N°. 10651.
Zaterdag XO November.
A0.1894.
feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van §on- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 9 November.
Feuilleton.
EENE HELDIN.
LEIDSCH
DAG-BLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per S maanden. i
Franco per post.
Afzondorlyke Nommers
f 1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER AD VERTEN TIJbiN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 j. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
■wordt f 0.06 berekend.
De heer A. "W. Stfthoff, te Leiden, be
zorgt eene nieuwe, geïllustreerde, pracht
uitgave der werken van William Shakespeare.
Het eerste deel er van is dezer dagen ver
schenen. De heer J. M. N. Kapteyn, boek
handelaar alhier, heeft voor hen, die bi) hem
inteekenen, eene verrassing. Z\j ontvangen
het portret van den bekwamen vertaler, dr.
L. A. J. Burgersdjjk, welk portret is ver
vaardigd naar eene teekeDing van den kunst
schilder Jan Van Essen en sprekend gelakt.
De heer D. A. J. Hoogenstraaten heeft
zijn verlangen te kennen gegeven by de aan
staande periodieke verkiezing voor leden der
Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier
niet meer in aanmerking te komen.
Aan de oproeping, door het sub comité
Leiden tot de Leidsche dames gericht, om
zich beschikbaar te stellen voor het bijeen
zamelen van gelden voor de nagelaten be
trekkingen van in Indië gesneuvelde mili
tairen, hebben tot nu toe weinigen gehoor
gegevenhet sub-comité vertrouwt intusschen,
dat zijn plan niet zal afstuiten op gebrek aan
genoegzame belangstelling en deelneming en
dat alsnog velen van eiken stand en rang
zich zullen aanmelden.
"Voor het beroep naar de Ned.-Herv.
gemeente alhier is door ds. C. B. Oorthuys,
te Katwijk aan Zee, bedankt.
De Engelsche mail met berichten uit
Indië kan 11 dezer alhier worden verwacht.
Door den Commissaris der Koningin in
Zuid Holland is tot secretaris van den Militie
raad voor de lichting van 1895 benoemdby
dien in het 3de district, de heer A. J. J. S.
De Rochemont, te Leiden.
Door het provinciaal kerkbestuur van
Overysel zyn, in zyne vergadering van gis
teren, na afgelegd examen tot de evangelie
bediening in de Ned.-Herv. Kerk toegelaten
de heeren A. H. Magendans, theol. cand. te
Utrecht, en A. Van der Heide, theol. cand.
te Leiden.
Met ingang van 1 Dec. a. s. is benoemd
tot onderwyzeres aan de R.-K. school te
Steenwykerwold mej. A. J. M. Arbod, te Leiden.
Voor de akte voor onderwyzer is toe
gelaten de heer H. Ruyter, van Noordwyk,
en voor onderwyzeres mej. C. M Lad age, van
Leiden.
In eene gisteren te Rotterdam onder
presidium van den heer C. Gebel gehouden
buitengewone vergadering van aandeelhouders
in de Nederlandsche Glasverzekeringmaat-
schappy werd in de door overiyden ontstane
vacature in den raad van commissarissen
voorzien door de benoeming van den heer C.
J. Van der Oudermeulen, te Wassenaar.
Het drietal voor predikant by de Ned.-
Herv. gemeente te Leeuwarden (vacature-
Romyn) bestaat uit de heeren C. Van Dalfsen,
te Herwijnen; J. Draaisma, te Steenwyk, en
G. H. Wagenaar, te Aalsmeer.
Aan belanghebbenden wordt door den
minister van w., h. en n. bekend gemaakt
dat het door het Internationaal Bureel der
Telegraafadministratiën te Bern bewerkt Of
ficiéél Woordenboek" voor de samenstelling
van telegrammen in overeengekomen taal is
verschenen.
De exemplaren van dit werk, waarop in het
laatst van het vorige jaar by de Nederland
sche Rykstelegraafkantoren is ingeteekend,
zullen binnenkort vanwege die kantoren tegen
betaling van 5.50 per exemplaar worden
uitgereikt.
In verband met eene bepaling van het
reglement, behoorende by het Internationaal
Telegraafverdrag, is het tydstip, waarop het
gebruik van code taal, bestaande uit woorden,
uitsluitend aan dit Woordenboek ontleend, in
bet verkeer binDon Europa verplichtend wordt,
bepaald op 1 December 1897. Sts.-Ct
Te Vlaardingen is overleden jhr. B. W.
Th. Falck, sedert 1883 burgemeester van die
gemeente.
Jhr. mr. Van Eys, Nederlandsch gezant-
schapsraad te Beriyn, is te 's Gravenhage
aangekomen.
De heer Bergsma, con sul-generaal by de
Zuid Afrikaansche Republiek te Pretoria, wordt
eerstdaags te 's-Gravenhage terugverwacht.
De minister van buitenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
de consul generaal der Nederlanden in de
Zuid-Afrikaansche Republiek aan het departe
ment van buitenlandsche zaken te spreken
zal zy'n op 19 en 20 November a. 8., des
namiddags van 2 tot 4 uren.
Tot onder-directeur van de gasfabriek te
Soerabaia, toebehoorende aan de Nederlandsch-
Indische Gasmaatschappy te Rotterdam, is
benoemd de heer F. Steigerwald, opzichter
der gemeente drinkwaterleiding aldaar.
Mr. F. T. Westerwoudt, lid van Gede
puteerde Staten van Noord Holland, vierde
gisteren zyn 25-jarig feest als president van
het bestuur der scholen der „Vereeniging H.
Vincentius Paulo", te Amsterdam.
Z. H. de Paus schonk hem by deze gele
genheid het commandeurskruis van Gregorius
den Grooten en Gedeputeerde Staten zonden
hem een telegram van gelukwenscbing.
Verder werd het feest kerkeiyk en fn huise-
lyken kring gevierd, waarby het den heer
Westerwoudt van de zyde van het school
bestuur en vrienden niet aan bewyzen van
belangstelling ontbrak.
By koninkiyk besluit van 7 dezer is mr.
H. Zillesen, commies-griffier van de Eerste
Kamer, gewezen secretaris van het Comité
van organisatie der interparlementaire confe
rentie voor internationale arbitrage, in 1894
te 's Gravenhage gehouden, benoemd tot ridder
in de orde van Oranje Nassau.
Aan het hoofdbestuur van het Marine-
fonds te Amsterdam werd gisteren door
directeur en commissarissen der „Deli-Maat-
schappy" persooniyk aangeboden de belang-
ryke som van 5000, als eene hulde aan
de dapperheid der militairen van de zeemacht,
in de koloniën en ook op Sumatra's Oost
kust betoond.
Deze gave geschiedde by gelegenheid der
herdenking van het 25-jarig bestaan dier
Maatschappy.
Door Prov. Staten van Groningen is voor
geruimen tyd eene prysvraag uitgeschreven
over het stillen der golven by storm. Uit alle
oorden des lands, alsmede uit het buitenland,
kwamen antwoorden in. Ged. Staten hebben
over deze zaak vele en langdurige instructiën
gehad, zelfs mot hooglocraron der Universitoit
aldaar. Het biykt echter, dat tot nog toe
door geen der inzenders de steen der wyzen
is gevonden. Door enkele inzenders zyn uit
stekende antwoorden ingezonden, doch Ged.
Staten zullen wel terugschrikken voor de
hooge kosten van het aanschaffen van
machines, waarvan kleine modellen by de
antwoorden gevoegd zyn.
De theologische school te Kampen her
denkt den 6den December a. s. haar veertig
jarig bestaan. Een comité uit de ingezetenen,
mannen van allerlei richting, heeft zich ge
vormd om den gedenkdag van de stichting
dier school, welke zooveel voordeel brengt
aan de stad, openbaar feesteiyk te vieren.
Tot lid der Ged. Staten van Overysol
is gekozen mr. S. J. Yan Royen.
Uit goede bron woidt verzekerd dat door
geen der ministers by den Raad van State
een koninkiyk besluit aanhangig is gemaakt,
waarby aan ambtenaren by de departemen
ten, by het beroiken van den 66 jarigen
leeftyd, ontslag uit 's Ryks dienst zal worden
verleend.
Er wordt b\1gevoegd dat dit niet behoeft,
daar de wet reeds bevoegdheid geeft den
ambtenaar op 65-jarigen leeftyd en 40 dienst
jaren tellende, te pensionneeren. Het eenig
mogelyke is, dat de Regeering van die be
voegdheid een ruimer gebruik gaat maken.
By koninkiyk besluit van 24 Oct. jl.
(Stsbl. 166), opgenomen in de Staatscourant
van 9 dezer, is op de voordracht van den
minister van financiën bepaald dat, metafwy-
king in zoover van art. 61 eerste zinsnede
der wet van 25 Juli 1871 (Stbl. 92), de uit
voer van bier met afschryving van den accyns
kan plaats hebben in partyen van ten minste
5 hectoliter.
De liberale kiesvereeniging .Burgerplicht",
te Helder, heeft besloten by de op 13 dezer
te houden herstemming voor een lid van de
Tweede Kamer den heer J. J. Kraakman,
candidaat der Roomsch-Katholieken, aan te
bevelen, op grond van de overweging, dat do
heer Kraakman heeft verklaard voorstander te
zyn van ruime kiesrechtuitbreiding.
Door den heer J. H. Van Balen is aan alle
liberale en vryzinnige kiesvereenigingen in dit
hoofdkiesdistrict het voorstel gedaan, ten einde
de betreurenswaardige verdeeldheid onder de
liberalen in dit district in het vervolg te voor
komen, eene centraal-liberale kiesvereeniging
op te richten. Aan de vereenigingen, welke
zich in beginsel daartoe bereid verklaren, zal
dan het verzoek worden gericht op nader te
bepalen dag afgevaardigden te zenden naar
eene te Helder te houden vergadering.
De „N. Noord-Hollander" zegt, dat by de
eerste verkiezingen te Den Helder zoo weinig
Katholieken opgekomen zyn, omdat men niet
wist, of de heer Kraakman al of niet mee
gaat met het manifest der Katholieke Kamer
leden.
Het blad stelt nu by de herstemming het
voorbehoud: overtuigd zyn van instemming
met het manifest.
Terwyi de conservatief-katholieke „Maas
bode" vooralsnog den heer Kraakman niet
aanbovoelt, voordat iets naders bekend is
omtrent diens politieke gevoelens, spoort
thans „De Standaard" de anti revolutionnairen
aan te stemmen op den heer Staalman, die
eerst beschuldigd werd van „verdeeldheid
zaaien", maar van wien het anti revolutionnaire
hoofdorgaan by onderzoek is gebleken, dat
hem geen verwyt kan worden gemaakt van
hetgeen aanleiding heeft gegeven tot deze
verdeeldheid.
De bazaar, te Utrecht gehouden ter ge
legenheid van het 50 jarig bestaan der Diaco
nessen inrichting aldaar, heeft, na aftrek van
kleine onkosten, ƒ3097.29 opgebracht.
Biykens by hot departement van marine
ontvangen bericht, is Hr. Ms. fregat „Yan
Speyk", onder bevel van den kapt. ter zee
H. Van der Meer, in den ochtend van 8 dezer
Dungeness gepasseerd.
By het instructie-bataljon te Kampen
deed zich gisteren het geval voor, dat 24 van
de 55 opgekomen jongelingen geneeskundig
ongeschikt voor den dienst werden bevonden.
Naar de „Dord. Ct." verneemt, is het
muziekcorps van het corps pontonniers gis
teren van hoogerhand ontbonden verklaard.
Het stoomschip „Ardjoeno", van Rotter
dam naar Batavia, arriveerde 7 Nov. te Mar
seille; de „Gedé", van Batavia naar Rotter
dam, vertrok 7 Nov. van Adende „Koningin-
Regentes", van Amsterdam naar Batavia,
vertrok 7 Nov. van Suezde „Prinses Amalia"
arriveerde 8 Nov. van Batavia te Amsterdam
de „Edam", van Nieuw-York naar Amster
dam, passeerde 8 Nov. Lizard; de „Obdam",
van Nieuw-York naar Rotterdam, vertrok 8
Nov. van Boulogne-sur-Mer.
By koninkiyk besluit is belast met de
waarneming van de betrekking van Ryks-
advocaat in Friesland mr. H. Binnerts, advo
caat en procureur te Heerenveen.
Pensioen verleend aan: M. M. Van Dyck
ƒ61, D. Noest ƒ1073, M. J. Berman ƒ230, O.
Yan Vliet ƒ200, N. Van Wagenberg ƒ215,
A. Isaacson ƒ1549 'sjaars.
Aan den heer H. M. Nepveu, gepens. luit.-
kol. der infanterie van het leger in Ned. Indië,
vergunning verleend tot het aannemen van
het ordeteeken van commandeur der orde
van Frans Jozef, hem door den keizer van
Oostenrijk geschonken.
LOMBOK.
Het navolgend telegram betreffende Lombok
is van den gouverneur-generaal van Ned.-Indië
by het departement van koloniën ontvangen
„De vroeg ingetreden moesson veroorzaakte
vertraging in de operation. Woensdag is de
vyand uit Mondjok en Bangkal Tjoelik ver
dreven, zonder verliezen onzerzyds, en is stel
ling genomen te Tamanradja on Madjoeloek,
naby den noordoosthoek van Tjakra-Negara1'.
Dit Regeering8-telegram bevat, evenals het
gisteren reeds medegedeelde particulier tele
gram, weder een aantal namen van plaatsen,
waarvan men te voren nooit heeft gehoord
en die op de kaarten niet te vinden zyn, ook
niet op de laatste, als by lage by de memorie
van antwoord der Indische begrooting ver
schenen. Maar de mededeeiing, dat onze troe
pen stelling hebben genomen naby den noord-
oosthoek, van onze operatie basis het verst
verwyderd, van Tjakra-Negara, is eene gewich
tige aanwijzing, dat, ondanks de vertraging,
welke de kwade moesson teweegbrengt in de
operatiën, de insluiting van Tjakra-Negara,
het réduit der Baliërs, aanhoudend vordert.
Opmerking verdient het, dat in dit telegram
mets wordt gezegd omtrent de politieke aan
rakingen, welke volgens berichten van parti
culiere zyde zouden zyn aangeknoopt tusschen
den opperbevelhebber en den vorst. Alweder
een bewys, dat meD particuliere berichten
omtrent Lombok met voorzichtigheid moet
opnemen l
Blykens een tweede van den gouverneur-
generaal van Nederlandsch Indië ontvangen
telegram is thans gebleken, dat de hospitaal-
bediende K Frugte (algemeen stamboek No.
16232), die in de Staatscourant van 4 Sept. jl.
als vermist werd opgegeven, gesneuveld is.
De nota betreffende de gebeurtenissen op
Lombok, toegevoegd aan de Memorie van
Antwoord der Indische begrooting, bevat meer
uitvoerige mededeelingen omtrent de uitzen
ding der expeditie, het ultimatum, de landing
en de aanrakingen met de bevolking en de
hoofden. Yoel daarvan heeft thans nog slechts
geschiedkundig belang. Omtrent Goesti G' dé
Djilantik, stedehouder van Karang Asem, op
Bali, blykt dat met hom het eerst aan
raking is verkregen op 8 Juli by eene ver
kenning, die door den 2den bevelhebber,
generaal-majoor Yan Ham, werd geleid. Dji
lantik bevond zich op Lombok, om zynen
leenheer in den stryd tegen de Sasaksche
opstandelingen by te staan. Hy vervoegde
zich by don bevelhebber, verklaarde van
Batoe Djai te zyn gekomen om dtn resident
zyne verontschuldigingen aan te bieden over
het nog onbeantwoord laten der aan de be
stuurders van Karang A3em gerichte kennis
geving betreffende de expeditie en gaf zyn
voornemen te kennen om den volgenden dag
zyne opwachting by den opperbevelhebber to
komen maken. Dit geschiedde, Djilantik be
tuigde den opperbevelhebber zyne trouw aan
het Gouvernement en verklaarde dat hy zich
van de zaak der Lomboksche vorsten wenschte
af te scheiden, terwyi hy verzocht met zyn
volk, ongeveer 1200 man, naar Karang Asem
te mogen terugkeeren. Kon zyn volk zonder
hem terugkeeren, dan stelde hy zich beschik
baar om by den opperbevelhebber te blyven.
Daar in deze handeling niets vreemds was
gelegen met het oog op de gespannen ver
houding tusschen Djilantik en Madé en boven
dien ook de overtuiging werd gevestigd, dat
van Djilantik 's diensten met vrucht zou kunnen
gebruik gemaakt worden voor de nadere aan
rakingen met het vorstenbestuur en de regeling
van den verwarden stand van zaken op het
29)
Als Walburga nu maar even gauw hare
moeder had kunnen vragen: Wat doet men
in zulk een geval?
Allee wèl beschouwd, kon men iemand niet
verbieden te spreken, dacht zy.
Haar eerltJk klein hart lag haar ale alt(jd
op de tong.
„Ik weet niet of moeder het wel goed zal
keuren", zeide zij.
„Tegenover mevrouw uwe moeder neem ik
de verantwoording op m(J. Zie maar daar
komt de tram en een aantal mannen staan
er achterop. Ga maar met my medel"
Heribert nam haren arm in den zynen en
nu wandelde zy onbevreesd naast hem voort.
Als hy tegen hare moeder wilde zeggen, dat
het zoo had moeten gaan, dan was het goed
en gevaar was dan vanzelf opgeheven 1
Hoe gewichtig wsb zy in eigen oogen
gearmd met zulk een deftig heer precies
alsof zy nu reeds eene dame waal En dank
baar was zy er van overtuigd, dat hy het
werkeiyk goed met haar meende.
Zy liepen tamelyk snel voort en Heribert
vermeed opzetteiyk de hoofdstraat. Buiten de
poort en in de laan onder de lindeboomen
matigde hy zyn stap en toen zy een eind al
langzamer waren beginnen te loopen, nam
Heribert voor het eerst het woord. Dit lang
durig zwygen was met berekening volgehou-
denhet moest Walburga nieuwsgierig en
angstig maken. Haar - op het kinderlyk ge
moed van Walburga had het juist het tegen-
overgestelde uitgewerkt; zy was er geheel
door tot kalmte gebracht.
„Ik zal u in den laataten tyd onbegrypeiyk
voorgekomen zyn", begon Heribert, haren
arm zachtkens tegen hem aandrukkend.
„Volstrekt niet", gaf zy vrooiyk terug. „Ik
was niet lief tegen u geweest en toen dacht
ik dat u my dit wilde laten gevoelen."
„Neen zoo was het toch niet."
Zyne stem had nu iets onzekers; hy
vreesde weder door haar te worden uit
gelachen.
„Ik moet myn hart voor u uitstorten."
„O asjeblieft niet; dat gaat my niet
aan en ik heb toch geen verstand van der-
gelyke dingen", zeide Walburga angstig.
„Zou het u niet aangaan? Juist u u,
geheel alleen! Want, myne dierbare Wal
burga, gy zyt het, met wie myn hart zich
in deze laatste maanden uitsluitend heeft
beziggehouden. Ik bemin u, Walburga", fluis
terde hy innig en tegeiyk drukte hy met
zyne linkerhand de hare, die op zyn rechter
arm rustte.
Walburga ontstelde. Hare voeten waren als
lood en zy hygde naar adem. Het ruischen
en kloppen in haar hoofd maakten haar dui
zelig; zy stond stil.
Een man had haar liefl Hy had ernstig en
plechtig tot haar over zyne liefde gesproken I
Het groote woord, waarvan alle jonge meisjes
droomen als van 't begin van een nieuw, heeriyk,
geheimzinnig leven - 't was tot haar gesproken I
Hy liet haar geen tyd om tot bezinning
te komen, maar sprak reeds weder en zyne
stem vermengde zich zeldzaam bekoorlyk met
hare opgewonden gedachten:
„Naar uwe afwyzende houding tegenover
my te oordeelon, vreesde ik geene hoop te
mogen koesteren uwe genegenheid voor my
ooit te zullen zien ontluiken. En nu moet ik
u dit eene vragen, waarnaar ik reeda zoolang
heb gesmacht, nameiyk: denkt gy, Walburga,
mu eenmaal te zullen kunnen liefhebben?"
Hy klemde haar handje styf op zyn arm.
En het arme kind, dat zichzelf nog een
raadsel was, stamelde onder opwellende tranen
„Ik weet het nog niet".
Zyne oogen brandden op haar gelaat.
„Ik wil u tyd gunnen, zoolang tyd als ge
wilt, om het met u zelve eens te worden.
Maar ik smeek u, veroorloof my u van tyd
tot tyd te mogen zien, my te mogen bedwelmen
in den blik op uw mooi, dierbaar gezichtje.
Mag ik dat?"
Walburga schreide.
Hoe hartelyk verlangde zy op ditoogenblik
weder een kind te zyn! Hoe moeilyk. hoe
ernstig was het leven; hoe vreeseiyk was
het, de verantwoordeiykheid voor zich en
anderen te moeten dragen. Nu moest zy met
een enkel „ja" of „neen" beslissen over haar
lot en dat van dien man daar tegenover haar.
Opeens werd zy er van bewust, dat van dit
woordje haar geluk of ongeluk voor geheel
haar volgend leven afhingen ook dat In dit
geval zelfs de hulp van hare moeder niet
kon baten.
Het verbindt u immers verder tot niets,
als ge my dit eene maar wilt toestaan",
drong hy aan.
En toen fluisterde zy: „Ja".
Hy bedekte hare hand met kussen. Zy
wandelden voort. Walburga liep als in een
droom.
„Ge zyt nog te jong; ik begryp het beet;
uw hart sluimert nog. Maar het zal ontwaken,
voor my ontwaken; dat weet ik zeker. En
dan zal ik dat hoeriyk geheim in uwe lieve
oogen lezen."
„Haar", stamelde Walburga, „maar... niet
altyd zooveel er over spreken, asjeblieft niet!"
Zy wiBt niet zoo recht wat het voor een
gevoel was, dat haar overmeesterde, en hoe
zy het in vriendeiyk smeekende woorden zou
inkleeden. Maar zóóveel was haar duideiyk,
dat die vreeselyke opgewondenheid by haar
terug zou komen, zoo vaak hy er over sprak,
en dat zy dit niet kon uithouden.
„Ge zult over my tevreden zyn", beloofde
hy. „Met geen woord of gebaar zal ik u ooit
aan dit oogenblik herinneren, maar diep op
den grond van uw hart moet het u altyd
byblyven. En ik zal het begrypen; ik zal het
verstaan en voelen als de tyd gekomen is,
wanneer ik tot u mag naderen met myne vraag
op de lippen: „Walburga, heb je my lief?"
Zy waren de laan uit en de hoogte op ge
wandeld. Als een reusachtig zwart monster,
met dreigend uitgespreide armen, stond de
molen tegen den donker wordenden avond
hemel.
Over enkele minuten zou zy tegenover hare
moeder staan. Ondanks haar zuiver geweten,
scheen het Walburga toe, dat zy zich schamen
moest, of althans verlegen zyn. Moedor zou
misschien verwonderd opzien, ongeloovig glim
lachen, het niet voor mogelyk houden, dat
hare kleine Walburga reeds werd bemind.
„Ga liever niet mede naar binnen", sprak
zy gejaagd. „Ik zal het moeder wol ophel
deren, waarom u my hebt thuisgebracht.
Heribert liep er juist over te soezen hoe
by bet zou aanleggen om de ontmoeting met
mevrouw Steiner, waarop hy, niettegenstaande
zyne opmerking van straks, in 't geheel niet
gesteld was, zou misloopen. Thans kwam
Walburga hem mooi te hulp. Zy was dan
toch niet zoo „ongelooflyk naïef", als hy ge
meend had. Hy had reeds gevreesd, dat zv
hun gesprek aan bare moeder zou gaan ver
tellen. Maar neen, de kleine had dus ook al
hare geheimen! Dientengevolge werd zyn toon
ook veel vertrouwelykor, toen hy afscheid
namhy kuste telkens en telkens weer hare
handen, die zich tevergoefs trachtten te be-
vryden. Hy ried haar nu aan, voorloopig in
't geheel niet over hem te spreken; dit was
misschien beter. Maar Walburga hoorde niets
meer; zy had slechts een enkel verlangen:
naar moeder te gaan, op haren schoot te gaan
zitten en haar alles, alles te vertellen. Hot
zou veel gomakkelyker gaan als Heribert er
niet by stond; dit gevoelde zy.
In zyne tegenwoordigheid scheen het haar
tegenover hare moeder eene ongepastheid toe
te worden bemind.
{.Wordt vervolgd