N°. 10650.
Vrijdag O November.
A°. 1894.
<geze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 8 November.
LOMBOK.
Feuilleton.
EENE HELDIN.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
"Voor Leiden por 8 maanden. i
Franco por post1
Afzonderlyko Nommors
f 1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTTËNï
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17|. Groole-*e
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Officieel© Hennisgevingen.
Burgemeester on Wothoudera Yan Leidon;
Gozien de wet van 28 Juni 1881 (Stsbl. No. 102)
tot herziening van de artikelen 264, 265 en 266 der
Gemeentewet
Broneen tor algemeone konnis dat het lste suppletoir
kohier der plaats, dir. bel., dienst 1894, in afsohrift
gedurende vpf maanden op de Secretarie dor ge
meente (finantieele afdeeling) voor een ieder ter lezing is
liedergelegd, en dat elke aangeslagene binnen drie maan
den na de uitreiking van het aanslagbiljet tegen zijnen
aanslag bezwaren, bp verzoekschrift, op ongezegeld
papier, aan den Gomecnteraad, kan inbrengen, tcrwyl
de belanghebbende binnen dertig dagen na de mode-
deeling van 'sBaada beslissing bij de Gedeputeerde
Btatcn dezer provincie in beroep kan komen, wordende
eohtor de verplichting tot het betalen van don aan-
Blag door hot indienen van bezwaren en het instellen
▼an beroep niet opgesohort.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leidon, P. WA8, Burgemeester.
7 Nor. 1894. E. KI8T, Socretaris.
In de Stadszaal had gisteravond als num
mer drie van het abonnement plaats eene
buitengewone voorstelling van het specialiteiten
gezelschap van den heer Frits Van Haarlem.
De belangstelling in deze voorstelling was,
biykens de zeer goede opkomst, groot. Men
had ongetwijfeld ook nu weder iets goeds van
Van Haarlems gezelschap verwacht; gelukkig
daarom, èn voor de bezoekers, èn voor den
heer Van Haarlem en de zijnen, dat hetgeen
te zien en te hooren werd gegeven er alles
zins aanspraak op maken kon goed genoemd
te worden, verreweg het grootste deel ten
minste.
Met een opwekkenden marsch en eene
ouverture leiddo het orkest onder directie van
den heer Van der Naaten de werkzaamheden in.
Prof. Burton, prestidigitateur van onder-
echeidene zeer hoog geplaatste personen, waar
onder zelfs een koning en een groothertog,
oogstte allereerst veel bijval met het tevoor
schijn brengen van allerlei vlaggetjes en
vlaggen, welke door hem met milde hand, die
wonderdoende hand, werden uitgereikt; als
mede bewondering met „de geheimzinnige
verwisseling", als er een meisje in een koffer
wordt gestopt en er een jongen uitkomt.
Veel succes ook had de vlugge, kleine Louis
Davids, zoowel in zijn optreden alléén als
met zijn zusje Rika, d&n samen vormende een
aardig paartje uit Monnikendam, op klompjes
en in echt Monnikendamsch kostuum.
De gebroeders Namedos solden tot veler
genoegen met hunne wonderpop Jessie, terwijl
mile. Emma Bertin, chanteuse lógöre, de
eenige nu optredende zangeres, luide werd
toegejuicht. Het Japansohe gezelschap the
Royal Tycoon Troupe verrichtte in de zaal
bepaald sterke toeren: een Japannees klom
in een mast, door een „landsman" in balans
gehouden, en gaf daar hoog-verheven het
wonderlijkste te aanschouwen.
De Winter, de Hollandsche karakter-komiek,
had een gelukkigen avond, vooral door zijn
eerste optredeD, dat voor het Leidsch publiek
iets nieuws van hem te hooren gaf. Hij werd
dan ook zeer toegejuicht en zelfs teruggeroe
pen, zoodat hy „tevreden" kon zyn. Had hy
evenwel geweten dat Zaterdag avond jl. op
het koperen feest van de Leidsche afdeeling
van het „Algem. Nederl. Werklieden-Verbond"
on Maandag-avond door een der leden van de
toonoelvereeniging „Talma" „Muis de Schutter"
waren voorgedragen, hetgeen enkele dagen
geleden bovendien ook reeds was geschied by
de heropening van het verbouwde lokaal
Ephraïni (onder den titel van „de Schuttery
van Oeteldonk"), dan zou hy o. i. gisteravond
ook niet nog eens met die oude „Muis" zyn
aangekomen. Hy zal toch nog wel wat meer
dan die „Muis" (al is het geen kleintje) in
zyn ransel hebben I
De groepen in brons, voorstellende episodes
uit den Fransch-Duitschen oorlog, naar be
roemde meesterwerken, onder leiding van
mr. Silverprioce, lieten niet na, beschenen
als ze werden door byzonder licht, effect
teweeg te brengen. Welke schoone houdingen,
welk eene mengeling van licht en schaduw
en glans l Hoe kunnen menschen zóó onbe
weeglijk zynHet geheel werd besloten door
eene zeer toegejuichte hulde aan ons Vaderland.
De heer Krembser bewoog zich op zyne
stelten als een ander zonder die eindjes hout
onder de voeten; hy sprong, altyd met stelten
aan, zelfs beter en netter dan menig gymnast
zonder stelten zou doende hoogte, waarvan
by afsprong, was aanzienlijk; en hy nam
den 6prong zonder te zien naar de plaats,
waarop hy moest terechtkomen (doordat hy
achteruitsprong).
Het witte gezelschap vooral lokte uitbun
dige byvalsbetuigingen uit; wolke eene vlug
heid en lenigheid ontwikkelden deze menschen
en wat waren ze hard I De slagen, welke
op hen neerdaalden, moesten dit bewyzen. Hoe
gemakkelijk werden ze van meubelen voorzien
tafel en stoel verschenen geheimzinnig op
hunne wenken; zelfs de maan (eerste kwar
tier) had welbehagen in hen en zag vrien-
deiyk(!) op hen en hunne donkere omgeving
neer.
Eene Japansche groep sloot op zeer een
voudige, we zouden byna zeggen niet waar
dige wyze het zeer goede, afwisselende geheel,
dat velen weer een genoegiyken avond ver
schafte.
De Foyer was nu opengesteld en werd in
de pauze druk bezocht.
Als derde bydrage voor het diphtheritis-
of heil serum hoeft dr. A. Nykamp heden
morgen een postwissel, groot f 132.50, naar
Utrecht gezonden.
De 998te lyst van vrijwillige by dragen
voor Z. H. den Paus in „De Tyd" vermeldt
o. m.: „Leiden. P. Op hoop van niet te laat
te komen, 10."
Op de achttiende Uj6t van de zestiende
jaarcollecte voor de Scholen met den By bel
in „De Standaard" komen o. a. voor: Rtfns-
burg met Valkenburg met eeno som van
f 362; Woubrugge met Rynsaterwoude met
140 345; Oude- en Nieuwe Wotoring met
Roelofarendsveen met 170. Het totaal van
450 locale comité's bedraagt ƒ65,252.235.
De uitslag der stemming van een lid
voor den gemeenteraad te Hillegom is als
volgt
Aantal kiezers 359. Uitgebracht 255, van
onwaarde 20, geldig 235 stemmen.
Hiervan verkregen de heeren: H. H. Van
Waveren 99, Joh. Van Til Jz. 52, G. H. Van
Waveren 46, B. A. Scheelings 19 en G. L.
Crietóe 15 stemmen.
Herstemming moet dus plaats hebben tus-
schen de heeren H. H. Van Waveren (Villa
Nova) en Joh. Van Til Jz. (Kom).
By het bestuur van „Weldadigheid naar
Vermogen", te Haarlem, is eene gift van 500
ingekomen van den heer J. K., ter gelegen
heid van het 25-jarig bestaan der Deli-Maat-
schappy.
De directeur der weesinrichting te Neer
bosch ontving, behalve veel meer andere giften,
door tusschenkomst van den heer Luyks, uit
Rotterdam, van eene vriendin der weezen,
eene gift, groot 500, voor aankoop van aard
appelen en winterprovisie voor de weezen.
Aan het jaarverslag der Vereeniging van
„Voorbereidend Universitair Onderwys", te
Amsterdam, is het volgende ontleend:
Het verslag wydt een kort. woord aan de
nagedachtenis van het bestuurslid wyien den
heer Van der Hoop.
De schuld der Vereeniging is 9252.82
groot.
Toch wordt er veel gedaan door ouders en
leeraren.
In de lokalen is gebrek aan plaatsruimte.
De nieuwe cursus begon met 114 leerlingen.
Tot directeuren der Vereeniging werden be
noemd de heeren J. Van Alphen, lid der Tweede
Kamer, en ds. B. Van Schelven, te Amsterdam.
De ontvangsten bedroegen ƒ17,649 86, waar
tegenover staat eene uitgave van /"26 902.18.
Naar men wil, neemt het hoofdbestuur
van po3teryen en telegraphle in ernstige
overweging, de directie van de Rykspost-
spaarbank van Amsterdam naar Den Haag
te verplaatsen.
De Nederland8che militairen, die tydens
de tentoonstelling te Antwerpen aldaar waren
gedetacheerd ter bewaking van de Hollandsche
afdeeling, zyn gisteravond hier te lande terug
gekeerd. Hun was uitgeleide gedaan aan het
station te Antwerpen door een escorte Belgi
sche wapenbroeders, waarbij twee officieren,
en door het comité, waarvan één lid by het
vertrek den soldaten dank zeide voor de wyze,
waarop zy hun plicht hadden vervuld.
De commissie, door het Nederlandsch
landbouw-comitó in zake ontginning benoemd,
bestaat uit de heeren F. B. Löhnis, inspec
teur van hot landbouwonderwijs, te 's Graven-
hage; J. B. Westerdyk, te 't Zandt, J. De
Koning, ingenieur te Nymegen, R. Dinger,
te Lunteren, J. Heidema, te Middelstum, H.
J. Lovlnk, directeur van de Nederlandsche
Heidemaatschappy te Wageningen, A. Ferf,
socretaris van het Nederlandsch landbouw-
comité, en W. A. Coolen, te Heivoort.
De lykkisten van prins Hendrik en zyne
eerste gemalin, prinses Amalia, in den konink-
lyken grafkelder geplaatst, zyn gisteren over
gebracht in nieuwe metalen kisten.
Het stoomschip „General", van Durban
naar Hamburg, vertrok 6 Nov. van Mozam
bique; de „Soerabaia", van Rotterdam naar
Java, vortrok 6 Nov. van Perim; da „Spaarn-
dam" vertrok 7 Nov. van Rotterdam naar
Nieuw York en was-des morgens in zee; de
„Prins Alexander", van Amsterdam naar Ba
tavia, passeerde 7 Nov. Ouessant; de „Prinses
Amalia", van Batavia naar Amsterdam, pas
seerde 7 Nov. Dungeness; de „SoembiDg"
vertrok 7 Nov. van Batavia naar Rotterdam;
do „Titan" arriveerde 7 Nov. van Amsterdam
naar Kopenhagen; de „Java", van Amsterdam
naar Batavia, passeerde 6 Nov. Gibraltar; de
„Obdam", van Nieuw-York naar Rotterdam,
passeerde 7 Nov. Lizard.
By koninkiyk besluit is benoemd tot
concierge van de Gevangenpoort te 's-Graven-
hage, A. J. Konings, thans tydeiyk aangesteld.
De heer S. Ruitinga, arts, met ingang van
16 dezer benoemd tot off. van gez. 2de kl.
by de zeemacht.
Met ingang van 1 Jan. a. s. benoemd tot
commies der telegraphie van de vierde klasse
"W. Yan Hoboken, thans klerk der telegraphie
van de tweede klasse.
Omtrent Lombok bevat het Regeeringsant-
woord betrekkelijk de Indische begrooting
het volgende:
De Minister sluit zich geheel aan by de
deelnemende woorden, die in het verslag worden
geuit over het verlies van zooveel dappere
officieren en mindere militairen, ten gevolge
van den tegenspoed, dien de expeditionnaire
krijgsmacht op Lombok heeft ondervonden
Doordrongen van het besef, dat doze expeditie
niet kon worden vermeden, heeft hy niet
geaarzeld de verantwoordeiykheid daarvan op
zich te nemen. De verzekering, dat de Regee
ring, ook by verschil van inzicht omtrent de
noodzakelykheid der expeditie, op den een-
parigen steun der volksvertegenwoordiging
mag rekenen, om haar tot een gewenscht
einde te brengen, wordt door hem ten hoogste
gewaardeerd.
De rechtmatige hulde, die in het verslag
wordt gebracht aan de voortvarendheid en
geestkracht, waarmede in Indiö is gehandeld,
nadat de verraderiyke aanval der Baliörs de
gunstige verwachtingen omtrent het verloop
der expeditie had teleurgesteld, zal de Indische
regeering steunen by de verdere vervulling
van hare moeiiyke taak.
Ter voldoening aan het verlangen der Kamer,
om in afwachting van volledige inlichtingen
omtrent de gebeurtenissen op Lombok, by de
memorie reeds die mededeelingen te ontvan
gen, welke op grond van de jongste mail
berichten kunnen worden verschaft, legt de
minister by de Memorie eene nota over, die,
zich aansluitende aan het medegedeelde in
het koloniaal verslag, een overzicht geeft van
hetgeen omtrent den gang der expoditie thans
by het departement van kolonién uit officiéele
bronnen bekend is. De vragen omtrent Goesti
G, de Djilantik vinden in die nota mede, voor
zooveel mogeiyk, hare beantwoording.
De meening, dat do Indische Regeering ten
aanzien van het doel der expeditie op twee
gedachten zou hebbon gehinkt, acht de minister
ongegrond.
By de beoordeoling van het in deze gevolgde
beleid, mag niet uit het oog verloren worden
dat de Hindoe-Baliérs het wettig gezag op
Lombok vertegenwoordigden en dat het doel
der expeditie niet alleen was handhaving van
ons gezag als suzerein, maar ook om een
einde te maken aan den onhoudbaren toestand,
die in een deel van ons grondgebied heerschte
en die een groot deel der aldaar wonende
bevolking met ondergang bedreigde. Met de
verwydering van de personeD, aan wie de
minachtende houding van het zelfbestuur eu
de treurige binnenlandsche toestand hoofd
zakelijk te wijten waren, nameiyk den ouden
radja, wiens troonsafstand, en Anak Agoeng
Madé, wiens uitlevering by het ultimatum
werd gevorderd zou het doel der expeditie
bereikt zyn en een betere toestand worden
ingeleid, waarin het bestuur zou worden ge
voerd door Anak Agoeng K'toct, den door
ons erkenden en den Sasaks beter gezinden
troonopvolger, en waarin aan het Nederlandsch
gezag zoodanige invloed op den gang van
zaken zou worden verzekerd, dat de Sasak-
sche bevolking niot meer onderdrukt werd.
Innerlijke tegenstrydigheid kan de minister io
deze denkbeelden niet vinden.
Welke be8tuur6regeling thans zal moeten
worden gekozen, nu door de gebeurtenissen
op 25/26 Augustus de toestand geheel ver
anderd is, valt, zooals ook in het Verslag
wordt erkend, nog moeiiyk te bepalen. Veel
zal daarbij natuuriyk ook afhangen van het
geen de thans plaats vindende veelvuldiger
aanrakingen met de Sasaksche bevolking
omtrent den aard dier bevolking en haie
onderlinge verhoudingen zullen leeren.
Van de instructie van don opperbevelhebber
der expeditie en van het daarin vermelde
ultimatum wordt een afschrift by de Memorie
overgelegd.
De daarin voorkomende bepaling (art. 10),
dat de opperbevelhebber in alle aangelegen
heden, het politiek beleid rakende, handelt
na overleg met den hem toegevoegden resi
dent, kan, naar het den minister voorkomt,
kwaiyk als eene belommering van de vryheid
van handelen van den militairen bevelhebber
worden aangemerkt.
Uit onlangs ontvangen stukken is den
minister gebleken, dat de Gcuverneur-Generaal
zyne aandacht op de plaats goh&d hebbende
indiscreties in de Indische bladen gevestigd
houdt, zoodat hy vertrouwt dat ook de open
baarmaking der instructie van den opper
bevelhebber der expeditie op Lombok streng
zal worden onderzocht on de schuldige zyne
straf niet zal ontgaan.
Dat de Regeeringstolegrammen omtrent de
gebeurtenissen op Lombok wel eens later
hier zyn aangekomen dan particuliere be
richten, kan geeno verwondering baren. Do
Gouverneur-Generaal toch kan eerst dan aan
den minister seinon, wanneer door hem
stellige en juiste berichten ontvangen zyn,
en de langere en uitvoeriger Rogeeringsbo-
richten (dikwerf vele eigennamen bevattende)
loopen meer kans dat zy onderweg door seh:-
fouten, die van kantoor tot kantoor (er zijn
van Batavia tot 's-Gravenhage minstens 12
kantoren van overneming) hersteld moeten
28)
In den eereten tyd na het belangrijk ge
sprek bi) de stadspoort kwam Walburga
Heribert Van Holten volstrekt niet weer
tegenzy begon er al over te denken of zij
hem misschien boloedigd had en welk een
gezicht hjj wel zetten zou, ale z() elkander
voor het eerst weder tegenkwamen.
Haar toen zy elkander weer voor het eerst
tegenkwamen, zette Heribert in het geheel
geen .gezicht"; hy groetto koel en stapte
ornstig voort. Walburga nam hem dit bepaald
kwalyk. Hy had haar zeer geschikt een paar
beleefde woorden kunnen toevoegon, vond zy.
Na eene tamelyk lange tusschenpoos bracht
Heribert weer een bezoek by de Steiners.
Evenals den eereton keer kwam hy 's mid*
dage op het koffieuur. Hy gedroeg zich zeer
beleefd en afgemeten en bepaaldo zich in
hoofdzaak tot het spreken met dr. Steiner
over punten, waarin deze belangstelde. Van
Walburga nam hy byna geene notitie. Alleen
zag hy haar eventjes aan en bedankte zeer
beleefd, toen zy hem koffie aanbood.
Een spotachtig lachje plooide hare lippen
maar haar kinderlyk hart was toch diep ge
kwetst en de boleedigde ydelheid kleurde
haar gelaat met een gloeienden blos. Evenwel
veel tyd om over hare grieven te denken,
bleef haar niet over, want binnen enkele
dagen verscheen de zorg als gast in het gezin.
Dr. Steiner gevoelde zich zoo ziek, dat men
den geneesheer moest laten halen.
Dokter Hillermann, een reeds bejaard heer,
die met een voortdurenden geruststellenden
glimlach zyne patiënten placht te bezooken,
schudde nadenkend zyn wit hoofd en José-
phine vriendelyk in de oogen ziende, begon hy
„Eene badkuur naar Kissingen zal be-
zwaarlyk te vermyden zyn. Maar als wy
braaf voorzichtig zyn, dan komen wy gezond
en met vernieuwden arbeidslust terug."
Toen hy den treurigen trek op het gelaat
der altyd bedaarde mevrouw Steiner opmerkte,
klopte hy haar vaderlyk op den schouder,
eone beweging, waarvoor de kleine dokter
zich moest opheffen, en voegde er nog by:
.Niet den moed verliezen, mevrouwtjoI Het
gaat meest altyd oneindig veel beter dan wy
hadden gedacht. Dit heeft de oude Hillermann
reeds zoo vaak bygewoond. Courage 1"
Dus vertrok Steiner naar Kissingen. Men
was reeds in de tweede helft der vacantie en
hy moest een verlengd verlof aanvragen en
een plaatsvervanger betalen. Aan dit een en
ander ging de som, die men in den laatsten
tyd gewoon was over te leggen, vrywel op.
Walburga vergezelde haren vader naar het
station. Het was een prachtig schoone zomer
avond; Steiner wilde den nacht doorreizen
tot bezuiniging van tyd en geld. Nog op het
station maakte hy er zich ongerust over, hoe
zyne dochter thuis zou komen, en hy had er in
stilte spyt van, te hobben toegestaan, dat zy
hem wegbracht.
.Komaan, vader, bekommer u daar niet
over. Ik loop naar de markt en ryd verder
met de tram tot byna voor onze huisdeur."
Hare oogen werden vochtig, toen zy den
armen man, met dat magere, ziekelyk bleeke
gelaat, aanzag, die baar nog uit het raam van
don coupé vaarwel toeknikte. Langzaam van
het station in de richting naar de stad wan
delende, zeide zy in Btilte, recht vertrouweiyk
„Nietwaar, goede Qod, Gy zult myn armen
vader weer gezond laten worden?"
Het was inmiddels donker geworden en
Walburga vond zulk eene avondwandeling
zeer vermakelyk. Zy bleef een poosje op de
brug staan, die over de rivier gelegd was en
de stad met het station vereenigde. Zy zag eens
in het traag stroomende water; monsterde
de reeks van gaslichten ter weerszyden van
de kade en liet de menschen en rytuigen als
een ongevaarlyk tooneel langs haar voorby.
gaan. Zachtkens-aan drentelde zy de berg-
straat, die naar de markt leidde, op en, ja
waarlyk, nu was de tram, die zy best had
kunnen halen, als zy een weinig meer spoed
had gemaakt, heusch vertrokken.
.Moeder heeft wel geiyk; ik kan soms erg
treuzelen", zeide zy by zichzelve en wandelde
nu dapper over het marktplein heen en weer.
Zy zou op de volgende tram moeten wachten.
De halve maan stond hoog aan den hemel;
Walburga keek, tegen de borstwering van
den steenen waterput geleund, en luisterde
gedachteloos naar het sypelen van het water,
dat in dunne straaltjes van de steenen trap
pen in den put afliep. De maneschyn viel op
de verglaasde baksteenen van den Btadhuls-
muur. Het groote gebouw nam een geheelen
hoek van het plein in en aan zyn dakgevel
verhieven zich eon paar spitse torentjes. In de
kleine glasruiten der vensters bad de maan
een aantal zilveren lichtjes ontstoken, zoodat
do ramen er byna als blankgeschuurde metalen
platen uitzagen. Achter de ry huizen, die zich
aan het stadhuis aansloten, verrezen de dub
bele torens der kerk op den achtergrondhet
scheen, van bier gezien, byna alsof zy zich
achterover wilden buigen. De hooge, spitse,
koperen daken van die kolossale vierkante
torens glinsterden rood in het bleeke maan
licht. Walburga slaakte een diepen zucht.
Allerlei mooie verhalen, welke zy gelezen
had, schoten haar te binnen en zy peinsde
er over op hoeveel gebeurtenissen in de stad
die trotsche muren wel zouden hebben neer
gezien. Alleen zy, de arme Walburga, zou
nimmer iets zeer belangryks, iets grootsch
of schoons mogen beleven, zelfs al moest bet
dan ook met leed en tranen eindigen; zy
moest maar voor en na, eeuwigdurend, daar
buiten onder den molen zitten, raar het
suizen en loeien van den wind luisteren en
slechte opstellen vol fouten maken.
Zy zuchtte nog eens, met een onbewust
verlangen naar eone gebeurtenis vervuld, in
den lauwwaimen zomernacht, die een afmat-
tenden invloed op haar uitoefende.
„Goeden avond, juffrouw Walburga", zeide
iemand zacht vlak naast baar. Het was Heri
bert Van Holten 1 Zy stiet een Hauwen kreet
uit en werd zeer bleek.
Hy stond mot een vrooiyken, zegevierenden
lach tegenover haar.
„U hebt uw vader naar het station ge
bracht", begon hy.
„Weet u dan?
„Altyd alles wat u doet", luidde zyn ant
woord, zoo bedaard alsof bet vanzelf sprak,
dat dit zoo was.
Walburga beefde. Hare trouwhartige zorg
loosheid had baar begevenzy wist niet wat
zy doen, hoe zy zich houden moest 1
„Wat moet ik zeggen? Wat moet ik toen
beginnen?" vroeg zy zich half wanhopig af;
en opeens zeide zy:
„Zoo aanstonds komt myne tram."
Hy begon te lachen.
„Maar u zult my toch wel willon verooi-
loven u thuis te brengen? Het is zulk een
heerlyke avond."
„Neen, dan kom ik veel te laat thuis."
.Dan zullen wy een rytuig nemen"',
zeide hy.
Walburga zuchtte. Uit ryden gaan was een
van hare grootste genoegens, dat zy holaas
maar al te zelden genoot.
„Volstrekt niet", zeide zy; „ik hoor de
schel daar komt de tram adieu!"
Hy vatte hare hand en hiold deze
stevig vast.
„Mejuffrouw Walburga", sprak hy op ern-
stigen toon, „ik laat u niet alleen naar huis
gaan en ik eisch van u het verlof u te
mogen vergezellen. Ik heb u iets zeer bo-
langrykB te zeggen. Ik moet noodzakelyk
met u sprekenik m o e 11"
{Wordt vetvolgd.)