N°. 10650. Vrijdag O November. A°. 1894. <geze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 8 November. LOMBOK. Feuilleton. EENE HELDIN. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: "Voor Leiden por 8 maanden. i Franco por post1 Afzonderlyko Nommors f 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTTËNï Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17|. Groole-*e letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Officieel© Hennisgevingen. Burgemeester on Wothoudera Yan Leidon; Gozien de wet van 28 Juni 1881 (Stsbl. No. 102) tot herziening van de artikelen 264, 265 en 266 der Gemeentewet Broneen tor algemeone konnis dat het lste suppletoir kohier der plaats, dir. bel., dienst 1894, in afsohrift gedurende vpf maanden op de Secretarie dor ge meente (finantieele afdeeling) voor een ieder ter lezing is liedergelegd, en dat elke aangeslagene binnen drie maan den na de uitreiking van het aanslagbiljet tegen zijnen aanslag bezwaren, bp verzoekschrift, op ongezegeld papier, aan den Gomecnteraad, kan inbrengen, tcrwyl de belanghebbende binnen dertig dagen na de mode- deeling van 'sBaada beslissing bij de Gedeputeerde Btatcn dezer provincie in beroep kan komen, wordende eohtor de verplichting tot het betalen van don aan- Blag door hot indienen van bezwaren en het instellen ▼an beroep niet opgesohort. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leidon, P. WA8, Burgemeester. 7 Nor. 1894. E. KI8T, Socretaris. In de Stadszaal had gisteravond als num mer drie van het abonnement plaats eene buitengewone voorstelling van het specialiteiten gezelschap van den heer Frits Van Haarlem. De belangstelling in deze voorstelling was, biykens de zeer goede opkomst, groot. Men had ongetwijfeld ook nu weder iets goeds van Van Haarlems gezelschap verwacht; gelukkig daarom, èn voor de bezoekers, èn voor den heer Van Haarlem en de zijnen, dat hetgeen te zien en te hooren werd gegeven er alles zins aanspraak op maken kon goed genoemd te worden, verreweg het grootste deel ten minste. Met een opwekkenden marsch en eene ouverture leiddo het orkest onder directie van den heer Van der Naaten de werkzaamheden in. Prof. Burton, prestidigitateur van onder- echeidene zeer hoog geplaatste personen, waar onder zelfs een koning en een groothertog, oogstte allereerst veel bijval met het tevoor schijn brengen van allerlei vlaggetjes en vlaggen, welke door hem met milde hand, die wonderdoende hand, werden uitgereikt; als mede bewondering met „de geheimzinnige verwisseling", als er een meisje in een koffer wordt gestopt en er een jongen uitkomt. Veel succes ook had de vlugge, kleine Louis Davids, zoowel in zijn optreden alléén als met zijn zusje Rika, d&n samen vormende een aardig paartje uit Monnikendam, op klompjes en in echt Monnikendamsch kostuum. De gebroeders Namedos solden tot veler genoegen met hunne wonderpop Jessie, terwijl mile. Emma Bertin, chanteuse lógöre, de eenige nu optredende zangeres, luide werd toegejuicht. Het Japansohe gezelschap the Royal Tycoon Troupe verrichtte in de zaal bepaald sterke toeren: een Japannees klom in een mast, door een „landsman" in balans gehouden, en gaf daar hoog-verheven het wonderlijkste te aanschouwen. De Winter, de Hollandsche karakter-komiek, had een gelukkigen avond, vooral door zijn eerste optredeD, dat voor het Leidsch publiek iets nieuws van hem te hooren gaf. Hij werd dan ook zeer toegejuicht en zelfs teruggeroe pen, zoodat hy „tevreden" kon zyn. Had hy evenwel geweten dat Zaterdag avond jl. op het koperen feest van de Leidsche afdeeling van het „Algem. Nederl. Werklieden-Verbond" on Maandag-avond door een der leden van de toonoelvereeniging „Talma" „Muis de Schutter" waren voorgedragen, hetgeen enkele dagen geleden bovendien ook reeds was geschied by de heropening van het verbouwde lokaal Ephraïni (onder den titel van „de Schuttery van Oeteldonk"), dan zou hy o. i. gisteravond ook niet nog eens met die oude „Muis" zyn aangekomen. Hy zal toch nog wel wat meer dan die „Muis" (al is het geen kleintje) in zyn ransel hebben I De groepen in brons, voorstellende episodes uit den Fransch-Duitschen oorlog, naar be roemde meesterwerken, onder leiding van mr. Silverprioce, lieten niet na, beschenen als ze werden door byzonder licht, effect teweeg te brengen. Welke schoone houdingen, welk eene mengeling van licht en schaduw en glans l Hoe kunnen menschen zóó onbe weeglijk zynHet geheel werd besloten door eene zeer toegejuichte hulde aan ons Vaderland. De heer Krembser bewoog zich op zyne stelten als een ander zonder die eindjes hout onder de voeten; hy sprong, altyd met stelten aan, zelfs beter en netter dan menig gymnast zonder stelten zou doende hoogte, waarvan by afsprong, was aanzienlijk; en hy nam den 6prong zonder te zien naar de plaats, waarop hy moest terechtkomen (doordat hy achteruitsprong). Het witte gezelschap vooral lokte uitbun dige byvalsbetuigingen uit; wolke eene vlug heid en lenigheid ontwikkelden deze menschen en wat waren ze hard I De slagen, welke op hen neerdaalden, moesten dit bewyzen. Hoe gemakkelijk werden ze van meubelen voorzien tafel en stoel verschenen geheimzinnig op hunne wenken; zelfs de maan (eerste kwar tier) had welbehagen in hen en zag vrien- deiyk(!) op hen en hunne donkere omgeving neer. Eene Japansche groep sloot op zeer een voudige, we zouden byna zeggen niet waar dige wyze het zeer goede, afwisselende geheel, dat velen weer een genoegiyken avond ver schafte. De Foyer was nu opengesteld en werd in de pauze druk bezocht. Als derde bydrage voor het diphtheritis- of heil serum hoeft dr. A. Nykamp heden morgen een postwissel, groot f 132.50, naar Utrecht gezonden. De 998te lyst van vrijwillige by dragen voor Z. H. den Paus in „De Tyd" vermeldt o. m.: „Leiden. P. Op hoop van niet te laat te komen, 10." Op de achttiende Uj6t van de zestiende jaarcollecte voor de Scholen met den By bel in „De Standaard" komen o. a. voor: Rtfns- burg met Valkenburg met eeno som van f 362; Woubrugge met Rynsaterwoude met 140 345; Oude- en Nieuwe Wotoring met Roelofarendsveen met 170. Het totaal van 450 locale comité's bedraagt ƒ65,252.235. De uitslag der stemming van een lid voor den gemeenteraad te Hillegom is als volgt Aantal kiezers 359. Uitgebracht 255, van onwaarde 20, geldig 235 stemmen. Hiervan verkregen de heeren: H. H. Van Waveren 99, Joh. Van Til Jz. 52, G. H. Van Waveren 46, B. A. Scheelings 19 en G. L. Crietóe 15 stemmen. Herstemming moet dus plaats hebben tus- schen de heeren H. H. Van Waveren (Villa Nova) en Joh. Van Til Jz. (Kom). By het bestuur van „Weldadigheid naar Vermogen", te Haarlem, is eene gift van 500 ingekomen van den heer J. K., ter gelegen heid van het 25-jarig bestaan der Deli-Maat- schappy. De directeur der weesinrichting te Neer bosch ontving, behalve veel meer andere giften, door tusschenkomst van den heer Luyks, uit Rotterdam, van eene vriendin der weezen, eene gift, groot 500, voor aankoop van aard appelen en winterprovisie voor de weezen. Aan het jaarverslag der Vereeniging van „Voorbereidend Universitair Onderwys", te Amsterdam, is het volgende ontleend: Het verslag wydt een kort. woord aan de nagedachtenis van het bestuurslid wyien den heer Van der Hoop. De schuld der Vereeniging is 9252.82 groot. Toch wordt er veel gedaan door ouders en leeraren. In de lokalen is gebrek aan plaatsruimte. De nieuwe cursus begon met 114 leerlingen. Tot directeuren der Vereeniging werden be noemd de heeren J. Van Alphen, lid der Tweede Kamer, en ds. B. Van Schelven, te Amsterdam. De ontvangsten bedroegen ƒ17,649 86, waar tegenover staat eene uitgave van /"26 902.18. Naar men wil, neemt het hoofdbestuur van po3teryen en telegraphle in ernstige overweging, de directie van de Rykspost- spaarbank van Amsterdam naar Den Haag te verplaatsen. De Nederland8che militairen, die tydens de tentoonstelling te Antwerpen aldaar waren gedetacheerd ter bewaking van de Hollandsche afdeeling, zyn gisteravond hier te lande terug gekeerd. Hun was uitgeleide gedaan aan het station te Antwerpen door een escorte Belgi sche wapenbroeders, waarbij twee officieren, en door het comité, waarvan één lid by het vertrek den soldaten dank zeide voor de wyze, waarop zy hun plicht hadden vervuld. De commissie, door het Nederlandsch landbouw-comitó in zake ontginning benoemd, bestaat uit de heeren F. B. Löhnis, inspec teur van hot landbouwonderwijs, te 's Graven- hage; J. B. Westerdyk, te 't Zandt, J. De Koning, ingenieur te Nymegen, R. Dinger, te Lunteren, J. Heidema, te Middelstum, H. J. Lovlnk, directeur van de Nederlandsche Heidemaatschappy te Wageningen, A. Ferf, socretaris van het Nederlandsch landbouw- comité, en W. A. Coolen, te Heivoort. De lykkisten van prins Hendrik en zyne eerste gemalin, prinses Amalia, in den konink- lyken grafkelder geplaatst, zyn gisteren over gebracht in nieuwe metalen kisten. Het stoomschip „General", van Durban naar Hamburg, vertrok 6 Nov. van Mozam bique; de „Soerabaia", van Rotterdam naar Java, vortrok 6 Nov. van Perim; da „Spaarn- dam" vertrok 7 Nov. van Rotterdam naar Nieuw York en was-des morgens in zee; de „Prins Alexander", van Amsterdam naar Ba tavia, passeerde 7 Nov. Ouessant; de „Prinses Amalia", van Batavia naar Amsterdam, pas seerde 7 Nov. Dungeness; de „SoembiDg" vertrok 7 Nov. van Batavia naar Rotterdam; do „Titan" arriveerde 7 Nov. van Amsterdam naar Kopenhagen; de „Java", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 6 Nov. Gibraltar; de „Obdam", van Nieuw-York naar Rotterdam, passeerde 7 Nov. Lizard. By koninkiyk besluit is benoemd tot concierge van de Gevangenpoort te 's-Graven- hage, A. J. Konings, thans tydeiyk aangesteld. De heer S. Ruitinga, arts, met ingang van 16 dezer benoemd tot off. van gez. 2de kl. by de zeemacht. Met ingang van 1 Jan. a. s. benoemd tot commies der telegraphie van de vierde klasse "W. Yan Hoboken, thans klerk der telegraphie van de tweede klasse. Omtrent Lombok bevat het Regeeringsant- woord betrekkelijk de Indische begrooting het volgende: De Minister sluit zich geheel aan by de deelnemende woorden, die in het verslag worden geuit over het verlies van zooveel dappere officieren en mindere militairen, ten gevolge van den tegenspoed, dien de expeditionnaire krijgsmacht op Lombok heeft ondervonden Doordrongen van het besef, dat doze expeditie niet kon worden vermeden, heeft hy niet geaarzeld de verantwoordeiykheid daarvan op zich te nemen. De verzekering, dat de Regee ring, ook by verschil van inzicht omtrent de noodzakelykheid der expeditie, op den een- parigen steun der volksvertegenwoordiging mag rekenen, om haar tot een gewenscht einde te brengen, wordt door hem ten hoogste gewaardeerd. De rechtmatige hulde, die in het verslag wordt gebracht aan de voortvarendheid en geestkracht, waarmede in Indiö is gehandeld, nadat de verraderiyke aanval der Baliörs de gunstige verwachtingen omtrent het verloop der expeditie had teleurgesteld, zal de Indische regeering steunen by de verdere vervulling van hare moeiiyke taak. Ter voldoening aan het verlangen der Kamer, om in afwachting van volledige inlichtingen omtrent de gebeurtenissen op Lombok, by de memorie reeds die mededeelingen te ontvan gen, welke op grond van de jongste mail berichten kunnen worden verschaft, legt de minister by de Memorie eene nota over, die, zich aansluitende aan het medegedeelde in het koloniaal verslag, een overzicht geeft van hetgeen omtrent den gang der expoditie thans by het departement van kolonién uit officiéele bronnen bekend is. De vragen omtrent Goesti G, de Djilantik vinden in die nota mede, voor zooveel mogeiyk, hare beantwoording. De meening, dat do Indische Regeering ten aanzien van het doel der expeditie op twee gedachten zou hebbon gehinkt, acht de minister ongegrond. By de beoordeoling van het in deze gevolgde beleid, mag niet uit het oog verloren worden dat de Hindoe-Baliérs het wettig gezag op Lombok vertegenwoordigden en dat het doel der expeditie niet alleen was handhaving van ons gezag als suzerein, maar ook om een einde te maken aan den onhoudbaren toestand, die in een deel van ons grondgebied heerschte en die een groot deel der aldaar wonende bevolking met ondergang bedreigde. Met de verwydering van de personeD, aan wie de minachtende houding van het zelfbestuur eu de treurige binnenlandsche toestand hoofd zakelijk te wijten waren, nameiyk den ouden radja, wiens troonsafstand, en Anak Agoeng Madé, wiens uitlevering by het ultimatum werd gevorderd zou het doel der expeditie bereikt zyn en een betere toestand worden ingeleid, waarin het bestuur zou worden ge voerd door Anak Agoeng K'toct, den door ons erkenden en den Sasaks beter gezinden troonopvolger, en waarin aan het Nederlandsch gezag zoodanige invloed op den gang van zaken zou worden verzekerd, dat de Sasak- sche bevolking niot meer onderdrukt werd. Innerlijke tegenstrydigheid kan de minister io deze denkbeelden niet vinden. Welke be8tuur6regeling thans zal moeten worden gekozen, nu door de gebeurtenissen op 25/26 Augustus de toestand geheel ver anderd is, valt, zooals ook in het Verslag wordt erkend, nog moeiiyk te bepalen. Veel zal daarbij natuuriyk ook afhangen van het geen de thans plaats vindende veelvuldiger aanrakingen met de Sasaksche bevolking omtrent den aard dier bevolking en haie onderlinge verhoudingen zullen leeren. Van de instructie van don opperbevelhebber der expeditie en van het daarin vermelde ultimatum wordt een afschrift by de Memorie overgelegd. De daarin voorkomende bepaling (art. 10), dat de opperbevelhebber in alle aangelegen heden, het politiek beleid rakende, handelt na overleg met den hem toegevoegden resi dent, kan, naar het den minister voorkomt, kwaiyk als eene belommering van de vryheid van handelen van den militairen bevelhebber worden aangemerkt. Uit onlangs ontvangen stukken is den minister gebleken, dat de Gcuverneur-Generaal zyne aandacht op de plaats goh&d hebbende indiscreties in de Indische bladen gevestigd houdt, zoodat hy vertrouwt dat ook de open baarmaking der instructie van den opper bevelhebber der expeditie op Lombok streng zal worden onderzocht on de schuldige zyne straf niet zal ontgaan. Dat de Regeeringstolegrammen omtrent de gebeurtenissen op Lombok wel eens later hier zyn aangekomen dan particuliere be richten, kan geeno verwondering baren. Do Gouverneur-Generaal toch kan eerst dan aan den minister seinon, wanneer door hem stellige en juiste berichten ontvangen zyn, en de langere en uitvoeriger Rogeeringsbo- richten (dikwerf vele eigennamen bevattende) loopen meer kans dat zy onderweg door seh:- fouten, die van kantoor tot kantoor (er zijn van Batavia tot 's-Gravenhage minstens 12 kantoren van overneming) hersteld moeten 28) In den eereten tyd na het belangrijk ge sprek bi) de stadspoort kwam Walburga Heribert Van Holten volstrekt niet weer tegenzy begon er al over te denken of zij hem misschien boloedigd had en welk een gezicht hjj wel zetten zou, ale z() elkander voor het eerst weder tegenkwamen. Haar toen zy elkander weer voor het eerst tegenkwamen, zette Heribert in het geheel geen .gezicht"; hy groetto koel en stapte ornstig voort. Walburga nam hem dit bepaald kwalyk. Hy had haar zeer geschikt een paar beleefde woorden kunnen toevoegon, vond zy. Na eene tamelyk lange tusschenpoos bracht Heribert weer een bezoek by de Steiners. Evenals den eereton keer kwam hy 's mid* dage op het koffieuur. Hy gedroeg zich zeer beleefd en afgemeten en bepaaldo zich in hoofdzaak tot het spreken met dr. Steiner over punten, waarin deze belangstelde. Van Walburga nam hy byna geene notitie. Alleen zag hy haar eventjes aan en bedankte zeer beleefd, toen zy hem koffie aanbood. Een spotachtig lachje plooide hare lippen maar haar kinderlyk hart was toch diep ge kwetst en de boleedigde ydelheid kleurde haar gelaat met een gloeienden blos. Evenwel veel tyd om over hare grieven te denken, bleef haar niet over, want binnen enkele dagen verscheen de zorg als gast in het gezin. Dr. Steiner gevoelde zich zoo ziek, dat men den geneesheer moest laten halen. Dokter Hillermann, een reeds bejaard heer, die met een voortdurenden geruststellenden glimlach zyne patiënten placht te bezooken, schudde nadenkend zyn wit hoofd en José- phine vriendelyk in de oogen ziende, begon hy „Eene badkuur naar Kissingen zal be- zwaarlyk te vermyden zyn. Maar als wy braaf voorzichtig zyn, dan komen wy gezond en met vernieuwden arbeidslust terug." Toen hy den treurigen trek op het gelaat der altyd bedaarde mevrouw Steiner opmerkte, klopte hy haar vaderlyk op den schouder, eone beweging, waarvoor de kleine dokter zich moest opheffen, en voegde er nog by: .Niet den moed verliezen, mevrouwtjoI Het gaat meest altyd oneindig veel beter dan wy hadden gedacht. Dit heeft de oude Hillermann reeds zoo vaak bygewoond. Courage 1" Dus vertrok Steiner naar Kissingen. Men was reeds in de tweede helft der vacantie en hy moest een verlengd verlof aanvragen en een plaatsvervanger betalen. Aan dit een en ander ging de som, die men in den laatsten tyd gewoon was over te leggen, vrywel op. Walburga vergezelde haren vader naar het station. Het was een prachtig schoone zomer avond; Steiner wilde den nacht doorreizen tot bezuiniging van tyd en geld. Nog op het station maakte hy er zich ongerust over, hoe zyne dochter thuis zou komen, en hy had er in stilte spyt van, te hobben toegestaan, dat zy hem wegbracht. .Komaan, vader, bekommer u daar niet over. Ik loop naar de markt en ryd verder met de tram tot byna voor onze huisdeur." Hare oogen werden vochtig, toen zy den armen man, met dat magere, ziekelyk bleeke gelaat, aanzag, die baar nog uit het raam van don coupé vaarwel toeknikte. Langzaam van het station in de richting naar de stad wan delende, zeide zy in Btilte, recht vertrouweiyk „Nietwaar, goede Qod, Gy zult myn armen vader weer gezond laten worden?" Het was inmiddels donker geworden en Walburga vond zulk eene avondwandeling zeer vermakelyk. Zy bleef een poosje op de brug staan, die over de rivier gelegd was en de stad met het station vereenigde. Zy zag eens in het traag stroomende water; monsterde de reeks van gaslichten ter weerszyden van de kade en liet de menschen en rytuigen als een ongevaarlyk tooneel langs haar voorby. gaan. Zachtkens-aan drentelde zy de berg- straat, die naar de markt leidde, op en, ja waarlyk, nu was de tram, die zy best had kunnen halen, als zy een weinig meer spoed had gemaakt, heusch vertrokken. .Moeder heeft wel geiyk; ik kan soms erg treuzelen", zeide zy by zichzelve en wandelde nu dapper over het marktplein heen en weer. Zy zou op de volgende tram moeten wachten. De halve maan stond hoog aan den hemel; Walburga keek, tegen de borstwering van den steenen waterput geleund, en luisterde gedachteloos naar het sypelen van het water, dat in dunne straaltjes van de steenen trap pen in den put afliep. De maneschyn viel op de verglaasde baksteenen van den Btadhuls- muur. Het groote gebouw nam een geheelen hoek van het plein in en aan zyn dakgevel verhieven zich eon paar spitse torentjes. In de kleine glasruiten der vensters bad de maan een aantal zilveren lichtjes ontstoken, zoodat do ramen er byna als blankgeschuurde metalen platen uitzagen. Achter de ry huizen, die zich aan het stadhuis aansloten, verrezen de dub bele torens der kerk op den achtergrondhet scheen, van bier gezien, byna alsof zy zich achterover wilden buigen. De hooge, spitse, koperen daken van die kolossale vierkante torens glinsterden rood in het bleeke maan licht. Walburga slaakte een diepen zucht. Allerlei mooie verhalen, welke zy gelezen had, schoten haar te binnen en zy peinsde er over op hoeveel gebeurtenissen in de stad die trotsche muren wel zouden hebben neer gezien. Alleen zy, de arme Walburga, zou nimmer iets zeer belangryks, iets grootsch of schoons mogen beleven, zelfs al moest bet dan ook met leed en tranen eindigen; zy moest maar voor en na, eeuwigdurend, daar buiten onder den molen zitten, raar het suizen en loeien van den wind luisteren en slechte opstellen vol fouten maken. Zy zuchtte nog eens, met een onbewust verlangen naar eone gebeurtenis vervuld, in den lauwwaimen zomernacht, die een afmat- tenden invloed op haar uitoefende. „Goeden avond, juffrouw Walburga", zeide iemand zacht vlak naast baar. Het was Heri bert Van Holten 1 Zy stiet een Hauwen kreet uit en werd zeer bleek. Hy stond mot een vrooiyken, zegevierenden lach tegenover haar. „U hebt uw vader naar het station ge bracht", begon hy. „Weet u dan? „Altyd alles wat u doet", luidde zyn ant woord, zoo bedaard alsof bet vanzelf sprak, dat dit zoo was. Walburga beefde. Hare trouwhartige zorg loosheid had baar begevenzy wist niet wat zy doen, hoe zy zich houden moest 1 „Wat moet ik zeggen? Wat moet ik toen beginnen?" vroeg zy zich half wanhopig af; en opeens zeide zy: „Zoo aanstonds komt myne tram." Hy begon te lachen. „Maar u zult my toch wel willon verooi- loven u thuis te brengen? Het is zulk een heerlyke avond." „Neen, dan kom ik veel te laat thuis." .Dan zullen wy een rytuig nemen"', zeide hy. Walburga zuchtte. Uit ryden gaan was een van hare grootste genoegens, dat zy holaas maar al te zelden genoot. „Volstrekt niet", zeide zy; „ik hoor de schel daar komt de tram adieu!" Hy vatte hare hand en hiold deze stevig vast. „Mejuffrouw Walburga", sprak hy op ern- stigen toon, „ik laat u niet alleen naar huis gaan en ik eisch van u het verlof u te mogen vergezellen. Ik heb u iets zeer bo- langrykB te zeggen. Ik moet noodzakelyk met u sprekenik m o e 11" {Wordt vetvolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 1