N°. 10546.
Maandag 5 November.
A*. 1894.
i(jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit DRIE
Bladen.
Derde Blad.
Leiden, 3 November.
LOKBÖK.
Feuilleton.
EENE HELDIN.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRUS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. i_. ƒ1.10.
Franco per post, 1*0.
Afzonderlijke Nommera 0.05.
PRIJS DER AD VERTENTIËN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Na overleg met de commissie van fabricage,
geven B. en Ws. in overweging aan den heer
J. Coster tot wederopzeggen8 vergunning te
verleenen, ora eene loozing te leggen tot af
voer van het water uit den spoelbak van zfln
perceel Morschstraat No. 60 naar het kolk-
riool, onder voorwaarde:
lo. dat de leiding gemaakt wordt van ver
glaasde Engelsche aarden buizen of gegoten
yzeren buizen, minstens wyd 16 centimeters,
en dat de loozing binnen het gebouw voor
zien wordt van een yzeren kolkje metstank-
scherm;
2o. dat de werkzaamheden aan de be
strating komen voor rekening van adressant
en dat de aansluiting der buizen aan het
riool en het geheele werk ten genoegen van
Burg. en "Weths. wordt verricht;
So. dat adressant aan den gemeente-architect
schriftelijk kennis geeft van het tijdstip, waarop
het werk wordt aangevangen;
4o. dat de vergunning vervalt, wanneer
niet binnen drie maanden daarvan gebruik
wordt gemaakt;
6o. dat eene jaarlyksche recognitie wordt
betaald van f 1.50.
Ook geven B. en Ws. in overweging aan
J. P. Commelin en Co., te 's-Gravenhage, tot
wederopzeggens vergunning te verleenen om
van het perceel Kloksteeg No. 11 eeno loozing
te leggen voor afvoer van vuil water naar
het gemeenteriool, onder de aangegeven voor
waarden.
Naar aanleiding van een desbetreffend ver
zoek van den heer P. J. Van Venetie, deelen
z(j verder mede dat evenmin bezwaar bestaat
tegen de opruiming van de drie boomen,
staande voor het perceel Uiterstegracht No. 12,
vermits er langs die gracht verder geen boomen
staan en de opruiming daarvan geen mis
stand zal veroorzaken.
Zy geven mitsdien in overweging tot het
doen rooien en verkoopen van do bedoelde
boomen te besluiten.
Onder overlegging van de betrekkelijke
stukken, geven B. en Ws. den gemeenteraad
In overweging aan dr. L. Van Elfrinkhof over
eenkomstig diens verzoek eervol ontslag te
verleenen als leeraar in de wiskunde aan de
Hoogere Burgerschool voor Jongens, gerekend
te zyn ingegaan met 1 November jl.
Blflkens bericht van de Commissie van
Toezicht zijn reeds, vermits aan genoemden
leeraar een verlof is verleend, de noodige
maatregelen genomen, om in den geregelden
gang van het onderwijs te voorzien.
De heer Van Elfrinkhof gaf les in de lste
tot de 4de klasse. De vroegere leeraar dr. A. W.
Kroon heeft de welwillendheid gehad, de lessen
in de 3de en 4de klasse nog eens weder op
zich te nemen.
In de laagste twee klassen zullen eenige
andere leeraren de 12 uren onder elkander
verdoelen; waarschijnlijk zal deze tijd geheel
aan wiskunde besteed kunnen worden.
B. en Ws. achten het billijk dat de leeraren,
die aldus door hunne hulpvaardigheid den
geregelden gang van het onderwijs in do lste
en 2de klasse verzekeren, hiervoor eene toe
lage ontvangen, berekond tegen f 100 per
jaar voor elk wekelijksch lesuur.
Zij geven mitsdien in overweging hun te
machtigen de voorgestelde toelagen te zijner
tijd uit te keeren, zijnde de noodige gelden op
den betrekkelyken begrootingspost beschikbaar.
Het adres van den heer Van Elfrinkhof,
dd. 20 Oct., luidt aldus:
„Geeft te kennen de ondergeteekende, dr.
Lambertus Van Elfrinkhof, leeraar aan de
Hoogere Burgerschool alhier, dat hij door de
omstandigheden zich genoopt voelt, eervol ont
slag te vragen uit genoomde betrekking en
wel met ingang van 1 November aanstaande
of zoo spoedig mogelijk daarna".
Bij den gemeenteraad is door B. en Ws.
ingediend een voorstel tot wijziging van de
Verordening van 25 October 1888 op do ver
deeling der gemeente Leiden in Buurten en
Wijken, enz. (Gem.blad N°. 7 van 1888), waar
mede de Commissie voor de Huishoudelijke
Verordeningen zich, blijkens het overgelegd
rapport, vereenigt.
Met het oog op don omvang der werkzaam
heden, komt het B. en Ws. gewenscht voor
die bezoldiging voor ieder der 3 Buurtcom-
missaris8en te verhoogen met f 50 en die ver
hooging te doen ingaan met 1 Januari 1894.
De Buurtcommissarissen genieten dan eene
vaste bezoldiging, welke wordt bepaald: Voor
buurt I op f 450 'sjaars en voor de buurten
II en III op f 500 's jaars voor ieder.
Naar aanleiding van art. 7 der Veror
dening van 11 Januari 1894, bepalende het
getal der scholen voor openbaar lager onder
wijs, den omvang van het onderwijs op elke
school en den bijstand, aan de hoofden der
scholen te verleenen, en in verband met het
aan den onderwijzer S. R. Perrin verleend
eervol ontslag, worden aan den gemeenteraad
de volgende voordrachten aangeboden ter be
noeming van een tweeden onderwijzer aan de
school der 3de klasse No. 4 en aan de school
der 4de klasse No. 2
a. voor de openbare school dor 3de klasse
No. 4lo. P. L. T. Moono, 3de onderwijzer aan
de school der 3de klasse No. 2, 2o. D. C. Schuit,
3de onderwijzer aan de school 3de klasse No. 3,
en 3o. F. A. Schilthuyzen, 3de onderwijzer
aan de betrokken school
b. voor de openbare school der 4de klasse
No. 2: lo. D. C. Schuit, 3de onderwijzer aan
de openbaro school der 3de klasse No. 32o.
P. C. Schreuder, 3de onderwijzor aan de school
der 3de klasse No. 3, en 8o. P. H. Van der
Lelie, 3de onderwijzer aan de openbare school
der 3de klasse No. 3.
De aanvangsjaarwedde, aan de betrekking
verbonden bedraagt, 800.
Aan den gemeenteraad deelen B. en Ws.
mede, dat, vermits door hun college vermoed
werd dat de bewoning van de huizen in de
Papegaaispoort, aan de Hoogewoerd No. 105,
nadeelig is voor de openbare gezondheid, zy
op grond van art. 1 der Verordening van 5
April jl. betreffende het bewonen van gebou
wen, welke, als schadelijk voor de openbare
gezondheid, voor bewoning ongeschikt zijn,
(Gem.blad No. 2 van dit jaar) een onderzoek
dienaangaande hebben opgedragen aan eene
commissie, bestaande uit den gemeente archi
tect, de rooimeesters en driestadsgeneesheeren.
Blijkens het door die commissie uitgebracht
rapport, is de commissie van oordeel, dat de
16 huizen in voormelde poort o. a. wegens
gebrek aan licht en lucht niet tor bewoning
geschikt zijn, dat geene zoodanige verbete
ringen kunnen worden aangebracht, ten einde
die woningen in bewoonbare huizen te ver
anderen en dat alleen eene radicale verbouwing,
waardoor do tegenwoordige 16 woningen door
hoogstens zes werden vervangen, een houd
baren toestand zal scheppen.
B. en Ws. hebben het door de commissie op
gemaakt proces-verbaal ter kennis gebracht van
den eigenaar, die daartegen zijne bezwaren heeft
ingebracht binnen den bij art. 4 der aangehaalde
Verordening bepaalden termija van 14 dagen.
Vermits naar het oordeel van B. en Ws.
de woningen voor bewoning ongeschikt zijn
en niet voor verbetering vatbaar, terwijl de
door den eigenaar aangevoerde bezwaren in
dat oordeel geene verandering hebben gebracht,
geven B. en Ws. den gemeenteraad, onder
aanbieding van alle betrekkelijke stukken, in
overweging ingevolge art. 7 der Verordening
eene commissie te benoemen van drie Raads
leden, met uitnoodiging de zaak te onderzoeken
en omtrent hare bevinding een met redenen
omkleed verslag aan den Raad uit te brengen
en hare conclusie in een concept-Raadsbesluit
te formuleeren.
Aan den gemeenteraad leggen B. en Ws.
een ontwerp gewijzigde Verordening over op den
invoer, het vervoer en de keuring van vee en
vleesch en den handel In vleosch in de ge
meente Leiden, opgemaakt na overleg met
den Inspecteur der vee- en vleeschkeuring.
Met het mede hierbij genoegd rapport van
de Commissie voor do Huishoudelijke Veror
deningen kunnen zy zich vereenigen, zoodat
zy vooratollen in art. 4 van het concept tweede
zinsnede in plaats van de woorden „de eige
naar, houder of hoeder draagt zorg, enz." te
lezen: „Hy, die het dier onder zich heeft, enz."
Verder in art. 8 letter c te doen vervallen en
daarvoor in de plaats te stellen de volgende
zinsnede
„Aan bepaalde personen kan door Burg. en
Weths. tot wederopzegging toe vergunning
worden verleend om stukken vleesch van niet
minder dan 25 KG. in te voeren, mits deze
voorzien zijn van een goedkeuringsmerk van
een gediplomeerden veearts of een be-
eedigden keurmeester en daarby is gevoegd
een getuigschrift van denzelfden veearts of
keurmeester, dat het vleesch door hem, na
onderzoek van het geheele dier, waarvan hot
afkomstig is, is goedgekeurd."
- Gisteren zyn in Drente tot de Evangelie
bediening by de Ned.-Herv. Kerk toegelaten
de heeren H. J. E. Verwey, cand. aan de
hoogeschool te Leiden, en H. Huizinga, cand.
aan de hoogeschool te Groningen.
De by het 4de reg. infanterie benoemde
kapitein A. Dozy wordt ingedeeld by het 5de
bataljon van dat corps te Gouda.
Aan de Rykspostspaarbank te Hillegom
werd gedurende de maand October 1894 inge
legd f 2356.61 en terugbetaald f 2187.66.
Het laatste, door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt het nummer 412.
De heer Henri Bosmans is benoemd tot
leeraar voor violoncel aan de muziekschool
der Maatschappy tot bevordering der Toon
kunst te Haarlem, in de plaats van den heer
Ernest Appy, die onlangs als zoodanig ontslag
verzocht had.
De gemeenteraad van 's-Gravenhage ver
wierp onlangs het voorstel van B. en Ws.
tot aankoop van eenige huizen aan het Kerk
plein, welke gebouwen men, in verband ook
met den aankoop van meerdere perceelen
achter het Stadhuis, wilde bezigen om de
passage tusschen do Prinsestraat en Groote
Halstraat te verbeteren. Door de bestryding
vooral ook van den wethouder van Openbare
Werken werd de bedoelde aankoop voor
f 94,000 geweigerd.
Thans verneemt het „Vad." dat de architect
de heer Wesstra de bedoelde perceelen voor
eene som van f 95,000 heeft aangekocht ten
behoeve van de Hollandsche Spoorweg-Maat-
schappy, die er voornemens is administratie
kantoren en eene factory te vestigen.
Door het Rotterdamsch Tooneelgezel-
schap van de heeren Le Gras en Haspols
wordt a. s. Maandag-avond in den Schouwburg
alhier opgevoerd „Meegesleurd", naar het
Fransch („L'Engrenage") van Eugène Brieux,
een tooneelspel, dat, volgens het „N. v. d. D.",
tot de beste werken behoort, wolke in langen
tyd zyn vertoond; het paart aan goede karak-
torteekening een logischen voortgang der
interessante handeling en een geestigen, nooit
langdradig wordenden dialoog.
Ook het „Vad." verklaart dat het stuk
boeiend is, voortdurend door een lossen en
met aardigo zotten doorspekten dialoog de
aandacht vordert en tooneelen bevat van hoogst
dramatisch efTect.
Naar men aan „De Standaard" uit West
stellingwerf meldt, zou de minister van bin-
nenlandsche zaken aan de commissie uit den
gemeenteraad, die dezer dagen met Z.Exc.
over den finantiëelen toestand der gemeente
confereerde, hebben medegedeeld, dat eene
wyziglng in de verhouding tusschen gemeente
en rykBfinanciön in bewerking was, en waar
schyniyk in het volgend jaar in behandeling
zou komen, en.dat dan de kieswet daarop
zou moeten wachten.
De „Tel." neemt deze mededeeling voor-
loopig slechts onder reserve op.
Bleek ze juist, dan weet men tevens zoo
ongeveer welk een kiesrecht we van dit mi'
ni8terie te wachten hebben.
De leden van den gemeenteraad van West
stellingwerf hebben gemeenschappeiyk ontslag
genomen.
Te Assen overleed op ruim 77 jarigen
leeftyd de heer W. G. E. Bertram, oud-com
mies, chef der eerste afdeeling, ter provinciale
griffie van Drente.
Drie vrienden van den overleden emeritus
predikant dr. Isa&c Hooykaas, de heeren H.
Oort, A. P. G. Jorissen en H. C. Lohr, heb
ben de redevoeringen, door hen te zyner nage
dachtenis van den preekstoel of by het graf
gehouden, gezamenlyk uitgegeven. Het boekje,
verschenen by den heer J. Odé, te Schiedam,
is met een goed portret vac dr. Hooykaas
versierd.
Niet alleen Rotterdamsche Remonstranten,
maar ook Remonstranten in andore plaatsen
en velen, die niet tot zyn kerkgenootschap
behoorden, zullen deze gedachtenis aan den
geliefden predikant zeker willen bezitten.
Het stoomschip „Anchises" arriveerde
2 Nov. van Amsterdam en Liverpool te Batavia;
de „Bromo" arriveerde 3 Nov. van Batavia
te Rotterdam; de „Java", van Amsterdam
naar Batavia, is 2 Nov. lök te Ferrol binnen-
geloopen en niet te Vigo, zooals door „Lloyd"
werd geseind; de „Soerabaia", van Rotterdam
naar Java, vertrok 1 Nov. van Suez; de
„Kaiser", van Oost-Afrika naar Rotterdam en
Hamburg, pass. 2 Nov. Aden; de „Koningin-
Regentes", van Amsterdam naar Batavia,
arriveerde 1 Nov. te Genua; de „Prins
Alexander" vertrok 3 Nov. van Amsterdam
naar Batavia; de „Veendam", van Rotterdam
naar Nieuw York, passeerde 2 Nov. Lizard;
de „Utrecht", van Batavia naar Rotterdam,
arriveerde 2 Nov. te Suez.
By koninkl. besluit is benoemd de heer
J. Verhagen tot burgemeester van Werken
dam, en de heer C. A. Sprenger, tot burge
meester van Kloetinge.
Pensioen verleend aan den heer R. Formyne,
ontvanger der registratie en domeinen te
Leiden, ƒ2800; A. J. Knaap, landmeter lste
kl. van het kadaster, ƒ1467; J. J. Baart,
hoofdcommies lste cat. by 's Ryks belastingen,
ƒ632; J. Th. A. Henkelman, commies lstekl.
by 'sRyks belastingen, 496 'sjaars
Uit Bataria ontving het .Handelsblad" hst
volgende telegram:
.Een echot uit eene onter batterijen te Pa-
gasangan heeft een tweedo kruitmagazijn ten
ooaten van het paleis te Tjakra Negara in de
lucht doen vliegen."
De belangrijkheid van dit telegram ie, naar
de meening van de .Tel.", welke het ook
ontving, vooral hierin gelegen, dat daaruit
duidelijk blijkt, dat de krijgsoperaties geregeld
worden voortgezet.
Na Mataram moet Tjakra Negara onder
handen genomen worden, dat wae de conclurle
in alle toongevende kringen en organen in
India, toen de eerste vreugde over het bekende
wapenfeit van den 25sten Sept. een weinig
wae bekoeld. Sedert kwamen berichten dat
de natte mousson de werkzaamheden belette,
en deze, gevoegd bij do schaaracbheid der
telegrammen, die zelfs de regeering om inlich;
tingen deed seinen, deden b|j velen het bange
vermoeden ontstaan, dat het bestoken vau
den vijand in een periode van rust was ver
keerd. Die vrees wordt door bovenstaand tele
gram afdoende gelogenstraft; ook thans ntg
22)
De arbeid van fiaren toont De eerste
"waarborg voor eeno schoone toekomst; de
eerste aanraking van het xwaard, dat hem
tot een „Ridder van den Geest" wyddel
Blydschap zou hare wang doen blozen; fier
heid haar hart met sneller beweging aan het
kloppen brengen. Zy zou het geloof aan, het
vertrouwen op hem, dien zy in gevaar had
gewaand, herwinnen en ten laatste zou zy
die vlucht goedkeuren en ook genoegen
nemen met die leening, welke hy zoo eigen
machtig by haar gesloten had!
De kruisbanden lagen klaar; voor hem op
tafel zag hy de lyat van tydschriften en
redacties liggen on hy liet zyne oogen nog
eons daarover glyden.
De pen werd ingedoopt. Hy schreef.
Plotseling schrikte hy.
„Aan mejuffrouw Lolla Yanescay."
„Te dwaas! Myne pen en mfine gedachten
hebben my daar eene leelyke part gespeeld",
fluisterde hy, blozend in de eenzaamheid
zyner kamer.
Met bevende hand schreef hy het adres
zyner moeder op het tweede boekje en, als
óm het gebeurde voor zichzelven weer goed
te maken, bracht hy dat exemplaar persooniyk
en geheel alleen naar de nabyzynde brieven
bus. Zyn eigen adres, van den afzender, stond
*ok op het omslag gedruktzyne moeder kon
dus aan hem schryven. Maar de eene dag
vóór en de andere na verliep zonder eenig
levensteeken te brengen. Zyne moeder zweeg
bleef zwygen. Dit was verschrikkeiyk voor
Larsl Hy had rust noch duur; onophoudeiyk
dacht hy er over; hy zou er alles voor over
hebben gehad om te mogen weten, hoe zy
zyn werk beoordeelde.
Ook de dagbladen bewaarden een hard
nekkig stilzwfigen. Eindeiyk bracht een blaadje
uit de zuideiyke provincie, dat uitsluitend
door vrienden en geestverwanten van Lars
gelezen werd en waaraan een kring van revo-
lutionnaire jonge letterkundigen medewerkte,
eene zeer waardeerende bespreking van het
stuk maar deze was door den besten vriend
van Lars Steiner geschreven.
Hy werd bitter teleurgesteld. Zoo erg had
hy het zich niet voorgesteld en in eene ver
drietige stemming zat hy, zooals trouwens
thans dikwyis het geval was, op zekeren
dag te soezen, toen er aan zyne kamerdeur
werd geklopt.
Intusschen waren weer eeDige maanden
sedert het bezoek van Beheim verloopen. Lars
had weder geldgebrek.
Lolla Yanescay trad by hem binnen.
Met een verlegen blos sprong hy van zyn
stoel op.
Zy bleef dicht by de deur staan, prikte
met de zilveren punt van hare kanten parasol
tusschen de reten van den vloer en leunde
op den grooten knop, die het handvatsel
uitmaakte.
Zy keek hem aanbeschermend, vriendeiyk,
als iemand, die een stout kind zfine ondeu
gendheid wel wil vergeven. Zy waa keurig
gekleed: een licht lila kleedje naar den
nieuwsten smaak en een witte stroohoed,
met seringen van diezelfde kleur als het
ware bedekt.
„Zoo", zeide zy, „dus de berg moet dan
maar by Mahomed komen I"
„U is kl te vriendeiyk", stamelde Lars.
„Toen ik uw drama ontvangen had, ver
wachtte ik u stellig later by my te zien.
Maar wie niet kwam, dat was mynheer Steiner.
De vacantietyd brak aan; ik had afspraken
voor den zomerik ben aan den schouwburg te
Kissingen werkzaam geweest. En daar zynde,
vatte ik het plan op u te bezoeken, zoodra
ik weer hier terug was", zeide zy.
Lars bood haar zyn stoel aan.
Met hare rechterhand maakte zy hetafwy-
zend gebaar der Italianen. Zy had die manier
van eene beroemde tooneel speel ster, die te
Kissingen eene badkuur gebruikte, afgekeken I
„Geen tyd, myn waarde heerl Zóó is het
gegaan", begon zy nu weer. „Ik heb het
goed gehad te Kissingen eenig succes,
maar geene groote, oorverdoovende toejuichin
gen vielen my ten deel. Ik bedoel, zoo iets
van opgewonden geestdrift, waarvan de ge
heele wereld spreekt, die iemand opeens be
roemd doet worden, zooals die Sarah Bern
hardt dit ondervinden mocht. By het lezen
van uw drama dacht ik: Dat kan wat wor
den; een paar wflzigingen moet Lars Steiner
in het stuk brengen en dan een tooneel er
by schryven, bepaald voor my waarin ik
zoo eens flink kan uitrazen. Te Kissingen
liet ik het aan Rothkreuz lezen. Hy dacht
er ook zoo oyer. Nu, en hier ben ik. Roth
kreuz was ook van oordeel, dat, als ik de
rol van Angelica speel, dan hot succes niet
kan wegbiyven."
„Rothkreuz? Wie is dat?" vroeg Lars. Hy
hoopte den directeur van een schouwburg te
zullen hooren noemen.
„Graaf Thilo Von Rothkreuz? O, dat is
een beste, goedhartige joDgenEen beetje hoog
draagt by zfln neus in de lucht, dat moet
ik bekennen maar toch erg goedig en met
veel belangstelling voor het tooneel en de
kunst. Hy zou my gaarne aan een grooteren
schouwburg geëngageerd zien, want hy zegt,
dat het jammer van my is en dat ik een
enorm talent heb", voegde zy er lachend by.
„Rothkreuz" dien naam meende Lars
meer te hebben gehoord. By Gerd op Rakitsch
of later, toen hy naar de familie zyner moeder
aan het zoeken was geweest.
„Rothkreuz heeft ook groote verwachtingen
voor my op de rol van Angelica gebouwd",
babbelde de actrice door. „In Angelica is van
alles: eerst haar lichtzinnige levenswandel,
hare uitgelatenheid zonder iets of iemand te
ontzien; dan hare groote liefde voor haren
redder; vervolgens de stryd met de klein-
burgeriyke familie van dien redder; daarna
in haar huweiyk de spoedige terugkeer tot
hare vorige gewoonten. En de taal is zoo
echtl Zeg eens, beste jongen, hoe kom je
toch aan de noodige stoutheid om al die
dingen zoo juist en waar te beschryven?"
„Dus - u zou waariyk de Angelica willen
spelen?" stamelde Lars.
„Ja; maar onder ééne voorwaarde! U moet
er nog een tooneel beschryven, opzetteiyk
voor myi Weet u, zoo'n scène, waarin ik go
legenheid kryg om in groot baltoilet op tc
treden."
„Wanneer tegen wanneer zou dit wezen?"
„Nu, omstreeks Kerstmisvroeger niet."
„Ik kom u myn antwoord later brengen",
zeide Lars.
„Dat is goed 1" Lolla Vanescay knikte hem
vriendschappelyk goeden dag. „Dus tot weer
ziens 1"
Zy reikte hem hare hand, nadat zy eerst
voorzichtig den fijnen, langen handschoen had
uitgetrokken. Nu zag zy hem glimlachend aan.
Alweer die akelige, onbescheiden en tegelyk
beschermende blik van hunne eerste kennis
making I
Thans echter nam hy hare warme, blanko
hand in do zyne en hield zo langer vast dan
noodig was. In dit oogenblik zag hy in Lolla
de goedheid en schoonheid in persoon. Zy
zou het zyn, die hem tot het scheppen van
nieuwe werken bezielde. Door haren invlood
zou voor hem de baan van roem en eer ge
opend worden, nadat de geheele wereld rondom
hem die ondankbare wereld 1 hem door
eenvoudig doodzwygen hare minachting had
getoond.
Hy maakte zichzelven wys, dat het tintelend
gevoel in zyne aderen enkel warme dank
baarheid was en na haar een paar secenden
lang met stomme, bewonderende blikken te
hebben aangezien, kuste hy eerbiedig hare hand.
Wordt vervolgd.)