N°. 10659. Dinsdag SO November A0. 1894 §eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en fèeestda^n, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Premie. 25 Cents. 50 Cents. Wed. I HORRÉE, Breestraat, 0O Prijzen. Leiden, 19 November. Feuilleton. EENE HELDIN. IEIDSCH DA&BLAD. PBIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 3 maanden, 1.10. Franco por post Afzondorlyke Nommers 1.40. 0.05. PBIJS DER ADVERTENTIES Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0 17{. Grootera letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad. Zooals reeds met een enkel woord ia mede gedeeld, stelt de Uitgever van het „Leidsch Dagblad" wederom Prentenboekjes voor de kinderen der Abonnés beschikbaar. Het zyn acht verschillende prentenboekjes, waarin vier gekleurde plaatjes. Zy worden per stel van vier boekjes verkocht voor Elk Abonné heeft echter het recht alle acht boekjes te nemen, dus twee stel of acht prentenboekjes voor Met het oog op den naderenden St.-Nicolaas- dag wenschten wy ook den kinderen weder eene verrassing te bereiden. Men woet het reeds I Eene uitgebreide collectie speelgoed werd in het daarvoor te goeder naam be kend staand magazijn van de over „Hotel dn Lion d'or", aangekocht. Dit jaar bestaat de verzameliog uit Er zijn groote prijzen, maar ook kleinere; want, gedachtig aan het bekende gezegde: 9Een kinderhand is dra gevuld" en omdat wyzelven er behagen in scheppen velo kleinen gelukkig te zien, namen wy ditmaal vele kleine prijzen, welke echter even welkom zullen zijn. De boekjes zullen in het einde dezer week worden uitgegeven. Elk stel van vier prentenboekjes draagt een nummer voor de verloting. DE UITGEVER. Den 28sten dezer zal het 26 jaren geleden zjjn, dat mr. J. A. F. Coebergh na slechts 6 jaren candtdaat-notarie te zijn geweest te dezer stede tot notaris werd benoemd. In al dien ttjd heeft hü de nota- rléele praktyk mot uitnemend succes uitge oefend en steeds meegewerkt om de eer van het schoone vak zijner keuze hoog te houden. De heer F. Uittenbroek, sedert 1 April 1879 hoofd der ChristeHJke school aan de Pieterskerkgracht alhier, hoopt don SOsten November a. s. don dag te herdenken, waarop hy v|jf en twintig jaren geleden optrad als hoofd eener Christelijke school, en dit wel te Aalten. Te Aalten was hy 2'/, jaar, te Waddings veen 7 Jaar en te Leiden 151/, jaar hoofd eener Christelijke school. U) „Maar hierdoor is het gekomen, dat ik nu niets weet. Mijne domheid en onbedrevenheid bezwaren mij zeer. Had vader mij maar iets anders laten leeren, waarmee ik nu geld zou kunnen verdienen; het modemaken of boek houden, japonnen-naaien of telegrapheeren 1 Plezier zou ik daar ook niet in hebben, maar voor die dingen had ik anders wel talent gehad. Het beste zou het mi) bevallen, ja, daar zou ik zeer, zéér veel plezier in gehad hebben, als ik in een groot huishouden het opzicht voeren mocht, waar het geducht druk was. Ja, zoo van 'a morgens tot 's avonds rondloopen en te zorgen, dat alles netjes, ge regeld en zindelijk was, waar ik alles doel matig had mogen schikken en inrichtenMaar Ik weet het wel, voor zulk eene betrekking moet men ook leerenen voor leeren is er geen tyd over; ik moet dadelijk geld verdienen. „Vader is ongeneeslijk ziek. Hy was altyd zwak van gestel, zenuwachtig; hy had eene voortdurende neiging tot catharr. (Walburga schreef heusch „catharr"). Op den dag voor Kerstmis kreeg hy eene soort van beroerte en sedert is hy verlamd. Moeder wil nu ons huis verkoopen, in de stad gaan wonen en een pension voor dames openen, om hier mede voor vader en voor zich den kost te verdienen. „Maar wie zal zeggen of dit dadeiyk op Het hoofdbestuur der Nederlandsche Maatscbappy voor Tuinbouw en Pantkunde heeft, in zyne vergadering van 11. Zaterdag, de heeren J. D. Speet, W. Van Veen en E. T. Witte, leden harer afdeeling Leiden en Om streken, benoemd tot leden der vaste com missie voor maandelyksche plantenkeuring. Morgen, 20 November, zal het 25 jaren geleden zyn, dat het eerste nommer van het „Advertentieblad voor Leiden en Omstreken" uitkwam, waarvan uitgever was en nog is de heer J. J. Groen. By die oprichting was J. J. Van der Hom als colporteur aangesteid, die nog steeds, hoe bejaard ook, met vluggen pas de eere van patroon en blad hoog houdt. In „Hötel du Nord" alhier werd gister morgen te elf uren eene vergadering gehouden van bakkersgezellen, waar ongeveer 70 per sonen tegenwoordig waren. In die vergadering is besloten tot het vormen van een Leidschen Bakkersgezellenbond onder de zinspreuk „Verbetering zy ons streven". De beginselen van den Bond werden nader uiteengezet door den voorzitter van de alhier bestaande Bakkersvereeniging „Vriendschap". In 't geheel zyn tot eerstgenoemden pas op- gerichten Bond 60 personen als leden toege treden, waartoe niet weinig heeft by gedragen het woord van den heer Corba, meester bakker van de broodfabriek „De Vereeniging", die de bakkersgezellen jot op wees, hoe nuttig het was, lid van deze Vereeniging te worden, terwyi ook de voorzitter er opmerkzaam op maakte dat er niemand behoefde te vreezen om lid te worden, alsof 't eene sociaal democratische beweging zou zyn. Het streven is van orde- ïyken en wettelyken aard. Het doel is „meer gelykheid te verkrygen in den toestand van de verschillende bakkers knechts aan de fabrieken en te trachten de patroons der verschillende fabrieken en par ticuliere bakkers samen te brengen, om den toestand van henzei ven en van de bakkers gezellen te verbeteren, van do eersten vooral met 't oog op de concurrentie." Voorts is met den meesten ernst besproken om zooveel mogeiyk maatregelen te nemen tot bevordering van de Zondagsrust, waartoe de medewerking van depothouders en publiek zal worden ingeroepen. Tot bestuurders zyn gekozen de heeren J. C. Poptie, voorz., C. Van Venetiö, secretaris, en J. Van der Steen, penningmeester. Na de feestelyke viering in deStadszaal verleden week van haar twintigjarig bestaan, gaf do Leidsche tooneelvereeniging „Jacob Cats" gisteravond in den Schouwburg eene uitvoering, welke op dat feest de kroon zette. De opkomst was zoodanig, dat alle rangen, welke waren opengesteld, flink bezet waren; dat zelfs op de gaandery, welke men gesloten had willen houden, personen zich met eene plaats tevreden stelden. Het was een kosteiyke avondde keurbende van „Cats", aangevuld met een paar nieuwe krachten, trad op. „Eerloos", drama in drie bedryven doorW. G. Van Noubuys, werd gegeven op eene wyze, zooals door dilettanten moeilyk zal worden verbeterd, welke het spel van erkende too- neelisten van beroep naby streeft, alleen daar door wordt overtreffen. De bescheidenheid gebiedt hier geene namen te noemen. Toch mag de grootste lof niet onthouden worden vooral aan hen, die de hoofdrollen vervulden. Zy onthaalden de aan wezigen op goed, degeiyk, welbestudeerd spel; zy vormden een kosteiyk geheel, dat het boeiende stuk volkomen tot zyn recht deed komen. Met de meeste aandacht werd het dan ook gevolgd en eene doodsche stilte heerschte er in de zaal, zelfs als er niemand op het tooneel was, misschien wel wat langer dan bepaald was voorgeschreven. Die stilte, die aandacht, teekent, zegt alles. Ten volle verdiend waren daarom de beide fraaie bloemstukken, welke den de moeder en dochter voorstellenden dames werden aange boden; maar ook met het meeste genoegen vernamen en zagen wy dat namens eenige dames van werkende en kunstlievende leden der Vereeniging een groote krans van groen en levende bloemen werd vereerd, welke aan bieding geschiedde na het laatste bedryf door eene jonge dame, aan hem, die als Frits Halma (naast zyn zoon Karei) de voornaamste en zwaarste rol, wy zouden haast zeggen, onverbeterlyk had vervuld. Luide toejuichingen, welke trouwens reeds vroeger niet hadden ontbroken, waren de biyken van volkomen instemming met de gebrachte hulde, toen de krans aan de ter z(jde van het tooneel staande banier werd gehecht. Het kan volmondig erkend dat allen, ook die in de mindere rollen optiaden, met goeden uitslag zich bey verden om het werk van Van Nouhuys tot zyn recht te doen komen. Het nastukje: „Daar is mynheer I" een blyspel met zang in één bedryf, door M. J. Gillissen, beteekende niet veel, maar werd grootendoels gered of goedgemaakt door de vryheden, welke de optredenden zich in hun spel veroorloofden. Hieruit blykt dus dat er wederom naar aller tevredenheid werd gespeeld en andermaal werd ingestemd met de hulde, welke aan den beiden dames dilettanten ten deel viel door de aanbieding ook aan hen van sieriyke bloemstukken. De Vereeniging mag met genoegdoening op dezen avond en op hare wyze van feest vieren terugzien. Er was gisteravond volop gelegenheid tot uitgaan: want behalve in don Schouwburg, werden ook in Hötel du Nord" en in de Stadszaal tooneelvoorstellingen gegeven. In „Hötel du. Nord" werd door do Vereenigde Rotterdamsche Tooneelisten onder directie van den heer Boesnach gegeven„De Graaf de St. Germain of de Duivel van Parys", een drama in vyf bedryven. Het gezelschap kweet zich flink van zyne taak, waardoor in het stuk een goede gang zat. Te elf uren „precies" zou de voorstelling, volgens het programma, geëindigd zyn; dit tydstip be reikte men evenwel niet, daar er geene pauze werd gehouden. De ruime zaal was goed bezet en men amuseerde zich. In de eveneens goed bezette Stadszaal werd men geboeid door het sensatie-drama in vyf bedryven of zes tafereelen „De roode Brug of de Nacht van den 13den November." De Haagscbe Tooneelvereeniging trad reeds genoeg te Leiden op, om te kunnen nagaan hoe hare leden de verschillende rollen ver vulden. Het drama had gisteravond ook hier veel succes en dat men geene spyt had van het uitgegeven geld voor deze voorstelling, staat vast. In de benedenzaal is eene belangryke ver betering aangebracht. Er bevinden zich nu twee verhoogingen, zoodat de achteraan zittenden hooger gezeten zyn dan de voorsten. De Nederlandsche mail met berichten uit Indië wordt hedenavond alhier verwacht. Yoor het beroep naar de Evang.-Luth. gemeente te Groningen is door ds. M. Van Kleeff, te Leiden, bedankt. De heer J. B. Donner Jr., beroepen pre dikant naar de Geref. Kerk van Nieuwdorp (gemeente 's-Heer-Arendskerke), hoopt aldaar Zondag 9 December a. 8. intrede te doen, na bevestiging door zyn vader, den heer J. H. Donner Sr., te Leiden. Te Grand Rapids (Amerika) is op 28 October 11. overleden de heer K. "Werner, die vóór zyn vertrek naar Noord-Amerika langen tyd als vaste oefenaar in do Ned. Ger. Kerken bier te lande (ook te Leiden) diende. Tot onderwyzeres aan de school met den Bybel te Zwammerdam is benoemd mej. A. Zyistra, te Groningen. De „Z.-H. IJsvereeniging" beeft drie ter reinkaarten voor 6chaatsenryders uitgegeven. De eerste toont de ysbanen tusschen Amsterdam, Haarlem en 's Gravenhage; de tweede die tus schen Leiden, 's Gravenhage en Rotterdam met het Westlandde derde tusschen Leiden, Woer den, Gouda en Rotterdam. Is deze uitgave, do eerste van dezen aard op zichzelve reeds verdien- steiyk, te meer is zy dat, waar de kaarten zoo goed zyn uitgevallenkeurig gedrukt, duideiyk en gemakkeiyk te raadplegen. Met deze wogwy zers kan een opmerkzaam ryder, ook in hem onbekende streken, kwaiyk meer het spoor byster worden. By de kaarten is een „Gids" gevoegd, beschryvende in beknopt9n en han- digen trant een aantal tochten over de in kaart gebrachte waterwegen. Allerlei wenken en aanwyzingen komen den scbaatsenryder daarby ten goede. Evenals dit thans in alle gemeenten van ons vaderland plaats heeft, roept ook het be stuur van Alkemade de personen op, die zich als vrywilliger by de militie wenschen te ver binden, om zich daartoe in den loop dezer maand ter gemeente-secretarie aan te geven. Zy moeten zyn: ingezetenen volgens art. 15 der wet van 19 Augustus 1861, Stsbl. 72; ongehuwd of kinderloos weduwnaar; lichame- ïyk voor den dienst geschikt en minstens 1,56 M. lang; op 1 Januari van het jaar der toelating hun 19de jaar ingetreden en hun 35ste jaar nog niet volbracht hebben. Zy moeten voorts aan hun militieplichten voldaan hebben en voorzien zyn van een getuigschrift van goed, zedeltfk gedrag. Minderjarigen moeten bovendien een bowys van toestemming van ^un vader of voogd overleggen. Door Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland is goedgekeurd de begrooting van do gemeente Alkomade, dienstjaar 1895, welke in ontvangsten en uitgaven bedraagt f29,432.40. Yoor hot hoofdstuk betreffende het lager onderwy8, gegeven in vyf openbare scholen, is geraamd f 9900, waarvan voor onderwyzera- jaarwedden ƒ8150 is uitgetrokken. Hieruit blykt, dat het onderwys in die gemeente zich lang niet over gebrek aan voldoende zorg behoeft te beklagen. De lotelingen in de gemeente Alkemade, van de lichting 1895, die aanspraak kunnen maken op vrystelling wegens broederdienst of te zyn eenige wettige zoon, moeten zich op Maandag 29 November a. s., des voormid dags te 10 uren, ten Raadhuize vertoonen, voorzien van de noodige getuigen en bewijs stukken ter bekoming van de desbetreffende getuigschriften. De hoer W. C. H. Toe Water, chef van het station Yeenenburg, wordt met 1 December a. s. by bevordering overgeplaatst naar het grensstation Cranenburg. Tot stationschef te Yeenenbug is benoomd de lieer H. A. P. Yervloet, thans te Valburg. HH. MM. de Koninginnen woonden gister morgen de godsdienstoefening by in de Ilerv. kerk te Apeldoorn, onder gehoor van ds. C. Hattink. „De Huisvrouw" meldt dat in navolging van de College Hall, te Londen, binnenkort te Amsterdam zal worden opgericht, een tehuis voor vrouwelyke studenten aan de Universiteit, voor leerlingen aan de Academio voor beel dende kunsten, aan de huishoud kunstnaald- werk-, handels- en industriescholen, alsmede voor andere dames, die een rustig tehuis wenschen. Zooveel mogelyk zal dit tehuis naar het voorbeeld van dat te Londen worden ingericht. Nog meldt „De Huisvrouw," dat de vereeni- ging „Tesselschade" zich bezighoudt met eon J onderzoek in hoeverre ook hier te lande het beroep van piano-stemmer voor vrouwen in aanmerking kan komen. De commissie uil de Stalen, benoemd tot onderzoek der subsidie-aanvrage voor do stoomtramverbinding tusschen Rotterdam en de Hoeksche Waard vereenigt zich volkomen met het voorstel van Gedep. Staten en stelt voor dat de Prov. Staten van Zuid Holland zich bereid verklaren om aan do Rotterdam sche Trammaatschappy, zoo door haar onder genot van een Ryks renteloos voorschot van een derde in de kosten van ainleg, oen stoom tramweg van Rotterdam door het territoir der gemeenten Dselmonde, Charlois, Baren- drecht, over de brug der Oude Maas en vau daar door het territoir van Heinenoord, Mym»* heerenland, Westmaas, Klaaswaal en Numanr- dorp, naar de kom van Numansdorp en vaQ daaruit door het territoir van Numansdorp oq Zuid-Beierland naar de kom van laatstgd noemde gemeente, met een zytak van dc.~j tol onder Krooswyk naar de kom van Oud- Beierland, overeenkomstig door Regeering en Ged. Staten goed te keuren plan en te stellen voorwaarden zal zyn in exploitatie gebracht, ovenzoo een provinciaal renteloos voorschot zal nemen? En of bet genoeg opbrengt, dat vader en moeder er van kunnen leven? „Het is waar, moeder heeft byna niets noodig. Al heeft zy haar zwartwollen kleed een geheel jaar lang gedragen, dan ziet dit er by haar toch nog keurig uit. En als er eene geheele week lar.g magere soep op tafel komt, zegt moeder er geen woord over. Maar myn arme vader gebruikt veel geneesmid delen en hy heeft behoefte aan versterkend voedsel! U begrypt nu zeker wel, mynheer Gerd, dat het myne taak is om moeder het leven zooveel mogelyk te vergemakkeiyken. Ik moet eene betrekking hebben, waar ik een hoop geld kan verdienen, om daarvan een goed deel aan moeder te kunnen sturen. Kunt u er my eene bezorgen? Zyn er wel men8chen, die aan een jong meisje veel geld geven voor haren goeden wil alleen? Dien heb ik en krachten heb ik ook, maar daarmee is alles gezegd. „Nu zal het u misschien verwonderen, dat ik niet eenvoudig by moeder biyf en haar in haar pension een dienstmeisje uitspaar. „Ten eerste wil moeder dit niet. Maar in dit geval zou ik wel ongehoorzaam kunnen zyn. Nietwaar tegenover eene moeder, die zichzelve opoffert, kan ongehoorzaamheid wel eens plicht worden? „Maar er is eene reden, waarom ik niet hier kan biyven. U is de vriend myner moeder en een edel mensch. Als moeder dit zegt, dan is het ook zoo, want zy heeft een scherp oog op de menschen en daarom kon zy al aanstonds dien man niet dulden zy ziet zoo scherp, alsof zy de menschen dóór en dóór kan zien. Nu zal ik u daarom ook nog in vertrouwen iets vertellen. „Er is hier een heer geweest, een bloed verwant van onze kostjongens en onder dat voorwendsel wist hy by ons aan huis te komen een slechte man, die my wysmaakte, dat hy my liefhad en met my wilde trouwen. Hy zeide my dit zóó dikwyis en wist my zóó op te winden, dat ik my ten slotte begon te verbeelden, dat ik hem ook liefhad. En toen haalde ik my allerhande moois in het hoofd: hoe heeriyk myn leven worden zou als ik met hem gehuwd wezen zou, en geen les meer behoefde te nemen, noch te geven. Ik dacht stellig, dat hy ryk was, en ik schil derde voor ons allen in de toekomst een goed en onbezorgd bestaan. U ziet, eene kleine straf had ik voor myne ontevredenheid met myn lot, zooals het nu was, wel verdiend. Maar het was vreeseiyk, toen wy hoorden, dat hy maar eenvoudig met my had gespeeld; dat hy een arme gelukzoeker was; iemand, die door zyn mooi uiteriyk tot een ryk huweiyk hoopte te geraken. „Die man woont hier. Hoewel hy myne stilzwygende verachting heeft moeten opmer ken en hoewel hy reden heeft zich voor my te schamen en ik my niet voor hem, vind ik het toch onaangenaam hem telkens tegen te komen. Want ik heb dan eene gewaarwor ding hem, o zoo graag een klap in zyn ge zicht te willen geven, en als ik dan thuis kom, ben ik half ziek van de inspanning, myne drift te hebben moeten betoomen. „Ik denk wel eens: het gaat toch vreemd toe in de wereld, dat men het niet luid mag verkondigen„Die man is een schurk 1 Pas op voor hemals men het toch zeker weet. Misschien is deze akelige ondervinding voor my wel nuttig en noodig geweest. Als ik nu zoo geheel alleen in de wyde wereld ga, dan weet ik het nu, dat ik niemand vertrouwen mag, die my met byzondere vriendeiykheid wil doen gelooven, dat hy my liefheeft. „Nu heb ik u alles verteld 1 Meer dan twee uren lang heb ik in den nacht zitten schry- ven. Wilt u my spoedig antwoorden Ook al weet u nog geene geschikte betrekking voor my. Myn adres schryf ik hier onderaan; en als d6 brief morgen weg is, zal ik aan moeder zeggen dat Ik geschreven heb. Dan zal zy niet boos wezen. Hoe kan zy booB worden, omdat ik my tot iemand wend, dien zy hoog acht? Ik heb alleen het bezwaar voorkomen, dat hare trotschheid zou kunnen maken. „Men moet zichzelve helpen", zeide zy nog onlangs. Maar hoe kom ik, een onryp, onbedreven jong meisje, aan eene betaalde betrekking, zonder hulp? „Beste mynheer Gerd, vergeef dezen langen brief aan uwe radelooze Walburga Steiner." IX. Tan Hols. De groote, dikke brief hy was buiten gewoon dik geworden, want Walburga had al die verschillende stukjes papier klein opge vouwen en in eene vry kleine enveloppe ge stoken, die ook uit de kinder-papeterie af komstig en eveneens met een biddend engeltje versierd was die dikke brief werd, met een binnenlandschen postzegel bezwaard, in de brievenbus gestopt. Yandaar kwam hy op het postkantoor, waar hy met „strafporto" voor onvoldoende frankeering werd belast, en ver volgens ging hy op reis. Op den tweeden dag na de afzending droeg een Poolsche brieven besteller dien in zyne leeren tasch een boel oind landwaarts in, tot naar het kasteel van Graaf Gerd Yon Rakitsch, op Rakitsch. De wegen en velden waren wit besneeuwd; het vlakke land rustte in zyn eentonigen winterslaap. In zyne ruime schryf kamer, links van de vestibule, zat Graaf Gerd en zag peinzend naar buiten op het winterlandschap. Yoor zyne oogen lag de groote, uitgestrekte grasvlakte, waaruit hier en daar een afge zonderde reuzen-den zyne kruin verhief, terwyi zyne laagste takken zich op den grond viy- den. Naar den kant van den hier dicht lange loopenden straatweg sloot een yzeren hek zyne bezitting af. Terzyde van het kasteel zag men reeds enkele boomgroepen van het groote slotpark. Dit kasteel zelf was 6en groot, wit gekalkt, breed gebouw, met eene lange reeks van ramen met groene blinden op de beide ondersto verdiepingen. In het midden lag eene soort van portaal, waarheen eene breede steenen stoep leidde. Boven dit portaal sprong een balkon vooruit, dat door zuilen van zwart marmer werd gedragen; deze zuilen waren op de bovenste trede der stoep ingemetseld. Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1