N°. 10651. Zaterdag XO November. A0.1894. feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van §on- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 9 November. Feuilleton. EENE HELDIN. LEIDSCH DAG-BLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per S maanden. i Franco per post. Afzondorlyke Nommers f 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER AD VERTEN TIJbiN Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 j. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad ■wordt f 0.06 berekend. De heer A. "W. Stfthoff, te Leiden, be zorgt eene nieuwe, geïllustreerde, pracht uitgave der werken van William Shakespeare. Het eerste deel er van is dezer dagen ver schenen. De heer J. M. N. Kapteyn, boek handelaar alhier, heeft voor hen, die bi) hem inteekenen, eene verrassing. Z\j ontvangen het portret van den bekwamen vertaler, dr. L. A. J. Burgersdjjk, welk portret is ver vaardigd naar eene teekeDing van den kunst schilder Jan Van Essen en sprekend gelakt. De heer D. A. J. Hoogenstraaten heeft zijn verlangen te kennen gegeven by de aan staande periodieke verkiezing voor leden der Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier niet meer in aanmerking te komen. Aan de oproeping, door het sub comité Leiden tot de Leidsche dames gericht, om zich beschikbaar te stellen voor het bijeen zamelen van gelden voor de nagelaten be trekkingen van in Indië gesneuvelde mili tairen, hebben tot nu toe weinigen gehoor gegevenhet sub-comité vertrouwt intusschen, dat zijn plan niet zal afstuiten op gebrek aan genoegzame belangstelling en deelneming en dat alsnog velen van eiken stand en rang zich zullen aanmelden. "Voor het beroep naar de Ned.-Herv. gemeente alhier is door ds. C. B. Oorthuys, te Katwijk aan Zee, bedankt. De Engelsche mail met berichten uit Indië kan 11 dezer alhier worden verwacht. Door den Commissaris der Koningin in Zuid Holland is tot secretaris van den Militie raad voor de lichting van 1895 benoemdby dien in het 3de district, de heer A. J. J. S. De Rochemont, te Leiden. Door het provinciaal kerkbestuur van Overysel zyn, in zyne vergadering van gis teren, na afgelegd examen tot de evangelie bediening in de Ned.-Herv. Kerk toegelaten de heeren A. H. Magendans, theol. cand. te Utrecht, en A. Van der Heide, theol. cand. te Leiden. Met ingang van 1 Dec. a. s. is benoemd tot onderwyzeres aan de R.-K. school te Steenwykerwold mej. A. J. M. Arbod, te Leiden. Voor de akte voor onderwyzer is toe gelaten de heer H. Ruyter, van Noordwyk, en voor onderwyzeres mej. C. M Lad age, van Leiden. In eene gisteren te Rotterdam onder presidium van den heer C. Gebel gehouden buitengewone vergadering van aandeelhouders in de Nederlandsche Glasverzekeringmaat- schappy werd in de door overiyden ontstane vacature in den raad van commissarissen voorzien door de benoeming van den heer C. J. Van der Oudermeulen, te Wassenaar. Het drietal voor predikant by de Ned.- Herv. gemeente te Leeuwarden (vacature- Romyn) bestaat uit de heeren C. Van Dalfsen, te Herwijnen; J. Draaisma, te Steenwyk, en G. H. Wagenaar, te Aalsmeer. Aan belanghebbenden wordt door den minister van w., h. en n. bekend gemaakt dat het door het Internationaal Bureel der Telegraafadministratiën te Bern bewerkt Of ficiéél Woordenboek" voor de samenstelling van telegrammen in overeengekomen taal is verschenen. De exemplaren van dit werk, waarop in het laatst van het vorige jaar by de Nederland sche Rykstelegraafkantoren is ingeteekend, zullen binnenkort vanwege die kantoren tegen betaling van 5.50 per exemplaar worden uitgereikt. In verband met eene bepaling van het reglement, behoorende by het Internationaal Telegraafverdrag, is het tydstip, waarop het gebruik van code taal, bestaande uit woorden, uitsluitend aan dit Woordenboek ontleend, in bet verkeer binDon Europa verplichtend wordt, bepaald op 1 December 1897. Sts.-Ct Te Vlaardingen is overleden jhr. B. W. Th. Falck, sedert 1883 burgemeester van die gemeente. Jhr. mr. Van Eys, Nederlandsch gezant- schapsraad te Beriyn, is te 's Gravenhage aangekomen. De heer Bergsma, con sul-generaal by de Zuid Afrikaansche Republiek te Pretoria, wordt eerstdaags te 's-Gravenhage terugverwacht. De minister van buitenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de consul generaal der Nederlanden in de Zuid-Afrikaansche Republiek aan het departe ment van buitenlandsche zaken te spreken zal zy'n op 19 en 20 November a. 8., des namiddags van 2 tot 4 uren. Tot onder-directeur van de gasfabriek te Soerabaia, toebehoorende aan de Nederlandsch- Indische Gasmaatschappy te Rotterdam, is benoemd de heer F. Steigerwald, opzichter der gemeente drinkwaterleiding aldaar. Mr. F. T. Westerwoudt, lid van Gede puteerde Staten van Noord Holland, vierde gisteren zyn 25-jarig feest als president van het bestuur der scholen der „Vereeniging H. Vincentius Paulo", te Amsterdam. Z. H. de Paus schonk hem by deze gele genheid het commandeurskruis van Gregorius den Grooten en Gedeputeerde Staten zonden hem een telegram van gelukwenscbing. Verder werd het feest kerkeiyk en fn huise- lyken kring gevierd, waarby het den heer Westerwoudt van de zyde van het school bestuur en vrienden niet aan bewyzen van belangstelling ontbrak. By koninkiyk besluit van 7 dezer is mr. H. Zillesen, commies-griffier van de Eerste Kamer, gewezen secretaris van het Comité van organisatie der interparlementaire confe rentie voor internationale arbitrage, in 1894 te 's Gravenhage gehouden, benoemd tot ridder in de orde van Oranje Nassau. Aan het hoofdbestuur van het Marine- fonds te Amsterdam werd gisteren door directeur en commissarissen der „Deli-Maat- schappy" persooniyk aangeboden de belang- ryke som van 5000, als eene hulde aan de dapperheid der militairen van de zeemacht, in de koloniën en ook op Sumatra's Oost kust betoond. Deze gave geschiedde by gelegenheid der herdenking van het 25-jarig bestaan dier Maatschappy. Door Prov. Staten van Groningen is voor geruimen tyd eene prysvraag uitgeschreven over het stillen der golven by storm. Uit alle oorden des lands, alsmede uit het buitenland, kwamen antwoorden in. Ged. Staten hebben over deze zaak vele en langdurige instructiën gehad, zelfs mot hooglocraron der Universitoit aldaar. Het biykt echter, dat tot nog toe door geen der inzenders de steen der wyzen is gevonden. Door enkele inzenders zyn uit stekende antwoorden ingezonden, doch Ged. Staten zullen wel terugschrikken voor de hooge kosten van het aanschaffen van machines, waarvan kleine modellen by de antwoorden gevoegd zyn. De theologische school te Kampen her denkt den 6den December a. s. haar veertig jarig bestaan. Een comité uit de ingezetenen, mannen van allerlei richting, heeft zich ge vormd om den gedenkdag van de stichting dier school, welke zooveel voordeel brengt aan de stad, openbaar feesteiyk te vieren. Tot lid der Ged. Staten van Overysol is gekozen mr. S. J. Yan Royen. Uit goede bron woidt verzekerd dat door geen der ministers by den Raad van State een koninkiyk besluit aanhangig is gemaakt, waarby aan ambtenaren by de departemen ten, by het beroiken van den 66 jarigen leeftyd, ontslag uit 's Ryks dienst zal worden verleend. Er wordt b\1gevoegd dat dit niet behoeft, daar de wet reeds bevoegdheid geeft den ambtenaar op 65-jarigen leeftyd en 40 dienst jaren tellende, te pensionneeren. Het eenig mogelyke is, dat de Regeering van die be voegdheid een ruimer gebruik gaat maken. By koninkiyk besluit van 24 Oct. jl. (Stsbl. 166), opgenomen in de Staatscourant van 9 dezer, is op de voordracht van den minister van financiën bepaald dat, metafwy- king in zoover van art. 61 eerste zinsnede der wet van 25 Juli 1871 (Stbl. 92), de uit voer van bier met afschryving van den accyns kan plaats hebben in partyen van ten minste 5 hectoliter. De liberale kiesvereeniging .Burgerplicht", te Helder, heeft besloten by de op 13 dezer te houden herstemming voor een lid van de Tweede Kamer den heer J. J. Kraakman, candidaat der Roomsch-Katholieken, aan te bevelen, op grond van de overweging, dat do heer Kraakman heeft verklaard voorstander te zyn van ruime kiesrechtuitbreiding. Door den heer J. H. Van Balen is aan alle liberale en vryzinnige kiesvereenigingen in dit hoofdkiesdistrict het voorstel gedaan, ten einde de betreurenswaardige verdeeldheid onder de liberalen in dit district in het vervolg te voor komen, eene centraal-liberale kiesvereeniging op te richten. Aan de vereenigingen, welke zich in beginsel daartoe bereid verklaren, zal dan het verzoek worden gericht op nader te bepalen dag afgevaardigden te zenden naar eene te Helder te houden vergadering. De „N. Noord-Hollander" zegt, dat by de eerste verkiezingen te Den Helder zoo weinig Katholieken opgekomen zyn, omdat men niet wist, of de heer Kraakman al of niet mee gaat met het manifest der Katholieke Kamer leden. Het blad stelt nu by de herstemming het voorbehoud: overtuigd zyn van instemming met het manifest. Terwyi de conservatief-katholieke „Maas bode" vooralsnog den heer Kraakman niet aanbovoelt, voordat iets naders bekend is omtrent diens politieke gevoelens, spoort thans „De Standaard" de anti revolutionnairen aan te stemmen op den heer Staalman, die eerst beschuldigd werd van „verdeeldheid zaaien", maar van wien het anti revolutionnaire hoofdorgaan by onderzoek is gebleken, dat hem geen verwyt kan worden gemaakt van hetgeen aanleiding heeft gegeven tot deze verdeeldheid. De bazaar, te Utrecht gehouden ter ge legenheid van het 50 jarig bestaan der Diaco nessen inrichting aldaar, heeft, na aftrek van kleine onkosten, ƒ3097.29 opgebracht. Biykens by hot departement van marine ontvangen bericht, is Hr. Ms. fregat „Yan Speyk", onder bevel van den kapt. ter zee H. Van der Meer, in den ochtend van 8 dezer Dungeness gepasseerd. By het instructie-bataljon te Kampen deed zich gisteren het geval voor, dat 24 van de 55 opgekomen jongelingen geneeskundig ongeschikt voor den dienst werden bevonden. Naar de „Dord. Ct." verneemt, is het muziekcorps van het corps pontonniers gis teren van hoogerhand ontbonden verklaard. Het stoomschip „Ardjoeno", van Rotter dam naar Batavia, arriveerde 7 Nov. te Mar seille; de „Gedé", van Batavia naar Rotter dam, vertrok 7 Nov. van Adende „Koningin- Regentes", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 7 Nov. van Suezde „Prinses Amalia" arriveerde 8 Nov. van Batavia te Amsterdam de „Edam", van Nieuw-York naar Amster dam, passeerde 8 Nov. Lizard; de „Obdam", van Nieuw-York naar Rotterdam, vertrok 8 Nov. van Boulogne-sur-Mer. By koninkiyk besluit is belast met de waarneming van de betrekking van Ryks- advocaat in Friesland mr. H. Binnerts, advo caat en procureur te Heerenveen. Pensioen verleend aan: M. M. Van Dyck ƒ61, D. Noest ƒ1073, M. J. Berman ƒ230, O. Yan Vliet ƒ200, N. Van Wagenberg ƒ215, A. Isaacson ƒ1549 'sjaars. Aan den heer H. M. Nepveu, gepens. luit.- kol. der infanterie van het leger in Ned. Indië, vergunning verleend tot het aannemen van het ordeteeken van commandeur der orde van Frans Jozef, hem door den keizer van Oostenrijk geschonken. LOMBOK. Het navolgend telegram betreffende Lombok is van den gouverneur-generaal van Ned.-Indië by het departement van koloniën ontvangen „De vroeg ingetreden moesson veroorzaakte vertraging in de operation. Woensdag is de vyand uit Mondjok en Bangkal Tjoelik ver dreven, zonder verliezen onzerzyds, en is stel ling genomen te Tamanradja on Madjoeloek, naby den noordoosthoek van Tjakra-Negara1'. Dit Regeering8-telegram bevat, evenals het gisteren reeds medegedeelde particulier tele gram, weder een aantal namen van plaatsen, waarvan men te voren nooit heeft gehoord en die op de kaarten niet te vinden zyn, ook niet op de laatste, als by lage by de memorie van antwoord der Indische begrooting ver schenen. Maar de mededeeiing, dat onze troe pen stelling hebben genomen naby den noord- oosthoek, van onze operatie basis het verst verwyderd, van Tjakra-Negara, is eene gewich tige aanwijzing, dat, ondanks de vertraging, welke de kwade moesson teweegbrengt in de operatiën, de insluiting van Tjakra-Negara, het réduit der Baliërs, aanhoudend vordert. Opmerking verdient het, dat in dit telegram mets wordt gezegd omtrent de politieke aan rakingen, welke volgens berichten van parti culiere zyde zouden zyn aangeknoopt tusschen den opperbevelhebber en den vorst. Alweder een bewys, dat meD particuliere berichten omtrent Lombok met voorzichtigheid moet opnemen l Blykens een tweede van den gouverneur- generaal van Nederlandsch Indië ontvangen telegram is thans gebleken, dat de hospitaal- bediende K Frugte (algemeen stamboek No. 16232), die in de Staatscourant van 4 Sept. jl. als vermist werd opgegeven, gesneuveld is. De nota betreffende de gebeurtenissen op Lombok, toegevoegd aan de Memorie van Antwoord der Indische begrooting, bevat meer uitvoerige mededeelingen omtrent de uitzen ding der expeditie, het ultimatum, de landing en de aanrakingen met de bevolking en de hoofden. Yoel daarvan heeft thans nog slechts geschiedkundig belang. Omtrent Goesti G' dé Djilantik, stedehouder van Karang Asem, op Bali, blykt dat met hom het eerst aan raking is verkregen op 8 Juli by eene ver kenning, die door den 2den bevelhebber, generaal-majoor Yan Ham, werd geleid. Dji lantik bevond zich op Lombok, om zynen leenheer in den stryd tegen de Sasaksche opstandelingen by te staan. Hy vervoegde zich by don bevelhebber, verklaarde van Batoe Djai te zyn gekomen om dtn resident zyne verontschuldigingen aan te bieden over het nog onbeantwoord laten der aan de be stuurders van Karang A3em gerichte kennis geving betreffende de expeditie en gaf zyn voornemen te kennen om den volgenden dag zyne opwachting by den opperbevelhebber to komen maken. Dit geschiedde, Djilantik be tuigde den opperbevelhebber zyne trouw aan het Gouvernement en verklaarde dat hy zich van de zaak der Lomboksche vorsten wenschte af te scheiden, terwyi hy verzocht met zyn volk, ongeveer 1200 man, naar Karang Asem te mogen terugkeeren. Kon zyn volk zonder hem terugkeeren, dan stelde hy zich beschik baar om by den opperbevelhebber te blyven. Daar in deze handeling niets vreemds was gelegen met het oog op de gespannen ver houding tusschen Djilantik en Madé en boven dien ook de overtuiging werd gevestigd, dat van Djilantik 's diensten met vrucht zou kunnen gebruik gemaakt worden voor de nadere aan rakingen met het vorstenbestuur en de regeling van den verwarden stand van zaken op het 29) Als Walburga nu maar even gauw hare moeder had kunnen vragen: Wat doet men in zulk een geval? Allee wèl beschouwd, kon men iemand niet verbieden te spreken, dacht zy. Haar eerltJk klein hart lag haar ale alt(jd op de tong. „Ik weet niet of moeder het wel goed zal keuren", zeide zij. „Tegenover mevrouw uwe moeder neem ik de verantwoording op m(J. Zie maar daar komt de tram en een aantal mannen staan er achterop. Ga maar met my medel" Heribert nam haren arm in den zynen en nu wandelde zy onbevreesd naast hem voort. Als hy tegen hare moeder wilde zeggen, dat het zoo had moeten gaan, dan was het goed en gevaar was dan vanzelf opgeheven 1 Hoe gewichtig wsb zy in eigen oogen gearmd met zulk een deftig heer precies alsof zy nu reeds eene dame waal En dank baar was zy er van overtuigd, dat hy het werkeiyk goed met haar meende. Zy liepen tamelyk snel voort en Heribert vermeed opzetteiyk de hoofdstraat. Buiten de poort en in de laan onder de lindeboomen matigde hy zyn stap en toen zy een eind al langzamer waren beginnen te loopen, nam Heribert voor het eerst het woord. Dit lang durig zwygen was met berekening volgehou- denhet moest Walburga nieuwsgierig en angstig maken. Haar - op het kinderlyk ge moed van Walburga had het juist het tegen- overgestelde uitgewerkt; zy was er geheel door tot kalmte gebracht. „Ik zal u in den laataten tyd onbegrypeiyk voorgekomen zyn", begon Heribert, haren arm zachtkens tegen hem aandrukkend. „Volstrekt niet", gaf zy vrooiyk terug. „Ik was niet lief tegen u geweest en toen dacht ik dat u my dit wilde laten gevoelen." „Neen zoo was het toch niet." Zyne stem had nu iets onzekers; hy vreesde weder door haar te worden uit gelachen. „Ik moet myn hart voor u uitstorten." „O asjeblieft niet; dat gaat my niet aan en ik heb toch geen verstand van der- gelyke dingen", zeide Walburga angstig. „Zou het u niet aangaan? Juist u u, geheel alleen! Want, myne dierbare Wal burga, gy zyt het, met wie myn hart zich in deze laatste maanden uitsluitend heeft beziggehouden. Ik bemin u, Walburga", fluis terde hy innig en tegeiyk drukte hy met zyne linkerhand de hare, die op zyn rechter arm rustte. Walburga ontstelde. Hare voeten waren als lood en zy hygde naar adem. Het ruischen en kloppen in haar hoofd maakten haar dui zelig; zy stond stil. Een man had haar liefl Hy had ernstig en plechtig tot haar over zyne liefde gesproken I Het groote woord, waarvan alle jonge meisjes droomen als van 't begin van een nieuw, heeriyk, geheimzinnig leven - 't was tot haar gesproken I Hy liet haar geen tyd om tot bezinning te komen, maar sprak reeds weder en zyne stem vermengde zich zeldzaam bekoorlyk met hare opgewonden gedachten: „Naar uwe afwyzende houding tegenover my te oordeelon, vreesde ik geene hoop te mogen koesteren uwe genegenheid voor my ooit te zullen zien ontluiken. En nu moet ik u dit eene vragen, waarnaar ik reeda zoolang heb gesmacht, nameiyk: denkt gy, Walburga, mu eenmaal te zullen kunnen liefhebben?" Hy klemde haar handje styf op zyn arm. En het arme kind, dat zichzelf nog een raadsel was, stamelde onder opwellende tranen „Ik weet het nog niet". Zyne oogen brandden op haar gelaat. „Ik wil u tyd gunnen, zoolang tyd als ge wilt, om het met u zelve eens te worden. Maar ik smeek u, veroorloof my u van tyd tot tyd te mogen zien, my te mogen bedwelmen in den blik op uw mooi, dierbaar gezichtje. Mag ik dat?" Walburga schreide. Hoe hartelyk verlangde zy op ditoogenblik weder een kind te zyn! Hoe moeilyk. hoe ernstig was het leven; hoe vreeseiyk was het, de verantwoordeiykheid voor zich en anderen te moeten dragen. Nu moest zy met een enkel „ja" of „neen" beslissen over haar lot en dat van dien man daar tegenover haar. Opeens werd zy er van bewust, dat van dit woordje haar geluk of ongeluk voor geheel haar volgend leven afhingen ook dat In dit geval zelfs de hulp van hare moeder niet kon baten. Het verbindt u immers verder tot niets, als ge my dit eene maar wilt toestaan", drong hy aan. En toen fluisterde zy: „Ja". Hy bedekte hare hand met kussen. Zy wandelden voort. Walburga liep als in een droom. „Ge zyt nog te jong; ik begryp het beet; uw hart sluimert nog. Maar het zal ontwaken, voor my ontwaken; dat weet ik zeker. En dan zal ik dat hoeriyk geheim in uwe lieve oogen lezen." „Haar", stamelde Walburga, „maar... niet altyd zooveel er over spreken, asjeblieft niet!" Zy wiBt niet zoo recht wat het voor een gevoel was, dat haar overmeesterde, en hoe zy het in vriendeiyk smeekende woorden zou inkleeden. Maar zóóveel was haar duideiyk, dat die vreeselyke opgewondenheid by haar terug zou komen, zoo vaak hy er over sprak, en dat zy dit niet kon uithouden. „Ge zult over my tevreden zyn", beloofde hy. „Met geen woord of gebaar zal ik u ooit aan dit oogenblik herinneren, maar diep op den grond van uw hart moet het u altyd byblyven. En ik zal het begrypen; ik zal het verstaan en voelen als de tyd gekomen is, wanneer ik tot u mag naderen met myne vraag op de lippen: „Walburga, heb je my lief?" Zy waren de laan uit en de hoogte op ge wandeld. Als een reusachtig zwart monster, met dreigend uitgespreide armen, stond de molen tegen den donker wordenden avond hemel. Over enkele minuten zou zy tegenover hare moeder staan. Ondanks haar zuiver geweten, scheen het Walburga toe, dat zy zich schamen moest, of althans verlegen zyn. Moedor zou misschien verwonderd opzien, ongeloovig glim lachen, het niet voor mogelyk houden, dat hare kleine Walburga reeds werd bemind. „Ga liever niet mede naar binnen", sprak zy gejaagd. „Ik zal het moeder wol ophel deren, waarom u my hebt thuisgebracht. Heribert liep er juist over te soezen hoe by bet zou aanleggen om de ontmoeting met mevrouw Steiner, waarop hy, niettegenstaande zyne opmerking van straks, in 't geheel niet gesteld was, zou misloopen. Thans kwam Walburga hem mooi te hulp. Zy was dan toch niet zoo „ongelooflyk naïef", als hy ge meend had. Hy had reeds gevreesd, dat zv hun gesprek aan bare moeder zou gaan ver tellen. Maar neen, de kleine had dus ook al hare geheimen! Dientengevolge werd zyn toon ook veel vertrouwelykor, toen hy afscheid namhy kuste telkens en telkens weer hare handen, die zich tevergoefs trachtten te be- vryden. Hy ried haar nu aan, voorloopig in 't geheel niet over hem te spreken; dit was misschien beter. Maar Walburga hoorde niets meer; zy had slechts een enkel verlangen: naar moeder te gaan, op haren schoot te gaan zitten en haar alles, alles te vertellen. Hot zou veel gomakkelyker gaan als Heribert er niet by stond; dit gevoelde zy. In zyne tegenwoordigheid scheen het haar tegenover hare moeder eene ongepastheid toe te worden bemind. {.Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1