N°. 10656.
yrijdag 16 Noyember.
A". 1894.
geze aCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van gon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 15 November.
Feuilleton.
EENE HELDIN.
LEIDSCH
BAaBLAD
PBUS DEZER COURANT:
Voor Leiden por 3 maandenf 1.10.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
1.40.
0.05.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN:
Van 1 6 rogels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt f 0.05 berekend.
De gemeente-commissie van het Ned.-Heir.
Kerkgenootschap alhier heeft aan het hoofd
bestuur van de Nederlandsche Gustaaf-Adolf-
vereenigingop zfin verzoek om een kerkgebouw
te mogen gebruiken voor eene feestviering
ter gedachtenis van den 300sten gedenkdag
van de geboorte van Gustaaf Adolf op 12
December a. s. geantwoord, dat zy de kerk
wel wil afstaan voor eene gewone godsdienst
oefening met zang, begeleid door het orgel
(waarvoor de toestemming niet gevraagd was
en niet noodig was, omdat Woensdagsavonds
altjjd eene gewone godsdienstoefening plaats
heeft), maar dat zy eene andere uitvoering
met gew\jde muziek niet wil toestaan.
Het hoofdbestuur zal nu trachten de groote
zaal van de Stadszaal voor dat deel te ver-
krygen.
De tentoonstelling van Moderne Pransche
Prentkunst in de Lakenhal alhier zal reeds
Vrijdag te 2 uren voor het publiek worden open
gesteld. Vermoedeiyk blyft zy ongeveer drie
weken geopend.
Wegens ongesteldheid van Willem Van
Zuylen kan Zaterdag-avond de voorstelling van
„Madame Sans-Gêne" niet doorgaan.
Men leze de advertentie van den Schouwburg
in dit blad, waarby de derde abonnements
voorstelling wordt aangekondigd.
In de groote zaal der Stadszaal alhier had
gisteravond de kindervoorstelling plaats, uit
gaande van de Commissie voor de Volksbyoen-
komsten en ten bate van het St.-Nicolaasfeest
voor de kinderen van geheel onvermogende
ouders, te Leiden woonachtig.
Een gedeelte van de Leidsche schuttery-
kapel, onder directie van den heer Joh. C.
Geyp, opende het samenzyn met het uitvoeren
van eenige muzieknummers en maakte zich
verder gedurende de twee uren, dat de voor
stelling duurde, telkens zeer verdiensteiyk.
Er werden, en dit was de hoofdschotel,
dissolving-views te bewonderen gegeven en
als men nu weet dat het de heer Morkelbach,
van Amsterdam, was, die den kindoren ze
vertoonde, dan kan men nagaan dat de reis
door Nederland en andere landen van Europa,
door Amerika, eene koddige sledeparty, ge
zichten van personen en zaken uit de koloniën
(Inzonderheid Atjeh en Lombok) zeer interessant
waren en goed tot hun recht kwamen.
Uitbundige byvalsbetuigingen gingen dan
ook telkens uit de kinderschaar op, vooral als
zich het een of ander op het groote doek be
woog bovenal ook na de portretten der leiders
van de Lombok-expeditie en toen de Koningin
en de Koningin-Regentes beurtelings vriende-
ïyk op de aanwezigen nederschouwden.
Het was echter zeer te betreuren dat de
toelichtingen van den heer Merkelbacb, do
historietjes of verhaaltjes, voor de meesten
verloren gingon. De heer M. sprak niet luide
genoeg en vergat ongetwyfeld dat hy in eene
groote zaal was en op aanmerkelyken afstand
van zyn gehoor stond. Aan wat de heeren
Japikse en Leendertz modedeelden, had men
meerl
De groote zaal was lang niet vol en op
het balkon waren meer onbezette dan bezette
zitplaatsen. Dit was jammer, èn voor de vele
kinderen, die thuis waren gebleven, èn met
het oog op het doel, waartoe deze voorstelling,
welke bovendien zooveel genot verschafte,
werd gegeven. Wellicht was het gure weder
daarvan de schuld en zal het blijken dat het
ontvangen bedrag, als dat inmiddels nog door
zeer welkome vry willige by dragen vermeerderd
wordt, voldoende zal zyn om den armen
kinderen een recht aangenaam St.-Nicolaas
feest te bezorgen, waarop zy, die den goeden
Sint het werk helpen verlichten, niet al te
zuinig behoeven te wezen I
In de „Revue Universelle" komt thans
een artikel voor over de firma Schüdel C0.,
alhier. Het tydschrift zegt o. a.
De bezoekers van de wereldtentoonstelling
te Antwerpen hebben kunnen opmerken in
de Nederlandsche Afdeeling eene zekere likeur,
genaamd „Gekruide Ceylon Kaneel-likeur",
vervaardigd door de firma Wilhelm Schüdel
C0., likeurstokers te Leiden (Holland).
Het is juist over deze likeur, welke van
kruiden gemaakt en een voorbehoedmiddel
tegen cholera is, dat wy u wenschen te onder
houden, niet alleen naar hetgeen wy er op
de tentoonstelling te Antwerpen over ver
namen, maar ook na bedoelde likeur geproefd
te hebben by een bezoek in de likeurstokery
van de heeren Wilhelm Schüdel C0., gelegen
aan de Breestraat N°. 15, in de zoo bekoorlyke
stad Leiden.
Wy staan hier tegenover eene inrichting
van eersten rang, wier handelsgetrouwheid
boven alle verdenking staat en wier voort
brengselen, zooals de „Gekruide Ceylon Kaneel-
likeur", bekroond zyn geworden met drie
gouden medailles: in Den Haag 1892, te
Parys 1892 (Exposition d'Alcool), te Brussel
1893 en te Scheveningen in 1892 met bronzen
medaille.
Gedurende ons belangrijk bezoek aan deze
likeurstokery te Leiden hebben wy natuuriyk
het gesprek gebracht op de herkomst van de
kaneel, zynde de eerste grondstof tot het
vervaardigen van bedoelde likeur.
De kaneel, die in den handel is, zoo ver
telde ons de heer Schüdel, is de schors van
don kaneelboom, welke boom tot de familie
van de laurierboomen behoort, en waarvan de
meest geachte soort op het eiland Ceylon
gevonden wordt: van daar ook haar plant
kundige naam „Cinnamonium Zeylanicum."
In de wildernis bereikt hy eene hoogte van
8 a 10 meters, maar door het snoeien wordt
hy zeer verkort in zyne ontwikkeling.
Het is dan ook van het eiland Ceylon, dat
ik de schors invoer, men kent geone betere.
Do gekruide Ceylon likeur van de firma
Schüdel C0., te Leiden, is dan slechts het
tot werkeiykheid brengen van de geloften, die
dr. Chamberland aflegde, maar eene verwezen-
ïyking in een aangenamen en aanlokkenden
vorm, hetgeen zoo waar is, dat, als men
deze likeur eenmaal geproefd heeft, men er
steeds naar haakt haar weer te gebruiken.
In hetzelfde tydschrift worden ook eenige
woorden gewyd aan de firma Bender, alhier.
Het slot van dit artikel luidt:
Men vindt in deze magazynen prachtige
modellen van vleugelpiano's, concert- en salon
piano's met een vollen toon en het voordeel
hebbende langen tyd op toonshoogte te biyven.
Het zyn instrumenten van den eersten rang,
die met de voornaamste van geiyke huizen
kunnen concurreeren.
Maar hetgeen wy vooral niet kunnen ver
geten, is de zachte en aangename toon van
die Hollandsche en Amerikaansche orgels,
welker heeriyke accoorden ons in gedachte
verplaatsen onder de gewelven van de Gotbische
kerkgebouwen of in stille overpeinzing brengen
ia de tempels, en die zyn geiyk een liefeiyke
klaagtoon, door de menschen geuit in tegen
woordigheid van de oneindige grootheid van
den „Schepper".
De regeering van den onafhankeiyken
Congo-staat te Brussel heeft een biyk gegeven
van hare vriendschappeiyke gezindheid ten
opzichte van Nederland, door aan 's Ryks
Ethnographisch Museum te Leiden ten ge
schenke te geven al de door haar te Antwerpen
tentoongestelde ethnographische voorwerpen,
welke konden geacht worden de verzameling
hier te laüde aan te vullen. De alzoo verkregen
voorwerpen vormen eene vry uitgebreide col
lectie en daaronder bevinden zich een aantal
uit tot dusver weinig bekende streken,
De nieuwbenoemde burgemeester van
Zoeterwoude, de heer Slicher, heeft verlof
bekomen om tot 1 December buiten die ge
meente te wonen. Hy zal later aldaar zich
metterwoon vestigen op den Zoeterwoudschen
Singel.
De heer M. A. Van Rbyn, cand. tot
den H. Dienst te Katwyk aan den Ryn, be
roepen predikant te Wateringen, zal aldaar
op 13 Januari 1895 zyn ambt aanvaarden.
Men meldt uit Alfen aan den Ryn aan
de „N R. C.":
Ook hier wordt van katholieke en anti-
revolutionnaire zyde aan den Raad, waarin
slechts 3 li aeralen zitting hebben, voorgesteld
het schoolgeld op de openbare school aan-
morkeiyk te verhoogen.
Tot voor eenige jaren werd hier geen school
geld geheven; daarop werd op aandrang van
dezelfde zyde het reeds tameiyk hooge school
geld van 20 en 10 ets. per week ingevoerd
met eenige reductie voor kinderen uit het
zelfde gezin. (Invorderbaar per kwartaal.) Nu
reeds wenscht men dit op 40 en 20 ets. per
week te stellen.
Door den minister van oorlog is aan den
heer H. H. Van Waveren, te Hillegom, gegund
de levering van graan, waarvoor hy by open
bare aanbesteding het laagst had ingeschreven,
als: 36000 K. G. harde tarwe voor f6.08 en
en 12000 K. G. zachte tarwe voor f 6.04 per
100 K. G., en wegende respectieveiyk 78 en
76 K. G. per H. L.
By koninkiyk besluit is o. a. bepaald,
dat in de samenstelling van het lste, het 2ae
en het 3de regiment veld-artillerie op voet
van vrede, te rekenen van den lsten Novem
ber 1894, een depot zal zyn begrepen en dat
bedoelde depots respectieveiyk garnizoen zullen
houden te Utrecht, 's-Gravenhage en te Ber-
gen-op-Zoom.
De africhting der remonte-paarden, het
schoolonderwys, de vorming van adspiranten-
onderofficier en korporaal, alsmede van mi
liciens-onderofficieren en korporaals en de
instructie van de tusschentyds aankomende
recruten, die niet kunnen worden geoefend met
de miliciens, die niet op de gewone tydstippen
opkomen, heeft plaats by het depot.
De gemeenteraad te Leeuwarden heeft
afwyzend beschikt op het verzoek van dr. H.
Van Capelle, te Sneek, om hem een wachtgeld
of eene schadeloosstelling ineens toe te kennen
wegens zyn ontslag als leeraar aan de middel
bare school voor meisjes.
Naar de „Tel." verneemt, heeft de heer
E. Vincent, te Enschedee, voor zyne benoeming
tot gemeente ontvanger te Schiedam bedankt,
Naar men uit goede bron verneemt, |is
door de Regeering aan de heeren G. Du Ry
van Beest Holle, te 's-Gravenhage, en J. G.
Van Wingerden, te Vlaardingen, een groot
terrein, gelegen aan den Hoek van Holland,
onder de gemeente 's-Gravenzande, voor den
tyd van 60 jaren in erfpacht afgestaan, ten
behoeve van eene op te richten maatschappy
voor zeevisschery.
Dinsdag avond kwam met den sneltrein
van Darmstadt te Vlissingen aan H. K. H.
prinses Victoria van Battenberg, met hare
kinderen en vier bedienden. Het gezelschap
vervolgde met de nachtboot „Prinses Marie"
der maatschappy „Zeeland" de reis via Queen-
boro' pier naar Londen.
In den aanstaanden zomer zal te 's Gra-
venhage in het Gebouw van den Dierentuin
eene algemeene vergadering en byeenkomst
worden gehouden van pharmaceuten in Neder
land. Er worden pogingen aangewend om by
die gelegenheid aldaar eene internationale
tentoonstelling te houden van geneeskrachtige
kruiden, planten, instrumenten en praeparaten
voor genees en heelkundige doeleinden.
Uit de residentie wordt aan „De Tyd"
van particuliere zyde gemeld, dat eene hoogst
belangryke nota van het Tweede-Kamer-lid
den heer Farncombe Sanders over het tekort
van Oorlog van veertien ton is ingediond.
In de openingsrede is door de Regeering
o. a. een wetsvoorstel aangekondigd „tot het
openen der gelegenheid om door het Ryk
gewaarborgde lyfrente te verkrygen." Op de
vraag wat hiermede bedoeld wordt, heeft de
Regeering nu geantwoord, dat het voornemen
bestaat „eene Ryksinstelling in het leven te
roepen, waarby, tegen inleg, het recht zou
kunnen worden verzekerd op uitkeeringen tot
een beperkt bedrag, op een vooraf bepaald
tydstip ingaande."
De invoer van schapen uit Nederland
naar België, mot bestemming naar de slacht
plaatsen te Antwerpen, Gent en Luik, is
weder toegelaten, behalve uit de provinciën
Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht.
De invoer mag uitsluitend plaats hebben
via de grenskantoren van Esschen, Hamont
en Selzaete over den spoorweg onder verbod
van aflading onderweg.
De schapen moeten gelost worden aan het
station van Antwerpen (Stuyvenberg), van
Gent (Longdoz) en Luik (Vivegnis).
De gepensionneerde luit.-kolonel, prov.
adjudant van Groningen en Drente, P. L. H.
M. B. D. Kraal, is te Zutfen overleden.
In de gisteren aangekomen mail leest
men„Het traktement van den hoofdingenieur
by de exploitatie van het Ombiliënkolenveld,
J. W. IJzerman, is door de Regeering ver
hoogd met f 400 en gebracht op ƒ2400
'8 maande."
De min. van koloniën heeft wel geiyk,
roept bet „Vad." uitbezuinigingen op zulke
traktementen is eene onmogelykheid
Het stoomschip „Ardjoeno", van Rotter
dam naar Batavia, vertrok 14 Nov. van Port-
Said; de „Stentor", van Batavia naar Amster
dam, passeerde 14 Nov. Perim; de „Obdam"
vertrok 14 Nov. van Rotterdam naar Nieuw-
York; de „Prins Alexander", van Amsterdam
naar Batavia, arriveerde 14 Nov. te Genua;
de „Rotterdam", van Nieuw-York naar Rot
terdam, passeerde 14 Nov. Prawlepoint; de
„Telemachus", van Java naar Amsterdam,
vertrok 14 Nov. van Port-Said; de „Conrad"
arriveerde 14 Nov. van Amsterdam te Batavia;
de „Prins Frederik Hendrik" vertrok 15 Nov.
van Amsterdam naar West-Indië.
By koninkiyk besluit is benoemd tot
notaris binnen het arr. Heerenveen, ter stand
plaats Oldemarkt, I. J. H. De Bruyn, thans
notaris te Zwolle.
Goedgekeurd dat R. Brinkhuis, burgemeester
van de gemeente Ameland, is benoemd tot
secretaris dier gemeente.
Aan den voor den dienst in Indië bestemden
soldaat G. Goetz, van het koloniaal werfdepot,
op verzoek, vergunning verleend tot het dragen
van het Gouden Kruis van Verdiensten, hem
door den keizer van Oostenryk geschonken.
Dubbel-HLwartet-Vereen Igtag.
Buiten eenige quaestio werkt deze Vereeni-
ging hard en degeiyk voort.
Nog ligt ons versch in het geheugen de
herinnering aan de uitvoering in de Lutherscho
kerk, en reeds ontvingen wy eene tweede
uitnoodiging, ditmaal om naar „Zomerzorg"
te wandelen l Aan de zuiverheid van het begrip
„wandelen" ontbreekt wel iets, ten gevolge
van het vochtige stormweer der laatste dagen t
Ik spreek opzetteiyk over het weer, omdat
dit m. i. op het concert heeft geïnfluenceerd;
niet op de kwartet-vereeniging zelve; maar
voomameiyk op de soliste, die de gastrol ver
vulde het onsympathieke scherpe, dat in het
hooge register my onaangenaam aandeed, en
de onzuivere intonatie, die meermalen my
trof, dit alles schuif ik gaarne op rekening
van het gure jaargetyde; nog nooit hoorde
ik deze zangeres en ik heb dus geen recht
te vermoeden dat dit blyvende eigenschappen
zynals lichtpunten in haar optreden wys ik
in de eerste plaats op een goed middenregister
en in de tweede en voornaamste plaats op
eene byzonder duidelyke uitspraak. Zy droeg
de „Cavatina" uit „Freischütz" voor, twee
liederen van A, Spoel en (dit was m. i. het
beste, wat zy te hooren gaf) het „Zonnelied"
van Cath. Van Rennes. Ook de gebruikelyke
toegift ontbrak niet.
87)
Niet de minste beweging, zelfa geene
ademhaling, ontsnapte aan hare opmerkzaam
heid. Zulke nachten duren lang! In hun dof
etilzwjjgen spreken de inwendige stemmen
met zeldzame duidelijkheid.
En tot die hleeke vrouw met het strak
gelaat spraken zij ook, deze stemmenen zy
lieten zich berispend en verwijtend vernemen,
over alles wat geschied waa.
.Hebt gy tegenover dezen al tyd uw plicht
gedaan?" vroegen zy.
,3a", antwoordde de arme vrouw, oprecht,
maar wanhopig; „ja, ik heb mijn plicht ge
daan. Ik dacht nergens aan, ik leefde voor
niets anders dan mijn plicht."
Maar nu scheen iemand haar de tweede
vraag in het oor te fluisteren:
„Hebt ge uw plicht tegenover hem blij
moedig vervuld?"
Hierop vond haar hart geen antwoord;
aarzelend bleef het zwijgen.
En zl) erkende dat op plichtsbetrachting
zonder biy moedigheid geen zegen rust Zy
onderzocht haar binnenste zonder mededoogen
zy vonniste streng.
Vier en twintig jaren geleden was zy hem,
die daar nu zoo hulpeloos voor haar lag ge
volgd. Toen waren de gelaatstrekken, die nu
scherp en hoekig waren, fljnbesneden geweest,
en het verstandig oog had daaraan leven en
bezieling geschonken.
Zyn yver en trouwe plichtsbetrachting ten
opzichte van zyn kweekeling scheen dubbel
aantrekkeiyk in eene omgeving, als waarin
zy toen leefdeneen kring, waar ieder slechts
tuk was op luidruchtige vermaken en alleen
op eigen voordeel en genot bedacht. Die tegen
stelling had hem in een aureool geplaatst.
Joséphine was opgegroeid te midden van
jonkers, die nergens anders zin voor hadden
dan voor paarden, spel en drinkpartyen.
Zy beschouwde de hoogere ontwikkeling,
de by zyn vak behoorende behandeling van
wetenschappelyke onderwerpen van den huis-
onderwyzer op zichzelf reeds als een bewys
van geestelyke kracht en beteokenis.
Haar vurig karakter had haar al het onge
zonde en onware van de huishouding haars
vaders als een benauwden dwang van den
geboeiden galeislaaf doen gevoelen: zy zag
het verkeerde en gevoelde hare onmacht er
eenige verbetering in te brengen. Zy smachtte
naar vryheid en naar rust tot eiken prys
naar een bestaan, dat niet telkens weder
bedreigd werd door dringende schuldeischers
door de noodzakelykbeid eene welvaart te
veinzen, die niet bestond; door het gevaar
verkocht te zullen worden aan een onbemind
echtgenoot 1
En toen begreep zy, dat de onderwyzer
van haar broertje haar liefhad. Hy, de be
scheiden jonge man, zou het voorzeker niet
hebben gewaagd haar ten huweiyk te vragen
maar op een goeden dag had zy zich aan
zyne borst geworpen, met een hart vol afkeer
en wanhoop en vurig verlangen; met een
kreet om hulp, om verandering, hoe dan ook,
op de hppen. Ja, heden, na zoovele jaren,
wist zy het, en zy sprak het uit in hare ge
dachten het was hoofdzakeiyk het dorsten
naar eene verandering geweest, de vrees voor
eene toekomst in haren eigen kring, die haar
had aangedreven. Zy moest, zy wilde verlost
worden uit die wereld, waarin zy niets dan
leugens en laagheid zag:
Maar sedert lang wist zy het ook, dat
niemand aan den dampkring, waarin hy ge
boren is, geheel kan ontkomen. De overblyf-
selen zyner vroegere opvoeding, de Bporen
zyner eerste gewoonten en indrukken uit den
kindertyd neemt een mensch altyd en overal
mede, als een vogel zyne pluimage, al brengt
men hem ook te midden van anders geveder
den. In de vreemde kooi blyft hy een vreem
deling, een gast, al brengt hy het langzamer
hand zoo ver, dat hy met zyne nieuwe kame
raadjes uit denzelfden bak de zaadkorrels
pikt en dezelfde wysjes leert fluiten.
Dit was Joséphine reeds duidolyk geworden
gedurende de eerste dagen, die zy by de
moeder van haren lateren echtgenoot had
doorgebracht.
Na overleg met hem had zy by zyne moe
der hare toevlucht gezocht, om onder hare
oogen zyne vrouw te worden. De oude, een
voudige en zeer burgeriyke vrouw had geene
woorden genoeg gehad, om over hare blyd-
schap en over de groote eer te roepen, die
aan haren zoon door dit deftig huweiyk ten
deel viel. In hare opvatting bleef Joséphine
altyd de adellyke dame, eene Gravin Roth-
kreuz; en in dit ophef-maken van een titel,
dien het jonge meisje vrywillig had afgelegd,
hinderde haar onuitsprekelyk. Hier, aan het
ziekbed van haren echtgenoot gezeten, bloosde
zy nog by de herinnering aan die dagelyks
zich herhalende, kleine, onaangename indruk
ken, die zy destyd8 in het samenzyn met die
moeder en dien zoon ondervonden had.
Zy gevoelde eene aan verachting grenzende
minachting voor die beperktheid; zy kon zich
niet voegen in dien engen kring. En toen
ook had zy zich ernstig onderhanden genomen
en het zich afgevraagd, of zulk een gedrag
wel te paB kwam voor eene fijngevoelende,
verstandig denkende vrouw; maar het
was baar te machtig geworden. De kleine,
onaangename gewoonten, de onhebbelyke
manieren van die twee menschen hadden haar
het eerst ontnuchterd.
Hoe menig keer had zy van verlegenheid
over haren man en zyne oude moeder ge
bloosd. En iedere nieuwe verlegenheid had
eene verhoogde koude achtergelaten in
haar hart.
„Goedheid des harten is meer waard dan
goede manieren; een rein hart is beter dan
een mooi en keurig uiterlyk."
Dit wist Joséphine evengoed als iedere
wèlopgevoede vrouw.
Maar toch kan eene vrouw verontschul
digend aan het goede hart van haren man
denken, op een oogenblik als zyn veronacht
zaamd, slordig voorkomen haren tegenzin
opwekt?
Ten gevelge zyner opvoeding, huldigde
Steiner het beginsel, dat men zich alleen
voor anderen en des Zondags ordenteiyk be
hoefde te kleeden.
„Zuinig zynl" was ook in het leven zynor
moeder het wachtwoord geweest. Bovenal
bracht de oude vrouw die leuze op het tafel
linnen en ondergoed in toepaBBing.
Nu was echter Joséphine een van die men
schen, die liever droog brood eten dan een
goeden maaltyd, die op een morsig tafellaken
wordt opgezet.
In deze eindeloos lange nachten maakte
het besef, hoe een monschenleven, een edel,
belangryk, veelbelovend monschenleven, aan
ellendige nietigheden kan te gronde gaan, zich
van de arme vrouw meester!
En later, toen de onzichtbaar verryzende
scheidsmuur tusschen haar en haren echtge
noot zoo hoog was geworden, dat niets dion
meer omver kon stooten, toen was een nieuw,
edel gevoel in het gemoed der aanzienlyks
vrouw ontwaakt: de schaamte.
Zy schaamde er zich over, by de eigen
machtige, beslissende schrede voor haar levon
zoo treurig te hebben gefaald; zy Bchaamde
zich bitter by de gedachte aan een man,
dien zy niet liefhad, te hebben toebehoord.
En dit schaamtegevoel verleende aan de
vrouw eene stroeve, byna maagdelyke terug
houding in dien tyd.
Stil, onderworpen, hopeloos wae zy haren
weg door het léven gegaan, voortdurend baren
plicht in het oog houdend. En onder die om
standigheden waren zy hoe langer hoe verder
van elkander verwyderd geraakt, hy en zy.
Wordt vervnlyd.)