude-Wetering van
„Patrimonium" is als spreker opgetreden de
heer G. J. B. Bontje, hoofd der Chr. school
aldaar, met het onderwerp „Kamers van
Arbeid". Hy zette op duidelyke wyze, voor
een ieder begrypeiyk, zyne zienswyze omtrent
deze veelbesproken zaak uiteen en toonde
aan, dat „Kamers van Arbeid", door de Regee
ring aangesteld, bestaande uit patroons en
werklieden, en dienende tot bevordering van
de belangen van den werkman, evenals nu
de Kamers van Koophandel werkzaam zyn
ten dienste van den handel, beter dan eenlg
ander lichaam aan de Regeering de noodige
inlichtingen zouden kunnen verschaffen; dat
ze by ontstane geschillen tusschen patroons
en werklui uitnemend dienst zouden kunnen
doen, om die geschillen in der minne by te leg
gen, of wel ze te trachten te voorkomen, en zoo
noodig als scheidsrechters in deze zouden
kunnen optreden. Sprekers rede, die door
velen aandachtig gevolgd werd, lokte geen
debat uit.
De heer J. J. Van der Vlist, onderwyzer
aan de openbare lagere school in het dorp
Woubrugge, komt voor op de voordrachten
ter benoeming van een onderwyzer aan de
openbare lagere scholen te Neerlangbroek en
te Werkhoven.
De heer Willem Van Zuylen, wiens neus
bloedingen bleven aanhouden, heeft gisteren
te Amsterdam met goed gevolg eene operatie
aan den nous ondergaan. Hy hoopt nu binnen
enkele dagen naar Rotterdam terug te keeren
en weldra zyn arbeid te kunnen hervatten.
Men schryft aan het Vad." uit Schiedam
Nadat de gemeente-ontvanger B. was ont
slagen, besloot de Raad zich tot Qed. Staten
te wenden met het verzoek om de jaarwedde
van den ontvanger, die f 2800 bedroeg, op
2200 vast te stellen. Dat college is daarop
niet ingegaan. Het wilde van geene vermin
dering van jaarwedde weten. Vervolgens heeft
de Raad ter elfder ure, en wel in dezelfde
zitting, waarin de nieuwe ontvanger werd be
noemd, vooruit nog even diens instructie ge-
wyzigd en bepaald, dat hy voor eigen rekeniDg
zich eeno brandkast moest aanschaffen en dat
hy het kantoor by zich aan huis moet hebben.
Een bepaald besluit, dat hy voor eigen
rekening een klerk moet aanschaffen, is niet
genomen. De door de gemeente bezoldigde
klerk, dien de ontvanger had, gaat naar eene
andere afdeeling der secretarie over en er is
geen andere in zyne plaats benoemd. Wil de
nieuwe ontvanger dus hulp hebben en kan
hy alleen het werk niet af, dan moet hy die
uit eigen zak betalen. Men heeft dus langs
een omweg bereikt wat Ged. Staten hebben
geweigerd.
Dit moet dan ook de reden zyn waarom
de heer V. voor de benoeming heeft bedankt.
Naar men mededeelt, heeft do nieuw-
optredende Oostenryksch Hongaarsche gezant
te 's-Gravenhage, graaf Ocolicsanye, tot zyne
vestiging het huls gehuurd in het Lange
Voorhout, in eigendom toebehoorendo aan en
thans nog bewoond door den heer Van Tien
hoven, oud-minister van buitenlandsche zaken.
Alvorens naar Stuttgart terug te keeren,
is de gezant naar Luxemburg vertrokken, ten
einde ook tegelykertyd by het groothertogdom
te worden geaccrediteerd als diplomatiek ver
tegenwoordiger van Oostenryk.
Te Rotterdam is in weinige dagen reeds
byna f 2500 voor de bereiding van het heil-
8erum tegen diphtheritis byeongebracht.
Een telegram uit St. Peteraburg meldt
dat, volgens de Russische Staatscourant, de
Czaar Zondag den buitengewonen Nedorland-
schen gezant, luit.-gen. graaf Dumonceau, en
jhr. Van den Bosch, adjudant van H. M., die
graaf Dumonceau vergezelt, ontvangen heeft.
Naar aanleiding van een bericht uit
Curasao, dat de gouverneur dier kolonie zich
naar Caracas heeft begeven, kan nog worden
medegedeeld, dat de landvoogd by dit bezoek
in opdracht had d6n president der Vereenigde
Staten van Venezuela namens H. M. do
Koningin-Regentes te complimenteeren en een
8chryven van H. M. te overhandigen by ge
legenheid van het herstel der diplomatieke
betrekkingen tusschen Nederland en Venezuela.
Op 77 jarigen leeftyd is te 's-Graven
hage overleden de heer J. H. Lintz, vroeger
ambtenaar ter thesaurie by Willem I, II en
III, laatsteiyk administrateur der goederen
van prins Albrecht, erfgenaam van prinses
Marianne.
Naar aanleiding van het bericht omtrent
de nieuwe geweren in „De Stand." schryft
„De Tyd": „Wat „men hoort verluiden" en
wat „er wordt verteld" is louter verzinsel.
De katholieke leden van de Tweede Kamer
zyn nog niet na de indiening der Staatsbegroo-
ting vergaderd geweest. De eerste byeenkomst
zal plaats hebben heden- (Dinsdag) avond."
Door den president van Venezuela is tot
ridder 3de klasse in de orde van den Bevry-
der benoemd de heer L. P. Walburgh Schmidt,
arts te Amsterdam.
De gemeenteraad van Deventer heeft
besloten de koninklyke goedkeuring te vragen
op het verzetten van de veemarkt van Dinsdag
op Woensdag.
Een by do directie der „Nederiandsche
Zuid-Afrikaansche Spoor weg-Maatschappy"
ontvangen telegram vermeldt het feit, dat
van af 18 Nov. driemaal 's weeks oen per
sonentrein in iedere richting zal ryden tus
schen Louren^o Marques (Delagoabaai) on
Pretoria, zoodat reizigers, de route via Dela
goabaai kiezende, reeds nu geheel per spoor
trein hunne bestemming kunnen bereiken.
Het stoomschip „Edam", van Amsterdam
naar Nieuw-York, is 19 Nov. Lizard gepan-
8eerd; de „Gelderland", van Rotterdam naar
Java, passeerde 18 Nov. Dungenes6
De gewono audiëntie van den minister
van marine zal op Vrydag 23 dezer niet plaatr
hebben.
By koninkiyk besluit is benoemd tot
notaris binnen hot arr. Winschoten, ter stand
plaats Veendam, D. A. Tholen, candidaat-
notaris te Sappemeer, en tot notaris binnen
het arr. Alkmaar, ter standplaats Oosterblck-
ker, H. J. Ten Zeldam, candidaat-notaris to
Zaandyk.
Met ingang van 1 Januari 1895: lo. de
hoofdcommies by het departement van marine
A. G. Van Poeteren, op zyn verzoek, ter zake
van meer dan 65-jarigen leeftyd, eervol uit
's Ryks dienst ontslagen, onder toekenning
van den titulairen rang van referendaris; 2c.
by gemeld departement bevorderd tot com
mies, de adjunct commiezen J. E. Van Loo,
H. P. A. Van Daalen Wetters en K. H. A.
Wolffensperger.
40)
Tot zulke „zaken" gevoelde Gord noch den
lust, noch do noodige vakkennis te bezitten.
Zyn geheel persooDlyk vermogen wilde hy in
geen geval in de waagschaal stellen, want
zyn hart legde hem andere plichten op.
Hy wilde altyd bereid en in staat zfin tot
helpen, als eene hem dierbare vrouw, of hare
kinderen, hem noodig hadden.
Was het nu ook niet zyn plicht aan die
vrouw kennis te geven van het overiyden
van den man, die toch altyd haar broeder
geweest was?
Thilo had die tyding niet kunnen zenden,
want hy had er geen vermoeden van, dat
de als verloren beschouwde en nimmer ge
noemde tante, die éénige zuster van zyn vader,
nog in leven was. Hy wist niet eens, dat
zy na hare vlucht in het huweiyk was ge
treden, of met wien. Josépbine was in haar
oudoriyk huis eenvoudig doodgezwegen.
Dus was Gerd met zyne gedachten by de
geliefde zyner jeugd en haar gezin, toen de
kamerdeur geopend werd en men hem met
brieven en couranten, die „de post" gebracht
had, ook een eigenaardigen brief ter hand
stelde, die de bestemming had een geheelen
ommekeer in zyn leven te brengen.
Hy zag den poststempel en het kinder
achtige, onontwikkelde schrift; hy las het
Adres: Aan den heer Gerd, op Rakitsch by
Kozlin, in de provincie Posen, en hy wist
oogenblikkeiyk van wie die brief kwam, die
zoo gezwollen wa3 van zyn inhoud aan vele
stukjes papier. Het biddende engeltje op de
enveloppe trof hem. Zyne hand beefde en
een sluier legde zich over zyne oogen.
Deze kinderiyk, eigenlyk kinderachtig, in
gepakte brief paste volstrekt niet by het jonge,
fiere meisje, welks portret nu sedert twee
maanden op zfine schryftafel stond. Hy had
zich maar niet kunnen verzadigen aan den
blik op die vrymoedige, edele trekken; aan
die onbewuste fierheid van het open oog;
aan den veerkrachtigen bouw der ranke, nu
ten volle ontwikkelde figuur. Als eene jeug
dige vorstin prjjkte zy daar vóór hem in al
hare schoonheid.
Zou die onbeholpen brief van haar komen?
Werkeiyk van haar?
Voorzichtig, byna eerbiedig, sneed hy de
enveloppe door. En nu vielen de zeer ver
schillend gevormde stukjes papier, uit hun
band verlost, aan alle kanten uiteen.
Gerd begon te lezen.
Soms was hy zóó ontroerd, dat hy even
rusten moest. Elk stukje las hy nog eens
over, eer hy verder zyne lectuur vervolgde.
Nu en dan gleed er een verheugd lachje over
zyn gelaat en toen het laatste woord tot in
zyn binnenste was doorgedrongen, waar de
geheele brief ais het ware lag ingekuild, zat
hy nog eene lange poos stil op de beschreven
blaadjes te turen.
Hy bewonderde den biddenden engel op
den brief en op een der blaadjes met eene
nauwkeurigheid, alsof hy nog nooit gelegen.
heid had gehad zulke bonte prentjes te zien.
Het scheen hem boe, dat die engel het gelaat
van Walburga had. En haar geheel klein,
dapper, eeriyk en trotsch hart lag, uit dien
brief sprekend, open voor hem. Hoe kinderiyk
was zy nog; hoe onbegrypeiyk kinderiyk 1
Heusch, meer dan één woord was onjuist ge
speld; en dan, welk eene verkwisting met de
woorden „vreeseiyk" en „schrikkeiyk".
Gerd had die kinderachtigheden op het
papier wel willen kussen in het begin van
haren brief. Maar het was hem ook niet ont
gaan, dat hare manier van zich uit te druk
ken, hare woordenkeus ernstiger en degeiyker
werden, naarmate zy die moeilyke, kiesche
onderwerpen, die haar onbevangen en onschul
dig hart beleedigd hadden, behandelde. Hy
zag het, hoe hare driftige natuur in opstand
kwam, hoe haar oog van verontwaardiging
flikkerde, toen zjj van hare verachting voor
dien slechten man sprak.
„Geheel het karakter van Joséphine", zeide
hy, „maar in baar steekt meer licht en
vroolykheid." Dit was zeer natuuriyk, want
Joséphine was zonder moeder te midden van
ruwe mannen en onder zeer ongunstige om
standigheden opgegroeid. Walburga, daaren
tegen, was wel in een engen kring, maar
toch onder het wakend oog der beste aller
moeders groot geworden. De eene had hare
kinderjaren zoo te zeggen op een slagveld,
de andere in een „tuintje achter het huls"
doorgebracht.
Op zyn antwoord behoefde Gerd niet te
laten wachten. Het stond al dadeiyk by hem
vast, dat Walburga, onder den naam eener
gezelschapsdame voor Gravin Fedora, hier
moest komen en dat, schynbaar door de oude
dame, felteiyk natuuriyk door hem, een flink
salaris voor dezen „post" op het budget
zyner huiseiyke uitgaven moest worden ge
schreven. Hy wilde haar dadeiyk antwoorden
onmiddeliykHet kwam niet in hem op
er aan te donken, dat Joséphine bitter ver
laten zou achterbiyven. De genoeglykste en
meest dwaze plannen speelden krygertje in
zyn goed en trouw hart en in zyn onprac-
tisch hoofd.
Men moest hoe eer hoe liever oen paar
mooie kamers naar den smaak en naar de
behoeften van eene jonge zeventienjarige dame
in orde laten brengen. Het beste zou zyn
aan eene Beriynsche firma die taak op
te dragen.
Voortaan mochten op Rakitsch niet langer
enkel heerenparty en gegeven worden; de
aardigste en gezelligste kringen van heeren
en dames zou daar in het vervolg genoodigd
worden. Walburga zou haar eigen rytuigje
hebben en een mak, geduldig rypaard. Hoe
heeriyk hy zou altyd de cavalier van dat
lieve kind mogen zyn; hy zou haar ryies
geven.
Hy was zoo opgewonden, dat hy de pen
byna niet zou kunnen besturen. Misschien, als
by er zich over uitsprak, dat hy zyne biyd-
schap dan kalmer zou opnemen.
Hy ging naar de overzyde van de gang,
naar de woning der oude Gravin. Hare nog
altyd krachtige stem riep duideiyk„Binnen 1"
toen hy by haar aanklopte.
Gravin Fedora was sedert lang de weduwe
van een oud-oom van Gord. Haar leeftyd was
moeiiyk te raden, want hare grooto corpu
lentie had ook aan haar gelaat buitengewoon
vleezige en daardoor gladde vormen gegevon,
terwyl haar donker haar op haar voorhoofd sier
ïyk gekapt was. Dit haar glom sterk en verried
hierdoor het gebruik van glycerine bevattende
kleuriniddelen.
De oude dame zat voor haar theetafeltje b(1
het raam in haren fauteuil. Hare kleine, rondG
figuur stak in eene morgenjdS zonder eenige
aansluitende vormen en van een bont, Turkocb
weefsel, die met donkerbruin fluweelen op
slagen was versierd. In do eene blanke, maar
vleezige hand hield zy haar kopj*, in de
andere oen reepje brood. De vele ringen aan
hare vingers schitterden van belang; zy droog
eene kleine verzameling van diamanten aan
hare hand.
De groote, hooge kamer prykto met meu
belen uit de meest verschillende tydperken,
waardoor zy iets van een uitdragerswinkel
verkreeg. Byzonder net zag het or ook niet
uitwant Gravin Fedora duldde geene vreemde
hand aan dingen, die van haar waren, en z'J
kwam er niet altyd toe, om op te ruimen 6-\
schoon te maken.
Een dag was om, eer men het wist. met
de verschillende maaltyden, met lezer op
met nu en dan een slaapja te doen
{Wordt vervolgd.)