N°. 10656. yrijdag 16 Noyember. A". 1894. geze aCourant wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 15 November. Feuilleton. EENE HELDIN. LEIDSCH BAaBLAD PBUS DEZER COURANT: Voor Leiden por 3 maandenf 1.10. Franco per post Afzonderlijke Nommers 1.40. 0.05. PRIJS DER AD VERTEN TIEN: Van 1 6 rogels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad wordt f 0.05 berekend. De gemeente-commissie van het Ned.-Heir. Kerkgenootschap alhier heeft aan het hoofd bestuur van de Nederlandsche Gustaaf-Adolf- vereenigingop zfin verzoek om een kerkgebouw te mogen gebruiken voor eene feestviering ter gedachtenis van den 300sten gedenkdag van de geboorte van Gustaaf Adolf op 12 December a. s. geantwoord, dat zy de kerk wel wil afstaan voor eene gewone godsdienst oefening met zang, begeleid door het orgel (waarvoor de toestemming niet gevraagd was en niet noodig was, omdat Woensdagsavonds altjjd eene gewone godsdienstoefening plaats heeft), maar dat zy eene andere uitvoering met gew\jde muziek niet wil toestaan. Het hoofdbestuur zal nu trachten de groote zaal van de Stadszaal voor dat deel te ver- krygen. De tentoonstelling van Moderne Pransche Prentkunst in de Lakenhal alhier zal reeds Vrijdag te 2 uren voor het publiek worden open gesteld. Vermoedeiyk blyft zy ongeveer drie weken geopend. Wegens ongesteldheid van Willem Van Zuylen kan Zaterdag-avond de voorstelling van „Madame Sans-Gêne" niet doorgaan. Men leze de advertentie van den Schouwburg in dit blad, waarby de derde abonnements voorstelling wordt aangekondigd. In de groote zaal der Stadszaal alhier had gisteravond de kindervoorstelling plaats, uit gaande van de Commissie voor de Volksbyoen- komsten en ten bate van het St.-Nicolaasfeest voor de kinderen van geheel onvermogende ouders, te Leiden woonachtig. Een gedeelte van de Leidsche schuttery- kapel, onder directie van den heer Joh. C. Geyp, opende het samenzyn met het uitvoeren van eenige muzieknummers en maakte zich verder gedurende de twee uren, dat de voor stelling duurde, telkens zeer verdiensteiyk. Er werden, en dit was de hoofdschotel, dissolving-views te bewonderen gegeven en als men nu weet dat het de heer Morkelbach, van Amsterdam, was, die den kindoren ze vertoonde, dan kan men nagaan dat de reis door Nederland en andere landen van Europa, door Amerika, eene koddige sledeparty, ge zichten van personen en zaken uit de koloniën (Inzonderheid Atjeh en Lombok) zeer interessant waren en goed tot hun recht kwamen. Uitbundige byvalsbetuigingen gingen dan ook telkens uit de kinderschaar op, vooral als zich het een of ander op het groote doek be woog bovenal ook na de portretten der leiders van de Lombok-expeditie en toen de Koningin en de Koningin-Regentes beurtelings vriende- ïyk op de aanwezigen nederschouwden. Het was echter zeer te betreuren dat de toelichtingen van den heer Merkelbacb, do historietjes of verhaaltjes, voor de meesten verloren gingon. De heer M. sprak niet luide genoeg en vergat ongetwyfeld dat hy in eene groote zaal was en op aanmerkelyken afstand van zyn gehoor stond. Aan wat de heeren Japikse en Leendertz modedeelden, had men meerl De groote zaal was lang niet vol en op het balkon waren meer onbezette dan bezette zitplaatsen. Dit was jammer, èn voor de vele kinderen, die thuis waren gebleven, èn met het oog op het doel, waartoe deze voorstelling, welke bovendien zooveel genot verschafte, werd gegeven. Wellicht was het gure weder daarvan de schuld en zal het blijken dat het ontvangen bedrag, als dat inmiddels nog door zeer welkome vry willige by dragen vermeerderd wordt, voldoende zal zyn om den armen kinderen een recht aangenaam St.-Nicolaas feest te bezorgen, waarop zy, die den goeden Sint het werk helpen verlichten, niet al te zuinig behoeven te wezen I In de „Revue Universelle" komt thans een artikel voor over de firma Schüdel C0., alhier. Het tydschrift zegt o. a. De bezoekers van de wereldtentoonstelling te Antwerpen hebben kunnen opmerken in de Nederlandsche Afdeeling eene zekere likeur, genaamd „Gekruide Ceylon Kaneel-likeur", vervaardigd door de firma Wilhelm Schüdel C0., likeurstokers te Leiden (Holland). Het is juist over deze likeur, welke van kruiden gemaakt en een voorbehoedmiddel tegen cholera is, dat wy u wenschen te onder houden, niet alleen naar hetgeen wy er op de tentoonstelling te Antwerpen over ver namen, maar ook na bedoelde likeur geproefd te hebben by een bezoek in de likeurstokery van de heeren Wilhelm Schüdel C0., gelegen aan de Breestraat N°. 15, in de zoo bekoorlyke stad Leiden. Wy staan hier tegenover eene inrichting van eersten rang, wier handelsgetrouwheid boven alle verdenking staat en wier voort brengselen, zooals de „Gekruide Ceylon Kaneel- likeur", bekroond zyn geworden met drie gouden medailles: in Den Haag 1892, te Parys 1892 (Exposition d'Alcool), te Brussel 1893 en te Scheveningen in 1892 met bronzen medaille. Gedurende ons belangrijk bezoek aan deze likeurstokery te Leiden hebben wy natuuriyk het gesprek gebracht op de herkomst van de kaneel, zynde de eerste grondstof tot het vervaardigen van bedoelde likeur. De kaneel, die in den handel is, zoo ver telde ons de heer Schüdel, is de schors van don kaneelboom, welke boom tot de familie van de laurierboomen behoort, en waarvan de meest geachte soort op het eiland Ceylon gevonden wordt: van daar ook haar plant kundige naam „Cinnamonium Zeylanicum." In de wildernis bereikt hy eene hoogte van 8 a 10 meters, maar door het snoeien wordt hy zeer verkort in zyne ontwikkeling. Het is dan ook van het eiland Ceylon, dat ik de schors invoer, men kent geone betere. Do gekruide Ceylon likeur van de firma Schüdel C0., te Leiden, is dan slechts het tot werkeiykheid brengen van de geloften, die dr. Chamberland aflegde, maar eene verwezen- ïyking in een aangenamen en aanlokkenden vorm, hetgeen zoo waar is, dat, als men deze likeur eenmaal geproefd heeft, men er steeds naar haakt haar weer te gebruiken. In hetzelfde tydschrift worden ook eenige woorden gewyd aan de firma Bender, alhier. Het slot van dit artikel luidt: Men vindt in deze magazynen prachtige modellen van vleugelpiano's, concert- en salon piano's met een vollen toon en het voordeel hebbende langen tyd op toonshoogte te biyven. Het zyn instrumenten van den eersten rang, die met de voornaamste van geiyke huizen kunnen concurreeren. Maar hetgeen wy vooral niet kunnen ver geten, is de zachte en aangename toon van die Hollandsche en Amerikaansche orgels, welker heeriyke accoorden ons in gedachte verplaatsen onder de gewelven van de Gotbische kerkgebouwen of in stille overpeinzing brengen ia de tempels, en die zyn geiyk een liefeiyke klaagtoon, door de menschen geuit in tegen woordigheid van de oneindige grootheid van den „Schepper". De regeering van den onafhankeiyken Congo-staat te Brussel heeft een biyk gegeven van hare vriendschappeiyke gezindheid ten opzichte van Nederland, door aan 's Ryks Ethnographisch Museum te Leiden ten ge schenke te geven al de door haar te Antwerpen tentoongestelde ethnographische voorwerpen, welke konden geacht worden de verzameling hier te laüde aan te vullen. De alzoo verkregen voorwerpen vormen eene vry uitgebreide col lectie en daaronder bevinden zich een aantal uit tot dusver weinig bekende streken, De nieuwbenoemde burgemeester van Zoeterwoude, de heer Slicher, heeft verlof bekomen om tot 1 December buiten die ge meente te wonen. Hy zal later aldaar zich metterwoon vestigen op den Zoeterwoudschen Singel. De heer M. A. Van Rbyn, cand. tot den H. Dienst te Katwyk aan den Ryn, be roepen predikant te Wateringen, zal aldaar op 13 Januari 1895 zyn ambt aanvaarden. Men meldt uit Alfen aan den Ryn aan de „N R. C.": Ook hier wordt van katholieke en anti- revolutionnaire zyde aan den Raad, waarin slechts 3 li aeralen zitting hebben, voorgesteld het schoolgeld op de openbare school aan- morkeiyk te verhoogen. Tot voor eenige jaren werd hier geen school geld geheven; daarop werd op aandrang van dezelfde zyde het reeds tameiyk hooge school geld van 20 en 10 ets. per week ingevoerd met eenige reductie voor kinderen uit het zelfde gezin. (Invorderbaar per kwartaal.) Nu reeds wenscht men dit op 40 en 20 ets. per week te stellen. Door den minister van oorlog is aan den heer H. H. Van Waveren, te Hillegom, gegund de levering van graan, waarvoor hy by open bare aanbesteding het laagst had ingeschreven, als: 36000 K. G. harde tarwe voor f6.08 en en 12000 K. G. zachte tarwe voor f 6.04 per 100 K. G., en wegende respectieveiyk 78 en 76 K. G. per H. L. By koninkiyk besluit is o. a. bepaald, dat in de samenstelling van het lste, het 2ae en het 3de regiment veld-artillerie op voet van vrede, te rekenen van den lsten Novem ber 1894, een depot zal zyn begrepen en dat bedoelde depots respectieveiyk garnizoen zullen houden te Utrecht, 's-Gravenhage en te Ber- gen-op-Zoom. De africhting der remonte-paarden, het schoolonderwys, de vorming van adspiranten- onderofficier en korporaal, alsmede van mi liciens-onderofficieren en korporaals en de instructie van de tusschentyds aankomende recruten, die niet kunnen worden geoefend met de miliciens, die niet op de gewone tydstippen opkomen, heeft plaats by het depot. De gemeenteraad te Leeuwarden heeft afwyzend beschikt op het verzoek van dr. H. Van Capelle, te Sneek, om hem een wachtgeld of eene schadeloosstelling ineens toe te kennen wegens zyn ontslag als leeraar aan de middel bare school voor meisjes. Naar de „Tel." verneemt, heeft de heer E. Vincent, te Enschedee, voor zyne benoeming tot gemeente ontvanger te Schiedam bedankt, Naar men uit goede bron verneemt, |is door de Regeering aan de heeren G. Du Ry van Beest Holle, te 's-Gravenhage, en J. G. Van Wingerden, te Vlaardingen, een groot terrein, gelegen aan den Hoek van Holland, onder de gemeente 's-Gravenzande, voor den tyd van 60 jaren in erfpacht afgestaan, ten behoeve van eene op te richten maatschappy voor zeevisschery. Dinsdag avond kwam met den sneltrein van Darmstadt te Vlissingen aan H. K. H. prinses Victoria van Battenberg, met hare kinderen en vier bedienden. Het gezelschap vervolgde met de nachtboot „Prinses Marie" der maatschappy „Zeeland" de reis via Queen- boro' pier naar Londen. In den aanstaanden zomer zal te 's Gra- venhage in het Gebouw van den Dierentuin eene algemeene vergadering en byeenkomst worden gehouden van pharmaceuten in Neder land. Er worden pogingen aangewend om by die gelegenheid aldaar eene internationale tentoonstelling te houden van geneeskrachtige kruiden, planten, instrumenten en praeparaten voor genees en heelkundige doeleinden. Uit de residentie wordt aan „De Tyd" van particuliere zyde gemeld, dat eene hoogst belangryke nota van het Tweede-Kamer-lid den heer Farncombe Sanders over het tekort van Oorlog van veertien ton is ingediond. In de openingsrede is door de Regeering o. a. een wetsvoorstel aangekondigd „tot het openen der gelegenheid om door het Ryk gewaarborgde lyfrente te verkrygen." Op de vraag wat hiermede bedoeld wordt, heeft de Regeering nu geantwoord, dat het voornemen bestaat „eene Ryksinstelling in het leven te roepen, waarby, tegen inleg, het recht zou kunnen worden verzekerd op uitkeeringen tot een beperkt bedrag, op een vooraf bepaald tydstip ingaande." De invoer van schapen uit Nederland naar België, mot bestemming naar de slacht plaatsen te Antwerpen, Gent en Luik, is weder toegelaten, behalve uit de provinciën Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht. De invoer mag uitsluitend plaats hebben via de grenskantoren van Esschen, Hamont en Selzaete over den spoorweg onder verbod van aflading onderweg. De schapen moeten gelost worden aan het station van Antwerpen (Stuyvenberg), van Gent (Longdoz) en Luik (Vivegnis). De gepensionneerde luit.-kolonel, prov. adjudant van Groningen en Drente, P. L. H. M. B. D. Kraal, is te Zutfen overleden. In de gisteren aangekomen mail leest men„Het traktement van den hoofdingenieur by de exploitatie van het Ombiliënkolenveld, J. W. IJzerman, is door de Regeering ver hoogd met f 400 en gebracht op ƒ2400 '8 maande." De min. van koloniën heeft wel geiyk, roept bet „Vad." uitbezuinigingen op zulke traktementen is eene onmogelykheid Het stoomschip „Ardjoeno", van Rotter dam naar Batavia, vertrok 14 Nov. van Port- Said; de „Stentor", van Batavia naar Amster dam, passeerde 14 Nov. Perim; de „Obdam" vertrok 14 Nov. van Rotterdam naar Nieuw- York; de „Prins Alexander", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 14 Nov. te Genua; de „Rotterdam", van Nieuw-York naar Rot terdam, passeerde 14 Nov. Prawlepoint; de „Telemachus", van Java naar Amsterdam, vertrok 14 Nov. van Port-Said; de „Conrad" arriveerde 14 Nov. van Amsterdam te Batavia; de „Prins Frederik Hendrik" vertrok 15 Nov. van Amsterdam naar West-Indië. By koninkiyk besluit is benoemd tot notaris binnen het arr. Heerenveen, ter stand plaats Oldemarkt, I. J. H. De Bruyn, thans notaris te Zwolle. Goedgekeurd dat R. Brinkhuis, burgemeester van de gemeente Ameland, is benoemd tot secretaris dier gemeente. Aan den voor den dienst in Indië bestemden soldaat G. Goetz, van het koloniaal werfdepot, op verzoek, vergunning verleend tot het dragen van het Gouden Kruis van Verdiensten, hem door den keizer van Oostenryk geschonken. Dubbel-HLwartet-Vereen Igtag. Buiten eenige quaestio werkt deze Vereeni- ging hard en degeiyk voort. Nog ligt ons versch in het geheugen de herinnering aan de uitvoering in de Lutherscho kerk, en reeds ontvingen wy eene tweede uitnoodiging, ditmaal om naar „Zomerzorg" te wandelen l Aan de zuiverheid van het begrip „wandelen" ontbreekt wel iets, ten gevolge van het vochtige stormweer der laatste dagen t Ik spreek opzetteiyk over het weer, omdat dit m. i. op het concert heeft geïnfluenceerd; niet op de kwartet-vereeniging zelve; maar voomameiyk op de soliste, die de gastrol ver vulde het onsympathieke scherpe, dat in het hooge register my onaangenaam aandeed, en de onzuivere intonatie, die meermalen my trof, dit alles schuif ik gaarne op rekening van het gure jaargetyde; nog nooit hoorde ik deze zangeres en ik heb dus geen recht te vermoeden dat dit blyvende eigenschappen zynals lichtpunten in haar optreden wys ik in de eerste plaats op een goed middenregister en in de tweede en voornaamste plaats op eene byzonder duidelyke uitspraak. Zy droeg de „Cavatina" uit „Freischütz" voor, twee liederen van A, Spoel en (dit was m. i. het beste, wat zy te hooren gaf) het „Zonnelied" van Cath. Van Rennes. Ook de gebruikelyke toegift ontbrak niet. 87) Niet de minste beweging, zelfa geene ademhaling, ontsnapte aan hare opmerkzaam heid. Zulke nachten duren lang! In hun dof etilzwjjgen spreken de inwendige stemmen met zeldzame duidelijkheid. En tot die hleeke vrouw met het strak gelaat spraken zij ook, deze stemmenen zy lieten zich berispend en verwijtend vernemen, over alles wat geschied waa. .Hebt gy tegenover dezen al tyd uw plicht gedaan?" vroegen zy. ,3a", antwoordde de arme vrouw, oprecht, maar wanhopig; „ja, ik heb mijn plicht ge daan. Ik dacht nergens aan, ik leefde voor niets anders dan mijn plicht." Maar nu scheen iemand haar de tweede vraag in het oor te fluisteren: „Hebt ge uw plicht tegenover hem blij moedig vervuld?" Hierop vond haar hart geen antwoord; aarzelend bleef het zwijgen. En zl) erkende dat op plichtsbetrachting zonder biy moedigheid geen zegen rust Zy onderzocht haar binnenste zonder mededoogen zy vonniste streng. Vier en twintig jaren geleden was zy hem, die daar nu zoo hulpeloos voor haar lag ge volgd. Toen waren de gelaatstrekken, die nu scherp en hoekig waren, fljnbesneden geweest, en het verstandig oog had daaraan leven en bezieling geschonken. Zyn yver en trouwe plichtsbetrachting ten opzichte van zyn kweekeling scheen dubbel aantrekkeiyk in eene omgeving, als waarin zy toen leefdeneen kring, waar ieder slechts tuk was op luidruchtige vermaken en alleen op eigen voordeel en genot bedacht. Die tegen stelling had hem in een aureool geplaatst. Joséphine was opgegroeid te midden van jonkers, die nergens anders zin voor hadden dan voor paarden, spel en drinkpartyen. Zy beschouwde de hoogere ontwikkeling, de by zyn vak behoorende behandeling van wetenschappelyke onderwerpen van den huis- onderwyzer op zichzelf reeds als een bewys van geestelyke kracht en beteokenis. Haar vurig karakter had haar al het onge zonde en onware van de huishouding haars vaders als een benauwden dwang van den geboeiden galeislaaf doen gevoelen: zy zag het verkeerde en gevoelde hare onmacht er eenige verbetering in te brengen. Zy smachtte naar vryheid en naar rust tot eiken prys naar een bestaan, dat niet telkens weder bedreigd werd door dringende schuldeischers door de noodzakelykbeid eene welvaart te veinzen, die niet bestond; door het gevaar verkocht te zullen worden aan een onbemind echtgenoot 1 En toen begreep zy, dat de onderwyzer van haar broertje haar liefhad. Hy, de be scheiden jonge man, zou het voorzeker niet hebben gewaagd haar ten huweiyk te vragen maar op een goeden dag had zy zich aan zyne borst geworpen, met een hart vol afkeer en wanhoop en vurig verlangen; met een kreet om hulp, om verandering, hoe dan ook, op de hppen. Ja, heden, na zoovele jaren, wist zy het, en zy sprak het uit in hare ge dachten het was hoofdzakeiyk het dorsten naar eene verandering geweest, de vrees voor eene toekomst in haren eigen kring, die haar had aangedreven. Zy moest, zy wilde verlost worden uit die wereld, waarin zy niets dan leugens en laagheid zag: Maar sedert lang wist zy het ook, dat niemand aan den dampkring, waarin hy ge boren is, geheel kan ontkomen. De overblyf- selen zyner vroegere opvoeding, de Bporen zyner eerste gewoonten en indrukken uit den kindertyd neemt een mensch altyd en overal mede, als een vogel zyne pluimage, al brengt men hem ook te midden van anders geveder den. In de vreemde kooi blyft hy een vreem deling, een gast, al brengt hy het langzamer hand zoo ver, dat hy met zyne nieuwe kame raadjes uit denzelfden bak de zaadkorrels pikt en dezelfde wysjes leert fluiten. Dit was Joséphine reeds duidolyk geworden gedurende de eerste dagen, die zy by de moeder van haren lateren echtgenoot had doorgebracht. Na overleg met hem had zy by zyne moe der hare toevlucht gezocht, om onder hare oogen zyne vrouw te worden. De oude, een voudige en zeer burgeriyke vrouw had geene woorden genoeg gehad, om over hare blyd- schap en over de groote eer te roepen, die aan haren zoon door dit deftig huweiyk ten deel viel. In hare opvatting bleef Joséphine altyd de adellyke dame, eene Gravin Roth- kreuz; en in dit ophef-maken van een titel, dien het jonge meisje vrywillig had afgelegd, hinderde haar onuitsprekelyk. Hier, aan het ziekbed van haren echtgenoot gezeten, bloosde zy nog by de herinnering aan die dagelyks zich herhalende, kleine, onaangename indruk ken, die zy destyd8 in het samenzyn met die moeder en dien zoon ondervonden had. Zy gevoelde eene aan verachting grenzende minachting voor die beperktheid; zy kon zich niet voegen in dien engen kring. En toen ook had zy zich ernstig onderhanden genomen en het zich afgevraagd, of zulk een gedrag wel te paB kwam voor eene fijngevoelende, verstandig denkende vrouw; maar het was baar te machtig geworden. De kleine, onaangename gewoonten, de onhebbelyke manieren van die twee menschen hadden haar het eerst ontnuchterd. Hoe menig keer had zy van verlegenheid over haren man en zyne oude moeder ge bloosd. En iedere nieuwe verlegenheid had eene verhoogde koude achtergelaten in haar hart. „Goedheid des harten is meer waard dan goede manieren; een rein hart is beter dan een mooi en keurig uiterlyk." Dit wist Joséphine evengoed als iedere wèlopgevoede vrouw. Maar toch kan eene vrouw verontschul digend aan het goede hart van haren man denken, op een oogenblik als zyn veronacht zaamd, slordig voorkomen haren tegenzin opwekt? Ten gevelge zyner opvoeding, huldigde Steiner het beginsel, dat men zich alleen voor anderen en des Zondags ordenteiyk be hoefde te kleeden. „Zuinig zynl" was ook in het leven zynor moeder het wachtwoord geweest. Bovenal bracht de oude vrouw die leuze op het tafel linnen en ondergoed in toepaBBing. Nu was echter Joséphine een van die men schen, die liever droog brood eten dan een goeden maaltyd, die op een morsig tafellaken wordt opgezet. In deze eindeloos lange nachten maakte het besef, hoe een monschenleven, een edel, belangryk, veelbelovend monschenleven, aan ellendige nietigheden kan te gronde gaan, zich van de arme vrouw meester! En later, toen de onzichtbaar verryzende scheidsmuur tusschen haar en haren echtge noot zoo hoog was geworden, dat niets dion meer omver kon stooten, toen was een nieuw, edel gevoel in het gemoed der aanzienlyks vrouw ontwaakt: de schaamte. Zy schaamde er zich over, by de eigen machtige, beslissende schrede voor haar levon zoo treurig te hebben gefaald; zy Bchaamde zich bitter by de gedachte aan een man, dien zy niet liefhad, te hebben toebehoord. En dit schaamtegevoel verleende aan de vrouw eene stroeve, byna maagdelyke terug houding in dien tyd. Stil, onderworpen, hopeloos wae zy haren weg door het léven gegaan, voortdurend baren plicht in het oog houdend. En onder die om standigheden waren zy hoe langer hoe verder van elkander verwyderd geraakt, hy en zy. Wordt vervnlyd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1